2 plannings - gemeente Tielt-Winge
2 plannings - gemeente Tielt-Winge
2 plannings - gemeente Tielt-Winge
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Teksten<br />
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN<br />
OPDRACHTGEVER<br />
GEMEENTEBESTUUR TIELT-WINGE<br />
Kruisstraat 2<br />
3390 <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong><br />
RUIMTELIJK PLANNER<br />
TECHNUM NV<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
Ilgatlaan 23<br />
3500 Hasselt<br />
TIELT-WINGE
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong><br />
Opgesteld volgens het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening,<br />
gewijzigd bij de decreten van 28 september 1999, 22 december 1999, 26 april 2000, 8 december<br />
2000, 13 juli 2001, 1 maart 2002, 8 maart 2002, 19 juli 2002, 28 februari 2003, 4 juni 2003, 21<br />
november 2003, 7 mei 2004, 22 april 2005, 10 maart 2006, 16 juni 2006, 7 juli 2006, 22 december<br />
2006 en 9 november 2007. In het bijzonder artikel 31 tot en met artikel 36.<br />
Opgesteld door TECHNUM N.V.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
Ilgatlaan 23 - 3500 HASSELT<br />
Hasselt, 12/06/2008<br />
In toepassing van artikels 9 en 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot<br />
instelling van het register van ruimtelijke planners, tot bepaling van de voorwaarden voor opname van<br />
personen in dat register en tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de<br />
verantwoordelijkheid van ruimtelijke planners voor de opmaak van ruimtelijke structuurplannen en<br />
ruimtelijke uitvoeringsplannen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 7 juli 2000, 7<br />
november 2003, 23 april 2004 en 23 juni 2006 werd dit plan opgesteld onder de verantwoordelijkheid<br />
van volgende ruimtelijke planners:<br />
Catharina Bongaerts Jan Nuijens<br />
Gezien en voorlopig goedgekeurd door de <strong>gemeente</strong>raad in vergadering van 1 juli 2008<br />
De Secretaris, De Voorzitter van de <strong>gemeente</strong>raad,,<br />
De heer R. De Keyzer Mevr. C. Desaever-Cleuren<br />
Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het<br />
publiek op het <strong>gemeente</strong>huis werd neergelegd<br />
van … … .. tot … … …<br />
De Secretaris, De Burgemeester,<br />
De heer R. De Keyzer Mevr. C. Desaever-Cleuren<br />
Gezien en definitief aangenomen door de <strong>gemeente</strong>raad in vergadering van … ..<br />
De Secretaris, De Voorzitter van de <strong>gemeente</strong>raad,,<br />
De heer R. De Keyzer Mevr. C. Desaever-Cleuren
COLOFOON<br />
OPDRACHTGEVER:<br />
GEMEENTEBESTUUR T<br />
Kruisstraat 2<br />
3390 <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong><br />
tel. 016 63 40 08<br />
fax 016 63 95 48<br />
info@tielt-winge.be - www.tielt-winge.be<br />
Contactpersoon: Roland Vos, <strong>gemeente</strong>lijk stedenbouwkundig ambtenaar<br />
RUIMTELIJK PLANNER:<br />
MIJLPALEN:<br />
TECHNUM NV<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
Ilgatlaan 23<br />
3500 Hasselt<br />
tel: 011 / 28 86 00<br />
website: http://www.technum.be<br />
Projectleider: Jan Nuijens<br />
Projectmedewerkers: Kathleen Bongaerts<br />
Marthe Moris<br />
Liesbet Mullens<br />
Projectnummer: 63.43440<br />
Structureel overleg 09/08/2006<br />
Plenaire vergadering: 06/05/2008<br />
Advies GECORO: 02/06/2008<br />
Voorlopige aanvaarding <strong>gemeente</strong>raad:<br />
Definitief aanvaarding <strong>gemeente</strong>raad:<br />
Publicatie in het staatsblad:
INFORMATIEF DEEL
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
INHOUD<br />
1 INLEIDING .......................................................................................................................................5<br />
1.1 Structuurplanning: waar gaat het om?........................................................................................5<br />
1.1.1 Begripsbepaling en omschrijving.........................................................................................5<br />
1.1.2 Wat zegt het decreet ruimtelijke ordening?..........................................................................5<br />
1.1.3 Structuurplanning op drie niveaus .......................................................................................6<br />
1.1.4 Structuurplanning: een proces.............................................................................................6<br />
1.1.5 Waarom doet men aan structuurplanning? ..........................................................................6<br />
1.2 Een ruimtelijk structuurplan voor <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>..............................................................................8<br />
1.2.1 Een structuurplan voor <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>, wat houdt dat in? .........................................................8<br />
1.2.2 Het structuur<strong>plannings</strong>proces in de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>...................................................9<br />
1.2.3 Schema van procesverloop............................................................................................... 11<br />
1.3 Methodiek................................................................................................................................12<br />
1.4 Situering ..................................................................................................................................13<br />
1.4.1 Enkele kencijfers van de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>................................................................. 13<br />
1.4.2 Situering in de regio ..........................................................................................................13<br />
1.4.3 Ruimtelijke morfologisch situering ..................................................................................... 13<br />
2 PLANNINGS- EN BELEIDSCONTEXT ........................................................................................... 15<br />
2.1 Europese regelgeving – vogel- en habitatrichtlijngebieden....................................................... 15<br />
2.2 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen ......................................................................................... 15<br />
2.3 Ruimtelijk structuurplan provincie Vlaams-Brabant ................................................................... 17<br />
2.4 Bestaande uitvoeringsplannen ................................................................................................. 19<br />
2.4.1 Gewestplan.......................................................................................................................19<br />
2.4.2 Bijzondere plannen van aanleg ......................................................................................... 20<br />
2.5 Andere beleidsplannen.............................................................................................................20<br />
2.5.1 Vlaams open ruimtebeleid................................................................................................. 20<br />
2.5.2 Vlaams erfgoedbeleid........................................................................................................21<br />
2.5.3 Overstromingsgebieden en de watertoets.......................................................................... 22<br />
2.5.4 Het Vlaams delfstoffenbeleid............................................................................................. 26<br />
2.5.5 Afbakening woningbouw- en woningvernieuwingsgebieden............................................... 26<br />
2.5.6 Atlas van de woonuitbreidingsgebieden............................................................................. 27<br />
2.5.7 Recht van voorkoop ..........................................................................................................27<br />
2.5.8 Natuurreservaten ..............................................................................................................28<br />
2.5.9 Actieplan regionaal landschap Noord-Hageland ................................................................ 28<br />
2.5.10 Streefbeeldstudie N2......................................................................................................... 29<br />
2.6 Bestaande <strong>gemeente</strong>lijke studies en beleidsplannen................................................................ 29<br />
2.6.1 Mobiliteitsplan ...................................................................................................................29<br />
2.6.2 Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan GNOP....................................................................29<br />
2.7 Planningscontext aangrenzende <strong>gemeente</strong>n............................................................................ 29<br />
3 FYSISCH SYSTEEM ......................................................................................................................31<br />
4 RUIMTELIJKE STRUCTUUR VAN DE GEMEENTE....................................................................... 33<br />
4.1 Nederzettingsstructuur .............................................................................................................33<br />
4.1.1 Ruimtelijke nederzetting van de <strong>gemeente</strong> ........................................................................ 33<br />
4.1.2 Ruimtelijke structuur van de afzonderlijke deelkernen........................................................ 33<br />
4.1.3 Historisch gegroeide entiteiten .......................................................................................... 36<br />
4.1.4 De N2 Diestsesteenweg – Leuvensesteenweg .................................................................. 37<br />
4.1.5 Overige linten.................................................................................................................... 37<br />
4.1.6 Verspreid gelegen woningen ............................................................................................. 37<br />
4.1.7 Woonpark Berkendreef .....................................................................................................37<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
2
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4.1.8 Demografie .......................................................................................................................38<br />
4.1.9 Gezinsontwikkeling ...........................................................................................................40<br />
4.1.10 Huisvesting .......................................................................................................................41<br />
4.1.11 Aanbod aan bouwmogelijkheden....................................................................................... 45<br />
4.1.12 Diensten en voorzieningen................................................................................................ 48<br />
4.2 Economische structuur.............................................................................................................50<br />
4.2.1 Bestaande ruimtelijk economische structuur...................................................................... 50<br />
4.2.2 Handel, horeca en diensten............................................................................................... 50<br />
4.2.3 Ontginningen ....................................................................................................................51<br />
4.2.4 Tewerkstelling...................................................................................................................52<br />
4.2.5 Conclusie..........................................................................................................................53<br />
4.3 Recreatieve structuur...............................................................................................................54<br />
4.3.1 Bestaande toeristische structuur........................................................................................54<br />
4.3.2 Dagrecreatie .....................................................................................................................54<br />
4.3.3 Verblijfsrecreatie ...............................................................................................................55<br />
4.3.4 Voorzieningen voor sport en spel ...................................................................................... 55<br />
4.3.5 Voorzieningen voor jeugdactiviteiten (situatie 2005) .......................................................... 56<br />
4.3.6 Recreatieve structuur van de woonkernen en de gehuchten.............................................. 56<br />
4.4 Open ruimtestructuur ...............................................................................................................58<br />
4.4.1 Globale structuur van de open ruimte................................................................................ 58<br />
4.4.2 Natuurlijke structuur ..........................................................................................................58<br />
4.4.3 Agrarische structuur..........................................................................................................61<br />
4.5 Lijninfrastructuur ......................................................................................................................66<br />
4.5.1 Globale beschrijving van het verkeersnetwerk ................................................................... 66<br />
4.5.2 Bepalende lokale wegen ...................................................................................................66<br />
4.5.3 Parkeren...........................................................................................................................67<br />
4.5.4 Openbaar Vervoer.............................................................................................................67<br />
4.5.5 Fietsverkeer......................................................................................................................67<br />
4.6 Landschappelijke structuur.......................................................................................................68<br />
4.6.1 Het landschap...................................................................................................................68<br />
4.6.2 Landschapstypes ..............................................................................................................68<br />
4.6.3 Belangrijke beeldbepalende elementen in het landschap................................................... 69<br />
4.7 Synthese ruimtelijke structuur...................................................................................................71<br />
5 KNELPUNTEN, KWALITEITEN EN POTENTIES ........................................................................... 72<br />
5.1 Knelpunten, kwaliteiten en potenties van de woonkernen ......................................................... 72<br />
5.1.1 <strong>Tielt</strong>...................................................................................................................................72<br />
5.1.2 St.-Joris-<strong>Winge</strong> .................................................................................................................72<br />
5.1.3 Meensel-Kiezegem ...........................................................................................................74<br />
5.1.4 Houwaart ..........................................................................................................................74<br />
5.1.5 Kraasbeek.........................................................................................................................75<br />
5.1.6 Roeselberg-Motbroek........................................................................................................75<br />
5.2 Knelpunten, kwaliteiten en potenties van de deelstructuren ...................................................... 76<br />
5.2.1 Nederzettingsstructuur ......................................................................................................76<br />
5.2.2 Economische structuur......................................................................................................76<br />
5.2.3 Recreatieve structuur........................................................................................................76<br />
5.2.4 Open ruimtestructuur.........................................................................................................76<br />
5.2.5 Lijninfrastructuur ...............................................................................................................78<br />
6 PROGNOSES EN BEHOEFTEN.....................................................................................................79<br />
6.1 Demografische prognoses........................................................................................................79<br />
6.1.1 Bevolkingsprognose (2002-2017)...................................................................................... 79<br />
6.1.2 Ontgroening en vergrijzing voor de prognoseperiode (2002-2017)..................................... 79<br />
6.1.3 Evolutie van de gezinsgrootte voor de prognoseperiode (2002-2017) ................................ 80<br />
6.1.4 De kwantitatieve woonbehoefte......................................................................................... 81<br />
6.1.5 De kwalitatieve woonbehoefte........................................................................................... 82<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
3
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
6.2 Behoefte aan lokaal bedrijventerrein ........................................................................................ 83<br />
6.3 Behoefte aan ruimte voor recreatie...........................................................................................85<br />
LIJST VAN DE KAARTEN<br />
Kaart 1 : Situering in de regio.................................................................................................................13<br />
Kaart 2 : Reliëf.......................................................................................................................................13<br />
Kaart 3 : Habitatrichtlijnen ......................................................................................................................15<br />
Kaart 4 : Gewestplan..............................................................................................................................19<br />
Kaart 5 : Goedgekeurd BPA zonevreemde bedrijven.............................................................................. 20<br />
Kaart 6 : Vengebieden ...........................................................................................................................20<br />
Kaart 7 : Gewenste structuur regio Hageland ......................................................................................... 20<br />
Kaart 8 : Beschermde monumenten, dorpsgezichten en landschappen .................................................. 21<br />
Kaart 9 : Landschapsatlas......................................................................................................................21<br />
Kaart 10 : Bestaande landschappelijke structuur .................................................................................... 21<br />
Kaart 11 : Woningbouw- en woningvernieuwingsgebieden ..................................................................... 26<br />
Kaart 12 : Atlas van woonuitbreidingsgebieden ...................................................................................... 27<br />
Kaart 13 : Recht van voorkoop...............................................................................................................27<br />
Kaart 14 : Bodemsamenstelling.............................................................................................................. 31<br />
Kaart 15 : Hydrologie, grondwaterkwetsbaarheid.................................................................................... 31<br />
Kaart 16 : Bestaande nederzettingsstructuur.......................................................................................... 33<br />
Kaart 17 : Bestaande nederzettingsstructuur <strong>Tielt</strong>................................................................................... 33<br />
Kaart 18 : Bestaande nederzettingsstructuur St. Joris-<strong>Winge</strong>.................................................................. 34<br />
Kaart 19 : Zonevreemde gebouwen........................................................................................................ 37<br />
Kaart 20 : Bouwmogelijkheden in ingesloten gebieden en woonuitbreidingsgebieden ............................. 46<br />
Kaart 21 : Diensten en voorzieningen.....................................................................................................48<br />
Kaart 22 : Bestaande economische structuur ......................................................................................... 50<br />
Kaart 23 : Situering handel en diensten.................................................................................................. 50<br />
Kaart 24 : Bestaande recreatieve structuur............................................................................................. 54<br />
Kaart 25 : Bestaande natuurlijke structuur.............................................................................................. 58<br />
Kaart 26 : Natuurlijke structuur...............................................................................................................58<br />
Kaart 27 : Bosstructuur – Boskartering...................................................................................................58<br />
Kaart 28 : Kleine landschapselementen.................................................................................................. 60<br />
Kaart 29 : Bestaande agrarische structuur.............................................................................................. 61<br />
Kaart 30 : Landbouwgebruik................................................................................................................... 63<br />
Kaart 31 : Ruilverkavelingsgebied ..........................................................................................................63<br />
Kaart 32 : Percelen in landbouwexploitatie buiten landbouwgebied gewestplan...................................... 63<br />
Kaart 33 : Percelen in landbouwgebied, niet in exploitatie....................................................................... 63<br />
Kaart 34 : Ruimtelijke situering van de landbouwbedrijven...................................................................... 63<br />
Kaart 35 : Lijninfrastructuur categorisering.............................................................................................. 66<br />
Kaart 36 : Ongevallenconcentraties........................................................................................................ 66<br />
Kaart 37 : Openbaar vervoer..................................................................................................................67<br />
Kaart 38: Openbaar vervoer (bediening 01/06/03)................................................................................. 67<br />
Kaart 39: Openbaar vervoer – nieuwe lijnvoering ................................................................................... 67<br />
Kaart 40 : Fietsverkeer...........................................................................................................................67<br />
Kaart 41 : Probleemvelden.....................................................................................................................67<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
4
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
1 INLEIDING<br />
1.1 STRUCTUURPLANNING: WAAR GAAT HET OM?<br />
1.1.1 Begripsbepaling en omschrijving<br />
Structuurplanning steunt op twee belangrijke pijlers, de procesmatige aanpak (planning) en het product<br />
(structuurplan).<br />
Daarom wordt er gesproken over planning en niet enkel over een plan. Structuurplanning gaat dus verder<br />
dan de traditionele ruimtelijke ordening, die werd vastgelegd in plannen en de daarbij horende juridische<br />
voorschriften.<br />
Het ruimtelijk structuurplan is een beleidsdocument, dat een globale visie geeft voor de gewenste<br />
ruimtelijke ontwikkeling op lange termijn. Het is een toetskader waarin een gewenste ruimtelijke structuur<br />
wordt uitgewerkt voor het betrokken gebied. Het structuurplan is geen doel op zich, maar is een<br />
onderdeel in een continu proces. Er wordt niet alleen structureel, maar ook strategisch gewerkt.<br />
Knelpunten en kansen die zich voordoen moeten op korte termijn kunnen opgelost worden, zonder<br />
afbreuk te doen aan de lange termijnvisie.<br />
Zowel bij het <strong>plannings</strong>- als bij het besluitvormingsproces zijn verschillende partners of actoren<br />
betrokken. Deze betrokkenheid is noodzakelijk om een maatschappelijk draagvlak tot stand te brengen.<br />
Het – decretaal vereiste – product is het ruimtelijk structuurplan. Dit document bestaat uit een informatief,<br />
een richtinggevend en een bindend deel.<br />
1.1.2 Wat zegt het decreet ruimtelijke ordening?<br />
De wettelijke basis voor structuurplanning werd vastgelegd in het Decreet van 24.07.1996 houdende de<br />
ruimtelijke planning. Het <strong>plannings</strong>decreet werd integraal opgenomen in het Decreet van 18 mei 1999 1 .<br />
Houdende de organisatie van de Ruimtelijke Ordening.<br />
Het decreet stelt dat de ruimtelijke ordening wordt vastgelegd in ruimtelijke structuurplannen, ruimtelijke<br />
uitvoeringsplannen en verordeningen. Hierdoor werd het instrumentenapparaat uitgebreid en werd het<br />
begrippenkader duidelijker: structuurplannen worden onderscheiden van plannen van aanleg. Het decreet<br />
bepaalt dat er structuurplannen worden opgemaakt op drie niveaus: het Vlaams Gewest, de provincies en<br />
de <strong>gemeente</strong>n.<br />
Elk structuurplan beschrijft de structuurbepalende elementen op zijn niveau en de taakstelling m.b.t. de<br />
uitvoering om tot de gewenste ruimtelijke structuur te komen.<br />
Verder bepaalt het decreet dat elk structuurplan moet bestaan uit een informatief, een richtinggevend en<br />
een bindend gedeelte.<br />
In het informatief gedeelte wordt de bestaande ruimtelijke structuur geschetst, de juridische context en de<br />
knelpunten en kansen voor de ruimtelijke ontwikkeling. Ook de tendensen die zich voordoen en de<br />
prognoses die hieruit voortvloeien worden beschreven. Het richtinggevend of indicatief deel omschrijft<br />
doelstellingen, concepten en een visie om tot een gewenste ruimtelijke structuur te komen. Er kunnen<br />
focusstudies uitgewerkt worden voor bepaalde deelaspecten. Dit deel is een toetskader voor de overheid<br />
dat als criterium dient voor de evaluatie van uitvoeringsplannen. Het laatste deel, de bindende<br />
bepalingen, is enkel bindend voor de overheid, die moet instaan voor de uitvoering ervan. De burger is<br />
dus niet rechtstreeks gebonden door een ruimtelijk structuurplan. De bindende bepalingen worden<br />
vastgelegd voor een periode van vijf jaar. Ze blijven evenwel van kracht tot ze door een nieuw<br />
structuurplan worden vervangen.<br />
Een structuurplan moet voldoen aan de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeften van de<br />
komende generaties en de ruimtelijke draagkracht in het gedrang te brengen. Om een duurzame<br />
ruimtelijke ontwikkeling mogelijk te maken moeten de verschillende maatschappelijke activiteiten<br />
gelijktijdig tegen elkaar afgewogen worden.<br />
1 Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, gewijzigd bij de decreten van 28 september 1999, 22<br />
december 1999, 26 april 2000, 8 december 2000, 13 juli 2001, 1 maart 2002, 8 maart 2002, 19 juli 2002, 28 februari 2003, 4 juni 2003, 21<br />
november 2003, 7 mei 2004 en 22 april 2005.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
5
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuur<strong>plannings</strong>proces wordt nader omschreven in de omzendbrief R0<br />
97/02. In deze omzendbrief worden de verplichtingen die voortkomen uit de decretale bepalingen vertaald<br />
naar inhoudelijke aspecten van de structuurplanning op <strong>gemeente</strong>lijk niveau.<br />
1.1.3 Structuurplanning op drie niveaus<br />
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen omschrijft de structuurbepalende elementen op Vlaams niveau.<br />
De taakstellingen om tot de uitvoering van de gewenste ruimtelijke structuur te komen worden erin<br />
vernoemd, met onderscheid van de verschillende beleidsniveaus (gewest, provincies en <strong>gemeente</strong>n).<br />
De provincies hebben de opdracht een provinciaal ruimtelijk structuurplan op te maken, waarin de<br />
structurerende elementen op provinciaal niveau omschreven worden. Ook hier worden de taakstellingen<br />
m.b.t. de uitvoering van de gewenste ruimtelijke structuur opgesomd, met aanduiding van de aspecten die<br />
door de provincie en door de <strong>gemeente</strong>n moeten worden uitgevoerd.<br />
Het derde beleidsniveau waarop uitspraken worden gedaan over de ruimtelijke ordening, is dat van de<br />
<strong>gemeente</strong>. De <strong>gemeente</strong>n hebben de opdracht een <strong>gemeente</strong>lijk ruimtelijk structuurplan op te maken.<br />
Ook hier worden de structuurdragers op lokaal niveau omschreven, naast de taakstellingen voor het<br />
eigen beleidsniveau.<br />
Wanneer het <strong>gemeente</strong>lijk structuurplan is goedgekeurd kunnen de <strong>gemeente</strong>n zelf meer initiatief nemen<br />
inzake het ruimtelijk beleid.<br />
Het richtinggevend gedeelte van het <strong>gemeente</strong>lijk ruimtelijk structuurplan mag niet afwijken van de<br />
structuurplannen op Vlaams en provinciaal niveau, tenzij omwille van onvoorziene ontwikkelingen van de<br />
ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten of omwille van dringende sociale,<br />
economische of budgettaire redenen. De uitzonderingsgronden voor een afwijking worden uitgebreid<br />
gemotiveerd. Ze mogen in geen geval een aanleiding zijn om de duurzame ruimtelijke ontwikkeling, de<br />
ruimtelijke draagkracht en de ruimtelijke kwaliteit van welk gebied ook in het gedrang te brengen.<br />
1.1.4 Structuurplanning: een proces<br />
In het streven naar ruimtelijke kwaliteit doorloopt het structuur<strong>plannings</strong>proces verschillende fasen. Het<br />
procedurele aspect van het <strong>plannings</strong>proces heeft tot doel samenhang te brengen in de voorbereiding, de<br />
vaststelling en de uitvoering van beslissingen m.b.t. de ruimtelijke ordening.<br />
In elk structuur<strong>plannings</strong>proces zijn enkele belangrijke kenmerken te onderscheiden:<br />
− Er wordt getracht een maatschappelijk draagvlak te creëren door de verschillende participanten<br />
(bevolking, beleid, belangengroepen, ...) bij het <strong>plannings</strong>proces te betrekken.<br />
− Naast het ontwikkelen van een lange termijnvisie moeten ook knelpunten die op korte termijn een<br />
oplossing vragen, aangepakt kunnen worden binnen het <strong>plannings</strong>proces. Er wordt dus zowel<br />
structureel als strategisch gewerkt.<br />
− Door de veranderende realiteit moeten er keuzes gemaakt worden, planning moet dus flexibel zijn en<br />
rekening houden met onzekerheden en onvolledigheden.<br />
− Elk bestuursniveau neemt zijn eigen verantwoordelijkheid en doet uitspraken op zijn eigen niveau.<br />
Daarnaast is er overleg met de andere bestuursniveaus inzake het ruimtelijk beleid.<br />
− Structuurplanning mag zich niet beperken tot de procedurele aspecten, maar moet uiteindelijk gericht<br />
zijn op realisatie.<br />
1.1.5 Waarom doet men aan structuurplanning?<br />
Omdat de ruimte schaars en eindig is, moet in de toekomst zorgvuldig met de ruimte in Vlaanderen en in<br />
de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> worden omgesprongen. Dit is nodig om de ruimtelijke problematiek<br />
beheer(s)baar te houden.<br />
Inzake ruimtelijke ordening moet de overheid een belangrijke en overtuigende rol spelen. Zij dient<br />
duidelijke standpunten te formuleren en zich als een betrouwbare partner te gedragen, niet in het minst<br />
omdat bij het zoeken naar oplossingen voor een aantal structurele problemen (verkeersonveiligheid,<br />
openbaar vervoer, ruimtetekort voor economische activiteiten, ...) steeds meer van de ruimtelijke ordening<br />
wordt verwacht.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
6
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Uitgangshouding is het streven naar duurzame ruimtelijke ontwikkeling.<br />
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling betekent met andere woorden dat de ruimte beheerd wordt als een<br />
duurzaam goed, een langetermijninvestering voor de volgende generaties.<br />
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling moet gebaseerd zijn op draagkracht en kwaliteit. De draagkracht wordt<br />
omschreven als het vermogen van de ruimte om, nu en in de toekomst, menselijke activiteiten op te<br />
nemen zonder dat de grenzen van het ruimtelijk functioneren worden overschreden 2 . De kwaliteit van de<br />
ruimte wordt opgevat als een waardering van de ruimte. De ruimte heeft namelijk een verschijningsvorm<br />
die zowel positief of negatief ervaren kan worden.<br />
Niet de ontwikkeling maar het beheer van de ruimte komt centraal te staan. In deze zin, zal ter beheersing<br />
van de ruimtelijke vraag van de verschillende maatschappelijke sectoren en actoren, in een<br />
samenhangende benadering afgewogen worden, en zal ook naar het creëren van het aanbod de nodige<br />
aandacht moeten gaan. Duurzame ontwikkeling houdt aldus een samenhangende benadering in. Dit is<br />
een essentiële voorwaarde voor de vrijwaring van een leefbare ruimte voor de volgende generaties,<br />
zonder de aanspraken van de huidige generatie te hypothekeren.<br />
De ruimtelijke draagkracht – het vermogen om binnen het kader van een duurzame ontwikkeling, functies<br />
en activiteiten op te nemen in een bepaalde ruimte – wordt het basiscriterium dat de ruimtelijke condities<br />
aangeeft voor de ontwikkeling van onze samenleving.<br />
De structuurplanning is de kern van deze nieuwe ruimtelijke <strong>plannings</strong>strategie. Structuurplanning is een<br />
continu maatschappelijk proces dat een dynamische ruimtelijke ordening mogelijk maakt. Nieuwe<br />
ontwikkelingen scheppen immers ruimtelijke behoeften die thans op verschillende wijze en op<br />
verschillende niveaus worden opgevangen.<br />
Vaak overheerst een ad-hoc probleembenadering die zeer verscheiden is en die niet in een globaal<br />
ruimtelijk kader wordt onderzocht of opgelost. De vraag naar bestemmingswijzigingen neemt toe, maar<br />
hiervoor ontbreekt er een kader met behoeftebepalingen, éénduidige objectieven, criteria en<br />
interpretatiemarges. Een coherente, overkoepelende en evenwichtige ruimtelijke visie op de ontwikkeling<br />
van Vlaanderen is essentieel voor het afwegen en beoordelen van de verschillende ruimtevragen van de<br />
verschillende maatschappelijke activiteiten. Op deze wijze ontstaat ook voor andere beleidsdomeinen een<br />
win-win situatie.<br />
Het Ruimtelijk Structuurplan levert dat kader en biedt een houvast voor de andere beleidsdomeinen en de<br />
andere beleidsniveaus.<br />
Zonder een dergelijk kader is een coherente afweging van maatschappelijke behoeften onmogelijk, wordt<br />
ad-hoc benadering bestendigd met een permanent moeizame besluitvorming en een verdere polarisatie<br />
tussen sectorale belangen, is er een gebrek aan samenhang in beslissingen ten aanzien van het<br />
ruimtelijk beleid, en een verspilling van ruimte en worden ruimtelijke en economische potenties niet<br />
optimaal benut. Daarenboven wordt aan de andere beleidsniveaus en beleidsdomeinen de broodnodige<br />
beleidszekerheid en beleidscontinuïteit onthouden.<br />
Het Ruimtelijk Structuurplan van de <strong>gemeente</strong> doet uitspraken over het ruimtegebruik maar legt geen<br />
bodembestemmingen vast: het is dus geen gewest- of aanlegplan. Het Ruimtelijk Structuurplan schept als<br />
dusdanig geen rechten of plichten voor de burger. Het bepaalt wèl de structurerende elementen, belicht<br />
ruimtelijke potenties en bepaalt richtlijnen en organisatieprincipes voor grond- en ruimtegebruik.<br />
2 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
7
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
1.2 EEN RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VOOR TIELT-WINGE<br />
1.2.1 Een structuurplan voor <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>, wat houdt dat in?<br />
Een ruimtelijk structuurplan is een plan waarin keuzes worden aangegeven met betrekking tot de<br />
ruimtelijk-structurele ontwikkeling van een bepaald gebied, waarin de ruimtelijke potenties belicht worden<br />
en richtlijnen en organisatieprincipes voor grond- en ruimtegebruik worden aangegeven. Het heeft<br />
betrekking op het hele grondgebied en op alle ruimtebehoevende activiteiten waarvan de ordening aan<br />
een respectievelijk bestuursniveau is toevertrouwd. Het beoogt tevens het bevorderen van de<br />
doeltreffendheid en de interne samenhang van het ruimtelijk beleid.<br />
Kaarten, met name structuurschetsen, maken deel uit van het ruimtelijk structuurplan maar zijn<br />
schematisch en indicatief. Zij geven geen bodembestemming aan.<br />
Na beschrijving, analyse en evaluatie van de bestaande ruimtelijke structuur en trends, en na afweging<br />
van de ruimtelijke aanspraken van de verschillende maatschappelijke activiteiten, schetst het Ruimtelijk<br />
Structuurplan Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> een visie op een gewenste ruimtelijke ontwikkeling. De planhorizon<br />
van de visie op de ruimtelijke ontwikkeling is 2017.<br />
Deze visie wordt in ruimtelijke termen vertaald in ruimtelijke principes voor de gewenste ruimtelijke<br />
structuur, die vorm krijgt in de structuurbepalende componenten. Dit zijn de nederzettingen, de open<br />
ruimte, de gebieden voor economische activiteiten en de lijninfrastructuur.<br />
Op basis van onderbouwde ramingen (prognoses) en van de visie op de ruimtelijke ontwikkeling met<br />
planhorizon 2017 doet het Ruimtelijk Structuurplan Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> voorstellen om maatregelen te<br />
treffen. Deze maatregelen zullen gefaseerd worden in vijfjaarlijkse perioden (2007-2012-2017). Het<br />
Ruimtelijk Structuurplan Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> zal bijgevolg in de tussenliggende periode kunnen worden<br />
geëvalueerd en bijgestuurd. In het structuurplan zal zowel een lange termijn visie ontwikkeld worden als<br />
een oplossing geboden voor een aantal acute problemen.<br />
De belangrijkste beslissingen die nodig zijn om de gewenste ruimtelijke structuur realiseerbaar te maken<br />
zijn samengebracht in de bindende bepalingen.<br />
Taken van de <strong>gemeente</strong><br />
De taakstelling van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan richt zich – volgens het zogenaamde<br />
subsidiariteitsbeginsel – naar de structuurplannen die op een hoger niveau zijn opgesteld, te weten het<br />
Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant en het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.<br />
Volgens het subsidiariteitsbeginsel krijgt elk niveau (gewest, provincie, <strong>gemeente</strong>) bepaalde taken<br />
toebedeeld, waarbij:<br />
− steeds rekening gehouden wordt met het hoger kader.<br />
− er voortdurend onderling overleg gepleegd wordt tussen de verschillende niveaus.<br />
Hieronder wordt aangegeven welke taken door de <strong>gemeente</strong> uitgevoerd dienen te worden in het<br />
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Deze taken worden soms expliciet vermeld in de bindende<br />
bepalingen van het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen en het provinciaal structuurplan, soms zijn ze<br />
impliciet aanwezig in de richtinggevende beschrijvingen van beide plannen.<br />
− Ontwikkeling van een ruimtelijke visie op de kernen. Hierbij dient een multifunctionele ontwikkeling en<br />
het verweven van functies en activiteiten voorop te staan.<br />
− Lokalisatie van nieuw te bouwen woningen met fasering, minimale/maximale dichtheden en<br />
voorstellen van woontypes.<br />
− Behoud en verhogen van de kwaliteit van de kernen door de nadruk te leggen op inbreiding,<br />
renovatie, het aantrekkelijk maken van de woonomgeving, ...<br />
− Vermijden dat linten en verspreide bebouwing verder groeien.<br />
− Bereikbaar houden van de voorzieningen om de kernen leefbaar te houden.<br />
− Veilig stellen van ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaande en nieuwe economische activiteiten<br />
zoals kleinhandel en activiteiten verweven met de woonfunctie.<br />
− Voorstellen aanreiken voor een <strong>gemeente</strong>lijk ecologisch netwerk<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
8
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
− Een voorstel uitwerken van een <strong>gemeente</strong>lijke agrarische structuur om na te gaan in welke mate een<br />
leefbare landbouw toekomstgericht kan groeien in combinatie met toerisme, recreatief medegebruik,<br />
landschapsversterking en natuurbeheer.<br />
− Versterken van de relatie tussen de woonkernen en het omliggende landschap.<br />
− Voorstellen formuleren voor de ontwikkeling van de bedrijventerreinen binnen de randvoorwaarden<br />
die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-<br />
Brabant worden gesteld.<br />
− Formulering van ontwikkelingsperspectieven voor zowel zonevreemde als zone-eigen bedrijven en<br />
economische activiteiten buiten de bedrijventerreinen.<br />
− Oplossingen uitwerken in functie van een optimale ontsluiting van de bedrijventerreinen, waarbij de<br />
beperking van de hinder naar het omringende landschap en de woonkernen toe een prioriteit is.<br />
