Naar de anderhalf-keer-beter-samenleving

Naar de anderhalf-keer-beter-samenleving

Perspectief is het sleutelwoord op dit moment in de coronacrisis. Dat perspectief wordt ingevuld via het geleidelijk openstellen en herinrichten van delen van het openbare leven en sectoren volgens de maatstaf van de anderhalvemetersamenleving en de dito economie. Het kabinet heeft daar deze avond (6 mei) verder over gecommuniceerd. Die anderhalvemetersamenleving is uiteraard geen doel op zich, maar een voorzichtige stap in de goede richting.

Wat die richting, dus het uiteindelijke perspectief dan zou moeten en kunnen zijn, komt momenteel nog nauwelijks ter sprake. Wel zijn op 20 april de rapporten ‘Brede maatschappelijke heroverweging’ uitgebracht door de ministeries, maar die oefening dateert van voor de crisis.

Intussen hebben in een dikke twee maanden heel wat meegemaakt in de plotselinge coronacrisis, hebben we ook de indrukwekkende dodenherdenking achter de rug en hebben we thuis stil gestaan bij precies 75 jaar bevrijdingsdag. Een maand of meer geleden werd al wel geschreven en gesproken over het ‘post-corona’ tijdperk. We dachten na over wat definitief anders zou worden, over de lessen die we geleerd zouden hebben.

Nu duidelijk is dat er geen harde knip zal zijn wat betreft het verdwijnen van het virus uit de samenleving, lijkt dat vooruitgangsdenken te zijn ingezakt. We zijn al blij als we weer naar de kapper kunnen, iets kunnen drinken op het terras en de kinderen naar school kunnen brengen. Dat is begrijpelijk, en misschien ook realistisch, maar als je afstevent op een exit en spreekt van een routekaart, moet je weten waar je uiteindelijk heen wilt. Die richting verken ik in deze bijdrage.

 

Scenario’s

In een eerdere LinkedIn bijdrage was mijn stelling dat de kans dat alles anders wordt na of door corona niet groot is. Er is zelfs ook een scenario dat we wegzakken in een diepe en langdurige economische crisis en dat ongelijkheid, ongezondheid en armoede toenemen. Ook worden we mogelijk zeer onverschillig en onbekommerd en plukken we de dag, als het virus niet snel meer verdwijnt of zal worden afgelost door een volgende wie-weet nog ernstiger variant.

Mijn stelling was dat het ‘default’-scenario, mens en maatschappij kennende, een ‘business-as-usual’ toekomst is, als de risico’s en belemmeringen die het coronavirus met zich brengt afnemen. Dus we gaan op enig moment waarschijnlijk toch weer over tot de orde van de dag. Maar ik sloot af met de conclusie dat er een kans is om aan dat business-as-usual vooruitzicht een meer of minder dikke plus toe te voegen. Als niet alles vanzelf anders wordt, kan het nog wel een stuk(je) beter worden.

 

De anderhalf-keer-beter-samenleving

Om die reden zou het goed zijn om individueel, maatschappelijk en politiek een doel te gaan stellen. Vanzelfsprekend ook in het licht van de Tweede Kamerverkiezingen die sneller naderen dan menigeen lijkt te beseffen. Dat doel zouden we positief en ambitieus kunnen formuleren als de anderhalf-keer-beter-samenleving, om enigszins in de huidige terminologie te blijven. Wat anderhalf keer beter is dan nu, is niet makkelijk te meten, maar het is wel van belang om te komen met plannen die zo’n maatschappelijke verbeterslag het meest kansrijk kunnen maken. Daarbij zullen we het lang niet allemaal eens zijn over wat de beste plannen zijn, maar dan hebben we de discussie die we mijns inziens nu echt moeten gaan voeren.

 

Een Top 10

Ik zou het interessant vinden om van burgers, jong en oud, bestuurders en politici te horen wat hun ‘Top 10’ is van fundamentele suggesties voor die anderhalf-keer-beter-samenleving, het echte perspectief. Je zou natuurlijk ook kunnen wachten op wat er in de kiezingsprogramma’s van de politieke partijen terecht komt en waar we dan op kunnen stemmen door een vakje naast een naam rood te kleuren. Zo gaat het bij verkiezingen, maar ik denk dat na alles wat mensen al hebben meegemaakt het goed is om zelf lijstjes met acties te formuleren en te delen. Politici hebben de wijsheid ook niet in pacht, zeker niet in deze complexe tijden.

