K - Sleins Archief

SLENS NEDERLANDS<br />

kaba boodschappentas, reedekuul<br />

kabberdoeze café van lichte zeden<br />

kabbeson regenjas<br />

kabbre een halve pint(inhoudsmaat), ongeveer 250ml, maar ook: schoffel<br />

kaddepoebe dom vrouwtje<br />

kadèl lawaai<br />

kadèstre stront<br />

kaduukkelijk/kaduuk met haken en ogen aaneenhangen<br />

kaffeeludde iemand die veel koffie drinkt<br />

kajiedn kermen van de pijn<br />

kakscholle 1ste kleuterklasje<br />

kalisse zoethoutdrop<br />

kalissestok zoethout<br />

kalissezop drank van zoethoutdrop gemaakt<br />

kalle dwaze vrouw, tsanne<br />

kallepoebe een goele<br />

kallestèkkn/stek-kluidn werpspel met loden schijven<br />

kalpèn klein mutsje<br />

kamielken<br />

dieseltreinstel (reeks 44) dat o.a. op de lijn 58<br />

passagierstreinen verzorgde tot eind jaren 80<br />

kampstrèjd examenperiode<br />

kannadiènne korte regenjas in soort plastic<br />

kannebuize hoge hoed<br />

kantemantn klaarmaken, klaarstomen<br />

kantfeure/kangfeure uiterste voor op geploegd land<br />

kantschuoof/kangschuoof laatste schoof, maar ook: rare vent<br />

kapauble bekwaam<br />

kapodde regenjas van het leger, maar ook: condoom<br />

kapoen gesneden haan<br />

karnasirre boekentas<br />

karoddn sukkelen,prutsen, maar ook: doe-het-zelven<br />

karoddntrekkre spijbelaar, scholbloaze<br />

kattijf (m)- katijve (v) kouwelijk iemand<br />

kattijvig kouwelijk<br />

kaufken trekkn strootje trekken<br />

kauksmede oorveeg<br />

kauve schoorsteen<br />

kazak aardappel in de schil<br />

kèddn/klabn praten<br />

kedèstre dadel<br />

keebre balk van 6x6 cm<br />

keene gekloofde huid<br />

keeve looprek, maar ook: duivenmand<br />

kèj kei, maar ook: wind, scheet<br />

keldergordijntsen maandverband<br />

kerdult schouderklop op de rug<br />

kèrlevèj kruiwagen van de metsers<br />

kernoalde vrouw die veel durft en veel zegt, een trasse<br />

keroaze moed<br />

kèrrewibberken kwikstaart<br />

kèt hèn veel praat hebben<br />

kètsn terugbotsen, maar ook: vlug lopen<br />

ketsoandre/ketsoandeloare kastanjeboom<br />

kètsre molenaarsknecht<br />

keudergeld/kleudergeld muntstukken<br />

keun marsn aan kunnen<br />

keunijngsken vrouwelijke meikever, met bruin schild. zie ook bakkre<br />

kezieem periode van 14 dagen (komt van fr: quinzaine)<br />

kibbn omvallen, maar ook: rundvee dat werpt, bevalt<br />

kieerij kosten tegenover baten<br />

kieeste scheut op plant<br />

kiekhoeste kinkhoest<br />

kienkonka verwarde situatie<br />

kiepkap vlees en groenten door elkaar<br />

kikassn bohemerwagens<br />

kirmestodde een altijd plezierig gezicht<br />

kispobbelier/pobbelier populier, achtkant<br />

kit bijna, tew e e

---

kitseken tikkertje, achtervolgerken<br />

kitsn/kidn raken, taukkn<br />

klabbèdderen scherp vervelend geluid maken<br />

klabbenanse gelegenheid tot converseren<br />

klabè babbelaarster<br />

kladpoddre huisschilder<br />

klak slok, hoeveelheid vloeistof, geude<br />

klakkebeezn vruchten van de els<br />

klakkebusse, -schiedre<br />

proppenschieter(oud speelgoed) van vlierhout<br />

