12 april - Stad Harelbeke
12 april - Stad Harelbeke
12 april - Stad Harelbeke
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN<br />
<strong>12</strong> APRIL 2010<br />
Aanwezig :<br />
De heer Willy Vandemeulebroucke,<br />
voorzitter van de gemeenteraad<br />
Mevrouw Rita Beyaert<br />
burgemeester<br />
De heren Luc Callewaert (afw. bij pt. 28), Alain Top, Filip Kets (afw. bij pt. 17 en pt. 28),<br />
Francis Pattyn, mevrouw Inge Bossuyt<br />
Schepenen<br />
en mevrouw Sofie Decavele<br />
Vz OCMW (niet stemgerechtigd)<br />
De dames en heren Hendrik Deprez (afw. vanaf pt. <strong>12</strong> t.e.m. pt. 17 en bij pt. 25), Dirk<br />
Opbrouck, Rik Wanzeele (afw. vanaf pt. <strong>12</strong> t.e.m. pt. 17 en vanaf pt. 24), Frieda Van<br />
Themsche (afw. bij pt. 1), Carl Six (afw. bij de ptn 11 en vanaf 28), Carine Haezebrouck<br />
(afw. bij pt. 1), Rik Vandenabeele, Rosanne Mestdagh, Dominique Windels (afw. vanaf<br />
pt. 14 t.e.m. pt. 17 en bij pt. 25), Kathleen Duchi, Johny Ver Eecke, Donald Langedock,<br />
Marleen Rogiers, Eric Kerckhof, Claudine Dumortier, Olivier Vanryckeghem, Marleen<br />
Callens, Michaël Vannieuwenhuyze<br />
gemeenteraadsleden<br />
de heer Frank Detremmerie<br />
plaatsvervangend stadssecretaris<br />
Verontschuldigd:<br />
Schepen Rik Pattyn en raadslid David Vandekerckhove.<br />
Raadslid Libertus Dejonckere (overleden)<br />
_______________________________________________________________________<br />
De zitting begint om 19.40 u.<br />
_______________________________________________________________________<br />
Bij de aanvang van de gemeenteraadszitting wordt er een minuut stilte gehouden ter<br />
nagedachtenis van het overleden raadslid Libertus Dejonckere (Gemeentebelangen).<br />
De zitting werd geschorst vanaf 21.10 u. tot 21.20 u.<br />
Openbare zitting<br />
***<br />
DAGORDE<br />
1. Aanpassen van het waterleidingsnet naar aanleiding van de aanleg van het<br />
dubbelrichtingsfietspad in de Zandbergstraat. Goedkeuren bestek, raming (44 552<br />
euro), toelating tot uitvoering van de werken en financieringswijze.<br />
2. Groot onderhoud wegen 2010: 1. Herstel KWS-verhardingen Hulste. Goedkeuren<br />
bestek, raming (63 345 euro + btw) en gunningswijze.<br />
3. Groot onderhoud wegen 2010: 2. Herstel KWS-verhardingen <strong>Harelbeke</strong>. Goedkeuren<br />
bestek, raming (60 250 euro + btw) en gunningswijze.<br />
4. Kosteloze overdracht van grond ter inlijving in het openbaar domein van de Eerste<br />
Aardstraat in Bavikhove door de familie Dujardin en bvba Sucoba. Goedkeuren<br />
ontwerpakte.<br />
5. Herstellen en onderhouden van de vloer en de tafel van de trouwzaal in het stadhuis.<br />
Goedkeuren bestek, raming (6 862 euro + btw) en gunningswijze.
6. Aankoop van een watergeefgroep voor de groendienst. Goedkeuren bestek, raming<br />
(6 198,35 euro + btw) en gunningswijze.<br />
7. Aankoop van een aanhangwagen voor de groendienst. Goedkeuren bestek, raming<br />
(6 198,35 euro + btw) en gunningswijze.<br />
8. Slopen oude gebouwtjes Arendswijk-site, bouwen van een nieuw inkomsas,<br />
heraanleggen terrein en herstellen dak overblijvende gebouwen. Goedkeuren<br />
aangepast bestek, raming (53 077,53 euro + btw) en gunningswijze.<br />
9. Renovatie stadhuis – fase IIIa: heropbouw Marktstraat 31 + restauratie 33-35 en<br />
deel SABV. Lot verwarming, ventilatie en sanitair. Goedkeuren bestek,<br />
raming (337 614,50 euro + btw) en gunningswijze.<br />
10. Renovatie stadhuis – fase IIIa: heropbouw Marktstraat 31 + restauratie 33-35 en<br />
deel SABV. Lot elektrische installaties. Goedkeuren bestek, raming (258 443 euro +<br />
btw) en gunningswijze.<br />
11. Herziening Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Advies in het kader van het<br />
openbaar onderzoek.<br />
<strong>12</strong>. Aanleg kampeerterrein mobilhomes. Goedkeuren bestek, raming (77 967,45 euro +<br />
btw) en gunningswijze.<br />
13. Vervangen scheidingswanden sporthallen <strong>Harelbeke</strong> en Bavikhove. Goedkeuren<br />
bestek, raming (24 000 euro + btw) en gunningswijze.<br />
14. Aankoop van ICT-materiaal. Goedkeuren bestek, raming (109 825 euro + btw) en<br />
aansluiten bij het raamcontract 2007-20<strong>12</strong> van de stad Kortrijk.<br />
15. Leveren en plaatsen van een spanplafond in alle lokalen van het cafetaria in het<br />
cultureel centrum het Spoor. Goedkeuren bestek, raming (8 650 euro + btw) en<br />
gunningswijze.<br />
16. Aankoop van digitale borden voor de gemeentescholen van de stad <strong>Harelbeke</strong>.<br />
Goedkeuren bestek, raming (17 355,37 euro + btw) en gunningswijze.<br />
17. Aankoop wegmeubilair (octopus) voor schoolomgevingen – fase 2010. Goedkeuren<br />
bestek, raming (13 722 euro + btw) en gunningswijze.<br />
18. Budgetwijziging 1 en 2 – 2010. Goedkeuring.<br />
19. Vaststellen belastingsreglement op de vergunningen voor de exploitatie van diensten<br />
voor het verhuren van voertuigen met een bestuurder.<br />
20. Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW). Vervangen vertegenwoordiger<br />
in het provinciaal comité.<br />
21. Infrax West. Kennisname verslag over de activiteiten in 2009. Aanduiden<br />
vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene<br />
vergadering van 1 juni 2010 en vaststellen van hun mandaat.<br />
22. Infrax West. Goedkeuren statutenwijziging.
23. Intercommunale Maatschappij voor Openbare Gezondheid (Imog). Kennisname<br />
verslag over de activiteiten in 2009. Aanduiden vertegenwoordiger en<br />
plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van 18 mei 2010<br />
en vaststellen van hun mandaat.<br />
24. Vaststellen aanvullend reglement op het wegverkeer. Regeling zone met beperkte<br />
parkeertijd (blauwe zone) centrum en stationsomgeving.<br />
25. Vaststellen aanvullend reglement op het wegverkeer. Regeling beperkte parkeertijd<br />
Hulstedorp.<br />
26. Vaststellen aanvullend reglement op het wegverkeer. Verplaatsen oversteekplaats<br />
voor voetgangers Overleiestraat 138.<br />
27. Samenwerkingsovereenkomst verkeersbordendatabank. Goedkeuring.<br />
28. Uniforme algemene politieverordening. Hervaststelling.<br />
29. Vragenkwartiertje.<br />
Besloten zitting<br />
30. Aanwijzen van een tweede gemeenteambtenaar belast met het opleggen van<br />
administratieve geldboetes.<br />
Openbare zitting<br />
******<br />
1. Aanpassen van het waterleidingsnet naar aanleiding van de aanleg van het<br />
dubbelrichtingsfietspad in de Zandbergstraat. Goedkeuren bestek, raming<br />
(44 552 euro), toelating tot uitvoering van de werken en financieringswijze.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch :<br />
Naar aanleiding van de geplande werken in de Zandbergstraat wenst de VMW – tussen<br />
de Venetiëlaan en de Zavelstraat (= linkerkant richting R8 – Kortrijk) - hun onder de<br />
rijweg gelegen leiding te vervangen door een leiding in het voetpad (gezamenlijke sleuf<br />
met Infrax).<br />
De kostprijs voor deze verlegging wordt door de VMW geraamd op 44.552,00 euro, hetzij<br />
30 314,80 euro voor het aanpassen van de netleiding en het overkoppelen van de<br />
huisaansluitingen en 14 238 euro voor het vernieuwen van de huisaansluitingen. Het<br />
vernieuwen van de huisaansluitingen valt volledig ten laste van de VMW. Het resterend<br />
gedeelte valt ten laste van de stad. Voor het gedeelte van de stad kan gerekend worden<br />
voor 75% op het solidariteitsfonds binnen de VMW. Voor de resterende 25% kan de stad<br />
gebruik maken van haar autonome investeringskredieten.<br />
Volgend jaar volgt dan de aanleg van het waterleidingsnet in het resterende stuk, vanaf<br />
de Zavelstraat tot aan de R8, bij de heraanleg van de voetpaden in de Zandbergstraat (=<br />
linkerkant richting R8 – Kortrijk).<br />
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het voormelde bestek, de raming en de<br />
financiering (art. 42 par. 1 van het gemeentedecreet) goed te keuren. Er wordt tevens<br />
gevraagd toelating te geven de genoemde werken uit te voeren.<br />
De gemeenteraad is bevoegd op grond van haar residuaire bevoegdheid.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />
bevoegdheden van de Gemeenteraad.<br />
Gezien de stukken van het dossier.<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 23 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />
BESLUIT :<br />
Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan de raming opgemaakt door de Vlaamse<br />
Maatschappij voor Watervoorziening te Kortrijk en waarbij het aanpassen van het<br />
waterleidingsnet naar aanleiding van de aanleg van het dubbelrichtingsfietspad in de<br />
Zandbergstraat wordt geraamd op 44 552,00 euro, zonder btw verschuldigd.<br />
Art. 2 : Deze werken worden gefinancierd met autonome investeringskredieten die bij de<br />
VMW voor <strong>Harelbeke</strong> ter beschikking staan.<br />
2. Groot onderhoud wegen 2010: 1. Herstel KWS-verhardingen Hulste.<br />
Goedkeuren bestek, raming (63 345 euro + btw) en gunningswijze.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
De voorbije winter heeft heel wat schade veroorzaakt aan het wegennet.<br />
In het kader van het jaarlijks onderhoud van de wegen wordt voorgesteld om in zo veel<br />
mogelijk straten een beschermend herstel uit te voeren zodat de wegenis voor een<br />
redelijke tijd opnieuw in goede staat is. Deze werkwijze is tevens ingegeven door het feit<br />
dat in de komende jaren langs de meeste landelijke wegen door Infrax West<br />
drukrioleringen zullen dienen aangelegd te worden in uitvoering van het recent<br />
goedgekeurde zoneringsplan. Tijdens die werken kan dan van de gelegenheid gebruik<br />
gemaakt worden om meer duurzame herstelmethodes te gebruiken.<br />
Door de Technische Dienst werden de te herstellen straten zo veel mogelijk opgesplitst in<br />
functie van hun situering op het grondgebied, de dringendheid van uitvoering, de aard<br />
van de herstelling en rekeninghoudend met de budgettaire mogelijkheden.<br />
In huidig dossier worden volgende onderhoudswerken voorgesteld :<br />
egalisering + bestrijking in :<br />
- Muizelstraat : tussen Oostrozebekestraat en Aardappelstraat ;<br />
egalisering + overlaging in :<br />
- Oostrozebekestraat : tussen Muizelstraat en huisnr. <strong>12</strong> ;<br />
- Oostrozebekestraat : tussen Aardappelstraat en 2 e Doorsnijdstraat.<br />
In het kader van de opdracht met als voorwerp “Groot onderhoud wegen 2010 : 1.<br />
Herstel KWS-verhardingen Hulste” werd een bestek met nr. 1011 opgemaakt door de<br />
Technische Dienst.<br />
De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 63.345,00 excl. BTW of € 76.647,45<br />
incl. 21% BTW<br />
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />
zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze<br />
aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service.<br />
Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 421/735-60 van de<br />
buitengewone dienst.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen<br />
beperken artikel 42 betreffende de bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />
- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />
bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;<br />
- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen<br />
beperken de artikels 248 tot 260 betreffende het algemeen administratief toezicht op de<br />
gemeenten;<br />
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />
inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 17, § 2, 1° a;<br />
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken<br />
art. <strong>12</strong>0;<br />
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken<br />
art. 3, § 1;<br />
- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />
van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />
Gezien de stukken van het dossier ;<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />
BESLUIT :<br />
Art. 1 :<br />
Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 1011 en de raming voor de opdracht<br />
met als voorwerp “Groot onderhoud wegen 2010 : 1. Herstel KWS-verhardingen Hulste”,<br />
opgemaakt door de Technische Dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals<br />
voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene<br />
aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,<br />
leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 63.345,00 excl. BTW of € 76.647,45<br />
incl. 21% BTW<br />
Art. 2 :<br />
Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />
zonder bekendmaking.<br />
Art. 3 :<br />
De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 421/735-60 van<br />
de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />
3. Groot onderhoud wegen 2010: 2. Herstel KWS-verhardingen <strong>Harelbeke</strong>.<br />
Goedkeuren bestek, raming (60 250 euro + btw) en gunningswijze.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
De voorbije winter heeft heel wat schade veroorzaakt aan het wegennet.<br />
In het kader van het jaarlijks onderhoud van de wegen wordt voorgesteld om in zo veel<br />
mogelijk straten een beschermend herstel uit te voeren zodat de wegenis voor een<br />
redelijke tijd opnieuw in goede staat is.
Door de Technische Dienst werden de te herstellen straten zo veel mogelijk opgesplitst in<br />
functie van hun situering op het grondgebied, de dringendheid van uitvoering, de aard<br />
van de herstelling en rekeninghoudend met de budgettaire mogelijkheden.<br />
In huidig dossier worden volgende onderhoudswerken voorgesteld :<br />
egalisering + bestrijking in :<br />
- Stasegemsestraat ;<br />
- Kouterstraat ;<br />
- Veldstraat : van Papestuk tot Stasegemsestraat ;<br />
- Wagenweg :<br />
- Generaal Deprezstraat : vanaf spoorweg tot rotonde ;<br />
vernieuwen toplaag in :<br />
- Kouterstraat : plaatselijk<br />
In het kader van de opdracht met als voorwerp “Groot onderhoud wegen 2010 : 2.<br />
Herstel KWS-verhardingen <strong>Harelbeke</strong>” werd een bestek met nr. 10<strong>12</strong> opgemaakt door de<br />
Technische Dienst.<br />
De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 60.250,00 excl. BTW of € 72.902,50<br />
incl. 21% BTW.<br />
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />
zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze<br />
aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service.<br />
Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 421/735-60 van de<br />
buitengewone dienst.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen<br />
beperken artikel 42 betreffende de bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />
- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />
bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;<br />
- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen<br />
beperken de artikels 248 tot 260 betreffende het algemeen administratief toezicht op de<br />
gemeenten;<br />
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />
inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 17, § 2, 1° a;<br />
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken<br />
art. <strong>12</strong>0;<br />
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken<br />
art. 3, § 1;<br />
- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />
van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />
Gezien de stukken van het dossier ;<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.
BESLUIT :<br />
Art. 1 :<br />
Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 10<strong>12</strong> en de raming voor de opdracht<br />
met als voorwerp “Groot onderhoud wegen 2010 : 2. Herstel KWS-verhardingen<br />
<strong>Harelbeke</strong>”, opgemaakt door de Technische diensten. De lastvoorwaarden worden<br />
vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene<br />
aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,<br />
leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 60.250,00 excl. BTW of € 72.902,50<br />
incl. 21% BTW.<br />
Art. 2 :<br />
Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />
zonder bekendmaking.<br />
Art. 3 :<br />
De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 421/735-60 van<br />
de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />
4. Kosteloze overdracht van grond ter inlijving in het openbaar domein van de<br />
Eerste Aardstraat in Bavikhove door de familie Dujardin en bvba Sucoba.<br />
Goedkeuren ontwerpakte.<br />
Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch :<br />
Aan de Raad wordt de ontwerpakte, voorgelegd voor de kosteloze overdracht van 87,4<br />
m² grond, zijnde delen van de kadastrale percelen 250K2 en 250L2 (4 de afdeling- Sectie<br />
A) gesitueerd in de Eerste Aardstraat te Bavikhove. Deze grond/wegenis is uitgetekend<br />
als lot 3 van het opmetingsplan van landmeter Frank Dewaelsche, welk plan werd<br />
gehecht aan de verkavelingsakte verleden voor notaris op acht september tweeduizend<br />
en negen, overgeschreven op het eerste hypotheekkantoor te Kortrijk op achtentwintig<br />
september daarna.<br />
De overdracht geschiedt in uitvoering van de verkavelingsvergunning van 27 juli 2009 VK<br />
2009/8 ten voordele van de familie Dujardin en BVBA Sucoba. In die verkaveling werd<br />
bedongen dat lot 3 van het verkavelingsplan, bestemd om ingelijfd te worden in het<br />
openbaar domein (wegenis), kosteloos vrij en onbelast moet worden afgestaan aan de<br />
<strong>Stad</strong> <strong>Harelbeke</strong>.<br />
Thans leggen de verkavelaars de ontwerpakte voor die overdracht ter goedkeuring voor.<br />
Door de vertegenwoordiger van de familie en BVBA Sucoba Mevrouw Martina Dujardin,<br />
werd bedoelde akte reeds éénzijdig goedgekeurd.<br />
In functie van de samenstelling van bedoelde akte werd een hypothecair getuigschrift<br />
nopens het door de stad te verwerven goed aangevraagd. Er blijkt geen hypotheek te<br />
rusten op dit goed.<br />
Uit de door OVAM afgeleverde bodemattesten op elf juni tweeduizend en negen blijkt:<br />
voor dit kadastraal perceel zijn geen gegevens beschikbaar in het register van<br />
verontreinigde gronden omdat er geen gegevens beschikbaar zijn bij OVAM. Uit deze<br />
attesten en uit de beschikbare informatie van de technische dienst blijkt dat het hier<br />
geen verontreinigde grond betreft. Er dient geen verder gevolg gegeven aan deze<br />
attesten.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen :<br />
- Het gemeentedecreet en in het bijzonder §2.<strong>12</strong>° van art. 43.
- De decreten en uitvoeringsbesluiten houdende de organisatie van de Ruimtelijke<br />
Ordening<br />
Om deze redenen ;<br />
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ;<br />
Na beraadslaging in openbare zitting ;<br />
Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen ;<br />
BESLUIT :<br />
Artikel 1. :<br />
Goedkeuring wordt verleend om het onroerend goed, voorwerp van onderhavige<br />
beraadslaging, ten openbare nutte en tegen de in het ontwerp van akte aangegeven<br />
voorwaarden kosteloos te verwerven.<br />
Artikel 2. :<br />
De vertegenwoordigers van de stad worden volmacht verleend om de authentieke akte<br />
namens de stad <strong>Harelbeke</strong> te ondertekenen.<br />
Artikel 3. :<br />
Het schepencollege vervult de vereiste administratieve formaliteiten.<br />
5. Herstellen en onderhouden van de vloer en de tafel van de trouwzaal in het<br />
stadhuis. Goedkeuren bestek, raming (6 862 euro + btw) en gunningswijze.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
De huidige bevloering heeft nood aan een opfrissingsbeurt. Ondertussen wordt een<br />
plaatselijke herstelling ter hoogte van de ingangsdeur voorzien. De werken omvatten het<br />
schuren van de vloer en het voorzien van vernislagen volgens noodwendigheid.<br />
Tevens wordt de houten tafel eveneens heropgefrist.<br />
In het kader van de opdracht met als voorwerp “Herstellen en onderhouden van de vloer<br />
en de tafel van de trouwzaal stadhuis” werd een bestek met nr. 1009 opgemaakt door de<br />
Technische diensten.<br />
De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op 6.862,00 euro excl. btw of 8.303,02 euro<br />
incl. 21% btw.<br />
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />
zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling (< 67000 euro) en meerdere<br />
aannemers volgens keuze van het bestuur worden geraadpleegd waarbij onderhandeld<br />
kan worden over de voorwaarden van de opdracht met een of meer van hen. Deze<br />
gunningswijze biedt aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen betreffende prijsvorming en<br />
service.<br />
Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 104/723-60 van de<br />
buitengewone dienst.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />
bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />
inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a;
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />
en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2;<br />
- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />
van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />
Gezien de stukken van het dossier ;<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />
BESLUIT :<br />
Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 1009 en de raming voor de<br />
opdracht met als voorwerp “Herstellen en onderhouden van de vloer en de tafel van de<br />
trouwzaal stadhuis”, opgemaakt door de Technische diensten. De lastvoorwaarden<br />
worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de<br />
algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van<br />
werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt 6.862,00 euro excl. btw of<br />
8.303,02 euro incl. 21% btw.<br />
Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />
Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />
104/723-60 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />
6. Aankoop van een watergeefgroep voor de groendienst. Goedkeuren bestek,<br />
raming (6 198,35 euro + btw) en gunningswijze.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aankoop watergeefgroep” werd een<br />
bestek met ref. watergeefgroep/2010 opgemaakt door de Centrale Aankoopdienst.<br />
De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 6.198,35 excl. btw of € 7.500,00 incl.<br />
21% btw.<br />
Voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />
zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze<br />
aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service.<br />
Het krediet is voorzien in het budget van 2010 op artikel 766/744-51 van de<br />
buitengewone dienst.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />
bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />
- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />
bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;<br />
- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260<br />
betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten;<br />
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />
inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a;
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />
en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2;<br />
- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />
van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />
- het aankoopadvies van de de heer Frederique Christiaens, Preventieadviseur, dd. 19<br />
februari 2010;<br />
Gezien de stukken van het dossier ;<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />
BESLUIT :<br />
Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met ref. watergeefgroep/2010 en de<br />
raming voor de opdracht met als voorwerp “Aankoop watergeefgroep”, opgemaakt door<br />
de Centrale Aankoopdienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het<br />
bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de<br />
overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De<br />
kostenraming bedraagt € 6.198,35 excl. btw of € 7.500,00 incl. 21% btw.<br />
Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />
Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />
766/744-51 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />
7. Aankoop van een aanhangwagen voor de groendienst. Goedkeuren bestek,<br />
raming (6 198,35 euro + btw) en gunningswijze.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aankoop aanhangwagen groendienst”<br />
werd een bestek met ref. aanhangw.2010 opgemaakt door de Dienst Eigen Regie en<br />
Centrale Aankoopdienst.<br />
De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 6.198,35 excl. btw of € 7.500,00 incl.<br />
21% btw.<br />
Voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />
zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze<br />
aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service.<br />
Het krediet is voorzien in het budget van 2010 op artikel 421/743-98 van de<br />
buitengewone dienst.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />
bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />
- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />
bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;<br />
- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260<br />
betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten;
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />
inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a;<br />
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />
en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2;<br />
- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />
van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />
- het aankoopadvies van de preventieadviseur dd. 17 maart 2010;<br />
Gezien de stukken van het dossier ;<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />
BESLUIT :<br />
Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met ref. aanhangw.2010 en de<br />
raming voor de opdracht met als voorwerp “Aankoop aanhangwagen groendienst”,<br />
opgemaakt door de Dienst Eigen Regie en de Centrale Aankoopdienst. De<br />
lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals<br />
opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor<br />
aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 6.198,35<br />
excl. btw of € 7.500,00 incl. 21% btw.<br />
Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />
Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />
421/743-98 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />
8. Slopen oude gebouwtjes Arendswijk-site, bouwen van een nieuw inkomsas,<br />
heraanleggen terrein en herstellen dak overblijvende gebouwen.<br />
Goedkeuren aangepast bestek, raming (53 077,53 euro + btw) en<br />
gunningswijze.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
In de raad van 9 november 2009 werd het bestek, raming (37 495,16 euro + btw) en<br />
gunningswijze inzake het slopen van de oude gebouwtjes Arendswijk-site, bouwen van<br />
een nieuw inkomsas, heraanleggen van het terrein en het herstellen van het dak van de<br />
overblijvende gebouwen goedgekeurd. Na deze goedkeuring werd de<br />
aanbestedingsprocedure gestart. Op de begroting 2009 was 55000,00 euro incl. btw<br />
beschikbaar. De ingediende offertes overschreden het beschikbare krediet waardoor vorig<br />
jaar niet meer gegund kon worden. Intussen werd het aanbestedingsdossier enigszins<br />
aangepast. Er wordt voorgesteld om het bestaande petanqueveld uit te breiden. Ook<br />
het asbestinventaris diende correcter opgemaakt te worden zodat de inschrijvers hun<br />
prijs hiervoor exacter kunnen bepalen.<br />
In het kader van de opdracht met als voorwerp “Slopen oude gebouwtjes Arendswijksite,<br />
bouwen van een nieuw inkomsas, heraanleggen terrein en herstellen dak<br />
overblijvende gebouwen” werd een bestek met nr. 861.2-A.09/02 opgemaakt door BVBA<br />
Arkas.
De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op 53 077,53 euro excl. btw of 64 223,82<br />
euro incl. 21% btw.<br />
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />
zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling (< 67000 euro) en meerdere<br />
aannemers volgens keuze van het bestuur worden geraadpleegd waarbij onderhandeld<br />
kan worden over de voorwaarden van de opdracht met een of meer van hen. Deze<br />
gunningswijze biedt aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen betreffende prijsvorming en<br />
service.<br />
Het krediet is voorzien in de begrotingswijziging 1 van 2010 op artikel <strong>12</strong>4/723-60 van<br />
de buitengewone dienst.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />
bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />
inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a;<br />
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />
en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 1;<br />
- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />
van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />
Gezien de stukken van het dossier ;<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />
BESLUIT :<br />
Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 861.2-A.09/02 en de raming<br />
voor de opdracht met als voorwerp “Slopen oude gebouwtjes Arendswijk-site, bouwen<br />
van een nieuw inkomsas, heraanleggen terrein en herstellen dak overblijvende<br />
gebouwen”, opgemaakt door de Technische diensten. De lastvoorwaarden worden<br />
vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene<br />
aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,<br />
leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt 53 077,53 euro excl. btw of 64<br />
223,82 euro incl. 21% btw.<br />
Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />
Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />
<strong>12</strong>4/723-60 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.
9. Renovatie stadhuis – fase IIIa: heropbouw Marktstraat 31 + restauratie 33-<br />
35 en deel SABV. Lot verwarming, ventilatie en sanitair. Goedkeuren bestek,<br />
raming (337 614,50 euro + btw) en gunningswijze.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
Naast de reeds goedgekeurde voorgaande loten in het renovatiedossier stadhuis – fase<br />
IIIa, worden ook de verwarming, ventilatie en sanitair in een afzonderlijk dossier<br />
opgenomen.<br />
De werken omvatten het leveren en plaatsen van verwarming, ventilatie en sanitair in<br />
het nieuwe gebouw. Er wordt tevens een nieuwe automatische regeling van de<br />
verwarming voorzien die de installatie van zowel het nieuwe als het oude gedeelte<br />
aanstuurt.<br />
In het kader van de opdracht met als voorwerp “Renovatie stadhuis -fase IIIa :<br />
heropbouw Marktstraat 31 + restauratie 33-35 en deel SABV. Lot verwarming, ventilatie<br />
en sanitair” werd een bestek 01.1160 opgemaakt.<br />
De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op 337.614,50 euro excl. btw of 408.513,55<br />
euro incl. 21% btw waarvan 298 447,50 euro excl. btw voor de verwarming en ventilatie<br />
en 39 167,00 euro excl. btw voor het sanitair.<br />
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare aanbesteding<br />
gezien de concurrentie hier maximaal speelt en de gunning van de opdracht kan<br />
plaatsvinden op grond van de laagste aangeboden prijs.<br />
Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 104/723-60 van de<br />
buitengewone dienst.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />
bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />
- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />
bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;<br />
- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260<br />
betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten;<br />
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen;<br />
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />
en latere wijzigingen;<br />
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 1;<br />
- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />
van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />
Gezien de stukken van het dossier ;<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />
BESLUIT :<br />
Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek en de raming voor de opdracht met<br />
als voorwerp “Renovatie stadhuis -fase IIIa : heropbouw Marktstraat 31 + restauratie<br />
33-35 en deel SABV. Lot verwarming, ventilatie en sanitair”. De lastvoorwaarden worden<br />
vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene<br />
aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,
leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt 337.614,50 euro excl. btw of<br />
408.513,55 euro incl. 21% btw waarvan 298 447,50 euro excl. btw voor de verwarming<br />
en ventilatie en 39 167,00 euro excl. btw voor het sanitair.<br />
Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare aanbesteding.<br />
Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />
104/723-60 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />
10. Renovatie stadhuis – fase IIIa: heropbouw Marktstraat 31 + restauratie 33-<br />
35 en deel SABV. Lot elektrische installaties. Goedkeuren bestek, raming<br />
(258 443 euro + btw) en gunningswijze.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
Naast de reeds goedgekeurde voorgaande loten in het renovatiedossier stadhuis – fase<br />
IIIa en het in huidige raad voorgelegde lot verwarming, ventilatie en sanitair wordt ook<br />
het lot elektriciteit in een afzonderlijk dossier opgenomen.<br />
De werken omvatten het leveren en plaatsen van alle elektrische voorzieningen<br />
waaronder ook een aansluitpunt voor TV, alarminstallatie, toegangscontrole,<br />
inbraakbeveiliging, verlichtingsarmaturen, muziekuitrusting ten behoeve van het<br />
onthaal/toeristische dienst/infodienst, deurbode & videofonie, de voorzieningen voor het<br />
installeren van een projector en de noodvoeding.<br />
In het kader van de opdracht werd een bestek met nr. 01.1160 opgemaakt.<br />
De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op 258 443,00 euro excl. btw of 3<strong>12</strong> 716,03<br />
euro incl. 21 % btw.<br />
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare aanbesteding<br />
gezien de concurrentie hier maximaal speelt en de gunning van de opdracht kan<br />
plaatsvinden op grond van de laagste aangeboden prijs.<br />
Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 104/723-60 van de<br />
buitengewone dienst.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />
bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen;<br />
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />
en latere wijzigingen;<br />
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 1;<br />
- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />
van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />
Gezien de stukken van het dossier ;<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />
BESLUIT :<br />
Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek en de raming voor de opdracht met<br />
als voorwerp “Renovatie stadhuis -fase IIIa : heropbouw Marktstraat 31 + restauratie
33-35 en deel SABV. Lot elektrische installaties”. De lastvoorwaarden worden<br />
vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene<br />
aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,<br />
leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt 258 443,00 euro excl. btw of 3<strong>12</strong><br />
716,03 euro incl. 21 % btw.<br />
Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare aanbesteding.<br />
Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />
104/723-60 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />
11. Herziening Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Advies in het kader van het<br />
openbaar onderzoek.<br />
Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch :<br />
Op <strong>12</strong>.<strong>12</strong>.2008 keurde de Vlaamse Regering een actualisatie en gedeeltelijke herziening<br />
van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) principieel goed. Er loopt een<br />
onderzoek om het structuurplan Vlaanderen grondig te herzien. Op korte termijn opteert<br />
men voor een snelle herziening met planhorizon tot 20<strong>12</strong> onder de vorm van een<br />
addendum aan het RSV.<br />
De plenaire vergadering vond plaats op 27.03.2009. Het college van burgemeester en<br />
schepenen gaf in zitting van 24.03.2009 een opmerking over de categorisering van de<br />
N36. De huidige categorisering als secundaire weg I laat een 2x2 inrichting toe, maar in<br />
praktijk lijkt dit voorbehouden voor de primaire wegen II, vandaar de vraag tot<br />
verhoging van categorie. Het college ondersteunde eveneens de opmerking van Izegem,<br />
die op basis van een onderzoek (naar uitrustingsgraad van verschillende gemeentes)<br />
voor Izegem, <strong>Harelbeke</strong> en Wevelgem een erkenning van hun centrumfunctie vraagt.<br />
De opmerkingen werden niet weerhouden. De vraag betreffende de N36 gaat louter over<br />
de inrichting, een 2x2 inrichting is op heden theoretisch mogelijk. De erkenning van de<br />
centrumfunctie past niet in de eerder beperkte herziening van het RSV en kan bij een<br />
grondige herziening onderzocht worden.<br />
Het ontwerp van het RSV werd door de Vlaamse Regering voorlopig vastgesteld op<br />
18.<strong>12</strong>.2009. Het openbaar onderzoek loopt van 10.02.2010 tot en met 11.05.2010.<br />
Volgens artikel 2.1.3 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is het aan de<br />
gemeenteraad om advies uit te brengen binnen deze termijn.<br />
Het college heeft in zitting van 16.03.2010 op de mogelijke onverenigbaarheid van de<br />
uitgebreide lokalisatieprincipes van lokale bedrijventerreinen met de uitgevoerde<br />
herbevestiging van de agrarische en natuurlijke structuur gewezen. Daarenboven vraagt<br />
het college om vraag en aanbod van industriezones beter op elkaar af te stemmen.<br />
Regionale bedrijventerreinen moeten kunnen worden omgevormd tot KMO-zone.<br />
De raadscommissie onderschreef dit voorstel in zitting van 17.03.2010. De<br />
raadscommissie wijst erop dat de eerdere beoordeling van de stad en het aldus niet<br />
akkoord gaan met de herbevestiging als agrarisch gebied van de strook tussen de N36 en<br />
N36d correct was, en bepaalde delen van die strook overeenstemmen met de huidige<br />
nieuwe mogelijkheden voor lokale bedrijventerreinen. Daarenboven wenst de<br />
raadscommissie de opmerking over de categorisering van de N36 mee te nemen in het<br />
advies.