Ik doe zelf een poging, met als disclaimer dat iedereen vanuit een bepaald mens- en maatschappijbeeld denkt en opereert, en in sommige domeinen veel meer thuis is dan in andere. Of je nu wetenschapper bent of niet. Dat het overigens belangrijk is om zoveel mogelijk bij de feiten te blijven, staat buiten kijf. Hieronder volgen mijn tien punten.

 

1. Een breder maatschappelijk welvaartsbegrip

Dit is een algemeen punt, maar het heeft vergaande gevolgen en leidt hopelijk ook tot verstrekkende verbeteringen. Dit punt raakt alle punten die ik hieronder noem. Het is essentieel om door te pakken wat betreft een breder maatschappelijk én individueel welvaartsbegrip. We telden tot nu toe lang niet alle maatschappelijk kosten en baten mee van een bepaalde toestand of het verbeteren van die toestand. Het CBS ontwikkelt deze benadering sinds kort in de Monitor Brede Welvaart en organisaties hanteren soms een zogenoemde maatschappelijke kosten en baten analyse (MKBA).

Om concreet te zijn, op mijn terrein van de arbeidsmarkt: in deze crisis ervaren we nog eens hoe groot de waarde van werk hebben, kunnen werken en werk houden is. Die baten zijn veel meer dan loon, inkomen en productiviteit. Werk is nog steeds de beste weg naar maatschappelijke participatie, het opbouwen van een sociaal netwerk en zelfontplooiing. Mensen die werken voelen zich gezonder en fijner dan mensen die niet aan het werk kunnen komen. Dus we moeten iedereen dat waardevol werk gunnen.

In de klimaatproblematiek zijn we al noodgedwongen wat anders gaan rekenen, met CO2 en PFAS-normen. Dat is misschien niet leuk maar wel noodzakelijk en we moeten dat op alle terreinen gaan doen. In de huidige neo-klassieke economische benadering is alleen datgene dat een prijs heeft van waarde. Dat heeft veel ellende veroorzaakt en dit moeten we weer terugdraaien zoals in de vroegere, klassieke economische benadering. Iets dat van waarde is, moet een prijs kennen.

 

2. Vermaatschappelijking van bedrijven en organisaties

Direct aansluitend bij het vorige punt is er nog een reden aan te geven voor een terugkeer naar klassieke economische beginselen. Hier gaat het om het corrigeren van doel en middel verwisseling. Grondleggers van de economische wetenschap als Adam Smith zagen het maximaliseren van individueel nut en van winst door bedrijven als een middel om tot zoveel mogelijk welvaart voor allen te komen. Als mensen en bedrijven zich vanuit een eigen belang zo goed mogelijk inzetten, zou dat optimaal en maximaal het algemeen belang dienen. Echter, in de loop der tijd is het nastreven van het eigen belang, dat van het bedrijf of de organisatie en van aandeelhouders niet langer een middel maar een doel op zich geworden.

Ook dit heeft radicale gevolgen gehad in termen van enorme verschillen tussen arm en rijk, allerlei excessen zoals de beloning van topbestuurders, soms waardeloze producten en diensten, fraude, het ontduiken en ontwijken van bijdragen aan de samenleving op het gebied van belastingen en andere wettelijke en morele verplichtingen, vooral bij ‘foot-loose’ multinationale ondernemingen. De vele goede bedrijven uiteraard niet te na gesproken.

Daarom is het tijd voor het herstellen van wat de Oostenrijkse econoom Christian Felber aanduidt als de ‘economy for the common good’. Het gaat hier voor de duidelijkheid niet alleen om private bedrijven. Ook andere organisaties en instellingen die in de eerste plaats zijn gericht op het eigen voortbestaan en bijvoorbeeld daarom onvoldoende samenwerken met andere organisaties of de markt van cliënten afromen door alleen voor de makkelijke en kansrijke gevallen te kiezen, mogen zich aangesproken voelen.

In dit licht is het zinvol en urgent om in te zetten op sociale ondernemingen en ondernemingen socialer en maatschappelijker te maken. Niet alleen door een mooie missie en waardepropositie te formuleren, maar ook door die daadwerkelijk in de praktijk te brengen. De overheid kan dat natuurlijk stimuleren, niet alleen door adequatere wetgeving en handhaving, maar ook bijvoorbeeld door bij deze bedrijven in te kopen. Dan ontstaat een betekeniseconomie.

