Whatsapp Facebook X LinkedIn Instagram RSS feed

Buddleja: veel nieuws onder de zon

ARTIKEL
SORTIMENT
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Ronald Houtman, vrijdag 8 oktober 2021
440 sec


In de natuur komen ongeveer 100 soorten Buddleja voor

Buddleja zijn, samen met Hydrangea paniculata en Hibiscus syriacus, de bekendste zomerbloeiende heesters. Bij Buddleja is deze bekendheid niet in de laatste plaats te danken aan de Nederlandse naam vlinderstruik, wat de planten dan ook in hoge mate waarmaken. Van oudsher zijn het forse struiken, maar de laatste decennia zijn er veel lager groeiende varianten op de markt gekomen. En dat zal nog wel even doorgaan ook.

<i>Buddleja</i> 'White Ball'
Buddleja 'White Ball'

Grote pionier

Er komen ongeveer 100 soorten Buddleja in de natuur voor. Toch is maar een handvol van deze natuurlijke soorten op redelijke schaal verkrijgbaar in Nederland en België. De enige soort die, ook met veel cultivars, goed verkrijgbaar is, is B. davidii. Deze struik komt van origine uit Centraal-China. Het is een forse struik tot kleine boom, die een hoogte van 5 m kan bereiken. Het is dus niet verwonderlijk dat ook de meeste cultivars van deze soort relatief groot worden. In de natuur groeit B. davidii als pioniersplant op berghellingen, in struweel en langs wegen. Maar ook in veel Europese landen, waaronder Nederland en België, is B. davidii verwilderd. In het Verenigd Koninkrijk wordt de plant sterk geassocieerd met de spoorwegen; Britse spoorwegmaatschappijen beschouwen de soort als railway enemy number one. Ook in Nederland gedraagt de soort zich als een echte pioniersplant; hij groeit op braakliggende terreinen, langs spoorwegen, (kade)muren en industriegebieden. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, in de Verenigde Staten, vertoont de plant hetzelfde gedrag. Dit heeft ertoe geleid dat veel staten B. davidii in de ban hebben gedaan en de status van invasieve exoot hebben gegeven. In veel staten geldt de regel dat een ras niet wordt toegelaten op de markt als niet kan worden aangetoond dat dit (nieuwe) ras in hoge mate steriel is.


Buddleja alternifolia is een goede tweede als het gaat om verkrijgbaarheid. Deze soort kan uitgroeien tot een kleine boom. De dunne twijgen zijn sierlijk overhangend. In het late voorjaar en de vroege zomer bloeit de plant rijk met lila bloemen. Voor toepassing in de openbare ruimte is B. Alternifolia minder geschikt; de plant is op jonge leeftijd wat fragiel en stelt ook iets hogere eisen aan de plantplaats. Andere soorten, zoals Buddleja crispa, B. fallowiana, B. globosa, B. lindleyana en B. officinalis, zijn op kleine schaal in cultuur en worden hier buiten beschouwing gelaten.

Dit heeft ertoe geleid dat veel staten B. davidii in de ban hebben gedaan en de status van invasieve exoot hebben gegeven

Oudere cultivars

Pas relatief laat, omstreeks het midden van de 20e eeuw, begon men actief cultivars te selecteren en benamen. De oudere cultivars, zoals de bekende 'Black Knight' (1959), 'Fascinating' (1942) en 'Ile de France' (1931), werden alleen geselecteerd op bloemkleur. Groeiwijze en formaat speelden in die tijd een ondergeschikte rol. Alleen de rozepaars bloeiende 'Border Beauty', in 1962 door Schiphorst te Wageningen benaamd, is met circa 1,75 m wat lager. Dit is echter een toevallige bijkomstigheid. Kortom, het gros van de B. davidii-cultivars groeit uit tot forse struiken.


Tijdens een groot sortimentsonderzoek door PPO en de keuringscommissie van de KVBC bleken verschillende van deze iets oudere cultivars van B. davidii het nog steeds goed te doen. Zo werden, na keuring in 2011, 'Dart's Ornamental White' (wit, 1986), 'Pink Delight' (dieproze, 1985), 'Pink Spread' (rozerood, 1993) en 'Sunkissed' (lila/roze, 1995) bekroond met drie waardesterren.

