Da Vinci over Het laatste avondmaal: ‘een steen die je in de vijver gooit’

laatste avondmaal, tapijtversie, da vinci

De wandtapijt-versie van Da Vinci’s Laatste Avondmaal. Deze is duidelijker, helder en beter zichtbaar dan het originele schilderij dat inmiddels ernstig is aangetast.

bron: millefleurstapestries.com

De discipelen zijn verdeeld over vier groepen. Daarmee wil da Vinci, zoals hij zegt, de vier extreme eigenschappen symboliseren die zich alleen in de perfecte mens kunnen verzoenen: toorn, impulsiviteit, melancholie en flegma. Er is meer symboliek. Voor Judas Iskariot ligt op tafel wat zout. Gemorst zout is een teken van naderend onheil. En wat te zeggen van het mes? Wat verdwaald lijkt de hand te zijn waarin zich een gevaarlijk uitziend wapen bevindt. Da Vinci: ‘Het is de hand van Petrus. Het mes staat symbool voor de trouw waarmee hij zijn Meester wil verdedigen, want zoals u behoort te weten, werd Jezus Christus kort na het avondmaal aangevallen door Romeinse soldaten. Op dat moment gebruikte Petrus zijn mes om een van de soldaten een oor af te snijden.’

Da Vinci heeft de hoofdpersoon Jezus Christus – de perfecte mens – exact in het midden geplaatst. Hij is de rust zelve. Als een onaantastbare, spirituele leider zit hij daar, omgeven door spanning en vertwijfeling, waaraan zijn discipelen ten prooi zijn gevallen. Geometrie en opbouw van de compositie accentueren de Heiland – en daarmee de mens – als middelpunt van de wereld. Alle perspectieflijnen komen bij Hem uit, een effect dat nog eens wordt versterkt door het landschap in het venster achter hem, want daar ligt het verdwijnpunt van die lijnen.

Behalve door perspectief, compositie en symboliek valt deze schildering op door de gebarentaal. Armen en handen verwoorden vrees en ongeloof. De discipelen – ieder op zijn eigen manier – geven met gebaren uitdrukking aan hun persoonlijke relaties met de Verlosser. Ze eten niet, ze bidden niet, ze ontvangen evenmin de zegen. Ze zijn net opgestaan, geschrokken, gesticulerend, vragend. Da Vinci: ‘Je moet het vergelijken met een steen die je in een vijver gooit. Die laat steeds grotere kringen na op het wateroppervlak waarna ze langzaam verdwijnen. In de lucht is het precies zo. Een geluid of een stem laat daar onzichtbare kringen achter. Hoe verder je weg bent van de bron, hoe slechter je hoort en hoe langer het duurt voordat de kring je heeft bereikt. Dat nu gebeurt er in deze compositie. Jezus Christus heeft gesproken en zijn woorden laten – net als de steen die met een plons in de vijver valt – grote kringen na aan tafel die langzaam weer oplossen.’

Uit: 1506, een reis door de wereld, Henk Boom, Balans, Van Halewijck Leuven, 2005

Het laatste avondmaal, Leonardo da Vinci, 1495-1498, Santa Maria della Grazie, Milaan, Italië

Plaats een reactie