 

3. Arbeidsvormneutrale regels voor de arbeidsmarkt

Het maakt in Nederland te veel uit of je een vast contract hebt, een flexbaan of dat je zzp’er bent. Dat is onzinnig want het gaat allemaal om werkende mensen die proberen de kost te verdienen. Dus we hebben zoveel mogelijk gelijke en eenvoudige regels voor alle arbeid nodig. Het betreft een pijnpunt dat in de coronacrisis nog pijnlijker is geworden. Te veel mensen zijn te kwetsbaar in een crisis als deze. Bovendien weten werkgevers niet waar ze aan toe zijn met alle verschillende regels en weerhoudt ze dat ervan om zoveel mogelijk werk te geven.

Daarom is het tijd voor een Nederlands Aanvaardbaar Peil (NAP), voor alle werkenden, niet alleen wat betreft een bepaald fatsoenlijk loon, maar ook op het gebied van toegang tot scholing en ontwikkeling, ondersteuning naar ander werk als het huidige werk wegvalt, een inkomensvervangende regeling als je door ziekte niet kunt werken een goede voorziening voor de oude dag. Met een NAP en de arbeidsvormneutrale regels onder punt 1 voorkomen we dat in Nederland het aantal werkende armen en armoede in het algemeen verder toenemen.

 

4. Competenties en skills om onze boterham te blijven verdienen

De grote vraag voor individuele mensen, arbeidsorganisaties, regio’s, sectoren en Nederland als geheel luidt: kunnen we dezelfde dingen blijven doen op de dezelfde manier, ja of nee? Of kunnen we dezelfde dingen blijven doen op een andere manier, ja dan nee? Als het antwoord op de beide vragen, of een ervan, ja is, dan is het nog maar de vraag of dit nog genoeg oplevert. Als een anderhalvemetereconomie leidt tot maximaal 30 procent omzet, zal dit niet voldoende kunnen zijn. Dan moeten we andere dingen gaan doen op dezelfde manier, of zelfs andere dingen op een andere manier.

In veel gevallen zullen onze mogelijkheden afhangen van het vernieuwen en anders inzetten van onze competenties, dat wil zeggen onze kennis, vaardigheden en attitude. Dat vereist aanpassings- en innovatievermogen, flexibele specialisatie, leren, scholen en ontwikkelen, zodat we weer een nieuwe ‘business case’ hebben en onze boterham kunnen blijven verdienen, ook nu de wereld ingrijpend verandert.

We moeten zogezegd lerende wijs de crisis uit dan wel de crisis de baas worden. Dat vereist grote investeringen, nogmaals van persoon tot regio en nationaal, want dat leren moet beter worden gefaciliteerd en georganiseerd dan momenteel het geval is. De opbrengsten ervan zullen echter ook groot zijn en zijn nodig om ons niveau van welvaart, welzijn en gezondheid vast te houden. 

Een voorbeeld, dat ook aansluit bij punt 4 hieronder. Nederland heeft sterke competenties wat betreft watermanagement, zoals dat wordt genoemd. Tot nu toe zetten we deze competenties vooral in om het water van ons land weg te houden (Deltawerken). Nu is er een even dringende case om Nederland ook te behoeden voor verdroging. Als we dat óók kunnen, en dat elders in de wereld kunnen helpen doen, hebben we er weer een waardevolle propositie bij.

 

5. Inzetten op duurzaamheid, inclusiviteit en menswaardige technologie

In vervolg op het bovenstaande punt is de aanbeveling hier om in te zetten op positieve trends die zich al ontwikkelden voorafgaand aan de coronacrisis. Door deze trends te versterken vanuit de ervaringen en geleerde lessen in de crisis, kan een multipliereffect ontstaan. Volop doorpakken op duurzaamheid en de energietransitie ligt voor de hand.

Nu de werkgelegenheid in diverse sectoren tijdelijk of blijvend afneemt, zijn er mogelijkheden om extra werk te maken van het verduurzamen van steden, dorpen en het landschap. Dat was voor de crisis onder meer lastig vanwege een tekort aan arbeidskrachten. Als van de nood een deugd wordt gemaakt en we kunnen mensen opleiden, upgraden en updaten om hun competenties en vaardigheden (zie hierboven) in te zetten voor verduurzaming, snijdt het mes aan twee kanten.

Duurzaamheid is prima te koppelen aan inclusiviteit. Ook tijdens de economische hoogtijdagen die achter ons liggen, kwam een groep mensen van ongeveer een miljoen groot nog steeds niet aan het werk, terwijl ze dat wel wilde en zou kunnen. Toch ligt het werk letterlijk op straat, onder meer wat betreft het verwijderen van plastic uit ons leefmilieu. Dit werk wordt nu niet ter hand genomen, maar dat zou heel goed kunnen als we maatschappelijk en individueel waardevol werk organiseren (zie punt 1 en 2).

Een andere observatie tijdens de coronacrisis behelst de schrijnende en grootschalige eenzaamheid onder met name ouderen. In een inclusieve samenleving en economie is veel te winnen door het initiëren en aanbieden van nieuwe vormen van persoonlijke dienstverlening en het personaliseren van producten. Eenzaamheid kan op die manier ‘tweezaamheid’ worden.

Ten slotte zijn we tijdens de crisis allemaal een stukje meer digitaal onderlegd geraakt door thuiswerken, online leren en videobellen. Met die toegenomen digitale skills kan worden ingespeeld op de grote voordelen die digitalisering en digitale economie te bieden hebben bij het verbeteren van de condities van mens en maatschappij. Digitalisering werkt sneller, schoner en kan veel meer mensen bereiken. Robotisering kan zwaar en gevaarlijk werk vervangen. Operatierobots kunnen nauwkeuriger opereren en daardoor meer levens redden dan een mensenhand. Enzovoort.

De voorwaarde is wel dat we ons richten op de ontwikkeling en toepassing van menswaardige technologie, op ‘inclusion by design’ en ‘enabling technology’. Technologie zelf is ambivalent. Met de oude technologie van de hamer kun je een huis bouwen of iemand de hersens inslaan. Dat is met kunstmatige intelligentie en robots niet anders (denk aan killer drones versus het opsporen van huidkanker). En digitaal contact moet nooit menselijk contact geheel gaan vervangen.

 

6. Spaarzamer omgaan met mobiliteit

Dit punt is ook een aspect van duurzaamheid, zoals hierboven aan de orde kwam. Grote aantallen mensen hebben tijdens de crisis vanuit huis gewerkt. Dit heeft zichtbare effecten gehad op de luchtkwaliteit, omdat het auto- en vliegverkeer fors werd gereduceerd. We hebben ervaren dat we niet om de haverklap de weg op of het vliegtuig in hoeven en dat die mobiliteit een hoge prijs heeft, ook in termen van filedruk en ongevallen.

Vaker thuis werken of vanuit thuis vergaderen, mits goed georganiseerd en in overleg, zijn effectieve manier om het milieu te sparen. We zijn er met z’n allen een stuk beter in geworden (zie punt 5). Verwacht mag worden dat de technologie die dat mogelijk maakt nog veel geavanceerder en gebruiksvriendelijker zal worden.

Ook zullen de wandel- en fietstochtjes in de eigen omgeving veel mensen de open hebben geopend. Vakanties in Nederland zullen noodgedwongen populair zijn in 2020, maar de kans is niet klein dat we een stuk minder naar het buitenland blijven reizen. Dat hangt ook af van de prijs (zie punt 1 en 5). Een enkeltje Barcelona voor 15 euro, zoals voor de crisis, is geen reële prijs.

Op schone mobiliteit kan nog veel meer worden ingezet. Ook in fietsland Nederland is nog aan de weg te timmeren. De snelfietspaden die op veel plaatsen zijn aangelegd, vormen een goed alternatief voor het autoverkeer. Elektrische voertuigen zullen een verdere opmars maken als ze voor iedereen bereikbaar zijn. In smart mobiliteitsplannen, zoals in het Brainport Smart District in Helmond, worden allerlei vormen van mobiliteit gecombineerd en gepersonaliseerd.

En tenslotte betekent spaarzaam omgaan met mobiliteit dat we zoveel mogelijk vermijden om voedselproducten over grote afstand heen en weer te slepen. Dus nog veel meer lokaal produceren (uiteraard op een verantwoorde schaal), ook in het licht van economische onafhankelijkheid, past ook in dit punt.