Geelbloeiende hybride

De hybride B. ×weyeriana, ontstaan uit een kruising tussen B. davidii en de lichtoranje bloeiende B. globosa, heeft gezorgd voor geelbloeiende cultivars. De planten hebben het uiterlijk van B. davidii en zijn ruim voldoende winterhard in ons klimaat, wat bij B. globosa niet het geval is. Het zijn krachtige groeiers die net zo fors worden als B. davidii. De bloemen verschijnen in pluimen, die als geheel de vorm hebben van B. davidii, maar bestaan uit kleinere, min of meer bolvormige kleinere pluimen - een duidelijke invloed van B. globosa.
De bekendste cultivars zijn 'Sungold', met oranjegele bloemen, en 'Honeycomb', met donkergele bloemen.


Buddleja weyeriana 'Sungold'

Nieuwe richtingen

Pas sinds de jaren 80 van de vorige eeuw begon de actieve veredeling om tot lager blijvende cultivars te komen. De tuinen van nieuw gebouwde woningen werden kleiner en ook voor toepassing in de openbare ruimte was er een toenemende vraag naar compactere planten. Buddleja davidii, var. nanhoensis is een natuurlijke variëteit die met een uiteindelijke hoogte van circa 1,5 m beduidend lager en compacter groeit dan de soort. De plant is behoorlijk dicht vertakt en de bladeren zijn smaller. De bloemen, hoewel in kleinere pluimen, zijn licht lavendelblauw van kleur. In eerste instantie werd deze variëteit als kruisingsouder gebruikt om lager blijvende cultivars te ontwikkelen. Zo ontstonden 'Nanho Blue', met paarsblauwe bloemen, 'Nanho Purple', die lager blijft en paars bloeit, en 'Nanho White', die wit bloeit. Deze cultivars bloeien van half juni tot half augustus.


Bij het toenmalige proefstation in Boskoop ontstond in 1993 de cultivar 'White Ball'. Deze hybride groeit min of meer bolvormig en zeer compact. De plant wordt niet hoger dan 1 m. Het blad is licht groengrijs. Vanaf half juni tot half augustus verschijnen de vrij korte pluimen met witte bloemen. De combinatie van bloem en blad geeft 'White Ball' een goed te combineren grijs uiterlijk. De bloemen van 'White Ball' zijn steriel. Er zullen dus geen zaailingen opkomen.

Buddleja davidii 'Nanho Purple'

Verenigd Koninkrijk

Ook aan de overkant van de Noordzee heeft men niet stilgezeten. In 1971 vond een gepensioneerde Amerikaan in het Nationaal Park Dartmoor een Buddleja-zaailing. Met enige moeite (de plant groeide aan de rand van een afgrond) kreeg hij wat stek te pakken en zo ontstond de cultivar 'Dartmoor'. Deze schitterende plant heeft unieke vertakkende bloempluimen. Hierdoor kunnen deze tot meer dan 50 cm lang en 30 cm breed worden. Op jonge leeftijd groeit 'Dartmoor' relatief laag, tot zo'n 1,5 m. Maar na enige jaren zal de plant toch een hoogte van meer dan 3 m kunnen bereiken. Echt laagblijvend is 'Dartmoor' dus niet, maar hij reageert zeer goed op zware snoei. En hij is volstrekt uniek in het sortiment!


Een volledig nieuwe lijn B. davidii kwam van het proefstation in East Malling, waar onderzoekster Elizabeth Keep een aantal lager groeiende cultivars ontwikkelde. De twee beste hiervan zijn 'Camkeep' (CAMBERWELL BEAUTY), 'Peakeep' (PEACOCK) en 'Pyrkeep' (PURPLE EMPEROR). CAMBERWELL BEAUTY wordt ruim 1,5 m hoog. De plant bloeit paars, vanaf begin juli tot half/eind augustus. PEACOCK en PURPLE EMPEROR worden slechts circa 1,3 m hoog. Peacock bloeit rozepaars en PURPLE EMPEROR donkerpaars.

Buddleja davidii 'Dartmoor'
Buddleja davidii 'Pyrkeep' (PURPLE EMPEROR)

Verenigde Staten

Vanwege de strenge regelgeving op het gebied van invasieve exoten in de Verenigde Staten is men daar actief gaan veredelen om steriele hybriden te ontwikkelen. Dankzij moderne veredelingstechnieken is het mogelijk om complexe hybriden te maken. De Amerikanen waren dus de eersten die interspecifieke hybriden maakten, om zo de gewenste steriliteit in de nakomelingen te krijgen. Het is dus niet verwonderlijk dat de veredeling van Buddleja in de VS nog steeds toonaangevend is.