Ter zitting herhaalt raadslid Rik Wanzeele de essentie van het advies van de<br />
raadscommissie als volgt :<br />
- Het is niet de bedoeling geweest om een zoekzone af te wijzen als dusdanig. De<br />
raadscommissie heeft wel willen aangeven dat, naar haar oordeel, de strook tussen de<br />
N36 en de N36d – gegeven de ontsluitingsmogelijkheden en het feit dat er geen<br />
bebouwde kom in de nabijheid ligt – de zone is die wanneer zij wordt omgeturnd tot<br />
een zone voor lokaal bedrijventerrein het in best in aanmerking komt. De<br />
raadscommissie heeft daarmee niet willen zeggen dat andere locaties sowieso<br />
uitgesloten zijn.<br />
- De raadscommissie wil eveneens dat de N36 op vier vakken wordt gebracht.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen :<br />
- Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening – art.2.1.3.<br />
Nadat de zitting van 21.10 u. tot 21.20 u. werd geschorst.<br />
Om deze redenen ;<br />
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ;<br />
Na beraadslaging in openbare zitting ;<br />
Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen ;<br />
BESLUIT :<br />
Art.1<br />
- De N36 van het kruispunt Krekelmotestraat (Izegem) tot de N43 (<strong>Harelbeke</strong>)’ is<br />
volgens het provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen gecategoriseerd<br />
als secundaire weg I en heeft in praktijk een 2x1 inrichting. Hoewel een 2x2<br />
inrichting theoretisch kan voor een secundaire weg I, blijkt in praktijk dat dit<br />
eerder voorbehouden wordt voor de primaire wegen II. Aangezien ter hoogte van<br />
<strong>Harelbeke</strong> de N36 door zijn versmalde inrichting als een bottle-neck fungeert en<br />
daardoor niet ten volle zijn functie om o.m. het verkeer weg te leiden uit de kern<br />
van <strong>Harelbeke</strong> vervult, dient de N36 (van het kruispunt Krekelmotestraat<br />
(Izegem) tot de N43 (<strong>Harelbeke</strong>)) gecategoriseerd als primaire weg II, identiek<br />
aan de categorisering van het stuk tussen de E17 en de N43 vanuit het oogpunt<br />
van het bekomen van een 2x2 inrichting.<br />
- Er moet een mogelijkheid voorzien worden om vraag en aanbod van type<br />
bedrijventerreinen beter op elkaar af te stemmen. Aangezien de regio Kortrijk met<br />
een overschot aan bedrijventerreinen zit, en er dus geen nieuwe mogelijkheden<br />
meer kunnen gecreëerd worden, is het belangrijk strategische keuzes te kunnen<br />
maken binnen het bestaande juridisch aanbod. Zo moeten bv. verspreide kleinere<br />
(of delen van) regionale bedrijventerreinen tot KMO-zone omgevormd kunnen<br />
worden.<br />
- De uitgevoerde herbevestiging van de agrarische en natuurlijke structuur kan<br />
onverenigbaar zijn met de nieuwe lokalisatieprincipes van lokale<br />
bedrijventerreinen. Het RSV dient een oplossing te voorzien voor dergelijke<br />
problematiek.<br />
- Voor de zone voor lokale bedrijventerreinen gaat de voorkeur uit naar de strook<br />
tussen de N36 en de N36d, zonder echter andere locaties uit te sluiten en zonder<br />
daardoor de open ruimte tussen woonkernen aan elkaar te sluiten.
Enkel mits naleving van voorgaande voorwaarden geeft de gemeenteraad een gunstig<br />
advies op het ontwerp van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen.<br />
Art. 2<br />
Dit advies zal worden overgemaakt aan de VLACORO.<br />
<strong>12</strong>. Aanleg kampeerterrein mobilhomes. Goedkeuren bestek, raming (77 967,45<br />
euro + btw) en gunningswijze.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
Net als in heel Vlaanderen is er ook in de Leiestreek veel vraag naar erkende<br />
kampeerautoplaatsen.<br />
Dit enerzijds door de gebruikers en anderzijds ook door de overheid om wildkamperen<br />
tegen te gaan.<br />
Toerisme Vlaanderen heeft de bedoeling om lussen voor de kampeerautotoerist te<br />
ontwikkelen met daarop erkende kampeerplaatsen.<br />
Daartoe werd op het sportcentrum <strong>Harelbeke</strong> een alternatieve plaats gevonden tussen de<br />
koptribune van het Forestierstadion en de sporthal (toegang via de bestaande<br />
toegangsweg) voor het inplanten van een kampeerautoplaats voor 8 voertuigen.<br />
Door de Gemeenteraad in zitting van 11 mei 2009 werd principieel beslist de werken uit<br />
te voeren alsook werden in dezelfde zitting de contractuele voorwaarden ontwerper,<br />
raming studiekosten en gunningswijze goedgekeurd.<br />
Het College van Burgemeester en Schepenen besliste in zitting van 30 juni 2009 de<br />
ontwerpopdracht “Aanleg kampeerterrein mobilhomes” toe te wijzen aan NV Soresma,<br />
Eugène Bekaertlaan 61 te 8790 Waregem.<br />
In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aanleg kampeerterrein mobilhomes”<br />
werd een bestek met nr. 861.5-A.09/14 opgemaakt door NV Soresma, voornoemd.<br />
De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 77.967,45 excl. BTW of € 94.340,61<br />
incl. 21% BTW.<br />
Er werd op 22 maart 2010 gunstig advies verleend door de Sportraad.<br />
Er werd op 22 maart 2010 een advies bekomen van de cultuurraad waarbij de<br />
aangehaalde argumenten tegen het project niets terzake doen. Aan de raad wordt<br />
voorgesteld voorbij te gaan aan dit negatieve advies wegens ongegrond. Daartoe wordt<br />
verwezen naar de replieken op het advies geformuleerd bij nota van de technische dienst<br />
van 24 maart 2010.<br />
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare aanbesteding<br />
gezien de aard van de bestelling (> € 67.000,00) en gezien de concurrentie hier<br />
maximaal speelt en de gunning van de opdracht kan plaatsvinden op grond van de laagst<br />
aangeboden prijs.<br />
Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 562/725-60 van de<br />
buitengewone dienst. Aanvullende kredieten werden voorzien bij de buitengewone<br />
begrotingswijziging nr. 01 van 2010 op artikel 562/725-60.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen<br />
beperken artikel 42 betreffende de bevoegdheden van de Gemeenteraad ;<br />
- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />
bestuurshandelingen, en latere wijzigingen ;<br />
- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen<br />
beperken de artikels 248 tot 260 betreffende het algemeen administratief toezicht op de<br />
gemeenten ;<br />
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen ;
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen ;<br />
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken<br />
art. 3, § 1;<br />
- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />
van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />
Gezien de stukken van het dossier ;<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 23 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />
BESLUIT :<br />
Art. 1 :<br />
Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 861.5-A.09/14 en de raming voor de<br />
opdracht met als voorwerp “Aanleg kampeerterrein mobilhomes”, opgemaakt door NV<br />
Soresma, Eugène Bekaertlaan 61 te 8790 Waregem. De lastvoorwaarden worden<br />
vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene<br />
aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,<br />
leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 77.967,45 excl. BTW of € 94.340,61<br />
incl. 21% BTW.<br />
Art. 2 :<br />
Voornoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare aanbesteding gezien de<br />
aard van de bestelling (> € 67.000,00) en gezien de concurrentie hier maximaal speelt<br />
en de gunning van de opdracht kan plaatsvinden op grond van de laagst aangeboden<br />
prijs.<br />
Art. 3 :<br />
De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 562/725-60 van<br />
de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010 en aanvullend met kredieten voorzien<br />
bij begrotingswijziging nr. 01 op artikel 562/725-60 van de buitengewone dienst van het<br />
dienstjaar 2010.<br />
Art. 4 :<br />
De Gemeenteraad vraagt wel te onderzoeken of staande de werken het loosrooster niet<br />
dient verplaatst naar voor en niet dient te worden vergroot.<br />
13. Vervangen scheidingswanden sporthallen <strong>Harelbeke</strong> en Bavikhove.<br />
Goedkeuren bestek, raming (24 000 euro + btw) en gunningswijze.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
De huidige scheidingswanden zijn sterk verouderd en scheiden de zaal niet meer efficiënt<br />
af bij indeling van de zalen in de sporthalles. De doeken worden vervangen door nieuwe<br />
doeken die compacter zijn waardoor deze bij stockering langs de wanden minder hinder<br />
zullen geven bij gebruik van de zalen.<br />
In het kader van de opdracht met als voorwerp “Vervangen scheidingswanden sporthalles<br />
<strong>Harelbeke</strong> en Bavikhove” werd een bestek met nr. 1010 opgemaakt door de Technische<br />
diensten.
De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op 24.000,00 euro excl. btw of 29.040,00<br />
euro incl. 21% btw.<br />
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />
zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling (< 67000 euro) en meerdere<br />
aannemers volgens keuze van het bestuur worden geraadpleegd waarbij onderhandeld<br />
kan worden over de voorwaarden van de opdracht met een of meer van hen. Deze<br />
gunningswijze biedt aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen betreffende prijsvorming en<br />
service.<br />
Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 764/723-60 van de<br />
buitengewone dienst.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />
bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />
inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a;<br />
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />
en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 1;<br />
- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />
van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />
Gezien de stukken van het dossier ;<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 23 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />
BESLUIT :<br />
Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 1010 en de raming voor de<br />
opdracht met als voorwerp “Vervangen scheidingswanden sporthalles <strong>Harelbeke</strong> en<br />
Bavikhove”, opgemaakt door de Technische diensten. De lastvoorwaarden worden<br />
vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene<br />
aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,<br />
leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt 24.000,00 euro excl. btw of<br />
29.040,00 euro incl. 21% btw.<br />
Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />
Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />
764/723-60 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />
14. Aankoop van ICT-materiaal. Goedkeuren bestek, raming (109 825 euro +<br />
btw) en aansluiten bij het raamcontract 2007-20<strong>12</strong> van de stad Kortrijk.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aankoop van informaticamaterieel en<br />
camerabewaking (park en sport)” wordt voorgesteld in te tekenen in het ICTraamcontract<br />
van de <strong>Stad</strong> Kortrijk.
De stad Kortrijk keurde bij beslissing Gemeenteraad op <strong>12</strong> februari 2007 het bijzonder<br />
bestek met ref. ICT-7595 en vaststellen wijze van gunnen goed.<br />
De stad Kortrijk treedt op als opdrachtgevend bestuur.<br />
Via deze deelname kunnen scherpere prijzen worden bedongen. Er is ook tijdswinst<br />
doorsdat men zelf geen bestek meer moet maken en geen mededinging meer moet<br />
spelen.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten voor de aanneming<br />
van werken, leveringen en diensten, inzonderheid artikel 15;<br />
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
de aanneming van werken, leveringen en diensten;<br />
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsrgels van de overheidsopdrachten;<br />
Verwijzend naar volgende eerdere beslissingen :<br />
- beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 januari 2007 tot<br />
principiële deelname aan het voorgestelde project gezien het raamcontract geen<br />
beperkingen oplegt, geen exclusiviteiten en de deelnemers de flexibiliteit behouden om<br />
hun concept en hun aankopen zelf te bepalen;<br />
- beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 16 februari 2010 tot<br />
deelname aan het ICT-raamcontract voor volgende projecten:<br />
- draadloze verbinding archief<br />
- informatieschermen nieuwbouw en sport<br />
- camerabewaking (park en sport)<br />
- aankoop pc’s na de markt te verkennen en zo nodig een afzonderlijk dossier<br />
voor te bereiden<br />
Gezien de stukken van het dossier ;<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 22 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />
BESLUIT :<br />
Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek en de raming voor de opdracht met<br />
als voorwerp “aankoop van informaticamaterieel en camerabewaking (park en sport)”,<br />
opgemaakt door de ICT-coördinator. De kostenraming bedraagt 109.825 euro + btw.<br />
Art. 2 : Voor hogergenoemde opdracht wordt aangesloten bij het bijzonder bestek met<br />
ref ICT-7595, waarvoor de <strong>Stad</strong> Kortrijk als opdrachtencentrale functioneert.<br />
Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1. werd gegund door de <strong>Stad</strong> Kortrijk. Het<br />
bestuur sluit daarbij aan overeenkomstig art. 1.<br />
Art. 4 : De uitgaven waarvan sprake in art. 1. zullen gefinancierd worden door<br />
aanwending van eigen middelen.
15. Leveren en plaatsen van een spanplafond in alle lokalen van het cafetaria in<br />
het cultureel centrum het Spoor. Goedkeuren bestek, raming (8 650 euro +<br />
btw) en gunningswijze.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
Het huidige spanplafond in de cafetaria is erg bevuild. Teneinde de esthetiek in de<br />
cafetaria te verbeteren wordt het huidige doek vervangen door een nieuw doek.<br />
In de vergaderzaaltjes is er momenteel geen isolerend plafond en is een opfrissingsbeurt<br />
nodig. Er wordt een nieuw spanplafond in de zaaltjes voorzien inclusief alle<br />
ophangsystemen.<br />
In het kader van de opdracht met als voorwerp “Leveren en plaatsen van een<br />
spanplafond in alle lokalen van het cafetaria in het cultureel centrum het Spoor” werd<br />
een bestek met nr. 1007 opgemaakt door de Technische diensten.<br />
De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op 8.650,00 euro excl. btw of 10.466,50<br />
euro 21% btw.<br />
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />
zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling (kleiner dan 67000 euro) en<br />
meerdere aannemers volgens keuze van het bestuur worden geraadpleegd waarbij<br />
onderhandeld kan worden over de voorwaarden van de opdracht met een of meer van<br />
hen. Deze gunningswijze biedt aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen betreffende<br />
prijsvorming en service.<br />
Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 762/723-60 van de<br />
buitengewone dienst.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />
bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />
inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a;<br />
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />
en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2;<br />
- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />
van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />
Gezien de stukken van het dossier ;<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 22 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />
BESLUIT :<br />
Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 1007 en de raming voor de<br />
opdracht met als voorwerp “Leveren en plaatsen van een spanplafond in alle lokalen van<br />
het cafetaria in het cultureel centrum het Spoor”, opgemaakt door de Technische<br />
diensten. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek<br />
en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de
overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De<br />
kostenraming bedraagt 8.650,00 euro. btw of 10.466,50 euro incl. 21% btw.<br />
Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />
Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />
762/723-60 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />
16. Aankoop van digitale borden voor de gemeentescholen van de stad<br />
<strong>Harelbeke</strong>. Goedkeuren bestek, raming (17 355,37 euro + btw) en<br />
gunningswijze.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aankoop van digitale borden voor de<br />
gemeentescholen van de <strong>Stad</strong> <strong>Harelbeke</strong>” werd een bestek met ref. Board/2010<br />
opgemaakt door de Centrale Aankoopdienst.<br />
De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 17.355,37 excl. btw of € 21.000,00<br />
incl. 21% btw.<br />
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />
zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze<br />
aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service.<br />
Het krediet is voorzien in het budget van 2010 op artikel 72201/744-51, 72202/744-51<br />
en 72203/744-51 van de buitengewone dienst.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />
bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />
- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />
bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;<br />
- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260<br />
betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten;<br />
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />
inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a;<br />
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />
en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2;<br />
- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />
van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />
Gezien de stukken van het dossier ;<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 22 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />
BESLUIT :<br />
Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. Board/2010 en de raming<br />
voor de opdracht met als voorwerp “Aankoop van digitale borden voor de
gemeentescholen van de <strong>Stad</strong> <strong>Harelbeke</strong>”, opgemaakt door de Centrale Aankoopdienst.<br />
De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals<br />
opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor<br />
aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt €<br />
17.355,37 excl. btw of € 21.000,00 incl. 21% btw.<br />
Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />
Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />
72201/744-51, 72202/744-51 en 72203/744-51 van de buitengewone dienst van het<br />
dienstjaar 2010.<br />
17. Aankoop wegmeubilair (octopus) voor schoolomgevingen – fase 2010.<br />
Goedkeuren bestek, raming (13 722 euro + btw) en gunningswijze.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aankoop wegmeubilair (octopus) voor<br />
schoolomgevingen - fase 2010” werd een bestek met nr. octopus/2010 opgemaakt door<br />
de Centrale Aankoopdienst.<br />
De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 13.722 excl. btw of € 16.603,62 incl.<br />
21% btw.<br />
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />
zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze<br />
aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service.<br />
Het krediet is voorzien in het budget van 2010 op artikel 423/741-52 van de<br />
buitengewone dienst.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />
bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />
- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />
bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;<br />
- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260<br />
betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten;<br />
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />
opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />
inzonderheid artikel 17, § 2, 1° f (de opdracht kan slechts door één bepaalde inschrijver<br />
worden uitgevoerd om redenen van: bescherming van exclusieve rechten);<br />
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />
aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />
en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />
werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2;<br />
- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />
van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />
Gezien de stukken van het dossier ;<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />
Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.
BESLUIT :<br />
Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. octopus/2010 en de raming<br />
voor de opdracht met als voorwerp “Aankoop wegmeubilair (octopus) voor<br />
schoolomgevingen - fase 2010”, opgemaakt door de Centrale Aankoopdienst. De<br />
lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals<br />
opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor<br />
aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 13.722<br />
excl. btw of € 16.603,62 incl. 21% btw.<br />
Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />
Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />
423/741-52 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />
18. Budgetwijziging 1 en 2 – 2010. Goedkeuring.<br />
Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch :<br />
Het college legt het ontwerp van budgetwijziging 1 en 2 voor het dienstjaar 2010 en de<br />
wettelijk verplichte bijhorende documenten ter goedkeuring voor.<br />
Het voorontwerp werd besproken in het managementteam op 22/02/2010.<br />
Daarop werd het ontwerp van budget principeel vastgesteld in het college van<br />
23/03/2009.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen en hun<br />
toepassingen alsook voorgaande raadsbesluiten.<br />
- Artikel 7 van het decreet van 28 <strong>april</strong> 1993 houdende regeling voor het Vlaams Gewest<br />
van het administratief toezicht op de gemeenten;<br />
- Artikel 154 van het gemeentedecreet;<br />
- Het K.B. van 02.08.1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke<br />
comptabiliteit.<br />
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;<br />
Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben;<br />
Gaat over tot de stemming over het ontwerp van de budgetwijziging 2010 - 1 en 2 in zijn<br />
geheel, waaraan 25 leden deelnemen.<br />
Met 20 stemmen voor, 3 stemmen tegen en 2 onthoudingen ;<br />
BESLUIT :<br />
Het voorgelegde ontwerp van budgetwijziging 1 en 2 voor 2010 met bijlagen, wordt<br />
aangenomen met hiernavolgende cijfergegevens:
GEWONE DIENST<br />
Volgens het<br />
oorspronkelijke<br />
budget<br />
Verhoging<br />
Verlaging<br />
Na de<br />
voorgestelde<br />
wijziging<br />
Algemeen geraamd resultaat<br />
budget 2009 <strong>12</strong>.870.194,00<br />
Budgetwijziging 2010<br />
Ontvangsten eigen dienstjaar 31.280.359,00 99.173,00 3.875,00 31.375.657,00<br />
Uitgaven eigen dienstjaar 30.010.815,00 331.669,00 111.930,00 30.230.554,00<br />
Ontvangsten vorige jaren 0,00 395.477,00 0,00 395.477,00<br />
Uitgaven vorige jaren 179.309,00 677.349,00 0,00 856.658,00<br />
Ontvangsten overboekingen 0,00 0,00 0,00 0,00<br />
Uitgaven overboekingen 444.055,00 0,00 69.074,00 374.981,00<br />
Geraamd resultaat budget 2010 646.180,00 -514.368,00 177.<strong>12</strong>9,00 308.941,00<br />
Geraamd algemeen<br />
budgetresultaat 2010 13.179.135,00<br />
BUITENGEWONE DIENST<br />
Volgens het<br />
oorspronkelijke<br />
budget<br />
Verhoging<br />
Verlaging<br />
Na de<br />
voorgestelde<br />
wijziging<br />
Algemeen geraamd resultaat<br />
budget 2009 0,00 0,00<br />
Budgetwijziging 2010<br />
Ontvangsten eigen dienstjaar 19.303.970,00 480.000,00 0,00 19.783.970,00<br />
Uitgaven eigen dienstjaar 19.747.355,00 390.650,00 37.750,00 20.100.255,00<br />
Ontvangsten vorige jaren 0,00 0,00 0,00 0,00<br />
Uitgaven vorige jaren 670,00 58.026,00 0,00 58.696,00<br />
Ontvangsten overboekingen 444.055,00 0,00 69.074,00 374.981,00<br />
Uitgaven overboekingen 0,00 0,00 0,00 0,00<br />
Geraamd resultaat budget 2010 0,00 31.324,00 -31.324,00 0,00<br />
Geraamd algemeen<br />
budgetresultaat 2010 0,00<br />
19. Vaststellen belastingsreglement op de vergunningen voor de exploitatie van<br />
diensten voor het verhuren van voertuigen met een bestuurder.<br />
Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch:<br />
Het decreet van 20 <strong>april</strong> 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over<br />
de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen onderwerpt in zijn art. 49<br />
de diensten voor het verhuren van voertuigen met een bestuurder aan een jaarlijkse<br />
belasting van 250 euro per jaar.<br />
De inning gebeurt door de gemeente waar de exploitatiezetel gevestigd is. Het is<br />
aangewezen om een gemeentelijk belastingsreglement op te maken conform de<br />
wetgeving.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:
- Het gemeentedecreet, inzonderheid art. 43 §2,15°;<br />
- Het decreet van 20 <strong>april</strong> 2001 betreffende de organisatie van personenvervoer<br />
over de weg, zoals nu van kracht<br />
- Het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten<br />
en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder;<br />
- Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de<br />
geschillenprocedure van Provincie- en Gemeentebelastingen;<br />
Om deze redenen;<br />
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />
Na beraadslaging in openbare zitting;<br />
Met 23 stemmen voor, 2 stemmen tegen en 0 onthoudingen;<br />
BESLUIT:<br />
Artikel 1 : Er wordt vanaf het aanslagjaar 2010 een belasting gevestigd op de<br />
voertuigen voor de exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met<br />
bestuurder.<br />
De belasting is verschuldigd aan de gemeente die de vergunning uitreikt, nl. van de<br />
plaats waar de exploitatiezetel gevestigd is.<br />
Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die houder<br />
is van de vergunning voor exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen<br />
met bestuurder.<br />
Artikel 3 : Het bedrag van de belasting voor vergunningen afgeleverd op grond van<br />
artikel 42§2 van het decreet van 20 <strong>april</strong> 2001 en gewijzigd bij decreet van 8 mei 2009<br />
bedraagt 250 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig.<br />
Artikel 4 : De belasting is onverdeelbaar verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk<br />
van het moment waarop de vergunning werd afgeleverd.<br />
De vergunninghouder is de eerste jaarlijkse belasting verschuldigd op het ogenblik van<br />
de afgifte van de vergunning en nadien telkens op 01 januari van het aanslagjaar.<br />
Artikel 5 : De vermindering van het aantal voertuigen of de opschorting van de<br />
exploitatie met een of meer voertuigen geeft geen aanleiding tot een belastingteruggave.<br />
Dit geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning of het buiten<br />
werking stellen van één of meer voertuigen voor welke reden dan ook.<br />
Artikel 6 : De bedragen vermeld in artikel 3 van onderhavig gemeenteraadsbesluit<br />
worden aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de<br />
consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt<br />
bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het<br />
aanslagjaar te delen door het indexcijfer van de december 2000 (index 93.29 tov basis<br />
2004).<br />
Artikel 7 : De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig het<br />
decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de<br />
geschillenprocedure van Provincie- en Gemeentebelastingen.
Artikel 8: Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het<br />
Gemeentedecreet. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden<br />
toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet.<br />
20. Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW). Vervangen<br />
vertegenwoordiger in het provinciaal comité.<br />
Op grond van volgende overwegingen:<br />
De heer Carl Six werd in zitting van <strong>12</strong> februari 2007 door de gemeenteraad<br />
voorgedragen als vertegenwoordiger in het Provinciaal Comité van de Vlaamse<br />
Maatschappij voor Watervoorziening .<br />
Op 16 februari 2010 heeft de stad <strong>Harelbeke</strong> een brief ontvangen van de heer Six waarbij<br />
hij laat weten dat hij vanaf <strong>april</strong> zijn activiteit in het Provinciaal Comité van de Vlaamse<br />
Maatschappij voor Watervoorziening wenst stop te zetten.<br />
Het komt de gemeenteraad toe, met ingang van 01.04.2010, een nieuwe een kandidaatvertegenwoordiger<br />
voor te dragen bij het Provinciaal Comité van de Vlaamse<br />
Maatschappij voor Watervoorziening.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- Het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 42<br />
par. 1.<br />
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />
Gaat in openbare zitting over tot de geheime stemming betreffende de voordracht van<br />
een kandidaat-vertegenwoordiger bij het Provinciaal Comité van de Vlaamse<br />
Maatschappij voor Watervoorziening.<br />
25 leden nemen aan de stemming deel;<br />
De uitslag van de stemming is als volgt :<br />
Mevrouw Carine Haezebrouck,raadslid, bekomt 23 ja-stemmen, 1 neen-stem, er is 1<br />
blanco stem.<br />
BESLUIT<br />
Artikel 1<br />
Mevrouw Carine Haezebrouck, raadslid, die de volstrekte meerderheid van de geldig<br />
uitgebrachte stemmen heeft bekomen, wordt voorgedragen als kandidaatvertegenwoordiger<br />
bij het Provinciaal Comité van de Vlaamse Maatschappij voor<br />
Watervoorziening.<br />
Artikel 2<br />
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de Vlaamse Maatschappij voor<br />
Watervoorziening.