− Categorisering van het lokale wegennet: voetpaden, fietspaden, woonstraten, wijkontsluitingswegen,<br />
verzamelwegen en wegen voor doorgaand verkeer.<br />
− Ontsluiting van de bedrijventerreinen<br />
− Mogelijkheden uitwerken voor recreatieve activiteiten.<br />
1.2.2 Het structuur<strong>plannings</strong>proces in de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong><br />
Het structuur<strong>plannings</strong>proces werd opgebouwd in drie fasen:<br />
fase 1: Startnota Structuurplan<br />
fase 2: Voorontwerp structuurplan (informatief, richtinggevend en bindend deel)<br />
fase 3: Procedure ter goedkeuring van het ontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
Voor de opmaak van het structuurplan werd overleg gepleegd met:<br />
− De ambtelijke werkgroep bestaat in de Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> uit een vertegenwoordiging van het<br />
college van burgemeester en schepenen, de <strong>gemeente</strong>lijke dienst ruimtelijk ordening, die tijdens het<br />
<strong>plannings</strong>proces diverse keren met het studiebureau samengekomen is om de voortgang van het<br />
<strong>plannings</strong>proces te bespreken en eventuele afspraken en/of taakverdelingen te bepalen. De<br />
ambtelijke werkgroep stond in voor de praktische organisatie en directe opvolging van het<br />
<strong>plannings</strong>proces en werkte nauw samen met het studiebureau om aan het structuurplan vorm te<br />
geven.<br />
Leden: Chris Desaever-Cleuren – Burgemeester<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
René De keyzer – Secretaris<br />
Filip Broos – Schepen RO<br />
Rudi Meeus - Schepen<br />
Paul Delimon - Schepen<br />
Jos Michiels - Schepen<br />
Marcel Smekens - Schepen<br />
Fons Lemmens - Schepen<br />
Roland Vos – Stedenbouwkundig ambtenaar<br />
− De GECORO vormt het denkkader en klankbord voor het aangeven en formuleren van<br />
probleemvelden, alsook voor de ontwikkeling van een haalbare visie voor het studiegebied. Het is de<br />
GECORO die het formeel advies zal formuleren aan de <strong>gemeente</strong>raad over het voorontwerp en<br />
ontwerp structuurplan.<br />
Het <strong>gemeente</strong>lijk ruimtelijk structuurplan werd toegelicht en de GECORO werd om advies gevraagd in<br />
volgende zittingen :<br />
§ 27 augustus 2007<br />
§ 17 september 2007<br />
§ 2 juni 2008 (officieel advies GECORO)<br />
− Het voorontwerp structuurplan werd met de bevoegde overheden besproken tijdens het structureel<br />
overleg op 9 augustus 2006 en in plenaire vergadering van 6 mei 2008.<br />
9
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
− De bevolking werd bij de opmaak van het <strong>gemeente</strong>lijk ruimtelijk structuurplan betrokken door enkele<br />
hoorzittingen. Tijdens de hoorzittingen werden de probleemvelden zoals aangegeven door de<br />
bevoorrechte getuigen en de ambtelijke werkgroep bij de bevolking kenbaar gemaakt en kreeg de<br />
bevolking de kans hierop bemerkingen te formuleren en hun problemen en kansen te uiten.<br />
FASE 1<br />
Startnota<br />
De startnota werd op 06/06/2000 besproken met de afdeling ROHM Vlaams Brabant en de Provincie<br />
Vlaams Brabant.<br />
FASE 2<br />
Voorontwerp structuurplan<br />
Het voorontwerp ruimtelijk structuurplan <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> werd voor een eerste maal besproken met de<br />
bevoegde overheden tijdens het structureel overleg op 01/07/2004 en een tweede maal op 09/08/2006.<br />
FASE 3<br />
Naar een goedgekeurd Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
Het voorontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan werd met de bevoegde overheden besproken<br />
tijdens de plenaire vergadering op 6 mei 2008 Ook bracht de GECORO haar officieel advies uit op 2 juni<br />
2008.<br />
Na aanpassingen op basis van voornoemde adviezen werd het ontwerp structuurplan voorlopig aanvaard<br />
door de <strong>gemeente</strong>raad op … .<br />
Tijdens het openbaar onderzoek van … tot … informeerde de <strong>gemeente</strong> de bevolking<br />
(informatievergadering:… ).<br />
Na behandeling van adviezen en bezwaren door de GECORO werd het structuurplan vervolgens definitief<br />
aanvaard door de <strong>gemeente</strong>raad op… ..<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
10
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
1.2.3 Schema van procesverloop<br />
STAPPEN ACTIES EN COMMUNICATIE<br />
herwerken van het bestaande<br />
voorontwerp GRS<br />
1. Toelichting en overleg met<br />
de verschillende betrokken<br />
partijen<br />
Aanpassing Voorontwerp GRS<br />
Aanpassing voorontwerp GRS<br />
2. Procedure<br />
Aanpassing van voorontwerp<br />
naar ontwerpGRS<br />
Aanpassing van ontwerpGRS<br />
3. goedkeuring Gemeentelijk<br />
Ruimtelijk Structuurplan<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
11<br />
Bespreking in de werkgroep<br />
verzenden voor overleg<br />
18 oktober en 22 november 2005<br />
13 en 20 december 2005<br />
10 en 24 januari 2006<br />
25 april 2006<br />
na 40 dagen<br />
Structureel overleg met Provincie en<br />
Vlaams Gewest 9 augustus 2006<br />
Toelichting GECORO<br />
Voor akkoord voorgelegd aan<br />
schepencollege<br />
na 40 dagen<br />
Plenaire vergadering + officieel<br />
advies GECORO<br />
40 dagen na plenaire vergadering<br />
Voorlopige aanvaarding in de<br />
Gemeenteraad<br />
binnen 30 dagen na voorlopige<br />
aanvaarding<br />
Openbaar onderzoek (90 dagen)<br />
Hoorzitting voor de bevolking (+<br />
oproep in het <strong>gemeente</strong>lijk<br />
informatieblad)<br />
Advies van de buur<strong>gemeente</strong>n<br />
binnen 210 dagen na de begindatum<br />
van het openbaar onderzoek<br />
Definitieve aanvaarding in de<br />
Gemeenteraad<br />
binnen 30 dagen<br />
Beslissing Bestendige Deputatie<br />
Verslag overleg<br />
Bespreking in werkgroep en<br />
schepencollege<br />
verzenden van voorontwerp voor<br />
plenair overleg<br />
Verslag plenaire<br />
Behandeling van de adviezen in de<br />
werkgroep en in het schepencollege<br />
verzenden naar bestendige deputatie<br />
en Vlaamse regering<br />
Behandeling van de adviezen en<br />
bezwaren in de GECORO (+<br />
studiebureau ) en bespreking in het<br />
CBS<br />
Gemotiveerde wijzigingen kunnen<br />
enkel na opmerkingen of advies en<br />
bekrachtigd door <strong>gemeente</strong>raad<br />
(addendum aan structuurplan)<br />
verzenden naar bestendige deputatie<br />
en Vlaamse regering<br />
DATA<br />
11 december 2006<br />
20 februari, 20 maart, 10 april,<br />
12 juni<br />
27 augustus<br />
17 september 2007<br />
november 2007<br />
GECORO<br />
2 juni 2008<br />
Plenaire vergadering<br />
6 mei 2008<br />
juni 2008
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
1.3 METHODIEK<br />
In het structuur<strong>plannings</strong>proces wordt gewerkt vanuit twee benaderingen, de sectorale en de<br />
gebiedsgerichte.<br />
− De sectorale analyse bekijkt elke sector binnen de <strong>gemeente</strong> tot op een bepaald schaalniveau. Het<br />
resultaat is een beeld per sector.<br />
− Een gebiedsgerichte analyse daarentegen leert ons hoe bepaalde sectoren binnen bepaalde<br />
gebieden tegenover elkaar staan en welke ruimtelijke impact ze op elkaar hebben. Dit is nodig om te<br />
komen tot een duidelijk beeld van de eigenheid (of situatie) in de <strong>gemeente</strong>. De<br />
ontwikkelingsperspectieven worden toegekend op het niveau van een specifiek gebied (deze kunnen<br />
dus verschillen van plaats tot plaats).<br />
Deze werkwijze laat ons toe om zowel op sectoraal niveau (deelstructuren), maar ook gebiedsgericht<br />
(herkenbare deelruimten en elementen) gerichte analyses en uitspraken te kunnen doen met betrekking<br />
tot de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de <strong>gemeente</strong>.<br />
Onderstaande matrix verduidelijkt de gehanteerde werkwijze:<br />
BEPALENDE DEELRUIMTEN EN –<br />
ELEMENTEN (gebiedsgericht)<br />
HERKENBARE<br />
DEELRUIMTEN<br />
ZONES MET<br />
CONDITIES<br />
OPEN RUIMTE<br />
VERBINDINGEN<br />
BAKENS<br />
KLEINE LANDSCHAPS-<br />
ELEMENTEN<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
NEDERZETTING<br />
DEELSTRUCTUREN (sectoraal)<br />
ECONOMIE<br />
12<br />
OPEN RUIMTE<br />
RECREATIE<br />
LIJNINFRASTRUCTUUR<br />
Visie op de ruimtelijke structuur<br />
LANDSCHAP
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
1.4 SITUERING<br />
1.4.1 Enkele kencijfers van de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong><br />
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong><br />
Kruisstraat 2<br />
3390 <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong><br />
Telefoon 016-63.40.08<br />
E-mail : info@tielt-winge.be<br />
Provincie Vlaams-Brabant<br />
Arrondissement Leuven<br />
Deel<strong>gemeente</strong>n<br />
Houwaart<br />
Meensel-Kiezegem<br />
Sint Joris-<strong>Winge</strong><br />
<strong>Tielt</strong><br />
Oppervlakte: 4.416 ha<br />
Inwoners 10.008 (1.1.2006)<br />
1.4.2 Situering in de regio<br />
Kaart 1 : Situering in de regio<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is gelegen in het oosten van de provincie Vlaams-Brabant en behoort tot het arrondissement<br />
Leuven. De <strong>gemeente</strong> grenst in het noorden aan Aarschot en Scherpenheuvel-Zichem, in het oosten aan<br />
Bekkevoort, in het en zuidoosten aan Glabbeek, in het zuiden en zuidwesten aan de <strong>gemeente</strong> Lubbeek<br />
en in het westen aan de <strong>gemeente</strong> Holsbeek.<br />
De <strong>gemeente</strong> ligt tussen vier Vlaamse steden: Diest, Aarschot, Tienen en Leuven. Diest, Aarschot en<br />
Tienen behoren tot de goed uitgeruste kleine steden terwijl Leuven een regionale stad is 3 .<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> ligt op de kruising van de verbindingswegen tussen deze 4 steden: de N2 Leuven-Diest en de<br />
N223 Aarschot-Tienen. In het noorden wordt de <strong>gemeente</strong> nog net doorsneden door de E314, een<br />
transportas die deel uitmaakt van de structuurbepalende infrastructuur op Europees niveau. In de<br />
<strong>gemeente</strong> zijn geen spoorwegen of bevaarbare waterwegen aanwezig.<br />
1.4.3 Ruimtelijke morfologisch situering<br />
Kaart 2 : Reliëf<br />
Geografisch behoort de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> tot het Hageland. <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> heeft een dominant landelijk<br />
en open karakter. Samen met acht andere <strong>gemeente</strong>n maakt <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> deel uit van het regionaal<br />
landschap Noord-Hageland. Dit is een gebied bestaande uit grote aaneengesloten land- en/of<br />
tuinbouwgebieden met zeer gemengde bestemmingen. De bodem in het Hageland varieert van<br />
zandstreek in het noorden naar lemige zandstreek, droge zandleemstreek en natte zandleemstreek in het<br />
zuiden.<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> situeert zich binnen een groter aaneengesloten open gebied tussen Dijle en Demer, temidden<br />
van het Hageland. In dit gebied primeert de niet bebouwde ruimte op de bebouwde ruimte.<br />
Het reliëf van het Hageland bestaat uit een reeks min of meer oostwest gericht evenwijdige heuvels. De<br />
bodemsamenstelling van de drassige valleien en de schrale heuveltoppen is zeer verschillend. De toppen<br />
van de heuvel werden niet ontgonnen waardoor men hier nog vrij grote aaneengesloten gebieden met<br />
hoge natuurwaarde kan vinden. Anderzijds bleken de drassige valleien (Walenbos) moeilijk om te<br />
3 Zie R.S.V , lijst van steden in Vlaanderen, p 197<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
13
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
bewerken. In deze valleigebieden komen nog vrij grote eenheden ecologisch zeer waardevolle gebieden<br />
voor. De <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> strekt zich uit over drie belangrijke heuvelruggen.<br />
Het min of meer parallel verloop van de beken en rivieren, in het Hageland, hangt samen met de<br />
oriëntatie van de heuvels. De beken en rivieren zijn zeer structurerend voor de ruimte in het Hageland.<br />
Ze bepalen niet alleen het typisch beeld van het Hageland, maar ook de ontwikkeling en ontginning van<br />
het landschap door de mens. De beken vormen dikwijls lineaire groenelementen in het landschap die van<br />
belang zijn als ecologisch netwerk.<br />
In het noordelijk Hageland waren de gronden minder vruchtbaar. Het terrein is ook meer heuvelachting<br />
dan in het zuiden omdat de beken naar het noorden steilere valleien hebben uitgeschuurd.<br />
Landbouwkundig is dit dus minder interessant, waardoor men meer kleine landbouwbedrijven kreeg, die<br />
later uitgroeiden tot linten en gehuchten. In het vruchtbaardere zuiden (leemstreek) daarentegen werden<br />
de landbouwbedrijven sterk geconcentreerd in de dorpskern om geen goede gronden te verspillen.<br />
Vandaag is deze gradiënt van bebouwingstypologieën van Noord naar Zuid nog steeds uitdrukkelijk<br />
aanwezig. Daar <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> zich situeert in het midden van het Hageland, is deze gradiënt ook hier<br />
duidelijk zichtbaar (in de omgeving van het Walenbos zitten de steilste hellingen).<br />
De vierhoek tussen Tienen, Leuven, Aarschot en Diest heeft naoorlogs vrij goed kunnen weerstaan aan<br />
de suburbanisatie, alhoewel het ruimtelijk beleid (gewestplannen) en een vlotte bereikbaarheid van het<br />
gebied toch zorgde voor vooral lintvormige uitbreidingen (sterk verlint gebied), waarin open en halfopen<br />
bebouwing primeren.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
14
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
2 PLANNINGS- EN BELEIDSCONTEXT<br />
2.1 EUROPESE REGELGEVING – VOGEL- EN HABITATRICHTLIJNGEBIEDEN<br />
Kaart 3 : Habitatrichtlijnen<br />
Het aanduiden van de vogel- en habitatrichtlijngebieden 4<br />
is een gevolg van het Europees<br />
natuurbeschermingsbeleid. Vogelrichtlijngebieden komen in de <strong>gemeente</strong> niet voor.<br />
Op het grondgebied van de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> worden verschillende zones aangeduid als<br />
habitatrichtlijngebied. Ze worden allen aangeduid met de gebiedsnaam “Valleien van de <strong>Winge</strong> en de<br />
Motte met valleihellingen” (gebiedscode BE2400012) met een oppervlakte van 2.244 ha. Dit gebied strekt<br />
zich uit over verschillende <strong>gemeente</strong>n. De omvangrijkste aangeduide gebieden in de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<br />
<strong>Winge</strong> zijn: het Walenbos, de Molenbeek en de <strong>Tielt</strong>se Motte.<br />
Met het oog op de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna kunnen<br />
specifieke maatregelen genomen worden. De bepaling of afbakening van deze habitats wordt nauwkeurig<br />
omschreven in de habitatrichtlijn.<br />
De selectie houdt in dat elke mogelijk ingreep in en in de nabije omgeving (700m) van de<br />
habitatrichtlijngebieden onderworpen dient te worden aan een zogenaamde “passende beoordeling”.<br />
Deze beoordeling dient aan te tonen dat de ingreep het habitat niet vernielt. Eventueel kunnen<br />
maatregelen aangegeven worden om de ingreep te remediëren of te compenseren.<br />
2.2 RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN<br />
Het structuurplan Vlaanderen maakt een fundamenteel verschil tussen het beleid voor het buitengebied<br />
en het beleid voor de stedelijke gebieden. <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> ligt volledig in het buitengebied.<br />
Meer bepaald ligt <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> in het oostelijke deel van het groot aaneengesloten open ruimtegebied dat<br />
gevormd wordt door het Hageland en Haspengouw.<br />
Voor de buitengebieden worden volgende algemene krachtlijnen uitgezet :<br />
Het garanderen van een dynamische en duurzame ontwikkeling zonder dat de structuurbepalende<br />
functies van het buitengebied worden aangetast.<br />
− Bundeling van de ontwikkeling in kernen samen met het vermijden van de verdere versnippering van<br />
de open ruimte,<br />
− Versterking van de functies die van oudsher de open ruimte open houden (landbouw, bos en natuur).<br />
− Bereiken van gebiedsgerichte kwaliteit,<br />
− Afstemmen van ruimtelijke ordening en milieubeleid,<br />
− Streven naar een buffering van de natuurfunctie ten opzichte van de eraan grenzende functies,<br />
− De fysisch – natuurlijke structuur vormt de ruggengraat voor verdere ontwikkeling.<br />
Onder het motto “Vlaanderen Open en Stedelijk” worden de belangrijkste doelstellingen geformuleerd<br />
waarbinnen het structuurplan van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> moet worden ontwikkeld.<br />
De nederzettingsstructuur<br />
− De trend tot verschuiving van de stad naar het buitengebied moet worden gestopt. Inwijking boven de<br />
natuurlijk groei wordt niet verder gestimuleerd. De groei wordt in de provincie Vlaams-Brabant<br />
gecontingenteerd, 50% / 50% verhouding buitengebied / stedelijke gebied op het vlak van wonen,<br />
29% / 71 % op het vlak van bedrijvigheid. Groei blijft dus mogelijk, maar grotere toevloed dan deze<br />
verdeling zal niet worden toegelaten.<br />
− De groei van het wonen moet geconcentreerd worden in de woonkernen van het buitengebied.<br />
− Ruimtelijk geen (verdere) groei van linten en verspreide bebouwing.<br />
− Na te streven woningdichtheid: 15 woningen per hectare nagestreefd tegen 25 in het stedelijk gebied.<br />
4 Speciale Beschermingszones in Vlaanderen in uitvoering van de Europese Richtlijn 92/43/EEG (Habitatrichtlijn) Beslissing van de Vlaamse<br />
regering van 4 mei 2001<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
15
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
De open ruimte<br />
− Er wordt een onderscheid gemaakt in verschillende soorten natuurgebieden: grote eenheden natuur<br />
(GEN), grote eenheden natuur ontwikkeling (GENO), bosgebieden, agrarische gebieden (AG),<br />
verwevinggebieden en natuurverbindingsgebieden (NVG). Deze zullen worden afgebakend door het<br />
Vlaams Gewest.<br />
− Landbouw is de belangrijkste factor in het openhouden van het buitengebied. De beroepsmatige<br />
bedrijfsvoering ervan dient kwalitatief en kwantitatief in standgehouden te worden. Zuid-Hageland<br />
wordt gerekend tot de belangrijkste gebieden van de agrarische structuur.<br />
− Deze gebieden van de agrarische structuur zullen worden afgebakend door het Vlaams Gewest in de<br />
gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. Binnen deze gebieden worden bouwvrije zones<br />
afgebakend.<br />
− De beekvalleien worden als structuurbepalend gezien.<br />
− Landinrichting, integraal waterbeheer en Europese richtlijnen worden als instrumenten voor de<br />
ontwikkeling van het buitengebied gebruikt.<br />
De economische structuur<br />
− Economische activiteiten worden geconcentreerd in economische knooppunten in stedelijke<br />
gebieden, in het netwerk van het Albertkanaal en in specifieke knooppunten.<br />
− <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is niet geselecteerd als economisch knooppunt. Dit heeft tot gevolg dat er enkel ruimte<br />
voorzien wordt voor lokale bedrijventerreinen.<br />
De lijninfrastructuur en mobiliteit<br />
− De A2/E314 Aachen-Lummen-Leuven behoort tot de categorie van de hoofdwegen.<br />
Ruimtelijke visie op Vlaanderen<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
16
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
2.3 RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN PROVINCIE VLAAMS-BRABANT 5<br />
Binnen het Provinciaal structuurplan wordt een opdeling gemaakt in deelstructuren en deelruimten.<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> behoort in het noorden tot de deelruimte Demernetwerk en in het zuiden tot de deelruimte<br />
Landelijke Kamer Oost; het bevat nl. de regio Hageland en Haspengouw.<br />
Het behoud van het landelijk karakter van het gebied, met de grote open ruimtegehelen en de<br />
nadrukkelijke aanwezige landbouw wordt nagestreefd. De kernen kunnen verder ontwikkelen en<br />
verdichten met goede ontsluitingsmogelijkheden.<br />
De nederzettingsstructuur<br />
Voor de ontwikkelingsperspectieven van de bebouwde ruimte worden volgende categorieën geselecteerd:<br />
− Kleinstedelijke gebieden<br />
− Hoofddorpen<br />
− Woonkernen<br />
− Kern-in-het-buitengebied<br />
<strong>Tielt</strong> wordt geselecteerd als hoofddorp. St.-Joris-<strong>Winge</strong> wordt aangeduid als woonkern. Houwaart,<br />
Meensel, Kiezegem, Kraasbeek, Houwaartseberg en Roeselberg vormen kernen-in-het-buitengebied.<br />
In het buitengebied zijn het de hoofddorpen die hoofdzakelijk de dynamiek (wonen, locale bedrijvigheid,<br />
voorzieningen, administratieve dienstverlening) dienen op te nemen.<br />
De woonkernen staan ook in voor de opvang en het bundelen van de plaatselijke woonbehoeften.<br />
Voor de kernen-in-het-buitengebied zal, met betrekking tot de open ruimte, de aandacht prioritair gaan<br />
naar de natuurlijke en landschappelijke waarden en de relatie met de agrarische structuur. In een aantal<br />
van de kernen zal het aangewezen zijn dat een <strong>gemeente</strong>lijk initiatief wordt genomen tot beperking van<br />
het woonaanbod. Er dient gestreefd naar een lagere groei dan deze die op <strong>gemeente</strong>lijk niveau aanwezig<br />
is. De leefbaarheid van de kern dient steeds in acht genomen. Nieuwe woonontwikkelingen zullen steeds<br />
kleinschalig zijn en op schaal van de kern waartoe ze behoren.<br />
Wat betreft de verdeling van de behoefte aan bijkomende woningen wordt door de provincie gesteld dat<br />
de provincie in de buitengebied<strong>gemeente</strong>n eerder een coördinerende en superviserende rol heeft.<br />
Vooral een beleid ter optimalisatie van het bestaande (juridische) aanbod wordt vooropgesteld op basis<br />
van een afwegingskader. Het betreft:<br />
− De kwalitatieve invulling van het potentieel juridisch woonaanbod.<br />
− De <strong>gemeente</strong>lijke woonbehoeftestudie, integraal deel uitmakend van het <strong>gemeente</strong>lijk ruimtelijk<br />
structuurplan.<br />
In de woonbehoeftestudie dient éénduidig aangegeven te worden:<br />
− Welke voorraden beschikbaar zijn.<br />
− Welke de doelgroepen zijn en hoeveel bijkomende specifieke woonmogelijkheden per doelgroep<br />
moeten voorzien worden (sociale woningen, sociale kavels, seniorenhuisvesting,… ) op basis van de<br />
bevolkingssamenstelling.<br />
− Welke voorraden wenselijk zijn om ontwikkeld te worden en welke niet (vanuit gewenste ruimtelijke<br />
structuur, effectieve realisatiemogelijkheden, enz..).<br />
− Welke maatregelen genomen moeten worden om voorraden te mobiliseren of te ontwikkelen, dan wel<br />
te bevriezen of te herbestemmen.<br />
Als uitgangspunt wordt volgende vooropgesteld:<br />
− Dat maximaal gestreefd wordt naar inschakeling/mobilisatie van de voorraden die passen in de<br />
ontwikkelingsmogelijkheden voor de hoofddorpen, woonkernen en kernen-in-het-buitengebied, en<br />
vice versa. De <strong>gemeente</strong> geeft aan welke maatregelen hiertoe genomen zullen worden.<br />
− Dat in buitengebied<strong>gemeente</strong>n gestreefd wordt dat min. 5% van de bijkomende woningen een sociale<br />
huurwoning is. Het aantal sociale huurwoningen in de buitengebied<strong>gemeente</strong>n mag echter niet meer<br />
5 Ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 7 oktober 2004. Ministerieel besluit verschenen in het<br />
Belgisch staatsblad van 16 november 2004.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
17
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
dan 8% (arrondissement Leuven) van het totaal aantal gezinnen bedragen. Dit streefcijfer zal een<br />
vertaling krijgen in een effectieve ruimtebehoefte die hiervoor dient vrijgehouden te worden. De<br />
provincie pleit voor gemengde projecten waar sociale huur- en koopwoningen gezamenlijk met<br />
andere woningen worden ontwikkeld.<br />
− Dat voor de kwantificering van het doelgroepenbeleid ten hoogste vanuit de verwachte eigen<br />
bevolkings- en gezinsgroei vertrokken mag worden (geen inwijking).<br />
− Dat voorraden t.b.v. van het doelgroepenbeleid enkel kunnen vrijgegeven worden indien de effectieve<br />
realisatie wordt gegarandeerd. De <strong>gemeente</strong> geeft aan welke maatregelen hiertoe genomen zullen<br />
worden.<br />
De open Ruimte<br />
Binnen de natuurlijke structuur worden door de provincie volgende taakstellingen ingevuld:<br />
− Selectie van natuurverbindingsgebieden<br />
− Selectie van ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang<br />
M.b.t. de ‘Demervallei en haar bovenlopen in het Hageland en Haspengouw’ wordt door de provincie<br />
gesteld dat het behoud en herstel van de aaneengesloten rivierstructuur aan de basis ligt van de<br />
gewenste natuurstructuur. De natuurlijke gehelen dienen daarvoor versterkt en verder uitgebouwd te<br />
worden. Grote delen van de landschappelijke eenheid worden opgenomen als<br />
natuurverbindingsgebieden. De natuurlijke eenheden worden middels zo breed mogelijke<br />
natuurverbindingsgebieden met elkaar verbonden.<br />
− De verbinding bossen Diestiaanheuvels met <strong>Winge</strong>-Molenbeek wordt als natuurverbindingsgebied<br />
(6b) in de natte sfeer geselecteerd.<br />
− Op het grondgebied van de <strong>gemeente</strong> wordt de verbinding boscomplex Walenbos en Demer via<br />
Nieuwe Motte geselecteerd als natuurverbindingsgebied (6h).<br />
Bij de bespreking van de bosgebonden natuurlijke gebieden wordt gesteld dat de<br />
natuurverbindingsgebieden in het Hageland de ecologische infrastructuur van provinciaal belang dienen<br />
te herstellen of te versterken. Die verbindingen volgen voor een deel de valleien van de zijbeken, maar de<br />
belangrijkste beogen de aandachtsgebieden onderling sterker met elkaar te verweven zodanig dat<br />
meerdere natuurstructuren op de Demervallei aansluiten.<br />
− De verbinding bosgebieden bovenlopen <strong>Winge</strong>-Molenbeek en Begijnenbeek (Troostembergbos-<br />
Tafelbos-Kleisebos-Begijnenbos-Zuurbemde-Hulsbos-Kapellebos-Wouwedries) wordt aangeduid als<br />
natuurverbindingsgebied (10a).<br />
− Het gebied Walenbos met Houwaartse Berg-Oudenbos-Ralishoek (<strong>Tielt</strong>se Motte) wordt aangeduid als<br />
natuurverbindingsgebied (10d).<br />
− De verbinding Boscomplex Walenbos –<strong>Tielt</strong>se Motte en Begijnenbeek wordt eveneens aangeduid als<br />
natuurverbindingsgebied (10 e)<br />
− Het golfterrein St.-Joris-<strong>Winge</strong> als stapsteen tussen Tafelbos en Troostembergbos wordt aangeduid<br />
als ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang.<br />
Ten aanzien van de provinciale agrarische structuur vormt <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> een onderdeel van een gebied dat<br />
gereserveerd wordt voor productielandbouw.<br />
In het kader van de Landschappelijke structuur wordt volgende gesteld:<br />
− De Hellingbossen Hageland (35-Walenbos) en de <strong>Winge</strong>vallei – <strong>Winge</strong>se broeken-Molenbeek (36)<br />
worden geselecteerd als gave landschappen.<br />
− De buurtspoorweg Rillaar–<strong>Tielt</strong>–Meensel-Kiezegem (oud traject langs Ralisbos) wordt geselecteerd<br />
als landschappelijke baken.<br />
De economische structuur<br />
Voor de lokale bedrijventerreinen wordt er maximaal gestreefd naar vermenging, behoudens hinderlijke<br />
bedrijvigheid. De <strong>gemeente</strong> kan een bijkomend lokaal bedrijventerrein voorzien, aansluitend bij het<br />
hoofddorp of via inbreiding dit dient ook te worden aangewend voor mogelijke herlocatie van<br />
zonevreemde bedrijven. Het lokale karakter dient te worden gewaarborgd dus dient er gestreefd naar<br />
relatief kleine percelering.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
18
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
57 hoofddorpen worden geselecteerd voor het contingent van 295 ha lokaal bedrijventerrein te<br />
ontwikkelen (= gemiddeld 5,175 ha). Voor <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> werd <strong>Tielt</strong> geselecteerd.<br />
De bestaande concentratie van grootschalige kleinhandel t.h.v. de kruising N2 en N223 (Gouden<br />
Kruispunt) wordt door de provincie geselecteerd als een concentratie van grootschalige kleinhandel<br />
buiten de stedelijke gebieden. Voor deze concentratie geldt dat deze niet kan uitbreiden in<br />
grondoppervlakte. Binnen de bestaande perimeter blijven ontwikkelingen mogelijk in zover ze bijdragen<br />
tot de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit (zoals verdichting, optimalisatie, ontsluiting, landschappelijke<br />
inpassing en kwaliteit van de publieke ruimte). Aansnijden van de open ruimte kan niet.<br />
De lijninfrastructuur en mobiliteit<br />
De provincie selecteert op het grondgebied van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>:<br />
− als secundaire weg type I: de N223 van de N3 (Tienen) tot aan de aansluiting 22 A2/E314 (Aarschot)<br />
− als secundaire weg type III: de N2 van R23 (Leuven) tot aansluiting 24 A2/E314 (Diest)<br />
Toeristisch-recreatieve structuur<br />
De <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> krijgt, op provinciaal niveau, geen bijzondere rol toebedeeld op vlak van<br />
toerisme en recreatie. De Wingse Golf en Country Club (<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>) werd opgenomen als bestaand<br />
golfterrein.<br />
2.4 BESTAANDE UITVOERINGSPLANNEN<br />
2.4.1 Gewestplan<br />
Kaart 4 : Gewestplan<br />
De <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is weergegeven op de kaart 22 Aarschot-Diest. Het gewestplan Aarschot-Diest<br />
werd op 7/11/1978 bij KB bekrachtigd.<br />
In onderstaande tabel wordt de verhouding van de oppervlaktes aangegeven:<br />
gewestplan zone oppervlakte (ha) % van het grondgebied<br />
Woongebieden +/-84.3 1.9<br />
Woonuitbreidingsgebieden +/-35.5 0.8<br />
Woongebieden met landelijk karakter +/-345.2 7.81<br />
Totaal woongebieden +/-465 10.51<br />
Agrarische gebieden +/-2976.6 67.4<br />
Ecologisch waardevolle agrarische gebieden +/-12.1 0.27<br />
Totaal agrarische gebieden +/-2988.7 67.7<br />
Natuurgebieden +/-653.4 15.78<br />
Natuurgebieden met wetenschappelijke waarde +/-117.9 2.67<br />
Bosgebieden +/-4.0 0.09<br />
Parkgebied +/-43.3 0.98<br />
Totaal groene gebieden +/-818.6 19.52<br />
Gebieden voor dagrecreatie +/-2.3 0.05<br />
Gebieden voor verblijfsrecreatie +/-19.7 0.45<br />
Totaal recreatiegebieden +/-22 0.5<br />
Gebieden voor ambachtelijke bedrijven +/-8.0 0.18<br />
Gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut +/-0.4 0.01<br />
Ontginningsgebieden +/-7.3 0.17<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
19
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
De bestemmingen van het gewestplan bevestigen de grote ruimtelijke eenheden die de globale structuur<br />
van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> uitmaken.<br />
De zwaartepunten op het vlak van wonen worden gevormd door de kernen <strong>Tielt</strong> en St.-Joris-<strong>Winge</strong>.<br />
De <strong>gemeente</strong> heeft een vrij grote oppervlakte voor woongebied met landelijk karakter. Deze gebieden<br />
liggen voornamelijk rond de gehuchten en langsheen de verbindingstraten tussen de gehuchten en de<br />
kernen. Ze geven duidelijk de sterk verspreide lintbebouwing in de <strong>gemeente</strong> aan.<br />
Het grootste deel van de <strong>gemeente</strong> wordt ingenomen door agrarisch gebied of waardevol agrarisch<br />
gebied. Belangrijke delen hiervan zijn landschappelijk waardevol (typische Hagelandse heuvels met holle<br />
wegen en houtkanten). De voornaamste agrarische gebieden bevinden zich in het zuiden van de<br />
<strong>gemeente</strong>.<br />
Vooral het noorden van de <strong>gemeente</strong> bezit grotere oppervlaktes natuurgebied. Sommige hiervan hebben<br />
een wetenschappelijke waarde. De grootste natuurgebieden zijn de boscomplexen van Troostemberg- en<br />
Walenbos en de valleien van de <strong>Winge</strong>beek, Molenbeek en de Brede en <strong>Tielt</strong>se Motte. Daarnaast komen<br />
her en der kleinere bosjes en holle wegen voor die de bestemming natuurgebied kregen.<br />
De oude bedding van de Tram werd gedeeltelijk als parkgebied bestemd. De zones rond historische<br />
kastelen werden eveneens als parkgebied ingekleurd.<br />
In de <strong>gemeente</strong> zijn er twee gebieden voor recreatie. Het gebied aan de Kaaskorf is bestemd voor<br />
verblijfsrecreatie en de zone in St.-Joris-<strong>Winge</strong> werd ingenomen door een voetbalveld.<br />
De <strong>gemeente</strong> heeft een ambachtelijke zone ter hoogte van het ‘Gouden Kruispunt’. Hier bevinden zich<br />
enkele grotere handelszaken.<br />
In het uiterste zuiden van de <strong>gemeente</strong> bevindt zich een klein ontginningsgebied. De activiteiten kennen<br />
een nieuwe opleving. De nabestemming van het gebied is agrarisch gebied.<br />
2.4.2 Bijzondere plannen van aanleg<br />
Kaart 5 : Goedgekeurd BPA zonevreemde bedrijven<br />
De <strong>gemeente</strong> heeft slechts één goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (B.P.A.). Bij ministerieel besluit<br />
van 16 januari 2006 werd het ‘sectoraal BPA zonevreemde bedrijven’ goedgekeurd. Het B.P.A. bestaat uit<br />
dertien plannen. Bij de goedkeuring werd een deelplan integraal uitgesloten.<br />
2.5 ANDERE BELEIDSPLANNEN<br />
2.5.1 Vlaams open ruimtebeleid<br />
Kaart 6 : Vengebieden<br />
Kaart 7 : Gewenste structuur regio Hageland<br />
Het Vlaams Gewest heeft de taak het Vlaams Ecologisch Netwerk af te bakenen.<br />
De 1 ste fase van de afbakening van het VEN werd goedgekeurd. Hierin werden zowel GEN (Grote<br />
Eenheden Natuur) als GENO (Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling) onderscheiden. De<br />
ontwikkelingsperspectieven voor deze gebieden worden uitgewerkt in natuurrichtplannen. In <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong><br />
werden volgende gebieden afgebakend:<br />
− De <strong>Winge</strong>vallei (nr. 545)<br />
− Het Walenbos (nr. 546)<br />
− De vallei van de <strong>Tielt</strong>se Motte (nr. 544)<br />
De tweede fase werd intersectoraal aangepakt met de bedoeling dat landbouw en natuur samen<br />
overleggen. <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> behoort tot de regio Hageland.<br />
Er worden twee types van gebieden onderscheiden:<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
20
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
− Voor een groot aantal aaneengesloten landbouwgebieden wordt voorgesteld de bestemmingen van<br />
de bestaande gewestplannen te herbevestigen volgens de methodiek die de Vlaamse regering<br />
hiervoor heeft vastgelegd op 3 juni 2005.<br />
− Voor de andere gebieden wordt voorgesteld deze op te nemen in het programma voor verder<br />
onderzoek, omdat voor deze gebieden verder onderzoek of overleg nodig is. Op basis van de<br />
resultaten van dit onderzoek en overleg zal afdeling ruimtelijke planning een eindvoorstel van de<br />
gewenste ruimtelijke structuur en een uitvoeringsprogramma opmaken.<br />
De regio Hageland wordt opgedeeld in verschillende deelruimten met programmagebieden. <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong><br />
strekt zich uit over twee deelruimten m.n. Demervallei-Diestieaanheuvel en Valleien en heuvelruggen van<br />
Velpe-Gete.<br />
Voor volgende programmagebieden wordt een beleidsmatige herbevestiging van agrarische gebieden<br />
vooropgesteld:<br />
− dd02 Land- en tuinbouwgebied van Scherpenheuvel<br />
− vg01 Land- en tuinbouwgebied van Glabbeek, Waanrode, Molenbeek-Wersbeek en Meensel-<br />
Kiezegem.<br />
Verder onderzoek en/of overleg op niveau van de ruimtelijke visie wordt vooropgesteld voor volgende<br />
programmagebieden:<br />
− dd06 Vallei van de <strong>Winge</strong><br />
− dd09 Walenbos en vallei van de Motte<br />
2.5.2 Vlaams erfgoedbeleid<br />
Kaart 8 : Beschermde monumenten, dorpsgezichten en landschappen<br />
Kaart 9 : Landschapsatlas<br />
Kaart 10 : Bestaande landschappelijke structuur<br />
Het erfgoedbeleid wordt in Vlaanderen op twee pistes gevoerd:<br />
− het meer en defensief beschermen van objecten, gebouwen en landschappen, gekoppeld aan<br />
subsidieregeling,<br />
− het meer offensief, planmatig uitwerken van een landschapsbeherend beleid in aantal geselecteerde<br />
gebieden met een hoge concentratie van erfgoedwaarden.<br />
Het eerst type beleid is het traditioneel beschermingsbeleid. Dit beschermingsbeleid heeft in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong><br />
geleid tot de bescherming van 19 objecten: 13 monumenten, 2 beschermde landschappen en 4<br />
beschermde dorpsgezichten.<br />
Sinds 2001 beschikt Vlaanderen over een landschapsatlas. De landschapsatlas selecteert voor<br />
Vlaanderen de relictzones en ankerplaatsen. Een groot deel van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is relictzone. De <strong>gemeente</strong><br />
onderscheidt zich hierin niet van 1/3 van het Vlaams grondgebied. Relictzones is een vrij vage<br />
omschrijven van landschappen die nog min of meer gave kenmerken hebben. Het zijn gebieden met een<br />
grote dichtheid aan punt- en lijnrelicten, zichten en ankerplaatsen en zones waarin de samenhang tussen<br />
de waardevolle landschapselementen, belangrijk is voor de gehele landschappelijke waardering.<br />
Belangrijker is de selectie van 2 van de 300 Vlaamse ankerplaatsen op het grondgebied van de<br />
<strong>gemeente</strong>. “Ankerplaatsen” zijn erfgoedlandschappen op Vlaams niveau. Ze hebben een behoorlijke<br />
omvang. Het zijn gebieden of plaatsen waar complexen aanwezig zijn van verschillende<br />
erfgoedelementen die een genetische samenhang vertonen. De 2 ankerplaatsen op het grondgebied van<br />
de <strong>gemeente</strong> zijn:<br />
− Walenbos (code A20015)<br />
− Valleien van Molenbeek en <strong>Winge</strong> van Gemp tot Horst (code A20016)<br />
Lijnrelicten zijn lijnvormige landschapselementen die drager zijn van een cultuurhistorische betekenis:<br />
− Het oude tramtracé tussen Meensel-Kiezegem en Kapellen.<br />
− Het traject van de buurtspoorweg tussen Rillaar – <strong>Tielt</strong> - Meensel-Kiezegem<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
21
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Puntrelicten bestaan uit afzonderlijk objecten met hun onmiddellijke omgeving. In <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> werden 14<br />
puntrelicten aangeduid. De meerderheid van deze relicten komt ook voor op de lijst van beschermende<br />
monumenten.<br />
Het Vlaams gewest werkt op dit ogenblik een regelgeving uit voor deze erfgoedlandschappen waarbij ze<br />
gebruik wil maken van de instrumenten van de ruimtelijke ordening om het beleid te sturen of af te<br />
bakenen. Het is in ieder geval duidelijk dat het erfgoedbeleid evolueert van een fragmentair<br />
monumentenbeleid naar een meer holistisch landschapsbeleid.<br />
2.5.3 Overstromingsgebieden en de watertoets 6<br />
Om de burger te beschermen tegen mogelijke waterellende heeft de Vlaamse overheid de watertoets<br />
ingevoerd. De watertoets is vastgelegd bij decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid.<br />
Zo zullen bouwaanvragen en verkavelingen getoetst worden aan het overstromingsgevaar. De watertoets<br />
zal slechts in een beperkt aantal gevallen leiden tot een absoluut bouwverbod. Wel kunnen er<br />
voorwaarden opgelegd worden met betrekking tot de te bouwen constructies.<br />
Vlaanderen wenste met dit decreet de wateroverlast en de verdroging aan te pakken en de beschikbare<br />
watervoorraden te beschermen. Daarnaast voorziet het decreet in een sterkere band tussen het<br />
waterbeleid en de ruimtelijke ordening. Op 20 juli 2006 keurde de Vlaamse Regering het<br />
uitvoeringsbesluit over de watertoets definitief goed.<br />
Overstromingsgevoelige gebieden<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
22<br />
In het kader van de watertoets is een<br />
nieuwe kaart aangemaakt die voor het<br />
ganse Vlaams Gewest de<br />
overstromingsgevoelige gebieden tot op<br />
perceelsniveau weergeeft. De kaart<br />
bevat de effectief<br />
overstromingsgevoelige gebieden<br />
(donkerblauwe laag) en de mogelijk<br />
overstromingsgevoelige gebieden<br />
(lichtblauwe laag).<br />
In <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> zijn voornamelijk zones in<br />
de vallei van de Brede Motte en de<br />
Heuvelspanzeel aangeduid als<br />
overstromings-gevoelige gebieden. Ook<br />
komen er verspreid een aantal kleinere<br />
overstromingsgevoelige gebieden voor<br />
o.a. in Sint-Joris-<strong>Winge</strong> in de vallei van<br />
de <strong>Winge</strong>beek.<br />
Op 28 februari 2007 werd een koninklijk<br />
besluit genomen tot afbakening van de<br />
risicozones bedoeld in art 68-7 van de<br />
wet van 25 juni 1992 op de<br />
landverzekerings-overeenkomst.<br />
De nieuwe kaart met overstromingsgevoelige gebieden is niet synoniem van de risicozones voor<br />
overstroming. De federale criteria voor deze kaart stipuleren immers dat enkel overstromingsdiepten<br />
hoger dan 30cm mogen in rekening gebracht worden en dat de herhalingsperiode beperkt moet blijven tot<br />
25 jaar.<br />
6 MVG – LIN – AMINAL – Afdeling Water en MVG – LIN – AWZ – Afdeling Waterbouwkundig laboratorium en Hydrografisch Onderzoek
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Infiltratiegevoelige bodems<br />
De kaart met de infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te<br />
kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond.<br />
Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming<br />
en dus ook de kans op waterlast afneemt. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de<br />
grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en van<br />
waterafhankelijke natuur.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
23<br />
De watertoetskaart met<br />
infiltratiegevoelige gebieden heeft<br />
vooral tot doel om richtinggevend te<br />
zijn voor individuele ingrepen op lokaal<br />
niveau.<br />
Voor <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> kan gesteld worden<br />
dat een groot deel van het grondgebied<br />
bestaat uit infiltratie-gevoelige bodems.<br />
Het grootste deel van het Walenbos,<br />
de Ralishoek en de vallei van de<br />
<strong>Tielt</strong>se Motte ter hoogte van Tomberg<br />
zijn niet opgenomen als<br />
infiltratiegevoelig.