Dennis Werner van de North Carolina State University (NCSU) in Raleigh was de eerste die intensief kruiste met Buddleja. Het eerste resultaat hiervan was 'Blue Chip'. Deze cultivar ontstond uit een ingewikkelde kruising, waarbij onder andere Buddleja lindleyana en B. ×weyeriana 'Honeycomb' werden gebruikt. 'Blue Chip' heeft een brede en relatief lage groeiwijze, tot circa 1,25 m, met dof grijzig groene bladeren. De violetblauwe bloemen hebben een klein oranje hartje. Een belangrijk voordeel van 'Blue Chip' is dat de bloemen vrijwel steriel zijn, waardoor er geen zaailingen opkomen. Later volgden de roze bloeiende 'Pink Micro Chip' (PINK CHIP), de paars bloeiende 'Purple Haze' (PURPLE CHIP) en de witbloeiende 'Ice Chip' (WHITE CHIP).

Een andere mooie cultivar van de NCSU is 'Miss Ruby'. Deze plant groeit iets hoger, tot circa 1,5 m, en heeft grijsgroen blad. De bloemen verschijnen van begin juli tot half september. Ze zijn levendig donker rozerood. 'Miss Ruby' bloeit zeer rijk en de sterke bloemkleuren vallen bijzonder goed op.

Vanwege de strenge regelgeving op het gebied van invasieve exoten in de Verenigde Staten is men daar actief gaan veredelen om steriele hybriden te ontwikkelen

Een andere Amerikaanse veredelaar is Peter Podaras. Hij heeft een serie hybriden gemaakt die onder de serienamen FLUTTERBY en FREE PETITE op de markt zijn gebracht. Deze planten variëren van behoorlijk fors tot laaggroeiend. De lager groeiende cultivars van de FREE PETITE-serie zijn het interessantst. De planten groeien laag en breed en hebben vrij smal blad, wat de invloed van B. davidii, var. nanhoensis verraadt. Alleen de violetblauw bloeiende 'Podaras 8' (FREE PETITE BLUE HEAVEN) groeit wat bossiger. Deze plant lijkt sterk op 'Blue Chip'. Verder zijn er in deze serie de paars bloeiende 'Podaras 10' (FREE PETITE DARK PINK), de lavendelroze bloeiende 'Podaras 12' (FREE PETITE LAVENDER FLOW) en de wit bloeiende 'Podaras 15' (FREE PETITE SNOW WHITE).

Buddleja 'Podaras 10' (FREE PETITE DARK PINK)

Nog meer Amerikanen

Ook de Amerikaanse kwekerijen Star Roses and Plants (onderdeel van Ball Horticulture) en Hines doen een duit in het spreekwoordelijke vlinderstruik-zakje. Laatstgenoemde introduceerde vier rassen, waarvan er drie met sierlijk overhangende twijgen groeien, waardoor ze zelfs geschikt zijn voor gebruik in hanging baskets. Dit zijn de lavendelblauwe 'Hinebud1' (DREAMING LAVENDER), de wit bloeiende 'Hinebud3' (DREAMING WHITE) en de paars bloeiende 'Hinebud4' (DREAMING PURPLE).
Vier compact groeiende cultivars van Star Roses and Plants worden onder het merk SUMMERLOUNGE op de markt gebracht. Dit zijn de lilablauw bloeiende 'SRPBUD989' (BLUE SARAH), de witbloeiende 'BALBUD797' (WHITE SWAN), de lila bloeiende 'BUD116' (LILAC TURTLE) en de iets meer opgaand groeiende, paars bloeiende 'BUD16' (PURPLE LION).


Nieuwe Amerikaanse Buddleja davdii-cultivars

Buddleja is niet de gemakkelijkste plant om soortkruisingen mee te maken. De eenvoudigste manier om nieuwe cultivars te krijgen, is dus door B. davidii als kruisingsouders te kiezen. Een serie compact groeiende cultivars van B. davidii werd onlangs door de Amerikaanse Spring Meadow Nurseries onder het merk Proven Winners op de markt gebracht. Deze zogenaamde ROCKETSTAR-serie bestaat uit een viertal cultivars met een dichte vertakking en opvallend grote bloempluimen. De serie bestaat uit de donker violetblauwe bloeiende 'SMNBDBT' (ROCKETSTAR INDIGO), de paars bloeiende 'SMNBDL' (ROCKETSTAR AMETHYST), de lichtpaars bloeiende 'SMNBDO' (ROCKETSTAR ORCHID) en de roze bloeiende 'SMNBDPT' (ROCKETSTAR FLAMINGO). Door de dichte en lage groei zijn deze planten ook geschikt voor toepassing in plantgroepen.


