Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Wees niet bang om een es terug te planten, maar kies wel de juiste

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Wessel Wassink en Marc van Scherpenzeel, Tree-o-logic, woensdag 31 maart 2021
255 sec


Tree-o-logic analyseerde tienduizenden essen op essentaksterfte. De bevindingen op een rij

In de periode 2017-2020 inspecteerden Wessel Wassink, Marc van Scherpenzeel en collega's van onderzoeks- en adviesbureau Tree-o-logic jaarlijks zo'n 10.000 tot 17.000 essen op aantasting door essentaksterfte. Ze waren benieuwd wat ze daaruit konden opmaken en voegden de gegevens samen in één groot databestand. Daarbij was het niet de bedoeling harde, wetenschappelijk gebaseerde conclusies te trekken, maar te zoeken naar verbanden in de gegevens en te proberen deze te verklaren.

Een gezonde en een geïnfecteerde es
Een gezonde en een geïnfecteerde es

Het onderzoek bestond uit het vergelijken van de (mate van) aantasting door essentaksterfte met factoren zoals de soort of cultivar, leeftijd, standplaats en hoogte van de boom. Daarnaast keken we of er veranderingen zichtbaar waren in de aantastingsdruk door de jaren heen.

Overzichtskaart van de verschillende gemeentes waar Tree-o-logic essen gemonitord heeft
Overzichtskaart van de verschillende gemeentes waar Tree-o-logic essen gemonitord heeft

Monitoring

Voor verschillende gemeentes voeren we jaarlijks een inspectie uit. Hierdoor hebben we veel inzicht in het verloop door de jaren heen. We baseren ons op zeventien vergelijkbare waarnemingen bij negen gemeentes. De monitoring bestaat uit een opname van de basisgegevens, zoals de determinatie van de soort en cultivar en het bepalen van de boomhoogte en de standplaats. Vervolgens doen we vanaf de grond een visuele beoordeling van de mate van aantasting. Daarbij hanteren we de volgende definities:
- geen: de boom is niet (zichtbaar) aangetast
- licht: twijgsterfte her en der aan buitenkant kroon of bij het stamschot, voldoende conditie
- matig: twijgsterfte in de hele kroon, beginnende taksterfte, vorming waterlot kroon
- ernstig: taksterfte en/of kroonsterfte, waterlot kroon en stam, overmatige zaadproductie



Totaalbeeld aantastingen

In totaal gaat het om ruim 52.000 monitoringen. Als we deze monitoringen op één hoop gooien, blijkt dat 43% van deze bomen is aangetast door essentaksterfte.

Van de aangetaste bomen is ruim de helft licht aangetast. Deze bomen vertonen beginnende twijgsterfte. De resterende bomen zijn matig of ernstig aangetast. In de praktijk blijkt dat deze bomen vaak niet meer herstellen van de aantasting. De twijgsterfte ontwikkelt zicht tot taksterfte en uiteindelijk tot afsterven van delen van de kroon.


Als we deze monitoringen op één hoop gooien, blijkt dat 43% van deze bomen is aangetast door essentaksterfte

Uit de waarnemingen blijkt dat gemiddeld 60% van de bomen een snoeiadvies krijgt. Aangetaste bomen vormen namelijk aanzienlijk meer dood hout. Bij voortgaande (ernstige) aantasting wordt het risico op schade te groot en is snoei niet meer afdoende. Deze bomen worden dan (individueel of structureel) gekapt. Uit onze gegevens blijkt dat gemiddeld 3% van de bekeken bomen een kapadvies krijgt.

Aantastingsdruk en leeftijd bomen

Hoe jonger de boom, hoe minder aantastingsdruk. Jonge bomen die wél ziek zijn, zijn vaak minder zwaar aangetast de oude bomen.


Voorbeeld: bij bomen uit de jaren zestig is 55% aangetast en van de zieke bomen is meer dan de helft matig of zwaar aangetast. Bij bomen uit de periode 2000 tot en met 2009 is slechts 35% aangetast en van de zieke bomen slechts 20% matig of zwaar.

Een mogelijke verklaring is dat in de periode tot 1970 veel gewone essen werden aangeplant (Fraxi-nus excelsior), maar liefst 70%. In de periode na 1980 zijn veel minder vatbare soorten geplant, zoals F. americana, F. ornus, F. pennsylvanica en daarnaast minder vatbare cultivars van Fraxinus ex-celsior, zoals 'Altena', 'Atlas', 'Westhof's Glorie' en 'Geessink'.


Gevoeligheid essentaksterfte per soort

Als we de resultaten groeperen en per soort bekijken, zien we duidelijk dat F. excelsior de vatbaarste soort is: hiervan is 45% aangetast. Deze scoort ook het hoogst bij de matig en zwaar aangetaste bomen: 45%. F. americana, F. angustifolia en F. ornus zijn de minst vatbare soorten, met een aantastingspercentage tussen de 13 en 16%. Het aandeel matige en zware aantastingen ligt daarbij iets boven de 20%.


Uit onze gegevens blijkt dat gemiddeld 3% van de gemonitorde bomen een kapadvies krijgt

Als we verder inzoomen, zien we met name opvallende verschillen binnen F. excelsior. We beperken ons hier tot de cultivars waarvan minimaal 40 waarnemingen beschikbaar zijn. Bomen met een onbekende cultivar zijn uit het overzicht gelaten.

De cultivars 'Pendula', 'Jaspidea' en 'Eureka' lijken het meest vatbaar, met een aantastingspercentage van meer dan 60%. Ook Fraxinus excelsior (de soort) is vatbaar, met een aantastingspercentage van 48%. De cultivars 'Altena', 'Doorenbos', 'Nana' en 'Geessink' lijken het minst vatbaar.