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Grondwaterstromingsgevoelige gebieden<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
24<br />
De kaart met de gebieden die gevoelig<br />
zijn voor grondwaterstroming ten<br />
behoeve van de watertoets werd<br />
opgemaakt om te kunnen nagaan in<br />
welke gebieden er minder of meer<br />
aandacht moet uitgaan naar de<br />
effecten van ingrepen op de<br />
grondwaterstroming.<br />
Voor de watertoets, die onder meer<br />
van belang is voor het evalueren van<br />
geplande bouwwerken, gaat de<br />
aandacht in de eerste plaats uit naar<br />
de ondiepe grondwaterstroming.<br />
Verstoring van de grondwaterstroming<br />
kan een belangrijk effect hebben op de<br />
omgeving. Zo zal het belang van de<br />
lokale grondwaterstroming zeer groot<br />
zijn op plaatsen waar er<br />
natuurwaarden voorkomen die<br />
afhankelijk zijn van de stand of de<br />
toestroming van grondwater. Ook de<br />
kwaliteit van het grondwater kan<br />
nadelig beïnvloed worden of kan op<br />
zijn beurt een nadelig effect hebben<br />
voor de omgeving.<br />
In <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is een groot deel van het grondgebied matig gevoelig voor grondwaterstroming - type 2,<br />
(gele kleur). Rond de valleigebieden vooral de vallei van de Motte en zijn er grote gebieden zeer gevoelig<br />
voor grondwaterstromingen - type 1 (bruine kleur).<br />
De type 1 gebieden zijn afgebakend aan de hand van de NOG-kaart 7 . Indien er in type 1 gebied een<br />
ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 3m of een horizontale lengte van<br />
meer dan 50m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie.<br />
Onder type 2 vallen alle gebieden die niet tot type 1 of 3 behoren. Indien er in type 2 een ondergrondse<br />
constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5m en een horizontale lengte van meer dan<br />
100m dienst advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie.<br />
De winterbedkaart<br />
Doel van de winterbedkaart is het aanduiden van de gebieden waar veranderingen van<br />
bodemgebruik aanleiding kunnen geven tot een gewijzigd afvoergedrag in geval van<br />
overstroming van het gebied.<br />
De term winterbed wordt in Vlaanderen alleen gebruikt voor de gebieden die bevaarbare waterlopen bij<br />
zeer hoge waterafvoeren innemen.<br />
In <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> zijn er geen gebieden aangeduid op de winterbedkaart<br />
7 NOG: van nature overstroombare gebieden
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Hellingenkaart<br />
Erosiegevoeligheidskaart<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
25<br />
De hellingenkaart van Vlaanderen ten<br />
behoeve van de watertoets is nog een<br />
tussenproduct. Onvolkomenheden en<br />
fouten zijn dus niet volledig uit te<br />
sluiten, de kaart dient daarom met de<br />
nodige omzichtigheid gebruikt te<br />
worden.<br />
Hellingen van 5-10% en hellingen<br />
groter dan 10% komen vooral voor in<br />
<strong>Tielt</strong>-centrum en in de omgeving van<br />
de Bensberg, Roeselberg, Alsberg en<br />
in mindere mate in de omgeving van<br />
de Vlooiberg.<br />
De erosiegevoeligheidskaart ten<br />
behoeve van de watertoets is nog een<br />
tussenproduct. Deze watertoetskaart<br />
dient slechts ter evaluatie van de<br />
effecten van vergunningsplichtige<br />
ingrepen of van plannen of<br />
programma’s waarbij het<br />
bodemgebruik op een bepaalde locatie<br />
of voor een bepaald gebied wordt<br />
gewijzigd.<br />
Een groot deel van het grondgebied<br />
van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is aangeduid als<br />
erosiegevoelig (groene kleur).
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
2.5.4 Het Vlaams delfstoffenbeleid<br />
Het Oppervlaktedelfstoffendecreet en het bijbehorend uitvoeringsbesluit VLAREOP zijn in werking<br />
getreden op 8 juli 2004. Deze regelgeving poogt, via een integrale benadering, de maatschappelijke en<br />
economische noden van een delfstoffenbevoorrading te verzoenen met de milieu- technische en<br />
ruimtelijke eisen.<br />
De Vlaamse Regering doet een vaststelling van een bijzonder delfstoffenplan. Tegelijkertijd met de<br />
vaststelling van een bijzonder delfstoffenplan zal de Vlaamse Regering aan de Vlaamse minister van<br />
Ruimtelijke Ordening de opdracht geven een ruimtelijk uitvoeringsplan te laten opstellen om bindende<br />
kracht te geven aan de ontginningsgebieden zoals voorgesteld in het bijzonder<br />
oppervlaktedelfstoffenplan.<br />
In het zuiden van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> bevindt zich een zandontginningsgebied met een oppervlakte van 7 ha 30.<br />
Het gebied heeft een agrarische nabestemming.<br />
2.5.5 Afbakening woningbouw- en woningvernieuwingsgebieden<br />
Kaart 11 : Woningbouw- en woningvernieuwingsgebieden<br />
De afbakening per <strong>gemeente</strong> van de woningvernieuwingsgebieden en woningbouwgebieden is de<br />
concrete uitwerking van het decreet houdende de Vlaamse wooncode inzonderheid artikel 23 van dit<br />
decreet.<br />
Woningbouwgebieden zijn gebieden waarin het Vlaams Gewest de bouw van nieuwe woningen stimuleert<br />
via de uitkering van subsidies en tegemoetkomingen.<br />
Als woningbouwgebieden worden die gebieden erkend die gevormd worden door clustering van<br />
statistische sectoren en voldoen aan de volgende criteria 8 :<br />
1. de statistische buurt telt minstens 200 inwoners;<br />
2. de bevolkingsdichtheid in de statistische buurt bedraagt 4 inwoners per hectare.<br />
In de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> voldoen 10 statistische buurten aan de vooropgestelde criteria. Binnen deze<br />
gebieden zal de bouw van nieuwe sociale woningen gestimuleerd worden.<br />
De volgende statistische sectoren werden opgenomen op de lijst van woningbouwgebieden:<br />
− A001 <strong>Tielt</strong> Centrum<br />
− A012 Heuvel<br />
− A201 Berg<br />
− A212 Boekhout<br />
− A122 Sint Martinus – verspreide bebouwing<br />
− B00- Meensel kern<br />
− B100 Kiezegem kern<br />
− C000 Sint Joris-<strong>Winge</strong> kern<br />
− C012 <strong>Winge</strong> Veld<br />
− D00- Houwaart kern<br />
Woonvernieuwingsgebieden zijn gebieden waarbinnen grote inspanningen noodzakelijk zijn om de<br />
woonkwaliteit te verbeteren. In deze gebieden worden op verschillende variabelen met betrekking tot de<br />
grootte, het comfort en de kwaliteit van de woningen slechter gescoord dan het gemiddelde in<br />
Vlaanderen.<br />
De statistische sectoren A11- Kraasbeek is opgenomen in de lijst van de woonvernieuwingsgebieden.<br />
8 Gegevens volks- en woningtelling 1991.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
26
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
2.5.6 Atlas van de woonuitbreidingsgebieden<br />
Kaart 12 : Atlas van woonuitbreidingsgebieden<br />
De atlas van de woonuitbreidingsgebieden geeft voor alle woonuitbreidingsgebieden in Vlaanderen aan of<br />
ze vanuit juridisch of planologisch oogpunt kunnen ontwikkeld worden voor woningbouw, rekening<br />
houdend met het Vlaamse beleid rond ruimtelijke ordening.<br />
De Atlas is slechts een momentopname, die regelmatig zal moeten bijgewerkt worden om zijn<br />
actualiteitswaarde te behouden.<br />
De Vlaamse overheid zal zich bij het beoordelen van dossiers baseren op de aanduidingen in de Atlas.<br />
Deze aanduidingen houden echter geen rekening met eventuele beperkingen die van toepassing kunnen<br />
zijn als gevolg van andere sectorale regelgeving, vb. bosdecreet, natuurdecreet, watertoets,<br />
veiligheidsrapportage, Milieueffectenrapportering (MER) enz. In die zin houdt de aanduiding in de Atlas<br />
slechts een voorwaardelijke beleidsmatige vrijgave van de gronden in.<br />
Vanuit het Vlaams beleidskader wordt voor de 5 woonuitbreidingsgebieden in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> volgende<br />
aangegeven:<br />
<strong>Tielt</strong> – Solveld (10ha66)<br />
− 4ha29 reeds bebouwd.<br />
− Gebied van 1ha70 met een gunstig principieel akkoord (PriAk) dat vanuit het Vlaams beleidskader<br />
wel kan ontwikkeld worden op korte termijn, vóór 2007.<br />
− Voor 4ha67 wordt vanuit het Vlaams beleidskader momenteel geen uitspraak gedaan omdat<br />
ontwikkeling ervan thans onzeker is. Dit gebied zal men verder onderzoeken.<br />
<strong>Tielt</strong> – Kruisveld (4ha82)<br />
Vanuit het Vlaams beleidskader kan het gebied niet ontwikkeld worden. Het gebied wordt aangegeven als<br />
niet inbreidingsgericht.<br />
Meensel – Kapellekensweg (6ha37)<br />
Vanuit het Vlaams beleidskader kan het niet bebouwde deel van dit gebied (3ha22) niet ontwikkeld<br />
worden. Dit deel wordt aangegeven als niet inbreidingsgericht.<br />
De twee woonuitbreidingsgebieden in St.-Joris-<strong>Winge</strong> zijn aangegeven als bebouwd en te ontwikkelen<br />
restpercelen.<br />
2.5.7 Recht van voorkoop<br />
Kaart 13 : Recht van voorkoop<br />
Recht van voorkoop open ruimte<br />
Op grote delen van het grondgebied in de <strong>gemeente</strong> (voornamelijk in de noordelijke helft van de<br />
<strong>gemeente</strong>) is er een recht van voorkoop van toepassing. Door dit recht van voorkoop wordt de verwerving<br />
van eigendommen door het Vlaams gewest met bijvoorbeeld het oog op de uitbreiding van<br />
natuurgebieden of de verbetering van de agrarische structuur vereenvoudigd.<br />
Het recht van voorkoop is in de <strong>gemeente</strong> van toepassing in:<br />
− De uitbreidingsperimeters van volgende natuurreservaten:<br />
o De Zeyp<br />
o Hagelandse Vallei – Tussen twee Motten<br />
o Walenbos<br />
o <strong>Winge</strong>vallei<br />
− De gebieden gelegen binnen het VEN (Vlaams ecologisch netwerk)<br />
Recht van voorkoop Vlaamse Wooncode<br />
In Vlaanderen geldt op bepaalde woningen en percelen, bestemd voor woningbouw, een Recht van<br />
Voorkoop. Dit Recht van Voorkoop heeft tot doel de begunstigden toe te laten bepaalde woningen en<br />
percelen bestemd voor woningbouw te verwerven om vervolgens deze aan te wenden om sociale huur- of<br />
koopwoningen of sociale kavels te realiseren. De juridische grondslag van het Recht van Voorkoop werd<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
27
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
vastgelegd in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode (Artikelen 85 tot en met 89),<br />
gewijzigd door het decreet van 18 mei 1999 en latere wijzigingen.<br />
Het recht van voorkoop is van toepassing in gans het Vlaamse gewest :<br />
− op woningen, die opgenomen zijn op een van de lijsten van de inventaris van leegstaande,<br />
ongeschikte en/of onbewoonbare en verwaarloosde gebouwen en/of woningen, zoals geregeld in het<br />
decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 (Art.28,<br />
§1) en de uitvoeringsbesluiten van 2 april 1996 en 15 juli 1997<br />
− Op woningen, waaraan renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerken werden uitgevoerd, met<br />
toepassing van artikel 18, §2 of artikel 90 van het decreet van 15 juli houdende de Vlaamse<br />
Wooncode.<br />
− in specifiek daartoe door de minister erkende woonvernieuwings- en woningbouwgebieden op<br />
percelen bestemd voor woningbouw, al dan niet bebouwd<br />
In functie van het voorkooprecht werden er tot op heden in de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> nog geen specifieke<br />
gebieden afgebakend. Het recht van voorkoop is tevens een instrumentarium, naast andere<br />
mogelijkheden, om grondbeleid te voeren.<br />
2.5.8 Natuurreservaten<br />
De Raamwet op het Natuurbehoud van 1973 regelt een aantal zaken met betrekking tot Natuur- en<br />
bosreservaten. Op basis van het beheer en van de eigenaar maakt men een onderscheid in<br />
verschillende types reservaten. In 1989 werd een deel van het Walenbos staatsnatuurreservaat. Dit zijn<br />
beschermde gebieden die bij Besluit van de Vlaamse Executieve worden opgericht op terreinen van de<br />
staat. Het gaat om een oppervlakte van meer dan 200ha. De bedoeling is de bijzondere waarde van dit<br />
valleibos veilig te stellen.<br />
In de vallei van de Motte, aan de samenloop van de Brede en de <strong>Tielt</strong>se Motte, beheert de lokale kern<br />
van Natuurreservaten Oostbrabant vzw, een klein reservaatje. De bedoeling is dit reservaat in de<br />
toekomst verder uit te breiden naar het Rafelsbroek toe.<br />
Op het grondgebied van de <strong>gemeente</strong> zijn een aantal erkende natuurreservaten gesitueerd. Het betreft:<br />
− Natuurreservaat <strong>Winge</strong>vallei (gelegen op zowel het grondgebied van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> als dat van<br />
Holsbeek),<br />
− Natuurreservaat De Zeyp (gelegen op zowel het grondgebied van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> als dat van Glabbeek<br />
en Lubbeek),<br />
− Natuurreservaat Hagelandse Vallei – Tussen twee Motten (volledig gelegen op het grondgebied van<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>),<br />
− Natuurreservaat Walenbos (gelegen op het grondgebied van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>),<br />
2.5.9 Actieplan regionaal landschap Noord-Hageland<br />
Het regionaal landschap Noord-Hageland vormt een overlegstructuur die een regionaal beleid voert met<br />
het oog op een duurzame streekontwikkeling die de kwaliteit en de eigenheid van het gebied respecteert<br />
en een stimulans betekent voor een beter beheer van de natuur en landschap en voor natuurgerichte<br />
recreatie.<br />
In januari ‘98 werd een actieplan voor het regionaal landschap uitgegeven. Binnen dit plan werden<br />
verschillende landschapseenheden onderscheiden. <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> wordt ‘opgesplitst’ in 3 herkenbare<br />
landschapseenheden: de noordelijke heuvelrij, de centrale vallei en de zuidelijke heuvelrij. Voor elke<br />
landschapseenheid werd een specifieke aanpak uitgewerkt. De voor het structuurplan relevante<br />
elementen zullen binnen de natuurlijke structuur van dit document worden verwerkt.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
28
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
2.5.10 Streefbeeldstudie N2<br />
Momenteel is in opdracht van de Provincie Vlaams Brabant en de administratie Wegen en Verkeer een<br />
streefbeeldstudie in opmaak door de T.V. Langzaam Verkeer – A33.<br />
De streefbeeldstudie doet uitspraken over de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen aan de N2 en<br />
ontwikkelt type dwarsprofielen voor het gehele tracé tussen Leuven en Diest, met een aantal specifieke<br />
plaatselijke oplossingen als pilootproject.<br />
2.6 BESTAANDE GEMEENTELIJKE STUDIES EN BELEIDSPLANNEN<br />
2.6.1 Mobiliteitsplan<br />
Het mobiliteitsplan van de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> werd op 30 augustus 2005 door de auditcommissie<br />
definitief conform verklaard 9 De voor het structuurplan relevante elementen zullen vanuit het<br />
mobiliteitsplan geïntegreerd worden.<br />
2.6.2 Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan GNOP<br />
Het GNOP (<strong>gemeente</strong>lijk natuurontwikkelingsplan) werd opgemaakt in 1996. Het document werd<br />
goedgekeurd door de <strong>gemeente</strong>raad op 10 oktober 1996.<br />
In het GNOP staan de natuurwaarden van de <strong>gemeente</strong> centraal. Jaarlijks worden een aantal acties uit dit<br />
plan door de milieuadviesraad gekozen om uitgevoerd te worden. Relevante punten voor het<br />
structuurplan uit het GNOP zijn vooral een input voor de natuurlijke structuur en de landschappelijke<br />
structuur.<br />
2.7 PLANNINGSCONTEXT AANGRENZENDE GEMEENTEN<br />
Bekkevoort<br />
Het <strong>gemeente</strong>lijk ruimtelijk structuurplan van de <strong>gemeente</strong> Bekkevoort is in opmaak. De plenaire<br />
vergadering met provincie en Vlaams gewest heeft plaats gevonden en het structuurplan wordt nu<br />
aangepast voor voorlopigs aanvaarding.<br />
Scherpenheuvel-Zichem<br />
Het <strong>gemeente</strong>lijk ruimtelijk structuurplan van de <strong>gemeente</strong> Scherpenheuvel-Zichem is goedgekeurd op 11<br />
januari 2007 10 . <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> grenst slechts beperkt aan Scherpenheuvel-Zichem.<br />
Aarschot<br />
De stad Aarschot beschikt over een goedgekeurd <strong>gemeente</strong>lijk ruimtelijk structuurplan. De <strong>gemeente</strong><br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> grenst in het noorden aan Aarschot. De <strong>gemeente</strong> Aarschot geeft binnen haar structuurplan<br />
aan dat binnen de zone grenzend aan <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> een gedifferentieerd landbouwbeleid dient gevoerd te<br />
worden binnen het agrarische gebied. De Grote Motte wordt aangeduid als een groendoorgang door<br />
bebouwde omgeving.<br />
Holsbeek<br />
Holsbeek heeft een goedgekeurd structuurplan sinds 2006. <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> grenst ten westen aan Holsbeek.<br />
Het agrarische gebied wordt op het grondgebied van Holsbeek aangeduid als een landbouwgebied met<br />
belangrijke natuurwaarden. Het Mostingbos dat gelegen is aan de rand van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> wordt<br />
weergegeven als een te versterken bosgebied. De vallei van de <strong>Winge</strong>, die grotendeels de<br />
<strong>gemeente</strong>grens vormt, dient zo veel als mogelijk gevrijwaard te worden.<br />
9 Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>, Mobiliteitsplan Libost-Groep nv.<br />
10 Het openbaar onderzoek voor het <strong>gemeente</strong>lijk ruimtelijk structuurplan vindt plaats van 16 januari 2006 tot 17 april 2006.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
29
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Lubbeek<br />
De <strong>gemeente</strong> Lubbeek is volop bezig aan de opmaak van haar <strong>gemeente</strong>lijk ruimtelijk structuurplan. De<br />
startnota van dit structuurplan werd reeds afgewerkt. Momenteel wordt gewerkt aan het voorontwerp.<br />
Glabbeek<br />
Glabbeek heeft sinds 2006 een goedgekeurd <strong>gemeente</strong>lijk ruimtelijk structuurplan. Daarin wordt de zone<br />
grenzend aan <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> aangeduid als een gebied met belangrijke, te versterken, open ruimte waarden.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
30
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
3 FYSISCH SYSTEEM<br />
Kaart 14 : Bodemsamenstelling<br />
Kaart 15 : Hydrologie, grondwaterkwetsbaarheid<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> bevindt zich in de Vlaamse open ruimte en maakt deel uit van het noordelijke Hageland. Het<br />
situeert zich binnen een groter aaneengesloten open gebied tussen Dijle en Demer.<br />
Het relief van het Hageland bestaat uit een reeks min of meer oost-west gericht evenwijdige heuvels.<br />
Deze Hagelandse heuvels zijn eigenlijk zandbanken die tijdens de Diestiaanse transgressie (7 miljoen<br />
jaar geleden) door de zeestroming werden afgezet. Deze afzettingen bestonden uit glauconiethoudend<br />
zand met zware klei vermengd. Toen de zee zich terugtrok en de zandbanken boven het water kwamen<br />
te liggen werd de glauconiet omgezet in limoniet (ijzerzandsteen). Dit vormde een harde korst, die de<br />
heuvels tegen erosie beschermde. Daar waar de zandbanken onder het grondwaterpeil bleven, konden<br />
de rivieren in het pleistoceen (eerste periode quartair) in dit losse zand de bodem gemakkelijk uitschuren.<br />
Het gevolg hiervan is dat de rivieren enkele tientallen meters diep ingesneden zijn in het oorspronkelijke<br />
oppervlak, de zandbanken met ijzerzandsteen daarentegen steken als heuvels in het landschap uit.<br />
Tijdens de ijstijden werden dikke pakken loess afgezet. De afzetting in het Hageland was maximaal 1.2<br />
meter dik en verweerde hier tot zandleem en licht zandleemgronden. In het laat-glaciaal kregen we een<br />
zachter klimaat. De stijging van de grondwatertafel veroorzaakte grote overstromingen en door de erosie<br />
werd het materiaal van de hellingen afgezet in de valleien en op de toppen kwam de oude harde laag<br />
limoniet dagzomen.<br />
De <strong>gemeente</strong> strekt zich uit over drie belangrijke heuvelruggen. In het noordwesten ligt de Houwaartse<br />
berg met zijn sterk uitgesproken hellingen. Een tweede rug wordt gevormd door de Bensberg. Het eerste<br />
deel van deze rug helt langs de zuidoost zijde vrij sterk af naar de <strong>Winge</strong>beek en de N2.<br />
Tussen deze twee ruggen ligt de brede centrale Hagelandse vallei met het Walenbos en de Brede (of<br />
Nieuwe) Motte. In deze vallei liggen de dorpskommen van Houwaart en <strong>Tielt</strong>. Ten zuiden van de<br />
steenweg Leuven - Diest loopt een derde langgerekte en bredere rug, de Zilverberg, die geleidelijker<br />
oploopt en daardoor minder opvallend aanwezig is.<br />
St.-Joris-<strong>Winge</strong> situeert zich in een depressie tussen de Bensberg en Roeselberg in het noorden en de<br />
minder uitgesproken heuveltoppen in het zuiden (Heurentoren, Overwinge).<br />
Kiezegem bevindt zich op een plateau ten noorden van de rug van de Zilverberg en Meensel ligt langs de<br />
zuiderhelling van de heuvel.<br />
De bodemsamenstelling van de drassige valleien en de schrale heuveltoppen is zeer verschillend. De<br />
zandleem bodem heeft zich vooral afgezet in het begin van het Quartair. Boven op de heuvels is deze<br />
laag zeer dun, terwijl op de flanken en in het valleigebied de zandleem afzettingen verscheidene meters<br />
dik kunnen zijn.<br />
De Hagelandse heuvels veroorzaken door hun ligging een microklimaat aan beide kanten van de heuvels.<br />
De zuid gerichte hellingen zijn steeds warmer en droger, wat een goed doorlaatbaar profiel heeft doen<br />
ontstaan. De schaduwzijde van de vallei wordt gekenmerkt door een minder goede waterhuishouding.<br />
Het hydrografisch net van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> behoort tot het bekken van de Demer. De meeste rivieren en<br />
beken in het Hageland kennen een min of meer parallel verloop (Motte en Demer, <strong>Winge</strong> en Molenbeek,<br />
Begijnenbeek, Velp, Grote Gete, Kleine Gete). Uiteraard hangt dit samen met de oriëntatie van de<br />
heuvels.<br />
Structuurbepalend zijn:<br />
− Reliëf en hydrografie : de oost-west gerichte diestiaan heuvels en de centraal Hagelandse vallei met<br />
de <strong>Winge</strong> die westwaarts naar de Dijle vloeit, de Motte die noordwaarts naar de Demer stroomt en de<br />
Begijnenbeek die in het oosten in de Gete uitmondt.<br />
− Het zandige en zandlemige Hageland als geografische streek en typisch landschap<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
31
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
− De bodemsamenstelling : met lemig zand op de heuveltoppen en de hellingen en zandleem en klei in<br />
de valleien. De toppen zijn goed gedraineerd, de valleien onvoldoende. Ook het zuidelijk deel van het<br />
Hageland met zijn lemige bodem is slecht gedraineerd.<br />
− De waterkwetsbaarheid : de centraal Hagelandse vallei heeft een zeer grote grondwater<br />
kwetsbaarheid. Ook de hellingen zijn vrij kwetsbaar, in tegenstelling tot het lemig Hageland in het<br />
zuiden.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
32
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4 RUIMTELIJKE STRUCTUUR VAN DE GEMEENTE<br />
4.1 NEDERZETTINGSSTRUCTUUR<br />
4.1.1 Ruimtelijke nederzetting van de <strong>gemeente</strong><br />
Kaart 16 : Bestaande nederzettingsstructuur<br />
Het reliëf, het water en de vruchtbaarheid van de grond zijn belangrijke gegevens voor de aard en de<br />
vorm van de nederzettingen. Elk dorp heeft zich op een eigen wijze in het landschap genesteld. De<br />
nederzettingsstructuur in de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is opgebouwd volgens de typisch Hagelandse<br />
lintbebouwingstructuur.<br />
<strong>Tielt</strong> wordt gemarkeerd door een kleine heuvel van 15m hoogte (Berg), waardoor de kerk Onze-Lieve-<br />
Vrouw <strong>Tielt</strong> vanuit een verre omgeving zichtbaar is en de ligging van het dorp aangeeft. <strong>Tielt</strong> ontwikkelde<br />
zich de laatste decennia tot een kern met een eigen handels- en voorzieningenniveau.<br />
De bebouwing van St.-Joris-<strong>Winge</strong> is bijna nooit agressief aanwezig in het landschap met zijn zachte<br />
glooiingen en de relatieve toppen. Je ziet het dorp, en evenmin de industriële hallen van het Gouden<br />
Kruispunt vrijwel nergens van op afstand. Bijna steeds is de bebouwing geheel of gedeeltelijk achter een<br />
heuvelrug verborgen of omgeven met een groenscherm. Ook St.-Joris-<strong>Winge</strong> ontwikkelde zich de laatste<br />
decennia tot een kern met een eigen handels- en voorzieningenniveau. In de kern ontwikkelde zich<br />
tevens de grootschalige kleinhandelsconcentratie “Het Gouden Kruispunt”.<br />
Houwaart is een lint dat zich ontwikkelde parallel met de loop van de Nieuwe Motte. De overige kernen<br />
zijn eveneens ontstaan uit historische linten en hebben ook grotendeels hun lintstructuur behouden.<br />
De N2 snijdt zich in tussen de relatieve toppen gevormd door de Bensberg, Roeselberg, Alsberg en<br />
Blereberg in het noorden en Overwinge en de Zilverberg in het zuiden, waardoor de steenwegbebouwing<br />
relatief weinig impact heeft op het omringende landschap. Van noord naar zuid en omgekeerd zijn er<br />
vanaf beide toppen prachtige vergezichten over de steenweg heen, die slechts een detail vormt in de<br />
totale landschapsbeleving.<br />
Verder bevinden zich, ook typisch aan het Hagelands landschap, her en der verspreid gelegen woonlinten<br />
en woningen. Op enkele plaatsen bevinden zich concentraties van weekendverblijven (in sommige<br />
gevallen permanent bewoond). In het noorden van de <strong>gemeente</strong>, dicht bij het op- en afrittencomplex van<br />
de E314 ligt een residentiële woonwijk gebouwd in een bos. De typologie van dit wonen is gelijkaardig<br />
aan een woonpark (residentieel wonen op grote kavels).<br />
4.1.2 Ruimtelijke structuur van de afzonderlijke deelkernen<br />
4.1.2.1 <strong>Tielt</strong><br />
Kaart 17 : Bestaande nederzettingsstructuur <strong>Tielt</strong><br />
<strong>Tielt</strong> is een uitgestrekt straatdorp met een algemeen beeld van landelijk woonlint; gemengde oudere<br />
bebouwing, vaak gebouwd op de rooilijn, boerderijen al dan niet nog in bedrijf, nieuwe villa’s, meestal<br />
achteruit op de rooilijn gebouwd, met erven die vaak met hagen of lage muurtjes van de openbare weg<br />
zijn afgescheiden. Winkels, bedrijven, diensten, kerken zijn aanwezig maar liggen verspreid in dit lint.<br />
De structuur van dit straatdorp is als het ware opgebouwd uit drie elementen;<br />
− het centrum van <strong>Tielt</strong> met het <strong>gemeente</strong>huis<br />
− de centrumstraten bestaande uit Rillaarseweg, Kruistraat en het westelijk deel van de Heuvelstraat<br />
− Optielt<br />
Vanaf het <strong>gemeente</strong>huis tot aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk is de centrumsfeer sterk aanwezig door de<br />
winkels, bankfilialen, de school, <strong>gemeente</strong>huis en bibliotheek. Deze centrumsfeer deint nog wat uit tot de<br />
Heuvelstraat in het zuiden en tot de houtzagerij aan de Dorpsstraat in het noorden.<br />
De Onze-Lieve-Vrouwkerk in <strong>Tielt</strong> staat imposant op de heuveltop, als beeldbepalend element in de<br />
omgeving, de toren is nadrukkelijk aanwezig in het landschap. De kerk is bereikbaar via enkele smalle<br />
steegjes met een sterk historisch karakter. De aanwezigheid van de post, een café en een grote parking<br />
maar ook de school en de serviceflats dragen bij tot de centrumsfeer.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
33
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Bij de opmaak van het gewestplan werden in het centrum van <strong>Tielt</strong> ontwikkelingsmogelijkheden voorzien<br />
door het bestemmen van enkele woonuitbreidingsgebieden (Solveld en Kruisveld).<br />
Het natuurgebied Ralishoek begrenst het centrum in het oosten maar de bebouwing spreidt zich verder<br />
uit in linten rond dit natuurgebied.<br />
Optielt start in het begin van deze kleine lus met een waardevolle oudere kern, met de Sint-Martinuskerk<br />
gekaderd in het groen op de berm. Er zijn waardevolle doorzichten naar de vallei en het achterliggende<br />
landbouwgebied. De zuidzijde van de Optielt is nog onbebouwd. Aan de noordzijde deint de nieuwe<br />
lintbebouwing uit nabij de boerderijen, om te verworden tot een villaverkaveling aan de kruising met de<br />
Keulestraat. De Keulestraat is een voortzetting van de landelijke lintbebouwing van de Heuvelstraat.<br />
Halverwege is er nog wat openheid met fraaie doorzichten naar de vallei en de bermen parallel aan de<br />
Optielt.<br />
Door de opbouw, grotendeels vanuit de lintstructuur, is de relatie met de omliggende kwalitatieve open<br />
ruimte groot. De relatie van de nederzetting met het omliggende landschap wordt als volgt omschreven :<br />
− Rond het centrum van <strong>Tielt</strong> is tussen <strong>gemeente</strong>huis en de Sint-Annastraat onbebouwde<br />
tussenruimtes richting Solveld en richting waterhoeve en verder het Walenbos.<br />
− De omgeving van de houtzagerij is specifiek door de oversteek van de oude trambedding, de brug<br />
over de <strong>Tielt</strong>se Motte en de sterkere aanwezigheid van natuurwaarden.<br />
− Intern de lintbebouwing bevindt zich een uitgestrekt groen hart, gevormd door de Ralishoek, het<br />
Solveld, de Vijverkens, bossen die omgeven zijn met weilanden. Dit gebied draagt in aanzienlijke<br />
mate bij tot de woonkwaliteit van de grote lus.<br />
− Het zuidelijk deel van de kern en Optielt situeren zich op de flank van de Blereberg, met weidse<br />
panorama’s en met zicht op de randen van het Walenbos.<br />
− Vanuit de woonlinten zijn er zichten naar het achterliggend groen en de nog aanwezige landbouw.<br />
4.1.2.2 St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
Kaart 18 : Bestaande nederzettingsstructuur St. Joris-<strong>Winge</strong><br />
De kern van St.-Joris-<strong>Winge</strong> wordt door de N2 (Leuvensesteenweg) en N223 (Aarschotsesteenweg)<br />
verdeeld in 4 kwadranten die elk een eigen verschijningsvorm en ontwikkelingslogica kennen:<br />
− NW: Gemp als oude landelijke kern (oude lintontwikkeling).<br />
− ZW: grootschalige commerciële ontwikkeling aan de Leuvensesteenweg (het Gouden Kruispunt) en<br />
een sociale woonwijk.<br />
− NO: natuur en golf.<br />
− ZO: de eigenlijke dorpskern, met alle bijbehorende dienstverlening.<br />
De oudste bebouwing heeft zich ontwikkeld langs de Gempstraat en de Halensebaan. Na aanleg van de<br />
N2 heeft deze steenweg de ontwikkeling overgenomen.<br />
Ook langs de Tiensesteenweg, de Oude Tiensebaan en de Glabbeeksesteenweg tekende zich een<br />
ontwikkeling van bebouwing af. Kerk, <strong>gemeente</strong>huis (momenteel OCMW) en scholen vestigden zich rond<br />
de Leuvensesteenweg.<br />
Het dorpscentrum is duidelijk herkenbaar en goed uitgebouwd. Er is een duidelijke concentratie van<br />
handel en (openbare) diensten. Het deel van de Leuvensesteenweg tussen de Tiensesteenweg (kerk) en<br />
de Glabbeeksesteenweg samen met een deel van de Tiensesteenweg wordt ervaren als het echte,<br />
oorspronkelijke dorpscentrum. De aanwezigheid van kerk met voorplein, het OCMW, de aanwezigheid<br />
van de St.-Jorisschool, de gemeenschapsschool de <strong>Winge</strong>, het gemeenschapscentrum, de post,<br />
verscheidene winkels, bankfilialen, de ziekenkas dragen bij tot een echte centrumsfeer. De bebouwing is<br />
vrij dicht en verschillende woningen hebben redelijk wat allure.<br />
Aan de oostzijde is deze zone duidelijk begrensd door een ‘groene poort’, waar de kruising van de<br />
<strong>Winge</strong>beek met de Leuvensesteenweg een breuk in de bebouwing veroorzaakt.<br />
Ter hoogte van het Gouden Kruispunt, dat in vlotte verbinding staat met de E314, ontwikkelde zich een<br />
concentratie van grootwinkelbedrijven die de volledige KMO-zone en een deel van het<br />
woonuitbreidingsgebied ingepalmd heeft. Het ontwikkelde zich als een groot homogeen en<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
34
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
monofunctioneel gebied. Ook buiten deze zone, langsheen de Leuvensesteenweg, werden nieuwe<br />
commerciële vestigingen toegelaten. Hier ontstaat echter een conflict met de aanwezige woonfunctie en<br />
de landschappelijke kwaliteiten van het gebied.<br />
Door de ruimtelijke vorm – een aantal grote panden rond een rechthoekig plein – groeide het kruispunt uit<br />
tot een ontmoetingsplek. Hierdoor vestigden zich een aantal complementaire functies die eigen zijn aan<br />
publieke ontmoetingsruimten. Het winkelen op het ‘gouden kruispunt’ heeft aldus een recreatief<br />
medegebruik. De publieke functie van het gouden kruispunt wordt hierdoor belangrijker dan bij de<br />
lintvormige kleinhandelsconcentraties zoals in Diest, Korbeek-Lo of Boortmeerbeek.<br />
Het gouden kruispunt komt over als twee enclaves. De twee delen kennen scherpe afbakeningen met het<br />
omliggende landschap en de omliggende bebouwing. Van het westelijke landelijke woongebied en de<br />
sociale woonwijk “<strong>Winge</strong>veld” wordt het oudere gedeelte gescheiden door een dichte groenstrook. Langs<br />
de Tiensesteenweg bevindt zich een groenscherm. Het recentere deel staat rug tegen rug met de sociale<br />
verkaveling erachter. Het wordt gescheiden van de Leuvensesteenweg door een smalle parkeerstrook en<br />
langs de Tiensesteenweg door een strook buffergroen.<br />
Het kruispunt ligt verzonken in het landschap. Hierdoor is het nauwelijks waarneembaar vanuit de<br />
omgeving en vormt een blinde vlek binnen de dorpskom van St.-Joris-<strong>Winge</strong>. Anderzijds is het kruispunt<br />
uitgesproken aanwezig langsheen de twee wegen. Een groot aantal verticale elementen<br />
(reclamepanelen, verlichting, vlaggen) vormen hier duidelijke landmarks.<br />
De twee delen worden van elkaar gescheiden door de N223 (Tienen-Aarschot), zodat er een sterke<br />
barrièrewerking bestaat tussen twee functioneel gelijksoortige gebieden. Het westelijk deel heeft een<br />
meer recreatief karakter dan het oostelijk deel door de aanwezigheid van complementaire functies.<br />
De verkeersafwikkeling geschiedt langs één toegang langs de N223. Hier wordt zowel aan- als<br />
afgereden. Een intern lussysteem in beide gebieden maakt de parkeerplaatsen voor personenwagens<br />
bereikbaar. In het oostelijk deel leidt de verkeersafwikkeling tot verwarring. Hoewel de site zich duidelijk<br />
profileert langsheen de Leuvensesteenweg, is ze langs hier niet bereikbaar.<br />
Naast deze ontwikkeling werd de dorpskern van St.-Joris-<strong>Winge</strong> versterkt door de ontwikkeling van<br />
sociale woonwijken en verkavelingen Sint-Jorisveld, <strong>Winge</strong>veld en Perklaan.<br />
De sociale woonwijken van het <strong>Winge</strong>veld en van de Perklaan hebben een groen karakter. Overal is het<br />
groen in de straat aanwezig en het pleintje binnen in het bouwblok werd uitgewerkt als een semi-publiek<br />
speelterrein. Het geheel vormt een kwalitatieve groene omgeving. Het Sint-Jorisveld is een sociale<br />
verkaveling van recentere datum dan het <strong>Winge</strong>veld. Deze verkaveling heeft heel wat minder kwaliteiten<br />
dan de sociale woonwijken. De wegenis is onoverzichtelijk en is gekenmerkt door verschillende<br />
pijpenkoppen, men heeft er voortdurend de indruk de weg kwijtgeraakt te zijn. Er is slechts één toegang<br />
en die bevindt zich vrij hoog op de Tiensesteenweg, waardoor de relatie met de dorpskern problematisch<br />
is. Verder wordt de wijk nog ontsloten door een klein voetwegje. In de bebouwing is geen vorm van<br />
eenheid te herkennen, het ontbreekt deze wijk aan een ‘gezicht’.<br />
Landelijk wonen komt vooral voor langs de Gempstraat, de Oude Tiensesteenweg en de<br />
Glabbeeksesteenweg. De oudere bebouwing is er vermengd met nieuwere woningen, landbouwbedrijven<br />
en andere, meestal kleinschalige functies. Deze straten hebben geen directe relatie met het<br />
dorpscentrum, maar het woonklimaat is er rustig en aangenaam, er heerst een landelijke, informele sfeer.<br />
De relatie met het achterliggende agrarische gebied is een kwaliteit. Door de verdere verlinting dreigt de<br />
visuele relatie met het achterliggende landschap, dat erg waardevol is, voor een groot stuk verloren te<br />
gaan.<br />
Volgende straten of fragmenten ervan in de structuur van St.-Joris-<strong>Winge</strong> zijn typische woonlinten :<br />
− Oude Aarschotsebaan – Gempstraat<br />
− Oude Tiensebaan – Patrijkstraat<br />
− Glabbeeksesteenweg<br />
− Halensebaan – Steenheuvelstraat<br />
4.1.2.3 Houwaart<br />
Deze nederzettingsstructuur ontstond evenwijdig met de hellingen. Houwaart ontstond als Frankische<br />
nederzetting op de kruising van twee Romeinse heirbanen en groeide uit tot een straatdorp. De<br />
oorspronkelijke dorpskern lag langs de huidige Haldertstraat. De begrenzing van de kern valt samen met<br />
het eerste doorzicht van heuvel naar vallei. Het dorp was geconcentreerd rond het dorpsplein (dries). De<br />
naoorlogse ontwikkelingen leidden tot het uitgroeien van de linten langs de randen van de vallei.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
35
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Het karakter van verborgenheid wordt bepaald door de slechte bereikbaarheid langs kleine en steile<br />
wegen, en de dichte bosstructuur die op de Houwaartse berg aanwezig is.<br />
Alles buiten de kern van Houwaart heeft de typologie van het landelijke lint. De nederzettingen op de<br />
Houwaarste berg zijn verborgen linten, wegens hun afgezonderde ligging en de dichte bosstructuur die er<br />
aanwezig is.<br />
4.1.2.4 Meensel<br />
Meensel groeide uit van een straatdorp naar een kapstok van linten. Meensel bezit een vrij dichte<br />
dorpskern waar, in vergelijking tot het aantal woningen, redelijk wat voorzieningen en handelsfuncties zijn.<br />
De openbare inrichting van het dorp is echter niet gedifferentieerd zodat de kern niet duidelijk zichtbaar is.<br />
De dorpskern bevindt zich langsheen de Binkomstraat en in het verlengde de Wersbeekstraat.<br />
De secundaire linten met lage dichtheden bevinden zich langs de Attenrodestraat, de Heibosstraat en de<br />
Tramstraat. De Keelstraat en de Statiestraat werden recenter bebouwd. Op de kruising tussen de<br />
Kappelekensweg en de Keelstraat ligt het ontmoetingscentrum dat de link vormt tussen de dorpen<br />
Meensel en Kiezegem.<br />
4.1.2.5 Kiezegem<br />
Kiezegem heeft de kleinste en minst ontwikkelde kern. Toch heeft het dorp een charmante kern door zijn<br />
ligging en de historische bebouwing.<br />
In dit studiegebied valt op dat er naast linten die aan de dorpskern hangen, er eveneens een aantal<br />
alleenstaande linten te vinden zijn (Hazelaarstraat, <strong>Tielt</strong>sestraat, de Kerkstraat). Zij vormen strips van<br />
bebouwing in het open landschap. De meeste van deze linten staan los van de fysische context en zijn<br />
creaties van het gewestplan.<br />
4.1.3 Historisch gegroeide entiteiten<br />
4.1.3.1 Kraasbeek<br />
Kraasbeek is opgebouwd uit drie te onderscheiden delen. Langsheen de Kraasbeekstraat ontwikkelde<br />
zich reeds vroeg lintbebouwing (historisch gegroeid). De Leuvensesteenweg, met de tramstatie en de<br />
remise (loods) gaf aanleiding tot de inplanting van enkele woningen, bedrijfjes en horeca-zaken. Dit is een<br />
typisch Vlaamse steenwegbebouwing met afwisseling van grotere functies zoals tankstations,<br />
groothandels, houtzagerij en de telefoonmast van de Lijn, oude woningen, meestal op de rooilijn<br />
geplaatst, vaak in gesloten formatie. De horecazaken situeren zich in deze gesloten bebouwing; recente<br />
villa’s in een grote diversiteit van stijlen, kleuren en inplantingen.<br />
Redelijk recent ontwikkelde zich ten noorden van de Leuvensesteenweg de villaverkaveling<br />
Koningenblok. Ze staat los van de structuur van Kraasbeek en is enkel gericht op autobereikbaarheid.<br />
4.1.3.2 Roeselberg en Motbroek<br />
Motbroek ontstond als een concentratie van individuele landbouwbedrijven. De bebouwingslinten van<br />
Motbroek en Roeselberg zijn typisch suburbaan, met hoge nieuwbouwactiviteit. Oude en nieuwe<br />
bebouwing wisselen elkaar af. De straten zijn zeer goed ontsloten voor de auto langs de N223 en bieden<br />
zeer mooie en ruime kavels in het groen met prachtige doorzichten op de vallei. De linten dreigen wel<br />
dicht te groeien zodat alle spectaculaire zichten van de Roeselberg in de vallei stilaan geprivatiseerd zijn.<br />
Volgende straten of delen ervan vormen een onderdeel van deze entiteit :<br />
− Roeselberg – Stokskesstraat<br />
− Motbroekstraat – <strong>Winge</strong>rstraat – Kleerbeekstraat<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
36
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4.1.4 De N2 Diestsesteenweg – Leuvensesteenweg<br />
De steenweg geeft een diversiteit aan ruimtelijke indrukken en ervaringen. De belangrijkste ruimtelijke<br />
kenmerken zijn onder andere kern (St.-Joris-<strong>Winge</strong>), openheid, lint, doorkijk, contrast, bebouwd en<br />
onbebouwd, volumewerking.<br />
Langsheen de N2, over zijn volledige lengte, komen diverse functie voor van woningen, diensten,<br />
voorzieningen en grotere handelspanden. Daarnaast heeft de steenweg een belangrijke regionaal<br />
verzamelende verkeersfunctie. De vermenging van deze verschillende gebruiken van weg en bebouwing<br />
leidt niet zelden tot conflictueuze situaties. Het verkeer heeft dan weer rechtstreeks invloed op de<br />
leefbaarheid en de verkeersveiligheid van de woningen langs de steenweg.<br />
De strook langs de steenweg komt zeer ongeordend voor. De woningen, een menging van zowel oudere<br />
en recentere woningen staan meestal voorin op de percelen ingeplant, dicht bij de weg. Zij vormen een<br />
verbrokkeld front naar de steenweg toe. De recentere (meestal grotere) bebouwing staat meer achterin<br />
ingeplant met parkeergelegenheid vooraan aan de steenweg. Zo krijgt men een bebouwing in twee linies:<br />
eerst een linie woningen met daarachter een linie van grotere “dozen”. Deze vorm komt als zeer amorf<br />
over.<br />
4.1.5 Overige linten<br />
Verspreid in het landschap bevinden zich nog landelijke woonlinten, al dan niet historisch gegroeid of<br />
verder gegroeid vanuit een verspreid gelegen historische bebouwing, maar van een echte kern kan in<br />
deze nederzettingsstructuur niet gesproken worden. Meestal wisselen oude en nieuwe bebouwing elkaar<br />
af. Zij vormen strips van bebouwing in het open landschap.<br />
Volgende straten of delen ervan zijn typische landelijke woonlinten :<br />
− Miskruisstraat<br />
− Beurtstraat<br />
− Heuvelstraat – Tombergstraat – Rijsbergstraat<br />
− Rillaarseweg – Boekhoutstraat – Donkstraat – Begijnenbosweg<br />
− Haldertstraat<br />
− Wijngaardstraat – Bergweideweg<br />
− Driesstraat – Statiestraat – Halensebaan<br />
− Hazelaarstraat – <strong>Tielt</strong>sestraat<br />
− Neckerspoelstraat<br />
− Kerkstraat<br />
4.1.6 Verspreid gelegen woningen<br />
Kaart 19 : Zonevreemde gebouwen<br />
Er bevinden zich een groot aantal verspreid gelegen woningen in de <strong>gemeente</strong>. Soms werden ze met<br />
enkele dicht bij elkaar gebouwd, maar in vele gevallen zijn ze volledig apart gelegen in de open ruimte.<br />
Sommige woningen bevinden zich in goedgekeurde verkavelingen, andere zijn zonevreemd. De meeste<br />
zonevreemde woningen zijn gelegen in agrarisch gebied op het gewestplan. De <strong>gemeente</strong> beschikt over<br />
een inventaris van de zonevreemde woningen op haar grondgebied. 58 woningen situeren zich in<br />
groengebieden volgens het gewestplan en 596 woningen in agrarische gebieden.<br />
4.1.7 Woonpark Berkendreef<br />
In het noorden van de <strong>gemeente</strong> werd voor de goedkeuring van het gewestplan een verkaveling<br />
goedgekeurd in het Mierenbos. Het gaat hier om grote percelen met residentiële woningen. Op het<br />
gewestplan werd dit gebied bestemd als natuurgebied. Deze woonlocatie heeft geen binding met de<br />
omliggende kernen. Ze is vooral gericht op de autobereikbaarheid via de autosnelweg E314.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
37
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4.1.8 Demografie<br />
4.1.8.1 Bevolkingsevolutie<br />
Op 1 januari 2005 telde de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> 9.931 inwoners. Over een periode van 13 jaar is de<br />
bevolking toegenomen met 691 personen.<br />
De bevolkingsevolutie kent een nogal grillig verloop. In de afgelopen 13 jaar zijn er 2 piektoenames met<br />
219 personen als grootste toename in het jaar 1992. In 1999 en in 2003 is er een bevolkingsafname die<br />
grotendeels te wijten is aan een negatief natuurlijk saldo.<br />
Tabel 1 : bevolkingsevolutie 1992-2003<br />
Jaar Bevolking Geboorten Sterften Natuurlijk Inwijkingen Uitwijkingen Migratie<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
38<br />
saldo saldo<br />
1992 9 240 110 82 28 429 239 190<br />
1993 9 459 101 94 7 382 288 94<br />
1994 9 560 111 88 23 334 332 2<br />
1995 9 584 95 64 31 409 385 24<br />
1996 9 637 104 86 18 463 367 96<br />
1997 9 752 88 83 5 408 392 16<br />
1998 9 773 117 84 33 390 355 35<br />
1999 9 840 82 97 -15 353 362 -9<br />
2000 9 814 104 80 24 402 363 39<br />
2001 9 877 93 91 2 367 352 15<br />
2002 9 894 88 82 6 361 364 -3<br />
2003 9 898 92 117 -25 415 416 -1<br />
2004 9 877 98 77 21 434 404 30<br />
2005 9 931<br />
Bron : NIS *Bevolking op 1 januari van het vermelde jaar, groei tijdens het jaar.<br />
Grafiek 1 : bevolkingsevolutie 1992-2004; totaal saldo<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
-50<br />
1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004<br />
totaal saldo gemiddeld totaal saldo<br />
Het natuurlijk bevolkingsverloop is het verschil tussen geboorten en sterfte. Over de totale beschouwde<br />
periode wordt nog een geboorteoverschot geregistreerd. In de <strong>gemeente</strong> werden er over een periode van<br />
13 jaar gemiddeld 99 kinderen geboren en stierven er gemiddeld 87 personen. De aangroei van de<br />
bevolking is, met een gemiddelde toename van jaarlijks 11 personen, voor 25% op rekening te schrijven<br />
van het positief natuurlijk saldo.<br />
Het migratiesaldo of het verschil tussen in- en uitwijking verloopt grilliger met zowel positieve als<br />
negatieve waarden. De gemiddelde toename over de beschouwde periode bedraagt jaarlijks 42<br />
personen. De grootste migratietoename vond plaats in 1992, het laagste negatieve migratiesaldo werd<br />
geregistreerd in 1999. De bevolkingsaangroei wordt voor 75% door het positieve migratiesaldo beïnvloed.
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Grafiek 2 : bevolkingsevolutie 1992-2003; natuurlijk- en migratiesaldo<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
-50<br />
1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003<br />
natuurlijk saldo gemiddeld natuurlijk saldo<br />
4.1.8.2 Leeftijdsopbouw van de bevolking<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
39<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
-50<br />
1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003<br />
migratiesaldo gemiddeld migratiesaldo<br />
De leeftijdsverdeling is een belangrijke bevolkingskarakteristiek. Ze heeft een grote invloed op een hele<br />
reeks sociale en economische factoren, welke op haar beurt het maatschappelijk gebeuren beïnvloeden.<br />
De leeftijdsstructuur van de bevolking kan op een visuele wijze voorgesteld worden onder de vorm van<br />
een leeftijdspiramide. De benaming “piramide” verwijst naar een evenwichtige leeftijdsopbouw van de<br />
bevolking, namelijk een grotere vertegenwoordiging van de jongste leeftijdsgroepen en een gestage<br />
afname naarmate de leeftijd hoger is. Omdat in de meeste industrielanden de piramidevorm als maar<br />
moeilijker te herkennen is spreekt men beter over leeftijdsopbouw van de bevolking. De leeftijdsopbouw<br />
van 1 januari 2002 voor de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is weergegeven in onderstaande grafiek.<br />
De leeftijdssamenstelling van de bevolking is het resultaat van allerlei historische processen. De effecten<br />
hiervan op het maatschappelijke leven laten zich generaties lang voelen. Vandaar dat ze echo-effecten<br />
genoemd worden.<br />
Uit de leeftijdsopbouw van de bevolking kan men de historische context aflezen. Men kan hier een<br />
onderscheid maken tussen evenementen en conjuncturen. Na de tweede wereldoorlog is er een sterke<br />
stijging van het aantal geboorten en heeft men de zogenaamde babyboom. Een economische heropbloei<br />
met gunstige vooruitzichten kan als belangrijkste oorzaak aangehaald worden. Aan de basis van de<br />
piramide merken we duidelijk de dalende nataliteit sedert medio 1960. Het stijgen en dalen van het aantal<br />
geboorten volgt elkaar in kortere periodes op. Het aantal geboorten is erg onderhevig aan de conjunctuur.<br />
In de jaren ‘80 jaren stijgt het aantal geboorten door een inhaalbeweging. De grote generatie geboren na<br />
1950 heeft de komst van het eerste kind zeer lang uitgesteld, terwijl de jongste generatie opnieuw<br />
kinderen wenst te krijgen op jongere leeftijd. Medio 1990 gaat de nataliteit in Vlaanderen weer in dalende<br />
lijn. Vanaf 2003 werd in Vlaanderen terug een lichte stijging van het aantal geboorten geregistreerd en dit<br />
na een jarenlange daling.<br />
Grafiek 3 : leeftijdsopbouw van de bevolking op 1/1/2002<br />
90<br />
80<br />
mannen<br />
vrouwen<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4.1.8.3 Evolutie van ontgroening en vergrijzing<br />
Karakteristiek voor de recente evolutie van de bevolking is de ontgroening en de vergrijzing.<br />
Ontgroening betekent de vermindering van de jonge bevolking, vergrijzing daarentegen is de toename<br />
van de bejaardenpopulatie.<br />
Uit de leeftijdsopbouw kan men duidelijk aflezen dat de generatie 25 tot 44 jarigen niet zal vervangen<br />
worden. In de toekomst zal dit leiden tot een grotere vertegenwoordiging van de oudere bevolking. Het<br />
aantal jongeren in de leeftijdsgroep 20-39 jarigen, die instaan voor de vervanging aan de basis van de<br />
piramide, zal in de komende jaren verder in een dalende lijn evolueren. De huidige gerealiseerde<br />
vruchtbaarheid ligt onder het gewenste vervangingsniveau. De vergrijzing en ontgroening van de<br />
bevolking nemen toe.<br />
De veroudering van de bevolking is het gevolg van hogere levensverwachtingen, die bij mannen<br />
overigens lager ligt dan bij vrouwen (respectievelijk 76 en 82 jaar). Deze gemiddelde levensverwachting<br />
stijgt jaarlijks met een kwartaal. Met betrekking tot het wonen hebben ouderen andere behoeften. De<br />
woningen moeten qua grootte en comfort aangepast zijn voor bejaarden, vooral voor zelfstandig wonende<br />
hoogbejaarden.<br />
Ook de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> wordt geconfronteerd met de ontgroening en vergrijzing van de bevolking.<br />
Tussen 1981 en 2002 bleef het absolute aantal jongeren nagenoeg gelijk, toch geeft dit<br />
verhoudingsgewijs een afname van 5,7%, het aantal 60-plussers daarentegen nam toe met 551 personen<br />
of 2,6%. In de middengroep (20-59) doet zich een verschuiving voor. Aanvankelijk neemt de jongste helft<br />
(20-39) nog toe om vanaf 1997 in dalende lijn te gaan. De oudste helft (40-59) neemt gestadig toe.<br />
Tabel 2 : evolutie van de leeftijdsopbouw in leeftijdsklasse van 20 jaar<br />
0-19 20-39 40-59 60+ totaal<br />
abs. % abs. % abs. % abs. %<br />
1981 2.377 28,86 2.444 29,67 1.954 23,72 1.462 17,75 8.237<br />
1992 2.343 25,36 2.861 30,96 2.261 24,47 1.775 19,21 9.240<br />
1997 2.397 24,58 2.850 29,22 2.564 26,29 1.941 19,90 9.752<br />
2002 2.290 23,15 2.632 26,60 2.959 29,91 2.013 20,35 9.894<br />
Bron : NIS<br />
Grafiek 4 : evolutie van de leeftijdsopbouw in leeftijdsklasse van 20 jaar<br />
35%<br />
30%<br />
25%<br />
20%<br />
15%<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
4.1.9 Gezinsontwikkeling<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
1981 1992 1997 2002<br />
De gezinsontwikkeling is een belangrijk bevolkingskenmerk. Inzicht in deze ontwikkeling is noodzakelijk<br />
omdat er een rechtstreeks verband bestaat tussen het aantal gezinnen en de toekomstige behoefte aan<br />
woningen.<br />
Op 1.1.2004 telde de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> 3.888 private gezinnen of huishoudens. Een huishouden kan<br />
bestaan uit één persoon die alleen woont of uit meerdere personen die samenleven in één woning. Het<br />
40<br />
0-19<br />
20-39<br />
40-59<br />
60+
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
gemiddeld aantal leden per gezin bedroeg 2,54 personen. Tussen 1991 en 2004 is het aantal<br />
huishoudens toegenomen met 493 eenheden. Deze toename is niet enkel te wijten aan de toename van<br />
het aantal inwoners in de <strong>gemeente</strong> maar vooral aan het feit dat de gezinnen kleiner worden. Dat laatste<br />
wordt gezinsverdunning genoemd. Het aantal leden per huishouden verminderde tussen 1991 en 2004<br />
immers met 0,15 eenheden.<br />
Tabel 3 : evolutie van het aantal leden per gezin 1970-2003<br />
Aantal Alleen- Aantal personen<br />
huishoudens staanden 2 3 4 5 6 7+<br />
1971 2.254 235 584 473 394 268 156 144<br />
1981 2.598 311 675 636 513 271 114 78<br />
1991 3.395 619 1.112 768 605 214 56 21<br />
2002 3.837 872 1.282 710 686 206 54 27<br />
2004 3.888 913 1.314 716 679 184 58 24<br />
1970 100% 10,43% 25,91% 20,98% 17,48% 11,89% 6,92% 6,39%<br />
1981 100% 11,97% 25,98% 24,48% 19,75% 10,43% 4,39% 3,00%<br />
1991 100% 18,23% 32,75% 22,62% 17,82% 6,30% 1,65% 0,62%<br />
2002 100% 22,73% 37,76% 20,91% 20,21% 6,07% 1,59% 0,80%<br />
2004 100% 23,48% 33,80% 18,42% 17,46% 4,73% 1,49% 0,62%<br />
Bron : NIS<br />
Grafiek 5 : evolutie van het aantal leden per gezin 1971-2002<br />
1.250<br />
1.000<br />
750<br />
500<br />
250<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
0<br />
1 2 3 4 5 6 7<br />
Verschillende factoren veroorzaken deze gezinsverdunning, de belangrijkste zijn onder andere:<br />
− De vermindering van het aantal kinderen per gezin;<br />
− Meer voorkomende gezinssplitsing door de toename van het aantal echtscheidingen;<br />
− De toename van het aantal alleenstaande<br />
− De toename van het aantal alleenstaande bejaarden vooral ten gevolge van een langere<br />
levensduur.<br />
4.1.10 Huisvesting<br />
4.1.10.1 Woningbestand<br />
Op 1 oktober 2001 (NIS enquête 2001) telde <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> 3.785 bewoonde particuliere woningen. Sinds<br />
de telling van 1991 (1 maart) is dit een stijging met 428 woongelegenheden.<br />
Het aandeel eengezinswoningen in België is gestegen van 72,9% tien jaar geleden naar 75,4% nu. Nu<br />
worden ook 68,0% van de woningen bewoond door de eigenaar, tegen 65,4% tevoren.<br />
De gemiddelde grootte van de woningen is de laatste jaren echter afgenomen. Dat wijst niet zozeer op<br />
een daling van de woonkwaliteit maar is veeleer het gevolg van de constante daling van de gemiddelde<br />
41<br />
1971<br />
1981<br />
1991<br />
2002
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
grootte van de huishoudens. De afname van het aantal bewoners per woning bevestigt dat: 2,39 in 2001<br />
tegen 2,53 in 1991.<br />
Tabel 4 : kenmerken van het woningbestand (2001)<br />
Bewoonde particuliere woningen 3.785<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
Totaal %<br />
Eengezinshuis 3.540 94%<br />
Appartement 94 3%<br />
Andere 28 1%<br />
Gesloten bebouwing 122 3%<br />
Halfopen bebouwing 453 12%<br />
Open bebouwing 2.956 78%<br />
Bouwjaar voor 1919 310 8%<br />
1919-1945 453 12%<br />
1946-1960 485 13%<br />
1961-1970 481 13%<br />
1971-1980 560 15%<br />
1981-1990 479 13%<br />
na 1991 540 14%<br />
Woning ouder dan 20 jaar 2.606 69%<br />
Verbouwd sinds 1991 262 7%<br />
Eigenaar 3.183 84%<br />
Huurder 378 10%<br />
Woont kosteloos 93 2%<br />
Bron : NIS Statistiek en economische informatie, enquête 1/10/2001<br />
Het overgrote deel van de woningen in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> of iets minder dan 94%, zijn eengezinswoningen.<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> heeft procentueel (2,5%) veel minder appartementen dan in het arrondissement (14,8%) en in<br />
de provincie (15,7%).<br />
Van de eengezinswoningen is amper 3% van het gesloten bebouwingstype, 12% is halfopen en 78%<br />
heeft een open bebouwing. Het aandeel gesloten bebouwing is erg laag te noemen. Landelijke of meer<br />
residentiële gebieden hebben over het algemeen een veel lager percentage gesloten bebouwing dan de<br />
verstedelijkte gebieden.<br />
Het percentage eigenaars (84%) in de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> ligt veel hoger dan in de provincie (72%) of<br />
in het arrondissement (73%).<br />
4.1.10.2 Leegstand<br />
De gegevens van de leegstand werden ingezameld door het Vlaamse gewest. In <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> staan 25<br />
woningen leeg. Op het totale woningaanbod van 4.042 woningen in 2002 is dit een peulschil en kan<br />
leegstand nauwelijks een probleem genoemd worden. Het grootste aandeel (5 woningen) van de<br />
woningen bevindt zich langs de N2. Er bevinden zich in de <strong>gemeente</strong> geen concentraties van<br />
leegstaande woningen.<br />
42
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4.1.10.3 De kwaliteit van het woningbestand<br />
Om een inzicht te krijgen naar de omvang en de situering van de woningen die voor verbetering vatbaar<br />
zijn wordt de kwaliteit van het woningbestand onderzocht 11 . Het is een globale benadering waar<br />
arrondissementele en provinciale gegevens uit het onderzoek een richting geven voor de <strong>gemeente</strong>.<br />
Het onderzoek naar de kwaliteit van de woningen spitst zich toe op de relatie kwaliteit en bouwperiode,<br />
bewoningstitel en comfort en uitrusting. Het verminderen van de kwaliteit van woningen kan diverse<br />
oorzaken hebben. Factoren die woningverval beïnvloeden zijn o.a. :<br />
• Kwaliteit bij het bouwproces;<br />
• Technisch functionele veroudering van woning en woonomgeving;<br />
• Sociale veroudering van woning en woonomgeving door doorstroming van de bewoners;<br />
• Dalend rendement van de woningexploitatie;<br />
• Inkrimping van de investeringen voor herstel;<br />
De factoren die woningverval beïnvloeden werken synergetisch. Het is evident dat het wegnemen van<br />
een van de oorzaken de andere positief zal beïnvloeden.<br />
De ouderdom van de woning is een belangrijke factor in deze analyse. In <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> werd 31% van de<br />
woningen gebouwd na 1981, maar in de <strong>gemeente</strong> werd ook 23% van de woningen voor 1945 gebouwd.<br />
Dit laatste percentage ligt hoger dan het gemiddelde in Vlaanderen (20%).<br />
Het aantal verbouwingen in Vlaanderen gaat in stijgende lijn. De renovatiemarkt is momenteel goed voor<br />
bijna 50% van de bouwopdrachten. In <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> werd 7% van het woningbestand verbouwd sinds 1991.<br />
Ten opzichte van het arrondissement en de provincie (beide 8%) is dit een iets lager percentage.<br />
Er bestaat een correlatie tussen het comfort en de uitrusting van de woning en de kwaliteit ervan.<br />
Woningen zonder enig comfort of met een gebrekkige uitrusting hebben over het algemeen ook andere<br />
(uitwendige) gebreken. Het percentage woningen zonder enig comfort of 17% is vrij hoog ten opzichte<br />
van het arrondissement en de provincie (beide 13%). 19% van de woningen heeft een klein comfort, deze<br />
woningen zijn nog altijd uitgerust met stromend water en de basis sanitaire voorzieningen maar zonder<br />
centrale verwarming.<br />
De berekening van de vervanging- en renovatiebehoefte wordt, zeer algemeen en enkel op het niveau<br />
van de <strong>gemeente</strong> benaderd. Bij de berekening van de vervanging- en renovatiebehoefte wordt vooral de<br />
relatie gelegd met de ouderdom van de woningen en met de bewoningstitel. Er zijn nog diverse andere<br />
factoren die de kwaliteit van de woningen beïnvloeden. Bij de berekening voor de <strong>gemeente</strong> worden deze<br />
buiten beschouwing gelaten. De bouwperiode heeft een grote invloed op de kwaliteit van de woningen.<br />
Woningen die aan vervanging of aan een uitgebreide renovatie toe zijn, werden over het algemeen<br />
gebouwd vóór 1960. Ook het feit of een woning bewoond wordt door de eigenaar zelf of een huurder<br />
heeft zijn invloed op de kwaliteit. Bij huurwoningen speelt het rendement een grote rol. Bij een dalend<br />
rendement van de woningexploitatie zal men de onderhoudskosten beperken met kwaliteitsvermindering<br />
als gevolg.<br />
De woningen worden ingedeeld in vijf categorieën van te vervangen woningen naar woningen zonder<br />
gebreken.<br />
Tabel 5 : de kwaliteit van de woningen; een procentuele vergelijking<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
te uitgebreide lichte klein geen<br />
vervangen renovatie renovatie hersel gebreken<br />
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> 0,8 10,8 16,2 19,9 52,2<br />
Arrondissement Leuven 0,3 7,1 12,3 27,2 53,1<br />
Provincie Vlaams-Brabant 0,2 8,2 12,6 29,2 49,8<br />
Vlaams Gewest 1,1 10,6 19,9 25,0 43,3<br />
Bron : AROHM en eigen verwerking<br />
De woningverbeteringbehoefte, dit zijn voornamelijk de woningen in minder goede staat maar nog op een<br />
financieel haalbare manier renoveerbaar (categorie 2 en 3), is voor de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> berekend op<br />
11 Hier wordt gebruik gemaakt van de gegevens uit : “Een uitwendig onderzoek naar de kwaliteit van de woningen in Vlaanderen”, verslag van<br />
de servey 1994/1995, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, AROHM, 1996.<br />
43
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
ongeveer 842 woningen. Het is aangewezen de woningen te renoveren op een zo kort mogelijke termijn<br />
omdat woningen uit deze categorie niet zouden overgaan naar de volgende categorie en uiteindelijk gesloopt<br />
dienen te worden. 0,84% van het woningpatrimonium (26 eenheden uit categorie 1) is aan vervanging toe.<br />
4.1.10.4 Sociale huisvesting<br />
“Iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Daartoe moet de beschikking over een aangepaste<br />
woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met<br />
woonzekerheid worden bevorderd”. Dit is de hoofddoelstelling van het decreet “houdende de Vlaamse<br />
Wooncode” van 15 juli 1997.<br />
Om de beperkte middelen voor sociaal woonbeleid zo goed mogelijk te besteden worden drie vormen van<br />
selectiviteit vooropgesteld. Enerzijds heeft men de prioriteiten met betrekking tot de diverse doelgroepen,<br />
anderzijds het streven naar uitbreiding van het aantal huurwoningen en tot slot gaat de aandacht naar<br />
een territoriaal selectief woonbeleid met de afbakening van de woonvernieuwingsgebieden en de<br />
woningbouwgebieden.<br />
Op basis van de woonbehoefte plant de Vlaamse regering de investeringen voor de sociale huisvesting.<br />
Daarbij wordt voor een evenwichtige regionale spreiding gezorgd. De huisvestingsmaatschappijen zijn de<br />
uitvoerders van het Vlaams woonbeleid. De <strong>gemeente</strong> stimuleert de realisatie van sociale woonprojecten.<br />
Op het vlak van sociale woonvoorzieningen is er in Vlaanderen een achterstand, zeker wat de sociale<br />
huurwoningen betreft. Het streefpercentage sociale woningen (huur- en koopwoningen) bedraagt 10%<br />
van het totaal woningenbestand. In 1991 was het aandeel sociale huurwoningen ten opzichte van het<br />
totale woningenbestand in Vlaanderen maar 5,4%.<br />
In het doelgroepenbeleid van het provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant wordt gesteld dat<br />
5% van de bijkomende woningen gerealiseerd moet worden als sociale huurwoning.<br />
De sociale woningen binnen de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> bevinden zich vooral in St.-Joris-<strong>Winge</strong>. Het betreft<br />
het <strong>Winge</strong>veld, gelegen aan de Oude Tiensebaan met 100 woningen, waarvan 44 huurwoningen en 56<br />
koopwoningen. De eerste 52 woningen werden gerealiseerd in 1971. Later in 1979 en 1981 werd de<br />
verkaveling uitgebreid met respectievelijk 30 en 18 woningen. De huurwoningen zijn in eigendom van de<br />
sociale bouwmaatschappij “Goede Haard”.<br />
Een tweede sociale wijk bevindt zich in het centrum van St.-Joris-<strong>Winge</strong> aan de Perklaan. Hier bevinden<br />
zich sociale koopwoningen. De woningen werden gebouwd door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij<br />
en werden allemaal verkocht of in erfpacht gegeven aan privé eigenaars. Op deze verkaveling van<br />
ongeveer 6 Ha werden 47 woningen opgetrokken.<br />
Het OCMW beschikt over één transitwoning en 2 sociale appartementen in het voormalige <strong>gemeente</strong>huis<br />
van Houwaart aan de Haldertstraat. Daarnaast heeft het OCMW een goedgekeurd bouwproject van 5<br />
sociale appartementen boven het nieuwe kinderdagverblijf aan de Glabbeeksestraat.<br />
Op 1.10.2001 12 waren er in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> 3.759 woongelegenheden. Het aandeel sociale woningen (98 13 )<br />
ten opzichte van het totaal aantal woningen is 2,6%. Het aandeel sociale huurwoningen en<br />
appartementen op het totale aantal woningen bedroeg 1,2%.<br />
4.1.10.5 Bejaardenhuisvesting<br />
De huisvesting is een belangrijk aspect in het bestaan van ouderen. Bij het al of niet verhuizen naar<br />
woonvoorzieningen voor bejaarden spelen diverse elementen zowel afzonderlijk als in relatie tot elkaar<br />
een belangrijke rol. De situatie van voor de verhuis met name de gezinssamenstelling, het type woning,<br />
de bewonerstitel, de kwaliteit van de woning en de uitrusting ervan of de kwaliteit van de woonsituatie kan<br />
doorslaggevend zijn bij verhuis. In vele gevallen wonen bejaarden in een voor hen onaangepaste woning.<br />
Over het algemeen kan men stellen dat deze woningen te groot zijn geworden en niet voldoen aan de<br />
12 NIS Enquête 2001<br />
13 Sociale koopwoningen die minstens 20 jaar geleden verkocht werden, worden niet opgenomen in het bestand – Vlaamse Wooncode.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
44
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
gestelde comfortnormen voor bejaarden; de kinderen zijn het huis uit, de echtgenoot(e) is overleden, men<br />
is niet meer goed ter been, ...<br />
Het voorzien van bejaardenhuisvesting is in decreten vastgelegd. De programmacijfers zijn opgenoemd in<br />
Besluiten van de Vlaamse regering 14 .<br />
De vraag en het aanbod in de bejaardenzorg zouden op elkaar afgestemd moeten zijn. Om tegemoet te<br />
komen aan de veranderende noden zal het aanbod verscheiden moeten zijn. De differentiatie van het<br />
voorzieningenpakket zal de keuzemogelijkheden voor zorgbehoevende bejaarden moeten vergroten.<br />
Tabel 6 : Leeftijdsklasse voor rusthuizen en aantal rusthuisbedden per leeftijdsklasse<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
aantal bejaarden aantal bedden<br />
Leeftijd 2002 2007 2012 2017 leeftijd 2002 2007 2012 2017<br />
60-74 1.340 1.428 1.595 1.842 60-74 13 14 16 18<br />
75-79 341 369 347 356 75-79 14 15 14 14<br />
80-84 183 266 286 267 80-84 22 32 34 32<br />
85-89 112 117 169 180 85-89 26 27 39 42<br />
90+ 37 60 70 95 90+ 12 19 22 30<br />
Totaal 2.013 2.240 2.466 2.740 Totaal 87 107 125 137<br />
In de <strong>gemeente</strong> is er één bejaardentehuis in het centrum van St.-Joris-<strong>Winge</strong> “Dommelhof” voor<br />
hulpbehoevende bejaarden met een capaciteit van 90 bedden. Hiermee kan bijna aan de toekomstige<br />
vraag van 107 bedden in 2007 tegemoetgekomen worden. Het “Dommelhof” is een private instelling,<br />
maar werkt samen met het OCMW van de <strong>gemeente</strong>. Men geeft bewust prioriteit aan de inwoners van de<br />
eigen <strong>gemeente</strong>.<br />
Naast de bejaardenhome werden 25 woningflats te <strong>Tielt</strong> gerealiseerd. Deze zijn in eigendom van het<br />
OCMW en werden allemaal verhuurd.<br />
4.1.11 Aanbod aan bouwmogelijkheden<br />
4.1.11.1 Algemeen<br />
Bij het aanbod aan bouwmogelijkheden wordt een onderscheid gemaakt tussen het rechtstreeks<br />
bebouwbaar aanbod en het nog niet ontwikkeld woongebied en woonuitbreidingsgebied volgens het<br />
gewestplan.<br />
Het rechtstreeks bebouwbaar aanbod zijn de onbebouwde percelen gelegen in woongebied en aan een<br />
behoorlijk uitgeruste weg. Ongeacht de plaatselijke toestand, wordt als minimale uitrusting beschouwd, een<br />
met duurzame materialen verharde weg, voorzien van een elektriciteitsnet 15 .<br />
Naast de vrij liggende gronden aan uitgeruste weg beschikt de <strong>gemeente</strong> nog over een aanbod aan<br />
bouwmogelijkheden in ingesloten gebieden. Tevens komen er op het gewestplan nog niet ontwikkelde<br />
woonuitbreidingsgebieden voor.<br />
Het aantal bouwmogelijkheden voor deze gebieden wordt berekend op basis van de wenselijke<br />
woondichtheid in functie van de bruto oppervlakte d.w.z. dat de totale oppervlakte van het gebied<br />
genomen wordt met inbegrip van de oppervlakte nodig voor wegenis, groenzones (privé en openbaar),<br />
speelruimte, fiets- en voetpaden.<br />
De na te streven dichtheden, zoals aangegeven in het RSV wordt gebruikt als leidraad voor het bepalen<br />
van de te realiseren dichtheid per ingesloten gebied. Voor gebieden gelegen in het buitengebied wordt<br />
een dichtheid van 15 wo/ha gehanteerd<br />
14 Besluit van de Vlaamse Regering 17 maart 1998 houdende vaststelling van het programma voor dienstencentra, serviceflatgebouwen,<br />
woningcomplexen met dienstverlening, rusthuizen en dagverzorgingscentra, gewijzigd bij B.V.R. 18 december 1998 e.v..<br />
15 Decreet RO art. 100<br />
45
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4.1.11.2 De onbebouwde percelen<br />
In 2002 beschikte de <strong>gemeente</strong> nog over 961 bouwpercelen 16 met rechtstreekse bouwtitel. De<br />
perceelsbreedten voor gesloten, halfopen en open bebouwing of respectievelijk 6, 10 en 15 m per perceel<br />
werden gehanteerd voor niet verkavelde percelen.<br />
Theoretisch wordt voor niet verkavelde percelen een realisatiegraad van 30% op 10 jaar gerekend. Het<br />
aantal percelen gelegen in een goedgekeurde verkaveling bedraagt 425 eenheden. In principe werden<br />
deze percelen specifiek voor woningbouw verkaveld. Om die reden is de realisatiegraad van<br />
verkavelingen groter dan deze van niet verkavelde percelen. In theorie wordt hier 50% op 10 jaar<br />
gerekend.<br />
Deze theorie kan getoetst worden aan de werkelijke realisatie van het afgelopen decennium (1992-2002).<br />
Hierbij wordt uitgegaan van de veronderstelling dat de toename van het aantal huishoudens overeenkomt<br />
met de toename van het aantal wooneenheden en alzo de afname van het bouwpotentieel aan uitgeruste<br />
weg.<br />
Op basis van de 30% realisatiegraad (dus zonder de hogere realisatiegraad van verkavelde percelen)<br />
beschikte de <strong>gemeente</strong> in 1992 over 1.373 vrije kavels met rechtstreekse bouwtitel. Tussen 1992 en 2002<br />
zouden er 412 kavels bebouwd zijn. De toename van het aantal huishoudens voor dezelfde periode ligt<br />
met 390 eenheden iets lager. Bij de vergelijking van vraag en aanbod zal daarom enkel gerekend worden<br />
met een realisatiegraad van 30%.<br />
4.1.11.3 Bouwmogelijkheden in ingesloten gebieden en woonuitbreidingsgebieden<br />
Kaart 20 : Bouwmogelijkheden in ingesloten gebieden en woonuitbreidingsgebieden<br />
De woongebieden op het gewestplan zijn een neerslag van de nederzettingsstructuur, die overwegend<br />
lintvormig is. Binnen de woongebieden rest er nog weinig ruimte voor inbreiding. Op het gewestplan<br />
komen nog drie niet ontwikkelde woonuitbreidingsgebieden voor. Een korte beschrijving van de ligging,<br />
het huidig ruimtelijk voorkomen, de randvoorwaarden en de ontsluitingsmogelijkheden laat toe om een<br />
evaluatie per gebied te maken.<br />
1. Woonuitbreidingsgebied Solveld<br />
16 Telling A33<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
46<br />
De totale oppervlakte van het woonuitbreidingsgebied<br />
bedraagt 10 ha 66.<br />
Een groot deel van deze oppervlakte is reeds<br />
ingenomen door diverse functies waaronder de<br />
<strong>gemeente</strong>lijke begraafplaats, de sporthal, een 10tal<br />
woningen in open bebouwing aan de<br />
Solveldstraat en tuinen behorend tot de woningen<br />
aan de Rillaarseweg en de Dorpsstraat. De nog<br />
niet bebouwde ruimte met een oppervlakte van 6<br />
ha 37 is overwegend in agrarisch gebruik. Door de<br />
huidige configuratie van bebouwde en<br />
onbebouwde ruimte valt deze laatste uiteen in drie<br />
afzonderlijke segmenten.<br />
Voor de zone tussen de Dorpsstraat en de<br />
Solveldstraat (1 ha 70) werd een principieel<br />
akkoord voor ontwikkeling toegekend (PriAk).
