28. Blij, blij, mijn hart is altijd blij.
Blij, blij, mijn hart is altijd blij.
Want Jezus is een Vriend van mij.
Daarom is mijn jonge hartje
altijd blij, blij, blij.
29. Vreugd, vreugd, mijn hart is vol van
vreugd.
Vreugd, vreugd, mijn hart is vol van
vreugd.
Want Jezus is een Vriend van mij.
Daarom is mijn jonge hartje vol van
vreugd, vreugd, vreugd.
31. 131Voor de koorleider. Een psalm van David.
2Hoe lang nog, HEER, zult u mij vergeten,
hoe lang nog verbergt U voor mij uw gelaat?
3Hoe lang nog wordt mijn ziel
gekweld door zorgen
en mijn hart door verdriet overstelpt,
dag aan dag?
Hoe lang nog houdt mijn vijand de overhand?
32. 4Zie mij, antwoord mij, HEER, mijn God!
Verlicht mijn ogen, dat ik niet in
doodsslaap wegzink.
5Laat mijn vijand niet roepen:
‘Ik heb hem verslagen,’
mijn belagers niet juichen
omdat ik bezwijk.
33. 6Ik vertrouw op uw liefde:
mijn hart zal juichen omdat
U redding brengt,
ik zal zingen voor de HEER,
Hij heeft mij geholpen.
34. Lezen uit de bijbel
NT Mattheüs 15 vers 21 t/m 28.
De Kananese (roepende) vrouw NBV
35. 21En weer vertrok Jezus; Hij week uit naar
het gebied van Tyrus en Sidon.22Plotseling
klonk de roep van een Kanaänitische
vrouw die uit die streek afkomstig was:
‘Heb medelijden met mij, Heer, Zoon
van David! Mijn dochter wordt vreselijk
gekweld door een demon.’
36. 23Maar Hij keurde haar geen woord
waardig. Zijn leerlingen kwamen naar
Hem toe en vroegen Hem dringend:
‘Stuur haar toch weg, anders blijft ze maar
achter ons aan schreeuwen.’
24Hij antwoordde: ‘Ik ben alleen gezonden
naar de verloren schapen van
het volk van Israël.’
37. 25Maar zij kwam dichterbij, wierp zich
voor Hem neer en zei:
‘Heer, help mij!’ 26Hij antwoordde:
‘Het is niet goed om de kinderen
hun brood af te nemen
en het aan de honden te voeren.’
38. 27Ze zei: ‘Zeker, Heer, maar de
honden eten toch de kruimels op
die van de tafel van hun baas
vallen.’ 28Toen antwoordde Jezus haar: ‘U
hebt een groot geloof!
Wat u verlangt, zal ook gebeuren.’
En vanaf dat moment was
haar dochter genezen.
51. 1 Van hoog tot Laag, zijn wij hier tesaam,-
In Uwe Naam, in Uwe Naam.
Laat ons dan zingen; ‘Hij gaat vooraan’ -
Hij is ons voorgegaan.
Hem zij de Lof, de dank en de eer, -
Juichend getuigen, van onze Heer.
Met heel ons hart;
het hemellicht gloort!
- Heb je het al gehoord ?
52. 2 Gods Woord dat zegt; de tijd is nabij! -
Ja ook voor mij, ja ook voor mij.
Rampen en oorlog, wereld geweld, -
deze zijn reeds voorspeld.
Nog is er tijd, om tot Hem te gaan, - Kom
en besluit, die Weg in te slaan.
Spreken daarvan, ziet op, zegt het voort,
- Heb je het al gehoord ?
53. 3 Neig dan het oor, en hoort naar Zijn
stem;
- Kom dan tot Hem, kom dan tot Hem.
Hij die ons roept, ja jou en ook mij, -
‘Mensenkind, kom er bij’.
Leidt ons dan Heer, in vallen en staan -
Uit Uw Genade, mogen wij gaan.
Ga dan van hier, houd vast aan Zijn
Woord, - Nu je het hebt gehoord !