21. Infrax West. Kennisname verslag over de activiteiten in 2009. Aanduiden<br />
vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene<br />
vergadering van 1 juni 2010 en vaststellen van hun mandaat.<br />
Op grond van volgende overwegingen:<br />
Op 1 maart 2010 heeft de stad een brief met bijhorende agenda ontvangen van Infrax<br />
West waarbij wordt meegedeeld dat de algemene vergadering plaats heeft op dinsdag 1<br />
juni 2010.<br />
Het komt de gemeenteraad toe een vertegenwoordiger en plaatsvervangend<br />
vertegenwoordiger aan te stellen en hun mandaat te bepalen.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
Het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking,<br />
inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken de artikelen 44<br />
en 79 par. 2 ;<br />
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />
Gaat in openbare zitting over tot de geheime stemming betreffende de aanstelling van<br />
een gemeenteraadslid-vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van<br />
Infrax West van dinsdag 1 juni 2010 ;<br />
25 leden nemen aan de stemming deel;<br />
De uitslag van de stemming is als volgt :<br />
De heer Dirk Opbrouck, raadslid, bekomt 24 ja-stemmen, 0 neen-stemmen, en 1<br />
onthouding ;<br />
Gaat in openbare zitting over tot de geheime stemming betreffende de aanstelling van<br />
een gemeenteraadslid-plaatsvervangend vertegenwoordiger van de stad in de algemene<br />
vergadering van Infrax West van dinsdag 1 juni 2010 ;<br />
25 leden nemen aan de stemming deel;<br />
De uitslag van de stemming is als volgt :<br />
De heer Carl Six, raadslid, bekomt 21 ja-stemmen, 2 neen-stemmen, en 2 onthoudingen;<br />
Daarop gaat de gemeenteraad over tot de discussie betreffende het mandaat van de<br />
genoemde vertegenwoordiger-gemeenteraadslid;<br />
Na beraadslaging in openbare zitting:<br />
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />
Met unanimiteit ;<br />
BESLUIT<br />
Artikel 1<br />
De heer Dirk Opbrouck, raadslid, die de volstrekte meerderheid van de geldig<br />
uitgebrachte stemmen heeft bekomen, wordt aangewezen als gemeenteraadslidvertegenwoordiger<br />
van de stad in de algemene vergadering van Infrax West van dinsdag<br />
1 juni 2010 ;<br />
De heer Carl Six, raadslid, die de volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte<br />
stemmen heeft bekomen, wordt aangewezen als gemeenteraadslid-plaatsvervangend
vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van Infrax West van dinsdag<br />
1 juni 2010 ;<br />
Artikel 2<br />
De voornoemde vertegenwoordiger krijgt volgend mandaat betreffende de<br />
dagordepunten op de algemene vergadering: positieve opstelling.<br />
22. Infrax West. Goedkeuren statutenwijziging.<br />
Op grond van volgende overwegingen:<br />
Op 1 maart 2010 heeft de stad van Infrax West een brief met bijhorende agenda<br />
ontvangen waarbij wordt meegedeeld dat de algemene vergadering plaats heeft op 1 juni<br />
2010.<br />
Punt 1 op de agenda betreft een statutenwijziging.<br />
De distributienetbeheerders moeten op grond van een openbaredienstverplichting<br />
inspanningen rond rationeel energiegebruik leveren ten aanzien van bepaalde<br />
doelgroepen (beschermde afnemers, lokale besturen en externe organisaties). Specifiek<br />
rust op de distributienetbeheerders ook een concrete verplichting inzake bijstand aan<br />
lokale besturen bij de planning en implementatie van hun energiebeleid (artikel 7 van het<br />
Besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 inzake de<br />
openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik).<br />
Infrax West wil die verplichting invullen door in te spelen op de verplichtingen en<br />
behoeften van de lokale besturen in verband met energie-efficiëntie,<br />
energieprestatiecertificaten en diverse Europese richtlijnen. Aan het bestuur wordt de<br />
keuze geboden uit een aantal niveaus van ondersteuning bij deze dienstverlening<br />
(informeren - adviseren - coördineren - monitoren - uitvoeren - financieren).<br />
Om die verplichtingen ten aanzien van de lokale besturen rechtsgeldig te kunnen<br />
uitvoeren, moet het statutaire doel van de opdrachthoudende vereniging ook voorzien in<br />
de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen “bevorderen van rationeel<br />
energiegebruik en leveren van energiediensten”.<br />
De <strong>Stad</strong> <strong>Harelbeke</strong> is vennoot bij Infrax West.<br />
Het komt de gemeenteraad toe de statutenwijziging goed te keuren.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- Het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking,<br />
Na beraadslaging in openbare zitting ;<br />
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />
Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen;<br />
BESLUIT:<br />
Artikel 1:<br />
De gemeenteraad keurt de voorgestelde statutenwijziging van Infrax West goed als<br />
volgt.
Artikel 3 - Doel<br />
Toevoeging nieuw punt b. het bevorderen van rationeel energiegebruik en het leveren<br />
van energiediensten ;<br />
Artikel 2:<br />
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan Infrax West.<br />
23. Intercommunale Maatschappij voor Openbare Gezondheid (Imog).<br />
Kennisname verslag over de activiteiten in 2009. Aanduiden<br />
vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene<br />
vergadering van 18 mei 2010 en vaststellen van hun mandaat.<br />
Op grond van volgende overwegingen:<br />
Op 19 maart 2010 heeft de stad een brief met bijhorende agenda ontvangen van IMOG<br />
waarbij wordt meegedeeld dat de algemene vergadering plaats heeft op dinsdag 18 mei<br />
2010.<br />
Gehoord de toelichting door raadslid Marleen Rogiers, 1e bestuurder bij de raad van<br />
bestuur, bij het verslag van de activiteiten in 2009 van IMOG.<br />
Het komt de gemeenteraad toe een vertegenwoordiger en plaatsvervangend<br />
vertegenwoordiger aan te stellen en hun mandaat te bepalen.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
Het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking,<br />
inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken de artikelen 44<br />
en 79 par. 2 ; bepaalt dat de intercommunales die onderworpen zijn aan de wet van<br />
22.<strong>12</strong>.1986 de benoeming en de bepaling van het mandaat van de vertegenwoordiger en<br />
plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene jaarvergadering steeds dienen te<br />
herhalen.<br />
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />
Gaat in openbare zitting over tot de geheime stemming betreffende de aanstelling van<br />
een gemeenteraadslid-vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van<br />
IMOG van dinsdag 18 mei 2010 ;<br />
25 leden nemen aan de stemming deel;<br />
De uitslag van de stemming is als volgt :<br />
De heer Hendrik Deprez, raadslid, bekomt 20 ja-stemmen, 2 neen-stemmen, er zijn 3<br />
onthoudingen,<br />
Gaat in openbare zitting over tot de geheime stemming betreffende de aanstelling van<br />
een gemeenteraadslid-plaatsvervangend vertegenwoordiger van de stad in de algemene<br />
vergadering van IMOG van dinsdag 18 mei 2010 ;<br />
25 leden nemen aan de stemming deel;<br />
De uitslag van de stemming is als volgt :<br />
De heer Francis Pattyn, schepen, bekomt 23 ja-stemmen, 1 neen-stem, er is 1<br />
onthouding,<br />
Daarop gaat de gemeenteraad over tot de discussie betreffende het mandaat van de<br />
genoemde vertegenwoordiger-gemeenteraadslid;
Na beraadslaging in openbare zitting:<br />
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />
Met unanimiteit ;<br />
BESLUIT<br />
Artikel 1<br />
De heer Hendrik Deprez, raadslid, die de volstrekte meerderheid van de geldig<br />
uitgebrachte stemmen heeft bekomen, wordt aangewezen als gemeenteraadslidvertegenwoordiger<br />
van de stad in de algemene vergadering van IMOG van dinsdag<br />
18 mei 2010 ;<br />
De heer Francis Pattyn, schepen, die de volstrekte meerderheid van de geldig<br />
uitgebrachte stemmen heeft bekomen, wordt aangewezen als gemeenteraadslidplaatsvervangend<br />
vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van IMOG<br />
van dinsdag 18 mei 2010 ;<br />
Artikel 2<br />
De voornoemde vertegenwoordiger krijgt volgend mandaat betreffende de<br />
dagordepunten op de algemene vergadering: positieve opstelling.<br />
24. Vaststellen aanvullend reglement op het wegverkeer. Regeling zone met<br />
beperkte parkeertijd (blauwe zone) centrum en stationsomgeving.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
De parkeerdruk in de centrumstraten van de stad is door het langdurig parkeren van die<br />
aard dat er te weinig parkeerruimte is voor de bewoners en de bezoekers van de<br />
handelszaken in de hiernagenoemde straten.<br />
Er zijn dus redenen om, in het nastreven van een evenwicht, een en ander via een<br />
aanvullend verkeersreglement te regelen.<br />
De gemeenteraad heeft op 14.05.2007 en 10.09.2007 de bestaande regeling al<br />
uitgebreid met een aantal straten. Na een evaluatie gedurende de raadscommissie<br />
mobiliteit dd. 21.01.2009 werd voorgesteld om de huidige zone met beperkte parkeertijd<br />
te vereenvoudigen.<br />
Het college van burgemeester en schepenen heeft dd. 10.02.2009 - naar aanleiding van<br />
de evaluatie van de huidige zone met beperkte parkeertijd - beslist om in het volledige<br />
stadscentrum en in de stationsomgeving (een opsomming van de straten wordt in het<br />
overwegend gedeelte opgenomen) een beperkte parkeertijd van 2 uur toe te passen.<br />
Het Marktplein vormt een uitzondering op deze regel, het college van burgemeester en<br />
schepenen beslist om er een beperkte parkeertijd van 4u toe te passen.<br />
Momenteel zijn de bewonerskaarten enkel geldig in de straat van de hoofdverblijfplaats<br />
van de kaarthouder. Het college van burgemeester en schepenen heeft dd. 23/03/2010<br />
voorgesteld om deze regel toe te voegen aan dit aanvullend reglement.<br />
Gezien er sinds de beslissing van de gemeenteraad dd. 08.10.2007 parkeerkaarten voor<br />
hulpverleners worden verstrekt, volstaan huidige onderborden 'uitgezonderd bewoners'
niet langer, en dienen deze te worden vervangen door onderborden 'uitgezonderd<br />
parkeerkaarten'.<br />
Ter wille van de leesbaarheid en het gebruiksgemak wordt alles opgenomen in één<br />
reglement zodat de oude reglementen, met ingang van inwerkingtreding van onderhavig<br />
reglement, kunnen worden opgeheven.<br />
Gezien het aanvullend reglement deels van toepassing is op een gewestweg, dient dit<br />
reglement ter goedkeuring te worden overgemaakt aan de Vlaamse Overheid,<br />
Departement Mobiliteit en Openbare werken, afdeling beleid mobiliteit en<br />
verkeersveiligheid.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke,decretale, reglementaire bepalingen of instructies:<br />
• de wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het Koninklijk<br />
besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen ;<br />
• de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988 ;<br />
• het gemeentedecreet van 15 juli 2005 ;<br />
• het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het<br />
wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens ;<br />
• het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de<br />
politie van het wegverkeer en van het gebruik op de openbare weg, met latere<br />
wijzigingen en aanvullingen ;<br />
• het Ministerieel besluit van 11 oktober 1976, met latere wijzigingen en<br />
aanvullingen, waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere<br />
plaatsingvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald ;<br />
• het Ministerieel besluit van 9 januari 2007 waarbij het model en de modaliteiten<br />
worden bepaald tot het uitreiken van een bewonerskaart ;<br />
• het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de<br />
aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van<br />
de verkeerstekens ;<br />
• de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 <strong>april</strong> 2009 ;<br />
Om deze redenen;<br />
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />
Na beraadslaging;<br />
Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen;<br />
BESLUIT:<br />
Artikel 1<br />
Er wordt een zone met beperkte parkeertijd (blauwe zone) ingericht in het centrum,<br />
waarin volgende straten en straatgedeelten zijn gelegen:<br />
• Andries Pevernagestraat (stuk Kortrijksestraat en Ballingenweg)<br />
• Ballingenweg (tussen Tuinstraat en huisnummer 19)<br />
• Boterpotstraat<br />
• Forestiersstraat<br />
• Gaversstraat (tussen Eilandstraat en Zuidstraat)<br />
• Gentsestraat<br />
• Hospitaalstraat<br />
• Kortrijksestraat (parkings langs de 2 rijvakken en de uiteinden van de<br />
middenparking)<br />
• Marktstraat<br />
• Noordstraat (kant woningen)<br />
• Paretteplein
• Peter De Coninckstraat<br />
• Stationsplein<br />
• Stationsstraat<br />
• Tuinstraat (tussen Wagenweg en Stationsstraat)<br />
• Zuidstraat (tussen Gaversstraat en Arendstraat)<br />
Artikel 2<br />
In de zones bepaald bij art 1 zal een bewonerskaart worden uitgereikt aan de natuurlijke<br />
personen die wonen in de voornoemde zone, met uitzondering van de bewoners van de<br />
Kortrijksestraat en Andries Pevernagestraat.<br />
Er wordt één bewonerskaart uitgereikt per wooneenheid.<br />
De bewonerskaarten zijn enkel geldig in de straat van de hoofdverblijfplaats van de<br />
kaarthouder. De bewonerskaart mag slechts gebruikt worden in de straat die op de kaart<br />
vermeld is.<br />
Artikel 3<br />
De beslissing van de gemeenteraad van 08.10.2007 inzake parkeerkaarten voor<br />
hulpverstrekkers blijft onveranderd gelden.<br />
Artikel 4<br />
In de zones bepaald bij art 1 zal de reglementering ter kennis worden gebracht van de<br />
weggebruikers d.m.v. de verkeersborden volgens art 65.5 begin en einde van de zone<br />
met beperkte parkeertijd met onderbord "uitgezonderd parkeerkaarten".<br />
Artikel 5<br />
In de Noordstraat (stuk tussen Forestierstraat - Stationsplein) geldt de blauwe zone<br />
enkel aan de zijde van de woningen. De nabijgelegen blauwe zone wordt afgebakend<br />
d.m.v. de verkeersborden volgens art 65.5. De blauwe zone in bovenstaand stuk<br />
Noordstraat wordt ter kennis gebracht door middel van de borden E9 (parkeren beperkte<br />
parkeertijd met onderbord "uitgezonderd parkeerkaarten", aangevuld met het witte<br />
onderbord met zwarte pijl dat het begin en einde van de reglementering aanduidt).<br />
Artikel 6<br />
Op het Marktplein wordt de maximale parkeerduur verlengd tot 4 uur. Dat wordt<br />
aangeduid door een onderbord van het type VIIc te voorzien onder de voornoemde<br />
verkeersborden volgens art. 65.5. Daarop staat de vermelding "4 uur" aangebracht.<br />
Artikel 7<br />
Er wordt een zone met onbeperkte parkeertijd ingericht in de Kortrijksestraat,<br />
meerbepaald in het middenstuk met parkeervakken, met uitzondering van de<br />
parkeerblokken op de beide uiteinden. Dit wordt ter kennis gebracht door aanduiding van<br />
einde blauwe zone.<br />
Artikel 8<br />
In de Kortrijksestraat zijn twee stroken voorzien waar het stilstaan en parkeren verboden<br />
is op de weekdagen tussen 03.00 en 11.30 uur, uitgezonderd leveranciers. Die stroken<br />
bevinden zich aan de kant van de onpare huisnummers op de beide uiteinden van de<br />
Kortrijksestraat. Ze worden aangeduid door de verkeersborden E1 met onderbord<br />
"weekdagen van 03.00 tot 11.30 u." en het onderbord "uitgezonderd leveranciers", met<br />
aanduiding van begin en einde van de zone.<br />
Artikel 9<br />
In de Andries Pevernagestraat is een strook voorzien waar het stilstaan en parkeren<br />
verboden is op de weekdagen tussen 03.00 en 11.30 uur, uitgezonderd leveranciers. De<br />
strook bevindt zich aan de kant van de pare huisnummers t.h.v. het kruispunt met de<br />
Ballingenweg. Ze wordt aangeduid door het verkeersbord E1 met onderbord "weekdagen<br />
van 03.00 tot 11.30 u." en het onderbord "uitgezonderd leveranciers", met aanduiding
van begin en einde van de zone.<br />
Artikel 10<br />
Dit aanvullend reglement ter goedkeuring overgemaakt aan de Vlaamse Overheid,<br />
Departement Mobiliteit en Openbare werken, afdeling beleid mobiliteit en<br />
verkeersveiligheid.<br />
Artikel 11<br />
Deze beslissing vervangt, vanaf inwerkingtreding, de voorgaande beslissingen met<br />
hetzelfde voorwerp, waaronder de aangehaalde beslissing van de gemeenteraad van<br />
14.05.2007 en 10.09.2007.<br />
Artikel <strong>12</strong><br />
Deze beslissing dient bekend te worden gemaakt overeenkomstig art. 186 GD.<br />
Ze heeft uitwerking vanaf haar goedkeuring.<br />
25. Vaststellen aanvullend reglement op het wegverkeer. Regeling beperkte<br />
parkeertijd Hulstedorp.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
De parkeerdruk in Hulstedorp is door het langdurig parkeren van die aard dat er te<br />
weinig parkeerruimte is voor de bewoners en de bezoekers van de handelszaken in<br />
Hulstedorp. Aan de achterzijde van de kerk is een ruime parking aangelegd die<br />
voldoende alternatieven biedt omtrent langdurig parkeren.<br />
Er zijn dus redenen om, in het nastreven van een evenwicht, een aanvullend<br />
verkeersreglement op te stellen.<br />
Het college van burgemeester en schepenen heeft dd. 31.03.2008 en dd. 07.04.2009 de<br />
huidige zone met beperkte parkeertijd geëvalueerd. Het college van burgemeester en<br />
schepenen besliste dd. 07.04.2009 om een beperkte parkeertijd in te voeren van max. ½<br />
uur. Er werd beslist de omvang van de parkeerplaatsen met beperkte parkeertijd te<br />
beperken tot het dorpsplein (tussen kerk en winkels). Tevens werd beslist om in de<br />
'parkeerhaven' een beperkte parkeertijd toe te passen van 2 uur ( = normale beperkte<br />
parkeertijd).<br />
Het K.B. van 1 december 1975 en het M.B. van 11 oktober 1976 schrijven voor dat de<br />
verkeersregeling in één straat moet gebeuren met traditionele verkeersborden en niet<br />
met verkeersborden met zonale geldigheid mag gebeuren (behalve verkeersborden F4a<br />
en F4d - art. 6.7.6.).<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke,decretale, reglementaire bepalingen of instructies:<br />
• de wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het Koninklijk<br />
besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen ;<br />
• de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988 ;<br />
• het gemeentedecreet van 15 juli 2005 ;<br />
• het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het<br />
wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens ;<br />
• het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de<br />
politie van het wegverkeer en van het gebruik op de openbare weg, met latere<br />
wijzigingen en aanvullingen ;<br />
• het Ministerieel besluit van 11 oktober 1976, met latere wijzigingen en<br />
aanvullingen, waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere<br />
plaatsingvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald ;
• het Ministerieel besluit van 9 januari 2007 waarbij het model en de modaliteiten<br />
worden bepaald tot het uitreiken van een bewonerskaart ;<br />
• het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de<br />
aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van<br />
de verkeerstekens ;<br />
• de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 <strong>april</strong> 2009 ;<br />
Om deze redenen;<br />
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />
Na beraadslaging;<br />
Met 22 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen;<br />
BESLUIT:<br />
Artikel 1<br />
Er wordt een beperkte parkeertijd ingericht in Hulstedorp. De parkeerplaatsen met<br />
beperkte parkeertijd van maximum ½ uur zijn van toepassing op het dorpsplein (tussen<br />
kerk en winkels) te Hulstedorp. De parkeerplaatsen met beperkte parkeertijd van<br />
maximum 2 uur zijn van toepassing op de 'parkeerhaven' te Hulstedorp.<br />
Artikel 2<br />
De reglementering betreffende de beperkte parkeertijd van maximum ½ uur wordt ter<br />
kennis gebracht aan de weggebruikers door middel van de verkeersborden E9a met<br />
afbeelding van een parkeerschijf, met onderbord type VIIc (30 minuten) en onderbord Xa<br />
/ Xb (afhankelijk van de plaatsgesteldheid).<br />
De reglementering betreffende de beperkte parkeertijd van maximum 2 uur wordt ter<br />
kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeersborden E9a met afbeelding van<br />
een parkeerschijf, met onderbord Xa / Xb (afhankelijk van de plaatsgesteldheid).<br />
Artikel 3<br />
Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de Vlaamse Overheid,<br />
Departement Mobiliteit en Openbare werken, afdeling beleid mobiliteit en<br />
verkeersveiligheid.<br />
Artikel 4<br />
Deze beslissing dient bekend te worden gemaakt overeenkomstig art. 186 GD. Ze heeft<br />
uitwerking vanaf haar bekendmaking.<br />
26. Vaststellen aanvullend reglement op het wegverkeer. Verplaatsen<br />
oversteekplaats voor voetgangers Overleiestraat 138.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
De huidige oversteekplaats voor voetgangers, gelegen ter hoogte van Overleiestraat<br />
nummer 138 wordt weinig gebruikt. Ter hoogte van de rotonde met de Bavikhoofsestraat<br />
(Molenhuis) is geen oversteekplaats voor voetgangers aangebracht, terwijl daar<br />
regelmatig voetgangers oversteken.<br />
Het college van burgemeester en schepenen besliste dd. 18.09.2007 (na advies van de<br />
beperkte mobiliteitscommissie) om de oversteekplaats voor voetgangers te verplaatsen<br />
naar de rotonde met de Bavikhoofsestraat (Molenhuis) toe.
Gezien het aanvullend reglement van toepassing is op een gewestweg, dient het<br />
reglement te worden goedgekeurd overgemaakt aan de Vlaamse Overheid, Departement<br />
Mobiliteit en Openbare werken, afdeling beleid mobiliteit en verkeersveiligheid.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke,decretale of reglementaire bepalingen:<br />
• de wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het Koninklijk<br />
besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen ;<br />
• de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988 ;<br />
• het gemeentedecreet van 15 juli 2005 ;<br />
• het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het<br />
wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens ;<br />
• het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de<br />
politie van het wegverkeer en van het gebruik op de openbare weg, met latere<br />
wijzigingen en aanvullingen ;<br />
• het Ministerieel besluit van 11 oktober 1976, met latere wijzigingen en<br />
aanvullingen, waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere<br />
plaatsingvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald ;<br />
• het Ministerieel besluit van 9 januari 2007 waarbij het model en de modaliteiten<br />
worden bepaald tot het uitreiken van een bewonerskaart ;<br />
• het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de<br />
aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van<br />
de verkeerstekens ;<br />
• de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 <strong>april</strong> 2009 ;<br />
Om deze redenen;<br />
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />
Na beraadslaging;<br />
Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen;<br />
BESLUIT:<br />
Artikel 1<br />
Dit besluit vervangt alle voorgaande besluiten die niet in overeenstemming zijn met het<br />
huidige.<br />
Artikel 2<br />
De oversteekplaats, momenteel gelegen ter hoogte van Overleiestraat 138 wordt<br />
verplaatst naar Overleiestraat 144.<br />
Artikel 3<br />
Dit aanvullend reglement wordt ter goedkeuring overgemaakt aan de Vlaamse Overheid,<br />
Departement Mobiliteit en Openbare werken, afdeling beleid mobiliteit en<br />
verkeersveiligheid.<br />
Artikel 4<br />
Deze beslissing dient bekend te worden gemaakt overeenkomstig art. 186 GD. Ze heeft<br />
uitwerking vanaf haar goedkeuring.
27. Samenwerkingsovereenkomst verkeersbordendatabank. Goedkeuring.<br />
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />
Het departement Mobiliteit en Openbare Werken organiseerde dd. 18/09/2009 en dd.<br />
10/02/2010 een informatiesessie omtrent de verkeersbordendatabank waarop de stad<br />
<strong>Harelbeke</strong> werd uitgenodigd.<br />
De Vlaamse Overheid financiert de inventarisatie van de verkeersborden volledig. De<br />
stad dient steekproefcontroles uit te voeren van de proefversie.<br />
De stad dient zich - na de opmaak van de inventaris - te engageren voor het up-to-date<br />
houden van deze databank (nieuwe borden, verwijderde borden, nieuwe<br />
verkeerssituaties,...). De Vlaamse Overheid stelt een gratis internetapplicatie ter<br />
beschikking om enerzijds de databank te bekijken (kijkmodule) en anderzijds om de<br />
databank te bewerken (verandermodule). Tevens kan iedere gemeente gratis beschikken<br />
over alle 360° foto's die op haar grondgebied genomen zijn.<br />
Het Vlaams Gewest biedt de gemeente de mogelijkheid om de basisinventarisatie uit te<br />
breiden met bijkomende attributen. Het gaat hierbij om<br />
• het type ophanging van de opstellingen<br />
• de vrije hoogte van de opstellingen<br />
• het nummer van de paal van verkeerslichten<br />
• de ophanghoogte van de borden<br />
• het type fabricage van de borden<br />
• het beeldvlak van de borden<br />
• de datum van fabricage van de borden<br />
• de fabrikant van de borden<br />
• karakteristieken van de steunen<br />
De kostprijs voor <strong>Harelbeke</strong> zou hieromtrent 13.931 euro bedragen en ten laste zijn van<br />
de stad. Het college van burgemeester en schepenen stelde dd. 01.09.2009 voor om<br />
deze gegevens niet te laten inventariseren.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale, reglementaire bepalingen of instructies:<br />
• Art. 42 par. 1 GD (volheid van bevoegdheid van de gemeenteraad)<br />
Een dergelijke databank is een handig beleidsinstrument.<br />
Om deze redenen;<br />
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />
Na beraadslaging;<br />
Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen;<br />
BESLUIT:<br />
Artikel 1<br />
De gemeenteraad keurt de overeenkomst over samenwerking tussen het Vlaams Gewest<br />
en de stad <strong>Harelbeke</strong> goed voor wat betreft de basisinventaris verkeersbordendatabank.
Deze overeenkomst luidt als volgt (letterlijke weergave contract):<br />
Artikel 1 - Doel van de overeenkomst<br />
Deze samenwerkingsovereenkomst beoogt een nauwe samenwerking tussen de<br />
partijen in het kader van het actueel houden van de gegevens in de<br />
Verkeersbordendatabank.<br />
Artikel 2 - Basisinventaris<br />
Vlaams Gewest<br />
Het Vlaams Gewest staat in voor de basisinventarisatie van alle verticale<br />
verkeerssignalisatie, verkeerslichten inbegrepen, op niet-gewestwegen op het<br />
grondgebied van de gemeente. Dit houdt in dat het type, de afmetingen, de richting,<br />
de x,y-coördinaat, de straat en gemeente en de datum van opname van de verticale<br />
signalisatie door het Vlaams Gewest opgemeten wordt. Deze gegevens zullen in de<br />
Verkeersbordendatabank worden opgenomen.<br />
Het Vlaams Gewest maakt duidelijke afspraken met de gemeente voor wat betreft<br />
begin, einde en verloop van de inventarisatie. Hierbij zal het projectplan van de<br />
aannemer die de inventarisatie uitvoert als basis voor het overleg dienen.<br />
Het Vlaams Gewest verbindt zich ertoe de mobile mapping-beelden die genomen en<br />
gebruikt worden voor de basisinventarisatie ter beschikking van de gemeente te<br />
stellen via het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV).<br />
Gemeente<br />
De gemeente verbindt zich ertoe om vanaf de start van de inventarisatie van de<br />
verticale signalisatie op haar grondgebied elke wijziging die ze aan de reële situatie<br />
aanbrengt bij te houden en in de door het Vlaams Gewest ter beschikking gestelde<br />
toepassing in te voeren.<br />
De gemeente controleert de gegevens van de basisinventarisatie.<br />
Artikel 3 – Verkeersbordendatabank<br />
Vlaams Gewest<br />
Het Vlaams Gewest verbindt zich ertoe de webtoepassing aan de gemeente ter<br />
beschikking te stellen die het mogelijk maakt om enerzijds alle geïnventariseerde<br />
verticale verkeerssignalisatie op alle Vlaamse wegen te bekijken en te bevragen en<br />
anderzijds de verkeerssignalisatie op het grondgebied van de gemeente toe te<br />
voegen, te verwijderen of te wijzigen.<br />
Gemeente<br />
De gemeente engageert zich ertoe van zodra de Verkeersbordendatabank ter<br />
beschikking is deze telkens er een wijziging op het terrein gebeurt te actualiseren<br />
zodat de gegevens in de Verkeersbordendatabank overeenstemmen met de reële<br />
situatie. De gemeente voert de verticale signalisatie opgenomen in nieuwe<br />
aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer met betrekking tot<br />
wegen onder haar beheer via de webtoepassing in, overeenkomstig het decreet<br />
betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en<br />
bekostiging van de verkeerstekens van 16 mei 2008.<br />
Artikel 4 – Uitbreiding basisinventaris<br />
Het Vlaams Gewest biedt de gemeente de mogelijkheid om de basisinventaris uit te<br />
breiden met bijkomende attributen. Het gaat hierbij om<br />
- het type ophanging van de opstellingen<br />
- de vrije hoogte van de opstellingen<br />
- het nummer van de paal van verkeerslichten<br />
- de ophanghoogte van de borden<br />
- het type fabricage van de borden<br />
- het beeldvlak van de borden
- de datum van fabricage van de borden<br />
- de fabrikant van de borden<br />
- karakteristieken van de steunen<br />
- foto’s van de richtingssignalisatie<br />
De kostprijs hiervan is € 13.931 en wordt betaald door de gemeente.<br />
De gemeente wenst op dit aanbod in te gaan<br />
X nee<br />
□ ja<br />
Artikel 5 - Aanspreekpunt<br />
Het unieke aanspreekpunt voor het Vlaams Gewest is<br />
verkeersborden@mow.vlaanderen.be.<br />
Het unieke aanspreekpunt voor de gemeente is dirk.destorme@harelbeke.be<br />
Artikel 6 - Gebruiksrechten en eigendomsrechten<br />
De data in de Verkeersbordendatabank die het resultaat zijn van de<br />
basisinventarisatie blijven eigendom van het Vlaams Gewest. De gemeente kan te<br />
allen tijde gegevens bekijken via de webtoepassing. Ze kan eveneens steeds<br />
gegevens over wegen in haar beheer aanpassen, toevoegen of verwijderen en<br />
exporteren uit de databank.<br />
Artikel 7 – Inwerkingtreding, duur en beëindiging van de overeenkomst<br />
De overeenkomst treedt in werking van zodra beide partijen de overeenkomst<br />
hebben ondertekend en wordt aangegaan voor onbepaalde duur. De overeenkomst<br />
kan door één van de partijen opgezegd worden door middel van een aangetekend<br />
schrijven, mits inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden, ingaand op de<br />
datum van afgifte.<br />
Artikel 8 – Aansprakelijkheid<br />
Geen van de partijen kan verantwoordelijk worden gesteld voor schade die<br />
voortvloeit uit de toepassing van deze overeenkomst.<br />
Artikel 2<br />
De gemeenteraad beslist om geen bijkomende gegevens te laten inventariseren.<br />
Artikel 3<br />
Deze beslissing wordt overgemaakt aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken<br />
- Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid - mevrouw Barbara De Clerck - Koning Albert IIlaan<br />
20 bus 2 -1000 Brussel.<br />
28. Uniforme algemene politieverordening. Hervaststelling.<br />
Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch:<br />
De vigerende algemene politieverordening van de stad <strong>Harelbeke</strong> dateert van<br />
19.10.1992. Ze werd ondertussen verschillende keren gewijzigd.<br />
De opname van de stad <strong>Harelbeke</strong> in de politiezone Gavers, samen met de gemeente<br />
Deerlijk, maken een zo groot mogelijke afstemming op het niveau van de politiezone<br />
aangewezen.<br />
Ook een zo groot mogelijke afstemming – weliswaar met respect voor de eigenheid van<br />
de zone of haar participerende gemeenten – met de politieverordeningen van de andere<br />
gemeenten van het arrondissement verdient aanbeveling.