 

7. Vol inzetten op preventie

We moeten veel meer gaan inzetten op preventie, op allerlei gebieden. In de jeugdzorg, de ggz, maar ook in de reguliere gezondheidszorg en bijvoorbeeld op het gebied van taalachterstand zijn de kosten en inspanningen om mensen met problemen goed te helpen nauwelijks nog te dragen. En als zaken eenmaal zijn misgegaan is het herstel ervan bijzonder moeilijk. In de fase dat de problemen er nog niet zijn of nog niet uit de hand zijn gelopen, kun je met relatief minder middelen juist nog veel bereiken. De Engelsen hebben daar een mooi spreekwoord voor ‘An ounce of prevention is worth a pound of cure’, zoals we in Nederland spreken van ‘beter voorkomen dan genezen’.

We weten heel goed wanneer, hoe en waar problemen en achterstanden ontstaan, zowel cognitief, sociaal als lichamelijk. Vaak al van (heel) jongs af aan. Dit betekent dat we de eerstelijnscontacten met burgers moeten zien te versterken en signalen van problemen zo vroeg mogelijk moeten oppakken. Aansprekende voorlichting door ervaringsdeskundigen en via methoden van ‘gamification’ kunnen ook helpen, evenals supportgroepen en e-coaching.

Momenteel staan privacy-regels de uitwisseling tussen allerlei (hulpverlenings)organisaties in toenemende mate in de weg. Daar moet een oplossing voor komen. Privacy is in Nederland ooit geïntroduceerd als ‘het recht om met rust te worden gelaten’, maar het kan niet omslaan in het recht om in de steek te worden gelaten.

 

8. Terugdringen van vleesconsumptie en verhogen dierenwelzijn

Naar de oorzaken van de corona-uitbraak wordt nog veel onderzoek gedaan. Er wordt gewezen op het verschijnsel van zoönose, dat wil zeggen het overdragen van infecties van dieren op mensen. Die overdracht kunnen wij in de hand hebben gewerkt door de manier waarop we in de huidige tijd met dieren omgaan.

Grootschalige veeteelt in de vorm van een bio-industrie levert sowieso negatieve gevolgen op voor ons leefklimaat en dus voor de individuele gezondheid. Volgens Greenpeace zijn dierlijke producten verantwoordelijk voor ongeveer 60% van de voedsel gerelateerde uitstoot van broeikasgassen. Maar zeker zo belangrijk: de dieren in kwestie hebben nog steeds onnodig te lijden, zoals aangrijpende reportages regelmatig laten zien. We moeten drastisch terug naar kleinschaligheid.

Daar komt bovenop dat het beter en gezonder is om minder dan wel geen vlees te consumeren, bijvoorbeeld met het oog op overgewicht. Het is ook inefficiënt om plantaardige eiwitten via diervoeding om te zetten in veel minder dierlijk eiwit. Einstein wist het al lang geleden: “Niets zal de gezondheid van de mens, en de kansen op overleving op aarde, meer goed doen dan een vegetarisch dieet.”

 

9. Betrekken van jonge generaties

Veel oudere mensen zijn tot nu toe slachtoffer geworden van het coronavirus. Jongeren zijn meer buiten schot gebleven, maar worden wel het meest geraakt door de economische gevolgen van de lockdown en de recessie. Jongeren hebben het vaakst flexcontracten en worden het snelst werkloos.

Dit telt op bij de sociologisch gezien grote ommekeer dat voor het eerst in de moderne tijd jongeren in Nederland het niet meer per definitie beter krijgen dan vorige generaties zoals hun ouders en grootouders. Dat heeft te maken met onzekere arbeidscontracten, met de toename van (studie)schulden, moeilijker toegang tot hypotheken en daarmee tot eigen woningbezit en versobering van voorzieningen zoals pensioen.

De jonge generaties hebben dus een groot belang bij een betere samenleving en een beter klimaat en daarom zouden zij daarvan ook de mede-architecten moeten zijn en niet alleen de oudere generaties. Jongeren hebben ook veel meer kennis van en gevoel bij de mogelijkheden van nieuwe technologie.

