1. Oefeningen over ppm en ppb – verdunningen
met C en C’ uitgedrukt in ppm!
Je beschikt over een chloride-oplossing met een concentratie van 1000 ppm (mg/l). Welk volume van deze
oplossing moet met pipetteren in een maatkolf van 100 ml en aanlengen tot de merkstreep om een
concentratie te bekomen van 10 ppm? (1,00 ml)
C = 1000 ppm
C’ = 10 ppm
V’ = 100 ml
V = 1,00 ml
2. Oefeningen over ppm en ppb – verdunningen
Je beschikt over een oplossing koperionen met een concentratie van 100 ppm (mg/l). Hiervan wordt een
verdunning gemaakt door met een volumetrische pipet 3,00 ml over te brengen in een maatkolf van 100 ml
en aan te lengen tot de merkstreep. De bekomen oplossing wordt verder verdund door met een volumetrische
pipet 1,00 ml uit de vorige oplossing over te brengen in een maatkolf van 100 ml. Bereken na aanlengen en
homogeen maken, de concentratie aan koperionen in de laatste oplossing uitgedrukt in ppb (µg/l). (30 ppb)
C2 = ?
V1 = 3,00 ml
V2 = 100 ml
Eerste verdunning
C2 = ?
V1 = 1,00 ml
V2 = 100 ml
Tweede verdunning
3. Oefeningen over ppm en ppb – verdunningen
Er werd 60,0 mg vitamine C afgewogen op een analytische balans, opgelost en kwantitatief overgebracht in
een maatkolf van 100 ml. Na aanlengen tot de merkstreep en homogeen maken van deze oplossing, werd
hiervan 2,00 ml gepipetteerd in een maatkolfje van 25,0 ml. Bereken de concentratie aan vitamine C
uitgedrukt in ppm (mg/l) in het maatkolfje van 25 ml na aanlengen en homogeen maken. (48 ppm)
C1 in ppm of mg/l?
V = 100 ml C2 = ?
60,0 mg vitamine C
In 1000 ml O bevindt zich 0,600 g aspirine.
In 1000 g O bevindt zich 0,600 g aspirine.
We stellen dat 1,00 g O ≈ 1,00 ml O voor sterk verdunde oplossingen!
In 1 000 000 g O bevindt zich 600 g aspirine.
Dus:
V1 = 2,00 ml
V2 = 25 ml