Nieuwe Europese Buddleja davidii-cultivars

Omdat de wetgeving in Europa niet zo streng is als in de Verenigde Staten, zijn er in Europa ook voor B. davidii-cultivars nog ruim voldoende mogelijkheden en marktkansen. Vanuit het Verenigd Koninkrijk komt een behoorlijke serie cultivars, veredeld door Thompson & Morgan, die als BUZZ-serie op de markt zijn gebracht. Dit zijn negen cultivars in evenzoveel kleuren. Ze zijn te herkennen aan de handelsnamen, waarin steeds het woord BUZZ voorkomt.


Van eigen bodem komt een nieuwe serie B. davidii-cultivars, die speciaal als compacte (pot)planten zijn ontwikkeld. De zes planten heten 'Botex 001'tot en met 'Botex 006' en worden op de markt gebracht als de BUTTERFLY CANDY-serie. Zoals te verwachten, zijn het ook hier weer (zes) verschillende kleuren, van wit tot paars.

Buddleja davidii 'Tobudivory' (BUZZ IVORY)

Toepassing en verzorging

De populariteit van Buddleja komt vooral doordat bijen, hommels en vlinders de bloemen zeer aantrekkelijk vinden. Als een vlinderstruik in bloei staat, trekt de plant zoveel vlinders aan dat hier gerust over de ultieme zomerbloeier gesproken kan worden. Ook voor mensen is een bloeiende Buddleja een aangenaam gezicht.


Vlinderstruiken zijn warmteminnende planten. Plant ze dus in de volle zon, maar ook in de halfschaduw zullen ze nog goed bloeien. De planten hebben een voorkeur voor (licht) kalkhoudende grond, maar ze groeien bijna net zo gemakkelijk op andere grondsoorten; het zijn immers van nature pioniersplanten. Zoals bekend wordt aanbevolen om Buddleja ieder jaar diep terug te snoeien. Dit kan tot op 15 à 20 cm van de grond gebeuren. De beste snoeiperiode is half maart tot eind maart. In ieder geval na de vorst; dan kunnen de gesnoeide planten niet meer invriezen. De bloemen verschijnen vervolgens aan de takken die in het voorjaar groeien.

Voor de hoger groeiende cultivars geldt dat jaarlijks diep teruggesnoeide planten niet al te groot worden en dat de bloempluimen groter zullen zijn. Maar voor de moderne, lager groeiende cultivars geldt dat deze niet steeds diep teruggesnoeid hoeven te worden. Ze zijn ontwikkeld voor toepassing als vakbeplanter en kunnen dus gemakkelijk een of twee jaar zonder snoei. Natuurlijk zijn de bloempluimen dan iets kleiner, maar de planten worden niet stokkerig of kaal aan de basis.

Voor de hoger groeiende cultivars geldt dat jaarlijks diep teruggesnoeide planten niet al te groot worden en dat de bloempluimen groter zullen zijn

Buddleja zijn veelzijdige planten, die zowel in de particuliere tuin als in de openbare ruimte prima toegepast kunnen worden. In tuinen en parken kunnen planten van ieder formaat worden toegepast, uiteraard afhankelijk van de lokale mogelijkheden. Wanneer Buddleja als vakbeplanter wordt gebruikt, kan het beste worden gekozen uit de lager blijvende cultivars.

Keuzestress

Het mag duidelijk zijn dat de markt behoorlijk wordt overspoeld door de vele nieuwe Buddleja-cultivars. Het is dan ook lastig om aan te geven welke cultivars het geschiktst zijn voor welk doel. Dit kan ook afhankelijk zijn van de leverancier, die al dan niet over planten uit de verschillende series kan beschikken. De populariteit van Buddleja, samen met het feit dat alle grote veredelingsbedrijven hun eigen lijn willen hebben, zorgt ervoor dat we eigenlijk door de bomen het bos niet meer zien. Uiteraard zullen verschillende hier genoemde cultivars weer van de markt verdwijnen en worden opgevolgd door nieuwere. Maar dat maakt het voor de gebruiker zeker niet gemakkelijker.


Wel is zeker dat er voor iedere plaats in tuin, park of plantsoen een geschikte Buddleja is, in de gewenste kleur!

LEES OOK
Escallonia: ondergewaardeerd en onderschat
26-05-2021 | ARTIKEL
426 sec

Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie


ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER