Hoe minder haar, hoe meer techniek

Vandaag, lieve luistervriendjes en -vriendinnetjes, dalen we af in de grotten der melancholie en verwondering. Dat wil zeggen: het regent en ik heb even niets te slopen, dus ik schrijf maar een eind weg in de hoop erudiet over te komen. Ze zeggen dat als je een aap oneindig lang laat tikken hij of zij uiteindelijk de complete werken van Shakespeare tikt. Maar waarom zou je dat doen? Die kun je gewoon downloaden. Goed, tijd om het over audio te gaan hebben.

Toen ik nog jong en fit was, met meer haar op mijn hoofd dan op mijn borst, moest ik naar school. Ja, echt waar, ook ik heb op school gezeten. Nooit iets gedaan met die kennis, maar ik ging wel. Elke dag op de fiets, door weer en wind. 8 kilometer heen en daarna 8 kilometer terug. En op een goede dag had ik genoeg zakgeld bij elkaar gespaard om een walkman te kopen. Muziek onderweg! Zoals veel muziekliefhebbende tieners in de ’80’s was ik druk bezig om cassettes op te nemen van LP’s uit de bieb, geleend van vrienden of opgenomen van de radio (Wim van Putten’s CD-show was een favoriet).

Vraag me niet wat mijn eerste walkman was. Ik denk een Sony. Uiteindelijk heb ik er heel wat versleten, om het maar niet te hebben over kapotte hoofdtelefoons en verbruikte batterijen. De techniek stond niet stil en de walkman werd steeds uitgebreider en tegelijkertijd kleiner, tot ze maar net groter dan de cassette waren. Maar wel met auto-reverse, radio, equalizer, Dolby B en weet ik veel wat nog meer. En -zeer belangrijk – betaalbare oplaadbare batterijen. Kostte even wat, maar daarna bespaarde je zo veel geld…

Ik heb nog behoorlijk lang met de walkman rondgelopen. Met name in militaire dienst heeft dat ding heel wat levens gered, want het bespaarde mij de ergernis van het horen van mijn snurkende, rochelende en ruftende kamergenoten. Jammer dat zo’n walkman geen geurtjes tegenhield. Nou ja, de walkman en het feit dat bier één gulden per glas kostte. Maar de techniek stond niet stil en op een dag kocht ik een CD-walkman. Een Philips, want dan was het goed. Het ding had een ‘shock-buffer’ en ‘Dynamic Bass’ en nog meer van dat soort fratsen. Lang mee gedaan, sterker nog, volgens mij moet-ie nog ergens rondzwerven.

Maar mijn persoonlijke ontwikkeling stond ook niet stil (net als mijn terugwijkende haarlijn) en op een goede/slechte dag (doorhalen wat niet van toepassing is) haalde ik een rijbewijs en wat later kocht ik een auto. En daar moest natuurlijk muziek in! De auto was een keurige Peugeot 205, basismodel, niets spannends. Maar vanwege mijn werkzaamheden op dat moment bij een grote Duitse autofabrikant (met ster) mocht ik a. af en toe in veel te dure auto’s rijden en b. kon ik accessoires met korting kopen. En dus was mijn koekblik op een gegeven moment uitgerust met een luxe autoradio/cassette met een 10-CD-wisselaar in de kofferbak en een bedieningspookje op het stuur. De set was waarschijnlijk meer waard dan de auto…

Weer veel later moest ik voor mijn werk naar het buitenland. Ik besloot mezelf te verwennen (nou ja, buiten de normale verwennerij) en ik kocht een Apple Ipod, een Nano met maar liefst 4 Gb geheugen (ik heb hem nog steeds en hij werkt nog prima). Toch genoeg voor zo’n 1.000 liedjes. Daar kon zelfs mijn (toen al lang overleden) 10-CD-wisselaar niet tegenop. Met wat gefrutsel wist ik een kabeltje aan de autoradio te krijgen waarmee ik de iPod ook in de auto kon gebruiken. Man, man, man, wat een feest. Jammer dat ik niet had gedacht aan laden in de auto.

Daarna kwamen er steeds meer, kleinere spelers met meer geheugen. En op een dag een autoradio met USB-aansluiting, waar ik gewoon een stickie met zo’n 6.000 nummers in kon stoppen. En nog later kwam streaming, waardoor er helemaal geen fysieke media meer aan te pas kwam. Hoewel ik sinds kort weer terug ben naar een MP3-speler die met een kabeltje aan de autoradio vastzit.

Ook in Studio Michiel (mijn luxe villa) stond de ontwikkeling niet stil. Uiteindelijk heeft een mediaspeler met ingebouwde harde schijf waar mijn complete CD-verzameling op staat en de mogelijkheid tot streaming, Bluetooth en allerlei andere dingen die ik niet begrijp, zijn intrede in mijn set gedaan. Naast de platenspeler, CD-speler en zelfs een cassettedeck.

Maar goed, wat is het punt van dit hele verhaal (en waarom lees je helemaal tot hier?)? Nou ja, ik was van de week in de kringloop en zag daar een iPod Classic 80 Gb met een docking station voor een zacht prijsje. Knopjes (hoewel niet zo veel) en een display, dus die ging mee. Beetje verouderde techniek ondertussen, maar terwijl ik er zo’n 6.000 nummers op propte moest ik denken aan mijn eerste walkman. Meestal gebruikte ik een C90-cassette en daar konden gemiddeld twee LP’s op. Met andere woorden: zo’n 20 tot 30 liedjes. Zoeken was lastig en vrat batterijen.

Mijn ‘nieuwe’ iPod kwam bovendien met een docking station: een plastic dinges met luidsprekers, ingebouwde versterker(s), oplaadmogelijkheid en afstandsbediening. En het klinkt niet eens zo slecht, hoewel het het niet haalt bij een ‘normale’ set met ‘echte’ luidsprekers. De techniek gaat steeds verder en sommige dingen zijn toch echt een verbetering. Dus mis ik mijn walkman? Nee, niet echt. Mijn haarlijn, die mis ik wel. Als ze daar nou eens iets voor kunnen uitvinden hou ik me aanbevolen.

2 gedachtes over “Hoe minder haar, hoe meer techniek

  1. hahahahaha wat een goed stuk,je beschrijft hier perfect mijn leven op wat details (de terug trekkende haarlijn) na ,en als ik ff naar een maatje kijk zou het zo over hem kunnen gaan (op de ster na,dat was dan weer die andere grote duitser)

    mooie tijd…mooie tijd…

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.