Samen met de mogelijheden geschapen door art. 119bis van de Nieuwe Gemeentewet<br />
(NGW) inzake administratieve sancties (GAS), vormde dit alles aanleiding tot een<br />
volledige herwerking van de algemene politieverordening. Er dient inderdaad te worden<br />
vastgesteld dat het parket de overtredingen op de gemeentelijke politieverordeningen<br />
niet vervolgt.<br />
Sinds maart 2009 werkten de juristen van Deerlijk en <strong>Harelbeke</strong> aan de opmaak van<br />
een nieuwe algemene politieverordening (APV). Daartoe werden de verschillende<br />
stads- en gemeentediensten bevraagd, elk in functie van hun aandeel in de APV.<br />
Ondertussen werd ook regelmatig teruggekoppeld naar het politiecollege.<br />
Voor de tekst van de APV werd vertrokken van de door de Kortrijkse gemeenteraad<br />
eind 2008 aangenomen tekst. Deze Kortrijkse tekst gaat zelf terug op een uniform<br />
algemeen deel dat door een multidisciplinaire werkgroep binnen de intercommunale<br />
Leiedal werd aangemaakt.<br />
De APV valt uiteen in een deel strafbepalingen, een algemeen deel en een bijzonder<br />
deel. Verouderde bepalingen werden geschrapt en nieuwe bepalingen werden –<br />
ingevolge zich stellende maatschappelijke fenomenen – opgenomen.<br />
Het algemeen deel van de APV vertrekt uit de Kortrijkse tekst. Een aantal beperkte<br />
aanpassingen is verantwoord door de kleinere schaal van <strong>Harelbeke</strong>. Een ander deel<br />
van de beperkte wijzigingen wortelt dan weer in een afweging van kosten en baten,<br />
een streven naar terminologische zuiverheid en een juridisch correctere<br />
verwoording.<br />
Het bijzonder deel is zone-eigen en zoveel mogelijk identiek binnen de zone. Toch<br />
moet er ook ruimte voor de eigenheid van <strong>Harelbeke</strong> en Deerlijk zijn.<br />
Het project van APV werd principieel aangenomen in het politiecollege van 14<br />
januari 2010. Het schepencollege van 19 januari 2010 van de stad <strong>Harelbeke</strong><br />
aanvaardde deze tekst eveneens principieel.<br />
Op 8 februari 2010 werd het project toegelicht aan de gemeenteraad. De<br />
gemeenteraadsleden konden daarna schriftelijk vragen en opmerkingen formuleren.<br />
Naderhand werd het dossier opnieuw in het college van burgemeester en schepenen<br />
besproken.<br />
Op 23.03.2010 werd het project ook doorgenomen in een informele raadsvergadering,<br />
waarna het dossier opnieuw in het college van 30.03.2010 werd<br />
behandeld.<br />
De eindtekst wordt nu aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd. De<br />
gemeenteraad is bevoegd op grond van art. art. 43 par. 2, 2° GD en art. 119 NGW.<br />
De materiële implementatie van het APV en de principes van behoorlijke regelgeving<br />
vereisen dat de nieuwe verordening maar op 01.07.2010 inwerking treedt.<br />
De rechstzekerheid vereist dat de bestaande APV formeel wordt opgeheven.<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- De nieuwe gemeentewet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken,<br />
de artikelen 119, 119bis, 133 en 135 par. 2 zoals thans van kracht;<br />
- het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken,<br />
art. 43 par. 2, 2°, 186 en 187.<br />
Om deze redenen;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />
Na beraadslaging in openbare zitting;<br />
Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen;<br />
BESLUIT:<br />
Artikel 1:<br />
De algemene politieverordening van de stad <strong>Harelbeke</strong> wordt hervastgesteld als volgt.<br />
DEEL 1. STRAFBEPALINGEN, BEMIDDELING EN BEGRIPPENKADER<br />
TITEL 1. STRAFBEPALINGEN<br />
Art. 1<br />
In geval van overtreding van deze verordening kan de politie de overtreder aanmanen<br />
om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken. De politieambtenaren aangeduid<br />
in art. 119bis van de Nieuwe Gemeentewet zijn bevoegd voor de vaststelling van alle<br />
overtredingen vervat in deze politieverordening. Van de vaststelling wordt proces-verbaal<br />
opgemaakt.<br />
Art. 2<br />
Voor zover bij wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen geen<br />
straffen of sancties zijn voorzien, worden de inbreuken op de bepalingen van deze<br />
politieverordening gestraft met:<br />
1° een administratieve geldboete van maximum 250 euro;<br />
2° een administratieve schorsing van een afgeleverde toelating of vergunning;<br />
3° een administratieve intrekking van een afgeleverde toelating of vergunning;<br />
4° een tijdelijke of definitieve sluiting van een instelling.<br />
Indien de dader een minderjarige is, die de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt op<br />
het tijdstip van de feiten, bedraagt het maximum van de administratieve geldboete <strong>12</strong>5<br />
euro.<br />
De in het eerste lid bedoelde schorsing, intrekking of sluiting worden opgelegd door het<br />
college van burgemeester en schepenen. De administratieve geldboete wordt opgelegd<br />
door de sanctionerend ambtenaar.<br />
Art. 3<br />
Er is sprake van herhaling indien er een overtreding van eenzelfde bepaling gebeurt<br />
binnen het jaar na het uitvoerbaar worden van de opgelegde administratieve beslissing.<br />
In geval van herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste het dubbele van<br />
de geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van 250<br />
euro.<br />
In geval van een nieuwe herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste drie<br />
maal de geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van<br />
250 euro.<br />
Nieuwe herhaling wordt weerhouden wanneer de overtreder binnen de twaalf maanden<br />
volgend op de eerste herhaling voor de derde maal dezelfde overtreding begaat.
Art. 4<br />
De duur van de door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde<br />
administratieve sanctie kan verdubbeld worden in geval van herhaling binnen de twaalf<br />
maanden volgend op de oplegging van de sanctie en verdrievoudigd in geval van tweede<br />
herhaling binnen de twaalf maanden volgend op de oplegging van de tweede sanctie.<br />
Art. 5<br />
Het proces-verbaal bedoeld in art. 1 wordt binnen de maand bezorgd aan de<br />
sanctionerend ambtenaar, zoals bepaald in artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet.<br />
Indien het proces-verbaal onvoldoende gegevens zou bevatten, dan kan de<br />
sanctionerend ambtenaar de politiediensten verzoeken die gegevens, eventueel na<br />
bijkomend onderzoek, nog toe te voegen aan het dossier.<br />
Art. 6<br />
Indien de feiten zowel een strafrechtelijke als een administratiefrechtelijke inbreuk<br />
vormen, wordt het proces-verbaal binnen de maand na de vaststelling, toegestuurd aan<br />
de Procureur des Konings. Een afschrift wordt verzonden aan de sanctionerend<br />
ambtenaar.<br />
Indien de feiten enkel met een administratieve sanctie kunnen bestraft worden, wordt<br />
het orgineel proces-verbaal aan de sanctionerend ambtenaar toegestuurd.<br />
Van feiten lastens minderjarigen die enkel met een administratieve sanctie kunnen<br />
bestraft worden, wordt steeds een afschrift van het proces-verbaal overgemaakt aan de<br />
Procureur des Konings.<br />
Art. 7<br />
Bij het bepalen van het bedrag van de geldboete moet de sanctionerend ambtenaar<br />
rekening houden met de ernst van de feiten of de gevolgen van de overtreding. De<br />
sanctionerend ambtenaar kan eveneens rekening houden met het resultaat van de<br />
bemiddelingsprocedure overeenkomstig de hiernavolgende titel 2.<br />
Art. 8<br />
Wanneer eenzelfde feit verschillende inbreuken op dezelfde verordening oplevert, kan<br />
slechts één enkele administratieve sanctie worden opgelegd.<br />
Art. 9<br />
De sanctionerend ambtenaar kan geen administratieve geldboete opleggen na het<br />
verstrijken van een termijn van zes maanden, te rekenen van de dag waarop het<br />
afschrift van het proces-verbaal werd ontvangen.<br />
Art. 10<br />
De beslissing dient aan de overtreder ter kennis te worden gebracht door een<br />
aangetekend schrijven, ofwel door overhandiging tegen ontvangstbewijs.<br />
In het geval van een minderjarige overtreder wordt de beslissing op dezelfde wijze ter<br />
kennis gebracht aan de minderjarige, evenals aan zijn vader en moeder, zijn voogden of<br />
de personen die het gezag over hem uitoefenen.<br />
Art. 11<br />
Wanneer deze politieverordening overtreden wordt, kan de bevoegde overheid van<br />
ambtswege de noodzakelijke maatregelen laten uitvoeren op kosten en risico van de<br />
overtreder die verzuimd heeft op te treden.
Art. <strong>12</strong><br />
Bevelen van de burgemeester, gegeven in uitvoering van artikel 133 tot 135 van de<br />
Nieuwe Gemeentewet, dienen te worden nageleefd. De niet-naleving van deze bevelen is<br />
strafbaar overeenkomstig artikel 2 van deze politieverordening. Iedere persoon, op de<br />
openbare weg alsook in alle openbare plaatsen, moet zich voegen naar de bevelen en/of<br />
vorderingen hem door de bevoegde overheid in de uitvoering van zijn ambt gegeven.<br />
Alle vergunningen, toelatingen en machtigingen, vermeld in deze politieverordening<br />
moeten worden voorgelegd op eerste verzoek van de bevoegde personen.<br />
TITEL 2. BEMIDDELINGSPROCEDURE<br />
HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen<br />
Art. 13<br />
De verplichte bemiddelingsprocedure met betrekking tot de feiten gepleegd door<br />
minderjarigen die de volle leeftijd van zestien jaar hebben bereikt op het tijdstip van de<br />
feiten en de facultatieve bemiddelingsprocedure m.b.t. meerderjarige overtreders<br />
waaromtrent de sanctionerend ambtenaar deze bemiddeling wenselijk acht, worden als<br />
volgt georganiseerd.<br />
Art. 14<br />
De bemiddelingsambtenaar, die is aangesteld door de gemeente Kortrijk en ter<br />
beschikking staat van alle gemeenten van het gerechtelijk arrondissement Kortrijk, voert<br />
de bemiddelingsprocedure uit.<br />
Art. 15<br />
De voorafgaande bemiddelingsprocedure heeft als doel de overtreder de mogelijkheid te<br />
bieden de eventuele schade te vergoeden of te herstellen, die ten gevolge van een<br />
inbreuk op de politieverordening is ontstaan.<br />
Art. 16<br />
De betrokken partijen worden gestimuleerd tot actieve deelname aan het<br />
bemiddelingsproces. Bij een geslaagde bemiddeling kan de sanctionerend ambtenaar<br />
rekening houden met het resultaat van de bemiddeling door de administratieve geldboete<br />
te verlagen of door geen geldboete op te leggen.<br />
Art. 17<br />
Wanneer de overtreder een minderjarige is, die op het moment van de feiten de leeftijd<br />
van zestien jaar heeft bereikt, kan deze bijgestaan worden door een advocaat die door<br />
de stafhouder van de orde van advocaten wordt aangeduid.<br />
De ouders, voogden of wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarige worden op de<br />
hoogte gebracht van de bemiddelingsprocedure en bij de procedure betrokken per<br />
aangetekend schrijven.<br />
Art. 18<br />
De overtreder aan wie de bemiddelingsprocedure wordt voorgesteld, kan de procedure<br />
aanvaarden of weigeren. Dit geldt ook voor de benadeelde partij. Indien één van de<br />
betrokken partijen weigert deel te nemen aan de procedure of deze om het even welke<br />
reden niet kan worden opgestart, dan sluit de bemiddelingsambtenaar de procedure af<br />
en maakt het dossier onmiddellijk terug over aan de sanctionerend ambtenaar.
HOOFDSTUK 2. De bemiddelingsprocedure<br />
Art. 19<br />
De sanctionerend ambtenaar selecteert de dossiers die naar zijn oordeel in aanmerking<br />
komen voor de bemiddelingsprocedure in het kader van de gemeentelijke administratieve<br />
sancties. Vervolgens maakt hij de vereiste elementen voor de opstart van de bemiddeling<br />
over aan de bemiddelingsambtenaar.<br />
De bemiddelingsprocedure wordt na ontvangst van het dossier door de<br />
bemiddelingsambtenaar opgestart.<br />
Art. 20<br />
Na ontvangst van het bemiddelingsdossier nodigt de bemiddelingsambtenaar de<br />
betrokken partijen en hun eventuele advocaat tegelijk uit per brief, fax of e-mail tegen<br />
ontvangstbewijs. Er worden minstens twee weken voorzien tussen de datum waarop de<br />
uitnodiging wordt verstuurd en de datum van het bemiddelingsgesprek.<br />
Indien de overtreder minderjarig is, worden de ouders, voogden of personen die gezag<br />
over hem uitoefenen ook aangeschreven.<br />
Indien de betrokken partij geen natuurlijk persoon is, dan vraagt de<br />
bemiddelingsambtenaar aan de betrokken partij om een vertegenwoordiger aan te<br />
duiden, die aan het bemiddelingsgesprek kan deelnemen.<br />
Het staat de bemiddelingsambtenaar vrij alle vereiste maatregelen te nemen en<br />
contacten te leggen die nodig zijn om de bemiddelingsprocedure op te starten en tot een<br />
goed einde te brengen.<br />
Art. 21<br />
Tijdens het bemiddelingsgesprek zal de bemiddelingsambtenaar de<br />
bemiddelingsprocedure binnen het kader van de gemeentelijke administratieve sancties<br />
verduidelijken voor de betrokken partijen. De partijen worden geïnformeerd dat ze de<br />
mogelijkheid hebben om al dan niet op het aanbod in te gaan en om op elk moment de<br />
bemiddeling te beëindigen.<br />
Beide partijen krijgen in het gesprek de mogelijkheid een voorstelling van de feiten te<br />
geven en toe te lichten hoe ze dit hebben ervaren.<br />
De nadruk ligt tijdens het gesprek in de ondersteunende taak van de<br />
bemiddelingsambtenaar ten aanzien van de betrokken partijen bij het zoeken naar een<br />
voor allen aanvaardbare, haalbare en proportionele oplossing; in de vorm van een<br />
materieel, moreel, emotioneel en/of financieel herstel voor de geleden schade bij het<br />
slachtoffer.<br />
De bemiddelingsambtenaar voert de bemiddeling uit volgens de principes van<br />
onafhankelijkheid, neutraliteit en vertrouwelijkheid. Daarnaast houdt hij zich strikt aan<br />
het beroepsgeheim wat betreft de identiteit van de betrokken partijen en de<br />
onderzoeksgegevens in het dossier.<br />
Art. 22<br />
Indien beide partijen een akkoord bereiken omtrent het herstel van de schade, wordt er<br />
een overeenkomst opgemaakt. De overeenkomst geeft het resultaat van de<br />
bemiddelingsprocedure weer. De gemaakte afspraken tussen de betrokken partijen<br />
worden expliciet vermeld.<br />
Na ondertekening van de overeenkomst krijgen alle betrokken partijen een ondertekend<br />
exemplaar. Een kopie van de overeenkomst wordt overgemaakt aan de sanctionerend<br />
ambtenaar.
Wanneer één van de partijen een beroep doet op een advocaat, wordt de overeenkomst<br />
eerst aan de advocaat bezorgd en heeft deze één week de tijd om bemerkingen op de<br />
overeenkomst ter kennis te brengen van de bemiddelingsambtenaar. Zonder<br />
tegenbericht wordt de overeenkomst ter ondertekening aan de partijen voorgelegd en<br />
nadien aan de sanctionerend ambtenaar overgemaakt.<br />
Indien de overeenkomst aan de sanctionerend ambtenaar wordt overgemaakt en op dat<br />
moment geen verdere opvolging meer behoeft dan meldt de bemiddelaar dat de<br />
overeenkomst correct werd uitgevoerd.<br />
Art. 23<br />
De bemiddelaar volgt de uitvoering van de overeenkomst op. In de overeenkomst staat<br />
gestipuleerd wanneer de uitvoering moet voltooid zijn.<br />
Art. 24<br />
Na een positieve afronding bij het correct naleven van de overeenkomst maakt de<br />
bemiddelingsambtenaar een evaluatierapport over aan de sanctionerend ambtenaar en<br />
dit uiterlijk op de tiende werkdag na de uitvoering van de overeenkomst.<br />
De bemiddelingsambtenaar licht de advocaat in dat de overeenkomst correct werd<br />
uitgevoerd.<br />
Indien de overeenkomst niet werd uitgevoerd, wordt dit vermeld in het rapport gericht<br />
aan de sanctionerend ambtenaar. De advocaat van de overtreder zal hiervan op de<br />
hoogte worden gebracht.<br />
Op basis van dit evaluatierapport, beoordeelt de sanctionerend ambtenaar of hij al dan<br />
niet een einde maakt aan de administratieve vervolging.<br />
In ieder geval behoudt de sanctionerend ambtenaar het recht om een administratieve<br />
geldboete op te leggen als hij dit geschikt acht.<br />
Art. 25<br />
De volledige bemiddelingsprocedure dient uiterlijk één maand voor het verstrijken van de<br />
verjaringstermijn beëindigd te zijn. Na overleg tussen de bemiddelingsambtenaar en de<br />
sanctionerend ambtenaar kan de bemiddelingsprocedure verlengd worden onverminderd<br />
het in acht nemen van de wettelijke verjaringstermijn.<br />
HOOFDSTUK 3. Bijzondere bepalingen<br />
Art. 26<br />
De documenten die worden opgemaakt en de mededelingen die worden gedaan tijdens<br />
de bemiddelingsprocedure zijn vertrouwelijk. Zij mogen niet worden aangewend in een<br />
gerechtelijke of administratieve procedure of enige andere procedure voor het oplossen<br />
van conflicten, behoudens in de procedure tot oplegging van een administratieve<br />
geldboete beschreven in art. 119bis van de Nieuwe Gemeentewet. De documenten die<br />
werden opgemaakt en de mededelingen die worden gedaan tijdens de<br />
bemiddellingsprocedure zijn niet toelaatbaar als bewijs, zelfs niet als buitengerechtelijke<br />
bekentenis, behoudens in de procedure tot oplegging van een administratieve geldboete<br />
beschreven in art. 119bis van de Nieuwe Gemeentewet en de procedures inzake<br />
afdwinging van de bereikte akkoorden.
Onverminderd de verplichtingen die de wet hem opleggen mag de<br />
bemiddelingsambtenaar de feiten waarvan hij uit hoofde van zijn ambt kennis krijgt niet<br />
openbaar maken. Artikel 458 van het Strafwetboek is op hem van toepassing.<br />
Partijen kunnen niet worden gehouden aan de door hen tijdens de bemiddeling<br />
ingenomen standpunten en voorstellen, alsmede de door hen aan de bemiddelaar of aan<br />
de andere partij gedane mededeling van welke aard en op welke wijze ook, behoudens<br />
hetgeen tussen hen werd overeengekomen in een bemiddelingsovereenkomst.<br />
Art. 27<br />
De bemiddelingsambtenaar mag met geen van de partijen een band hebben of doen<br />
ontstaan die zijn onafhankelijkheid in de ogen van de partijen in het gedrang kan<br />
brengen. In geval van een belangenconflict zal hij zich onthouden.<br />
In voorkomend geval zal de bemiddelingsambtenaar zowel voorafgaand als tijdens de<br />
bemiddeling de elementen aanbrengen die zijn onafhankelijkheid in het gedrang kunnen<br />
brengen. De betrokken partijen kunnen hierop hun schriftelijk akkoord geven om de<br />
bemiddelingsprocedure verder te zetten. Indien minstens één van de betrokken partijen<br />
geen schriftelijk akkoord geeft, trekt de bemiddelingsambtenaar zich terug uit de<br />
bemiddeling.<br />
TITEL 3. BEGRIPPENKADER<br />
Art. 28<br />
De navolgende begrippen, gehanteerd in deze verordening, worden als volgt<br />
gedefinieerd.<br />
Iedere verwijzing naar een hogere norm geldt als een verwijzing naar deze norm zoals hij<br />
op het ogenblik van de toepassing van deze verordening van kracht is.<br />
28.1 Aanplakking<br />
Publiciteit aangebracht op tijdelijke of permanente wijze zowel voor manifestaties,<br />
officiële mededelingen alsook iedere andere aankondiging op tijdelijke of permanente<br />
wijze aangebracht.<br />
28.2 Afvalwater<br />
Water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet<br />
ontdoen, met uitzondering van niet-verontreinigd hemelwater.<br />
(zie ook ‘huishoudelijk afvalwater’)<br />
28.3 Automatisch ontspanningstoestel<br />
Elk toestel dat een mechanisch, elektrisch of elektronisch onderdeel bevat, dienstig voor<br />
het op gang brengen, de werking of voor de bediening ervan, en waarvan de start<br />
veroorzaakt wordt door het inbrengen van een geldstuk, van een penning of door gelijk<br />
welk ander middel dat hiervoor in de plaats komt.<br />
28.4 Begraven<br />
Bijplaatsen van een stoffelijk overschot in een graf.<br />
28.5 Bevoegde hulpdiensten<br />
De brandweer, civiele bescherming, politie of andere openbare diensten waarvan de<br />
tussenkomst vereist is om het onheil te bestrijden.
28.6 Bevoegde overheid<br />
De gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen, de burgemeester of enig<br />
ander (gemeentelijk) bestuursorgaan naargelang de hen toegewezen bevoegdheid, hetzij<br />
de door deze organen aangeduide personen.<br />
28.7 Bouwvallige gebouwen<br />
Gebouwen die door hun staat een gevaar opleveren voor de openbare veiligheid door<br />
instortingsgevaar, van het volledig gebouw of een deel ervan (bv. afhangende of losse<br />
dakgoten, neerschuivende pannen, scheuren in gevel, ontploffingsgevaar, brandgevaar,<br />
vermolmd houtwerk, enzovoort).<br />
28.8 Bouwwerken (zoals bedoeld in Deel I, Titel 3, Hoofdstuk 3)<br />
Het bouwen, verbouwen, slopen, herstellen, herinrichten van onroerende goederen.<br />
28.9 Buurtlawaai<br />
Geluidshinder voortgebracht door een in de buurt hoorbare geluidsbron, met uitzondering<br />
van de geluidshinder die wordt veroorzaakt door:<br />
- het lucht-, weg- en spoorwegverkeer en van de scheepvaart;<br />
- de inrichtingen vermeld in de indelingslijst van bijlage 1 van de besluiten van de<br />
Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaamse<br />
reglement betreffende de milieuvergunning;<br />
- een openbare inrichting, op de openbare weg of het openbaar domein als geregeld<br />
in titel 2;<br />
- grasmaaiers en andere bij het tuinieren gebruikte apparaten die door een motor<br />
worden aangedreven en waarvan het gebruik wordt geregeld door artikel 199.<br />
28.10 Collecte<br />
Activiteit waarbij beroep wordt gedaan op de vrijgevigheid van de bevolking door het<br />
vragen of inzamelen van geld of giften onder elke mogelijke vorm ook, zoals elke<br />
inzameling van levensmiddelen, kledingstukken en andere goederen.<br />
28.11 Containerpark<br />
Een inrichting, uitgebaat door de gemeente, desgevallend het intergemeentelijk<br />
samenwerkingsverband, die tot doel heeft de gescheiden inzameling van huishoudelijke<br />
afvalstoffen mogelijk te maken met het oog op de maximale recyclage van deze<br />
afvalstoffen.<br />
28.<strong>12</strong> Erkend laboratorium<br />
Laboratorium erkend in toepassing van het koninklijk besluit van 2 <strong>april</strong> 1974 houdende<br />
voorwaarden en modaliteiten voor de erkenning van laboratoria die bij de bestrijding van<br />
de geluidshinder belast zijn met het beproeven van en de controle op apparaten en<br />
inrichtingen.<br />
28.13 Erkend milieudeskundige<br />
Milieudeskundige door de Vlaamse minister bevoegd voor Leefmilieu erkend in de<br />
discipline geluid. Voor alle artikelen in deze verordening waarin geluidsnormen worden<br />
opgelegd, gelden artikel 2 en 3 van de bijlage 4.5.1 van Vlarem II inzake de<br />
meetomstandigheden en de eisen waaraan de meetketen moet voldoen.<br />
28.14 Feestvuurwerk<br />
Vuurwerk bedoeld in het ministeriële besluit van 3 februari 2000 tot vaststelling van de<br />
bijzondere veiligheidsvoorschriften inzake feestvuurwerk voor particulieren, hoofdzakelijk<br />
op basis van de erin vervatte pyrotechnische samenstellingen.<br />
28.15 Geluid<br />
Alle vormen van geluidsemissie, voortkomend van blijvende of tijdelijke geluidsbronnen,<br />
al dan niet elektronisch versterkt.
28.16 Geluidsinstallatie<br />
Elk toestel of groep van toestellen – daartoe speciaal geproduceerd of gebruikt - dat of<br />
die geluid maakt, al dan niet elektronisch versterkt.<br />
28.17 Gemakkelijk brandbare materialen<br />
Materialen met een lage ontbrandingstemperatuur zoals rietmatten, stro, karton,<br />
boomschors, hout, natuurlijke kerstbomen, papier, gemakkelijk brandbare textiel /<br />
kunststoffen…<br />
28.18 Geparkeerd voertuig<br />
Voertuig dat langer stilstaat dan nodig voor het in- of uitstappen van personen of voor<br />
het laden en lossen van zaken (zie artikel 2.23 van het koninklijk besluit van 1 december<br />
1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het<br />
gebruik van de openbare weg).<br />
28.19 Gevaarlijke dieren (ook agressieve of kwaadaardige dieren)<br />
Elk dier dat iemand aanvalt, bijt of verwondt zonder provocatie, of elk dier dat een ander<br />
dier verwondt of aanvalt zonder provocatie, alsook ieder dier dat indien het vrij zou<br />
rondlopen, zonder enige provocatie redelijkerwijze iemand of andere dieren zou kunnen<br />
aanvallen.<br />
Onder deze bepaling vallen niet de volgens de milieuwetgeving (VLAREM) vergunningsof<br />
meldingsplichtige dieren.<br />
28.20 Gewone oppervlaktewateren<br />
Alle oppervlaktewateren met uitzondering van de kunstmatige afvoerwegen voor<br />
hemelwater en de openluchtgreppels, behorend tot de openbare rioleringen.<br />
28.21 Gezin<br />
Eén persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij twee of meer personen die, al dan niet<br />
door verwantschap aan elkaar verbonden, gewoonlijk in één en dezelfde woning<br />
verblijven en er samenleven.<br />
28.22 Graf<br />
De laatste rustplaats van een stoffelijk overschot.<br />
28.23 Grofvuil<br />
Alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, die<br />
omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de<br />
huisvuilophaling kunnen geborgen worden, met uitzondering van alle selectief<br />
ingezamelde afvalstoffen en gevaarlijke stoffen.<br />
28.24 Huishoudelijke afvalstoffen<br />
Afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en<br />
afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden, zoals gedefinieerd in artikel 2.1.1 van het<br />
VLAREA.<br />
28.25 Huishoudelijk afvalwater<br />
Afvalwater dat enkel bestaat uit water afkomstig van:<br />
- normale huishoudelijke activiteiten;<br />
- sanitaire installaties;<br />
- keukens;<br />
- het reinigen van gebouwen zoals woningen, kantoren, plaatsen waar groot of<br />
kleinhandel wordt gedreven, zalen voor vertoningen, kazernen, kampeerterreinen,<br />
gevangenissen, onderwijsinrichtingen met of zonder internaat, klinieken, hospitalen en<br />
andere inrichtingen waar niet-besmettelijke zieken opgenomen en verzorgd worden,<br />
zwembaden, hotels, restaurants, drankgelegenheden, kapsalons;
- afvalwater afkomstig van wassalons, waar de toestellen uitsluitend door het cliënteel<br />
zelf worden bediend.<br />
28.26 Huisvuil<br />
Alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en<br />
een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, die in het voorgeschreven recipiënt voor de<br />
huisvuilophaling kunnen geborgen worden, met uitzondering van alle selectief<br />
ingezamelde afvalstoffen en gevaarlijke stoffen.<br />
28.27 Individuele voorbehandelingsinstallatie (afgekort IBA)<br />
Individuele installatie voor de behandeling van normaal huishoudelijk afvalwater ter<br />
verwijdering van vetstoffen, bezinkbare en drijvende stoffen.<br />
28.28 Kansspelen<br />
Elk spel of weddenschap, waarbij een ingebrachte inzet van om het even welke aard,<br />
hetzij het verlies van deze inzet door minstens één der spelers of wedders, hetzij een<br />
winst van om het even welke aard voor minstens één der spelers, wedders of inrichters<br />
van het spel of de weddenschap tot gevolg heeft en waarbij het toeval een zelfs<br />
bijkomstig element is in het spelverloop, de aanduiding van de winnaar of de bepaling<br />
van de winstgrootte.<br />
28.29 Kermis<br />
Manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde<br />
plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van<br />
kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te<br />
brengen.<br />
28.30 Kermisactiviteit<br />
Elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten<br />
aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen<br />
van kermisgastronomie.<br />
28.31 Klein Gevaarlijk Afval (afgekort K.G.A.)<br />
De afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.5.2.1 van het VLAREA.<br />
28.32 Machtiging<br />
De schriftelijke toelating verleend door het hiertoe bevoegde orgaan.<br />
28.33 Manifestatie<br />
Samenscholingen, betogingen, optochten, openbare vergaderingen, rave-party’s en<br />
andere dergelijke evenementen waarop meerdere personen aanwezig zijn.<br />
28.34 Markt<br />
Manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente, om op vastgestelde<br />
plaatsen en tijdstippen, personen samen te brengen die er producten of diensten<br />
verkopen.<br />
Er zijn twee soorten markten:<br />
• Openbare markt: een markt die georganiseerd wordt door de gemeente, hetzij<br />
door deze autoriteit zelf beheerd, hetzij door deze in concessie gegeven.<br />
• Private markt: een markt ingericht door een privé-initiatief, voorafgaand<br />
toegelaten door de gemeente.<br />
28.35 Marktleider<br />
De door de bevoegde overheid aangeduide ambtenaar, bevoegd tot aanduiding van de<br />
standplaatsen op de openbare markten, en tot controle van de documenten die de<br />
machtiging en identiteit van de personen die een ambulante of kermisactiviteit<br />
uitoefenen.
28.36 Milieuambtenaar<br />
De ambtenaar die beschikt over een geldig bekwaamheidsbewijs, afgeleverd volgens de<br />
bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 7 november 1984 tot aanwijzing<br />
voor het Vlaams Gewest van de ambtenaren die bevoegd zijn voor het opsporen en<br />
vaststellen van inbreuken op de regelen ter bestrijding van de geluidshinder of<br />
overeenkomstig artikel 61 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991<br />
houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning.<br />
28.37 Muziek<br />
Alle vormen van muziekemissie, voortkomend van blijvende of tijdelijke geluidsbronnen,<br />
al dan niet elektronisch versterkt.<br />
28.38 Ontgraven<br />
Uit het graf halen van een stoffelijk overschot.<br />
28.39 Open vuur<br />
Alle vormen van een vuur met open vlam zoals kampvuren, kerstboomverbrandingen,<br />
houtvuren, enzovoort.<br />
28.40 Openbaar domein<br />
Alle goederen die door een uitdrukkelijke of impliciete beslissing van de bevoegde<br />
overheid bestemd zijn tot het gebruik van allen zonder onderscheid van de persoon,<br />
evenals alle goederen die behoren tot een openbare rechtspersoon en nodig zijn voor een<br />
openbare dienst of voor de tegemoetkoming aan een openbare noodwendigheid en die in<br />
die functie door geen enkel ander kunnen vervangen worden.<br />
28.41 Openbare of publieke inrichtingen<br />
Alle gebouwen, lokalen of plaatsen die kosteloos of tegen betaling of op vertoon van een<br />
lidkaart voor het publiek toegankelijk zijn, ook al is de toegang tot bepaalde categorieën<br />
van personen beperkt. De inrichtingen bedoeld in rubriek 32 van de indelingslijst<br />
gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende<br />
vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, hetzij<br />
ontspanningsinrichtingen en schietstanden, zijn uit deze definitie gesloten.<br />
Er zijn twee soorten inrichtingen:<br />
• Gesloten publieke inrichtingen: inrichtingen in gebouwen, lokalen, zalen, en<br />
dergelijke.<br />
• Open publieke inrichtingen: voor het publiek toegankelijke inrichtingen die geheel<br />
of gedeeltelijk georganiseerd worden in open lucht, inclusief terrassen, tuinen,<br />
tenten, en dergelijke.<br />
28.42 Openbare plaats<br />
a) iedere gesloten plaats in de zin van artikel 26 van de Grondwet die voor een<br />
openbare vergadering in de zin van hetzelfde artikel wordt aangewend of voor<br />
iedereen toegankelijk is, hetzij occasioneel, hetzij uit haar aard of primaire<br />
bestemming;<br />
b) de openbare weg;<br />
c) en de overige ruimtes in de open lucht indien die voor iedereen toegankelijk zijn.<br />
28.43 Openbare weg<br />
Het gedeelte van het gemeentelijk grondgebied, dat in hoofdorde bestemd is voor het<br />
verkeer van personen of voertuigen en voor iedereen toegankelijk is binnen de bij<br />
wetten, besluiten en verordeningen bepaalde perken.<br />
De openbare weg omvat eveneens en dit binnen dezelfde perken, de installaties voor het<br />
vervoer en de bedeling van goederen, energie en signalen.<br />
De openbare weg omvat eveneens:
a) de verkeerswegen, met inbegrip van de bermen en de trottoirs;<br />
b) de openbare ruimten, aangelegd als aanhorigheden van de<br />
verkeerswegen, en voornamelijk bestemd voor het stationeren van<br />
voertuigen, voor tuinen, wandelingen en markten, openbare pleinen en<br />
groenzones.<br />
28.44 Openbaar rioleringsnet<br />
Het geheel van openbare leidingen en openluchtgreppels bestemd voor het opvangen en<br />
transporteren van afvalwater.<br />
28.45 Openbare vergadering<br />
Vergaderingen die bestaan uit personen die zonder onderscheid toegelaten worden, maar<br />
ook die waar al diegenen toegelaten worden die aan een voorwaarde voldoen die<br />
afhankelijk is van hun eigen wil, zoals bv. de betaling van een willekeurige som.<br />
28.46 Papier en karton<br />
Alle dag-, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en<br />
ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier,<br />
computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, ontstaan door de<br />
normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit,<br />
met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier,<br />
gelaagd papier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren<br />
voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met<br />
magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeistofzakken, enz.<br />
28.47 Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons (afgekort P.M.D.-<br />
afval)<br />
Plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en drankkartons,<br />
ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare<br />
bedrijfsactiviteit.<br />
28.48 Privatieve ingebruikname<br />
Elke blijvende of tijdelijke ingebruikneming, hetzij door het plaatsen van om het even<br />
welke voorwerpen of inrichtingen op de openbare weg of het openbaar domein, hetzij<br />
door die voorwerpen aan de gevels of afsluitingen op te hangen of te bevestigen zodat zij<br />
op de openbare weg of het openbaar domein uitspringen.<br />
28.49 Privatieve ingebruikname door bouwwerken<br />
Het plaatsen van materialen, stellingen, containers, werfafsluitingen, werfketen,<br />
torenkranen, toestellen die niet zelfstandig in het verkeer mogen gebracht worden, zoals<br />
hoogtewerkers, bouwliften, constructies voor steenvang, afbraakmaterialen, enz., telkens<br />
al dan niet afgebakend door een afsluiting of schutting. De voorgaande begrippen maken<br />
deel uit van een niet-beperkende opsomming.<br />
(zie ook ‘Bouwwerken’)<br />
28.50 Rijbaan<br />
Het deel van de openbare weg dat voor het voertuigenverkeer in het algemeen is<br />
ingericht, zoals bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975<br />
houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.<br />
28.51 Risicomanifestatie<br />
Manifestatie die een verhoogd risico inhoudt voor de openbare orde en waarvoor<br />
coördinatievergaderingen worden georganiseerd op het vlak van politiële en civiele<br />
veiligheid.<br />
28.52 Septische put<br />
Individuele afvalwaterverzamelput met twee kamers.
28.53 Sluikstorten<br />
Het achterlaten, opslaan of storten van om het even welke afvalstof op openbare en<br />
private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze of tijdstip dat niet overeenstemt met<br />
deze politieverordening en andere wettelijke bepalingen.<br />
28.54 Standwerker<br />
De persoon van wie de activiteit uitsluitend bestaat in de verkoop, op verschillende<br />
markten, van producten of diensten waarvan hij de kwaliteit aanprijst en/of het gebruik<br />
uitlegt, door middel van argumenten en/of demonstraties gericht op een betere<br />
bekendheid bij het publiek en zodoende de verkoop ervan poogt te promoten.<br />
28.55 Stoffelijk overschot<br />
Lijk of asresten van menselijke oorsprong.<br />
28.56 Terras<br />
Elke constructie die het openbaar domein inneemt ten bate van een horecauitbating,<br />
waar eetwaar en/of drank voor consumptie ter plaatse te koop wordt aangeboden, die<br />
bestaat uit vaste en/of losse elementen, zoals windschermen, meubilair allerhande,<br />
parasols en andere, zonder dat deze opsomming als beperkend mag aanzien worden.<br />
28.57 Textielafval<br />
Alle kledij, lederwaren (zoals schoeisel en handtassen), beddengoed, woningtextiel<br />
(gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), lompen, enz., die ontstaan door de<br />
normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.<br />
28.58 Tuinafval<br />
Organisch composteerbaar afval zoals snoeihout, plantenresten, haagscheersel, bladeren,<br />
organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazonmaaisel en kerstbomen,<br />
ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, desgevallend door<br />
een vergelijkbare bedrijfsactiviteit. Onder snoeihout worden enkel takken met een<br />
diameter van minder dan 10 cm verstaan.<br />
28.59 Verantwoordelijke<br />
De exploitant (uitbater en/of iedere door hem aangeduide persoon) van een inrichting of<br />
een activiteit, de organisator van een manifestatie of van een bepaalde activiteit.<br />
28.60 Verpakkingsglas<br />
Hol glas, dienend als verpakking, zoals flessen en bokalen.<br />
28.61 Vertoningen<br />
Het tot uiting brengen van een gedachte in een publieke plaats waartoe iedereen toegang<br />
heeft, hetzij gratis, hetzij tegen betaling. Voorbeelden zijn ondermeer film- en<br />
theatervoorstellingen in openbare lokalen.<br />
28.62 Vlammen<br />
Zichtbaar verbrandingsverschijnsel zoals brandende fakkels en kaarsen.<br />
28.63 Vreugdeschoten<br />
Vuurwerk dat gebruikt wordt ter viering van een nakend huwelijk of andere<br />
feestelijkheden.<br />
28.64 Vuurwerk<br />
Eén of meer voorwerpen gevuld met ontploffende, brandbare en/of lichtgevende<br />
mengsels, meestal gebruikt bij visueel en klankspektakel waardoor gekleurde en/of<br />
luidruchtige effecten ontstaan.
28.65 Waterwinpunten<br />
[…] Hydranten van het openbaar waterleidingsnet en open watervoorraden.<br />
Art. 29<br />
De navolgende begrippen, gehanteerd in het aangeduide bijzonder deel van deze<br />
verordening, worden als volgt gedefinieerd.<br />
Iedere verwijzing naar een hogere norm geldt als een verwijzing naar deze norm zoals hij<br />
op het ogenblik van de toepassing van deze verordening van kracht is.<br />
29.1 In Titel 3 (Openbare veiligheid en doorgang op de openbare weg en het openbaar<br />
domein), Hoofdstuk 2 (Privatieve ingebruikname van de openbare weg en het openbaar<br />
domein), Afdeling 2 (Woonwagenbewoners):<br />
Woonwagenbewoners<br />
Personen met een nomadische cultuur, die zich legaal in België bevinden en die<br />
traditioneel in een woonwagen wonen of gewoond hebben, in het bijzonder autochtone<br />
voyageurs en de zigeuners, en diegenen die met deze personen samenleven of er in de<br />
eerste graad van afstammen (artikel 2,3° van het Decreet van 28 <strong>april</strong> 1998 inzake het<br />
Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden).<br />
29.2 In Titel 3 (Openbare veiligheid en doorgang op de openbare weg en het openbaar<br />
domein), Hoofdstuk 8 (Brandveiligheid), Afdeling 1 (Kamerwoningen):<br />
Appartement<br />
Woongelegenheid in een meergezinswoning uitgerust met de drie fundamentele<br />
basisvoorzieningen.<br />
Fundamentele basisvoorzieningen<br />
• wc met waterspoeling, aangesloten op riolering;<br />
• bad of douche met koud en warm stromend water;<br />
• keukeninstallatie (met kooktoestel en gootsteen, voorzien van reukafsnijder).<br />
Beperkte verhuur<br />
Kamerwoning waar maximaal 3 kamers of accommodatie voor 5 personen verhuurd<br />
wordt en waarbij de verhuurder zelf in de kamerwoning woont.<br />
Huurder van een kamer<br />
Elkeen die, in welke hoedanigheid of vorm of onder welke benaming ook, hetzij<br />
uitsluitend voor zichzelf, hetzij in gemeenschap met andere bewoners, het genot krijgt<br />
over een kamer zonder daarvan eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter of<br />
opstalhouder te zijn.<br />
Kamerdecreet<br />
Decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers<br />
en studentenkamers.<br />
Kamer of niet-zelfstandige woning<br />
Woongelegenheid waarvan de bewoner één of meerdere fundamentele<br />
basisvoorzieningen moet delen met bewoners van één of meerdere andere<br />
woongelegenheden in hetzelfde gebouw én waarbij bewoners voor ontbrekende<br />
basisvoorzieningen afhankelijk zijn van gemeenschappelijke ruimtes in of aansluitend bij<br />
gebouw waarvan woongelegenheid deel uitmaakt.<br />
Kamerwoning<br />
Elk gebouw met kamers, ongeacht of er andere functies en/of woongelegenheden in het<br />
gebouw aanwezig zijn, in casu, logementhuizen, studentenhuizen en B&B-huizen.
Logementhuis<br />
Kamerwoning waar tegen betaling toevallig, tijdelijk of bestendig kamers, met of zonder<br />
maaltijden, ter beschikking worden gesteld aan niet-studenten, ongeacht of ze er<br />
wettelijk gehuisvest zijn of niet.<br />
Studentenhuis<br />
Kamerwoning waarvan de kamers uitsluitend worden te huur gesteld of verhuurd aan<br />
één of meer studenten. Als student wordt beschouwd elkeen die ingeschreven is bij een<br />
instelling van hoger onderwijs, waarvan hij de lessen volgt en voor wie dat zijn<br />
hoofdbezigheid vormt. Ook studentengemeenschapshuizen zoals omschreven in het<br />
Kamerdecreet worden hieronder begrepen.<br />
B&B-huis<br />
Kamerwoning, waar tegen betaling tijdelijk of bestendig, kamers, met of zonder<br />
maaltijden, ter beschikking worden gesteld<br />
• aan toeristen;<br />
• en waarbij maximum 3 kamers verhuurd kunnen worden of accommodatie voor 5<br />
personen beschikbaar is;<br />
• en waarbij huurder individueel (in aangrenzende ruimte) kan gebruik maken van<br />
basisvoorzieningen wc en bad of douche.<br />
Verhuurder<br />
Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die als eigenaar, mede-eigenaar,<br />
vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of lasthebber een kamer verhuurt of ter<br />
beschikking stelt tegen betaling of om niet.<br />
Woongelegenheid<br />
Lokaal of een geheel van aaneensluitende lokalen hoofdzakelijk bestemd voor feitelijke<br />
huisvesting van een persoon of van een groep van samenlevende personen.<br />
29.3 In Titel 4 (Openbare reinheid en gezondheid), Hoofdstuk 1 (Verwijdering van<br />
huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen), Afdeling 10<br />
(Gelijkgestelde afvalstoffen):<br />
Gelijkgestelde afvalstoffen<br />
Overeenkomstig het VLAREA met huishoudelijke afvalstoffen gelijkgestelde<br />
bedrijfsafvalstoffen.<br />
29.4 In Titel 4 (Openbare reinheid en gezondheid), Hoofdstuk 1 (Verwijdering van<br />
huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen), Afdeling 11<br />
(Containerpark):<br />
Diftar–containerpark<br />
Een containerpark waar grote hoeveelheden afvalstoffen (huishoudelijke en daarmee<br />
gelijkgestelde) gescheiden worden ingezameld en waarvoor de gebruiker, afhankelijk van<br />
het soort afval, een vastgesteld tarief betaalt.<br />
29.5 In titel 7 (Handel), Hoofdstuk 1 (Drankslijterijen), afdeling 2 (Gegiste en sterke<br />
dranken):<br />
Drankgelegenheid<br />
Hetzij<br />
a) Elke plaats of lokaliteit waar drank, ongeacht de aard ervan, voor gebruik ter<br />
plaatse wordt verkocht;<br />
b) Elke plaats of lokaliteit die voor het publiek toegankelijk is en waar drank,<br />
ongeacht de aard ervan, voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt, zelfs gratis;
c) Elke plaats of lokaliteit waar leden van een vereniging of van een groepering<br />
uitsluitend of voornamelijk bijeenkomen om sterke drank of gegiste drank te<br />
gebruiken of om kansspelen te bedrijven.<br />
(zie art. 1 van de Wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke<br />
drank en betreffende het vergunningsrecht)<br />
Rondreizende drankgelegenheid<br />
De drankgelegenheid gehouden in boten, schepen, spoorwagens of andere voertuigen,<br />
alsmede in kramen of andere inrichtingen die van de ene naar de andere plaats plegen te<br />
worden overgebracht.<br />
Sterke dranken<br />
Alle dranken gefabriceerd met gedistilleerde alcohol en die een alcoholvolumegehalte<br />
hebben van meer dan 1,2 % vol.<br />
29.6 In titel 7 (Handel):<br />
Uitbater<br />
De natuurlijke persoon of rechtspersoon die eigenaar is van de handelszaak (maar niet<br />
noodzakelijk van het handelspand) en voor wiens rekening en risico de instelling wordt<br />
uitgebaat.<br />
DEEL 2. ALGEMEEN DEEL<br />
TITEL 1. OPENBARE ORDE IN HET ALGEMEEN<br />
HOOFDSTUK 1. *Manifestaties en vermommingen<br />
Afdeling 1. Manifestaties op de *openbare weg<br />
Art. 30<br />
Manifestaties op de openbare weg zijn verboden, tenzij voorafgaande en schriftelijke<br />
*machtiging van de burgemeester.<br />
Art. 31<br />
Elke aanvraag tot het inrichten van een manifestatie moet schriftelijk gebeuren,<br />
tenminste vijftien kalenderdagen vóór de voorziene datum.<br />
Commerciële activiteiten op de openbare weg moeten schriftelijk en tenminste vier<br />
weken vooraf aangevraagd worden.<br />
*Risicomanifestaties moeten schriftelijk en tenminste drie maanden vooraf worden<br />
gemeld.<br />
De aanvraag moet volgende inlichtingen bevatten:<br />
1° de naam, het adres en het telefoonnummer van de organisator(en);<br />
2° het voorwerp van de manifestatie;<br />
3° de datum en het tijdstip van de manifestatie;<br />
4° de geplande route;<br />
5° de voorziene plaats en tijdstip voor het einde van de manifestatie en in<br />
voorkomend geval de ontbinding;<br />
6° of er een meeting wordt gehouden bij de afsluiting van de manifestatie;<br />
7° de raming van het aantal deelnemers en de beschikbare vervoermiddelen;<br />
8° de door de organisatoren voorziene ordemaatregelen.
Art. 32<br />
De burgemeester kan uitzonderingen toestaan op de in artikel 31 voorziene termijn in<br />
uitzonderlijke omstandigheden en kan tevens bepaalde voorwaarden opleggen. Bij<br />
gewichtige redenen kan hij de manifestatie verbieden.<br />
Afdeling 2. Vermommingen<br />
Art. 33<br />
Niemand mag een vermomming dragen die van aard is de openbare orde te storen.<br />
Gemaskerde of vermomde personen mogen geen vlugschriften uitdelen of verspreiden.<br />
Het is verboden voor onbevoegden zich op de openbare weg te vertonen in de<br />
ambtskledij van burgerlijke, gerechtelijke en militaire overheden.<br />
Afdeling 3. *Openbare vertoningen<br />
Art. 34<br />
De toegang tot openbare of publieke inrichtingen waar vertoningen worden gehouden is<br />
verboden aan personen die kennelijk tekenen van dronkenschap vertonen.<br />
HOOFDSTUK 2. Nummering van gebouwen en aanbrengen van andere tekens<br />
Afdeling 1. Huisnummers<br />
Art. 35<br />
De eigenaars en bewoners van gebouwen zijn verplicht het huisnummer dat hen door de<br />
bevoegde overheid is toegewezen aan te brengen en ervoor te zorgen dat dit nummer<br />
leesbaar en zichtbaar blijft.<br />
Afdeling 2. Aanduidingen van openbaar nut<br />
Art. 36<br />
De eigenaars, bewoners of verantwoordelijken op grond van welke titel dan ook zijn<br />
verplicht:<br />
1° zonder dat dit voor hen enige schadeloosstelling impliceert, op de gevel van hun<br />
gebouw, ook wanneer die zich buiten de rooilijn bevindt, toe te staan dat aanduidingen<br />
van openbaar nut en nutsvoorzieningen worden aangebracht;<br />
2° de bevoegde overheid te verwittigen wanneer deze tekens onleesbaar, onzichtbaar of<br />
verwijderd worden.<br />
TITEL 2. OPENBARE ORDE EN RUST<br />
HOOFDSTUK 1. Geluidsoverlast<br />
Afdeling 1. Algemene bepalingen<br />
Art. 37<br />
Het is verboden, door een gebrek aan voorzorg, *geluid, gerucht of rumoer te<br />
veroorzaken zonder rechtmatige reden of zonder noodzaak, wanneer dit de rust van de<br />
inwoners in het gedrang brengt.<br />
Art. 38<br />
Het is, zoals bepaald in art. 561, 1° van het Strafwetboek, verboden zich schuldig te<br />
maken aan nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners kan worden<br />
verstoord.
De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de<br />
bepalingen van Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en<br />
begrippenkader) van deze verordening.<br />
Art. 39<br />
Het is verboden op of langs de openbare weg en op openbare plaatsen in open lucht<br />
geluid te veroorzaken dat van aard is om de openbare rust te verstoren. Dit verbod geldt<br />
niet in geval het geluid dat van aard is de openbare rust te storen, inherent is aan een<br />
door de bevoegde overheid toegestane manifestatie.<br />
Het geluid van muziektoestellen binnenshuis en op particuliere eigendom mag niet<br />
storend zijn op de openbare weg en op openbare plaatsen.<br />
Art. 40<br />
§1. De burgemeester kan specifiek het gebruik van een geluidsniveaubegrenzer opleggen<br />
waarop de volledige *geluidsinstallatie dient te worden aangesloten. De geluidsbegrenzer<br />
wordt ingesteld op het maximaal toegelaten geluidsniveau.<br />
De verantwoordelijke uitbater bezorgt onverwijld een attest hiervan aan de<br />
burgemeester.<br />
§2. De burgemeester kan zo nodig, op kosten van de *verantwoordelijke, gedurende een<br />
bepaalde tijd een (periodieke) controle opleggen door een *erkend laboratorium of door<br />
een erkende milieudeskundige.<br />
§3. De opstelling en regeling van de volumes of van de geluidsbegrenzer of van ieder<br />
ander controlemechanisme moeten zodanig zijn dat ze gemakkelijk kunnen worden<br />
gecontroleerd en verzegeld.<br />
§4. Geluidsinstallaties en/of luidsprekers dienen te worden uitgeschakeld bij officiële<br />
plechtigheden, behoudens indien deze ter gelegenheid van deze plechtigheid worden<br />
gebruikt.<br />
Art. 41<br />
Wanneer wordt vastgesteld dat muziek wordt gespeeld of geluidsversterkende<br />
apparatuur wordt gebruikt in een openbare inrichting, op de openbare weg of op het<br />
openbaar domein op een voor de omgeving storende wijze en/of in overtreding met de<br />
bijzondere voorwaarden door de burgemeester opgelegd, kan de burgemeester,<br />
ambtshalve of op voorstel van de politie of de *milieuambtenaar:<br />
1° de stopzetting bevelen van het spelen van muziek of het gebruik van<br />
geluidsversterkende apparatuur of van het evenement, teneinde de openbare orde en<br />
rust te herstellen;<br />
2° het verzegelen van de geluidsinstallatie of de onmiddellijke sluiting van de inrichting<br />
opleggen. De opheffing van, de verzegeling en de sluiting van de inrichting, kan<br />
afhankelijk gemaakt worden van de uitvoering van de nodige aanpassings- en<br />
isolatiewerken;<br />
3° de bestuurlijke inbeslagname van de geluidsinstallatie eisen;<br />
4° de openbare inrichting doen ontruimen;<br />
5° de veroorzaker(s) van de hinder van de plaats laten verwijderen;<br />
6° de eventueel verleende machtiging* laten intrekken.<br />
Afdeling 2. Andere specifieke vormen van geluidsoverlast<br />
Onderafdeling 1. Laden en lossen
Art. 42<br />
Voor het hanteren, laden of lossen van materialen, toestellen of andere voorwerpen die<br />
geluiden kunnen voortbrengen, zoals platen, bladen, staven, dozen, vaten of metalen<br />
recipiënten, gelden de volgende principes:<br />
1° de voorwerpen moeten gedragen worden zonder ze te slepen en ze moeten op de<br />
grond geplaatst worden zonder ze te werpen;<br />
2° als de voorwerpen door hun afmetingen of hun gewicht niet gedragen kunnen worden,<br />
moeten de nodige maatregelen genomen worden zodat ze zo geluidsarm mogelijk<br />
verplaatst kunnen worden.<br />
Onderafdeling 2. Draaiende houden van voertuigen<br />
Art. 43<br />
§1. Het is verboden voertuigen of hun toebehoren met koelinstallaties draaiende te<br />
houden terwijl het voertuig *geparkeerd staat en dit op minder dan 50 m van de<br />
bewoning.<br />
§2. Afwijkingen hierop kunnen door de burgemeester worden toegestaan ingeval van<br />
evenementen, markten, kermissen en foren.<br />
Onderafdeling 3. Voertuigen met luidsprekers<br />
Art. 44<br />
§1. Het gebruik van luidsprekers op voertuigen die bestemd zijn voor publiciteit is<br />
onderworpen aan de voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester.<br />
§2. De machtiging moet steeds in het voertuig aanwezig zijn.<br />
Onderafdeling 4. Toestellen voor recreatief gebruik<br />
Art. 45<br />
§1. Het is verboden met ontploffingsmotor aangedreven sport- en speeltuigen te<br />
gebruiken om er oefeningen, persoonlijke of groepsvermakelijkheden, wedstrijden of<br />
manifestaties mee te houden of te organiseren in de open lucht, op minder dan 200 m<br />
van de bewoning. Dit verbod geldt niet op de erkende terreinen waarop afzonderlijke<br />
reglementen van toepassing zijn.<br />
§2. Afwijkingen hierop kunnen door de burgemeester worden toegestaan.<br />
Onderafdeling 5. *Vuurwerk en *vreugdesalvo’s<br />
Art. 46<br />
§1. Het is verboden, zowel op de openbare weg als op private domeinen, binnenplaatsen<br />
en op alle plaatsen die palen aan de openbare weg, om het even welk vuurwerk af te<br />
steken.<br />
§2. Naar aanleiding van feestelijkheden kan de burgemeester machtiging verlenen<br />
om vuurwerk af te steken.<br />
In de eindejaarsperiode, lopende van 24 december tot en met de eerste zeven<br />
dagen van januari, mag zonder machtiging of kennisgeving feestvuurwerk<br />
afgestoken worden.<br />
§3. Bij het afsteken van vuurwerk overeenkomstig §2. dienen volgende<br />
voorwaarden in acht te worden genomen :<br />
- de vergunning, zo voorzien, moet op eenvoudig verzoek van de politie ter<br />
controle overhandigd worden;<br />
- eventuele omwonenden binnen een straal van 50 meter moeten verwittigd<br />
worden van het feit dat er vuurwerk zal worden afgestoken, met vermelding
van datum en tijdstip.<br />
- Degenen die het vuurwerk afsteken moeten minstens 18 jaar oud zijn en<br />
mogen niet onder invloed van alcoholische dranken of psychotrope stoffen<br />
zijn.<br />
- Het vuurwerk moet op voldoende afstand van brandbaar materiaal worden<br />
afgestoken, zodoende dat door het afsteken van het vuurwerk geen brand<br />
kan ontstaan.<br />
HOOFDSTUK 2. Sluitingsuur<br />
Art. 47<br />
Iedere uitbater van een inrichting dient de specifieke reglementering ter zake na te<br />
leven.<br />
TITEL 3. OPENBARE VEILIGHEID EN DOORGANG OP DE OPENBARE WEG EN<br />
HET OPENBAAR DOMEIN<br />
HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen<br />
Art. 48<br />
Het is, zonder schriftelijke en voorafgaande toelating van de bevoegde overheid,<br />
verboden:<br />
1° enige wijziging aan overheidsgoederen aan te brengen ;<br />
2° zonder noodzaak roosters, riooldeksels of toegangen tot ondergrondse ruimten te<br />
openen. De nodige voorzorgsmaatregelen dienen hiertoe steeds in acht genomen te<br />
worden;<br />
3° een activiteit uit te oefenen die de openbare veiligheid of de veilige en vlotte doorgang<br />
in het gedrang kan brengen;<br />
4° aan gebouwen langsheen de openbare weg iets vast te hechten of te laten uitsteken<br />
zonder de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen inzake stevigheid, veiligheid en vlotte<br />
doorgang.<br />
HOOFDSTUK 2. Openbare veiligheid en veilige en vlotte doorgang<br />
Art. 49<br />
Het achterlaten van fietsen en bromfietsen op de openbare weg, is enkel toegestaan op<br />
plaatsen hiertoe specifiek voorzien. Bij afwezigheid van specifieke voorzieningen, dient<br />
steeds voldoende doorgang te worden gelaten, hetzij een vrije doorgang van minstens<br />
één meter.<br />
HOOFDSTUK 3. *Privatieve ingebruikname van het openbaar domein en de<br />
openbare weg<br />
Afdeling 1. Algemene bepalingen<br />
Art. 50<br />
Elke privatieve ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg is<br />
verboden, tenzij schriftelijke en voorafgaande machtiging door de bevoegde overheid<br />
werd verleend.<br />
Er dient, behoudens door de vergunnende overheid te verlenen afwijking – op het<br />
voetpad of de plaats bestemd voor voetgangersverkeer – altijd een vrije doorgang van<br />
minstens 1,5 m over te blijven.
Art. 51<br />
Iedere persoon die het openbaar domein en de openbare weg in gebruik neemt, is ertoe<br />
gehouden - bij het beëindigen van de privatieve inname – het openbaar domein in zijn<br />
oorspronkelijke staat te herstellen.<br />
Art. 52<br />
Iedere persoon die openbaar domein en de openbare weg inneemt, is ertoe gehouden te<br />
zorgen voor afdoende verlichting en signalisatie van de materialen, steigers of om het<br />
even welke andere voorwerpen, die zij op het openbaar domein hebben neergelegd of<br />
achtergelaten, alsook voor de verlichting van de uitgravingen die zij daar gedaan hebben.<br />
Bij niet-naleving kan de gemeente ambtshalve de nodige signalisatie aanbrengen op<br />
kosten en risico van de overtreder.<br />
Afdeling 2. Specifieke bepalingen<br />
Onderafdeling 1. *Ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg ter<br />
gelegenheid van *bouwwerken<br />
Art. 53<br />
Bij aanvraag tot ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg<br />
overeenkomstig de bepalingen van artikel 50 dient steeds een inname-, inrichtings- en<br />
signalisatieplan met aanduiding van de inname toegevoegd te worden.<br />
Onderafdeling 2. Werkzaamheden met invloed op het openbaar domein en de openbare<br />
weg<br />
Art. 54<br />
De aannemer of, bij ontstentenis, de bouwheer dient bij werkzaamheden die stof of afval<br />
op de openbare weg of de omringende eigendommen kunnen verspreiden, de nodige<br />
voorzorgsmaatregelen te nemen.<br />
Art. 55<br />
De aannemer of, bij ontstentenis, de bouwheer die langs de openbare weg bouwt,<br />
verbouwt of afbreekt, moet de volledige bouwwerf van een stevige afsluiting voorzien<br />
vooraleer de werken aan te vatten.<br />
Onderafdeling 3. Ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg door<br />
*terrassen<br />
Art. 56<br />
De aanvraag tot uitbating van een terras op het openbaar domein overeenkomstig de<br />
algemene bepaling van artikel 50 dient minstens vier weken vooraf schriftelijk te worden<br />
ingediend.<br />
Art. 57<br />
De aanvraag tot machtiging dient volgende documenten te omvatten:<br />
1° een aanvraagformulier;<br />
2° de technische tekeningen;<br />
3° een schets van de inplanting;<br />
4° de nodige attesten;<br />
5° eventuele materiaalstalen, foto’s;<br />
6° in voorkomend geval, alle nodige en nuttige documenten.<br />
Elke wijziging, vervanging of verlenging maakt steeds het voorwerp uit van een<br />
afzonderlijke en expliciete machtiging.