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
2. Woonuitbreidingsgebied Meensel<br />
3. Woonuitbreidingsgebied Kruisveld<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
Uittreksel Altas woonuitbreidingsgebieden<br />
(Roze: PRIAK - nr 24135_01 -: principieel akkoord<br />
1,7 ha,<br />
Rood: reeds ingenomen woonuitbreidingsgebied,<br />
Grijs: te onderzoeken gebied<br />
47<br />
Het woonuitbreidingsgebied in Meensel is gelegen<br />
aan de Kapellekensweg aan de overzijde van deze<br />
straat voorziet het gewestplan een woongebied met<br />
landelijk karakter onder de vorm van een lint.<br />
Het woonuitbreidingsgebied heeft een oppervlakte<br />
van 6 ha 37 waarvan 3 ha 15 reeds ingenomen is<br />
door woonbebouwing en een bedrijf, het niet<br />
bebouwde deel is in agrarisch gebruik. Het gebied<br />
maakt deel uit van de open ruimte.<br />
Het woonuitbreidingsgebied “Kruisveld” met een<br />
oppervlakte van 4 ha 54 a is gesitueerd binnen het<br />
bouwblok (woongebied) tussen de Heuvelstraat,<br />
Kruisstraat en Blerebergstraat en wordt momenteel<br />
ingenomen door verschaalde weiden en aangelegde<br />
privé-tuinen.<br />
Het woonuitbreidingsgebied kan nog op diverse<br />
plaatsen ontsloten worden omwille van het feit dat<br />
het woongebied in de belendende straten nog niet<br />
volledig bebouwd is.
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
5. Woongebied Sint-Annastraat – Zonnedrieslaan<br />
6. Woongebied Stekstraat – Dorpsstraat – Rillaarseweg<br />
Tabel 7 : bouwmogelijkheden in ingesloten gebied<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
Aansluitend aan de bestaande serviceflats en<br />
grenzend aan de Sint-Annastraat en de<br />
Zonnedrieslaan ligt nog een onbebouwd perceel<br />
met een oppervlakte van 0 ha 35.<br />
48<br />
Binnen het woonweefsel heeft <strong>Tielt</strong> nog een<br />
verdichtingmogelijkheid ten noorden van de<br />
Dorpsstraat.<br />
Het gebied heeft een oppervlakte van 1 ha 48. De<br />
bestaande eigendomsstructuur maakt een directe<br />
ontwikkeling onmogelijk<br />
nummer Naam oppervlakte capaciteit opmerkingen<br />
totaal ingnomen onbebouwd 15 wo/ha<br />
1 Solveld 10,66 4,29 6,37 96 principieel akkoord 1ha70<br />
3 Kruisveld 4,82 0,28 4,50 68 omsloten woonuitbreidingsgebied<br />
5 Zonnedrieslaan 0,35 0,35 5 serviceflats<br />
2 Meensel-Kapellekensweg 6,37 3,15 3,22 48 open ruimtegebied<br />
6 Stekstraat-Dorpstraat 1,48 1,48 22 moeilijke eigendomsstructuur<br />
4.1.12 Diensten en voorzieningen<br />
Kaart 21 : Diensten en voorzieningen<br />
4.1.12.1 <strong>Tielt</strong><br />
De diensten en voorzieningen in <strong>Tielt</strong> komen verspreid voor in de nederzettingsstructuur met de<br />
basisschool imposant aanwezig langs de Rillaarseweg en de serviceflats iets verdoken, maar goed<br />
geïntegreerd in het dorpsweefsel, aangevuld met het chirolokaal. De zone met kerkhof en sporthal<br />
situeren zich tussen het dorp en het natuurgebied de Ralishoek. Ze zijn bereikbaar vanaf de Dorpsstraat
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
langs de Ralisweg. Het <strong>gemeente</strong>huis en de bibliotheek zijn imposant aanwezig aan de kruising<br />
Rillaarseweg-Blerebergstraat, zonder evenwel een dorpscentrum te markeren.<br />
In Kraasbeek aan de N2 bevindt zich de remise van de lijn.<br />
4.1.12.2 St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
De dienstenstrook is het geheel van de bejaardenhome, de kinderkribbe, de scholen, het<br />
gemeenschapscentrum, de post, het OCMW en de kerk. Deze functies bevinden zich op een wellicht<br />
toevallige, maar ruimtelijk sterk gestructureerde oost - west gerichte strook. De <strong>gemeente</strong>lijke sportvelden<br />
grenzen aan deze strook.<br />
Het functioneel gebruik is evident: het is een aaneenschakeling van publieke functies. De strook vormt de,<br />
niet direct waarneembare, ruggengraat van de woonkern. Binnen de strook zijn er een aantal informele<br />
voetgangersdoorsteken mogelijk.<br />
De strook is grotendeels verborgen. Ze bevindt zich op de binnengebieden van de bouwblokken. De<br />
school die een groot gedeelte van de strook beslaat heeft de vorm van een open campus. De gebouwen<br />
werden volgens een orthogonaal raster ingeplant en open stukken werden met groen ingevuld. Hetzelfde<br />
orthogonaal patroon is terug te vinden in het gemeenschapscentrum.<br />
4.1.12.3 Meensel-Kiezegem<br />
Op de kruising tussen de Kappelekensweg en de Keelstraat ligt het ontmoetingscentrum dat de link vormt<br />
tussen de twee kernen.<br />
4.1.12.4 Overzicht van het diensten en voorzieningenaanbod<br />
Administratie<br />
− Gemeentehuis in <strong>Tielt</strong>, hoek Blerebergstraat, Kruisstraat<br />
− OCMW in St.-Joris-<strong>Winge</strong>, hoek Leuvensesteenweg - Oude Tiensesteenweg<br />
Cultuur<br />
− ‘de Maere’ Gemeenschapscentrum en bibliotheek St.-Joris-<strong>Winge</strong>, Leuvensesteenweg<br />
− ’t Jongensschool, ontmoetingscentrum en bibliotheek, Blerebergstraat <strong>Tielt</strong><br />
− Oud <strong>gemeente</strong>huis: ontmoetingscentrum en bibliotheek, Haldertstraat Houwaart<br />
− Ontmoetingscentrum en bibliotheek, Keelstraat Meensel<br />
− ‘Huize Hageland’, Toeristische dienst en heemkundige kring, Oude Pastoriestraat, <strong>Tielt</strong>,<br />
− ‘Oude Melkerij’, Heuvelstraat, <strong>Tielt</strong><br />
Onderwijs<br />
− Gesubsidieerde Vrije Basisschool, Rillaarseweg <strong>Tielt</strong>, kleuter- en lager onderwijs<br />
− Gesubsidieerde Vrije Basisschool, Statiestraat <strong>Tielt</strong>, kleuteronderwijs<br />
− Gesubsidieerde Vrije Basisschool, Heuvelstraat <strong>Tielt</strong>, kleuteronderwijs<br />
− Gesubsidieerde Vrije Basisschool, Binkomstraat Meensel, kleuteronderwijs<br />
− Vrije basisschool ‘Sint-Joris’, Tiensesteenweg St.-Joris-<strong>Winge</strong>, kleuter- en lager onderwijs<br />
− Gemeenschapsonderwijs, basisschool ‘de <strong>Winge</strong>’, Glabbeeksesteenweg St.-Joris-<strong>Winge</strong>, kleuteren<br />
lager onderwijs<br />
− Vrije Basisschool, Haldertstraat Houwaart, kleuter- en lager onderwijs<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
49
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4.2 ECONOMISCHE STRUCTUUR<br />
4.2.1 Bestaande ruimtelijk economische structuur<br />
Kaart 22 : Bestaande economische structuur<br />
4.2.1.1 Bedrijventerrein<br />
De <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong> <strong>Winge</strong> heeft geen bedrijventerrein. De ambachtelijke zone die is voorzien op het<br />
gewestplan is samen met een deel van het naastliggende woonuitbreidingsgebied volledig ingenomen<br />
door de grote verkoopsoppervlakten van handelszaken, nl. het Gouden Kruispunt.<br />
4.2.1.2 Bedrijven in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong><br />
In de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> zijn er 153 bedrijven 17 (2004). Het handelt hier enkel om ‘bedrijven‘ in de<br />
enge zin van het woord (actieve ondernemingen in de industrie, de bouwnijverheid en de vervoersector)<br />
en dus ook niet over landbouwbedrijven.<br />
Deze bedrijven liggen verspreid in gans de <strong>gemeente</strong>. In <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> kan men spreken van ‘verweving<br />
van de bedrijven’. De ruimtelijke spreiding van deze bedrijven is diffuus maar er kan gesproken worden<br />
van lichte concentraties:<br />
− De omgeving van de steenweg Leuven-Diest (N2) inclusief de kern van <strong>Winge</strong>,<br />
− De oostelijke linten van <strong>Tielt</strong> (Heuvelstraat),<br />
− De omgeving van <strong>Tielt</strong> centrum,<br />
− De ruime omgeving van Meensel-Kiezegem.<br />
Naar aard van de bedrijvigheid is de bouwnijverheid met 105 actieve ondernemingen het sterkst<br />
vertegenwoordigd. De industriële activiteit met 37 ondernemingen is vooral actief in de metaalbewerking.<br />
Naar bedrijfsgrootte (aantal personen tewerkgesteld) handelt het voor de meerderheid over kleine<br />
ondernemingen met minder dan 5 personen tewerkgesteld. Voor 19 bedrijven 18 ligt de tewerkstelling<br />
boven de 5 personen.<br />
In <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> werd het sectorale B.P.A. zonevreemde bedrijven bij ministerieel besluit van 16 januari<br />
2006 goedgekeurd. In het vooronderzoek werden 34 zonevreemde, gedeeltelijk zonevreemde of<br />
potentieel zonevreemde bedrijven werden gedetecteerd. 13 bedrijven werden geselecteerd voor opname<br />
in het Sectoraal B.P.A. Bij de goedkeuring door de minister werd 1 bedrijf uitgesloten (zie 2.4.2. en 6.2).<br />
De landbouwsector is in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> sterk vertegenwoordigd. De landbouwbedrijven bevinden zich vooral<br />
in het zuiden van de <strong>gemeente</strong>. In 2004 waren er 156 19 actieve ondernemingen in de landbouw, jacht en<br />
bosbouw sector (zie verder blz. 58).<br />
4.2.2 Handel, horeca en diensten<br />
Kaart 23 : Situering handel en diensten<br />
In 2004 waren er in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> 439 ondernemingen in handel, horeca en diensten actief 20 . De handel<br />
met 190 ondernemingen is het sterkst vertegenwoordigd. In de horeca 72 ondernemingen actief en de<br />
overige ondernemingen zijn actief in de private en persoonlijke dienstverlening.<br />
De concentratiegebieden van handel, horeca en diensten situeren zich :<br />
− Langsheen de N2 (St.-Joris-<strong>Winge</strong>, Gouden Kruispunt, Kraasbeek en nabij Bekkevoort),<br />
− In de dorpskom van <strong>Tielt</strong> langs de Rilaarseweg en de Blerebergstraat,<br />
− Aan de Heuvelstraat en de dorpskern van Meensel.<br />
− In de kernen van Houwaart, en Kiezegem zijn er bijna geen handelsvoorzieningen aanwezig.<br />
17 NIS (ECODATA) Actieve ondernemingen volgens 17 activiteiten NACEBEL1, 2004.<br />
18 GOM Vlaams-Brabant<br />
19 NIS (ECODATA) Actieve ondernemingen volgens 17 activiteiten NACEBEL1, 2004.<br />
20 NIS (ECODATA) Actieve ondernemingen volgens 17 activiteiten NACEBEL1, 2004.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
50
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
De N2 en het Gouden Kruispunt<br />
− De grootste concentratie van handel vinden we uiteraard terug rond het Gouden Kruispunt. Deze<br />
vestiging kent succes binnen de regio. Het is immers uitstekend bereikbaar (voor de auto) door zijn<br />
ligging op het kruispunt van de N2 Leuven-Diest en de N223 Tienen-Aarschot. Voor het type<br />
handelszaak dat zich hier vestigde (huishoudartikelen, inrichting, meubels, … ), is een goede<br />
autobereikbaarheid zeer belangrijk. Het zijn hoofdzakelijk grote verkoopsoppervlakten die meestal<br />
deel uitmaken van ketens die zich doorgaans op zulke locaties vestigen (Krefel, Giraf, HDVD, ALDI,<br />
Brantano… ). Het soort producten dat hier wordt aangeboden is zeer divers, met een bijzondere<br />
concentratie aan huishoudartikelen. Naast deze ‘grands surfaces’ zijn er een aantal complementaire<br />
handels- en horecazaken. Het betreft vooral kleinere winkels of horecazaken die profiteren van de<br />
grote aantrekkingskracht van de grotere handelszaken. Deze concentratie waaiert uit richting<br />
Lubbeek.<br />
− Een tweede concentratie van een totaal andere orde vinden we in de kern van St.-Joris-<strong>Winge</strong>. Hier<br />
vinden we vooral kleinhandel en voorzieningen op de schaal van de kern. Typerend is de<br />
verwevenheid van handel en wonen en de kleinschaligheid van de zaken (kleinhandel, horeca en<br />
banken). De concentratie langsheen de N2 kent een uitloper langs de oude Tiensesteenweg.<br />
− Een derde concentratie aan de N2 bevindt zich hoogte van de busstelplaats. Hier vinden we een<br />
aantal historisch gegroeide horecazaken (tramstation) en een aantal recentere baanwinkels en<br />
garages. Tussen de stelplaats en de kern van St.-Joris-<strong>Winge</strong> en tussen Kraasbeek en de grens met<br />
Bekkevoort komen verspreid enkele grotere handelszaken voor.<br />
Concentratiegebied Blerebergstraat en Heuvelstraat te <strong>Tielt</strong><br />
De kleinhandel en diensten concentreren zich vooral langs de Blerebergstraat. Hier is een opvallende<br />
vertegenwoordiging van horecazaken.<br />
Verder treffen we verspreide handel en diensten aan langs een “ring” van straten rond het natuurgebied<br />
Ralis en Bleuken: de Bergstraat, de Dorpsstraat, de Reststraat, de Voortstraat en de Heuvelstraat.<br />
Concentratiegebied dorpskern Meensel<br />
Langsheen de Binkomstraat en de Wersbeekstraat bevinden zich enkele kleinhandelszaken en banken<br />
op de schaal van de kern. Ook hier is de verwevenheid met het wonen typerend. Er is geen opvallende<br />
specialisatie en de voorzieningen zijn goed gebalanceerd.<br />
4.2.3 Ontginningen<br />
In het zuiden van de <strong>gemeente</strong> situeert zich een zandontginningsgebied. Deze economische activiteit is<br />
beperkt van schaal. De bestaande zandgroeven zijn nog in uitbating. Er is een aanvraag voor een<br />
installatie klasse 1, voor het verwerken van bouwafval. Er is ook een aanvraag ingediend voor het<br />
aansnijden van een 2 e groeve, evenwel buiten de ontginningszone aangeduid op het gewestplan.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
51
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4.2.4 Tewerkstelling<br />
Tabel 8 : Kenmerken van de tewerkstelling 2004<br />
totale bevolking 9.877<br />
bevolking op beroepsactieve leeftijd 6.308 18 tot 64 jaar<br />
beroepsbevolking 4.774 werkende bevolking en de werkloze bevolking<br />
aantal werkenden 4.523<br />
werklozen 252 NWWZ – niet werkende werkzoekenden<br />
activiteitsgraad 75,7<br />
verhouding beroepsbevolking t.o.v. bevolking op beroepsactieve<br />
leeftijd<br />
werkloosheidsgraad 5,3 verhouding werklozen t.o.v. de beroepsbevolking<br />
werkzaamheidgraad 71,7 verhouding werkenden t.o.v. de bevolking op beroepsactieve leeftijd<br />
totale werkgelegenheid 1.922 aantal arbeidsplaatsen<br />
werkgelegenheidsgraad 30,5<br />
verhouding totale werkgelegenheid t.o.v. bevolking op<br />
beroepsactieve leeftijd<br />
RSZ-werkgelegenheid 1.237 arbeidsplaatsen in dienstverband – werknemers (2001)<br />
RSVZ-werkgelegenheid 569 Zelfstandigen (2001)<br />
Bron: APS Interactieve Gemeentelijke en Regionale Databank, RSZ en RSVZ<br />
4.2.4.1 Beroepsbevolking.<br />
De beroepsbevolking wordt gedefinieerd als dat deel van de bevolking dat werkt of dat bereid is te<br />
werken. Bij de telling van de beroepsbevolking wordt rekening gehouden met alle personen die in de<br />
<strong>gemeente</strong> wonen en die arbeid kunnen verrichten. Werklozen, brug- en pre-gepensioneerden, personen<br />
in loopbaanonderbreking e.d. worden in deze statistieken opgenomen. De beroepsbevolking bestaat dus<br />
enerzijds uit de effectief tewerkgestelde bevolking (loontrekkende en zelfstandigen) en anderzijds uit de<br />
werkzoekende en niet-werkende bevolking. Op 1 januari 2004 telde de beroepsbevolking in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong><br />
4.774 personen. Vergeleken met 1997 is de beroepsbevolking toegenomen met 348 personen. Deze<br />
toename komt overeen met de evolutie van het demografisch leeftijdsprofiel van de bevolking in de<br />
<strong>gemeente</strong>.<br />
Inzake werkloosheid is er alleen gekeken naar kenmerken van de uitkeringsgerechtigde volledig<br />
werklozen. Naast deze werklozen zijn er nog andere categorieën van werkzoekenden, namelijk de :<br />
− overige niet-werkende werkzoekenden; schoolverlaters en vrij ingeschrevenen;<br />
− werkende werkzoekenden; werklozen die een deeltijdse betrekking hebben aanvaard om aan de<br />
werkloosheid te ontsnappen en de vrij ingeschrevenen;<br />
− werkzoekenden die tewerkgesteld zijn via allerlei overheidsmaatregelen tot oplossing van de<br />
werkloosheid.<br />
Bovendien zijn er in de loop der jaren diverse maatregelen uitgevaardigd waardoor grote aantallen<br />
werklozen uit de werkloosheidsstatistieken verdwijnen, maar die ten laste blijven van de<br />
werkloosheidsverzekering (zoals brugpension, loopbaanonderbreking, werkloosheidsonderbreking<br />
omwille van sociale en familiale redenen, ...). De verwerkte gegevens hebben enkel betrekking op de<br />
volledig uitkeringsgerechtigde werklozen.<br />
De werkloosheidsgraad of de verhouding van het aantal werklozen ten opzichte van de beroepsbevolking<br />
is in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> met 5,3% in januari 2004 lager dan het arrondissement (6,4%) of in Vlaanderen met 8%.<br />
In januari 2006 is de werkloosheidsgraad gedaald naar 4,9% een daling die zich ook voordoet in het<br />
arrondissement en in de provincie.<br />
4.2.4.2 Werkgelegenheid<br />
Er dient wel rekening gehouden te worden met het feit dat niet alle arbeidsplaatsen worden ingenomen<br />
door inwoners uit de eigen <strong>gemeente</strong>. Er zijn ook enkele werknemers uit de omliggende <strong>gemeente</strong>n die in<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> komen werken, zoals er vanzelfsprekend heel wat <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>naren buiten hun <strong>gemeente</strong><br />
werken (o.a. in Leuven). <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> zelf heeft een lage tewerkstelling met 1.922 arbeidsplaatsen in<br />
2004. Het aantal arbeidsplaatsen is sinds 1997 toegenomen met 159 eenheden. De<br />
werkgelegenheidsgraad, dit is het aantal arbeidsplaatsen in verhouding tot de bevolking op<br />
beroepsactieve leeftijd, bedraagt 30,5%, zodat duidelijk wordt dat <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> een pendel<strong>gemeente</strong> is.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
52
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4.2.5 Conclusie<br />
− <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is een pendel<strong>gemeente</strong>. De aanwezige bedrijven vullen maar een deel van de<br />
tewerkstellingsbehoefte op bij de bevolking.<br />
− <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> heeft geen grote bedrijven, noch inzake tewerkstelling, noch inzake oppervlakte. De<br />
meeste bedrijven situeren zich in de groot- en kleinhandel. Dat heeft te maken met de aanwezigheid<br />
van de winkelconcentratie het ‘Gouden Kruispunt’. De grootste concentratie inzake tewerkstelling<br />
wordt dan ook gevormd door de kleinhandelsconcentratie ‘Gouden Kruispunt’.<br />
− Doordat het enige ambachtelijke bedrijventerrein ingenomen werd door detailhandel, het ‘Gouden<br />
Kruispunt’ zijn de echte ambachtelijke bedrijven sterk verspreid in de <strong>gemeente</strong> terug te vinden.<br />
− Andere belangrijke sectoren zijn de landbouw, bouw en diensten.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
53
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4.3 RECREATIEVE STRUCTUUR<br />
4.3.1 Bestaande toeristische structuur<br />
Kaart 24 : Bestaande recreatieve structuur<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is het centrum van het Hageland. Gezien de grote variatie aan waardevolle landschappen<br />
met uitgestrekte bossen en landbouwgronden, panorama’s en uitzichtpunten, holle wegen, e.a. is er<br />
ruime mogelijkheid voor wandelen en fietsen. De grote troeven van de <strong>gemeente</strong> zijn gelegen in een<br />
groot potentieel aan toeristische infrastructuur met zachte recreatie, met de toeristische infobalie in het<br />
Huize Hageland als middelpunt. Tal van thematische, uitgestippelde routes vooral op lokaal maar ook op<br />
regionaal niveau werden uitgewerkt.<br />
De toeristische potenties steunen op een aantal specifiek <strong>Tielt</strong>-Wingse verschijnselen:<br />
− Het Walenbos, Troostembergbos,<br />
− De monumentale aanwezigheid van de kerken in het landschap (Onze-Lieve-Vrouw op de Berg, St.-<br />
Martinus in Optielt,… ),<br />
− De zichten van op de plateaus,<br />
− De kasteeldomeinen: het wijnkasteel Haksberg, Kleerbeek, Roberti de Winghe,<br />
− De Gemp van St.-Joris-<strong>Winge</strong>,<br />
− De landelijkheid van Meensel-Kiezegem, Houwaart, …<br />
− Het golfterrein,<br />
− Het inkoopcentrum “gouden kruispunt”<br />
Huize Hageland<br />
Dit centrum huisvest verschillende <strong>gemeente</strong>lijke diensten met name de toeristische dienst, dienst jeugd,<br />
dienst buitenschoolse kinderopvang, dienst socio-economie en het plaatselijk<br />
werkgelegenheidsagentschap en lokale werkwinkel. Van hieruit vertrekken een aantal bewegwijzerde<br />
wandelingen doorheen de <strong>gemeente</strong>. Dit pand biedt eveneens onderdak aan het Hagelandse<br />
heemkundige museum en het Vredesmuseum. Vanaf mei tot en met september kan men er, naast de<br />
reguliere openingsuren ook elke derde zondag van de maand terecht of op afspraak. Huize Hageland<br />
vervult een belangrijke rol in de uitbouw van de toeristisch en recreatieve infrastructuur binnen het<br />
Hageland.<br />
4.3.2 Dagrecreatie<br />
Het Hagelandse landschap is een van de belangrijkste toeristische troeven van de <strong>gemeente</strong>. Daarnaast<br />
zijn er tal van bezienswaardigheden die toeristisch gepromoot worden.<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is vooral een fiets- en wandel<strong>gemeente</strong>. Op het grondgebied van de <strong>gemeente</strong> bevinden zich<br />
meer dan 20 fietsroutes. Er zijn eveneens meer dan 20 wandelroutes en uniek voor Vlaanderen is een<br />
nieuw wandelnetwerk. De toeristische dienst van de provincie Vlaams-Brabant heeft in samenwerking met<br />
de <strong>gemeente</strong>n Rotselaar, Holsbeek en <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> een wandelnetwerk ontworpen en uitgewerkt in de<br />
<strong>Winge</strong>vallei. Twaalf bestaande en acht nieuwe wandellussen werden met elkaar verbonden tot een<br />
netwerk dat een oneindige variatie van wandelroutes mogelijk maakt. Ook zijn er tal van bewegwijzerde<br />
fiets- en mountainbikeroutes.<br />
Een weergave van de verschillende paden op de kaart toont aan dat de wandelingen nogal verspreid<br />
liggen over het grondgebied van de <strong>gemeente</strong>. Er zijn dus zowel wandelingen in de open ruimte als in de<br />
meer beboste zones van het Walenbos.<br />
Daarnaast is de <strong>gemeente</strong> ook een winkel<strong>gemeente</strong>. Het “gouden kruispunt” trekt dagelijks maar ook op<br />
zondag vele bezoekers.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
54
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4.3.3 Verblijfsrecreatie<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is geen echte toeristische verblijfs<strong>gemeente</strong>. De verblijfsrecreatie vertaalt zich vooral in de<br />
talloze weekendverblijfjes. Ze komen voor in twee verschillende vormen:<br />
− Het gebied voor verblijfsrecreatie Kaaskorf:<br />
Deze zone voor verblijfsrecreatie, verspreid over 2 verkavelingen werd ontwikkeld rond de jaren<br />
zeventig van vorige eeuw. Ze telt ongeveer 110 weekendverblijven. 75 daarvan zijn permanent<br />
bewoond. Ongeveer 50% van de totale zone voor verblijfsrecreatie is ingevuld. Voorlopig zijn er geen<br />
plannen om deze zone uit te breiden. Het gebied is voorzien van water, elektriciteit en telefoon maar<br />
er is geen riolering, gas of andere nutsvoorzieningen. In 2005 werd nog een vergunning verleend voor<br />
7 loten.<br />
− Concentraties van weekendverblijven<br />
Er zijn twee concentratiezones van weekendverblijven<br />
o Een zone in de zuidelijke rand van het Walenbos<br />
o Een zone in het Solveld<br />
o Een concentratie van weekendverblijven aan de Roeselberg<br />
− De verspreidliggende weekendverblijven<br />
Versrpreid over het grondgebied van de <strong>gemeente</strong> bevinden zich nog tal van weekendverblijven. Ze<br />
situeren zich hoofdzakelijk in het Bleuken en Motbroek.<br />
Voor weekendverblijven is het Vlaams uitvoeringsbesluit van 8 juli 2005 van toepassing op<br />
openluchtrecreatieve verblijven die vergunningsplichtig zijn en die gelegen zijn in bestemmingsgebieden<br />
waar verblijfsrecreatie is toegestaan maar permanent wonen niet toegestaan is. Weekendverblijven die<br />
zonevreemd gelegen zijn vallen niet onder dit uitvoeringsbesluit.<br />
In <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> zijn er een aantal locaties met hoeve- of plattelandstoerisme:<br />
− De Bempt – Keelstraat in Meensel<br />
− De Toren – Heibosstraat in Meensel<br />
− Motel In den Hoek – Leuvensesteenweg in Sint-Joris-<strong>Winge</strong><br />
− Groepen kunnen ook terecht in het Chirolokaal Esjewee in Sint-Joris-<strong>Winge</strong><br />
4.3.4 Voorzieningen voor sport en spel<br />
De sportinfrastructuur in de <strong>gemeente</strong> is uitgebouwd, zowel voor indoor activiteiten als accommodatie in<br />
open lucht. De sportinfrastructuren op <strong>gemeente</strong>lijk niveau (voetbalvelden, paardenpiste, hondenclub,… ),<br />
al dan niet zonevreemd, zijn verspreid gelegen over de verschillende deel<strong>gemeente</strong>n. Het grootste deel<br />
van de beschikbare sport- en recreatieterreinen liggen niet in de daartoe voorziene zones op het<br />
gewestplan. Het terrein in St.-Joris-<strong>Winge</strong> is het enige dat in recreatiegebied ligt.<br />
− Sporthal ‘t Solveld: dit is een recentelijk aangelegde sporthal, met een grotere sportzaal, een<br />
polyvalente zaal en twee squashterreinen. Het bevindt zich aan de Ralisweg. Tegenover de sporthal ’t<br />
Solveld bevindt zich een sport- en speelterrein van de <strong>gemeente</strong>.<br />
− Sportterreinen aan het gemeenschapscentrum in St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
− Gemeentelijk voetbalterrein: één voetbalterrein gelegen aan de Tiensesteenweg in St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
− Gemeentelijk basketbalterrein: een terrein dat in de toekomst ook dienst kan doen als volleybalterrein.<br />
− Gemeentelijk sportterrein: een kleiner sportterrein, geschikt voor basket en handbal, gelegen aan de<br />
Kriekebekestraat in Houwaart. Door de afspanning is het terrein moeilijk bruikbaar geworden.<br />
− Voetbalterreinen F.C. Meensel-Kiezegem: twee terreinen aan de <strong>Tielt</strong>sestraat te Meensel-Kiezegem.<br />
− Voetbalterrein F.C. Kraasbeek: één terrein gelegen aan de Puttestraat te <strong>Tielt</strong> en één aan de<br />
Kraasbeekstraat,<br />
− Voetbalterrein jeugd <strong>Tielt</strong>-Sport: één voetbalveld aan de <strong>Tielt</strong>sestraat te <strong>Tielt</strong>,<br />
− Voetbalterrein <strong>Tielt</strong>-Sport: twee voetbalvelden langs de Bleukenweg te <strong>Tielt</strong>. Deze twee terreinen<br />
liggen in waardevol agrarisch gebied.<br />
− Voetbalterrein F.C. Houwaart: één terrein langs de Tienbunderweg te Houwaart<br />
− Voetbalterrein S.J.V. Motbroek: twee terreinen gelegen langs de Kleerbeekstraat te St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
55
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
− Sporthal Basisschool De <strong>Winge</strong>: één sporthal en een polyvalente zaal, gelegen aan de Perklaan te<br />
St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
− Sportzaal ‘t Hagekind: kleine zaal aan de Bergstraat te <strong>Tielt</strong><br />
− Terrein van de <strong>Tielt</strong>se hondenvereniging Midden Brabant : gelegen aan de Boterstraat te <strong>Tielt</strong>, waar<br />
hondendressuur wordt gedaan<br />
− Terrein van de Hagelandruiters: gelegen aan de Tiensesteenweg te St.-Joris-<strong>Winge</strong> (eigendom<br />
kerkfabriek)<br />
− Terrein van de Wingse golfclub: gelegen aan de N2 in St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
4.3.5 Voorzieningen voor jeugdactiviteiten (situatie 2005)<br />
Momenteel zijn er een vijftal jeugdbewegingen actief in de <strong>gemeente</strong>.<br />
− Chiro <strong>Tielt</strong>: Deze vereniging telt 120 leden en heeft lokalen en een speelplein aan de Rillaarse Weg te<br />
<strong>Tielt</strong> recht tegenover de school.<br />
− Chiro St.-Joris-<strong>Winge</strong>: De chirogroep van deze deel<strong>gemeente</strong> telt zowat 100 leden. De lokalen en het<br />
speelveldje van de vereniging bevinden zich aan het gemeenschapscentrum in St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
− De jeugdwerking te Houwaart: Deze groep telt 40 leden en zijn gehuisvest in een lokaal aan de<br />
Haldertstraat achter de pastorij.<br />
− De KLJ Meensel: Deze jeugdvereniging van een 60-tal personen maakt gebruik van een lokaal in het<br />
ontmoetingscentrum aan de Keelstraat en de Kapellekensweg<br />
− De KLJ te Kiezegem: de groep telt zowat 40 personen en heeft een lokaal aan de kerkstraat te<br />
Kiezegem.<br />
De speelterreinen:<br />
− terrein aan de parochiezaal Houwaart<br />
− voetbalpleintje chiro <strong>Tielt</strong><br />
− speelpleintje <strong>Winge</strong>veld<br />
− speelterrein aan het ontmoetingscentrum Meensel-Kiezegem<br />
− Speelpleintje Sint-Jorisveld<br />
4.3.6 Recreatieve structuur van de woonkernen en de gehuchten<br />
4.3.6.1 <strong>Tielt</strong><br />
In <strong>Tielt</strong> is het Huize Hageland gevestigd. Van hieruit vertrekken een aantal bewegwijzerde wandelingen<br />
doorheen de <strong>gemeente</strong>. Dit pand biedt eveneens onderdak aan twee musea. Ernaast bevindt zich het<br />
‘kabouterbos’, een speelbos. Het Huize Hageland vervult een belangrijke rol in de uitbouw van de<br />
toeristische en recreatieve infrastructuur binnen het Hageland.<br />
’t Jongensschool in de kern van <strong>Tielt</strong> wordt vandaag gebruikt als gemeenschapscentrum en bibliotheek.<br />
De voetbalvelden van <strong>Tielt</strong> Sport liggen afgelegen langs de Bleukweg, midden in agrarisch<br />
landschappelijk waardevol gebied.<br />
De hondenclub / hondendressuur gelegen langs de Boterstraat, op een voormalige voetbalveld, is tevens<br />
zonevreemd gelegen in agrarisch landschappelijk waardevol gebied.<br />
De sportinfrastructuur aan ’t Solveld (sporthal) herbergt ongeveer 32 sportverenigingen, beoefenaars van<br />
typische indoorsporten zoals zaalvoetbal, gevechtssport, badminton, turnen, volley, tennis,… . . Er is<br />
echter een tekort aan een degelijk uitgeruste buitenruimte. Vooral voor de tennis met zijn 194 leden is er<br />
een gebrek aan tennisvelden, ook buitenterreinen.<br />
Verder is er nog boogschieten en dans in ’t Jongensschool, een biljartclub en duivensport in lokale<br />
cafeetjes.<br />
Voor de jeugd is er de Chiro Jevati, die een tekort aan buitenruimte hebben en het jeugdhuis Den Uitlaat.<br />
4.3.6.2 St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
In St.-Joris-<strong>Winge</strong> bevinden zich de restanten van het ooit welvarende Gemp. Deze site werd na de<br />
aanleg van de Leuvensesteenweg verlaten en werd grotendeels bewaard in zijn oorspronkelijke toestand.<br />
Hier bevindt zich onder andere de gempmolen. Het kasteel van Roberti de Winghe en het aanpalende<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
56
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
golfterrein vormen eveneens een recreatieve attractiepool. Het gemeenschapscentrum in de kern van de<br />
deel<strong>gemeente</strong> trekt bezoekers aan uit heel de regio.<br />
In St.-Joris-<strong>Winge</strong> is er een concentratie van diensten en recreatie. Hierin bevinden zich scholen, een<br />
gemeenschapscentrum, de post, een rusthuis, voetbalveld, jeugdhuis,… . In het gemeenschapscentrum<br />
‘De Maere’ worden verschillende recreatieve activiteiten beoefend. In de omgeving situeren zich tevens<br />
het Balanske vzw (Gezins Activiteiten Centrum) en de BKO (buitenschoolse kinderopvang).<br />
In de sporthal ‘De <strong>Winge</strong>’ wordt omnisport en volley georganiseerd.<br />
Het voetbalveld VC <strong>Winge</strong> is gelegen in dagrecreatiegebied volgens het gewestplan.<br />
Langs het gemeenschapscentrum situeren zich nog twee jeugdlokalen; Chiro Esjeewee en Jeugdclub<br />
Contact.<br />
Het oefenterrein van de Hagelandruiters bevindt zich iets ten zuiden van het centrum van St.-Joris-<strong>Winge</strong>.<br />
4.3.6.3 Meensel-Kiezegem<br />
Meensel-Kiezegem is een typisch landelijke kern, waar het plattelandstoerisme een belangrijk<br />
aantrekkingspunt vormt. Ook hier neemt de zachte recreatie (wandelen, fietsten) een belangrijke plaats in.<br />
Bezienswaardigheden zijn de twee kerken en het kleinschalige landbouwlandschap met zijn sterke reliëf<br />
rond de dorpskom van Kiezegem. De verschillende verenigingen situeren zich zeer verspreid over het<br />
grondgebied van Meensel en Kiezegem.<br />
De plaatselijke voetbalclub F.C. Meensel-Kiezegem, bestaande uit twee voetbalvelden, situeert zich<br />
zonevreemd.<br />
Het ontmoetingscentrum Meensel-Kiezegem is gelegen tussen de twee kernen Meensel en Kiezegem,<br />
hier bevinden zich twee clubs in boogschieten, wordt volksdans georganiseerd, en bevinden zich de<br />
jeugdactiviteiten van de KLJ-Meensel. De jeugdactiviteiten van de KLJ-Kiezegem situeren zich in de<br />
Kerkstraat te Kiezegem.<br />
4.3.6.4 Houwaart - Houwaartseberg<br />
In Houwaart zijn er de hellingen, (met de druiventeelt als experiment) en de bossen (op de Houwaartse<br />
berg, het Walenbos) in de omgeving. Hier ligt eveneens het kasteel van Kleerbeek. Het domein van de<br />
Kaaskorf ligt midden in een bosstructuur op de top van een getuigenheuvel, de Houwaartse berg. Het<br />
werd in het gewestplan voorzien als recreatiedomein. Er bevinden zich een groot aantal<br />
weekendverblijven.<br />
Het voetbalveld van F.C. Houwaart situeert zich ver buiten de kern van Houwaart zelf, zonevreemd.<br />
‘Jeugd Houwaart’ daarentegen bevinden zich wel in de kern, achter de pastorij, maar hebben een groot<br />
gebrek aan buitenruimte (’t Gedacht Houwaart).<br />
4.3.6.5 Kraasbeek<br />
In Kraasbeek zijn twee voetbalterreinen aanwezig. Het terrein aan de <strong>Tielt</strong>sestraat ligt in een zuiver<br />
landbouwgebied en is zonevreemd. Het terrein aan de Kraasbeekstraat/Puttestraat, gedeeltelijk binnen<br />
landelijk woongebied, is beter geïntegreerd in de woonkern.<br />
4.3.6.6 Motbroek - Roeselberg<br />
Op het einde van de Heikenstraat, tegen de golf, bevinden zich het voetbalveld van SJV Motbroek.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
57
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4.4 OPEN RUIMTESTRUCTUUR<br />
4.4.1 Globale structuur van de open ruimte<br />
Structuurbepalende rivier- en beekvalleien :<br />
− Structurerend op Vlaams niveau zijn de valleien van Demer en Dijle.<br />
− Structurerend op Provinciaal niveau zijn de valleien van de <strong>Winge</strong> en de Motte.<br />
Het hydrografisch net van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> behoort tot het bekken van de Demer. De meeste rivieren en beken<br />
in het Hageland kennen een min of meer parallel verloop (Motte en Demer, <strong>Winge</strong> en Molenbeek,<br />
Begijnenbeek, Velp, Grote Gete, Kleine Gete). Uiteraard hangt dit samen met de oriëntatie van de<br />
heuvels.<br />
Door dit samenspel van geologie en hydrografie zijn de rivieren en beken in het Hageland zeer<br />
structurerend voor de ruimte. Ze bepalen niet alleen het typische beeld van het Hageland, maar<br />
bepaalden ook de ontwikkeling en ontginning van het landschap door de mens. De beken vormen dikwijls<br />
lineaire groenelementen in het landschap die van belang zijn als ecologisch netwerk.<br />
Structuurbepalende natuurgebieden :<br />
− Structurerend op Vlaams Niveau zijn de natuurgebieden van het noordelijk Hageland met in het<br />
bijzonder het Walenbos, de bossen van het zuidelijk Hageland en de getuigenheuvels.<br />
− Structurerend op Provinciaal niveau zijn de beboste getuigenheuvels, in het bijzonder de<br />
Houwaartse Berg, de kleine landschapselementen, de holle wegen en taluds van het Hageland.<br />
− De valleien van de <strong>Winge</strong> en de Motte behoren tot de habitatrichtlijngebieden.<br />
De ontginning van de bodem door de mens gebeurde op de meest rendabele stukken eerst. Andere<br />
stukken vormden het woeste land. In het Hageland werden de toppen van de heuvel, met hun schrale<br />
bodem niet ontgonnen zodat men hier nog vrij grote aaneengesloten gebieden met hoge natuurwaarde<br />
kan vinden. Anderzijds bleken te drassige valleien (Walenbos) moeilijk om te bewerken. In de<br />
valleigebieden van het noordelijke Hageland komen nog vrij grote eenheden ecologisch zeer waardevolle<br />
gebieden voor. Dit geldt vooral voor de Demervallei en de centraal Hagelandse vallei. Daarnaast zijn er<br />
de vochtige terreinen in de valleien die een grote ecologische potentie hebben.<br />
Structuurbepalende agrarische gebieden :<br />
− Op Vlaams Niveau zijn <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> en Webbekom de enige noord Hagelandse <strong>gemeente</strong>n met een<br />
dynamisch landbouwkarakter, terwijl het zuidelijk Hageland volledig als hoogdynamisch bestempeld<br />
wordt.<br />
− Op Provinciaal niveau is het Hageland een groot aaneengesloten land- en tuinbouwgebied<br />
De landbouwfunctie heeft een uitgesproken structurele functie voor de open ruimte. <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> ligt op de<br />
overgang tussen twee landbouwcomplexen 21 . Enerzijds is er het landbouwcomplex van de Demervallei<br />
(Tremelo, Rotselaar, Begijnendijk, Aarschot, Scherpenheuvel en Diest) in het noorden van de <strong>gemeente</strong><br />
en anderzijds het Hageland dat zich uitstrekt over het grootste deel van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>.<br />
4.4.2 Natuurlijke structuur<br />
Kaart 25 : Bestaande natuurlijke structuur<br />
Kaart 26 : Natuurlijke structuur<br />
De natuurlijke structuur is in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> goed vertegenwoordigd. Natuurlijke elementen of natuurwaarden<br />
zijn grosso modo terug te vinden in de grote boscomplexen, beekvalleien en kleine landschapselementen.<br />
4.4.2.1 Bossen en bosjes<br />
Kaart 27 : Bosstructuur – Boskartering<br />
Het Walenbos (1) is een gemengd loofbos met zeer hoge natuurwaarden. Het Walenbos is het grootste<br />
aaneengesloten bos van het Hageland, het grootste valleibos en één van de grootste bossen van<br />
21 Indeling volgens Everaet<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
58
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Vlaanderen. Het Walenbos heeft een uitgesproken natuurbehoud- en ontwikkelingsfunctie, maar tevens<br />
een educatieve en zachte recreatieve functie (wandelen) voor de bredere omgeving (Leuven, Aarschot,<br />
… )<br />
Het Walenbos bestaat uit een zeer grote verscheidenheid van goed ontwikkelde bostypes met daarnaast<br />
nog enkele open plekken, waaronder zegge- en rietruigten en verlaten verruigde graslanden. Aan de<br />
randen van het Walenbos bevinden zich verlaten of extensief begraasde graslanden. Het gebied is in<br />
handen van het Vlaams Gewest (290 Ha), het O.C.M.W. en de kerkfabriek en van privé eigenaars<br />
Het grootste deel van het Walenbos is reservaat (217 Ha), het andere deel is natuurgebied volgens het<br />
gewestplan.<br />
Het Troostembergbos (2) bevindt zich op de top en de steile hellingen van de Bensberg. Het bos is voor<br />
54 Ha in handen van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, afdeling bos en groen. Het overige is<br />
particulier bezit. De bestemming is natuurgebied.<br />
Het grootste deel van Ralishoek en Spinbroek (3) bestaat uit overwegend vochtig loofbos met vooral<br />
populieraanplantingen. Een ander bostype dat we hier vinden is het elzenbroek. Naast bossen komen<br />
hier verlaten graslandpercelen voor. De planologische bestemming is natuurgebied. Het grootste deel is<br />
in bezit van de kerkfabriek. Het overige is particulier bezit.<br />
De toppen van de Houwaartse berg (4) zijn sterk bebost. De bossen bestaan uit eiken- en berkenbossen,<br />
maar ook uit recentere aanplanten van Amerikaanse eik en tamme kastanje. Het gebied is grotendeels<br />
eigendom van de <strong>gemeente</strong> en is natuurgebied op het gewestplan. In dit bos ligt een recreatiezone voor<br />
weekendverblijven, de Kaaskorf.<br />
Op de zuidflanken van de Houwaartse berg zijn de steilste stukken sterk bebost, alhoewel zij in agrarisch<br />
gebied liggen.<br />
4.4.2.2 Beekvalleien<br />
Het brongebied van de Nieuwe motte bevindt zich in het gebied Kleerbeek (5). Het gebied bestaat uit drie<br />
delen, het eigenlijke brongebied met drie vijvers, een eikenbos en een parkbos. Het domein is privé<br />
eigendom en heeft de gewestplanbestemming parkzone.<br />
Meer stroomafwaarts de Nieuwe Motte, ten zuiden van de Nieuwe en de <strong>Tielt</strong>se Motte vinden we een<br />
kleiner natuurgebied, het Rafelsbroek (6) dat beheerd wordt door de VZW Natuurpunt.<br />
Dit gebied bestaat uit een afwisseling van loofbossen, ruigten en populieraanplantingen in voormalige<br />
weiden. Een aanzienlijk stuk van het gebied is natuurgebied op het gewestplan, de verbinding met het<br />
Walenbos is echter waardevol agrarisch gebied. Ook de <strong>Tielt</strong>se Motte vormt een link tussen een reeks<br />
kleinere gebieden die ecologisch waardevol tot zeer waardevol zijn.<br />
In het gebied het Bleuken (7) bevindt zich het brongebied van de <strong>Tielt</strong>se Motte. Het bestaat uit een<br />
oligotroof elzenbroek in het oostelijk gedeelte en vochtige ruigten en bossen in het westelijk gedeelte. In<br />
dit gebied zijn een aantal waterpartijen die gebruikt worden als visvijvers. Hier en daar zijn aanplanten<br />
van exoten. Het Bleuken is vooral particuliere eigendom. Kleinere stukken zijn eigendom van de<br />
<strong>gemeente</strong> en het O.C.M.W.<br />
De ijzerhoudende, vrij voedselarme zandgrond van deze Diestiaanheuvel uit zich duidelijk in de vegetatie.<br />
De Osseberg (8) is verbonden met het Bleuken waardoor een interessante gradiënt ontstaat van hoog<br />
naar laag en van droog naar vochtig. Hierdoor is een grote soortenrijkdom aanwezig.<br />
Rond de natte weiden van de Gempmolen en vijvers (9) vinden we een uitzonderlijk natuurgebied, dat<br />
naast een ecologische waarde ook een cultuurhistorische waarde bezit. De Molen en het klooster zijn de<br />
laatste getuigen van de ooit welvarende nederzetting Gemp. Het gebied is volledig particuliere eigendom<br />
en is natuurgebied op het gewestplan.<br />
De <strong>Winge</strong>beek ontspringt in Kiezegem en stroomt langs St.-Joris-<strong>Winge</strong> naar de <strong>Winge</strong>. Op de<br />
samenloop van de Slakkebeek en de <strong>Winge</strong>beek bevindt zich het Walenbroek (11).<br />
Het Walenbroek is een langgerekt broncomplex dat via enkele greppeltjes bronwater toevoegt aan de<br />
<strong>Winge</strong> en de Slakkebeek. Door de grote hoogteverschillen en de overgang van droog en nat is hier een<br />
zeer soortenrijke flora aanwezig. Hoewel de bestemming natuurgebied is, wordt groot deel van dit<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
59
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
broncomplex echter gebruikt door de landbouw. Het gebied heeft een uitloper langs de <strong>Winge</strong>beek tot in<br />
de bebouwde kom van St.-Joris-<strong>Winge</strong>.<br />
Eksternest en Overwinge (13) zijn gebiedjes die zich ten zuiden van de dorpskern van St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
bevinden. Het zijn twee bronbossen met kwelwater.<br />
Het Tafelbos (14) ligt in het zuiden van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> op de grens met Lubbeek. Het is een loofbos met<br />
populieraanplantingen.<br />
Ondanks de aangetaste biologische waarde is de vallei van De <strong>Tielt</strong>se Motte (16) belangrijk structurerend<br />
als verbindingsgebied tussen het Rafelsbroek en de Ralishoek, met de oude trambedding als<br />
structurerend gegeven.<br />
4.4.2.3 Kleine landschapselementen<br />
Kaart 28 : Kleine landschapselementen<br />
Naast de grotere eenheden natuur nemen de kleine landschapselementen een belangrijke plaats in<br />
binnen de natuurlijke structuur. Met kleine landschapselementen worden diverse kleinere eenheden<br />
natuur bedoeld. Het kan gaan om een holle weg, een haag, een alleenstaande boom, een dreef, een<br />
waterpoel… .<br />
Het Hageland stond ooit bekend om zijn kleine landschapselementen, nl. de hagen en heggen die de<br />
percelen afbakenden. Met de naoorlogse moderniseringen die werden doorgevoerd in de landbouw,<br />
werden de hagen gekapt en de holle wegen gedempt. Het intieme landschap (landschap met markante<br />
landschapselementen) verloor daardoor een groot stuk van zijn aantrekkingskracht. Wie echter goed kijkt<br />
ontwaart hier en daar de oorspronkelijke landschappelijke inrichting.<br />
Kleine landschapselementen vervullen vandaag meerdere functies :<br />
− Netwerkfunctie: ze vormen verbindingen tussen grotere natuurgebieden voor de verbreiding van<br />
fauna en flora. Zo zijn vleermuizen afhankelijk van verticale elementen in het landschap om met<br />
behulp van hun sonar de weg te vinden.<br />
− Refugiumfunctie: ze vormen een toevluchtsoord voor fauna en flora (bv vogels in holle wegen langs<br />
akkers).<br />
− Bufferfunctie : ze schermen schadelijke functies af (bv. buffergroen rond een weg als geluidsbarrière).<br />
− Esthetische functie: ze schermen storende bebouwing en activiteiten af in de open ruimte en brengen<br />
groen in de bebouwde ruimte.<br />
− Grensfunctie: in sommige gevallen bakenen ze eigendomstructuren af. Dit was vooral in vroegere<br />
tijden het geval.<br />
In het bosrijke noorden is de netwerkfunctie tussen de verschillende grotere eenheden natuur van groot<br />
belang terwijl in het agrarische zuiden de refugiumfunctie primeert.<br />
In <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> vinden we een groot aantal holle wegen, waar door de grote gradiënten in het fysische<br />
systeem (zonlicht, vochtgehalte, expositie) een grote soortenrijkdom kan ontstaan. De holle wegen<br />
werden uitgebreid besproken in het GNOP van de <strong>gemeente</strong>.<br />
Naast holle wegen worden de lineaire elementen langs wegen, onverharde veldwegen en beken<br />
eveneens tot de kleine landschapselementen gerekend. Zij vormen bakens (schermen) in het landschap<br />
en zijn belangrijke schakels in het ecologische netwerk.<br />
Verspreid in de <strong>gemeente</strong> komen slechts gefragmenteerde bospartijen voor. Deze zijn restanten van<br />
grote bospartijen. Het zijn vooral kleine landschapselementen met een belangrijke refugiumfunctie.<br />
− De heikant (17) bestaat uit een aantal moerassige weiden en sloten. Het is een gebied waar de<br />
oorspronkelijke landschappelijke inrichting (hagen, alleenstaande bomen) uitzonderlijk goed bewaard<br />
gebleven is. Het gebied is particuliere eigendom en gedeeltelijk beschermd als ecologisch<br />
waardevolle landbouwzone.<br />
− De omgeving van de Zilverberg (18) herbergt naast een paar bosjes en een droog heuveltopje, een<br />
vochtige kwelzone die zich situeert op de uiterste oostrand van het stroombekken van de <strong>Winge</strong>.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
60
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
− Het gebied Perkbos (19) bestaat uit een bronbosje en een populieraanplanting van ongeveer 25 jaar<br />
oud.<br />
− Het natuurgebied langs de Meenselbeek (20) zijn twee percelen langsheen de Meenselbeek die<br />
vroeger behoorden tot het “Bockhout Bosch”.<br />
− Het Kleizebos (21) behoorde vroeger eveneens tot het “Bockhout Bosch”. Het is een vrij voedselarm<br />
beuken-eiken bos met variaties van rijkere bostypes uit de eiken-berkenbosklasse.<br />
− Het gebiedje Heideberg (22) in het uiterste oosten van de <strong>gemeente</strong> is een terrein met struikgewas en<br />
heidevegetatie.<br />
− De Goelenberg (23) is een klein natuurgebiedje op de grens met Molenbeek-Wersbeek met een<br />
middeloude aanplanting van uitheemse boomsoorten.<br />
− Het natuurgebiedje Diependel (24) (‘Papenbosch’ op kadaster) bestaat uit een merkwaardig diep<br />
ingesneden bron- en valleigebiedje met plaatselijk erg steile flanken. Het flanken zijn grotendeels<br />
bebost met in de boomlaag voornamelijk zomereiken.<br />
− De oude Diestsebaan (25) als onverharde holle weg was de vroegere verbinding tussen Leuven en<br />
Diest. De weg loopt over het golfterrein en bevat door zijn fysische gradiënten een grote<br />
soortenrijkdom. Opvallend zijn de ijzerzandsteenlagen die hier dagzomen.<br />
4.4.2.4 Parken<br />
Het kasteelpark van Gemp (10) bestaat uit een aantal waterpartijen en oude bomen. Naast het<br />
kasteelpark bevindt zich een zeer waardevol bosperceel dat ingekleurd is als bosgebied. Aan het<br />
kasteelpark is een zonevreemd tuincentrum gelegen. Het park is natuurgebied op het gewestplan en is in<br />
privé bezit.<br />
Op de steile hellingen langs de <strong>Winge</strong>vallei staan fragmenten van een middeloud tot vrij oud bos. Voor de<br />
aanleg van het golfterrein (12) werden echter reliëfwijzigingen doorgevoerd en werden waardevolle<br />
stukken bos gekapt. In de vallei bevindt zich het Kasteelpark van het domein de <strong>Winge</strong> en enkele<br />
waterpartijen. De bestemming van dit gebied is natuurgebied. Het goed is in particuliere eigendom.<br />
Het Mierenbos en het Kasteelpark van Haksberg (15) zijn gelegen in het uiterste noorden van de<br />
<strong>gemeente</strong>. Hoewel het Mierenbos natuurgebied is, werd het grootste deel van dit bos bebouwd met<br />
villa’s. Bovendien werd het opgedeeld bij de aanleg van de E314. Opmerkelijk is het reliëf van de<br />
ijzerzandsteenheuvels. Ten noorden van de E314 bevinden zich de restanten van het kasteelpark van<br />
Haksberg. Dit park was een motorcrossterrein en hierdoor werd de natuurwaarde aangetast. Momenteel<br />
is het getransformeerd tot wijngaard.<br />
4.4.2.5 Concentratiezones<br />
In <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> vinden we een groot aantal gebieden en gebiedjes behorend tot de natuurlijke structuur.<br />
De kleinere natuurlijke gebiedjes zijn over het algemeen verspreid over de ganse <strong>gemeente</strong> toch komen<br />
ze op vier plaatsen in de <strong>gemeente</strong> meer concentreert voor.<br />
Concentratiezone van kleine bosjes :<br />
− Zuidwesten van Meensel-Kiezegem<br />
− Aan de Houwaartse berg<br />
Concentratiezone van kleine landschapselementen :<br />
− Ten zuiden van <strong>Tielt</strong> en het Walenbos<br />
− Ten oosten van Ralishoek<br />
4.4.3 Agrarische structuur<br />
4.4.3.1 Situering agrarisch grondgebruik<br />
Kaart 29 : Bestaande agrarische structuur<br />
Typisch voor het Hageland is de versnippering van de gronden en de zeer gemengde bestemming in de<br />
landbouw. De verklaring hiervoor moet onder andere gezocht worden in de kwaliteit van de bodem. De<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
61
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
bodem in het Hageland varieert van zandstreek in het noorden naar lemige zandstreek, droge<br />
zandleemstreek en natte zandleemstreek in het zuiden.<br />
Landbouwkundig is dit dus minder interessant dan bijvoorbeeld de leemstreek, waardoor men meer<br />
kleinere landbouwbedrijven kreeg. Bovendien werden de plaatselijke condities sterk bepaald door het<br />
fysische milieu (heuvels) zodat er een sterke differentiatie bestaat van de kwaliteit van de bodems. De<br />
toppen van de heuvels zijn meestal zanderig en schraal, terwijl de valleien eerder drassig zijn. De<br />
zuidhellingen kennen een betere waterhuishouding dan de schaduwkanten. Dit bepaalt het sterk<br />
gemengde karakter. Anderzijds is er de evolutie van eigendomsstructuur (Franse revolutie, pachten,<br />
huurgronden) die de versnippering verder heeft bewerkstelligd.<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> ligt op de overgang tussen twee landbouwcomplexen 22 . Het landbouwcomplex van de<br />
Demervallei (Tremelo, Rotselaar, Begijnendijk, Aarschot, Scherpenheuvel en Diest) ten noorden van de<br />
<strong>gemeente</strong> is in grote mate een “verstedelijkt complex” of “agrarisch complex met landbouw onder sterke<br />
ruimtelijke druk”. Het economische belang van de landbouw heeft hier aan belang ingeboet en de<br />
bedrijven hebben er een minder gunstige of ongunstig bedrijfspotentialiteit. De overheersende<br />
landbouwspecialisatie bestaat uit tuinbouw en intensieve veehouderij in het westen en uit akkerbouw en<br />
veehouderij in de andere <strong>gemeente</strong>n.<br />
De meer zuidelijke <strong>gemeente</strong>n van het Hageland vormen het meest agrarische deel van het<br />
arrondissement Leuven. Toch is de bedrijfspotentialiteit in dit gebied eerder ongunstig, uitgezonderd in<br />
Glabbeek waar de veiling gevestigd is. De bedrijvigheid in de landbouwsector kent hier een sterke<br />
afname. De landbouwspecialiteit bestaat uit fruitteelt en akkerbouw en de veehouderij. De Hagelandse<br />
fruitstreek gespreid over de <strong>gemeente</strong>n (Bekkevoort, Kortenaken, Glabbeek en Geetbets) behoort tot dit<br />
gebied. Hier is een uitgesproken landelijke karakter met vooral laagstam boomgaarden, met een vrij<br />
stabiele landbouwsector.<br />
Binnen de <strong>gemeente</strong> kunnen we grosso modo het onderscheid maken tussen een agrarisch grootschalig<br />
gebied ten zuiden van de N2 en op het plateau van het Kiekenbosveld en een kleinschalig gebied ten<br />
noorden van de N2 in de centrale Hagelandse vallei. De N2 vormt immers de overgang tussen de lemige<br />
zandstreek en de zandleemstreek, waar de gronden iets vruchtbaarder zijn. Bovendien zijn de hellingen<br />
in het zuiden minder uitgesproken dan in het noorden. Op het gewestplan merken we dat het noordelijk<br />
deel als landschappelijk waardevol agrarisch gebied werd ingetekend, terwijl het zuiden gewoon<br />
landbouwgebied is.<br />
In een groot gedeelte in het zuiden van de <strong>gemeente</strong> werd ruilverkaveling ingevoerd. Door deze ingrepen<br />
werden de gronden op een rationele manier herverdeeld om een betere exploitatie van de percelen<br />
mogelijk te maken. Buiten de bebouwde kommen is de landbouw hoofdgebruiker van de ruimte.<br />
Volgens de gegevens van de VLM 23 is 1.920 ha van het grondgebied van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> (4.416 ha in totaal)<br />
in agrarisch gebruik door de beroepslandbouwers. Dit is een percentage van 43,5%. Het areaal aan<br />
cultuurgrond verdeeld volgens teelten geeft volgende oppervlaktes :<br />
− Grasland 494 ha<br />
− Maïs 363 ha<br />
− Andere teelten 697 ha<br />
− Lage N behoeftige gewassen 366 ha<br />
Het totaal aan agrarische gebieden voorzien op het gewestplan bedraagt 2.989 ha. Zoals blijkt uit de<br />
aangifte van de mestbank worden niet al het agrarische gebied gebruikt voor landbouwdoeleinden. De<br />
gronden die niet worden gebruikt door de landbouw en in de landbouwzone liggen bevinden zich<br />
hoofdzakelijk:<br />
− langs de zuiderhelling van de Houwaartse berg<br />
− een groot aantal percelen tussen de Haldertstraat en de Nieuwe Motte<br />
− De natte gronden langs de vallei van de <strong>Tielt</strong>se Motte<br />
− Een aantal percelen langs de E314 en de zandige gronden aan de Berkenhoeve<br />
22 Indeling volgens Everaet<br />
23 Vlaamse Landmaatschappij, Statistische gegevens voor <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>, 2002<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
62
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
− De noorderhelling van de Roeselberg, Alsberg en Blereberg<br />
− De zuiderhelling van de Bensberg in de vallei van de <strong>Winge</strong><br />
− De percelen aan de N2<br />
− Een aantal percelen rond de dorpskom van Kiezegem<br />
− Een aantal percelen in het Kleizebos te Meensel<br />
Een aantal gronden worden wel gebruikt door de landbouw maar hebben volgens het gewestplan geen<br />
agrarische bestemming. Deze gronden bevinden zich:<br />
− Enkele percelen in het Walenbos (Natuurgebied)<br />
− Enkele percelen in het Ralisbroek (Natuurgebied)<br />
− Een aantal percelen langs de Nieuwe Motte (Natuurgebied)<br />
− Het natuurgebied ten noorden van de dorpskom van Kiezegem langs de <strong>Winge</strong>beek en de<br />
Slakkebeek wordt bijna helemaal aangewend voor landbouwdoeleinden.<br />
− Het woonuitbreidingsgebied te Meensel<br />
− Een natuurgebied ten noorden van de Meenselbeek<br />
− Enkele percelen aan de Molenbeek aan de voet van de Bensberg (Natuurgebied)<br />
− Percelen gelegen langs goed uitgeruste wegen in landelijke woonzone, die nog niet werden bebouwd.<br />
Tabel 9 : Oppervlakte agrarische gebieden volgens het gewestplan<br />
Gewestplan zone oppervlakte (ha) % van het grondgebied<br />
Agrarische gebieden 2.977 67,4<br />
Ecologisch waardevolle agrarische gebieden 12 0,27<br />
Totaal agrarische gebieden 2.989 6,7<br />
De tweede fase van het Vlaams open ruimtebeleid wordt, voor een groot aantal aaneengesloten<br />
landbouwgebieden voorgesteld de bestemmingen van de bestaande gewestplannen te herbevestigen<br />
volgens de methodiek die de Vlaamse regering hiervoor heeft vastgelegd op 3 juni 2005. Het zijn grote<br />
aaneengesloten gebieden waar het agrarisch gebruik primeert. Binnen de afbakening komen ook andere<br />
gewestplanzones voor zoals woongebied, recreatiegebied e.d. Voor volgende programmagebieden wordt<br />
een beleidsmatige herbevestiging van agrarische gebieden vooropgesteld :<br />
− dd02 Land- en tuinbouwgebied van Scherpenheuvel (± 343 ha).<br />
− vg01 Land- en tuinbouwgebied van Glabbeek, Waanrode, Molenbeek-Wersbeek en Meensel-<br />
Kiezegem (± 1.835 ha).<br />
4.4.3.2 Ruimtelijke situering van de landbouwbedrijven<br />
Kaart 30 : Landbouwgebruik<br />
Kaart 31 : Ruilverkavelingsgebied<br />
Kaart 32 : Percelen in landbouwexploitatie buiten landbouwgebied gewestplan<br />
Kaart 33 : Percelen in landbouwgebied, niet in exploitatie<br />
Kaart 34 : Ruimtelijke situering van de landbouwbedrijven<br />
De grootste concentratie van beroepslandbouwers bevindt zich ten zuiden van de N2 op het plateau van<br />
het Kiekenbosveld. In het zuiden vinden we vooral fruitbedrijven, terwijl in het noorden eerder gemengde<br />
bedrijven voorkomen.<br />
In 2004 waren er 156 24 actieve ondernemingen in de landbouw, jacht en bosbouw sector. In 2002 telde<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> nog 164 bedrijven in de landbouw, jacht en bosbouw sector.<br />
24 NIS (ECODATA) Actieve ondernemingen volgens 17 activiteiten NACEBEL, 2004.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
63
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Tabel 10 : Agrarische bedrijven volgen activiteit<br />
NACEBEL5 volgens 800 activiteiten Aantal ondernemingen<br />
Aard van de activiteiten 2002 2004<br />
Teelt van granen en andere akkerbouwgewassen, n.e.g. 50 41<br />
Groenteteelt 12 9<br />
Fruitteelt 54 46<br />
Rundveehouderij 9 10<br />
Schapen-, geiten-, paarden-, ezel-, muildieren- of muilezelhouderij 2 1<br />
Fokvarkenshouderij 5 7<br />
Varkensvetmesterijen 4 4<br />
Kippenkwekerijen 2 2<br />
Overige pluimveehouderijen 1 2<br />
Overige dierenfokkerijen 1 1<br />
Gemengd bedrijf 4 3<br />
Diensten in verband met de landbouw; aanleg en onderhoud van tuinen en parken 16 25<br />
Diensten in verband met de veeteelt, exclusief veterinaire dienstverlening 3 2<br />
Bosexploitatie 1 1<br />
Bloementeelt 0 2<br />
Volgens de statistische gegevens voor <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> (VLM 2002 25 ) zijn er in totaal 106 geregistreerde<br />
agrarische bedrijven. Een onderverdeling naar bedrijfstype en oppervlakte in gebruik per type geeft<br />
volgende resultaten :<br />
Tabel 11 : Agrarische bedrijven volgens bedrijfstype en gebruikte oppervlakte<br />
Bedrijfstype Aantal % Oppervlakte %<br />
bedrijven<br />
(ha)<br />
Akkerbouwers 40 38 573 35<br />
Combinatie van rundvee 17 16 115 7<br />
Melkvee 12 11 277 17<br />
Mestvee 1 1 5 0<br />
Varkens 4 4 16 1<br />
Pluimvee 2 2 2 0<br />
Combinatie rundvee en akkerbouw 15 14 271 17<br />
Combinatie<br />
veredeling<br />
rundvee, akkerbouw en 10 9 265 16<br />
Gemengde landbouw 5 5 117 7<br />
Bron : VLM 2002<br />
4.4.3.3 Conclusie agrarische structuur<br />
Van de totale grondoppervlakte in <strong>Tielt</strong> <strong>Winge</strong> is er 68% aangeduid als landbouwgebied op het<br />
gewestplan en 57 % daadwerkelijk bewerkt als landbouwgrond. Landbouw is een hoofdfunctie in de<br />
<strong>gemeente</strong>. De landbouw is grondgebonden en gemengd: akkerbouw, weide, boomgaarden en<br />
groenteteelten komen gemengd voor. In het zuiden (Meensel-Kiezegem) is er een concentratie van<br />
fruitteelt en van bedrijfszetels, in de valleien overheerst grasland.<br />
1. Groot aaneengesloten gemengd landbouwgebied.<br />
In het zuidelijk deel van de <strong>gemeente</strong> en in het noordoosten is de landbouwfunctie overheersend met<br />
relatief grote percelen, aaneengesloten landbouwzones en bedrijfszetels.<br />
2. Kleinschalig gemengd landbouwgebied<br />
In het noorden en het westen zijn er verschillende zones van beperkter omvang met kleinere<br />
percelen met eveneens akkerland, fruitteelt en grasland gemengd. De percelen zijn begrensd door<br />
zones die voor de landbouw minder interessant zijn: hellingen, drassige valleibodems, lintbebouwing.<br />
In deze zones is het aandeel hobby-landbouw overheersend.<br />
25 Aangifte mestbank<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
64
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
3. Weideland<br />
Buiten het gemengd landbouwgebied komen weilanden versnipperd voor in de valleien, die<br />
aansluiten bij de natuurgebieden. Verschillende gronden worden niet meer geëxploiteerd, zodat de<br />
natuur evenwaardig wordt aan het agrarisch gebruik. Een drietal weilanden zijn in een zone met<br />
natuurbestemming gelegen: in Walenbos, aan Ralishoek en aan het Walenbroek.<br />
4. Braakland<br />
Een relatief groot aantal percelen zijn niet meer in exploitatie omwille van de hellingsgraad van het<br />
terrein (Houwaartse berg, Galgenberg, Bensberg, Roeselberg, Alsberg en Blereberg) of omwille van<br />
de drassige valleibodems (<strong>Winge</strong>, Nieuwe Motte, <strong>Tielt</strong>se Motte). Een vermenging met of<br />
doorschuiven naar de bestemming natuur kan hier overwogen worden.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
65
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4.5 LIJNINFRASTRUCTUUR<br />
4.5.1 Globale beschrijving van het verkeersnetwerk<br />
Kaart 35 : Lijninfrastructuur categorisering<br />
De <strong>gemeente</strong> ligt op de kruising van de verbindingswegen tussen vier steden: Leuven, Diest, Aarschot en<br />
Tienen. De gewestweg N2 met een typische steenwegtypologie vormt de verbinding Leuven-Diest. De<br />
N223 bestaat deels uit de oorspronkelijke baan van Tienen naar Aarschot. Vanaf St.-Joris-<strong>Winge</strong> werd<br />
een nieuw tracé aangelegd naar het afrittencomplex 22 van de E314 in Aarschot. In het uiterste noorden<br />
van het grondgebied bevindt zich nog net het afrittencomplex 23 van de E314.<br />
De E314 behoort tot het Hoofdwegennet volgens het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. De N223 en de<br />
N2 zijn beide secundaire wegen op provinciaal niveau. De N223 is van het type I, de verbindingsfunctie<br />
voor gemotoriseerd verkeer (tussen Tienen en Aarschot) is van primair belang. De N2 is van het type III,<br />
waar prioriteit gegeven wordt aan openbaar vervoer en fietsers.<br />
In de <strong>gemeente</strong> zijn geen spoorwegen of bevaarbare waterwegen.<br />
4.5.2 Bepalende lokale wegen<br />
De wegen met interlokale verkeersfunctie zijn:<br />
− Schoonderbukenseweg – Zandstraat – Dorpsstraat – Blerebergstraat – Statiestraat<br />
− Rillaarseweg<br />
− Haldertstraat<br />
− Kasteeldreef – Kriebekestraat – Heikant<br />
− Glabbeeksesteenweg – Kapellekensweg – Attenrodestraat<br />
− Binkomstraat – Wersbeekstraat<br />
− Heibosstraat<br />
4.5.2.1 Verkeersintensiteiten<br />
De drukst bereden weg is de N2 (Leuvensesteenweg) met een etmaalintensiteit tussen 10.000 en 13.000<br />
voertuigen. Vooral de omgeving van het Gouden kruispunt kent de grootste intensiteit.<br />
De N223 (Aarschotsestenweg, Tiensesteenweg) is met een intensiteit van 6.000 voertuigen per etmaal de<br />
tweede drukst bereden weg in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>.<br />
De Blerebergstraat komt met 4.000 à 5.000 voertuigen per etmaal op de derde plaats. Het valt op dat<br />
deze intensiteit gelijkmatig verdeeld wordt over de Rillaarseweg en de Dorpsstraat (aansluiting E314),<br />
waaruit blijkt dat de doorgangsfunctie hoofdzakelijk lokaal gericht blijft en dat de aansluiting met de<br />
snelweg niet voor een grote toevloed van doorgaand verkeer zorgt. In de Blerebergstraat wordt de<br />
erffunctie het meest gestoord door het doorgaand verkeer.<br />
De overige wegen met een doorgaande ontsluitingsfunctie hebben een etmaalintensiteit tussen de 2.000<br />
en de 3.000 voertuigen: Haldertstraat, Heikant, Glabbeeksesteenweg, Halensebaan, Statiestraat,<br />
Wersbeekstraat, Binkomstraat, Tramstraat.<br />
4.5.2.2 Ongevallenconcentraties<br />
Kaart 36 : Ongevallenconcentraties<br />
In het mobiliteitsplan werden volgende plaatsen gekenmerkt als zwarte punten:<br />
− Kruispunt N2 – Blerebergstraat –Statiestraat. De meest voorkomende ongevallenoorzaak het te<br />
maken met afslaan en voorrangsregeling<br />
− Kruispunt N223 – Roeselberg – Kasteeldreef. De meeste ongevallen hebben te maken met de<br />
voorrangsregeling of zijn kop-staart aanrijdingen. Initiële oorzaak is de hoge snelheid ten gevolge van<br />
de lange bergaf.<br />
Volgende punten komen voor als gevaarlijke kruispunten of wegvakken:<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
66
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
− Rotonde Gouden Kruispunt (N2-N223), door de rotonde is de veiligheid verbeterd, maar niet volledig<br />
opgelost.<br />
− De secundaire wegen N2 en N223<br />
− Blerebergstraat – Rillaarseweg<br />
− Haldertstraat<br />
− Glabbeeksesteenweg<br />
− Halensebaan<br />
− Statiestraat<br />
4.5.3 Parkeren<br />
Het grootste parkeerprobleem stelt zich in het weekeind en op uitgelezen koopdagen op en om het<br />
‘Gouden Kruispunt’.<br />
In <strong>Tielt</strong>-centrum voldoen de parkeerplaatsen aan de kerk en aan het Solveld. Dancing Cosmo aan de<br />
Rillaarseweg heeft een zeer grote parking achterin gelegen.<br />
Er stelt zich een parkeerprobleem in het ruimtelijk kwetsbaar gebied aan de Gempmolen (deze horeca<br />
zaak geldt als begin- en eindpunt voor wandelingen).<br />
De andere kernen hebben geen noemenswaardige problemen. Bij de herinrichting van de N2 en de<br />
Haldertstraat werden de parkeerplaatsen in St.-Joris-<strong>Winge</strong> en in Houwaart beter gedefinieerd en<br />
herschikt.<br />
4.5.4 Openbaar Vervoer<br />
Kaart 37 : Openbaar vervoer<br />
Kaart 38: Openbaar vervoer (bediening 01/06/03)<br />
Kaart 39: Openbaar vervoer – nieuwe lijnvoering<br />
Structuurbepalend is de aanwezigheid van de remise en de oude tramstatie in Kraasbeek. Van hieruit<br />
vertrekken de meeste lijnen of ze gebruiken deze plek in ieder geval als stopplaats<br />
Een overzicht van de bustrajecten is te vinden op kaart .<br />
Lijnbussen (zie figuur<br />
− Lijn 370: Leuven – Stelplaats - <strong>Tielt</strong> – Diest<br />
− Lijn 373: Leuven – Lubbeek – Meensel - Assent<br />
− Lijn 374: Leuven – Houwaart – <strong>Tielt</strong> - Stelplaats<br />
− Lijn 375: Stelplaats - Assent – Diest<br />
− Lijn 376: <strong>Tielt</strong> Stelplaats- <strong>Tielt</strong> Berg<br />
−<br />
− Lijn 390: Aarschot – <strong>Tielt</strong> – Stelplaats - Glabbeek – Tienen<br />
− Lijn 391: Stelplaats – Waanrode – Hoeleden - Tienen<br />
− Lijn 392: Aarschot - Houwaart – Stelplaats - Binkom<br />
Schoolbussen<br />
− Lijn 524:<br />
− Lijn 552: Muggeberg – <strong>Tielt</strong> – Diest<br />
− Lijn 590: Pellenberg – Lubbeek – Houwaart – Aarschot<br />
− Lijn 591: Aarschot – <strong>Tielt</strong> – <strong>Tielt</strong> Stelplaats<br />
De figuur toont aan dat het grondgebied van de <strong>gemeente</strong> doorkruist wordt door een aantal buslijnen met<br />
een concentratie rond <strong>Tielt</strong>. Opvallend is de circulatie van en naar de stelplaats.<br />
4.5.5 Fietsverkeer<br />
Kaart 40 : Fietsverkeer<br />
Kaart 41 : Probleemvelden<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
67
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> kent geen speciaal voor het fietsverkeer bestemde wegen. Het voor het fietsverkeer<br />
bestemde wegennet komt overeen met dat voor het autoverkeer. Vrijliggende fietspaden zijn er alleen<br />
langs het heringerichte deel van de N2 in St.-Joris-<strong>Winge</strong>. Aanliggende fietspaden zijn er langs een flink<br />
aantal wegen, maar deze zijn meestal erg smal en van slechte kwaliteit.<br />
4.6 LANDSCHAPPELIJKE STRUCTUUR<br />
4.6.1 Het landschap<br />
Het landschap is de dynamische wisselwerking tussen de fysische omstandigheden, het biotisch milieu en<br />
de menselijke activiteiten. Het is de specifieke ordening van deze elementen die aanleiding geeft tot een<br />
specifiek ecologisch functioneren, een specifieke visuele beleving en een specifiek ruimtegebruik.<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> maakt samen met acht andere <strong>gemeente</strong>n deel uit van het Noord-Hageland. Het grondgebied<br />
van de <strong>gemeente</strong> bestrijkt drie samenhangende landschapseenheden.<br />
− Het uiterste noorden (Houwaart) maakt deel uit van de “noordelijke heuvelrij”. Hier zijn de heuvels<br />
dominant aanwezig en de hoogteverschillen bedragen tot meer dan 50m. Dit gedeelte van het<br />
Hageland is karakteristiek en visueel zeer aantrekkelijk. Op de flanken van de heuvels zorgen de<br />
taluds en de beboste holle wegen er voor opengaand groen. In dit gebied dat slechts laat in cultuur<br />
werd gebracht, zijn de percelen zeer klein en het netwerk aan holle wegen zeer dicht. Het<br />
bodemgebruik is er zeer afwisselend. De bebouwing, historisch lintbebouwing onder aan de flanken,<br />
heeft zich verder uitgesmeerd langs de verbindingswegen tussen dorpen.<br />
− Een deel van Houwaart en een groot deel van <strong>Tielt</strong> liggen in de “centrale vallei”, de tweede<br />
landschapseenheid. Het maakt deel uit van het zandig Hageland. Deze centrale vallei heeft een sterk<br />
gesloten karakter, zeker in de nabijheid van grote boscomplexen. Hier bevindt zich het Walenbos,<br />
een zeer uitgestrekt boscomplex met een zeer belangrijke natuurwaarde.<br />
− Een derde landschapseenheid bestaat uit de zuidelijke heuvelrij. Het beslaat een groot deel van het<br />
grondgebied van de <strong>gemeente</strong>. Het behoort tot het traditioneel landschap zandig Hageland en voor<br />
een klein deel tot het zandlemig Hageland. In dit deel is het reliëf minder uitgesproken en minder<br />
karakteristiek dan in de noordelijke heuvelrij. Het oostelijk gedeelte van dit landschap kent prachtige<br />
vergezichten en is een open-field landschap. In de dalen en beekvalleien wordt het landschap door<br />
lineaire groenelementen of door bossen gesloten.<br />
4.6.2 Landschapstypes<br />
Het landschap in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is licht golvend met heuvelruggen die zich uitstrekken van west naar oost.<br />
Op zeer veel plaatsen, zoals langs holle wegen, wordt ijzerzandsteen aangetroffen. In het GNOP<br />
(<strong>gemeente</strong>lijk natuurontwikkelingsplan) worden verschillende landschapstypes en landschapseenheden<br />
aangeduid.<br />
Naar landschapstypes toe wordt een onderscheid gemaakt in valleien, bossen, Hagelandse heuvels en<br />
urbane zones.<br />
De landschapseenheden worden hierna, met hun belangrijkste kenmerken beschreven :<br />
Heikant, Houwaartse berg en Kaaskorf<br />
Dit is een gebied met een vrij sterk reliëf en met kleinschalige akkerlandpercelen en nog oorspronkelijke<br />
houtkanten en hagen. De top van de Houwaartse berg is nog sterk bebost en hier en daar bezaaid met<br />
verspreide bebouwing. Het gebied is sterk gefragmenteerd door de aanwezigheid van weekendverblijven.<br />
Boeiend zijn de experimenten met druiventeelt. De overgang naar de lintvormige nederzetting van<br />
Houwaart gebeurt via kleinschalige landbouwpercelen.<br />
Vallei van de <strong>Tielt</strong>se Motte en Rafelsbroek<br />
Het betreft een typisch valleigebied met een aaneengesloten rij van natuurgebieden. Dit landschap gaat<br />
door de kern van <strong>Tielt</strong>, waardoor de linten en de verspreide bebouwing steeds aanwezig zijn in het<br />
landschap.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
68
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Boekhout, Haksberg Beurt en Osseberg<br />
In dit gebied is de landbouw relatief belangrijk. Hier vinden we iets grotere akkers en weiden. Waar het<br />
reliëf te uitgesproken is, treffen we bossen aan.<br />
Walenbos, Kleerbeek, Troostembergbos en Bensberg<br />
Dit is een zeer bosrijk landschap met in de valleien langsheen de Motte zeer natte gronden met een<br />
sterke kwelwerking. Het Walenbos in de centrale Hagelandse vallei is naar Vlaamse normen een groot<br />
aaneengesloten natuurgebied.<br />
Het Troostembergbos en de Bensberg vormden vroeger één geheel met het Walenbos. De aanleg van de<br />
expresweg Tienen – Aarschot deelde dit geheel op. Dit deel kent een sterk uitgesproken reliëf.<br />
De randen aan de valleizijde worden ingenomen door natte graasweiden. Aan de noordzijde vormt de<br />
Haldertstraat een perspectivische afbakening, aan de zuidzijde de Roeselberg en de Motbroekstraat.<br />
Grote openheid is er aan het Kiekenbosveld een grootschalig landbouwgebied met mooie panorama’s en<br />
aan de Waterhoeve, waardoor een afstand bewaard wordt t.a.v. de dorpskom van <strong>Tielt</strong>.<br />
Bebouwde kom van <strong>Tielt</strong> en St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
<strong>Tielt</strong> is een sterk verspreid bebouwd landschap met veel lintbebouwing, waarin open en halfopen<br />
bebouwing primeren. De kern rond de O-L-Vrouw kerk ligt op de Berg, een heuveltje in de centrale<br />
Hagelandse Vallei.<br />
De bebouwde kom van St.-Joris-<strong>Winge</strong> kent een sterke concentratie van bebouwing. Hier vindt men ook<br />
de meeste voorzieningen terug (Gouden Kruispunt).<br />
Motbroek en golfterrein<br />
Ongeveer twee derde van deze landschapseenheid wordt ingenomen door het golfterrein, het parkachtige<br />
karakter primeert. Op de Roeselberg komt een afwisseling van kleinschalige akkers voor op zanderige<br />
bodem en een aantal kleine bosperceeltjes.<br />
Optielt, Kiekenbosveld en Koningenblok<br />
Dit is een vrij grootschalig landbouwgebied met concentraties van bebouwing (gehuchten). Op de steilere<br />
hellingen komen weilanden voor. Typerend zijn de holle wegen die ingesneden zijn in het landschap.<br />
Blereberg en Heideberg<br />
Hoofdzakelijk landschappelijk waardevol agrarisch gebied met twee kleine natuurgebiedjes. Ter hoogte<br />
van de N2 en aan de Heuvelstraat plus de aansluitingen naar de N2 zijn er verschillende woonlinten,<br />
waardoor er nergens een erg open landschap aanwezig is. Ook hier zijn er verschillende holle wegen en<br />
een expressief reliëf die het landschap opwaarderen.<br />
Gemp en Eksternest<br />
Dit is een licht golvend, relatief open landbouwlandschap, met zeer beperkte bebouwing.<br />
Heuvels van Meensel-Kiezegem en Kraasbeek<br />
Dit is een grootschalig landbouwgebied met akkers, weiden en laagstam boomgaarden. In de<br />
beekvalleien vindt men groene strips terug. Het landschap is een ‘open-field’ landschap met de kern van<br />
Kiezegem aan, en het lint Meensel.<br />
4.6.3 Belangrijke beeldbepalende elementen in het landschap<br />
Met beeldbepalende landschapselementen worden specifieke plekken of gebouwen bedoeld, waar het<br />
samenspel tussen de natuurlijke omgeving en de invloed van de mens opmerkelijk is en er een zeer<br />
kenmerkende en waardevolle omgeving gegenereerd heeft.<br />
− Het kasteel van Kleerbeek te Houwaart<br />
− Pastorij, school en kerk te Houwaart<br />
− De kapel van de Roeselberg te Houwaart<br />
− Huize Hageland te <strong>Tielt</strong><br />
− Onze-Lieve-Vrouw-kerk te <strong>Tielt</strong><br />
− Pastorie O-L-V-parochie te <strong>Tielt</strong><br />
− De Sint-Martinuskerk van Optielt<br />
− Het Stenen Huis Stevensstraat te <strong>Tielt</strong><br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
69
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
− De Mariagrot aan de Blerebergstraat te <strong>Tielt</strong><br />
− Het kasteel van de Haksberg te <strong>Tielt</strong><br />
− Het klooster van Gemp te St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
− De watermolen van Gemp in St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
− Brug over de Molenbeek te St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
− Het kasteel van Roberti de <strong>Winge</strong> te St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
− De Kerk van Meensel<br />
− Herenhuis met Wagenhuis, Binkomstraat 6-8<br />
− De kerk te Kiezegem<br />
− De Watertoren te Meensel-Kiezegem<br />
− Barrièrehuis Leuvensesteenweg te <strong>Tielt</strong><br />
− ’t Jongensschool<br />
− Kiekenboshoeve<br />
− Bremberghoeve<br />
− Goedhuyshoeve<br />
− <strong>Tielt</strong> statie<br />
− Lemen huisje Houwaartseberg<br />
− De kapelletjes<br />
− Het ontmoetingscentrum te Meensel-Kiezegem<br />
− De uitkijktoren te <strong>Tielt</strong><br />
− De fruitteelt in Meensel-Kiezegem<br />
− De holle wegen<br />
− De Boitsberg in het Ralisbos<br />
− …<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
70
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
4.7 SYNTHESE RUIMTELIJKE STRUCTUUR<br />
− <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> wordt gekenmerkt door de oost-west gerichte heuveltoppen van het Hageland, die de<br />
centraal Hagelandse vallei afbakenen.<br />
− De beekvalleien van de <strong>Winge</strong> en de Motte met hun zijtakken hebben grote natuurwaarden en zijn<br />
ruimtelijk structurerend. In de valleien vinden we de belangrijkste natuurgebieden terug: Walenbos,<br />
Kleerbeek, Gemp, Rafelsbroek, Ralishoek en Bleuken.<br />
− In de valleien is weiland de belangrijkste landbouwactiviteit. Weiland komt er verweven voor met<br />
braakland en natuurgebieden, waardoor beide functies gelijkwaardig zijn.<br />
− In het zuidelijk en oostelijk deel van de <strong>gemeente</strong> is de gemengde landbouw de belangrijkste<br />
gebruiker van de open ruimte. De percelen zijn redelijk groot en goed aaneengesloten. Er is een<br />
verbreding van landbouw waar te nemen naar tuinbouw en fruitteelt (vooral Meensel – Kiezegem). In<br />
Houwaart is de wijnteelt markant aanwezig.<br />
− In het golvend landbouwgebied zijn de holle wegen en houtkanten markant aanwezig. Op de steilere<br />
hellingen liggen de landbouwgronden vaak braak.<br />
− De N2 en N223 zijn de belangrijkste lijninfrastructuren, die de <strong>gemeente</strong> doorkruisen. De N2 gaf<br />
aanleiding tot de ontwikkeling van St.-Joris-<strong>Winge</strong> en Kraasbeek. Na aanleg van de N223 als toegang<br />
naar de E314, groeide St.-Joris-<strong>Winge</strong> uit tot een handelskern van bovenlokaal belang (Gouden<br />
Kruispunt). Ook diensten (scholen, gemeenschapscentrum, bejaardentehuis, OCMW) en sociale<br />
huisvesting komen hier in geconcentreerde mate voor op deze meest toegankelijke plek van de<br />
<strong>gemeente</strong>.<br />
− Kraasbeek ontwikkelde zich aan de remise van de buurtspoorwegen.<br />
− De woongebieden zijn algemeen ontwikkeld als landelijke woonlinten, langs lokale wegen voor<br />
doorgaand verkeer. In deze linten is de bebouwing zeer divers: oude hoeven, gehuchten, villa’s,<br />
bedrijfjes en handelszaken, gemeenschapsvoorzieningen enz. waardoor de <strong>gemeente</strong> als<br />
ongestructureerd overkomt. Ook het grote aandeel zonevreemde woningen (16%) verspreid gelegen<br />
over het landschap dragen bij tot het versnipperd ruimtegebruik.<br />
− Het centrum van <strong>Tielt</strong> ontwikkelde zich eveneens als dienstenkern met een goede voorziening van<br />
handelszaken.<br />
− In Meensel zijn nog de belangrijkste basisproducten te verkrijgen. Uit de andere kernen is de handel<br />
quasi volledig verdwenen.<br />
− De uitgestrekte natuurgebieden van Walenbos en omgeving vormen in samenspel met het golvende<br />
agrarisch landschap de belangrijkste toeristische troef van de <strong>gemeente</strong>. Een meerwaarde wordt<br />
gegeven door de wijngaarden en het Domein van Haksberg, het golfterrein, de molen en het kasteel<br />
van Gemp, de landschappelijke présence van de kerk op de Berg en van Sint-Martinus en de<br />
aanwezigheid van Huize Hageland.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
71
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
5 KNELPUNTEN, KWALITEITEN EN POTENTIES<br />
5.1 KNELPUNTEN, KWALITEITEN EN POTENTIES VAN DE WOONKERNEN<br />
5.1.1 <strong>Tielt</strong><br />
Waarden<br />
− ligging Onze Lieve Vrouwkerk op de Berg en alle zichten erop<br />
− flank van de Blereberg, de groene rug, de as Sint-Martinuskerk, Mariagrot en Huize Hageland, de<br />
weidse panorama’s<br />
− de randen van het Walenbos<br />
− het groene hart (Ralishoek)<br />
− de aanwezigheid van landbouw<br />
− de landelijke woonsfeer, gemoedelijk, informeel, democratisch<br />
− perspectieven vanaf de woonlinten naar het achterliggend groen en de nog aanwezige landbouw<br />
− kleine landschapselementen en ecologische infrastructuur<br />
− recreatieve infrastructuur<br />
Knelpunten<br />
− onduidelijke ruimtelijke samenhang en structuur<br />
− lintbebouwing en banalisering van de ruimte<br />
− druk en snel doorgaand verkeer<br />
− zonevreemde bedrijven en sportvelden<br />
− Dancing Cosmo, midden in het dorpshart, met de betonnen parkeervlakte erachter<br />
Potenties (mogelijkheden tot verbetering of aanvulling)<br />
− Aanwezigheid van de oude trambedding<br />
− Uitbreiding van fiets- en wandelwegen<br />
− Regelmatig verspreide, onduidelijk ruimtelijk gedefinieerde plekken op de grote lus, die mits<br />
eenvormige en goed gestructureerde heraanleg het beeld van de <strong>gemeente</strong> kan gaan bepalen en de<br />
herkenbaarheid van de diverse plekken vergroten<br />
− De omgevingen van beide kerken hebben opzij van de grote lus de mogelijkheid om voor de<br />
dorpsgemeenschap en ten behoeve van de vele wandelaars en fietsers een rustige<br />
gemeenschapsplek te vormen met een directe visuele relatie met het omliggende landschap.<br />
− Ontwikkeling van de ecologische infrastructuur en groene verbindingen van het groene hart met<br />
Walenbos in het westen, met de <strong>Tielt</strong>se Motte in het noorden, met de Bleuken in het westen en met<br />
de Hellekens en de Vlooiberg in het zuiden.<br />
5.1.2 St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
Waarden<br />
− St.-Joris-<strong>Winge</strong> is ruimtelijk duidelijk gestructureerd, deze structuur heeft zeker kwaliteiten<br />
− De kern is opgesplitst in vrij homogene gebieden, waarvan de meeste vrij goed beantwoorden aan<br />
hun functionele behoeften<br />
− De grootschalige functies zijn niet storend in het landschap ingeplant<br />
− De natuurlijke structuur van Gemp, de Bensberg en het domein Roberti is sterk aanwezig tot in het<br />
dorpscentrum.<br />
− Door de N223 te vrijwaren van lintbebouwing en de baanwinkels te beperken tot het gouden kruispunt<br />
blijft zicht op het landschap vanaf deze weg grotendeels onaangetast<br />
− De kansen voor de landbouwsector liggen optimaal: goede inplanting van bedrijfsgebouwen en grote<br />
aaneengesloten percelen.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
72
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
− Het dorpscentrum is duidelijk herkenbaar een goed uitgebouwd: er is een duidelijke concentratie van<br />
handel en (openbare) diensten.<br />
− De nieuwe woonwijken zijn geconcentreerd aanwezig in de nabijheid van het dorpscentrum.<br />
Knelpunten<br />
− Het gouden Kruispunt kent een geconcentreerde en goed georganiseerde inplanting toch zijn er een<br />
aantal verbeteringen van de huidige toestand wenselijk :<br />
§ beter openbaar vervoer en kwaliteitsvolle langzaam verkeer verbindingen<br />
§ een meer rationele verkeersafwikkeling op het terrein, zowel voor personenvervoer als<br />
vrachtverkeer<br />
§ verbinden van de twee gehelen tot één geheel<br />
§ De “publieke” functie van het gouden kruispunt is niet terug te vinden in zijn ruimtelijke<br />
verschijning. Het plein is niet meer dan een kale betonvlakte, afgebakend met witte lijnen. Er is<br />
nauwelijks plaats voor de voetganger. Een aanpassing van dit (semi)-publieke terrein aan de<br />
eigenlijke functionele eisen is nodig.<br />
§ Het “Gouden kruispunt” vormt een ruimtelijke enclave en zoekt geen aanknopingspunten met de<br />
omgeving. Er moet worden nagegaan of een koppeling van deze ontwikkeling aan de bestaande<br />
dorpsstructuur aangewezen is en op welke manier deze koppeling dan gerealiseerd moet<br />
worden.<br />
− Vanaf de <strong>gemeente</strong>grens met Lubbeek tot voorbij de kern van St.-Joris-<strong>Winge</strong> is een vermenging<br />
ontstaan tussen de woonfunctie en grootschalige (handels)functies. Deze laatste houden geen<br />
rekening met de typologie van de bestaande woningen en doen afbreuk aan de belevingswaarde en<br />
de leefbaarheid van deze zones. Ook landschappelijk is de kwaliteit er vaak op achteruit gegaan.<br />
− De oudere woningen langs de steenweg zijn onaangepast aan het drukke verkeer dat voorbijraast.<br />
Vaak staan de woningen op de rooilijn en worden ze onmiddellijk met de drukte geconfronteerd. Vaak<br />
zijn de woningen slecht onderhouden en ontstaat een sfeer van verloedering.<br />
− Een belangrijk probleem is het huidige dwarsprofiel van de Leuvensesteenweg, waar die nog niet<br />
heraangelegd is. Er zal moeten gezocht worden op oplossingen die de verkeersveiligheid en de<br />
leefbaarheid van de belendende woningen verbeteren. Niet alleen de dwarse functionele<br />
differentiatie, maar eveneens de differentiatie over de lengte van de weg is een belangrijke<br />
randvoorwaarde. De Leuvensesteenweg snijdt immers door verschillende morfologische gehelen,<br />
waar de functie van de weg zich moet aanpassen aan de omgeving. ( Bv Groene poort )<br />
− De dienstenstrook met publieke functies vormen dan wel een ruimtelijke eenheid, door de ligging<br />
achter de Leuvensesteenweg trekken ze verkeer naar de omringende woonstraten. Vooral voor de<br />
gemeenschapsschool de <strong>Winge</strong> en het Dommelhof is het niet duidelijk hoe ze te bereiken zijn.<br />
− De recente verkaveling van Sint-Jorisveld heeft een aantal structurele problemen: de wegenstructuur<br />
is onoverzichtelijk, de relatie met het dorpscentrum, vooral voor voetgangers en fietsers is niet goed<br />
uitgewerkt.<br />
− Verdere verlinting van het landschap vooral in Gemp.<br />
− Het kasteel en een gedeelte van het kasteelpark van Gemp ligt in natuurgebied, een ander deel met<br />
historische gebouwen in landbouwgebied. De bestemming van natuurgebied betekent een bedreiging<br />
voor de aanwezige historische gebouwen (denk maar aan de afspanning). Hetzelfde kan gezegd<br />
worden voor de watermolen en een aantal historische woningen welke eveneens in natuurgebied<br />
liggen.<br />
− Het “verborgen” weekendverblijvenpark<br />
− Langs een klein aarden wegje vanaf de Motbroekstraat naar het Walenbos vinden we een aantal<br />
illegale weekendverblijven terug.<br />
Potenties<br />
− Het Gouden Kruispunt, waar de steenwegen van het Hageland elkaar kruisen, is een logische en<br />
geschikte plek voor de ontwikkeling van regionale handelsfuncties.<br />
− Versterking van de groenstructuur aan de <strong>Winge</strong>beek aan de oversteek op de Leuvensesteenweg,<br />
Dommelhof en verder zuidwaarts. Creatie van groene inkompoorten op de Leuvensesteenweg.<br />
− Mogelijkheden voor een betere ruimtelijke reorganisatie van handelscentrum ‘Gouden Kruispunt’,<br />
waarbij wat meer aandacht gegeven wordt aan voetgangers, fietsers, openbaar vervoer en waarbij de<br />
beeldkwaliteit van deze omgeving serieus kan bijgestuurd worden. Ook de oversteek over de N223<br />
kan meer voetgangers- en fietsvriendelijk.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
73
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
− Het plaatsen van de scholen, het gemeenschapscentrum de kinderkribben en het Dommelhof op een<br />
voetgangers- en fietsersas zou het intern functioneren van deze dienstenstrook kunnen verbeteren.<br />
Ook zou de relatie met de dorpskern en het Gouden Kruispunt hierdoor verbeteren.<br />
5.1.3 Meensel-Kiezegem<br />
Waarden<br />
− de sterke en dynamische landbouwstructuur.<br />
− de weidse panorama’s.<br />
− het relatief geconcentreerd nederzettingspatroon.<br />
− de aanwezigheid van enkele kleinere beschermde natuurgebiedjes.<br />
− de watertoren als sterk structurerend ruimtelijk element.<br />
Knelpunten<br />
− de aanleg van de openbare ruimte in de dorpskernen<br />
− de begrenzing van de dorpskernen<br />
− de flarden van linten in het landschap<br />
− de toename van de verkeersdrukte<br />
− de veiligheid van de openbare weg voor langzaam verkeer<br />
− het behoud en beheer van de kleine natuurgebieden<br />
− de inpassing van nieuwe en bestaande agrarische bedrijven in het open landschap<br />
Potenties<br />
− Het oude tramtracé te Meensel als fietsverbinding.<br />
− De toeristische infrastructuur (horeca, logies).<br />
− De aanleg van enkele wandelroutes.<br />
5.1.4 Houwaart<br />
Waarden<br />
− Zeer waardevol landschap door het samenspel van het reliëf, bodem en water en het landgebruik.<br />
− Een groot aantal beeldbepalende elementen<br />
− Zeer hoge natuurwaarden<br />
− Mooie zichten vanaf en naar de de rand van de vallei<br />
− Vele wandelmogelijkheden<br />
Knelpunten<br />
− De vervuiling door het afvalwater van de woningen in de Haldertstraat in de Nieuwe Motte.<br />
− Het waterbeheer van de Motte<br />
− De zonevreemde weekendverblijven in het Walenbos<br />
− De permanent bewoonde weekendverblijven op de Kaaskorf<br />
− De hoge bouwdruk op de gronden aan de Roeselberg en aan Motbroek.<br />
− De bescherming van de nog open ruimtes in de linten die doorzichten geven naar het Walenbos<br />
vanaf de Roeselberg<br />
Potenties<br />
− De recreatieve mogelijkheden van het gebied<br />
− De hoge natuurwaarden en de mogelijkheid voor uitbreiding en verweving met de landbouw.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
74
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
5.1.5 Kraasbeek<br />
Waarden<br />
− Uitgestrekt open – ruimtegebied; door de insnijding van de steenweg en de lintbebouwing in het<br />
landschap is de storing ervan in het ruimere panorama relatief beperkt.<br />
− Kleinschalig agrarisch landschap met aanwezigheid van kleine landschapselementen, die het<br />
landschap opdelen.<br />
Knelpunten<br />
− De verkeersdrukte aan de Leuvensesteenweg<br />
− Weinig of geen waardevolle bebouwing (uitzondering: barrièrehuis, Kiekenbos)<br />
− Bebouwing die onsamenhangend, fragmentarisch is<br />
− Voetbalterrein aan de <strong>Tielt</strong>sestraat<br />
Potenties<br />
− Gezien de steeds maar toenemende druk op de open ruimte, waardoor de landschappelijke<br />
kwaliteiten langs de Vlaamse steenwegen steeds maar afnemen, is het absoluut noodzakelijk een<br />
visie te ontwikkelen over de toekomst van deze steenwegen.<br />
− Enkel een beleid dat actief ingrijpt in de ontwikkeling van de steenwegen en vertrekt van aanwezige<br />
kwaliteiten en tegelijk de misgroeiingen uit het verleden aanpakt kan deze evolutie keren.<br />
5.1.6 Roeselberg-Motbroek<br />
Waarden<br />
− Ligging op de toppen van de heuvel, zodat er prachtige panorama’s zijn naar de omringende<br />
landbouw- en natuurgebieden<br />
− De kapel aan de Roeselberg en haar omgeving met een sterk en intiem karakter<br />
− Goede ontsluiting naar de N223<br />
− Uitgestrekt (grootschalig) agrarisch landschap<br />
− De randen van het Walenbos, het natuurverbindingsgebied van de Oude Diestbaan en het golfterrein<br />
Knelpunten<br />
− Verlinting waardoor de panorama’s grotendeels geprivatiseerd zijn<br />
− Geen voorzieningen voor de woonkern<br />
− Onvergunde en zonevreemde weekeindverblijven<br />
− De zonevreemdheid en de landschappelijke niet-geïntegreerdheid van het voetbalterrein.<br />
Potenties<br />
− Niet specifiek, het lijkt de voorkeur de bestaande situatie te handhaven<br />
− Eventuele bijsturing, doorzichten naar het achterliggende landschap herstellen.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
75
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
5.2 KNELPUNTEN, KWALITEITEN EN POTENTIES VAN DE DEELSTRUCTUREN<br />
5.2.1 Nederzettingsstructuur<br />
− Er is een algemene toename van de verspreide bebouwing en een verdere verlinting. Dit wordt in de<br />
hand gewerkt door het gewestplan. Het type bebouwing in deze zones bestaat vooral uit open<br />
bebouwing. Deze linten vertonen meestal een onsamenhangende en onafgewerkte structuur. De<br />
verdere uitbouw van linten en verspreide bebouwing zijn de oorzaak van een betekenisverlies van de<br />
kernen.<br />
− De kernen kennen een zeer lage dichtheid, maar dit betekent niet dat verdichting zonder meer<br />
mogelijk is. De reeds bebouwde kavels in deze kern zijn zeer ruim bemeten en worden dikwijls<br />
ingenomen door open bebouwing.<br />
− In <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> zijn er een groot aantal zonevreemde constructies te vinden. Van de ca. 650<br />
zonevreemde woningen ligt 91% in agrarisch gebied (m.i.v. landschappelijk waardevol agrarisch<br />
gebied) de overige 8% bevindt zich in groengebieden op het gewestplan (vnl. natuurgebied)<br />
5.2.2 Economische structuur<br />
− Doordat het enige ambachtelijke bedrijventerrein op het “gouden kruispunt” ingenomen werd door<br />
detailhandel zijn de echte ambachtelijke bedrijven in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> sterk verspreid buiten de<br />
bedrijventerreinen. Hierdoor is de behoefte aan een nieuwe KMO-zone ontstaan.<br />
− De verweving van de bedrijven is in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> een feit. Een aantal bedrijven zijn zonevreemd of<br />
gedeeltelijk zonevreemd. Andere bedrijven hebben te kampen met uitbreidingsproblemen op hun<br />
huidige locatie, omwille van zonevreemdheid of omwille van plaatsgebrek binnen de (landelijke)<br />
woonzone waar ze gelegen zijn.<br />
− <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is een pendel<strong>gemeente</strong>. De aanwezige bedrijven vullen maar een deel van de<br />
tewerkstellingsbehoefte op bij de bevolking. Er wordt een grote mobiliteitsbehoefte (vooral<br />
autoverkeer) gegenereerd die zich vertaalt naar een grotere verkeersonveiligheid en congestie van<br />
het bestaande wegennet. Het langzame verkeer en het openbaar vervoer vormen immers geen geldig<br />
alternatief voor de pendelaar. Door de sterk verspreide bebouwing is een efficiënt en frequent<br />
openbaar vervoerssysteem immers zeer moeilijk waar te maken.<br />
5.2.3 Recreatieve structuur<br />
− De grote troeven van de <strong>gemeente</strong> zijn gelegen in de toeristisch-recreatieve functies. De <strong>gemeente</strong><br />
