Het Heilig Avondmaal Tot Zijn gedachtenis… - Theophillus
Het Heilig Avondmaal Tot Zijn gedachtenis… - Theophillus
Het Heilig Avondmaal Tot Zijn gedachtenis… - Theophillus
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Het</strong><br />
<strong>Heilig</strong><br />
<strong>Avondmaal</strong><br />
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> <strong>gedachtenis…</strong>
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
Inhoudsopgave<br />
Inhoudsopgave ........................................................................................................................... 2<br />
Inleiding......................................................................................................................................<br />
3<br />
Terminologie...............................................................................................................................<br />
3<br />
Hoe komen we aan het avondmaal? ............................................................................................ 4<br />
Een nieuw verbond......................................................................................................................<br />
6<br />
Wat betekent het? ........................................................................................................................ 9<br />
Proclamatie en toekomstbeeld..................................................................................................<br />
10<br />
Wat eten we en drinken we? ..................................................................................................... 11<br />
Hoe en hoe vaak? ...................................................................................................................... 14<br />
Wie mogen deelnemen aan het <strong>Avondmaal</strong>? ............................................................................ 18<br />
Gevolgen van deelname aan het <strong>Avondmaal</strong>............................................................................<br />
19<br />
Misbruiken? .............................................................................................................................. 20<br />
2 van 24
Inleiding<br />
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
In de geschiedenis van het Christendom zijn er verschillende visies op het <strong>Avondmaal</strong><br />
ontwikkeld. Nog steeds is het laatste woord er nog niet over gesproken. De verschillende<br />
visies zijn:<br />
1. Transsubstantiatieleer:<br />
Met name de Katholieke kerk gelooft dat het brood en de wijn daadwerkelijk, bij het<br />
<strong>Avondmaal</strong>, in het vlees en bloed van Christus veranderen. De epiclesis in de<br />
katholieke mis het deel van het avondmaalsgebed waarbij de priester het brood en de<br />
wijn opheft en de <strong>Heilig</strong>e Geest aanroept. De epiclesis is essentieel omdat de<br />
transsubstantiatie niet zonder de kracht van de <strong>Heilig</strong>e Geest kan plaatsvinden,<br />
volgend de Katholieken..<br />
2. Co-existentialisme:<br />
Maarten Luther beweerde, als eerste, dat Jezus daadwerkelijk aanwezig is in het brood<br />
en de wijn bij het <strong>Avondmaal</strong>. Dit wordt ook wel consubstantiatie genoemd. Ook hier<br />
wordt dit bewerkt door de woorden die uitgesproken worden door een priester.<br />
3. Symbolisme:<br />
Volgens Ulrich Zwingli is het <strong>Avondmaal</strong> niet meer en niet minder dan een gedenken<br />
van het lijden en het sterven van Christus. <strong>Het</strong> is dan ook het symbool dat daar voor<br />
staat.<br />
4. Geestelijke aanwezigheid van Jezus Christus:<br />
Calvijn ziet het op deze manier: Jezus Christus is feitelijk aanwezig.<br />
Tegenwoordig gelooft elke Christen wel in één van de bovengenoemde denkbeelden, of in<br />
een mengeling daarvan. Alle visies zijn gebaseerd op de tekst:<br />
Joh. 6:53: En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen<br />
honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben.<br />
De vraag is: wat bedoelt Jezus eigenlijk? Is het werkelijk zo dat we bij het deelhebben aan het<br />
<strong>Avondmaal</strong> het bloed van Jezus drinken en het vlees van Jezus eten. Of bedoelde Jezus heel<br />
wat anders toen Hij dit zei. Wat is de betekenis en de bedoeling van de viering van het <strong>Heilig</strong><br />
<strong>Avondmaal</strong>?<br />
Daar gaan we hier over nadenken.<br />
Even terzijde: In deze studie worden teksten geciteerd uit de Herziene Statenvertaling. Je kunt<br />
natuurlijk ook een andere vertaling gebruiken, indien je dat wilt.<br />
Terminologie<br />
Voor het <strong>Avondmaal</strong> worden er in de wereld verschillende termen gebruikt:<br />
Men noemt het Communie, op basis van1Cor. 11:20 en 1Cor. 10:16<br />
Ook noemt men het eucharistie op basis van 1Cor. 11:24 (eucharist = dankzegging)<br />
Dan zijn er die het de tafel des Heren noemen op basis van 1Cor. 10:21<br />
Dan is er de term ‘het breken van het brood op basis van Hand. 2:42<br />
3 van 24
Hoe komen we aan het avondmaal?<br />
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
<strong>Het</strong> <strong>Avondmaal</strong> komt voort uit het laatste maal van Jezus met de 12 discipelen. Dat was een<br />
Pascha maaltijd. <strong>Het</strong> was de laatste maaltijd die Jezus met zijn discipelen had voordat Hij<br />
gekruisigd werd. Daarom wordt het ook wel het ‘Laatste <strong>Avondmaal</strong>’ genoemd. Deze<br />
maaltijd vond plaats in de bovenzaal, op de avond van <strong>Zijn</strong> arrestatie.<br />
Luk. 22:8-13: En Hij stuurde Petrus en Johannes eropuit en zei: Ga heen, maak voor ons het<br />
Pascha gereed, zodat wij het kunnen eten. Zij zeiden dan tegen Hem: Waar wilt U dat<br />
wij het gereedmaken? En Hij zei tegen hen: Zie, als u de stad binnengaat, zal iemand<br />
u tegemoetkomen die een kruik water draagt. Volg hem naar het huis waar hij<br />
binnengaat. En u zult tegen de heer des huizes zeggen: De Meester zegt u: Waar is<br />
de eetzaal waar Ik het Pascha met Mijn discipelen eten zal? En hij zal u een grote<br />
bovenzaal wijzen, die volledig is ingericht. Maak het daar gereed. Zij nu gingen weg<br />
en vonden het zoals Hij hun gezegd had; en ze maakten het Pascha gereed.<br />
<strong>Het</strong> Pascha<br />
Wat is het Pascha? Dit is het grootste en oudste feest in Israël. Jaarlijks vieren de Israëlieten<br />
dat zij, na vier eeuwen onderdrukking, bevrijd werden van hun slavernij in Egypte. God Zelf<br />
bevrijdde het volk en leidde hen naar het Beloofde Land. <strong>Het</strong> Pascha werd vlak voor de<br />
uittocht uit Egypte ingesteld (Ex. 12:1-28). <strong>Het</strong> feest omvat twee belangrijke zaken:<br />
bevrijding en een nieuw begin.<br />
Voor de Christenen is dit een duidelijk beeld van bevrijding uit het ‘geestelijke Egypte’, uit<br />
de slavernij aan de zonde, en het nieuwe begin door je aan Christus te geven.<br />
De Israëlieten moesten voorbereidingen treffen voor hun vertrek uit Egypte. Eveneens<br />
moesten ze ervoor zorgen dat zij niet werden getroffen door de laatste plaag . Dit deden ze<br />
door een gaaf, mannelijk eenjarig dier te nemen, dat te offeren, op te eten en het bloed<br />
daarvan aan de deurposten te strijken.<br />
<strong>Het</strong> dier dat vrij was van gebreken is een beeld van Christus. Hij was zondeloos, er<br />
mankeerde niets aan Hem. Hij werd het Lam Gods dat voor onze zonden geofferd werd.<br />
<strong>Het</strong> bloed is een beeld van het bloed van Christus, dat aan het kruis vergoten werd om ons te<br />
reinigen van onze zonden en ongerechtigheden.<br />
<strong>Het</strong> eten van het offerdier voedt en versterkt. Zo is het ook bij ons door deel te hebben aan het<br />
Lam van God, aan Christus, ontvangen we redding en versterking.<br />
<strong>Het</strong> eten van het Pascha, het gebraden lamsvlees, de bittere kruiden en de ongezuurde broden,<br />
is ook nu nog steeds een essentieel onderdeel van het feest. <strong>Het</strong> lam had twee belangrijke<br />
betekenissen waaraan men diende te denken:<br />
1. <strong>Het</strong> lam was gestorven in de plaats van de Israëliet: plaatsvervanging (vgl. 1Petr.<br />
3:18)<br />
2. Gods zorg voor het welzijn van de Israëliet/gelovige (vgl. 1Cor. 11:28-30)<br />
De bittere kruiden moesten herinneren aan de bitterheid van de langdurige slavernij.<br />
<strong>Het</strong> ongezuurde brood herinnert niet alleen aan haast , maar ook aan het wegdoen van gist.<br />
Gist is in de Bijbel het symbool voor bederf. <strong>Het</strong> ongezuurde brood herinnert eraan dat alle<br />
kwaad (uit Egypte) achterwege te laten dient te worden en men zich diende af te zonderen<br />
4 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
voor de heilige God (Lev. 11:44-45). Zonde nalaten en heilig leven, want God is heilig. Dat<br />
geldt ook voor ons:<br />
1Petr. 1:15-16: Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw<br />
levenswandel, want er staat geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig.<br />
Paulus heeft het hier ook over:<br />
1Cor. 5:8: Laten wij dus feestvieren, niet met oud zuurdeeg, ook niet met zuurdeeg van<br />
slechtheid en boosaardigheid, maar met ongezuurde broden van oprechtheid en<br />
waarheid.<br />
Dertien eeuwen later zat Jezus met <strong>Zijn</strong> discipelen in de bovenzaal en Hij doorbrak de traditie.<br />
In plaats van het volgen van de standaard liturgie, stelde Hij tijdens dit maal het ‘<strong>Avondmaal</strong>’<br />
in.<br />
De instelling van het <strong>Avondmaal</strong><br />
<strong>Het</strong> Pesach-maal bestond uit een aantal ‘gangen’ waaraan vooraf steeds een beker rode wijn<br />
werd gebruikt. De eerste beker aan het begin van de maaltijd werd beker der heiliging<br />
genoemd. Bij het gebruik van deze beker werd er ritueel handen gewassen door de leider.<br />
Daarna wordt er wat sla of peterselie in zout water gedoopt als beeld van de hysop die<br />
gebruikt werd om het bloed van het lam aan de deurposten te strijken. <strong>Het</strong> zoute water is<br />
beeld van de bittere tranen die gevloeid hebben tijdens de slavernij.<br />
En dan volgde het eerste breken van het ongezuurde brood, symbool van het ‘brood der<br />
verdrukking’ dat in Egypte werd gegeten.<br />
De leider geeft hierna antwoord op de vraag: “Wat betekent deze dienst voor u?” (Ex. 12:26;<br />
13:8). <strong>Zijn</strong> antwoord bevat een overzicht van de geschiedenis van Israël van Abraham tot aan<br />
de instelling van het Pascha. Inhoudelijk vertelt het over Gods goedheid.<br />
Psalm 113 en 114 worden gezongen. De tweede beker wordt gevuld en er wordt uit<br />
gedronken en deze wordt doorgegeven. Omdat deze beker volgt op de verkondiging van Gods<br />
goedheid, wordt deze de beker der verkondiging genoemd.<br />
Nu wassen alle aanwezigen hun handen en wordt een zegen uitgesproken. Men stopt wat<br />
bittere kruiden tussen stukjes brood, doopt het geheel in een pasta (die symbool staat voor het<br />
leem waar de stenen mee gemaakt dienden te worden).<br />
<strong>Tot</strong> nu toe is de maaltijd symbolisch. Er werd heel weinig gegeten. Maar vanaf hier wordt het<br />
een echte maaltijd. <strong>Het</strong> gebraden lamsvlees moest in zijn geheel opgegeten worden. Dat ging<br />
in een ontspannen sfeer. Daarna werden handen gewassen, de overblijfselen van het<br />
paasbrood gegeten en er werd een lang dankgebed voor het voedsel uitgesproken.<br />
Nu volgde de beker der dankzegging met een kort gebed: ‘Gezegend zijt Gij, o Heer onze<br />
God, Koning van het heelal, die de vrucht van de wijnstok hebt geschapen’. Deze beker is van<br />
belang bij de instelling van het <strong>Avondmaal</strong>.<br />
Dan volgt er het zingen van Ps. 115 -118 en Ps. 136. Hierna volgt de vierde beker, wordt er<br />
gebeden en wordt God geloofd.<br />
De beker der verkondiging werd gevuld en aan Jezus gegeven.<br />
Luk. 22:17: En nadat Hij een drinkbeker genomen had en gedankt had, zei Hij: Neem deze en<br />
deel hem onder elkaar.<br />
<strong>Het</strong> indopen van het brood met de bittere kruiden, in de pasta, is waarschijnlijk het moment<br />
waarop Jezus het brood aan Judas gaf bij het Laatste <strong>Avondmaal</strong><br />
5 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
Joh. 13:26: Jezus antwoordde: Die is het aan wie Ik het stuk brood zal geven, nadat Ik het<br />
ingedoopt heb. En toen Hij het stuk brood ingedoopt had, gaf Hij het aan Judas<br />
Iskariot, de zoon van Simon.<br />
Deze vertrok daarna onmiddellijk. De anderen bleven achter om het lamsvlees te eten. Daarna<br />
werden de handen gewassen en het overgebleven brood opgegeten.<br />
Dan komt er het opmerkelijke:<br />
Luk. 22:19: En Hij nam brood...<br />
De beker opnemen (vers 17) was eigenlijk een passief gebeuren. Je moet het opvatten als: ‘de<br />
beker aannemen’. Hier is er sprake van actie, Jezus nam Zelf het brood. Hij nam Zelf het<br />
initiatief.<br />
Luk. 22:19: En Hij nam brood en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en gaf het aan hen met de<br />
woorden: Dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis.<br />
Je moet niet meer denken aan de bevrijding uit Egypte. Je moet aan Jezus denken.<br />
En dan verandert Hij ook nog eens de betekenis van de beker der dankzegging. Paulus<br />
verwijst later nog eens naar deze beker:<br />
1Cor. 10:16: De drinkbeker der dankzegging, die wij met dankzegging zegenen, is die niet de<br />
gemeenschap met het bloed van Christus? <strong>Het</strong> brood dat wij breken, is dat niet de<br />
gemeenschap met het lichaam van Christus?<br />
Jezus zegt dat deze beker het nieuwe verbond voorstelt in <strong>Zijn</strong> bloed.<br />
Luk. 22:20: Evenzo nam Hij ook de drinkbeker na het gebruiken van de maaltijd en zei: Deze<br />
drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed, dat voor u vergoten wordt.<br />
Dat is iets heel anders dan de oorspronkelijke betekenis: dank voor het deelhebben aan het<br />
Pascha. Twee belangrijke elementen van het Pascha waren nu voorgoed aan Hem verbonden.<br />
De aspecten die een rol spelen bij een maaltijd<br />
Een maaltijd had in de tijd van Jezus verschillende kenmerken die meespeelden. Allereerst<br />
was er de sociale kant: de maaltijd was bij uitstek de gelegenheid om samen te zijn, samen te<br />
beleven en samen te delen. Ook was de maaltijd een heilige handeling die de eters met elkaar<br />
verenigd. Is het niet God Zelf die het leven geeft en het in stand houdt door het te voorzien<br />
van voedsel en drinken? Jezus Zelf was vaak gast bij maaltijden. Denk daarbij bijvoorbeeld<br />
aan Lazarus, Maria en Martha (Luk. 10:38-42); de bruiloft in Kana (Joh. 2:1-11) en de<br />
Farizeeërs (Luk. 7:36-50). Hij at met tollenaars en zondaars (Math. 9:10-11). (Door met<br />
iemand te eten vereenzelvig jij je met hem).<br />
Een nieuw verbond<br />
Je zou het niet zeggen, maar het <strong>Avondmaal</strong> heeft met een verbond te maken. Jezus sprak<br />
daar Zelf over:<br />
Math. 26:27-28:Hij nam ook de drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die, en zei: Drink<br />
allen daaruit, want dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen<br />
vergoten wordt tot vergeving van zonden.<br />
6 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
Mark. 14:23-24:En Hij nam de drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die en zij dronken er<br />
allen uit. En Hij zei tegen hen: Dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat<br />
voor velen vergoten wordt.<br />
Luk. 22:20: Evenzo nam Hij ook de drinkbeker na het gebruiken van de maaltijd en zei: Deze<br />
drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed, dat voor u vergoten wordt.<br />
1Cor. 11:25: Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze<br />
drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot<br />
Mijn gedachtenis.<br />
<strong>Het</strong> oude verbond<br />
Hij heeft het over het ‘nieuwe verbond’, dat van Hem is. Als er iets nieuws is, moet er ook<br />
iets ouds zijn, er moet ook een ‘oud verbond’ zijn. Een verbond is een plechtige en bindende<br />
overeenkomst tussen twee partijen.<br />
Enkele voorbeelden, waarbij het verbond bezegeld werd met een gezamenlijke maaltijd:<br />
o Izaäk en Abimelech: Gen. 26:25-31<br />
o Jakob en Laban: Gen. 31:44-55<br />
o David en Abner: 2Sam. 3:17-21<br />
Er is dus sprake van een oud en een nieuw verbond (het woord ‘testament’ in het Oude<br />
Testament en het Nieuwe Testament betekent ook ‘verbond’)<br />
Hebr. 9:1: Nu had ook het eerste verbond verordeningen voor de eredienst en het aardse<br />
heiligdom.<br />
Hier wordt het oude verbond het eerste verbond genoemd. <strong>Het</strong> nieuwe verbond zou je dan ook<br />
logischerwijs het tweede verbond kunnen noemen omdat het na het eerste komt.<br />
<strong>Het</strong> eerste verbond bestaat uit een aantal stappen:<br />
1. De aarde zal nooit meer vernietigd worden door een vloed: Gen. 9:8-17<br />
2. Abraham zou een volk worden: Gen. 15:1-6<br />
3. Abrahams nageslacht zou het Beloofde Land krijgen: Gen. 15:7-21<br />
4. God zou de God van Abraham en van zijn nakomelingen zijn: Gen. 17:1-8<br />
Voor het nageslacht van Abraham en voor hemzelf was er een eis bij dit verbond: volkomen<br />
trouw aan de Heer. Dit moest getoond worden door een ritueel, de besnijdenis. <strong>Het</strong> verbond<br />
werd bevestigd door bloedvergieten. Dat is het kenmerk van elk verbond (Gen. 15:7-18).<br />
<strong>Het</strong> Pascha, waar we het eerder over hadden, is een bewijs dat God Zich aan <strong>Zijn</strong> afspraken in<br />
het verbond houdt. Israël krijgt zijn Beloofde Land.<br />
In Ex. 19-24 vernieuwt God <strong>Zijn</strong> verbond met Israël.<br />
Ex. 19:5-6 a : Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan<br />
zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij. U<br />
dan, u zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn.<br />
Dit is een eenzijdige afspraak. God zegt hoe het volgens Hem hoort te zijn en wat de<br />
voorwaarden zijn. De andere partij heeft de keuze:erin meegaan of het verwerpen en daarmee<br />
God verwerpen. De voorwaarden waren in dit geval: aandachtig naar God luisteren en <strong>Zijn</strong><br />
7 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
verbond houden (De wet houden die God gegeven had, zoals bijvoorbeeld in Ex. 20:1-17. Zie<br />
voor een samenvatting van de voorwaarden: Deut. 28). <strong>Het</strong> volk verklaarde dat zij zich aan<br />
het verbond zou houden.<br />
Ex. 24:7: Hij nam het boek van het verbond en las dit ten aanhoren van het volk voor. En zij<br />
zeiden: Alles wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen en Hem gehoorzamen.<br />
Ook hier wordt weer bloed vergoten: Mozes bracht offers.<br />
Ex. 24:8: Toen nam Mozes het bloed, sprenkelde het op het volk en zei: Zie, dit is het bloed van<br />
het verbond dat de HEERE met u gesloten heeft op grond van al die woorden.<br />
Eveneens werd het verbond opnieuw verzegeld met een maaltijd<br />
Ex. 24:9-11: Vervolgens klommen Mozes en Aäron naar boven, en ook Nadab en Abihu met<br />
zeventig van de oudsten van Israël. En zij zagen de God van Israël. Onder <strong>Zijn</strong> voeten<br />
was er iets als plaveisel van saffier, zo helder als de hemel zelf. Hij strekte <strong>Zijn</strong> hand<br />
niet uit naar de aanzienlijken van de Israëlieten. Nadat zij God gezien hadden, aten en<br />
dronken zij.<br />
Deze maaltijd kwam niet in de plaats van het Pascha.<br />
Helaas kon Israël zich niet houden aan de voorwaarden van het verbond. Dit had tot gevolg<br />
dat zij in ballingschap hun land zouden verlaten. Vlak voordat dit gebeurde zei God iets<br />
opmerkelijks via Jeremia:<br />
Jer. 31:31-34: Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het<br />
huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten, niet zoals het verbond dat Ik met hun<br />
vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land<br />
Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd<br />
had, spreekt de HEERE. Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het<br />
huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven<br />
en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk<br />
zijn. Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder<br />
onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf<br />
hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal hun ongerechtigheid<br />
vergeven en aan hun zonde niet meer denken.<br />
<strong>Het</strong> volk kon door haar zondige aard onmogelijk aan het oude verbond gehoorzamen. Daarom<br />
geeft God in <strong>Zijn</strong> genade een alternatief., een nieuw verbond Dat alternatief was bekend bij<br />
Paulus:<br />
Rom. 8:3: Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft<br />
God gedaan: Hij heeft <strong>Zijn</strong> eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het<br />
zondige vlees en dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees,<br />
God heeft Zelf gehandeld. Hij heeft het nieuwe verbond gevestigd door <strong>Zijn</strong> Zoon te sturen.<br />
Door Gods handelen wordt het probleem van de zondige natuur van de mens opgelost. Want<br />
nu kan de mens deelhebben aan de goddelijke natuur:<br />
2Petr. 1:4: Daardoor heeft Hij ons de grootste en kostbare beloften geschonken, opdat u<br />
daardoor deel zou krijgen aan de Goddelijke natuur, nadat u het verderf, dat er door<br />
de begeerte in de wereld is, ontvlucht bent.<br />
8 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
God verandert de oorzaak van het verbreken van het oude verbond: de menselijke aard. <strong>Zijn</strong><br />
wet wordt nu in de harten van de mensen gelegd.<br />
Ook dit nieuwe verbond werd bekrachtigd met bloed: het bloed van het Lam, Jezus Christus<br />
1Petr. 1:18-19: in de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent<br />
van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar met het<br />
kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam.<br />
Wat betekent het?<br />
Bij de instelling van het <strong>Avondmaal</strong> had Jezus <strong>Zijn</strong> dood in gedachten. Hij zei dat <strong>Zijn</strong><br />
lichaam verbroken zou worden voor ons.<br />
1Cor. 11:24: en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u<br />
gebroken wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis.<br />
<strong>Zijn</strong> sterven was een daad. En het hele <strong>Avondmaal</strong> is erop gericht om <strong>Zijn</strong> lijden en sterven te<br />
gedenken. Met ‘doe dit’ zegt Hij eigenlijk dat wij eraan moeten denken dat Hij <strong>Zijn</strong> lichaam<br />
gaf om gekruisigd te worden voor ons en dat <strong>Zijn</strong> bloed vergoten werd om ons te reinigen van<br />
al onze zonden en ongerechtigheden.<br />
Christus is het Paaslam dat voor ons geslacht werd:<br />
1Cor. 5:7: Verwijder dan het oude zuurdeeg, opdat u een nieuw deeg zult zijn. U bent immers<br />
ongezuurd, want ook ons Paaslam is voor ons geslacht: Christus.<br />
Met het houden van het <strong>Avondmaal</strong> proclameren wij de dood van Christus:<br />
1Cor. 11:26: Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondig de dood van<br />
de Heere, totdat Hij komt.<br />
Door Hem worden wij behouden:<br />
Rom. 5:9: Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door <strong>Zijn</strong> bloed, door Hem<br />
behouden worden van de toorn.<br />
Wij zijn vrijgekocht met <strong>Zijn</strong> kostbare bloed:<br />
1Petr. 1:18-19: in de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent<br />
van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar met het<br />
kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam.<br />
Dit werk van Jezus had ook een uittocht tot gevolg. We zien dat al bij de verheerlijking op de<br />
berg<br />
Luk. 9:31: Zij verschenen in heerlijkheid en spraken over <strong>Zijn</strong> heengaan, dat Hij zou volbrengen<br />
in Jeruzalem.<br />
Daar hadden Petrus, Jacobus en Johannes de Goddelijke heerlijkheid gezien die Hij heeft<br />
nadat <strong>Zijn</strong> werk volbracht is, in Jeruzalem. Petrus zou later het vol dat Jezus navolgt ‘een<br />
koninklijke priesterschap, een heilige natie’ noemen (1Petr. 2:9, vgl. Jes. 43:20; Ex. 19:5-6).<br />
Dit nieuwe verbond werd verzegeld met het bloed van Christus:<br />
9 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
Math. 26:28: want dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten<br />
wordt tot vergeving van zonden.<br />
Denk in dit verband ook eens aan:<br />
Jes. 53:12: Daarom zal Ik Hem veel toedelen, en machtigen zal Hij verdelen als buit, omdat Hij<br />
<strong>Zijn</strong> ziel heeft uitgestort in de dood, onder de overtreders is geteld, omdat Hij de<br />
zonden van velen gedragen heeft en voor de overtreders gebeden heeft.<br />
<strong>Het</strong> <strong>Avondmaal</strong> is niet alleen terugkijken naar het volbrachte werk van Christus, maar het is<br />
ook ‘naar boven’ kijken.<br />
Col. 3:1: Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar<br />
Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods.<br />
Je moet er niet alleen aan denken dat Hij voor je gestorven is en dat Hij opgestaan is uit de<br />
dood, maar denk er ook aan dat Hij verheerlijkt is. Hij zit aan de rechterhand van God.<br />
In het Nieuwe Testament ligt de nadruk op opstanding.<br />
Rom. 6:9: Wij weten toch dat Christus, nu Hij is opgewekt uit de doden, niet meer<br />
sterft. De dood heerst niet meer over Hem.<br />
Denk er ook eens aan dat de eerste dag van de week de dag van de opstanding is. We<br />
gedenken niet alleen de dood van Christus, maar ook <strong>Zijn</strong> leven! En dan kan ook:<br />
Math. 18:20: Want waar twee of drie in Mijn Naam bijeengekomen zijn, daar ben Ik in hun midden.<br />
We maken dan mee wat de Emmaüsgangers meemaakten. We worden ons bewust dat<br />
Christus bij ons is:<br />
Luk. 24:35: En zij vertelden wat er onderweg gebeurd was, en hoe Hij door hen herkend was bij<br />
het breken van het brood.<br />
Proclamatie en toekomstbeeld<br />
1Cor. 11:26: Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondig de dood van<br />
de Heere, totdat Hij komt.<br />
Proclamatie<br />
<strong>Het</strong> woord ‘verkondigen’ in bovengenoemd vers houdt in: preken, laten zien of bekendmaken,<br />
proclameren. <strong>Het</strong> is getuigen of proclameren dat Jezus voor jou persoonlijk gestorven is, en<br />
voor je medegelovigen, en dat Hij opgestaan is en nu bij God is, totdat Hij komt. Je laat aan<br />
anderen het Evangelie zien (vgl. Hand. 4:2; 13:5, 38; 17:3; 1Cor. 2:1; 9:14; Col. 1:28). De<br />
boodschap bestaat in het tonen van je liefde voor God en voor de medegelovigen. Je toont je<br />
liefde voor God door het brood en de wijn tot je te nemen . Je zegt daarmee dat <strong>Zijn</strong> lijden en<br />
sterven een deel van jou zijn geworden omdat Hij voor jou geleden heeft en gestorven is. De<br />
liefde naar je medegelovigen blijkt uit de eenheid en de saamhorigheid: je neemt gezamenlijk<br />
deel aan het <strong>Avondmaal</strong> en erkent daarmee dat elke gelovige afhankelijk is van het reddende<br />
en verzoenende werk van Christus.<br />
Om de liefde naar elkaar toe beter tot uitdrukking te laten komen zou je de gemeente op<br />
kunnen splitsen in kleinere groepjes, die elkaar bemoedigen en vertroosten en die <strong>Avondmaal</strong><br />
houden. Na verloop van tijd kan men spontaan van groep wisselen en kan het hele gebeuren<br />
10 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
van voren af aan nog eens gebeuren, enz., enz.. Er is meer vrijheid in de kleine groep, er kan<br />
gemakkelijker voorbede voor iemand gedaan worden, of er wordt aanbeden of iets anders<br />
gedaan.<br />
Ongelovigen kunnen hieraan niet deelnemen. De ervaring wijst uit dat zij diep getroffen<br />
worden door de warmte, eerlijkheid, liefde en zorg. Ook worden zij getroffen door het feit dat<br />
zij geen deel uitmaken van die warmte, eerlijkheid, liefde en zorg. In die zin is er ook sprake<br />
van evangelisatie.<br />
Joh. 13:34-35: Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb,<br />
moet u ook elkaar liefhebben. Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent:<br />
als u liefde onder elkaar hebt.<br />
We zien dat dit in de eerste gemeente daadwerkelijk werkte:<br />
Hand. 2:46-47: En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot<br />
huis brood braken, namen zij gezamenlijk voedsel tot zich, met vreugde en in eenvoud<br />
van hart; en zij loofden God en vonden genade bij heel het volk. En de Heere voegde<br />
dagelijks mensen die zalig werden, aan de gemeente toe.<br />
Toekomstbeeld<br />
Bij het <strong>Avondmaal</strong> kijken we uit naar de toekomst. Je verwacht dat de Heer komt en tot die<br />
tijd vier je het <strong>Avondmaal</strong>. De Bijbel zegt:<br />
Luk. 14:15: Toen een van hen die mee aanlagen, deze dingen hoorde, zei hij tegen Hem: Zalig is<br />
hij die brood zal eten in het Koninkrijk van God.<br />
<strong>Het</strong> <strong>Avondmaal</strong> is een feestelijke herdenking van wat Christus voor ons gedaan heeft en wie<br />
Hij op dit moment voor ons is. Dat feest wordt voortgezet wanneer Hij komt. We eten met<br />
Hem in het Koninkrijk van God. Er zijn ook andere plaatsen in de bijbel die erop wijzen dat<br />
er een groot feest op komst is, wanneer Jezus terugkomt:<br />
o De gelijkenis van de wijze en dwaze maagden (Math. 25:10)<br />
o De gelijkenis van de verontschuldigingen (Luk. 14:16-24; Math. 22:1-14)<br />
o De boodschap over waakzaamheid (Luk. 12:35-38)<br />
o De boodschap over wie er behouden wordt (Luk. 13:28-30)<br />
o Tijdens de gesprekken bij het <strong>Avondmaal</strong> (Luk. 22:28-30, vgl. Math. 26:28-29)<br />
Jezus besteeg <strong>Zijn</strong> troon nadat Hij naar de hemel was gevaren (Ef. 1:19-22; Fil. 2:9-11).<br />
Vanaf dat moment onderwerpt Hij al <strong>Zijn</strong> vijanden en daar stopt Hij mee bij <strong>Zijn</strong> terugkomst.<br />
Dan geeft Hij <strong>Zijn</strong> Rijk over aan de Vader (1Cor. 15:24). Dan begint het feest.<br />
Openb. 19:9: En hij zei tegen mij: Schrijf: Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de<br />
bruiloft van het Lam. En hij zei tegen mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God.<br />
Dit feest gaat veel verder dan het feestelijke gebeuren bij de uitstorting van de <strong>Heilig</strong>e Geest<br />
(Hand. 2:14-15). <strong>Het</strong> <strong>Avondmaal</strong> hoort dan ook geen ingetogen stille religieuze gebeurtenis te<br />
zijn. <strong>Het</strong> is geen ritueel, het is een feest!<br />
Wat eten we en drinken we?<br />
Math. 26:26-28:En terwijl zij aten, nam Jezus het brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en<br />
gaf het aan de discipelen en Hij zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam. Hij nam ook de<br />
drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die, en zei: Drink allen daaruit, want<br />
11 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
dit is Mijn bloed,het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot<br />
vergeving van zonden.<br />
Uit de Bijbeltekst blijkt dat hier sprake is van gewoon brood en normale wijn, die tijdens het<br />
Pascha genuttigd werden. Jezus zei: ‘Dit is Mijn lichaam’ en ‘Dit is Mijn bloed’. Wat<br />
bedoelde Hij daar precies mee? Moeten we dit letterlijk of figuurlijk opvatten?<br />
Al vroeg in de kerkgeschiedenis sloop de letterlijke opvatting de kerken binnen. Een bekende<br />
uitspraak, die daar een bewijs van is, is de uitspraak van Johannes Chrysostomus (4 e eeuw):<br />
“de tanden in <strong>Zijn</strong> vlees begraven”. Uiteindelijk kwam daaruit de transubstantiatieleer naar<br />
voren, die goedgekeurd werd door het 4 e Lateraanse Concilie (1215):<br />
‘<strong>Zijn</strong> lichaam en bloed bevinden zich waarlijk in het sacrament van het altaar in de vorm van brood en wijn; het<br />
brood wordt immers door de goddelijke kracht getransubstantieerd in het lichaam en de wijn in het bloed’<br />
Thomas van Aquino (Roccasecca, ± 28 januari 1225 – Fossanova, 7 maart 1274) gebruikte<br />
termen van de heidense filosoof Aristoteles om de transsubstantiatie te verklaren. Volgens<br />
Aquino zouden de woorden van de priester, uitgesproken op tijdens het opheffen van de<br />
brood en de wijn, deze beiden daadwerkelijk veranderen. De verandering was niet zichtbaar,<br />
maar vond plaats in het wezen. Voor het oog was het dan ook nog steeds brood en wijn, maar<br />
in werkelijkheid (of zo je wilt, voor je geestelijke oog) was het nu het lichaam en het bloed<br />
van Christus. Dit wordt transsubstantiatie genoemd.<br />
Velen hadden problemen met deze redenering. Toch vond de Katholieke kerk het nodig om<br />
deze leer na de reformatie te versterken en te bevestigen, tijdens het Concilie van Trente<br />
(1545-1563).<br />
De vraag is nu: wat eten en drinken wij tijdens het avondmaal? Is het brood en wijn, of is het<br />
werkelijk het lichaam en het bloed van Christus?<br />
Toen Jezus het had over ‘dit is mijn lichaam’ en ‘dit is mijn bloed’ Was Hij nog in levende<br />
lijve hier op aarde aanwezig. Ik kan mij niet voorstellen dat Hij een stuk uit <strong>Zijn</strong> lijf sneed, het<br />
in stukken brak en het uitdeelde. Toch zegt Hij: ‘Dit is Mijn…’. Gek genoeg is de figuurlijke,<br />
symbolische, opvatting geen probleem bij de volgende uitspraken in de Bijbel:<br />
o ‘De akker is de wereld’ (Math. 13:38)<br />
o ‘Ik ben de deur’(Joh. 10:7)<br />
o ‘Ik ben de ware wijnstok (Joh 15: 1, 5)<br />
o ‘Ik ben de weg’ (Joh. 14:6)<br />
o ‘Ik ben het brood des levens’ (Joh. 6:35)<br />
o ‘de drie korven zijn drie dagen’ (Gen. 40:18)<br />
o ‘Dit is Jeruzalem’ (Ezech. 5:5)<br />
Voorafgaand aan de uittocht zei God over het bloed:<br />
Ex. 12:13: En het bloed zal u tot een teken zijn aan de huizen waarin u verblijft. Als Ik het bloed<br />
zie, zal Ik u voorbijgaan en er zal geen plaag onder u zijn die verderf teweegbrengt,<br />
als Ik het land Egypte zal treffen.<br />
<strong>Het</strong> idee dat het <strong>Avondmaal</strong> een offer is gaat ook niet op want bij een offer is er sprake van<br />
bloedvergieten:<br />
12 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
Hebr. 9:22: En bijna alles wordt volgens de wet door bloed gereinigd, en zonder het vergieten van<br />
bloed vindt er geen vergeving plaats.<br />
Bovendien heeft Jezus voor eens en voor altijd het ultieme offer gebracht:<br />
Hebr. 10:12: maar deze Priester is, nadat Hij één slachtoffer voor de zonden geofferd had, tot in<br />
eeuwigheid gezeten aan de rechterhand van God.<br />
De Bijbel zegt herhaaldelijk dat het offer van Jezus ‘eens voor altijd’ is (Hebr. 7:27; 9:12, 26;<br />
10:1-8, 12, 17-18; Joh. 19:30; 1Petr. 3:18).<br />
Opmerking<br />
Naast het verzoenende offer, waar we het hier over hebben, is er ook nog een niet verzoenend offer. Dit wordt<br />
dagelijks door de gelovigen gebracht. Denk daarbij bijvoorbeeld aan 1Petr. 2:5; Rom. 12:1; Hebr. 13:15-16;<br />
Rom. 15:16; 2Tim. 4:5-6; Fil. 4:18.<br />
Toch zegt Jezus:<br />
Joh. 6:53: Jezus dan zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als u het vlees van de Zoon<br />
des mensen niet eet en <strong>Zijn</strong> bloed niet drinkt, hebt u geen leven in uzelf.<br />
<strong>Het</strong> hele hoofdstuk gaat over vlees eten en bloed drinken. De Joden hadden hier uitdrukkelijk<br />
moeite mee omdat er een wet tegen bloed eten (Lev. 17:10-12). Vermoedelijk dachten ze dat<br />
Jezus <strong>Zijn</strong> uitspraak letterlijk bedoelde (Joh. 6:52). Ook de uitspraak van Jezus in Math.<br />
26:26-28 kan zo opgevat worden. Maar Hij zegt ook dat tastbaar brood vergaat en Hij niet:<br />
Joh. 6:27: Werk niet om het voedsel dat vergaat, maar om het voedsel dat blijft tot in het eeuwige<br />
leven, dat de Zoon des mensen u geven zal; want Hem heeft God de Vader<br />
verzegeld.<br />
<strong>Het</strong> moet dan ook niet letterlijk opgevat worden, maar geestelijk. Dat wat jij in je geestelijke<br />
hart opneemt is het geestelijke voedsel. Jezus zegt dat ook in:<br />
Joh. 6:35: En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen<br />
honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben.<br />
<strong>Het</strong> eten van <strong>Zijn</strong> vlees en het drinken van <strong>Zijn</strong> bloed betekent: tot Hem komen en in Hem<br />
geloven.<br />
Jezus zegt dat geestelijke honger en dorst belangrijker zijn dan de lichamelijke honger en<br />
dorst. <strong>Het</strong> gevolg van geestelijk eten en drinken is:<br />
Joh. 6:54: Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven, en Ik zal hem doen<br />
opstaan op de laatste dag.<br />
De bovenstaande belofte ontvangen we door in Jezus te geloven. Dit wordt bevestigd in Joh.<br />
3:15 en Joh. 11:25. Dit geloven houdt ook in dat je accepteert dat Jezus aan het kruis<br />
gestorven is en dat Hij uit de dood is opgestaan. Bovendien is er sprake van een groei in het<br />
geloof. Dat betekent dat je voortdurend gevoed moet worden door Hem (Joh. 6:68-69, 56).<br />
<strong>Het</strong> deelhebben aan Christus is waar het om gaat in het <strong>Avondmaal</strong>. De brood en de wijn, die<br />
wij tot ons nemen, symboliseren dat. De kern van het <strong>Avondmaal</strong> is: gedenken van <strong>Zijn</strong><br />
vlekkeloze leven en zijn verzoenende dood voor ons. <strong>Het</strong> is je bewust laten worden van de<br />
genade die God jou geeft.<br />
13 van 24
Hoe en hoe vaak?<br />
Hoe doen we het?<br />
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
Bij de instelling van het <strong>Avondmaal</strong> gebruikte Jezus de term ‘doe dit’ (Luk. 22:19). <strong>Het</strong><br />
werkwoord in deze uitdrukking is zo dat je het moet opvatten als: “Blijf dit doen.”<br />
Ook Paulus had het hierover:<br />
1Cor. 10:16: De drinkbeker der dankzegging, die wij met dankzegging zegenen, is die niet de<br />
gemeenschap met het bloed van Christus? <strong>Het</strong> brood dat wij breken, is dat niet de<br />
gemeenschap met het lichaam van Christus?<br />
In eerste instantie was het avondmaal een onderdeel van de gewone maaltijd en vond deze<br />
gewoon in huis plaats:<br />
Hand. 2:46: En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot<br />
huis brood braken, namen zij gezamenlijk voedsel tot zich, met vreugde en in eenvoud<br />
van hart;<br />
In de eerste gemeente was er ook nog sprake van een gemeenschappelijke maaltijd, het Agape<br />
of het liefdemaal. Verwijzingen daarnaar waren niet positief (Jud. 12; 1Cor. 11:17-22). Dit<br />
had vooral te maken met een gebrek aan liefde.<br />
Je houding<br />
Is het nodig om een heel vroom gezicht te trekken bij deelname aan het <strong>Avondmaal</strong>? Nee. Is<br />
het verantwoord om informeel te doen bij het <strong>Avondmaal</strong>? Ja, maar:<br />
1Cor. 14:40: Laat alle dingen op een gepaste wijze en in goede orde gebeuren.<br />
<strong>Het</strong> <strong>Avondmaal</strong> hoeft dus niet gepaard te gaan met een bepaald religieus gedrag. Toch was er<br />
bij de eerste Christenen wel een bepaalde houding te bespeuren bij het hebben van een<br />
maaltijd:<br />
Hand. 2:46: En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot<br />
huis brood braken, namen zij gezamenlijk voedsel tot zich, met vreugde en in eenvoud<br />
van hart;<br />
Blijdschap en eenvoud komen alleen voor in een ontspannen sfeer (in het gevoel dat je hoort<br />
te hebben in een huiskamer. In Ex. 12:7 werd het Pascha thuis gevierd).<br />
Dat het een informele sfeer was bij de instelling van het <strong>Avondmaal</strong> is zeker:<br />
Mark. 14:18: En toen zij aanlagen en aten, zei Jezus: Voorwaar, Ik zeg u dat een van u, die met Mij<br />
eet, Mij verraden zal.<br />
Hij sprak vrij wat Hij wilde (dat kan alleen in een informele sfeer):<br />
Joh. 13:10: Jezus zei tegen hem: Wie gebaad heeft, heeft slechts nodig dat zijn voeten worden<br />
gewassen, want hij is al geheel rein. En u bent rein, maar niet allen.<br />
Math. 26:25-25:De Zoon des mensen gaat wel heen zoals over Hem geschreven is, maar wee die<br />
mens door wie de Zoon des mensen verraden wordt! <strong>Het</strong> zou goed voor die mens zijn<br />
14 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
als hij niet geboren was. Judas, die Hem verraadde, antwoordde en zei: Ik ben het<br />
toch niet, Rabbi? Hij zei tegen hem: U hebt het gezegd.<br />
Oprechtheid en eerlijkheid zijn kenmerken die ook bij ons van belang zijn wanneer wij<br />
<strong>Avondmaal</strong> gaan houden.<br />
Daarnaast is het goed elkaar te bemoedigen. Jezus deed dat ook:<br />
Luk. 22:28-30: En u bent het die steeds bij Mij gebleven bent in Mijn verzoekingen. En Ik beschik u<br />
het Koninkrijk, zoals Mijn Vader dat aan Mij beschikt heeft, opdat u eet en drinkt aan<br />
Mijn tafel in Mijn Koninkrijk en op tronen zit en de twaalf stammen van Israël oordeelt.<br />
Hij zei dit ondanks het feit dat Hij al wist hoe de discipelen zich later op de avond zouden<br />
gedragen ten aanzien van Hem.<br />
Ook Paulus legt nadruk op het belang van anderen:<br />
1Cor. 10:24: Laat niemand zijn eigen voordeel zoeken, maar ieder dat van de ander.<br />
Blijkbaar hielden de gelovigen in Korinthe hun <strong>Avondmaal</strong> in combinatie met een liefdemaal<br />
(1Cor. 11:17-34). Maar waar zij die maaltijden hielden is niet duidelijk.<br />
Waar?<br />
In de eerste gemeente hield men in eerste instantie het <strong>Avondmaal</strong> bij iemand thuis.<br />
Hand. 2:46: En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot<br />
huis brood braken, namen zij gezamenlijk voedsel tot zich, met vreugde en in eenvoud<br />
van hart;<br />
Daarnaast waren ze elke dag voortdurend in de tempel. In de tijd van de eerste gemeente had<br />
de Christelijke kerk nog geen eigen gebouwen. Tegenwoordig zijn er heel wat kerken die dat<br />
wel hebben. Waar het <strong>Avondmaal</strong> gehouden wordt is niet zo belangrijk. <strong>Het</strong> is wel belangrijk<br />
om het niet te massaal te laten worden. Door massaliteit kan het idee van eenheid op de<br />
achtergrond verdwijnen (niet: 1 beker en ook niet: 1 brood). Bovendien verdwijnt het<br />
informele karakter.<br />
<strong>Het</strong> brood<br />
Bij het Pascha, waarbij het <strong>Avondmaal</strong> werd ingesteld, brak Jezus brood. Omdat het om een<br />
Pascha ging, kunnen we er zeker van zijn dat dit brood ongezuurd brood was.<br />
Ex. 12:8: Zij moeten het vlees dezelfde nacht nog eten; op vuur gebraden, met ongezuurde<br />
broden, en met bittere kruiden moeten zij het eten.<br />
Maar Jezus heeft <strong>Zijn</strong> volgelingen niet verbonden met het Pascha. Hij heeft het <strong>Avondmaal</strong><br />
ingesteld als vervanging van het Pascha. Toch wordt in het <strong>Avondmaal</strong> ook terug verwezen<br />
naar het geofferde Lam: Jezus Christus.<br />
1Cor. 5:7-8: Verwijder dan het oude zuurdeeg, opdat u een nieuw deeg zult zijn. U bent immers<br />
ongezuurd, want ook ons Paaslam is voor ons geslacht: Christus. Laten wij dus<br />
feestvieren, niet met oud zuurdeeg, ook niet met zuurdeeg van slechtheid en<br />
boosaardigheid, maar met ongezuurde broden van oprechtheid en waarheid.<br />
15 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
<strong>Het</strong> is niet nodig om ongezuurd brood te gebruiken, maar fout is het ook niet. Wanneer wij<br />
speciaal brood gebruiken om <strong>Avondmaal</strong> te vieren (bijvoorbeeld: matzes), dan bestaat er het<br />
gevaar dat dit een mystieke waarde krijgt, op den duur.<br />
Moet je het brood ter plaatse breken, of mag het van tevoren al gesneden/gebroken worden?<br />
1Cor. 10:17: Omdat het brood één is, zijn wij, die velen zijn, één lichaam, want wij allen hebben<br />
deel aan het ene brood.<br />
Op basis van bovengenoemde tekst zou je kunnen besluiten dat het beter is om het brood<br />
zichtbaar te breken, Je toont dan namelijk dat het Lichaam van Christus, waar het brood mee<br />
geassocieerd wordt, uit vele leden (brokken, stukken) bestaat. In sommige kringen wordt ook<br />
gedacht aan het verbreken van het lichaam van Jezus, in <strong>Zijn</strong> lijden en sterven.<br />
Nog iets bijzonders bij het eten…<br />
Er is nog iets bijzonders verbonden aan het eten van het brood. Jezus heeft eens gezegd:<br />
Joh. 4:34: Jezus zei tegen hen: Mijn voedsel is dat Ik de wil doe van Hem Die Mij gezonden heeft<br />
en <strong>Zijn</strong> werk volbreng.<br />
Blijkbaar is voor Hem het belangrijkste de wil van <strong>Zijn</strong> Vader te doen en dat vergelijkt Hij<br />
met voedsel. Voedsel versterkt, geeft kracht en vernieuwing. Wanneer Hij Gods wil doet<br />
ontvangt Hij dat.<br />
Van ons wordt verwacht dat wij Christus navolgen. Wanneer wij dat niet doen, doen wij de<br />
wil van God niet. We zijn dan te vergelijken met mensen die niet werken en…<br />
2Thess. 3:10: Want ook toen wij bij u waren, bevalen wij u dit: als iemand niet wil werken, zal hij ook<br />
niet eten.<br />
Je hebt dan geen deel aan het geestelijke voedsel. Doordat je niet Gods wil doet word je niet<br />
versterkt, ontvang je geen kracht en vernieuwing. Doe je wel Gods wil en hou je vol, dan<br />
heeft Jezus geweldige beloften voor je.<br />
Openb. 2:7: Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint,<br />
hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs van God<br />
staat.<br />
Openb. 2:17: Aan wie overwint, zal Ik van het verborgen manna te eten geven, en Ik zal hem een<br />
witte steen geven met op die steen een nieuwe naam geschreven, die niemand kent<br />
dan wie hem ontvangt.<br />
De wijn<br />
Bij het Pascha wordt rode wijn gebruikt (symbool voor bloed). <strong>Het</strong> ging om echte wijn, met<br />
alcohol. Bij het <strong>Avondmaal</strong> kan dus gewoon wijn gebruikt worden. Toch zijn er ook kringen<br />
die rekening houden met bekeerde alcoholisten en die derhalve besloten hebben druivensap te<br />
gebruiken. Daar is niets op tegen (1Cor. 10:31)<br />
Moet de wijn uit een gezamenlijke beker gedronken worden of uit afzonderlijke kleine<br />
bekertjes. De kleine bekertjes zijn ingevoerd op basis van overdreven bezorgdheid over<br />
hygiëne. Je zou je serieus moeten afvragen of overdreven bezorgdheid verantwoord is. Een<br />
grote beker voor allen geeft geen extra risico op de overdracht van ziektes. Bovendien is 1<br />
16 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
beker een duidelijk teken van de eenheid van de Christenen: wij zijn namelijk allemaal<br />
afhankelijk van het bloed van Christus.<br />
In principe kan elke beker of wijnglas gehanteerd worden. <strong>Het</strong> is niet nodig om dure kelken,<br />
al dan niet met veel versieringen, aan te schaffen.<br />
Hoe vaak doen we het?<br />
Jezus zei:<br />
1Cor. 11:25: Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze<br />
drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot<br />
Mijn gedachtenis.<br />
Paulus zegt hierover:<br />
1Cor. 10:16: De drinkbeker der dankzegging, die wij met dankzegging zegenen, is die niet de<br />
gemeenschap met het bloed van Christus? <strong>Het</strong> brood dat wij breken, is dat niet de<br />
gemeenschap met het lichaam van Christus?<br />
Na de uitstorting van de <strong>Heilig</strong>e Geest was de frequentie in Jeruzalem:<br />
Hand. 2:46: En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot<br />
huis brood braken, namen zij gezamenlijk voedsel tot zich, met vreugde en in eenvoud<br />
van hart;<br />
In de grondtekst slaat ‘elke dag’ op alle genoemde activiteiten in dit vers. <strong>Het</strong> is een traditie<br />
geworden dat men elke week ‘de beker der dankzegging’ gebruikte.<br />
In de Bijbel zien we echter dat de eerste dag van de week een belangrijke dag was voor de<br />
gemeente.<br />
Hand. 20:7: En op de eerste dag van de week, toen de discipelen bijeengekomen waren om brood<br />
te breken, sprak Paulus hen toe, omdat hij de volgende dag wilde vertrekken; en hij<br />
liet zijn toespraak voortduren tot middernacht.<br />
1Cor. 16:2: Op elke eerste dag van de week moet ieder van u bij zichzelf iets opzijleggen om op te<br />
sparen wat in zijn vermogen is, opdat de inzamelingen niet pas dan gehouden<br />
worden, wanneer ik gekomen ben.<br />
Over het algemeen wordt aangenomen dat dit zo is, omdat dit de dag van de opstanding van<br />
Jezus was.<br />
Math. 28:1-2: Laat na de sabbat, toen het licht begon te worden op de eerste dag van de week,<br />
kwamen Maria Magdalena en de andere Maria om naar het graf te kijken. En zie, er<br />
vond een grote aardbeving plaats, want een engel van de Heere, die uit de hemel<br />
neerdaalde, ging erheen, rolde de steen van de opening weg en ging erop zitten.<br />
<strong>Het</strong> is niet onwaarschijnlijk dat Johannes ook de eerste dag van de week bedoelde toen hij de<br />
uitdrukking ‘dag des Heren’ gebruikte (Openb. 1:10).<br />
Toch is de eerste dag van de week niet heiliger dan andere dagen. Ze zijn allemaal door God<br />
gemaakt. Iedere dag is geschikt bom God te prijzen en daarom is iedere dag ook geschikt om<br />
het <strong>Avondmaal</strong> te houden. De Christenen in Jeruzalem deden het elke dag, en daarom kunnen<br />
17 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
we het ook elke dag doen. Ook het tijdstip op de dag is niet belangrijk. <strong>Het</strong> heet ‘avondmaal’<br />
omdat Jezus het instelde tijdens een maaltijd die ’s avonds plaatsvond..<br />
Wie mag het <strong>Avondmaal</strong> bedienen?<br />
Je zou denken dat dit het werk van een geestelijke of een geestelijk leider is, maar niets is<br />
minder waar.<br />
Math. 23:8: Maar u mag zich geen rabbi laten noemen, want Eén is uw Meester, namelijk<br />
Christus; en u bent allen broeders.<br />
De grootste leiders in de vroege gemeente hadden geen titels. Jacobus, de leider van de<br />
gemeente in Jeruzalem, was gewoon Jacobus (Gal. 2:12). En Petrus bleef gewoon Petrus<br />
(1Cor. 15:5vv) of Kefas (1Cor. 9:5vv). Zelfs Paulus werd ‘onze geliefde broeder Paulus’<br />
genoemd (2Petr. 3:15).<br />
Paulus geeft aan dat hij niet alleen de dankzegging over de beker uitspreekt. Hij doet dat in<br />
een brief die aan de gehele gemeente is gezonden, aan alle geheiligden. Hij gebruikt daar de<br />
term ‘wij’. Dit houdt in dat iedereen die geheiligd is in Christus het <strong>Avondmaal</strong> kan bedienen.<br />
1Cor. 10:16: De drinkbeker der dankzegging, die wij met dankzegging zegenen, is die niet de<br />
gemeenschap met het bloed van Christus? <strong>Het</strong> brood dat wij breken, is dat niet de<br />
gemeenschap met het lichaam van Christus?<br />
Dankzegging<br />
Volgens 1Cor. 10:16 dienen we een dankzegging over de beker uit te spreken. In het Grieks<br />
wordt daar ‘eulogia’ gebruikt. Dat betekent zegenen. <strong>Het</strong> is niet zo dat de zegen bedoeld is<br />
voor de beker. De zegen dient naar God toe uitgesproken te worden. Anders gezegd: we<br />
dienen God ervoor te danken dat Hij toestond dat het bloed van <strong>Zijn</strong> Zoon vloeide om ons te<br />
redden.<br />
Uit 1Cor. 14:16 blijkt dat Paulus met zegen hetzelfde bedoeld als met dankzegging. Ook daar<br />
gaat het om het danken van God.<br />
Elke Christen dient God te danken:<br />
1Thess. 5:18: Dank God in alles. Want dit is de wil van God in Christus Jezus voor u.<br />
Hoewel God het al opdracht geeft aan elke gelovige, is het niet de bedoeling dat dit een<br />
formaliteit wordt. God wil dat je dank aan Hem uit jouw hart voortkomt.<br />
Wie mogen deelnemen aan het <strong>Avondmaal</strong>?<br />
1Joh. 4:10-11: Hierin is de liefde, niet dat wij God lief hebben gekregen, maar dat Hij ons liefhad en<br />
<strong>Zijn</strong> Zoon zond als verzoening voor onze zonden. Geliefden, als God ons zo liefhad,<br />
moeten ook wij elkaar liefhebben.<br />
De bovenstaande tekst is heel duidelijk: hoor jij bij Jezus en hoor ik ook bij Hem, dan horen<br />
jij en ik bij elkaar. Iedereen die geaccepteerd heeft dat Jezus voor hem gestorven is en dat Hij<br />
is opgestaan uit de dood, hoort bij God.<br />
Iedereen die bij God hoort, is deelnemer aan het Nieuwe Verbond. Ze zijn allen een<br />
koninklijke priesterschap, een heilige natie, een volk van God (1Petr. 2:9-10). Zij mogen allen<br />
deelnemen aan het <strong>Avondmaal</strong>.<br />
18 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
In theorie zou het Lichaam van Christus in zijn geheel in één keer het <strong>Avondmaal</strong> kunnen<br />
houden, maar praktisch zal dit moeilijk uitvoerbaar zijn. Daarom wordt het vooral gehouden<br />
in de plaatselijke gemeente. Ook in gezinnen die bestaan uit gelovigen kan het <strong>Avondmaal</strong><br />
gehouden worden.<br />
Niet alle leden van een plaatselijke gemeente zijn wedergeboren Christenen (echte gelovigen).<br />
Bij het Pascha was het niet toegestaan dat de vreemdeling meedeed (Ex. 12:43; vgl. Ex. 11:7;<br />
12:48). Alleen zij die bescherming zochten onder het bloed van het paaslam mochten aan het<br />
Pascha deelnemen. Om het naar deze tijd door te trekken: alleen zij die accepteren dat het<br />
bloed van Christus hen reinigt van alle zonden kunnen deelnemen aan het <strong>Avondmaal</strong>. In het<br />
oude verbond was er de besnijdenis van het vlees (Gen. 15). In het nieuwe verbond, in<br />
Christus dus, is er de besnijdenis van het hart (Rom. 2:28-29). Die besnijdenis is verbonden<br />
met de doop.<br />
Col. 2:11-12: In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die niet met handen plaatsvindt,<br />
door het uittrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, door de besnijdenis<br />
van Christus. U bent immers met Hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem<br />
bent opgewekt, door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft<br />
opgewekt.<br />
Op basis van deze tekst zou je moeten concluderen dat het <strong>Avondmaal</strong> alleen voor gedoopte<br />
wedergeboren Christenen geldt. Een niet-wedergeboren persoon komt zeker niet in<br />
aanmerking voor het <strong>Avondmaal</strong>. Zo’n iemand mag overigens wel de bijeenkomst bijwonen<br />
(1Cor. 14:23).<br />
Een ieder die aan het <strong>Avondmaal</strong> gaat, dient zichzelf eerst te beoordelen:<br />
1Cor. 11: 28-29: Maar laat ieder mens zichzelf beproeven en laat hij zó eten van het brood en<br />
drinken uit de drinkbeker. Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet<br />
en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet<br />
onderscheidt.<br />
Denk hierbij ook eens aan:<br />
2Thess. 3:6: En wij bevelen u, broeders, in de Naam van onze Heere Jezus Christus, dat u afstand<br />
neemt van iedere broeder die ongeregeld wandelt en niet naar de overlevering die hij<br />
van ons ontvangen heeft.<br />
Ook waarschuwde Paulus de gemeente van Korinthe, dat zij degenen die niet deugden uit hun<br />
midden moesten verwijderen (2Cor. 5:13; 2:5-11, vergelijk met dat wat Jezus zegt in Math.<br />
18:15-17). De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om zuiver te zijn. Ieder die deel<br />
uitmaakt van de gemeente kan dan met een zuiver geweten deelnemen aan het <strong>Avondmaal</strong>.<br />
Gevolgen van deelname aan het <strong>Avondmaal</strong><br />
<strong>Het</strong> <strong>Avondmaal</strong> is geen ritueel. <strong>Het</strong> laat je beseffen dat je afhankelijk bent van Gods genade.<br />
Hebr.13:9: Laat u niet meeslepen door veelsoortige en vreemde leringen, want het is goed dat<br />
het hart gesterkt wordt door genade, niet door voedsel; zij die het daarin zochten,<br />
hebben daar geen baat bij gevonden.<br />
Genade is datgene wat ons gered heeft.<br />
19 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
Ef. 2:8-9: Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de<br />
gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen.<br />
Door aan het lijden en het sterven en de opstanding van Christus te denken, worden wij ons<br />
bewust van onze positie. Wij zijn door genade vrijgemaakt. We weten dat wij afhankelijk van<br />
God zijn. Maar daarnaast weten we ook dat we elkaar nodig hebben, om elkaar op te bouwen,<br />
verder te helpen en te bemoedigen.<br />
Misbruiken?<br />
1Cor. 11:28-30: Maar laat ieder mens zichzelf beproeven en laat hij zó eten van het brood en<br />
drinken uit de drinkbeker. Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet<br />
en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet<br />
onderscheidt. Daarom zijn er onder u veel zwakken en zieken, en velen zijn<br />
ontslapen.<br />
Blijkbaar kun je ziek zijn of zelfs dood gaan wanneer je op een verkeerde manier deelneemt<br />
aan het avondmaal. <strong>Het</strong> gaat hier niet om het algemene gedrag maar om dat wat er gebeurt bij<br />
het <strong>Avondmaal</strong>. Wanneer je ‘het lichaam niet onderscheidt’, wil dat zeggen dat jij je niet<br />
bewust bent van je medegelovigen en/of van de eenheid die jij vormt met hen. Je bent immers<br />
allemaal afhankelijk van het verlossingswerk van Jezus. <strong>Zijn</strong> bloed heeft voor het hele<br />
Lichaam van Christus gevloeid.<br />
Een voorbeeld van misbruik aan het <strong>Avondmaal</strong> is Judas. We weten van Johannes dat hij<br />
tijdens het Pascha al wist dat hij Jezus zou verraden.<br />
Joh. 13:2: Toen dan de maaltijd plaatsvond en de duivel Judas Iskariot, de zoon van Simon, al in<br />
het hart gegeven had Hem te verraden,<br />
Judas lag aan, terwijl Jezus het <strong>Avondmaal</strong> instelde. Een kenmerk van het <strong>Avondmaal</strong> is<br />
gemeenschap, saamhorigheid. Hij deed alsof hij één was met de groep, terwijl hij al besloten<br />
had Jezus te verraden. Jezus was hiervan op de hoogte:<br />
Joh. 13:26-27: Jezus antwoordde: Die is het aan wie Ik het stuk brood zal geven, nadat Ik het<br />
ingedoopt heb. En toen Hij het stuk brood ingedoopt had, gaf Hij het aan Judas<br />
Iskariot, de zoon van Simon. En met het nemen van het stuk brood voer de satan in<br />
hem. Jezus dan zei tegen hem: Wat u wilt doen, doe het snel.<br />
<strong>Het</strong> <strong>Avondmaal</strong> is heel gevaarlijk voor hen die doen alsof, die niet de motieven hebben die<br />
ermee verbonden zijn.<br />
Voorkom meineed. De kenmerken van het <strong>Avondmaal</strong> zijn: saamhorigheid, toewijding aan<br />
God en je broers en zussen in de Heer, harmonie en wederzijdse liefde. Ontbreekt daar iets<br />
aan bij je, ga dan niet aan het <strong>Avondmaal</strong>.<br />
Judas kenmerkt zich door huichelarij en door verraad. Deze hebben veel met elkaar te maken.<br />
Verraad is: de indruk geven vriendelijk en welwillend te zijn. Laten zien dat je ergens achter<br />
staat, maar in werkelijkheid er volledig op tegen zijn en er een hartgrondige afkeer aan<br />
hebben. Kijk maar eens naar de houding van Judas bij de arrestatie van Jezus (Mark. 14:45-<br />
46).<br />
De gelovigen in Korinthe hadden het probleem dat zij niet voldeden aan de kenmerken die bij<br />
het <strong>Avondmaal</strong> hoorden. Vandaar dat Paulus zegt:<br />
20 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
1Cor. 11:30: Daarom zijn er onder u veel zwakken en zieken, en velen zijn ontslapen.<br />
Petrus zei:<br />
1Petr. 4:17: Want nu is het de tijd dat het oordeel begint bij het huis van God; en als het eerst bij<br />
ons begint, wat zal het einde zijn van hen die het Evangelie van God ongehoorzaam<br />
zijn?<br />
Daarom staat er, in verband met het <strong>Avondmaal</strong>:<br />
1Cor. 11:29: Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel,<br />
omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt.<br />
Beoordeel jezelf voor je deelneemt aan het <strong>Avondmaal</strong>. Dit betekent niet dat jij je<br />
voortdurend bewust moet zijn van je zonden en daardoor je niet geschikt voelt om deel te<br />
nemen. Iedereen die van Christus is mag deelnemen aan het <strong>Avondmaal</strong>:<br />
Rom. 8:1: Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het<br />
vlees wandelen, maar naar de Geest.<br />
Rom. 5:1: Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus<br />
Christus.<br />
Hebr. 4:16: Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij<br />
barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste<br />
tijdstip.<br />
<strong>Het</strong> zelfonderzoek draait om de vraag: “Kan ik het Lichaam van Christus onderscheiden?”<br />
Gebrek aan het onderscheiden van het Lichaam komt door:<br />
1. Niet erkennen dat Jezus onze zonden heeft gedragen (1Petr. 2:24)<br />
2. Niet erkennen dat de gemeente het Lichaam van Christus is (Ef. 5:23; 1Cor. 12:13; 37;<br />
1Cor. 10:17)<br />
Dit houdt in dat je niet erkent dat Christus voor jou gestorven is en/of je relatie met je<br />
medegelovigen in de plaatselijke gemeente niet op orde is.<br />
<strong>Het</strong> is ook mogelijk je te bezondigen aan het bloed van Christus:<br />
1Cor. 11:27: Daarom, wie op onwaardige wijze dit brood eet of de drinkbeker van de Heere drinkt,<br />
is schuldig aan het lichaam en bloed van de Heere.<br />
We achten het bloed van het nieuwe verbond dan onrein:<br />
Hebr. 10:29: Hoeveel te zwaarder straf, denkt u, zal hij waard geacht worden die de Zoon van God<br />
vertrapt heeft en het bloed van het verbond, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht<br />
heeft en de Geest van de genade gesmaad heeft?<br />
We accepteren dan domweg niet dat <strong>Zijn</strong> bloed ons gereinigd heeft van al onze zonden. En we<br />
accepteren ook niet dat Hij dat voor de medegelovige heeft gedaan.<br />
21 van 24
Scheuringen en verdeeldheid<br />
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
In Korinthe was er sprake van verdeeldheid. Verdeeldheid kan leiden tot scheuring. Paulus<br />
waarschuwt hiervoor:<br />
1Cor. 1:10: Maar ik roep u ertoe op, broeders, door de Naam van onze Heere Jezus Christus, dat<br />
u allen eensgezind bent in uw spreken, en dat er onder u geen scheuringen zijn, maar<br />
dat u hecht aaneengesmeed bent, één van denken en één van gevoelen.<br />
Ook in verband met het <strong>Avondmaal</strong> komt dit probleem aan de orde (1Cor. 10:17; 11:17-22).<br />
De gemeente van Korinthe was verdeeld in partijen (1Cor. 1:11-12). Partijvorming ontstaat<br />
wanneer iemand zich profileert met een uitgesproken visie op een bepaalde zaak (wij noemen<br />
dat: ‘een stokpaardje’). Wanneer hij voldoende medestanders heeft is er sprake van een<br />
partijvorming. Een voorbeeld: iemand vindt dat er alleen nog gelezen mag worden uit Groot<br />
Nieuws voor u, want daarmee bereiken we de moderne mens gemakkelijker. In de gemeente<br />
wordt echter gebruik gemaakt van de Statenvertaling. De bewuste persoon brengt zijn<br />
standpunt te pas en te onpas naar voren. Hij krijgt medestanders en dat is dan het begin van de<br />
partijvorming. Wanneer alle partijen voet bij stuk houden en niet met elkaar willen praten en<br />
evenmin naar elkaar willen luisteren, wordt de kans op een scheuring wel heel erg groot.<br />
Eigenlijk is elke scheuring het gevolg van individualisme: ‘Ik weet het beter en ik doe het<br />
beter’.<br />
Een voorbeeld van individualisme bij het <strong>Avondmaal</strong>/Liefdemaal:<br />
1Cor. 11:20-21:Zoals u nu bij elkaar samenkomt, is dat niet het eten van het <strong>Avondmaal</strong> van de<br />
Heere. Want bij het eten gebruikt iedereen van tevoren al zijn eigen avondmaal en<br />
dan heeft de één honger, terwijl de ander dronken is.<br />
Vergelijk het eens met wat God via Haggaï zei:<br />
Hag. 1:9: U rekent op veel, maar zie, het wordt weinig. Wat u in huis bracht, daar blies Ik in.<br />
Waarom? spreekt de HEERE van de legermachten. Vanwege Mijn huis, dat verwoest<br />
ligt, terwijl u zich uitslooft, ieder voor zijn eigen huis.<br />
<strong>Het</strong> <strong>Avondmaal</strong> is bij uitstek de gelegenheid om de eenheid te benadrukken, en dat doe je niet<br />
in je eentje, maar met medegelovigen.<br />
Mopperen<br />
Verdeeldheid komt vaak voort uit gemopper. Paulus vergelijkt dit gedrag met de houding van<br />
Israël in de woestijn, en zegt dan:<br />
1Cor. 10:10: En mor niet, zoals ook sommigen van hen gemord hebben en omgekomen zijn door<br />
de verderver.<br />
In werkelijkheid mopper je niet op de mensen om je heen of op de leiding van de gemeente.<br />
In werkelijkheid beledig je God:<br />
1Cor. 10:9: En laten wij Christus niet verzoeken, zoals ook sommigen van hen Hem verzocht<br />
hebben en door de slangen omgekomen zijn.<br />
22 van 24
Afgoderij<br />
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
Afgoderij is een groot probleem op dit vlak. Paulus zegt:<br />
Col. 3:5: Dood dan w leden die op de aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade<br />
begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is.<br />
Je ziet dat Paulus een heel andere invulling geeft aan afgoderij dan de beelden, amuletten en<br />
dergelijke. In feite zouden wij, volgens deze tekst, allemaal afgoden dienen. En dan moet je er<br />
eens over nadenken wat Paulus hier mee bedoelt:<br />
1Cor. 10:21: U kunt niet de drinkbeker van de Heere drinken én de drinkbeker van de demonen. U<br />
kunt niet deelhebben aan de tafel van de Heere én aan de tafel van de demonen.<br />
Elia zegt hierover:<br />
1Kon. 18:21: Toen kwam Elia naar voren, bij heel het volk, en zei: Hoelang hinkt u nog op twee<br />
gedachten? Als de HEERE God is, volg Hem, maar als het de Baäl is, volg hem! Maar<br />
het volk antwoordde hem niet één woord.<br />
Afgezien van het feit dat wij afgodendienaars kunnen zijn, is er ook het probleem dat het<br />
<strong>Avondmaal</strong> tot afgod gemaakt wordt. Er zijn er die een soort van magie koppelen aan het<br />
<strong>Avondmaal</strong>; deelhebben aan het <strong>Avondmaal</strong> zou dan beschermend werken.<br />
Immoraliteit<br />
1Cor. 6:18-19: Vlucht weg van de hoererij. Elke zonde die een mens doet, blijft buiten het lichaam,<br />
maar wie hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam. Of weet u niet, dat uw<br />
lichaam een tempel is van de <strong>Heilig</strong>e Geest, Die in u is en Die u van God hebt<br />
ontvangen, en dat u niet van uzelf bent?<br />
Immoreel gedrag komt voor bij mensen die geen stevige geestelijke basis hebben<br />
Ef. 2:19-22: Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de<br />
heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en<br />
profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is, en op Wie het hele gebouw,<br />
goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere; op Wie ook u mede<br />
gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest.<br />
Aan de buitenkant wil men dan overkomen als een oprechte Christen, maar van binnen is er<br />
van alles mis.<br />
We dienen God te eren in ons huidige lichaam.<br />
1Cor. 6:20: U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest,<br />
die van God zijn.<br />
We dienen ons lichaam aan te bieden als een voor God acceptabel offer<br />
Rom. 12:1-2: Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen<br />
aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw<br />
redelijke godsdienst. En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk<br />
veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat<br />
de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.<br />
Alle bovengenoemde zaken, zijn een manier waarop men op onwaardige wijze kan deelnemen<br />
aan het <strong>Avondmaal</strong>. Dit betekent natuurlijk niet dat we het dan maar zonder het <strong>Avondmaal</strong><br />
23 van 24
<strong>Tot</strong> <strong>Zijn</strong> gedachtenis<br />
moeten stellen. We moeten afstand nemen van de zonde en niet van het <strong>Avondmaal</strong>. Kan dat?<br />
Ja!<br />
1Cor. 10:13: Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal<br />
niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de<br />
verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan.<br />
24 van 24