Onderafdeling 4. Ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg door<br />
uitstal van koopwaren met inbegrip van verkoopautomaten<br />
Art. 58<br />
Overeenkomstig artikel 50 mag niemand op het openbaar domein zijn koopwaren<br />
uitstallen tenzij vooraf een schriftelijke machtiging van de bevoegde overheid bekomen<br />
wordt. De aanvraag dient minstens vier weken vooraf ingediend.<br />
HOOFDSTUK 4. *Aanplakkingen<br />
Art. 59<br />
Aanplakking op het openbaar domein of erover uitstekend kan slechts op die plaatsen<br />
hiertoe specifiek bestemd of aangeduid door de bevoegde overheid en op de wijze door<br />
de bevoegde overheid bepaald.<br />
Art. 60<br />
Het is verboden opschriften, affiches, beeld- en fotografische voorstellingen, vlugschriften<br />
en plakbriefjes, zelfklevers, aan te brengen of te plaatsen op de openbare weg, op de<br />
bomen, aanplantingen, plakborden, muren, omheiningen, pijlers, palen, straatmeubilair,<br />
openbare gebouwen, bruggen, kunstwerken, zuilen, bouwwerken, monumenten en<br />
andere langs de openbare weg of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende opstanden<br />
en op andere plaatsen.<br />
Het verbod uit het eerste lid geldt niet in geval hiervoor uitdrukkelijke en<br />
voorafgaandelijke schriftelijke machtiging door de bevoegde overheid werd gegeven voor<br />
wat betreft het openbaar domein, of door de eigenaar of de gebruiker voor wat betreft<br />
private goederen.<br />
Het is verboden aan te plakken op leegstaande panden, op verkeerstekens,<br />
verkeerslichten, vluchtheuvels en verkeerspleinen.<br />
De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op:<br />
1° de aanplakbiljetten die betrekking hebben op de verkoop of de verhuur van<br />
onroerende goederen, voor zover hun totale oppervlakte geen 2 m² overschrijdt en voor<br />
zover zij aangebracht zijn op het onroerend goed dat te koop of te huur wordt<br />
aangeboden;<br />
2° de aanplakbiljetten aangebracht ter uitvoering van een wettelijke of reglementaire<br />
bepaling of door de openbare of ministeriële ambtenaren.<br />
Art. 61<br />
De inhoud van de aanplakkingen mag de openbare orde, openbare veiligheid, openbare<br />
rust en goede zeden niet in het gedrang brengen.<br />
Art. 62<br />
Op reglementaire wijze aangebrachte aanplakkingen mogen niet worden vernield,<br />
gescheurd, verwijderd of overplakt, zolang de datum van de manifestatie die vermeld is<br />
op de aanplakbrief niet verstreken is.<br />
Art. 63<br />
De aanplakbiljetten dienen ten laatste één week na de manifestatie verwijderd te<br />
worden, tenzij anders bepaald in specifieke reglementering.<br />
Art. 64<br />
De aangebrachte publiciteitsmiddelen mogen in geen geval de veiligheid en zichtbaarheid<br />
van de weg en de wegenuitrusting in het gedrang brengen.
Art. 65<br />
Alle publiciteitsmiddelen aangebracht in overtreding met de bepalingen van dit<br />
hoofdstuk, dienen op het eerste bevel van de *bevoegde overheid verwijderd te worden.<br />
Art. 66<br />
Als overtreders worden beschouwd: diegene die de aanplakking verrichtte en – zo deze<br />
niet kan worden geïdentificeerd - de persoon of de personen voor wie de aanplakking<br />
werd aangebracht.<br />
HOOFDSTUK 5. Bewegwijzering<br />
Art. 67<br />
Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op wegwijzers die geplaatst zijn op openbaar<br />
domein.<br />
Afdeling 1. Tijdelijke bewegwijzering<br />
Art. 68<br />
Het is verboden tijdelijke wegwijzers te plaatsen op of te bevestigen aan verkeersborden,<br />
verkeerslichten, rotondes en straatmeubilair.<br />
Afdeling 2. Permanente bewegwijzering ten behoeve van bedrijven en instellingen<br />
Art. 69<br />
De wegwijzers ten behoeve van bedrijven en instellingen worden onderworpen aan een<br />
voorafgaande en schriftelijke machtiging van de burgemeester.<br />
De machtiging vervalt van rechtswege zo er geen gebruik van gemaakt wordt binnen het<br />
jaar na de aflevering ervan.<br />
Art. 70<br />
Met behoud van de hiernavolgende bepalingen kan de vergunning ook afhankelijk worden<br />
gesteld van de adviezen van andere openbare besturen.<br />
Art. 71<br />
De aanvraag tot machtiging dient volgende documenten te omvatten:<br />
1° een aanvraagformulier;<br />
2° een schaaltekening, in tweevoud, met beschrijving van het wegwijzertype, opgave<br />
van de afmetingen, de gebruikte kleuren, de tekst, het lettertype en het eventuele<br />
pictogram. De wegwijzers dienen inzake model en gebruikte materialen in<br />
overeenstemming te zijn met de toepasselijke bepaling van vooreerst het Koninklijk<br />
Besluit van 1 december 1975, met latere wijzingen en aanvullingen, houdende algemeen<br />
reglement op de politie van het wegverkeer en vervolgens het Ministerieel Besluit van 11<br />
oktober 1976, met latere wijzigingen en aanvullingen, waarbij de minimum afmetingen<br />
en bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;<br />
3° een liggingplan, in tweevoud, met aanduiding van de plaatsen waar de opstelling<br />
gevraagd wordt;<br />
4° een recente reeks foto’s van de plaatsen waar de opstelling gevraagd wordt;<br />
5° in voorkomend geval, alle nodige en nuttige documenten, om te bewijzen dat het<br />
bedrijf of de instelling bediend wordt door een belangrijk voertuigenverkeer.<br />
Art. 72<br />
De vergunning voor het plaatsen van wegwijzers moet afzonderlijk aangevraagd worden.<br />
Zij mag niet inbegrepen zijn in andere aanvragen.<br />
Art 73<br />
Conform het Koninklijk Besluit en het Ministerieel Besluit van 1 februari 1991 wordt<br />
louter bewegwijzering in de nabijheid van alleenstaande bedrijven, gelegen buiten de
ebouwde kom en die veel verkeer met zich meebrengen, door middel van het bord F33a<br />
toegelaten. Alleenstaande bedrijven gelegen binnen de bebouwde kom die veel verkeer<br />
genereren worden conform bovenstaand Koninklijk en Ministerieel Besluit bewegwijzerd<br />
door middel van het bord F34a.<br />
Per alleenstaand bedrijf wordt slechts maximaal twee volledige reisroutes aangegeven<br />
vanaf een belangrijke weg voor doorgaand verkeer zoals gedefinieerd in art. 75 en dit op<br />
een afstand van maximum vijf kilometer.<br />
Art 74<br />
Conform het Koninklijk Besluit en het Ministerieel Besluit van 1 februari 1991, wordt<br />
alleen bewegwijzering in de nabijheid van overnachtinggelegenheden en restaurants,<br />
door middel van het bord F37, toegelaten. Ten hoogste twee reisroutes mogen<br />
aangegeven worden vanaf het aansluitingspunt met een belangrijke weg als bedoeld in<br />
art. 75. Binnen de bebouwde kom, afgebakend door de verkeersborden F1 en F3, worden<br />
overnachtinggelegenheden en restaurants niet gesignaleerd.<br />
Art. 75<br />
De belangrijkste wegen voor doorgaand verkeer zijn:<br />
• de gewestwegen<br />
• de as Heerbaan, Gulden-Sporenstraat, Jan Breydelstraat, Zandbergstraat<br />
• de as Spinnerijstraat, Venetiëlaan, Pol. Gevangenenstraat, Veldrijk,<br />
Steenbrugstraat, Beneluxlaan<br />
• de as Heerbaan, Stasegemsesteenweg, Gen. Deprezstraat (tot aan rotonde),<br />
• de as Molenstraat, Bavikhoofsestraat, Bavikhovedorp, Vlietestraat, Hoogstraat<br />
• de as Hoogstraat, Vlietestraat, de Kuurnsestraat<br />
Art. 76<br />
Het gemeentebestuur staat in voor:<br />
1° de levering en plaatsing van de palen op het openbaar domein;<br />
2° de plaatsing, vervanging en het wegnemen van de wegwijzers.<br />
Dit alles gebeurt op kosten van de aanvrager.<br />
De levering van de wegwijzers, alsook het permanent onderhoud van de wegwijzers, zijn<br />
eveneens ten laste van de aanvrager.<br />
Art. 77<br />
Indien binnen de veertien dagen na aangetekende verwittiging geen gevolg wordt<br />
gegeven aan de aanmaning tot herstel of onderhoud ervan, worden wegwijzers die niet<br />
in goede staat gehouden zijn, ambtshalve onmiddellijk weggenomen op risico en kosten<br />
van de houder van de machtiging. Indien de wegwijzers binnen de drie maanden niet<br />
worden afgehaald, kunnen ze worden vernietigd.<br />
Art. 78<br />
Wegwijzers die een gevaar vormen en wegwijzers voor niet meer bestaande en niet<br />
actieve bedrijven en instellingen kunnen ambtshalve worden weggenomen op risico en<br />
kosten van de houder van de machtiging. De maatregel wordt eveneens toegepast op de<br />
wegwijzers naar bedrijven en instellingen wanneer de activiteiten zodanig gewijzigd zijn<br />
en niet langer voldoen aan de vereiste voorwaarden opgelegd in de wetgeving en in de<br />
machtiging. Indien de wegwijzers binnen de drie maanden niet worden afgehaald,<br />
kunnen ze worden vernietigd.<br />
Art. 79<br />
Wegwijzers opgesteld zonder machtiging kunnen ambtshalve worden weggenomen op<br />
kosten van diegene die ze geplaatst heeft. Indien de wegwijzers binnen de drie maanden<br />
niet worden afgehaald, kunnen ze worden vernietigd.
Art. 80<br />
Dancings zijn uitgesloten van de toepassing van deze reglementering.<br />
Art. 81<br />
De wegwijzers worden geplaatst op verantwoordelijkheid van de aanvrager. Het<br />
gemeentebestuur kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor schade<br />
veroorzaakt door of aan wegwijzers.<br />
HOOFDSTUK 6. Bijzondere veiligheidsmaatregelen bij sneeuw of vrieskou, ijs en ijzel<br />
Afdeling 1. Openbare weg en voetpaden<br />
Art. 82<br />
Het is verboden op de openbare weg, bij vorst water te gieten of te laten vloeien en<br />
glijbanen aan te leggen.<br />
Art. 83<br />
Bij sneeuwval of bij ijzelvorming moeten de bewoners erover waken dat op het voetpad<br />
voor de eigendom die zij bewonen voldoende ruimte voor de doorgang van de<br />
voetgangers wordt schoongeveegd en dat het nodige wordt gedaan om de gladheid ervan<br />
te vermijden.<br />
Art. 84<br />
§1. Het is verboden de sneeuw en het ijs bij het wegruimen op de openbare weg te<br />
brengen. Sneeuw en ijs mogen wel op de uiterste rand van het voetpad geveegd worden<br />
zodanig dat de weggebruikers niet gehinderd worden en er voldoende openingen worden<br />
gelaten voor het afvloeien van het dooiwater.<br />
Autobushaltes, brandkranen, rioolputten en goten moeten altijd vrij blijven.<br />
§2. De aangelanden maken voor de toepassing van §1 gebruik van middelen die het<br />
milieu zo min mogelijk schaden.<br />
Art. 85<br />
Wanneer het woningen betreft, bewoond door meerdere *gezinnen, zijn allen hoofdelijk<br />
verantwoordelijk voor de verplichtingen bepaald in de artikelen van deze afdeling.<br />
Afdeling 2. Waterlopen, kanalen en stilstaande waters<br />
Art. 86<br />
Het is verboden zich op het ijs van de waterlopen, kanalen en stilstaande waters te<br />
begeven.<br />
Bij een voldoende ijsdikte kan de burgemeester, na technisch advies te hebben<br />
ingewonnen, een afwijking op dit verbod toestaan.<br />
HOOFDSTUK 7. Brandveiligheid<br />
Afdeling 1. Brandvoorkoming<br />
Art. 87<br />
De toegang tot *waterwinpunten moet altijd vrij en gemakkelijk bereikbaar zijn.<br />
De identificatie- en herkenningstekens van deze waterwinpunten dienen steeds duidelijk<br />
zichtbaar gehouden te worden.<br />
Behoudens overmacht dienen de waterwinpunten steeds op peil gehouden te worden.
Art. 88<br />
Het is verboden, zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester, enig<br />
vuur aan te leggen waarbij het gebruik of de aanwezigheid van *open vuur of *vlammen<br />
een risico doet ontstaan voor het publiek.<br />
De aanvraag tot machtiging dient samen met de nodige stukken, tijdig, minstens<br />
vierentwintig uur voor de aanvang van de activiteit ingediend te worden.<br />
Het is enkel toegelaten niet-afvalstoffen te gebruiken die geen hinderlijke<br />
rookontwikkeling met zich meebrengen.<br />
Art. 89<br />
Zonder voorafgaandelijke schriftelijke machtiging van de burgemeester mag men geen<br />
open vuur of vlammen op de openbare weg plaatsen of dragen.<br />
Afdeling 2. Brandveiligheid in publieke inrichtingen<br />
Art. 90<br />
Deze afdeling is van toepassing op elke publieke inrichting waar 50 personen of meer<br />
kunnen aanwezig zijn.<br />
Art. 91<br />
Het maximum aantal aanwezige personen wordt berekend volgens de berekeningswijze<br />
bepaald in artikel 52 Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, afgekort<br />
A.R.A.B.<br />
Dit aantal wordt vastgesteld door de uitbater, op eigen verantwoordelijkheid, indien het<br />
aantal toegelaten aanwezigen niet op een afdoende wijze kan worden bepaald.<br />
Art. 92<br />
Het maximum aantal personen dat in de publieke inrichting aanwezig mag zijn, moet<br />
worden aangeduid op een bordje dat duidelijk leesbaar en goed zichtbaar bij de<br />
ingang(en) wordt aangebracht door de zorgen van de uitbater.<br />
Art. 93<br />
De uitbater moet de nodige maatregelen nemen om overschrijding van het vastgesteld<br />
aantal personen te voorkomen.<br />
Art. 94<br />
Een publieke inrichting dient te beantwoorden aan de voorschriften inzake<br />
brandveiligheid. Op verzoek van de burgemeester kan hiertoe verslag van de<br />
brandweerdienst opgevraagd worden.<br />
Art. 95<br />
Voor de binneninrichting mag geen gebruik gemaakt worden van gemakkelijk brandbare<br />
materialen.<br />
Deze materialen kunnen nochtans worden gedoogd mits ze brandvertragend gemaakt<br />
werden en waarbij dan een getuigschrift moet kunnen voorgelegd worden.<br />
De geldigheidsduur van de brandvertragende behandeling moet kunnen voorgelegd<br />
worden. Telkens de geldigheidsduur is vervallen, dient een nieuwe behandeling plaats te<br />
vinden, die door een nieuw getuigschrift wordt gedekt.<br />
De normale, functionele stoffering voor gordijnen, overgordijnen, vaste muurbekleding<br />
en tafellinnen valt niet onder dit artikel.<br />
HOOFDSTUK 8. Bestrijding van overlast door vandalisme en vernielingen<br />
Art. 96<br />
Het is verboden voorwerpen op iemand te werpen, die de persoon hinderen of bevuilen of<br />
op welke manier dan ook schade veroorzaken.
Art. 97<br />
Het is verboden stenen of andere harde lichamen, of andere voorwerpen die kunnen<br />
bevuilen of beschadigen, tegen voertuigen, huizen, gebouwen, afsluitingen of in tuinen<br />
en besloten erven te werpen.<br />
Art. 98<br />
Het is, zoals bepaald in art. 534bis van het Strafwetboek, verboden zonder toestemming<br />
graffiti aan te brengen op roerende of onroerende goederen.<br />
De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de<br />
bepalingen van Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en<br />
begrippenkader) van deze verordening.<br />
Art. 99<br />
Het is, zoals bepaald in art. 534ter van het Strafwetboek, verboden opzettelijk<br />
andermans onroerende eigendommen te beschadigen.<br />
De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de<br />
bepalingen van Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en<br />
begrippenkader) van deze verordening.<br />
Art. 100<br />
Het is verboden, zoals bepaald in art. 563, 2° van het Strafwetboek, stedelijke of<br />
landelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, opzettelijk te beschadigen.<br />
De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de<br />
bepalingen van Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en<br />
begrippenkader) van deze verordening.<br />
Art. 101<br />
Het is verboden openbare watervoorzieningen, brandkranen of drinkwaterkranen te<br />
beschadigen, het water ervan te verontreinigen of het voor een ander doel dan waartoe<br />
het bestemd is, te gebruiken.<br />
Art. 102<br />
Het is verboden, zoals bepaald in art. 559, 1° van het Strafwetboek, buiten de gevallen<br />
omschreven in boek ll, titel lX, hoofdstuk lll van het Strafwetboek, andermans roerende<br />
eigendommen opzettelijk te beschadigen of te vernielen.<br />
De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de<br />
bepalingen van Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en<br />
begrippenkader) van deze verordening.<br />
Art. 103<br />
Het is verboden, zoals bepaald in art. 526 van het Strafwetboek, grafsteden,<br />
gedenktekens, grafstenen, monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot<br />
algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of<br />
met haar machtiging zijn opgericht, monumenten, standbeelden, schilderijen of welke<br />
kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn<br />
geplaatst, te vernielen, neer te halen, te verminken of te beschadigen.<br />
De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de<br />
bepalingen van Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en<br />
begrippenkader) van deze verordening.
HOOFDSTUK 9. Onderhoud van planten op eigendommen langs de openbare weg<br />
Art. 104<br />
De bewoners of gebruikers, hetzij de eigenaars van een onroerend goed, gelegen<br />
langsheen de openbare weg moeten ervoor zorgen dat de beplantingen die op dat goed<br />
groeien zodanig worden onderhouden dat:<br />
1° geen enkele tak op minder dan 4,50 m van de grond boven de *rijbaan hangt;<br />
2° deze beplantingen niet over het voetpad of over de gelijkgrondse berm groeien tot op<br />
een hoogte van 2,50 m;<br />
3° geen enkele beplanting hinder vormt voor de openbare veiligheid of de<br />
verkeersveiligheid in het algemeen. Uitzondering hierop kan gemaakt worden voor<br />
landbouwgewassen.<br />
Art. 105<br />
Wanneer het woningen betreft, bewoond door meerdere gezinnen, zijn allen hoofdelijk<br />
verantwoordelijk voor de verplichting bepaald in artikel 104.<br />
TITEL 4. OPENBARE REINHEID EN GEZONDHEID<br />
HOOFDSTUK 1. Algemeen onderhoud en reinheid van de openbare weg<br />
De bepalingen van dit hoofdstuk doen geen afbreuk aan de bepalingen inzake de<br />
bijzondere veiligheidsmaatregelen bij sneeuw, vrieskou, ijs en ijzel.<br />
Art. 106<br />
Het is verboden op en langs de openbare weg en zijn aanhorigheden bevuilende en/of<br />
verontreinigende materialen of vloeistoffen te storten of te gooien die schade kunnen<br />
berokkenen aan de openbare veiligheid, de hygiëne of de kwaliteit van het leefmilieu.<br />
Art. 107<br />
De aangelanden moeten erover waken dat de voetpaden, gazons, halfverharding,<br />
rioolroosters en de straatgoten voor het onroerend goed dat zij respectievelijk bewonen,<br />
gebruiken of in eigendom houden, in nette staat blijven door ondermeer vuilnis, modder<br />
en onkruid weg te nemen.<br />
Zand dat naar aanleiding van openbare werken werd uitgestrooid mag echter gedurende<br />
de eerste acht dagen niet weggenomen worden.<br />
Art. 108<br />
Wanneer het woningen betreft, bewoond door meerdere gezinnen, zijn allen hoofdelijk<br />
verantwoordelijk voor de verplichtingen bepaald in artikel 107.<br />
Art. 109<br />
Het is verboden op de openbare weg voertuigen te smeren en er - behoudens in geval<br />
van overmacht - werken aan uit te voeren.<br />
Het wassen van voertuigen is toegelaten op de openbare weg, mits de veilige en<br />
gemakkelijke doorgang, de openbare rust en de openbare reinheid gewaarborgd wordt.<br />
Op plaatsen waar een gescheiden rioleringsnetwerk is voorzien, dient het wassen van<br />
voertuigen met biologisch afbreekbare producten te gebeuren.<br />
Art. 110<br />
Bij manifestaties op het openbaar domein dienen de richtlijnen van de gemeente inzake<br />
afvalvoorkoming en selectieve inzameling nageleefd te worden.
Art. 111<br />
Het is verboden zijn natuurlijke behoeften te doen op andere plaatsen dan deze die<br />
specifiek hiertoe zijn ingericht. Deze plaatsen moeten volgens de regels van goed fatsoen<br />
gebruikt worden.<br />
HOOFDSTUK 2. Staat van onroerende goederen<br />
Afdeling 1. Woningen<br />
Art. 1<strong>12</strong><br />
Het is verboden een woonhuis dat slechts ingericht is voor één *gezin, te bewonen met<br />
meer dan één gezin.<br />
Art. 113<br />
De gebruikers van een gebouw of van een gedeelte van een gebouw zijn verplicht ervoor<br />
te zorgen dat de schoorsteen en de rookkanalen die zij gebruiken voortdurend in goede<br />
staat onderhouden worden.<br />
Art. 114<br />
Iedere eigenaar of bewoner dient de sanitaire en vuilnisvoorzieningen, berg- en<br />
leefruimten alsook de gemeenschappelijke plaatsen van het pand dat hij gebruikt of<br />
waarop hij rechten heeft in hygiënische staat te houden en dient alle maatregelen te<br />
nemen om het uitbreken en verspreiden van besmettelijke ziekten of plagen te<br />
voorkomen.<br />
Afdeling 2. *Bouwvallige gebouwen<br />
Art. 115<br />
Het is verboden de openbare veiligheid in het gedrang te brengen door bouwvalligheid,<br />
gebrek aan herstelling of onderhoud van huizen of gebouwen.<br />
Het is verboden na te laten of te weigeren gehoor te geven aan de aanmaning van de<br />
bevoegde overheid om gebouwen die bouwvallig zijn te herstellen of te slopen.<br />
Afdeling 3. Leegstaande woningen<br />
Art. 116<br />
De eigenaar van een onbewoond of niet-gebruikt gebouw is verplicht het op een zodanige<br />
wijze af te sluiten dat iedere toegangsmogelijkheid, behoudens braak of inklimming,<br />
onmogelijk wordt.<br />
Afdeling 4. Onderhoud van gronden<br />
Art. 117<br />
Elke eigenaar van een onbebouwd of bebouwd perceel grond, waar ook gelegen, is<br />
verplicht het perceel rein te houden. Hij moet ervoor zorgen dat de zaaddragende<br />
vegetatie jaarlijks minstens één maaibeurt krijgt tegen 31 juli en dat het maaisel<br />
verwijderd wordt.<br />
Art. 118<br />
Langs landelijke wegen, waar geen grachten voorkomen, dienen de gebruikers van de<br />
gronden, palend aan de openbare weg, zodanig hun akkers te bewerken, dat bestendig<br />
een gelijkgrondse strook van minstens 1,25 m, langs de rand van de rijbaan, behouden<br />
blijft.<br />
Langs landelijke wegen waar grachten voorkomen bedraagt de afstand die men bij het<br />
bewerken ten opzichte van de kruin van de gracht dient te respecteren en niet mag<br />
bewerken 0,50 m.
Bij het plaatsen van afsluitingen of bewerken van de bermen moet ervoor gezorgd<br />
worden dat steeds een voldoende vrije doorgang verzekerd is.<br />
De vegetatie langs de bermen en in de grachten mag niet vernietigd worden door vuur of<br />
chemische bestrijdingsmiddelen.<br />
Afdeling 5. Afsluiting van eigendommen<br />
Art. 119<br />
Het is verboden langs de openbare weg op de perceelsgrens afsluitingen te plaatsen, die<br />
de voorbijgangers kunnen verwonden of schade toebrengen.<br />
Art. <strong>12</strong>0<br />
Het gebruik van prikkeldraad is enkel toegelaten buiten de bebouwde kom op minstens<br />
0,50 m van de perceelsgrens.<br />
HOOFDSTUK 3. Verwijdering van afvalstoffen<br />
Afdeling 1. Algemene bepalingen<br />
Art. <strong>12</strong>1<br />
Het is voor iedereen verboden om het even welke aangeboden afvalstof mee te nemen.<br />
Alleen de daartoe door de gemeente aangewezen ophalers zijn gerechtigd om<br />
afvalstoffen in te zamelen.<br />
Afdeling 2. Aanbieding van afvalstoffen<br />
Art. <strong>12</strong>2<br />
Afvalstoffen dienen aangeboden te worden zoals voorzien in deze verordening.<br />
Afvalstoffen aangeboden op een wijze of tijdstip dat niet voldoet aan de voorwaarden van<br />
deze verordening worden niet aanvaard. De aanbieder dient dezelfde dag nog de nietaanvaarde<br />
afvalstoffen terug te nemen.<br />
Art. <strong>12</strong>3<br />
Straatkorven voor het deponeren van afval zijn enkel bestemd voor het occasioneel afval<br />
- zoals papier, snoepverpakkingen, vruchtenschillen, dozen en blikjes - afkomstig van<br />
voorbijgangers.<br />
Bladkorven geplaatst op het openbaar domein mogen enkel worden gebruikt voor het<br />
verwijderen van bladeren van openbaar groen.<br />
Art. <strong>12</strong>4<br />
Het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen bij huis-aan-huisinzameling wordt<br />
uitgevoerd door de hiertoe aangestelde ophalers.<br />
Het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen via het *containerpark wordt uitgevoerd<br />
door de parkwachter.<br />
Voormeld toezicht houdt in dat de ophalers en de parkwachter de nodige richtlijnen voor<br />
een correcte aanbieding verstrekken. De parkwachter kan, in hetzelfde kader, het<br />
deponeren van afval verbieden bij niet-correcte aanbieding alsook om redenen van goed<br />
beheer of veiligheidsredenen.<br />
Art. <strong>12</strong>5<br />
De voorgeschreven recipiënten of andere aangeboden afvalstoffen dienen door de<br />
inwoners altijd aangeboden te worden aan de rand van de openbare weg en vóór het<br />
betrokken perceel waar de aanbieder gevestigd is, zonder evenwel het verkeer van
voertuigen, fietsers en voetgangers te hinderen. Voor plaatsen of stegen die niet door de<br />
wagens van de ophaaldienst bereikbaar zijn, dient de aanbieder de voorgeschreven<br />
recipiënten of anders aangeboden afvalstoffen te plaatsen op de dichtst bij zijn perceel<br />
grenzende openbare weg die wel toegankelijk is.<br />
Art. <strong>12</strong>6<br />
De aanbieder van het afval moet instaan voor het opruimen van het afval als dit<br />
verspreid wordt vóór de ophaling.<br />
Art. <strong>12</strong>7<br />
Het is verboden de langs de openbare weg staande recipiënten te openen, geheel of<br />
gedeeltelijk te ledigen en/of te doorzoeken, met uitzondering van het bevoegde<br />
personeel in de uitoefening van hun functie.<br />
Art. <strong>12</strong>8<br />
De geledigde recipiënten, de vergeten en de geweigerde recipiënten en afvalstoffen<br />
dienen door de aanbieder op de dag van lediging terug te worden verwijderd van de<br />
openbare weg.<br />
Art. <strong>12</strong>9<br />
Afvalstoffen dienen aangeboden te worden in een toestand die geen risico inhoudt voor<br />
de veiligheid, gezondheid en/of het besmeuren van de ophaler. Scherpe voorwerpen<br />
dienen zodanig verpakt te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophalers<br />
van het huisvuil.<br />
Afdeling 3. Afval op standplaatsen<br />
Art. 130<br />
De uitbater van een private vaste of verplaatsbare inrichting die niet onder toepassing<br />
valt van specifieke reglementering en aan of langs de openbare weg voedingswaren of<br />
dranken verkoopt of aanbiedt voor onmiddellijk verbruik buiten de inrichting<br />
(drankautomaat, snackbar, frituur, ijssalon, e.d.) dient op een behoorlijke wijze,<br />
voldoende duidelijk zichtbare en goed bereikbare afvalrecipiënten voor gescheiden<br />
ophaling te voorzien.<br />
Art. 131<br />
De uitbater dient de recipiënten zelf tijdig te ledigen en het recipiënt, de standplaats en<br />
de onmiddellijke omgeving van de inrichting rein te houden.<br />
Afdeling 4. Reclamedrukwerk, gratis regionale pers<br />
Art. 132<br />
Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in leegstaande<br />
panden of achter te laten op andere plaatsen, anders dan de brievenbus.<br />
Het is verboden niet-geadresseerd reclamedrukwerk te deponeren in de brievenbussen<br />
die voorzien zijn van een tekst waarbij de bewoners te kennen geven dat zij dit niet<br />
wensen.<br />
Art. 133<br />
Het is verboden enig commercieel voorwerp (staaltjes en dergelijke) te verspreiden<br />
zonder vooraf de burgemeester – via de lokale politie - hiervan in kennis te hebben<br />
gesteld.