beschikt over een grote oppervlakte aantrekkelijk natuurgebied, en de resterende kleinschalige<br />
landbouw vooral in het noorden en sommige delen van het zuiden bepaalt het typische beeld van het<br />
Hageland en trekt bijgevolg ook heel wat toerisme aan (wandelaars, fietsers). Ook de infrastructuur<br />
van het Huize Hageland is een bijzondere troef.<br />
− Het gebied van de Kaaskorf in het noorden van de <strong>gemeente</strong> is een recreatiegebied volgens het<br />
gewestplan. In het gebied bevinden zich concentraties van weekendverblijven. Een groot deel van de<br />
weekendhuisjes worden echter permanent bewoond.<br />
− Het grootste deel van de beschikbare sport- en recreatieterreinen liggen niet in daartoe voorziene<br />
zones op het gewestplan.<br />
− Voor de jeugd is er een gebrek aan speelterreinen, speelbossen (ondanks de grote oppervlakten<br />
bossen die aanwezig zijn) en de onzekerheid met betrekking tot de inplanting van de jeugdlokalen.<br />
5.2.4 Open ruimtestructuur<br />
De natuurlijke structuur in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> wordt bedreigd door een aantal fenomenen. Een aantal punten<br />
werden reeds in het GNOP van de <strong>gemeente</strong> geformuleerd. De algemene problemen met een ruimtelijke<br />
betekenis worden hier overgenomen.<br />
− De lintbebouwing en de verspreide bebouwing betekenen een belangrijk knelpunt. Dit levert<br />
problemen op naar het bereiken van een goede waterkwaliteit. Verspreid over de <strong>gemeente</strong> komen<br />
immers een groot aantal puntlozingen in beken en grachten voor. De algehele waterkwaliteit is dan<br />
ook slecht tot zeer slecht. Efficiënte collectering van het afvalwater is kostelijk en moeilijk.<br />
− Daarnaast zorgt de verspreide bebouwing voor isolatie en versnippering van belangrijke<br />
natuurgebieden. Migratie van dieren (en in mindere mate ook planten) wordt sterk bemoeilijkt. Het<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
76
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
gevolg is dat bepaalde soorten zodanig geïsoleerd geraken dat een kleine ingreep op het terrein<br />
fataal kan worden.<br />
− De grootschaligheid van de landbouw zorgt ervoor dat meer en meer kleine landschapselementen<br />
moeten verdwijnen. Verbindingen tussen natuurgebieden gaan op die manier systematisch verloren.<br />
Migratie van dieren wordt haast onmogelijk.<br />
− Een aantal drukke verkeersassen (E314, N2, N223) zorgen voor barrières waarover geen dierlijke<br />
migratie meer mogelijk is. Deze assen delen de open ruimte op.<br />
Verder zijn er een aantal concrete knelpunten die een oplossing behoeven.<br />
− Van belang is een natuurvriendelijk oeverbeheer van de <strong>Winge</strong> en de vijvertjes in het gebied van het<br />
golfterrein.<br />
− De Motte langs het Walenbos is van cruciaal belang voor het functioneren van het ecosysteem van<br />
het bos. Grote delen van de loop bevinden zich in landbouwgebied en zijn niet beschermd. Voor het<br />
ecologische functioneren is integraal waterbeheer van groot belang.<br />
− Langs de loop van de Motte is naast het Walenbos een tweede natuurgebied gelegen, het<br />
Rafelsbroek. Dit gebied is echter gescheiden door een strook landbouwzone van het Walenbos.<br />
− De steile stukken van de zuiderhelling van de Houwaartse berg zijn bebost maar planologisch als<br />
dusdanig niet beschermd.<br />
− Het ecologisch waardevol landbouwgebied van de Heikant te Houwaart moet een betere<br />
bescherming krijgen in functie van de grote grondwaterkwetsbaarheid.<br />
− Het Mierenbos, op het gewestplan aangegeven als natuurgebied is intussen volledig ingenomen door<br />
bebouwing. De ecologische waarde van dit gebied is dan ook sterk gedaald en de relevantie als<br />
natuurgebied kan in vraag worden gesteld.<br />
− De zone voor weekendverblijven in de Kaaskorf ligt midden in de bosstructuur op de Houwaartse<br />
berg. De aanplanting van exoten in de tuinen van de weekendverblijven betekent een bedreiging voor<br />
de natuurlijke structuur.<br />
− Een deel van de Osseberg in het Oosten van de <strong>gemeente</strong> is planologisch niet beschermd ondanks<br />
de bijzondere biologische waarden die er aanwezig zijn.<br />
− De loop van de <strong>Tielt</strong>se Motte wordt gekruist door landelijke woonlinten. In de optiek van het<br />
ecologisch functioneren van het ecosysteem dat in deze beekvallei aanwezig is moet gezorgd worden<br />
voor een continuïteit van de natuurlijke structuur langsheen de loop en moet verdere bebouwing<br />
geweerd worden.<br />
− De doorzichten en de ecologische verbindingen van het plateau van het Kiekenbosveld en de<br />
Roeselberg worden bedreigd door de steeds voortschrijdende lintbebouwing.<br />
Door de toenemende verzegelingsgraad (vermindering infiltratiecapaciteit van de bodem door toename<br />
oppervlakte wegen en daken) en de afname van het bergingsvermogen van de natuurlijke waterlopen zijn<br />
er een aantal risicogebieden die na fikse regenbuien steeds overstromen (zie ook kaarten 2.5.3).<br />
− de Winterbeek ten noorden van de Heuvelstraat in de natuurgebieden Ralishoek en Bleuken.<br />
− de Koutermansbeek<br />
− de Heregracht te hoogte van het <strong>gemeente</strong>huis aan de Kruisstraat<br />
− de <strong>Tielt</strong>se Motte de Nieuwe Motte en de IJsbeek ter hoogte van de Rillaarsesteenweg<br />
− de <strong>Winge</strong>beek ter hoogte van het kruispunt tussen de Glabbeeksesteenweg en de N2<br />
− de <strong>Winge</strong>beek ter hoogte van de Halensebaan en de Hoekstraat<br />
− de <strong>Winge</strong>beek ter hoogte van de Glabbeeksesteenweg op de grens tussen St.-Joris-<strong>Winge</strong> en<br />
Meensel-Kiezegem<br />
− de <strong>Winge</strong> op de kasteeldreef<br />
− Het water van de N2 op het Koningenblok<br />
− Aan de Bronstraat te St.-Joris-<strong>Winge</strong><br />
− Water van de Hellekens<br />
Het landbouwbeleid speelt zich hoofdzakelijk af op Europees en gewestelijk niveau. Op <strong>gemeente</strong>lijk vlak<br />
werden volgende knelpunten gesignaleerd:<br />
− Conflicten tussen landbouwactiviteit en het wonen in de landelijke woonlinten omwille van geur- en<br />
lawaaihinder.<br />
− De nood aan watervoorraad.<br />
− Sluikstorten op landbouwgebied.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
77
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
5.2.5 Lijninfrastructuur<br />
− De <strong>gemeente</strong> heeft een lintvormige ontwikkeling gekend, waardoor de afstand tussen woningen en<br />
voorzieningen meestal te groot is voor voetgangers en fietsers. Bovendien zorgt het doorgaand<br />
verkeer dooreen woonstraten tot specifieke problemen van leefbaarheid en verkeersveiligheid.<br />
− Onveiligheid en slechte leefbaarheid op wegen doorheen de kernen.<br />
− Gevaarlijke kruispunten en bepaalde wegvakken.<br />
− Ontbreken voetpaden.<br />
− Onveilige schoolomgevingen.<br />
− Oversteekvoorzieningen op N2 en N223.<br />
− Ontbreken van fietspaden.<br />
− Onvoldoende veilige oversteekvoorzieningen<br />
− Ontbreken fietsenstallingen aan halten openbaar vervoer en verkeersaantrekkende functies.<br />
− Grote afstanden en sterk reliëf.<br />
− Uiteengelegde ruimtelijke structuur waardoor een goede service moeilijk wordt.<br />
− Onvoldoende aansluiten van openbaar vervoer bij verplaatsingsbehoefte.<br />
− Ontbreken haltecomfort en onveilige aanlooproutes.<br />
− Onbekendheid van veel mensen met de mogelijkheden van openbaar vervoer.<br />
− Verwarrende opbouw van verschillende busroutes, ondoorzichtige lijnvoering.<br />
− Lage frequentie of ontbreken van bediening in het weekeind.<br />
− Slechte onderlinge verbinding van de deel<strong>gemeente</strong>n.<br />
− Doorstromingsproblemen.<br />
− Hoge snelheden op secundaire wegen en lokale wegen.<br />
− Sluipverkeer doorheen woonkernen.<br />
− Verkeerscongestie en parkeerproblematiek aan het Gouden Kruispunt tijdens het weekeind.<br />
− Doorgaand vrachtverkeer doorheen woonstraten.<br />
− Bedrijven die vrachtverkeer aantrekken, gevestigd in woonstraten.<br />
− Vrachtwagens zandwinning in Meensel, met belasting van de omringende woonstraten.<br />
− Parkeren van vrachtwagens in woonomgevingen.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
78
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
6 PROGNOSES EN BEHOEFTEN<br />
6.1 DEMOGRAFISCHE PROGNOSES<br />
6.1.1 Bevolkingsprognose (2002-2017)<br />
In functie van een lange termijnplanning is het noodzakelijk om inzicht te krijgen in de toekomstige<br />
bevolkingsgrootte en -samenstelling. Bij de berekening van de toekomstige bevolking kan men gebruik<br />
maken van een open of een gesloten prognose.<br />
De gesloten prognose gaat ervan uit dat er geen migratie effecten optreden. Dit veronderstelt een<br />
evenwicht tussen de vertrekkende en aankomende personen. In de diverse leeftijdsprofielen worden<br />
beide categorieën gelijk gesteld.<br />
Bij de open prognose worden de migratiebewegingen wel in rekening gebracht. Hierbij wordt uitgegaan<br />
van een zich voortzettende leeftijdsspecifieke trend, berekend op basis van de migratiecijfers over de<br />
laatste 5 jaar.<br />
Conform de richtlijnen op hoger planniveau wordt een gesloten prognose toegepast. Voor het uitwerken<br />
van een lange termijnvisie op wonen in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> wordt een prognose berekend met 2002 als basisjaar.<br />
Tabel 12 : bevolkingsprognose basisjaar 2002<br />
PROGNOSE VAN DE TOTALE BEVOLKING OVER 15 JAAR<br />
Gesloten prognosetype : basisjaar 2002<br />
Jaar Totale populatie Bevolkingsindex<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal<br />
2002 4.911 4.983 9.894 100 100 100<br />
2007 4.917 4.999 9.916 100,1 100,3 100,2<br />
2012 4.881 4.975 9.856 99,4 99,8 99,6<br />
2017 4.820 4.925 9.745 98,1 98,8 98,5<br />
toe-/afname : -91 -58 -149<br />
index : 98,1 98,8 98,5<br />
De bevolkingsprognose geeft een daling met –149 personen weer. Aanvankelijk zal de bevolking nog<br />
lichtjes stijgen, de daling zal intreden vanaf 2006. Het verminderen van vrouwen op vruchtbare leeftijd en<br />
de veroudering van de bevolking zet zich gestaag verder. Het percentage vrouwen op vruchtbare leeftijd<br />
daalt geleidelijk aan tot 2017 met 3,2 %. Het procentueel aandeel ten opzichte van de totale bevolking<br />
van mannen en vrouwen boven de gemiddeld te verwachte leeftijd gaat in stijgende lijn van 4,7 % in 2002<br />
tot 7,2% in 2017. Opmerkelijk is de stijging van het aantal personen ouder dan 80 jaar. In 2002 was<br />
3,36% van de totale bevolking ouder dan 80 jaar, in 2017 zal dit 5,56% zijn.<br />
Een prognoseprogramma is een rekenkundig model waar gebruik wordt gemaakt van cumulatieve<br />
berekeningen. De feitelijke ontwikkeling wordt niet rekenkundig bepaald. Al deze gegevens geven slechts<br />
een trend weer vanuit een gesloten bevolkingsprognose. Andere beleidsopties, de invloed van het<br />
woonbeleid, en moeilijk voorspelbare maatschappelijke ontwikkelingen zullen dit beeld vertekenen.<br />
6.1.2 Ontgroening en vergrijzing voor de prognoseperiode (2002-2017)<br />
Voor het beleid is het van belang om inzicht te krijgen in de wijzigingen van de leeftijdsopbouw. Voor de<br />
prognoseperiode tot 2017 zet zich de evolutie van ontgroening en vergrijzing verder. Tussen 2002 en<br />
2017 is er een daling te verwachten van het aantal jongeren (0-19 jarige) met –479 personen of 4,6%. Het<br />
aantal tussen 20 en 59 jaar zal dalen met –397 personen. Belangrijk binnen deze middengroep is de<br />
sterke verschuiving die zich zal voordoen. De jongste helft (20-39 jarige) zal afnemen met –291 personen<br />
of 2,6%, de oudste helft (40-59 jarige) neemt aanvankelijk nog toe en zal in dalende lijn gaan vanaf 2012.<br />
Een sterke stijging van de bevolking zal plaatsvinden bij de 60-plussers, de bevolking veroudert. Het<br />
aantal binnen de leeftijdsgroep van 60 en meer zal stijgen met 727 personen of 7,8%. Opvallend hier is<br />
de stijging met 2,2% van de hoogbejaarden of de 80-plussers. De leeftijdsopbouw van de bevolking voor<br />
de prognoseperiode geeft dit duidelijk visueel weer.<br />
79
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Op het vlak van wonen heeft de ontgroening en vergrijzing van de bevolking ook zijn consequenties, al is<br />
de gezinsverdunning veruit de belangrijkste factor die de woningbehoefte bepaalt. De groep 0-19 jarige of<br />
de volgende generatie die zelfstandig gaat wonen daalt naar de toekomst toe snel. In de dalende groep<br />
van 20-39 jaar bevinden zich de potentiële bouwers en de reeds gevestigde, maar binnen deze groep<br />
komen ook de meeste gezinssplitsingen voor.<br />
Tabel 13 : ontgroening en vergrijzing tot 2017 in leeftijdsklasse van 20 jaar<br />
0-19 20-39 40-59 60+ totaal<br />
abs. % abs. % abs. % abs. %<br />
2002 2.290 23,1% 2.632 26,6% 2.959 29,9% 2.013 20,3% 9.894<br />
2007 2.142 21,6% 2.389 24,1% 3.144 31,7% 2.240 22,6% 9.915<br />
2012 1.943 19,7% 2.331 23,6% 3.117 31,6% 2.466 25,0% 9.857<br />
2017 1.811 18,6% 2.341 24,0% 2.853 29,3% 2.740 28,1% 9.745<br />
Eigen berekening<br />
Grafiek 6 : leeftijdsopbouw voor de prognoseperiode tot 2017<br />
35%<br />
30%<br />
25%<br />
20%<br />
15%<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
2002 2007 2012 2017<br />
6.1.3 Evolutie van de gezinsgrootte voor de prognoseperiode (2002-2017)<br />
In de toekomst zal de gezinsverdunning zich verder zetten echter in een minder snel tempo dan in het<br />
verleden. We evolueren naar nog kleinere gezinnen, uiteindelijk zal deze evolutie stagneren.<br />
Bij de berekening van het toekomstig aantal gezinnen wordt gebruik gemaakt van de<br />
bevolkingsvooruitzichten voor de <strong>gemeente</strong> en de werkelijk geregistreerde gezinsgrootte van 1971, 1981,<br />
1991, 1997 en 2002. Aan de hand van een niet-lineaire regressie-analyse wordt eerst de toekomstige<br />
gezinsgrootte geraamd. Deze analyse geeft een voortzettende trend weer met de werkelijke evolutie als<br />
basis. Met de geraamde gezinsgrootte en de bevolkingsprognoses wordt vervolgens het aantal gezinnen<br />
berekend.<br />
De werkelijke evolutie en de prognose voor de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> wordt vergeleken met de geraamde<br />
gezinsgrootte in het arrondissement Leuven en de provincie zoals berekend werd in het Ruimtelijk<br />
Structuurplan Vlaanderen (RSV) Deel 1B : “Prognoses - informatief gedeelte”. Voor deze prognose is de<br />
referentieperiode 1992-2007 opgedeeld in drie periodes van vijf jaar.<br />
De tabel geeft voor de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> de toekomstige gezinsverdunning weer, met als basis de<br />
evolutie van de gezinsgrootte uit het verleden.<br />
De werkelijk geregistreerde gezinsgrootte in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> is over de totale periode hoger dan deze in het<br />
arrondissement. Deze trend zet zich in de prognose verder. De gezinsverdunning verloopt in de<br />
<strong>gemeente</strong> minder snel dan de RSV prognose voor het arrondissement aangeeft.<br />
80<br />
0-19<br />
20-39<br />
40-59<br />
60+
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
Tabel 14 : raming van de gezinsgrootte tot 2017<br />
Prognose Gemeente 1970 1981 1991 1997 2002 2007 2012 2017<br />
<strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> 3,46 3,17 2,69 2,66 2,58 2,49 2,41 2,33<br />
Prognose RSV 1970 1981 1991 1997 2002 2007<br />
arr. Leuven prognose 3 2,88 2,82 2,55 2,44 2,35 2,28<br />
prov. Vl-Brabant prognose 3 2,72 2,51 2,59 2,47 2,38 2,31<br />
Prognoseresultaten zijn gemarkeerd weergegeven<br />
Tabel 15 : raming van het aantal huishoudens tot 2017<br />
Basisjaar 2002<br />
Jaar inwoners gezinsgrootte huishoudens verloop<br />
2002 9.894 2,58 3.837<br />
2007 9.915 2,49 3.975 138<br />
2012 9.857 2,41 4.091 115<br />
2017 9.745 2,33 4.191 100<br />
2002-2017 354<br />
6.1.4 De kwantitatieve woonbehoefte<br />
6.1.4.1 Kwantitatieve woningbehoefte vanuit het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan<br />
Voor de <strong>gemeente</strong>n gelegen in het buitengebied bepaalt het provinciaal ruimtelijk structuurplan het aantal<br />
bijkomende woongelegenheden tot op het niveau van de <strong>gemeente</strong>.<br />
De verdeling van de totale taakstelling voor de provincie Vlaams-Brabant naar de <strong>gemeente</strong>n geeft een<br />
informatief richtcijfer. Voor <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> wordt het aantal bijkomende woongelegenheden tussen 1992 en<br />
2007 vastgesteld op 666 eenheden.<br />
6.1.4.2 Evaluatie van de gerealiseerde woningbehoefte 1992-2007<br />
Op basis van de werkelijke toename van het aantal huishoudens kunnen prognoses geëvalueerd worden.<br />
De <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> kende tussen 1992 en 2007 een werkelijke groei van 593 huishoudens.<br />
Tabel 16 : werkelijke toename van het aantal huishoudens in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong><br />
Feitelijke evolutie<br />
Jaar inwoners gezinsgrootte gezinnen verloop<br />
1992 9.240 2,68 3.447<br />
1997 9.752 2,66 3.662 215<br />
2002 9.894 2,58 3.837 175<br />
2007 10.102 2,50 4.040 203<br />
1992-2007 593<br />
In theorie werden er dus 73 woningen minder gebouwd dan verwacht.<br />
6.1.4.3 Vergelijking van de woningbehoefte en het aanbod aan bouwmogelijkheden 1992-<br />
2007<br />
Bij het aanbod aan bouwmogelijkheden werd een onderscheid gemaakt tussen het rechtstreeks<br />
bebouwbaar aanbod en de nog niet ontwikkelde woongebieden en woonuitbreidingsgebieden volgens het<br />
gewestplan. Het rechtstreeks bebouwbaar aanbod heeft betrekking op kavels gelegen in woongebied aan<br />
voldoende uitgerust wegen. De <strong>gemeente</strong> beschikte in 2002 over 961 vrije kavels met rechtstreekse<br />
bouwtitel. In theorie wordt hiervan 30% effectief bebouwd in de komende 10 jaar of een realiseerbaar<br />
aanbod van 144 voor de planperiode 2002-2007.<br />
Het aanbod aan bouwmogelijkheden in het kader van de toekenning van het principieel akkoord voor de<br />
gedeeltelijke ontwikkeling (1ha70) van het woonuitbreidingsgebied Solveld heeft, aan 20 wo/ha, een<br />
equivalent van 34 woongelegenheden.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
81
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
De behoefte vanuit de gesloten bevolkingsprognose voor de periode 2002-2007 werd berekend op 142<br />
bijkomende wooneenheden. Het aanbod (178) was net voldoende om aan de eigen behoefte tot 2007 te<br />
voldoen. Er moet wat dat betreft dus geen inhaalbeweging gebeuren.<br />
6.1.4.4 Kwantitatieve woningbehoefte 2002-2017<br />
Elementen van de prognose zijn de raming van het aantal huishoudens op basis van een gesloten<br />
prognose en een frictieleegstand. De totale woningbehoefte voor de periode 2002-2017 bedraagt 365<br />
wooneenheden. De verdeling per planperiode geeft volgende waarden:<br />
2002-2007 142<br />
2007-2012 119<br />
2012-2017 103<br />
De bevolkings- en gezinsprognose werd berekend op basis van de ontwikkeling van de eigen bevolking.<br />
Hierbij werd dus geen rekening gehouden met een positieve of negatieve migratie. Op basis van de<br />
gezinstoename wordt de jaarlijkse demografische behoefte voor de <strong>gemeente</strong> berekend. De totale<br />
demografische behoefte voor de periode 2002-2017 bedraagt 354 wooneenheden.<br />
Om de mobiliteit op de woningmarkt te waarborgen is er behoefte aan vacante leegstaande woningen.<br />
Deze vacante woningen dienen van voldoende goede kwaliteit te zijn om de frictie van verhuizingen op te<br />
vangen. Voor de berekening van de leegstand voor de toekomst wordt de demografische behoefte per<br />
periode vermeerderd met 3,0 %. De woning mutatiereserve voor de periode 2002-2017 bedraagt 11<br />
wooneenheden.<br />
6.1.4.5 Vergelijking van de woningbehoefte en het aanbod aan bouwmogelijkheden 2007-<br />
2017<br />
Voor de planperiode 2007-2017 wordt uitgegaan van de eigen behoefte met name 222 wooneenheden.<br />
Het realiseerbaar aanbod aan uitgeruste wegen bedraagt 245 eenheden. Deze cijfers geven aan dat er<br />
voor de periode 2007-2017 net voldoende aanbod is aan uitgeruste wegen om de eigen<br />
woningbehoefte in te vullen. Het theoretisch aanbod toont echter zeer weinig overschot zodat een<br />
evaluatie van de gerealiseerde woningbehoefte aangewezen is om tijdig te kunnen bijsturen.<br />
6.1.5 De kwalitatieve woonbehoefte<br />
6.1.5.1 Sociale woningen in de <strong>gemeente</strong><br />
Het aandeel van 98 sociale huur- en koopwoningen (zie par. 4.1.10.4) ten opzichte van het totaal aantal<br />
woningen op 1.10.2001 is net geen 2,6%. Voor de berekening van de sociale woningbehoefte wordt 10%<br />
van het werkelijk aantal woningen in het begin van de planperiode (3.357 woningen in 1991) en de<br />
woonbehoefte tot 2007 (532 26 ) gerekend. Dit komt neer op 389 sociale woningen. De cijfers geven aan<br />
dat er een tekort is aan 270 sociale woningen.<br />
− 389 behoefte op het einde van de planperiode<br />
− 98 sociale woningen in de <strong>gemeente</strong><br />
− 16 sociale woningen in planning (Solveld)<br />
− 5 in planning sociale appartementen OCMW<br />
De behoefte aan sociale woningen voor de planperiode 2007-2017 wordt berekend op basis van de<br />
woningbehoefteraming. Op basis van het streefpercentage van het Vlaams Gewest komt deze behoefte<br />
neer op 36 sociale woningen. Dit aantal bevat minimum 18 sociale huurwooneenheden.<br />
26 Feitelijke groei 1992-2002 van 390 huishoudens en de behoefte voor de periode 2002-2007 of 142 wooneenheden.<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
82
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
6.1.5.2 Bejaardenhuisvesting volgens de programmacijfers<br />
De differentiatie in aanbod behelst ook in het voorzien van voldoende huisvestingsvormen voor<br />
bejaarden. Zeker nu de bevolking als maar ouder wordt.<br />
Het voorzien van bejaardenhuisvesting is in decreten vastgelegd. Op basis van de programmacijfers werd<br />
voor <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> volgende behoefte berekend:<br />
Tabel 17 : Prognose van de behoefte aan bejaardenhuisvesting<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
83<br />
2002 2007 2012 2017<br />
Rusthuisbedden 87 107 125 137<br />
Serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening 40 45 49 55<br />
In de <strong>gemeente</strong> is er één bejaardentehuis in het centrum van St.-Joris-<strong>Winge</strong> met een capaciteit van 90<br />
bedden. Hiermee kan bijna aan de toekomstige vraag van 107 bedden in 2007 tegemoetgekomen<br />
worden. Naast de bejaardenhome werden 25 woningflats te <strong>Tielt</strong> gerealiseerd.<br />
Een vergelijking van de vraag en het aanbod geeft aan dat er zich momenteel een tekort voordoet voor de<br />
serviceflats.<br />
6.2 BEHOEFTE AAN LOKAAL BEDRIJVENTERREIN<br />
Bij de behoefteberekening maken we een onderscheid in planologisch zonevreemde bedrijven en<br />
omgevingszonevreemde bedrijven.<br />
− Planologisch zonevreemd door strijdigheid met de bestemmingsvoorschriften van de geldende<br />
plannen van aanleg waarin het bedrijf ligt of de gewenste bedrijfsuitbreiding zal liggen. Dit zorgt voor<br />
problemen zowel wat de aflevering van een stedenbouwkundige als een milieuvergunning betreft.<br />
− Omgevingszonevreemd doordat het schaalniveau (na uitbreidingen) de draagkracht van de omgeving<br />
overschrijdt, gewenste bijkomende infrastructuur en ontsluiting niet meer mogelijk zijn, geur- en<br />
geluidshinder op protest van omwonenden stuit,… Omwille van de "goede ruimtelijke ordening" kan<br />
dan zowel de stedenbouwkundige vergunning als de milieuvergunning geweigerd worden. Dit kan het<br />
gezond functioneren van het bedrijf in gevaar brengen. Deze bedrijven zijn niet compatibel met de<br />
woonomgeving. De criteria van omgevingszonevreemd zijn o.a.:<br />
o Permanente of tijdelijke geluidshinder, geurhinder, lichthinder,<br />
o De aanwezigheid van gevaarlijke stoffen,<br />
o Morfologisch niet inpasbare grootte van de gebouwen,<br />
o Genereren van verkeer,<br />
o Klachten vanuit de omgeving<br />
Bij ministerieel besluit van 16 januari 2006 werd het ‘sectoraal BPA zonevreemde bedrijven’<br />
goedgekeurd. Het B.P.A. bestaat uit dertien plannen. Bij de goedkeuring werd een deelplan integraal<br />
uitgesloten.<br />
Bij de opmaak van het B.P.A. werden al de zonevreemde bedrijven in de <strong>gemeente</strong> geëvalueerd.<br />
9 bedrijven kwamen, omwille van ongunstige juridisch-planologische en/of structureel ruimtelijke criteria,<br />
niet in aanmerking voor opname in het Sectoraal BPA voor Zonevreemde Bedrijven. Het is wenselijk dat<br />
deze bedrijven herlokaliseren. 6 bedrijven gaven reeds aan dat ze willen herlokaliseren naar het te<br />
ontwikkelen lokaal bedrijventerrein van <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>, 1 bedrijf is in 2005 uitgeweken naar Diest en voor de<br />
overige 2 berdrijven is het zeker gewenst dat zij zich herlokaliseren. Voor het bedrijf dat uitgesloten is bij<br />
de goedkeuring van het B.P.A. wordt opgenomen als te herlokaliseren bedrijf.<br />
Het transportbedrijf Claes gelegen aan de Rillaarseweg in <strong>Tielt</strong> overstijgt de draagkracht van het<br />
woongebied en is te beschouwen als omgevingszonevreemd. Vrachtwagens vormen een sterke belasting<br />
langsheen de Rillaarseweg in het centrum. Omwille van de overlast zijn er reeds diverse klachten vanuit<br />
de omgeving. Het is wenselijk dat dit bedrijf herlokaliseert.
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
nr bedrijf activiteit<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
84<br />
oppervlakte<br />
behoefte in are<br />
afgerond naar<br />
boven en 5 are<br />
tallen<br />
Zonevreemde bedrijven die aangeven te herlocaliseren<br />
225 Verlic aannemer (klinkers en grondwerken) 50,00<br />
501 Verstraeten algemene bouwonderneming 55,00<br />
667 Garage Verheyden garage - verkoop, onderhoud, herstellingen en carrosserie 40,00<br />
590 HD Trans transportfirma 20.00<br />
712 Oude melkerij <strong>gemeente</strong>lijke werkplaats 75,00<br />
437 Autocars Deroost&Zn autobusbedrijf 40,00<br />
Zonevreemde bedrijven waarvan een herlocatie gewenst is<br />
89 Mathijssen-De Bondt klusjesdienst 10,00<br />
269 BEWA elektricien - installateur 25,00<br />
Zonevreemd bedrijf uitgesloten uit het B.P.A.<br />
713 Lambrechts Jozef aannemer 60,00<br />
Omgevingszonevreemd bedrijf<br />
567 Claes Transport transport 65,00<br />
Netto behoefte Behoefte van bedrijven die zich wensen te herlokaliseren 440.00<br />
Bruto behoefte (wegenis en buffering inbegrepen of netto + ca.15%) 510.00<br />
De <strong>gemeente</strong> is op zoek naar een locatie voor een containerpark en de <strong>gemeente</strong>lijke werkplaatsen. Ze<br />
wenst dan ook de benodigde ruimte te voorzien op de bedrijvenzone. Het containerpark en de<br />
<strong>gemeente</strong>lijke werkplaatsen met bijhorende infrastructuur wordt geraamd op 1ha16.<br />
Op basis van de nodige oppervlakte voor de te herlokaliseren bedrijven, de bedrijven die niet op hun<br />
huidige locatie kunnen blijven en de <strong>gemeente</strong>lijke infrastructuur wordt de netto oppervlakte geraamd op<br />
5ha60. Er moet tevens rekening mee gehouden worden dat, naast de oppervlaktebehoefte van de<br />
bedrijven, ook ruimte nodig is voor de aanleg van wegenis. Deze oppervlakte wordt geraamd op ca.15%<br />
van de netto oppervlakte. De totale behoefte bedraagt 6ha40.<br />
Verder is er nog een aantoonbare behoefte voor bedrijven, verweven met wonen, die op hun huidige<br />
locatie onvoldoende expansie mogelijkheden hebben. Deze laatste behoefte wordt niet mee in rekening<br />
gebracht. De <strong>gemeente</strong> wenst het bedrijventerrein voor te behouden voor de herlocatie voor bedrijven die<br />
ruimtelijk ongunstig gelegen zijn.
Gemeente <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
INFORMATIEF DEEL<br />
6.3 BEHOEFTE AAN RUIMTE VOOR RECREATIE<br />
Globaal genomen varieert de behoefte aan sport- en spelterreinen van 5 tot 24 m 2 per inwoner 27 .<br />
Binnensportaccommodatie zijn meestal multifunctioneel of verschillende zaalsporten maken gebruik van<br />
dezelfde accommodatie. Voor de binnensportvoorzieningen wordt gebruik gemaakt van de indicatie<br />
‘aantal inwoners per voorziening’. Dit draagvlakcijfer moet als een globaal richtcijfer beschouwd worden.<br />
Het draagvlak voor sportzalen bedraagt gemiddeld 12.000 tot 15.000 inwoners. Voor plattelandskernen is<br />
dit minimaal 3.000 inwoners, dit laatste komt neer op een behoefte van 0,15 m 2 per inwoner. Voor<br />
sporthallen wordt een draagvlak van 20.000 tot 30.000 inwoners aangehouden. Voor zwembaden wordt<br />
0,01m² per inwoner aangehouden.<br />
Tabel 18 : Berekening van de ruimtebehoefte aan sportinfrastructuur<br />
Aantal inwoners (1/1/2005) Ruimtebehoefte - oppervlakte per inwoner<br />
9.931 1 2 3<br />
opp/inw behoefte opp/inw behoefte opp/inw behoefte<br />
Sportlokalen 0,15 m2 0,15 ha 0,2 m2 0,2 ha 1,9 m2 1,9 ha<br />
Openluchtterreinen 5 à 20 m2 4,9 ha à 19,9 ha 5 m2 4,9 ha 24 m2 23,8 ha<br />
Zwembaden 0,01 m2 0,01 ha 0,011 m2 0,01 ha 0,1 m2 0,1 ha<br />
De totale ruimtebehoefte voor sport in de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong>, berekend volgens het aantal inwoners,<br />
varieert van min. 4,9 ha tot max. 23,8 ha voor buitensporten, van min. 0,15 ha tot 1,9 ha voor<br />
binnensporten en van min. 0,01 ha tot max. 0,1 ha voor zwembaden. In totaal is dit een ruimtebehoefte<br />
van min. 5,1 ha tot max. 25,8 ha.<br />
Het huidig aanbod aan sport- en recreatieve infrastructuren in de <strong>gemeente</strong> wordt vergeleken met de<br />
berekende behoefte.<br />
De totale oppervlakte van gebieden bestemd voor dagrecreatie in de <strong>gemeente</strong> <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> bedraagt 2,2<br />
ha. Dit gebied wordt ingenomen door een voetbalterrein. Dit is het enige voetbalterrein in <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong> dat<br />
volgens het gewestplan in een juiste zone gelegen is.<br />
Het gebied voor verblijfsrecreatie op het gewestplan, 20,0 ha, is ingenomen door weekendverblijven. De<br />
zone wordt niet gebruikt voor lokale recreatieve infrastructuur en wordt bijgevolg ook niet in de<br />
ruimtebalans opgenomen. In het oppervlaktecijfer van de sport- en recreatieve infrastructuren is het<br />
terrein van de golf St.-Joris-<strong>Winge</strong> niet meegerekend, daar het een bovenlokale (Vlaamse) bevoegdheid<br />
betreft.<br />
Een aantal sites die in de oppervlakte verrekend zijn, liggen zonevreemd. Voor sommige infrastructuren<br />
zal dit betekenen dat deze activiteiten elders ondergebracht moeten worden. Hierbij gaat het over<br />
ongeveer 9,0ha.<br />
Tabel 19 :Overzicht huidig aanbod aan sport- en recreatieve infrastructuren<br />
Afdeling Ruimtelijke Planning<br />
Oppervlakte in (ha)<br />
Zone-eigen dagrecreatie 2,2 ha<br />
Zonevreemd ± 12,8 ha<br />
Woongebied ± 1,6 ha<br />
Totaal ± 16,6 ha<br />
Indien men de totale oppervlakte van de bestaande recreatieve- en sportinfrastructuur bekijkt (± 16,6 ha)<br />
en vergelijkt met het richtcijfer voor de ruimtebehoefte (tussen 5.1 ha en 25,8 ha) dan heeft <strong>Tielt</strong>-<strong>Winge</strong><br />
een goed gemiddelde. Het komt er vooral op neer om de terreinen de goede bestemming te geven en ze<br />
vooral te concentreren.<br />
In de <strong>gemeente</strong> is er ook behoefte aan een terrein voor jeugd of jongeren met ontmoetingscentrum. Het<br />
huidige chirolokaal moet herlokaliseren. De oppervlaktebehoefte wordt geraamd op 1 ha.<br />
27 Gegevens uit Planologische Kengetallen (1), BLOSO (2) en Onderzoek naar ruimtebehoefte voor sport in Limburg (3).<br />
85