Ministers na aftreden Wiersma: altijd alert op sociale veiligheid

Foto: ANP

Een dag nadat onderwijsminister Dennis Wiersma is afgetreden vanwege meldingen van grensoverschrijdend gedrag, zeggen zijn collega’s in het kabinet dat zij alert zijn op sociale veiligheid en ook hun eigen rol daarin. Meerdere bewindslieden zeggen dat ze onder hoge druk staan. Het is volgens hen belangrijk om onderling en met ambtenaren te praten over die hoge druk.

Minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) kijkt met zijn ministerie, waar ook Wiersma werkte, “nadrukkelijk zelf in de spiegel”. “Hoe veilig is ons ministerie?”, vraagt Dijkgraaf zich af. Volgens de bewindsman kan zijn ministerie op dat vlak altijd blijven leren, door meer gesprekken te voeren, en eraan te blijven werken.

Woonminister Hugo de Jonge zegt dat hij ook wel eens boos wordt. “Als het een keer gebeurt, dan zeg je gewoon sorry natuurlijk, en praat je het uit.”

“Bij Justitie en Veiligheid maak je heftige dingen mee”, zegt minister Dilan Yeşilgöz over het werk op haar ministerie. Ze zegt regelmatig met haar ambtenaren te bespreken hoe ze daarmee omgaan. “Ik denk dat wij een goede balans hebben. En mocht dat een keer niet zo blijken, dan moet je het er ook met elkaar over hebben.”

Minister Micky Adriaansens (Economische Zaken) zegt hard haar best te doen voor de sociale veiligheid van haar ambtenaren, maar maakt zich soms zorgen over de druk op de rijksoverheid. Binnen het kabinet is dat ook regelmatig onderwerp van gesprek, zegt ze. “Natuurlijk praten wij over hoe je omgaat met wat er allemaal op het bord ligt van ons allemaal.”

“Het is wel een gelijkwaardige positie, maar het is geen gelijke positie”, zegt staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) over de verhouding tussen bewindslieden en ambtenaren. “Want uiteindelijk moet de minister of de staatssecretaris een besluit nemen.” Hij vindt het belangrijk je hier bewust van te zijn.

De kwestie-Wiersma is “een wedstrijd met alleen maar verliezers”, vindt Van Ooijen. “Voor hemzelf, voor alle mensen met wie hij gewerkt heeft en die zich onheus bejegend voelen.”