HOOFDSTUK 4. Verwijdering van *afvalwater, afwatering en waterwegen<br />
Afdeling 1. Afvoer van afvalwater<br />
Art. 134<br />
De eigenaars van percelen palende aan een bestaand of toekomstig *openbaar<br />
rioleringsnet of de zakelijk gerechtigden wiens zakelijk recht een gebruiksrecht op het<br />
perceel inhoudt, dienen op dit rioleringsnet aan te sluiten. Dit geldt zowel bij de<br />
oprichting van een gebouw of constructie als voor reeds bestaande gebouwen of<br />
constructies.<br />
Art. 135<br />
De aanvraag tot aansluiting dient te worden ingediend bij de bevoegde instantie. De<br />
aansluiting gebeurt steeds volgens de instructies van de bevoegde instantie en is ten<br />
laste van de aanvrager.<br />
Art. 136<br />
In de gedeelten van de gemeente waar geen rioleringsnet bestaat, moet – met behoud<br />
van de normen die de keuze zouden bepalen - iedere woning voorzien zijn van een<br />
*septische put, een *individuele voorbehandelingsinstallatie of een kleinschalige<br />
waterzuiveringsinstallatie.<br />
Afdeling 2. Gebruik van leidingwater bij waterschaarste<br />
Art. 137<br />
De periodes van waterschaarste of de specifieke plaatsen waar het watergebruik beperkt<br />
dient te worden, worden – met behoud van de bevoegdheden van de hogere overheden -<br />
door de burgemeester bepaald.<br />
Afdeling 3. Ontstoppen, reinigen en herstellen van riolen en duikers<br />
Art. 138<br />
Behoudens machtiging van de bevoegde overheid is het verboden riolen op het openbaar<br />
domein te ontstoppen, te reinigen of te herstellen.<br />
Dit verbod is niet van toepassing op de vrijmaking van kolken als de minste vertraging<br />
de aangrenzende eigendommen schade zou kunnen berokkenen en voor zover er niets<br />
wordt gedemonteerd of uitgegraven.<br />
Art. 139<br />
De aangelande eigenaars of de zakelijk gerechtigden wiens zakelijk recht een<br />
gebruiksrecht op het perceel inhoudt moeten de duikers, grachten of onbevaarbare<br />
waterlopen die ze hebben aangelegd of laten aanleggen op privaat terrein, ontstoppen en<br />
reinigen.<br />
Afdeling 4. Grachten en straatontvangers<br />
Art. 140<br />
Het is verboden slijk, zand of afvalstoffen via grachten, goten, of straatontvangers te<br />
verwijderen.<br />
Art. 141<br />
Het is verboden, zoals voorzien in art. 545 van het Strafwetboek, grachten op te vullen of<br />
te verleggen tenzij hiervoor een vergunning werd verleend door de bevoegde overheid.<br />
De grachten die wederrechtelijk werden opgevuld of verlegd, zullen op kosten van de<br />
overtreder in hun oorspronkelijke staat hersteld worden.
De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de<br />
bepalingen van Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en<br />
begrippenkader) van deze verordening.<br />
Art. 142<br />
Met het oog op de verdelging van ratten en ander ongedierte, langs de boorden van<br />
grachten en waterlopen, zijn de bewoners, gebruikers en eigenaars van de aangelande<br />
percelen verplicht de vrije doorgang te verlenen aan personen met de verdelging belast.<br />
Zij dienen het plaatsen van de daartoe nodige materialen te gedogen.<br />
TITEL 5. DIEREN<br />
HOOFDSTUK 1. Algemeen<br />
Art. 143<br />
§1. Het is de eigenaars, bezitters, bewakers of houders van dieren, verboden deze te<br />
begeleiden, te laten rondzwerven of onbewaakt op de openbare weg en voor het publiek<br />
toegankelijke plaatsen te laten lopen, zonder dat ze de nodige voorzorgen nemen om<br />
deze dieren te beletten de veiligheid of het gemak van doorgang te verstoren.<br />
§2. Het is personen die een dier niet in de hand kunnen houden, verboden dit dier te<br />
begeleiden.<br />
Art. 144<br />
De eigenaars, bezitters, bewakers of houders van dieren moeten er zorg voor dragen dat<br />
hun dieren parken en plantsoenen, huisdrempels, gevels, voortuinen, straten en<br />
voetpaden, wandel- en fietswegen, sportvelden en speelpleinen, en alle voor het publiek<br />
toegankelijke plaatsen, niet bevuilen met hun uitwerpselen. Eventuele uitwerpselen<br />
dienen met aangepaste middelen verwijderd te worden.<br />
Art. 145<br />
De eigenaars, bezitters, bewakers of houders van dieren dienen alle nodige en nuttige<br />
maatregelen te nemen om te voorkomen dat deze dieren overlast of abnormale hinder<br />
voor de omgeving veroorzaken.<br />
HOOFDSTUK 2. Honden<br />
Art. 146<br />
Het is eigenaars, bezitters, bewakers of houders van honden, verboden hun honden op te<br />
hitsen.<br />
Art. 147<br />
§1. Honden moeten aan de leiband gehouden worden op de openbare weg en op<br />
openbare plaatsen.<br />
§2. Iedereen die een hond begeleidt moet een zakje bij zich hebben voor het onmiddellijk<br />
verwijderen van de hondenpoep.<br />
Het zakje moet voldoende groot zijn en moet kunnen dichtgeknoopt worden. Het zakje<br />
moet op het eerste verzoek van de bevoegde overheid getoond worden.<br />
Het zakje met de uitwerpselen mag alleen gedeponeerd worden in de gemeentelijke<br />
afvalkorven of meegegeven worden met het gewone huisvuil.<br />
Uitzondering op de bovenstaande verplichting vermeld inzake het onmiddellijk<br />
verwijderen van hondenpoep, wordt gemaakt voor blinden met geleidehond en<br />
rolstoelgebruikers.
§3. De bepalingen van dit artikel ontslaan de aangelanden evenwel niet van hun<br />
algemene verplichting de bepalingen inzake het rein houden van de gemeente na te<br />
leven.<br />
HOOFDSTUK 3. Voederen en nestelen van dieren<br />
Art. 148<br />
Het is verboden verwilderde dieren te voederen.<br />
Art. 149<br />
De eigenaars of gebruikers van gebouwen en installaties zijn verplicht maatregelen te<br />
nemen tegen het nestelen van verwilderde dieren.<br />
Art. 150<br />
Het is verboden op het openbaar domein en op openbare plaatsen dieren te voederen.<br />
HOOFDSTUK 4. Verloren dieren<br />
Art. 151<br />
Onbewaakte loslopende dieren aangetroffen op openbare wegen of openbare plaatsen,<br />
worden door of in opdracht van de bevoegde personen, gevangen en overgebracht naar<br />
het dierenasiel of andere geschikte locaties.<br />
Alle hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de eigenaar of de houder van het dier.<br />
HOOFDSTUK 5. *Gevaarlijke dieren<br />
Art. 152<br />
Het is verboden op het grondgebied van de gemeente agressieve, kwaadaardige en<br />
gevaarlijke dieren te houden.<br />
HOOFDSTUK 6. Uitvliegen van duiven<br />
Art. 153<br />
Het is binnen de grenzen van de gemeente verboden duiven die niet aan prijskampen<br />
deelnemen, te laten uitvliegen van zonsopgang tot één uur na het sluiten van de<br />
prijskampen op zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen of wijkkermissen waarop<br />
prijsvluchten plaatsgrijpen. Dit verbod geldt tijdens de periode van 1 maart tot 31<br />
oktober.<br />
Het is eveneens verboden tijdens het verloop van wedstrijdvluchten voor reisduiven<br />
nadeel te berokkenen door met opzet handelingen te stellen, die het normaal bereiken<br />
van de hokken door wedstrijdduiven beletten of vertragen.<br />
Art. 154<br />
Wanneer, in geval van overmacht, slecht weer of andere oorzaken, de prijsvluchten niet<br />
op de gestelde dagen plaatsvinden, geldt het verbod in artikel 153 op de daarop<br />
volgende dag.<br />
HOOFDSTUK 7. Preventieve bewarende maatregel<br />
Art. 155<br />
Dieren door middel waarvan deze verordening, zoals bepaald in artikel 152 wordt<br />
overtreden, kunnen door de bevoegde overheden preventief in bewaring worden<br />
genomen en tijdelijk in een dierenasiel worden ondergebracht.<br />
Alle kosten voortvloeiend uit de bewarende maatregelen vallen ten laste van de eigenaar<br />
of de houder van het dier.
TITEL 6. BEGRAAFPLAATSEN EN LIJKBEZORGING<br />
HOOFDSTUK 1. Vaststelling van overlijden en vervoer van stoffelijk overschot<br />
Afdeling 1. Vaststelling van overlijden<br />
Art. 156<br />
Voordat de toegelaten geneesheer vaststelt dat het een natuurlijke dood betreft mag er<br />
niet overgegaan worden tot een lijkschouwing (behalve bij gerechtelijk onderzoek), tot<br />
het nemen van dodenmaskers en tot het balsemen of kisten.<br />
Art. 157<br />
De aangevers regelen zonder verwijl met het gemeentebestuur de formaliteiten<br />
betreffende het *begraven, het verstrooien, het bewaren van de as na crematie of de<br />
lijkbezorging op de wijze en volgens de regels bepaald door de Vlaamse regering.<br />
Bij ontstentenis daarvan wordt door het gemeentebestuur beslist over dag en uur van de<br />
begrafenis.<br />
De begrafenis zal plaatsvinden meer dan vierentwintig uren na de vaststelling van het<br />
overlijden en uiterlijk de achtste dag daaropvolgend. Om gewichtige redenen kan de<br />
burgemeester hiervan afwijken.<br />
Afdeling 2. Vervoer van het *stoffelijk overschot<br />
Art. 158<br />
Niet-gecremeerde stoffelijke overschotten moeten individueel met een lijkwagen of op<br />
een passende wijze worden vervoerd.<br />
Art. 159<br />
In afwijking van artikel 158 is het toegelaten dat de lijkjes van kinderen van minder dan<br />
één maand, van doodgeborenen en van foetussen, door diegene die instaat voor de<br />
begrafenis, naar het dodenhuis of naar de begraafplaats vervoerd worden met een<br />
behoorlijk uitgerust voertuig.<br />
Art. 160<br />
De orde van de lijkstoet mag niet verstoord worden.<br />
Art. 161<br />
Elk vervoer van een lijk of as naar de gemeentelijke begraafplaats en de lijkbezorging<br />
aldaar is verboden buiten de openingsuren van de begraafplaats, op zondag en op de<br />
volgende feestdagen: Pasen, OLH Hemelvaart, Pinksteren, OLV Hemelvaart, Allerheiligen<br />
en Kerstmis.<br />
De burgemeester kan afwijking verlenen in geval van overmacht of omwille van de<br />
bescherming van de openbare gezondheid.<br />
HOOFDSTUK 2. Ordemaatregelen voor begraafplaatsen<br />
Afdeling 1. Algemeen<br />
Art. 162<br />
De begraafplaatsen zijn bestemd voor de lijkbezorging aldaar van:<br />
1° personen die overleden zijn in de gemeente of er dood zijn aangetroffen;<br />
2° personen die buiten het grondgebied van de gemeente overleden zijn maar die<br />
ingeschreven zijn in het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister van de gemeente.
Hiermee worden gelijkgesteld de personen die de gemeente effectief bewonen, doch van<br />
die inschrijving zijn vrijgesteld krachtens wettelijke bepalingen of internationale<br />
overeenkomsten;<br />
3° personen begunstigd van een recht op begraving op een gemeentelijke begraafplaats;<br />
4° personen die voordien hun gewone verblijfplaats in de gemeente hadden en die op het<br />
moment van overlijden opgenomen waren in een instelling buiten de gemeente of<br />
inwoonden bij een bloedverwant buiten de gemeente;<br />
5° ongehuwde personen van wie de bloedverwanten in 1 ste of 2 de graad wel ingeschreven<br />
zijn in de gemeente.<br />
Afdeling 2. Toegang en orde<br />
Art. 163<br />
De begraafplaatsen zijn toegankelijk voor het publiek op de uren zoals bepaald in het<br />
bijzonder deel.<br />
Art. 164<br />
Op de begraafplaatsen is het verboden:<br />
1° de muren en omheiningen van de begraafplaatsen, evenals de omheiningen van<br />
de graven, de grafstenen en de gedenkstenen te beklimmen;<br />
2°de *graven, de strooiweide, de gras- en bloemperken te betreden;<br />
3° afval, papier en andere voorwerpen weg te werpen binnen de omheining van de<br />
begraafplaats, tenzij in de daartoe bestemde korven of bakken. Deze korven of<br />
bakken mogen alleen gebruikt worden voor afval afkomstig van de begraafplaats;<br />
4° zonder toelating binnen te dringen in de lokalen voorbehouden aan het personeel;<br />
5° te bedelen, geld in te zamelen, gelijk welke voorwerpen uit te stallen of te<br />
verkopen of zijn diensten aan te bieden;<br />
6° reclamebriefjes uit te delen, aanplakbiljetten, borden, geschriften of andere<br />
publiciteitstekens aan te brengen, zowel binnen de begraafplaats als op de poorten en<br />
muren met uitzondering van een plaatje van maximum 5x10 cm van de maker van<br />
het grafteken;<br />
7° op gelijk welke wijze de doorgang van een lijkstoet belemmeren;<br />
8° zonder toelating van een grafbewaker om het even welk voorwerp dat zich op de<br />
begraafplaats bevindt, weg te nemen of te verplaatsen met uitzondering van de<br />
voorwerpen op de graven van nabestaanden;<br />
9° enig dier mee te brengen of binnen te laten met uitzondering van<br />
begeleidingshonden;<br />
10° kinderen te laten rondlopen of spelen op de begraafplaatsen.<br />
11° met fietsen en gemotoriseerde voertuigen (andere dan een lijkwagen) de<br />
begraafplaats binnen te rijden tenzij om uitzonderlijke redenen waartoe toelating<br />
wordt verleend door de burgemeester;<br />
<strong>12</strong>° op de begraafplaatsen begrafenissen of lijkstoeten te filmen of fotograferen, met<br />
uitzondering voor familieleden of mits toelating van de familie;<br />
13° zich zodanig te gedragen dat men anderen stoort of beledigt, of zich gedraagt op<br />
een wijze die onverenigbaar is met de rust en de waardigheid van de plaats of met de<br />
eerbied die aan de doden is verschuldigd.<br />
Al deze bepalingen gelden ook voor de aannemers die gelast zijn werken te verrichten.<br />
Afdeling 3. Graftekens, bouwwerken en beplantingen<br />
Art. 165<br />
Iedere bouwactiviteit of het aanbrengen van bouwmateriaal op een begraafplaats is<br />
onderworpen aan een schriftelijke en voorafgaandelijke machtiging, af te leveren door de<br />
burgemeester of zijn gemachtigde. De aanvrager dient bij zijn vraag de stukken en<br />
documenten te voegen vermeld in het bijzonder deel van deze verordening.
Art. 166<br />
Het is verboden op zaterdagen, op zondagen en op wettelijke en decretale feestdagen<br />
enige bouwactiviteit op de begraafplaatsen te verrichten of bouwmateriaal op de<br />
begraafplaats te brengen, behalve mits toelating door de burgemeester of zijn<br />
gemachtigde verleend om reden van noodzakelijkheid.<br />
Art. 167<br />
Behoudens toestemming van de burgemeester is het op zaterdagen, op zondagen, op<br />
wettelijke en decretale feestdagen en vanaf de laatste werkdagen van oktober tot en met<br />
2 november van elk jaar verboden:<br />
1° graftekens of erbij horende voorwerpen te plaatsen of weg te nemen. Dit verbod<br />
betreft niet het neerleggen van eenvoudige draagbare herinneringstekens, kransen,<br />
bloemen, medaillons noch de graftekens met of zonder water te reinigen of ze recht te<br />
zetten;<br />
2° opschriften op graftekens te beitelen of de bestaande opschriften dieper te maken,<br />
enig bouw-, beitel- of schilderwerk uit te voeren;<br />
3° aanplantingen van meer dan 60 cm hoogte te planten;<br />
4° de begraafplaatsen te betreden met krui- of blokwagens, watertonnen, ladders en<br />
andere werktuigen. Enkel het verzorgen van tuintjes is toegelaten, op voorwaarde dat de<br />
lanen en wegen niet beschadigd worden en in behoorlijke toestand worden gehouden.<br />
Art. 168<br />
De graftekens en de aanplantingen moeten voldoen aan de bepalingen van het bijzonder<br />
deel betreffende de begraafplaatsen.<br />
De opschriften van grafschriften mogen de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden<br />
verschuldigde eerbied, niet storen.<br />
Art. 169<br />
Uitsluitend de gemeentelijk aangestelde is ertoe bevoegd:<br />
1° een volgnummer aan te brengen op de kist of de urne;<br />
2° de as uit te strooien;<br />
3° de kist of de urn in de kuil, grafkelder of het columbarium te plaatsen;<br />
4° een graf te delven voor begravingen of bijzettingen in volle grond en de kuil te vullen;<br />
5° de nis in een columbarium en het graf op een urnenveld te openen, te plaatsen en af<br />
te sluiten.<br />
Art. 170<br />
Gedenktekens die niet overeenstemmen met de gemeentelijke reglementering terzake<br />
dienen terug verwijderd te worden door diegenen in wiens opdracht ze geplaatst werden.<br />
De opdrachtgever of zijn nabestaanden, indien gekend, zullen hiervoor schriftelijk in<br />
gebreke worden gesteld.<br />
Bij gebrek aan herstel binnen een periode van een maand na de ingebrekestelling zal de<br />
verwijdering van ambtswege door het gemeentebestuur gebeuren, en zullen de kosten<br />
ten laste gelegd worden van de bekende opdrachtgever(s).<br />
Art. 171<br />
Binnen de omheining van de begraafplaats mag geen enkel materiaal achtergelaten<br />
worden. De materialen worden aangevoerd en geplaatst naarmate van de behoeften.<br />
Alvorens op de begraafplaats te worden toegelaten, moeten de voor de graftekens<br />
bestemde materialen langs alle zichtbare kanten afgewerkt en gekapt zijn en gereed om<br />
onmiddellijk geplaatst te worden.<br />
Bij overtreding wordt van ambtswege door het gemeentebestuur overgegaan tot de<br />
wegneming van de materialen op kosten en risico van de overtreder.
TITEL 7. HANDEL<br />
HOOFDSTUK 1. Ambulante activiteiten en kermisactiviteiten<br />
Afdeling 1. Algemeen<br />
Art. 172<br />
De standplaatshouder dient de nodige maatregelen te nemen om het markt- of<br />
kermisterrein rein te houden en om hinder te vermijden.<br />
Afdeling 2. Ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein<br />
Art. 173<br />
Indien daartoe aanleiding zou bestaan, kan het college van burgemeester en schepenen<br />
beslissen de openbare markten op een ander tijdstip en/of plaats te organiseren, mits<br />
inachtname van de eventueel door de gemeenteraad al eerder specifiek gestelde regels.<br />
Art. 174<br />
De richtlijnen van de marktleiding moeten strikt opgevolgd worden.<br />
Art. 175<br />
Het is verboden koopwaar of welke belemmering ook op te stellen in de doorgangen die<br />
voorbehouden zijn voor het publiek of de veiligheidsdiensten.<br />
Art. 176<br />
De opengeklapte luiken van winkelwagens, de luifels en de te koop aangeboden goederen<br />
die worden opgehangen moeten zich in het gangpad minimum 2 m boven de grond<br />
bevinden.<br />
Art. 177<br />
Het is de bezoekers verboden tussen de kramen een fiets, bromfiets of motorfiets te<br />
besturen of aan de hand te leiden.<br />
Art. 178<br />
Behoudens toelating van de *marktleider is het gebruik van geluidsinstallaties verboden.<br />
Uitzondering wordt gemaakt voor *standwerkers wiens koopwaar het gebruik van een<br />
geluidsversterker noodzakelijk maakt, maar enkel in de mate dat daardoor de<br />
verkoopsactiviteit van andere marktkramers niet wordt verstoord.<br />
Art. 179<br />
Het is verboden, elders dan op de bestemde marktplaats en de gestelde uren, de<br />
marktactiviteiten in te richten of voort te zetten.<br />
Art. 180<br />
De specifieke reglementering inzake de organisatie van ambulante activiteiten op de<br />
openbare markten en het openbaar domein wordt door de gemeente vastgelegd in een<br />
administratieve verordening.<br />
Afdeling 3. *Kermisactiviteiten op de openbare *kermissen en op het openbaar domein<br />
Art. 181<br />
Alle richtlijnen van de verantwoordelijke, in het bijzonder deze met betrekking tot het<br />
plaatsen en wegnemen van de kermisattracties, moeten strikt opgevolgd worden.<br />
Art. 182<br />
De specifieke reglementering inzake de organisatie van kermisactiviteiten op de<br />
openbare kermissen en op het openbaar domein wordt door de gemeente vastgelegd in
een administratieve verordening.<br />
HOOFDSTUK 2. *Collecten<br />
Art. 183<br />
Collecten op de openbare weg en in openbare plaatsen zijn toegelaten mits een<br />
voorafgaande schriftelijke machtiging van de bevoegde overheid.<br />
TITEL 8. OPENBARE VOORZIENINGEN<br />
HOOFDSTUK 1. Overnachting en kamperen<br />
Art. 184<br />
Het is verboden te overnachten of te kamperen op openbare plaatsen, behoudens<br />
voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester, of behoudens op daartoe<br />
specifiek bestemde plaatsen.<br />
HOOFDSTUK 2. Sport, spel en recreatie<br />
Art. 185<br />
Behoudens anders bepaald, zijn de gemeentelijke speelpleinen, parken en in openlucht<br />
gelegen sportterreinen uitsluitend toegankelijk voor voetgangers en niet-gemotoriseerde<br />
voertuigen.<br />
Uitzondering wordt gemaakt voor gemeentelijke dienstwagens, personen die<br />
toestemming hebben gekregen van de bevoegde overheid en voor personen met<br />
beperkingen.<br />
Art. 186<br />
In de openbare parken en tuinen en op de openbare pleinen is het verboden:<br />
1° te fietsen buiten de daartoe voorziene paden. Motorrijtuigen moeten altijd aan de<br />
hand geleid worden.<br />
2° op kunstwerken te klimmen.<br />
3° op de openbare grasperken te lopen en erop te zitten of te liggen op plaatsen waar<br />
een verbodsbord daartoe is aangebracht.<br />
4° om over de afsluitingen te klauteren.<br />
5° barbecues te houden, behoudens een voorafgaandelijke schriftelijke machtiging van<br />
de burgemeester.<br />
6° een normale doorgang te belemmeren.<br />
7° kwaadwillig één of meer bomen om te hakken of zodanig te snijden, te verminken of<br />
te ontschorsen dat zij vergaan, alsook één of meer enten te vernielen.<br />
Art. 187<br />
Het is verboden te baden in rivieren, kanalen, vijvers, bekkens, fonteinen gelegen in<br />
openbare ruimten of deze te bevuilen of er dieren in te laten baden of te wassen.<br />
Het zwemverbod geldt niet op plaatsen waar het zwemmen expliciet is toegelaten.<br />
Art. 188<br />
Elke bezoeker of gebruiker dient de richtlijnen van de verantwoordelijken van het terrein<br />
onmiddellijk op te volgen.
DEEL 3. BIJZONDER DEEL<br />
INLEIDENDE TITEL<br />
Art. 189<br />
Onderstaande artikelen zijn bepalingen die specifiek op het grondgebied van de stad<br />
<strong>Harelbeke</strong> van toepassing zijn.<br />
In geval van tegenspraak met bepalingen uit het algemeen deel, primeren de bepalingen<br />
van het bijzonder deel.<br />
TITEL 1. OPENBARE ORDE IN HET ALGEMEEN<br />
HOOFDSTUK 1. Manifestaties en vermommingen<br />
Afdeling 1. Zich niet identificeerbaar vertonen op het openbaar en privaat domein van de<br />
overheid<br />
Art. 190<br />
Behoudens andersluidende wettelijke of reglementaire bepalingen of behoudens<br />
schriftelijke en voorafgaande gemotiveerde toestemming van de burgemeester voor<br />
onder meer activiteiten met commerciële doeleinden en culturele en sportieve<br />
manifestaties die de burgemeester bepaalt, zoals carnaval, processies, georganiseerde<br />
stoeten, enz., is het verboden op het openbaar en privaat domein van de overheid het<br />
gelaat volledig te bedekken zodat de identificatie van de persoon onmogelijk is.<br />
Voor het spelen van sinterklaas en het spelen van kerstman volstaat een voorafgaande<br />
kennisgeving aan de lokale politie.<br />
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder het gelaat verstaan: het<br />
voorhoofd, de wangen, de neus en de kin.<br />
Afdeling 2. Dragen van ambtskledij van burgerlijke, gerechtelijke en militaire overheden<br />
Art. 191<br />
De burgemeester kan, voor onder meer activiteiten met commerciële doeleinden,<br />
culturele en sportieve manifestaties en activiteiten van jeugdverenigingen, afwijking<br />
verlenen op het verbod tot het dragen van ambtskledij van burgerlijke, gerechtelijke en<br />
militaire overheden, zoals dat verbod is opgenomen in artikel 33 lid 2 van deze<br />
verordening.<br />
Afdeling 3. Confetti en dergelijke<br />
Art. 192<br />
Het is tijdens carnavaloptochten en andere openbare manifestaties verboden confetti,<br />
bestaande uit kunststof (zoals plastiek), te werpen of te bezitten, of enig ander middel<br />
dat redelijkerwijze kwetsuren of schade kan veroorzaken aan personen of goederen op<br />
de openbare weg of in de openbare inrichtingen te gebruiken of te bezitten.<br />
HOOFDSTUK 2. Nummering van gebouwen en aanbrengen van andere tekens<br />
Afdeling 1. Verwijderen van nummers of tekens<br />
Art. 193<br />
Het is verboden de nummers of tekens, bedoeld in de artikelen 35 en 36, te verwijderen,<br />
te beschadigen, onleesbaar te maken of andere nummers of tekens aan te brengen.
TITEL 2. OPENBARE ORDE EN RUST<br />
HOOFDSTUK 1. Geluidsoverlast<br />
Afdeling 1. Specifieke bepalingen inzake geluidsoverlast in het openbaar<br />
Onderafdeling 1. Geluids- en muziekhinder afkomstig van een openbare inrichting<br />
Art. 194<br />
De uitbater van een openbare inrichting die gebruik maakt van een open ruimte, al dan<br />
niet palend aan de openbare weg, en er in open lucht een geluidsinstallatie gebruikt of er<br />
eender welk evenement inricht of laat plaats vinden, waarbij een geluidsinstallatie wordt<br />
gebruikt, moet daartoe voorafgaand de schriftelijke machtiging omtrent het gebruik van<br />
de installatie bekomen van de burgemeester. De aanvraag moet schriftelijk gebeuren<br />
minstens twee maanden vooraf.<br />
Onderafdeling 2. Procedure machtiging<br />
Art. 195<br />
De burgemeester kan de opgelegde voorwaarden steeds herzien of een nieuw onderzoek<br />
laten uitvoeren.<br />
Art. 196<br />
De bevoegde ambtenaar mag elke geluidsinstallatie en volumeregeling te allen tijde<br />
controleren. Deze controle zal in principe slechts worden uitgevoerd tijdens de uren<br />
waarop de inrichting voor het publiek is opengesteld of na afspraak met de<br />
verantwoordelijke uitbater.<br />
Bij de controle van de geluidsinstallatie moet iedereen zijn volledige medewerking<br />
verlenen aan de bevoegde ambtenaar en hem alle nuttige inlichtingen verschaffen zodat<br />
de controle in de beste orde kan verlopen.<br />
Wanneer de opstelling en/of elementen van de geluidsinstallatie worden veranderd of<br />
wanneer de uitbater vaststelt dat deze installatie niet meer naar behoren werkt, moet dit<br />
onmiddellijk worden gemeld aan de bevoegde ambtenaar zodat deze kan nagaan in<br />
hoeverre tot een afstelling moet worden overgegaan.<br />
Art. 197<br />
De burgemeester kan voor het herstel van de openbare rust, ambtshalve of op voorstel<br />
van de bevoegde ambtenaar mondeling of schriftelijk raadgevingen, aanmaningen en<br />
bevelen geven.<br />
Art. 198<br />
De burgemeester kan, hetzij de gegeven machtiging tot het maken van geluid op of<br />
langs de openbare weg en op openbare plaatsen onmiddellijk intrekken, hetzij verbod<br />
opleggen tot het maken van geluid in open lucht, onder meer:<br />
1° bij het niet in bezit zijn van de vereiste machtiging;<br />
2° bij niet-naleving van de wettelijke voorschriften betreffende de bestrijding van de<br />
geluidshinder en desgevallend van de voorwaarden en maatregelen opgelegd door de<br />
burgemeester of desgevallend van de voorwaarden vermeld in de machtiging;<br />
3° bij op heterdaad vastgesteld nachtlawaai;<br />
4° bij overschrijding van het maximaal toegelaten geluidsniveau;<br />
5° bij de vaststelling dat de afstelling van de geluidsinstallatie werd gewijzigd of de<br />
verzegeling verbroken.
Afdeling 2. Andere specifieke vormen van geluidshinder<br />
Onderafdeling 1. Werktuigen, grasmachines, enz.<br />
Art. 199<br />
Het gebruik in de open lucht van grasmaaiers, hout- en kettingzagen of andere<br />
bouwwerktuigen, aangedreven door motoren (zowel ontploffings- als elektrische<br />
motoren) is toegestaan tussen 07 uur en 22 uur. Dit artikel is niet van toepassing op de<br />
normale exploitatie van landbouwgronden.<br />
Onderafdeling 2. Luchtdrukkanonnen<br />
Art. 200<br />
Al dan niet automatische luchtdrukkanonnen of gelijkaardig geluid producerende<br />
toestellen opgesteld ter bescherming en beveiliging van de gewassen en de oogst,<br />
moeten op minstens 100 m van de woningen worden geplaatst. Het is verboden deze<br />
toestellen tussen 22 uur en 07 uur te laten werken. De geluidsmond van het toestel mag<br />
niet worden gericht naar woningen die op minder dan 200 m gelegen zijn. De tijdsduur<br />
tussen twee opeenvolgende ontploffingen moet minstens tien minuten bedragen. Het<br />
gebruik ervan dient beperkt te worden tot het beveiligen van akkerbouw, tuinbouw en<br />
fruitteelt.<br />
Onderafdeling 3. Boomcars en -vaartuigen<br />
Art. 201<br />
Het is verboden elektronisch versterkte muziek in motorvoertuigen en vaartuigen te<br />
produceren die duidelijk hoorbaar is voor personen buiten het motorvoertuig of vaartuig.<br />
De bestuurder/gezagvoerder wordt, behoudens tegenbewijs, vermoed de dader van de<br />
overtreding te zijn. Indien de bestuurder/gezagvoerder niet gekend is, dan is de eigenaar<br />
van het motorvoertuig of het vaartuig aansprakelijk.<br />
Onderafdeling 4. IJsverkopers<br />
Art. 202<br />
Het rondrijdend ijs verkopen, terwijl aanhoudend wordt gebeld of terwijl men de hele tijd<br />
muziek laat weerklinken, is verboden tussen 22 uur en 09 uur.<br />
Onderafdeling 5. Paramotors, ULM-toestellen en andere kleine gemotoriseerde<br />
vliegtoestellen<br />
Art. 203<br />
Zonder vergunning van de burgemeester is het verboden om met paramotors, ULMtoestellen<br />
of andere kleine gemotoriseerde vliegtoestellen op te stijgen of te landen.<br />
Onderafdeling 6. Verhuizingen<br />
Art. 204<br />
Het verhuizen is verboden tussen 22 uur en 06 uur.<br />
Onderafdeling 7. Airco’s en dergelijke<br />
Art. 205<br />
Motoren en installaties van airco's, koelgroepen, rook- en dampafzuigingen en<br />
aanverwante toestellen, die in open lucht worden gemonteerd, dienen - onverminderd de<br />
toepassing van het Milieuvergunningsdecreet van 28 juni 1985 en zijn<br />
uitvoeringsbesluiten - zo te worden gemonteerd dat zij geen overmatige geluids- en/of<br />
geurhinder met zich meebrengen.