waarmee wilgenproppenof klakkebeezn werden weggeschoten<br />

klavèj lenig<br />

klebbe luidprater<br />

klèn beuntjen klein lief persoon<br />

klènte kindertijd<br />

kleudns<br />

eens proberen vooraleer een spel echt te spelen (goedns ),<br />

komt van uit leudns<br />

klèw klauw, maar ook: handtekening<br />

kliekke groep<br />

klijp kleine klomp (slijk, boter…)<br />

klobbers, kloefn klompen<br />

klodderspoane rammelaar<br />

kloddn vodden, prutsen, maar ook: ambetante dingen<br />

kloefkabbre klompenmaker, maar ook: simpele ziel<br />

klof, kloef, klop juist<br />

kluit kluit, maar ook: tien centiemen van een frank<br />

kluivre hartevreter, gierigaard<br />

knechjonne jonge gast<br />

kneudels roggebroodkorsten in pap<br />

kneuvelstekkre stok om koe te binden<br />

knonsle warboel, konkle<br />

knuifeloare doe het zelver<br />

knurre stuk wortelhout, maar ook : dronken<br />

koane slag, muukke<br />

koantjes reepjes reuzel, spek of hesp<br />

koantjespap een brij met koantjes en ajuin<br />

koantjessèsse saus van koantjes, sleins gerecht<br />

kobbejaure ragebol<br />

kodde paardenstaart, later ook algemener gebruikt als vlecht<br />

koedelan dubbele noten (coup de langue), muziekterm<br />

koedeloare trompet<br />

koeferklieern zondagskledij<br />

koekknbak ruzie, spurre<br />

koepledde koeievlaai, gèsplakkre<br />

koere/koewachtre jongen of meisje die (dikwijls maar één) koe oppasten<br />

kollebuste zwarte loopkever<br />

kombiene pikdorser die meteen het stroo ook in balen bond<br />

komienijzon dun zijden onderkleed<br />

komiezenhespe peperkoek<br />

komisse boodschap<br />

kommeere roddeltante<br />

kompesieze proefwerk,ondervraging<br />

konijnedijne maagdelijke naïeve meisjes<br />

konkle warboel, hannekesnest<br />

konklefoezn bekokstoven<br />

konteklètsre pitteleer<br />

kontervènse proces verbaal<br />

kontroarn tegendraads persoon<br />

kootsen stukje (vooral van chocolade gezegd)<br />

kop over konte/kluoodn chaotisch<br />

korsee korset, maar ook: onderlijfje<br />

kortresse te kort<br />

kortwaune kruiwagen<br />

kortwiekkn haar knippen<br />

krabbre hark<br />

krammenoa kotelet<br />

krawiedelen krioelen, spartelen, maar ook: onleesbaar schrijven<br />

krawiedelijn/krawiedels onleesbare tekens<br />

krèddn aansporen

---

kreekkle<br />

krekel, maar ook: potsleutel, of nog :<br />

ratel (die op Witte Donderdag de klok verving)<br />

kriebelmuide huisje van plezier, vroeger ook de naam van <strong>Sleins</strong> café<br />

kriebende kèrre piepende kar, maar ook: klager<br />

krijzelen bepaald geluid maken, vb over grind gaan<br />

krijzelen, nen- een precies iemand<br />

krimkèrre ijscokar<br />

kroede korst, broodkorst<br />

kroes ijzeren, later plastieken drinkpot<br />

krokke onkruid dat in rogge groeit, niet verwarren met blèblomme<br />

kruldre krom mes<br />

kuifle knoeiboel, maar ook: kwajongen<br />

kule rommel, maar ook: hoest<br />

kulen prutsen, maar ook: rochelen<br />

kurses koorts<br />

kwaweervust strenge vorst<br />

kweene preutse vrouw, maar ook: oude vrijster<br />

kwèkkre noordvink<br />

kwèrme molensteen