 

10. Intensiveren van internationale samenwerking en versterken solidariteit

Voorafgaand aan de coronacrisis waren we al terecht gekomen in internationale handelsoorlogen, het herleven van nationalisme, economisch protectionisme en de politieke capriolen van de brexit. De coronacrisis laat bovendien zien dat zelfs in een verenigd Europa elk land sterk op eigen houtje en eigen-wijs opereert en dat vluchtelingen en migranten opnieuw politieke speelballen zijn.

Wat overeind blijft echter, is dat het met Nederland goed gaat, als het met en in andere landen ook goed gaat. Alle landen zijn met elkaar verweven door de globalisering en dat zal niet veranderen. Internationale samenwerking en solidariteit is niet alleen een morele en humanitaire verplichting voor rijke landen als Nederland, die hun rijkdom deels in een koloniaal verleden hebben opgebouwd. Samenwerking, in Europa maar ook ver daarbuiten, is ook een veiligheidsbelang in een onvoorspelbare wereld én de beste manier om menselijke waarden in het vaandel te houden.

Die norm van solidariteit geldt natuurlijk ook binnen Nederland. We hebben in de crisismaanden al onvoorstelbaar veel mooie initiatieven en belangeloze acties gezien voor zieken, ouderen en zorgmedewerkers. Economische noodmaatregelen compenseren grote aantallen werknemers, bedrijven en organisaties. Dat voelt goed en stemt optimistisch. De samenleving is lang niet zo geïndividualiseerd en atomistisch als wel werd verondersteld. Blijven inzetten op solidariteit met zwakkeren, in regels, voorzieningen en handelen is een voorwaarde voor een anderhalf keer betere samenleving.

 

Tot slot

Bovenstaand lijstje met verbeterplannen kan nog veel langer en natuurlijk ook helemaal anders. Ik ben geïnteresseerd in de lijstjes van de lezers van dit stuk. Desnoods maken we er een top 2000 van die we richting Den Haag, Brussel en de Nederlandse provincies en regio’s sturen.

 

Een goed doordacht stuk wat zeker opgepakt moet worden door ieder in z'n eigen organisatie. En onder de aandacht van de huidige politici! Ik wil hiermee wel verder. Vooralsnog deel ik deze onderbouwing.

Peter Kamp

Frankhuis & Twistvliet, onderzoek en adviesbureau, juridisch beleidsadviseur, politieke partijen.

3 j

https://voorwaardelijkgarantieinkomen.nl/VGI/ Gewoon eerst weer terug naar de basiszekerheid, vanwaaruit we weer kunnen groeien.

Erik van de Polder

Strategisch HR adviseur | HR Manager | Aspirant Register Coach (LVSC)

3 j

Mij uit het hart gegrepen, alle tien. Kunnen we dan ook op jou stemmen, Ton? 😉

Marjolein Hins

Strategische en innovatieve (relatie)manager en adviseur-projectleider #SamenDoen #MaatschappelijkEngagement #Impact #LLO #CollectiefOntwikkelen

3 j

De titel vind ik perfect :-) Er wordt op meerdere plekken dit soort lijstjes gemaakt. Bijv. door Derk met input van Jelleke en Sjoerd n.a.v. gesprekken met honderden mensen de afgelopen weken: https://petities.nl/petitions/de-transitie-motor-zorg-voor-het-nederland-van-morgen?locale=nl. En zo zijn er meer. Wat nou als we i.p.v. alleen lijstjes sturen (wat ideeën geeft), ook een procesaanpak leren waarbij 'die lijstjes' mét acties erbij door beleid, wetenschap én praktijk (burgers/bewoners/studenten/werkenden/alle type organisaties/etc.), van steden, regio's, provincies, landen en werelddelen per vraagstuk samen worden gemaakt? Dan haal je het topdown patroon van aansturen eruit en krijgen we een inclusieve cultuur waarin mensen uit zichzelf graag mee doen, zoals we dat afgelopen 8 weken ook al doen met elkaar. Dan leren we al doende luisteren naar elkaar(s behoeften), inleven, bestaande patronen loslaten, elkaars talenten zien en inzetten voor optimale samenwerking alsmede het gemeenschappelijke doel samen vormgeven en verantwoordelijk tot een succes maken. #CollectiefOntwikkelen #SamenOntwikkelen #CollectiveImpact through #ConnectingImpact Als jij er iets mee wilt, call me, we're in :-)

Wat Zweden doet is ook interessant.

Meld u aan als u commentaar wilt bekijken of toevoegen