Uit eerder gepubliceerde resultaten van de WUR en BTL Bomendienst bleek dat F. excelsi-or aanzienlijk vaker wordt aangetast dan bijvoorbeeld F. ornus en F. pennsylvanica. F. americana en F. angustifolia kwamen daar ook positiever naar voren. De cultivars 'Diversifolia', 'Doorenbos' en 'Geessink' waren het minst zwaar aangetast. De resultaten van onze waarnemingen komen hier in grote lijnen mee overeen.

Bomen in bosplantsoen zijn vaker en zwaarder aangetast, omdat de essen in bosplantsoen veelal van de vatbare soort F. excelsior zijn

Standplaats en essentaksterfte

We hebben gegevens over standplaatsen en we hebben onderzocht of er een relatie is tussen de standplaats en de aantastingsdruk. Daarbij valt op dat bomen in bosplantsoen vaker en zwaarder zijn aangetast. We vermoeden dat dit niet zozeer aan de standplaats ligt, maar dat essen in bosplantsoen veelal (bijna 70%) van de vatbare soort F. excelsior zijn. In bosplantsoen staan maar enkele tientallen bomen van een minder vatbare cultivar.


Anderszins valt op dat bomen in verharding minder zwaar aangetast zijn. Ook dit is te verklaren door het feit dat in verharding vaak minder vatbare soorten en cultivars zijn aangeplant. Het gaat dan bijvoorbeeld om F. angustifolia, F. ornus en cultivars zoals 'Altena', 'Diversifolia' en 'Geessink'.

Als het blad regelmatig wordt verwijderd, neemt de verspreidingsmogelijkheid via de sporen van het vals essenvlieskelkje af


Marc van Scherpenzeel (links) en Wessel Wassink

Een andere verklaring is dat het blad bij bomen in verharding meestal wordt opgeruimd of verwaait, terwijl dit in bosplantsoen niet gebeurt. Het vals essenvlieskelkje, de schimmel die essentaksterfte veroorzaakt, groeit op afgevallen bladstelen van geïnfecteerde bomen. Als het blad regelmatig wordt verwijderd, neemt de verspreidingsmogelijkheid (via de sporen) van de schimmel af.


We zien in 2018 en 2019 een duidelijke stagnatie of zelfs afname van de aantastingsdruk vergeleken met voorgaande jaren

Verloop aantastingsdruk 2017 tot en met 2020

In de loop van 2018 en 2019 verschenen enkele nieuwsberichten waarin voorzichtig werd geschreven over vertraging in de ontwikkeling van essentaksterfte (in de gemeenten Dordrecht en Groningen). De verklaring daarvoor zou kunnen liggen in de aanhoudende hoge temperaturen en droogte in de zomers van deze jaren. Ook bij eigen waarnemingen zagen wij deze trend. We zagen veel bomen die in het verleden duidelijk aangetast waren, maar toch veel hergroei lieten zien, waarbij de nieuwe scheuten niet werden aangetast.

Op de foto hieronder is zo’n situatie zichtbaar. We zien een afgestorven top met duidelijke bastnecrose door essentaksterfte. De laatste twee à drie jaar vormt de boom echter goede hergroei en de nieuwe twijgen zijn niet aangetast.


Deze es laat hergroei zien nadat die is aangetast door essentaksterfte. Foto: Tree-o-logic
Deze es laat hergroei zien nadat die is aangetast door essentaksterfte. Foto: Tree-o-logic
We hebben onze gegevens van de afgelopen vier jaar bij elkaar gelegd. Daarbij namen we alleen vergelijkbare situaties, waarbij alle essen in de gemeente waren geïnspecteerd. We zien dan in 2018 en 2019 een duidelijke stagnatie of zelfs afname van de aantastingsdruk ten opzichte van de situatie in voorgaande jaren. De sterke afname in de gemeente Buren is te verklaren uit het feit dat hier veel slechte essen zijn gekapt tussen de twee waarnemingen in. In 2020 lijkt de aantastingsdruk weer toe te nemen; dit jaar was, afgezien van een droog voorjaar, minder droog en minder warm dan 2018 en 2019.

Advies aan de boombeheerder

We kunnen het toch niet laten om boombeheerders een paar kleine tips te geven:
- Wees niet bang om een es terug te planten, maar kies wel voor de goede cultivar of soort.
- Zorg voor meer diversiteit in het bomenbestand, zodat boomziektes zich minder snel verspreiden.
- Kies niet te snel voor rigoureuze kap; bomen zijn weerbare wezens!
- Zorg voor regelmatige monitoring van boomziektes, zodat u de ontwikkeling goed in beeld hebt.
- Met meer inzicht in uw bomenbestand kunt u weloverwogen keuzes maken in het beheer en heeft u inzicht in de kosten en planning.

Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Jitze Kopinga
Thursday 1 April 2021
Interessant en genuanceerd artikel, waarin de bevindingen overigens aardig in lijn liggen met die van eerder uitgevoerde onderzoeken. Misschien nog even zinvol om te vermelden dat het gaat om taksterfte in het algemeen die niet altijd hoeft te zijn veroorzaakt door Hymenoscyphus. Uit bemonsteringen (en determinaties) die vorig jaar zijn uitgevoerd bleek dat er vaak spreke was van o.a. Diplodia mutila (als hoofdveroorzaker van de taksterfte).
Groet, Jitze

download artikel

Tip de redactie


ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER