De vijand in je tuin?

Voor de meeste mensen is dit beestje één van de meest gevreesde plagen in je tuin, de Cepaea nemoralis, oftewel de gewone tuinslak. Ze zijn er in allerlei kleuren en varianten, geel, rose, bruin, zonder band, met één band of met meerdere banden. Dit exemplaar op de foto zat in onze taxus en zou gedetermineerd moeten worden als bruin zonder band, hoewel hij wel een licht kleurverschil heeft aan het begin van zijn huisje. Dit is de rand van het huisje en bepaalt meestal of het beestje valt onder de gewone tuinslakken of de wit gerande soort. De wit gerande tuinslak komt minder voor in ons land. Met de term ‘band’ wordt bedoeld de donkere streep die als een soort spiraal meeloopt over de bolle vorm van het huisje. Het aantal banden geeft een indicatie van de leefomgeving, hoe meer banden des te meer begroeid de omgeving is. Het exemplaar op de foto heeft dus geen banden. Wel mooi zichtbaar is het oog aan het uiteinde van zijn tenakel!

Slakken leven van dode bladeren, maar iedereen die een moestuin heeft weet dat verse blaadjes van bijvoorbeeld sla of bonen, maar ook brandnetel en boterbloem tot het menu behoren. Deze groenten worden aangevuld met dode dieren zoals regenwormen. Slakken zijn dus vooral afvalverwerkers en daarmee nuttig in je tuin. Het afval wordt omgezet in (bemeste) tuinaarde. Eigenlijk een veel goedkopere optie dan een zak kopen bij het tuincentrum! Op hun beurt worden slakken weer gegeten door zanglijsters. Als je lege slakkenhuisjes vindt in je tuin, dan weet je dat er een lijster bezig is geweest. Een andere manier om zijn prooi te verorberen is door het huisje stuk te slaan op een steen. Dit is bijzonder, want het komt niet veel voor dat vogels werktuigen gebruiken om hun voedsel te veroveren.

Het jaar 2009 was het Darwinjaar en in dat jaar zijn tuinslakkentellingen gedaan door het hele land. Uitkomst van dit onderzoek was onder andere dat blijkt dat de kleur van de tuinslak lichter wordt naarmate je dichter bij de kust komt. Deze lichte kleur geeft bescherming tegen de zon, iets wat in duingebieden goed van pas komt. In andere gebieden van ons land bleek een toename van tuinslakken met donkere banden over het huisje. Wellicht is dit de manier waarop slakken in bosrijke omgevingen zich hebben aangepast om beter beschut te zijn tegen aanvallen van vogels. Uit een onderzoek in 2011 bleek dat onze evolutie als mens véél langzamer verloopt dan we dachten. Slakken, die wij typeren als traag, hebben slechts enkele decennia nodig om zich genetisch aan te passen aan veranderende omstandigheden. Dit verklaart dan weer waarom dit weekdiertje al sinds het Cambrium, bijna 2 miljoen jaar geleden, vertoeft op deze aarde. In eerste instantie vooral in het water, maar later dus ook op het land en in onze tuinen. Het is niet erg bemoedigend, maar als de slak hiermee al 2 miljoen jaar succesvol is, dan gaat het ons als mens niet lukken om deze ‘plaag’ te bestrijden. Misschien moeten we vooral de schoonheid van dit diertje gaan waarderen en er gewoon mee leren leven in onze tuin…