Onderafdeling 8. Vreugdeschoten<br />
Art. 206<br />
Onverminderd de overige wettelijke en reglementaire bepalingen is het behoudens<br />
voorafgaande vergunning verleend door de burgemeester verboden vreugdeschoten af te<br />
vuren.<br />
De vergunning voor het afvuren van vreugdeschoten kan enkel worden afgeleverd ter<br />
gelegenheid van een nakend huwelijk of andere feestelijkheden.<br />
Vreugdeschoten mogen niet worden afgevuurd voor 07 uur en na 22 uur.<br />
De vergunning moet op eenvoudig verzoek van de politie ter controle overhandigd worden.<br />
Eventuele omwonenden binnen een straal van 50 meter moeten door de houder van de<br />
vergunning verwittigd worden van het feit dat er vreugdeschoten zullen afgevuurd worden,<br />
met vermelding van datum en tijdstip. Deze informatie moet eveneens ter kennis van de<br />
politie worden gebracht.<br />
De schoten mogen afgevuurd worden in ononderbroken perioden van maximum tien<br />
minuten met een maximale snelheid van één schot per seconde.<br />
Degenen die vreugdeschoten afvuren moeten minstens 18 jaar oud zijn en mogen niet<br />
onder invloed van alcoholische dranken of psychotrope stoffen zijn.<br />
Het toestel gebruikt voor het afvuren van vreugdeschoten moet zich op voldoende afstand<br />
van brandbaar materiaal bevinden, zodoende dat door het afvuren van vreugdeschoten<br />
geen brand kan ontstaan.<br />
Afdeling 3. Niet-hinderlijk geluid<br />
Art. 207<br />
Geluid wordt, voor de toepassing van deze verordening, als niet-hinderlijk beschouwd<br />
wanneer dit het gevolg is van spelende kinderen.<br />
HOOFDSTUK 2. Bijzondere bepalingen betreffende het Forestiersstadion<br />
Art. 208 In het Forestiersstadion, gelegen langs de Stasegemsesteenweg, is het verboden:<br />
1°: binnen de buitenomheining en onmiddellijk buiten de omheining nl. op de percelen<br />
zoals aangeduid op het plan gevoegd bij huidige beraadslaging:<br />
- dranken aan te bieden in de fles of in een glas of in enig ander breekbaar en/of hard<br />
recipiënt, behoudens in het restaurant en in de Club 1615 of behoudens afwijking<br />
toegestaan door de burgemeester;<br />
- flessen, glazen of andere harde recipiënten mee te nemen of in het bezit te hebben op de<br />
voor de toeschouwers bestemde plaatsen;<br />
2°: binnen de omheining van het stadion alcoholische dranken, die niet binnen het stadion<br />
verkocht zijn, binnen te brengen of in het bezit te hebben.<br />
Art. 209 Het is verboden in het stadion binnen te brengen of in het bezit te hebben:<br />
1°: wapens, alarmpistolen en -revolvers, stokken, vlaggenstokken, kettingen, stenen,<br />
flessen, glazen, biljartballen en om het even welke voorwerpen die niet onmiddellijk<br />
noodzakelijk zijn voor de bezitter en die gebruikt kunnen worden om te slaan, te kwetsen,<br />
te verdoven of te bedwelmen of om het publiek of de ordediensten te hinderen of om het<br />
normaal verloop van de wedstrijd te verstoren;<br />
2°: voetzoekers, zogenaamd 'Bengaals vuur' en alle soortgelijk tuig dat vuur en/of rook kan<br />
doen ontstaan of een ontploffing - hoe gering ook - kan veroorzaken.<br />
Art. 210 Het is in het Forestiersstadion verboden:<br />
1°: andere mensen, opzettelijk te doen schrikken, uit te dagen of op te hitsen.<br />
2°: zich in het stadion te bevinden niettegenstaande een beslissing tot uitsluiting.<br />
Art. 211 De toegang tot, of het verder verblijf, in het stadion is verboden aan elke persoon<br />
die kennelijk dronken is.
Art. 2<strong>12</strong> In de omgeving van het stadion is elke leurhandel onderworpen aan een<br />
voorafgaandelijke kennisgeving op het politiecommissariaat. Voor het innemen van een<br />
vaste standplaats is de toelating van het bevoegde gemeentelijke orgaan vereist. Bij de<br />
toelating zal men er in de eerste plaats over waken dat de doorgangen voor het publiek en<br />
voor de hulpdiensten te allen tijden vrij zijn.<br />
Art. 213 De voorwerpen waarvan het bezit krachtens deze verordening onwettig is, worden<br />
in beslag genomen. De voorwerpen die ter overtuiging van de rechter moeten dienen,<br />
kunnen worden verbeurd verklaard.<br />
Art. 214 [voorbehouden artikel].<br />
TITEL 3. OPENBARE VEILIGHEID EN DOORGANG OP DE OPENBARE WEG EN HET<br />
OPENBAAR DOMEIN<br />
HOOFDSTUK 1. Openbare veiligheid en doorgang op de openbare weg en het openbaar<br />
domein<br />
Afdeling 1. Het sluiten van fietsen<br />
Art. 215<br />
De op het openbaar domein achtergelaten fietsen en bromfietsen moeten altijd door<br />
middel van een degelijk slot afgesloten worden.<br />
Afdeling 2. Skateboards<br />
Art. 216<br />
Het is verboden skateboards te gebruiken op openbare plaatsen met verticale<br />
(natuur)steen- of betonelementen.<br />
Het is verboden skateboards op openbare plaatsen te gebruiken indien daardoor de<br />
veiligheid van voetgangers en de vlotte doorgang in het gedrang worden gebracht.<br />
Afdeling 3. Deuren, poorten, hekkens en waterputten<br />
Art. 217<br />
Deuren, poorten, hekken enz. mogen niet op de openbare weg opendraaien. Kelderingen of<br />
keldergaten in de trottoirs of op de openbare wegen moeten veilig afgedekt zijn.<br />
Waterputten of andere gevaarlijke diepten die vanaf de openbare weg gemakkelijk<br />
bereikbaar zijn, moeten beveiligd worden.<br />
HOOFDSTUK 2. Privatieve ingebruikname van de openbare weg en het openbaar domein<br />
Afdeling 1. Tijdelijke privatieve ingebruikname van de openbare weg en het openbaar<br />
domein door terrassen en andere voorwerpen (waaronder uitstallen van koopwaren en<br />
verkoopsautomaten)<br />
Art. 218<br />
Het terras of de andere voorwerpen mogen niet boven een gasafsluiter of hydrant<br />
aangebracht worden, tenzij die afsluiter of hydrant bestendig bereikbaar en doelmatig<br />
gesignaleerd is.<br />
De wanden van het terras mogen maximaal 1,5 m. hoog zijn. Ze mogen slechts tot op<br />
tafelhoogte ondoorzichtig zijn.
Het terras mag enkel over wanden aan de zijkanten beschikken. Het terras mag zich<br />
maximaal over de gevelbreedte van het pand van de aanvrager uitstrekken.<br />
Het gebruikt meubilair evenals de andere constructies dienen uit hoogwaardige en<br />
duurzame materialen te zijn gemaakt die in harmonie zijn met het materiaal waarin het<br />
openbaar domein is aangelegd.<br />
De wanden van het terras en de constructie mogen geen gevaarlijke uitsteeksels hebben.<br />
Het terras en de constructie moeten zich in goede staat van onderhoud bevinden.<br />
De vloer van het terras – zo deze wordt vergund - of de voorwerpen moeten gemakkelijk<br />
weggenomen kunnen worden teneinde bij de daaronderliggende aansluitingen en leidingen<br />
te kunnen komen.<br />
Iedere bedekking van de grond moet openingen hebben, voorzien van roosters met mazen<br />
van maximum 1 cm, ter verluchting van de ruimte onder de bedekking. Bovendien moet<br />
ondermeer de onontbeerlijke verluchting van kelders, stookplaatsen en gasmeterlokalen<br />
met de buitenlucht verbonden blijven.<br />
De terrassen mogen slechts verwarmd worden met toestellen die de verbrande gassen in<br />
de buitenlucht laten ontsnappen. De uitwasemingen en in het bijzonder uitlaatpijpen voor<br />
verbrande gassen, mogen noch gevaar noch hinder opleveren.<br />
Constructies voor het uitstallen van koopwaren, zoals verkoopsautomaten, dienen tegen de<br />
gevel van het pand van de aanvrager te worden geplaatst of dienen er tegen aan te sluiten.<br />
Afdeling 2. *Woonwagenbewoners<br />
Art. 219<br />
Het is aan rondreizende personen, die in een woonwagen verblijven, verboden zonder<br />
schriftelijke toelating van de burgemeester op de openbare wegen en plaatsen, langer dan<br />
24 uren met hun voertuigen op het grondgebied van de gemeente te blijven staan. De<br />
burgemeester kan een toelating van verblijf langer dan 24 uren verlenen en hun tevens de<br />
plaats van verblijf aanduiden.<br />
Uitzondering wordt gemaakt voor de kermisreizigers en circusreizigers, die tijdelijk in de<br />
gemeente vertoeven ter gelegenheid van een door het gemeentebestuur toegelaten kermis,<br />
foor of circus.<br />
Voor het opstellen van hun wagens op de openbare wegen en plaatsen, zullen de<br />
betrokkenen zich moeten schikken naar de aanduidingen van de politie.<br />
Zij dienen, behoudens afwijking toe te staan door de burgemeester, binnen de drie dagen<br />
na het beëindigen van de vergunningstermijn de gemeente te verlaten.<br />
Art. 220<br />
Onverminderd de bepalingen van de stedenbouwwetgeving gelden volgende regels.<br />
Indien bewoonde woonwagens gedurende meer dan 24 uur blijven staan op een privaat<br />
terrein, is de eigenaar van het terrein verplicht hiervan aangifte te doen bij het<br />
gemeentebestuur.<br />
De woonwagens moeten steeds zindelijk gehouden worden en de omgeving ervan rein,<br />
zodat zij geen hinder vormen voor de openbare gezondheid.<br />
De woonwagens moeten geplaatst worden op tenminste 10 m afstand van stallen,<br />
mestputten, en brandbare stoffen en op 5 m van alle gebouwen en van de openbare<br />
wegen.
HOOFDSTUK 3. Aanplakkingen<br />
Art. 221<br />
Aanplakkingen van tijdelijke reclame op het openbaar domein voor manifestaties van<br />
sociale, culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel op de<br />
door het gemeentebestuur vastgestelde plaatsen en wijze, na voorafgaande machtiging<br />
tot aanplakking vanwege de burgemeester.<br />
Deze rasters bestemd voor deze aanplakkingen bevinden zich bij vaststelling van de<br />
politieverordening op volgende plaatsen:<br />
- Hulstedorp (rechts naast de kerk, kijkend in de richting van de kerk);<br />
- Stasegemdorp naast de kerk);<br />
- Langs de gewestweg Kortrijk–<strong>Harelbeke</strong> (bij het inrijden van de bebouwde kom komende<br />
uit de richting Kortrijk);<br />
- Langs de gewestweg Gent–<strong>Harelbeke</strong> (in de Beverhoek, op de hoek met de<br />
Gentsesteenweg);<br />
- In de Bavikhoofsestraat rechts over het rondpunt met de N36, gezien rijdende in de<br />
richting van Bavikhove;<br />
- Beneluxlaan;<br />
- Cultureel Centrum (op het grasveld langs de Gaversstraat);<br />
- Kerk Zandberg (op het grasplein gelegen rechtover de kerk in de Hippodroomstraat);<br />
- Sportcentrum De Dageraad (op de kruising tussen de toegangsweg tot de sporthal en de<br />
Stasegemsesteenweg);<br />
- Rijksweg (rotonde Molenhuis, hoek kant Ter Coutere).<br />
De borden worden steeds aangebracht en/of verwijderd door de stadsdiensten. Het<br />
aanbrengen gebeurt nadat de vergunning daartoe werd verleend door de binnen de<br />
gemeente bevoegde overheid.<br />
Publiciteitsborden die niet voldoen aan de opgelegde kenmerken zullen niet worden<br />
opgehangen.<br />
Het is verboden aan de rasters zelf de publiciteitsborden aan te brengen of ze ervan te<br />
verwijderen.<br />
Enkel de door de stad ter beschikking gestelde borden mogen worden gebruikt. Deze<br />
borden hebben een lengte van 2,5 m. en een breedte van 0,4 m. Het bord dient door de<br />
aanvrager wit te worden geverfd. Benevens het logo van de betrokken aanvrager of zijn<br />
activiteit (facultatief en in een vrij te kiezen kleur) dient de belettering te gebeuren met<br />
geschilderde hoofdletters in zwarte kleur. Benevens het logo mag de aangebrachte tekst<br />
niet méér beslaan dan de datum van de activiteit, de naam van de activiteit en de plaats<br />
waar het gebeuren plaats heeft. Deze laatste drie gegevens dienen onder elkaar<br />
aangebracht. Het aanbrengen van de belettering en het logo gebeurt door de aanvrager.<br />
Het is verboden aan de genoemde rasters andere zaken of publiciteitsborden aan te<br />
brengen dan de door de stad ter beschikking gestelde borden of borden aan te brengen die<br />
niet voldoen aan de voormelde vereisten. Wat dit laatste betreft kan door de burgemeester<br />
afwijking toestaan.<br />
Art. 222 Reclame via affiches op de door de stad ter beschikking gestelde dragers<br />
Affiches betreffende tijdelijke reclame naar aanleiding van manifestaties van culturele,<br />
levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard, worden aangeplakt en/of verwijderd<br />
door de stadsaanplakker op de daartoe bestemde aanplakborden, zuilen of kiosken die zich<br />
thans bevinden op volgende plaatsen: Tuinstraat, Deerlijksesteenweg, Arendswijk, Eiland<br />
(aan de kerk), Kollegelaan, Stasegemdorp, Keizershoek, Hallewijk, Albrecht<br />
Rodenbachlaan, Broelstraat, Bavikhovedorp, Hulstedorp (kerk), Gaversstraat t.h.v. het<br />
Cultureel Centrum.<br />
De aan te plakken stukken worden ingediend op de infodienst van de <strong>Stad</strong> <strong>Harelbeke</strong>.<br />
Het is verboden aan de genoemde borden, zuilen en kiosken (ook deze die later zouden<br />
worden bijgeplaatst) zelf gelijk wat aan te brengen of ervan te verwijderen.
Art. 223<br />
De burgemeester kan enkel machtiging verlenen tot aanplakking voor manifestaties die<br />
plaatsvinden op het grondgebied van de gemeente of voor manifestaties die<br />
georganiseerd worden door verenigingen uit de gemeente.<br />
Art. 224<br />
De aanvraag tot aanplakking dient schriftelijk en minstens vier weken vooraf te worden<br />
ingediend.<br />
HOOFDSTUK 4. Verhuur onroerend goed<br />
Art. 225<br />
Bij elke verhuring van een onroerende goed bestemd voor bewoning in de ruime<br />
betekenis moeten bij elke officiële of publieke mededeling de prijs en de<br />
gemeenschappelijke lasten worden vermeld.<br />
HOOFDSTUK 5. Publiciteitswagens<br />
Art. 226<br />
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester op de openbare weg reclame te<br />
maken met enig voertuig, daartoe in hoofdzaak met het oog op het voeren van reclame<br />
geplaatst.<br />
HOOFDSTUK 6. Plaatsen van tijdelijke reclameborden<br />
Art. 227<br />
Het tijdelijk plaatsen van reclameborden op privé-eigendom dient zodanig te gebeuren<br />
dat dit geen belemmering vormt voor de openbare orde en het veilig en vlot verkeer.<br />
Art. 228<br />
Alle in strijd met deze verordening geplaatste of niet tijdig verwijderde reclameborden<br />
kunnen onverwijld door de gemeentediensten verwijderd worden.<br />
De ambtshalve verwijdering gebeurt op risico en op kosten van diegene die de borden<br />
plaatste en – zo deze niet kan worden geïdentificeerd - de persoon of de personen voor<br />
wie de plaatsing gebeurde.<br />
HOOFDSTUK 7. Bewegwijzering<br />
Afdeling 1. Tijdelijke bewegwijzering<br />
Art. 229<br />
De aanvraag van de machtiging voor plaatsing van tijdelijke bewegwijzering op het<br />
openbaar domein dient op voorhand en schriftelijk te worden gericht aan de<br />
burgemeester. Bij de aanvraag dient een volledig plan te worden gevoegd.<br />
Art. 230<br />
De gemachtigde dient zelf te voorzien in de tijdelijke bewegwijzering (wegwijzers, borden<br />
en palen) en dient ze zelf te plaatsen en te verwijderen, rekening houdende met andere<br />
vigerende wetgeving.<br />
De plaatsing van de tijdelijke bewegwijzering mag ten vroegste achtenveertig uur voor<br />
de aangelegenheid gebeuren.
De verwijdering van de tijdelijke bewegwijzering dient binnen de achtenveertig uur na de<br />
aangelegenheid te gebeuren.<br />
Art. 231<br />
De gemeente kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor de schade aan de<br />
borden of aan derden, die voortspruit uit de opstelling of opstellingswijze van de borden.<br />
De gemeente kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor diefstal van de<br />
tijdelijke bewegwijzering.<br />
Art. 232<br />
Bij gebreke aan machtiging of indien de gemachtigde de opgelegde voorwaarden<br />
overtreedt, kan de burgemeester ambtshalve bevelen de tijdelijke bewegwijzering te<br />
verwijderen op kosten en risico van de overtreder.<br />
Bij ambtshalve verwijdering van de tijdelijke bewegwijzering worden deze laatste<br />
eigendom van de gemeente.<br />
HOOFDSTUK 8. Brandveiligheid<br />
Afdeling 1. Kamerwoningen<br />
Onderafdeling 1. Algemeenheden<br />
Art. 233<br />
§1.Toepassingsgebied<br />
De hiernavolgende artikelen zijn integraal van toepassing op een kamerwoning,<br />
behoudens voor de kamerwoning met *beperkte verhuur. Voor dergelijke<br />
kamerwoningen met beperkte verhuur gelden slechts de artikelen 234,§1, 240, en 247<br />
tot en met 250.<br />
§2.Terminologie<br />
De in onderhavige artikelen gebruikte terminologie stemt overeen met de inhoud aan<br />
deze begrippen gegeven in het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 inzake de basisnormen<br />
voor preventie, brand en ontploffing.<br />
§3. Nieuwbouw<br />
Voor nieuwe gebouwen gelden naast de hiernavolgende bepalingen tevens de federale<br />
basisnormen van het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994.<br />
§4. Indeling van de inrichtingen<br />
De inrichtingen worden ingedeeld in drie categorieën:<br />
Categorie 1: de lage gebouwen: deze worden onderverdeeld in 2 subcategorieën:<br />
Sub cat. 1a – gebouwen met maximum één bovengrondse bouwlaag, boven<br />
het normale evacuatieniveau.<br />
Sub cat. 1b – de overige gebouwen, die niet tot de categorie 2 of 3 behoren.<br />
Categorie 2: de middelhoge gebouwen (hoogte bovenste bouwlaag vanaf 10 m tot 25<br />
m).<br />
Categorie 3: de hoge gebouwen (hoogte bovenste bouwlaag 25 m of meer).<br />
Onderafdeling 2. Inplanting en toegangswegen<br />
Art. 234<br />
§1. De kamerwoning moet ofwel van de nevenliggende constructies gescheiden zijn door<br />
wanden met een Rf (d.i. brandweerstand) van tenminste:<br />
- voor de categorie 1: Rf = 1h;<br />
- voor de categorie 2 en 3: Rf = 2h.<br />
ofwel opgericht zijn in metselwerk of beton.
Verbindingen mogen enkel gebeuren via zelfsluitende deuren met Rf minstens ½h (voor<br />
categorie 1) of 1h (voor categorie 2 en 3).<br />
§2. Kamers voor overnachting en de bijhorende gemeenschappelijke lokalen mogen<br />
slechts grenzen aan andere ruimten, voor zover ze ervan gescheiden zijn door wanden<br />
met Rf 1h.<br />
De deuren in deze wanden moeten een Rf ½h hebben en zelfsluitend zijn.<br />
Het gedeelte van het gebouw met kamers moet over een afzonderlijke toegang<br />
beschikken die afgescheiden is van andere ruimten met een bestemming vreemd aan de<br />
kamerverhuur door wanden en deuren met voornoemde eigenschappen.<br />
Art. 235<br />
De kamerwoning moet altijd bereikbaar zijn voor de brandweervoertuigen. In de<br />
nabijheid van de kamerwoning moeten de wegen zodanige kenmerken vertonen dat de<br />
opstelling en de bediening van het materieel voor brandbestrijding en redding<br />
gemakkelijk kunnen uitgevoerd worden.<br />
Onderafdeling 3. Voorschriften voor sommige bouwelementen (constructieve elementen<br />
en kamerwanden).<br />
Art. 236<br />
§1. De constructieve elementen die de stabiliteit van het gebouw verzekeren, zoals<br />
kolommen, dragende wanden, hoofdbalken, vloeren en andere essentiële delen die de<br />
draagconstructie van het gebouw vormen, moeten ofwel beantwoorden aan de<br />
hiernavolgende vereisten:<br />
- voor de categorie 1a: Rf ½h;<br />
- voor de categorieën 1b en 2: Rf 1h;<br />
- voor de categorie 3: 2h;<br />
ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton.<br />
§2. Indien aan de voorschriften van de vorige paragraaf niet voldaan wordt moet het<br />
ganse gebouw uitgerust worden met een algemene branddetectie-installatie, die voldoet<br />
aan de voorschriften van artikel 249, §5. Voor de inrichtingen van de categorieën 2 en 3<br />
moeten de constructieve elementen in elk geval een minimum Rf 1h bezitten.<br />
Deze bepalingen zijn niet van toepassing voor de constructieve elementen van het<br />
dakwerk.<br />
Art. 237<br />
Met behoud van de bepalingen van artikel 236 moeten de verticale binnenwanden die de<br />
kamers begrenzen ten minste een Rf 1h hebben of gebouwd zijn in metselwerk of beton.<br />
De toegangs(binnen)deuren tot de kamers moeten Rf ½h hebben.<br />
Onderafdeling 4. Compartimentering<br />
Art. 238<br />
Iedere bouwlaag, die geen normaal evacuatieniveau is, vormt één of meer<br />
compartimenten.<br />
De oppervlakte van een compartiment moet kleiner zijn dan 1.250 m 2 .<br />
De lengte van een compartiment wordt gedefinieerd als de afstand tussen de twee<br />
punten van het compartiment die het verst van elkaar verwijderd zijn. Deze lengte mag<br />
niet meer dan 75 m bedragen.<br />
Art. 239<br />
De wanden tussen de compartimenten moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of<br />
beton, ofwel beantwoorden aan de hiernavolgende minima:<br />
- voor de categorie 1a: Rf ½h;<br />
- voor de andere categorieën: Rf 1h.
De verbinding tussen twee compartimenten wordt slechts toegestaan bij gebruik van<br />
zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met Rf ½h.<br />
Indien aan bovenvermelde voorschriften niet voldaan wordt moet de inrichting uitgerust<br />
worden met een branddetectie-installatie die voldoet aan de voorschriften van artikel<br />
249, § 5.<br />
Onderafdeling 5. Evacuatie<br />
Art. 240<br />
De evacuatiewegen moeten oordeelkundig verdeeld worden over het gebouw en een<br />
vlugge en gemakkelijke ontruiming van personen toelaten.<br />
Elk compartiment, de kelderverdieping uitgezonderd en voor zover er geen kamers in<br />
ingericht worden, moet minstens twee onafhankelijke vluchtmogelijkheden hebben in<br />
geval van brand.<br />
De eerste vluchtmogelijkheid bestaat uit een binnentrap.<br />
Aanvaardbare oplossingen voor de tweede vluchtmogelijkheid zijn:<br />
- een tweede binnentrap;<br />
- een buitentrap;<br />
- buitenladders per kamer voor de inrichtingen van categorie 1;<br />
- een opendraaiend of openschuivend venster per kamer, met kamervloer op of<br />
onder het maaiveld. Daarbij moet de vensterdorpel zich bevinden op maximum<br />
1,5 m boven deze vloer;<br />
- een opendraaiend of openschuivend venster, per kamer, indien de kamervloer<br />
zich ofwel lager bevindt dan 3 m boven het maaiveld, ofwel grenst aan een<br />
stevig begaanbaar afdak of platform met ladder (categorie 1) of trap (categorie 2<br />
en 3); daarbij moet de vensterdorpel zich bevinden op maximum 1,2 m boven de<br />
vloer;<br />
- een opendraaiend of openschuivend venster, per kamer, dat toegankelijk is voor<br />
de ladderwagen van de brandweer, voor de inrichtingen van categorieën 1 en 2.<br />
Daarbij moet de vensterdorpel zich bevinden op maximum 1,2 m boven de vloer;<br />
De te gebruiken ramen dienen minstens 1m 2 nuttige doorgang te hebben,<br />
waarvan één zijde minstens 0,8 m bedraagt.<br />
De af te leggen weg, vanaf iedere plaats in het gebouw, mag niet groter zijn dan<br />
30 m tot de eerste vluchtmogelijkheid en 60 m tot de tweede vluchtmogelijkheid.<br />
De lengte van de doodlopende delen van de evacuatiewegen mag niet meer<br />
bedragen dan 15 m.<br />
Art. 241<br />
§1. Plaats, verdeling en breedte van evacuatieruimten<br />
De plaats, de verdeling en de breedte van de evacuatiewegen, trappen, uitgangen en<br />
nooduitgangen moeten een snelle en gemakkelijke ontruiming van personen toelaten.<br />
De deuren, evacuatiewegen, trappen, uitgangen en nooduitgangen moeten een minimale<br />
nuttige breedte van 0,70 m hebben en een minimale hoogte van 2 m.<br />
Elke open zijde van de trappen moet voorzien zijn van een stevige leuning.<br />
In ieder geval moet elke trap voorzien zijn van minimum één degelijke leuning.<br />
Het is verboden enig voorwerp te plaatsen, dat de doorgang kan belemmeren naar of de<br />
nuttige breedte kan beperken van evacuatiewegen, trappen, uitgangen en<br />
nooduitgangen.<br />
De kamers en andere lokalen waar huurders vertoeven, moeten rechtstreeks uitgeven op<br />
een evacuatieweg.<br />
De verbinding tussen en naar de trappenhuizen of trappen moet via evacuatiewegen<br />
gaan of over vluchtterrassen.<br />
§2. Wanden van de evacuatiewegen<br />
De binnenwanden van evacuatiewegen moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of<br />
beton, ofwel Rf 1h hebben. De toegangsdeuren van de andere lokalen dan kamers
(uitgezonderd sanitair) tot de evacuatiewegen moeten zelfsluitend of bij brand<br />
zelfsluitend zijn met Rf ½h.<br />
§3. Opvatting van nieuw te bouwen trappen<br />
Onverminderd de bepalingen van §1 van dit artikel moeten de nieuw te bouwen trappen<br />
een minimale nuttige breedte van 0,80 m en een maximale helling van 37 ° hebben.<br />
De diepte van de treden moet op de looplijn minstens 0,20 m bedragen.<br />
De treden van de binnentrappen moeten voorzien zijn van tegentreden.<br />
Spiltrappen zijn verboden. De trappen moeten een stabiliteit bij brand van ½h hebben.<br />
Buitentrappen moeten anti-slip uitgevoerd worden en vervaardigd zijn uit niet-brandbare<br />
materialen.<br />
§4. Binnentrappenhuizen<br />
Elke binnentrap in een inrichting van de categorieën 1b, 2 en 3, die verschillende<br />
compartimenten verbindt, moet ommuurd worden.<br />
Voor de inrichting van de categorie 1b mogen de muren en toegangdeuren van de<br />
kamers de ommuring vormen.<br />
De binnenwanden van de trappenhuizen moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of<br />
beton, ofwel beantwoorden aan de hiernavolgende minima:<br />
- voor de categorieën 1b en 2: Rf 1h;<br />
- voor de categorie 3: Rf 2h.<br />
De trappenhuizen geven toegang tot een evacuatieniveau. De trappenhuizen die toegang<br />
geven tot de ondergrondse verdiepingen mogen niet rechtstreeks in het verlengde liggen<br />
van deze die dienen voor verdiepingen boven een evacuatieniveau.<br />
Dit sluit niet uit dat het ene trappenhuis boven het andere mag liggen, mits de wanden<br />
die ze scheiden voldoen aan de voorwaarden vereist voor de wanden van de<br />
trappenhuizen.<br />
De toegang tot de trappenhuizen geschiedt voor de categorieën 1b en 2 via Rf ½h<br />
zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren. Voor categorie 3 dienen twee dergelijke<br />
deuren voorzien in een sas met wanden Rf 2h en een oppervlakte van minimum 2 m 2 .<br />
§5. Buitenladders<br />
De buitenladders moeten stevig bevestigd zijn. Zij mogen vast of opklapbaar zijn.<br />
Ze moeten uitgeven op een plaats waar de gebruikers zich in veiligheid kunnen stellen.<br />
De eventuele toegangsterrassen moeten 0,8 m breed zijn en voorzien zijn van een<br />
leuning met een hoogte van minstens 1,1 m. Een buitenladder kan slechts dienstig zijn<br />
voor de ontruiming van ofwel twee kamers per verdieping, ofwel vier kamers in geval<br />
van één verdieping (categorie 1a).<br />
De tussenafstand van de treden, as op as gemeten, moet 250 à 300 mm bedragen. De<br />
breedte moet minstens 0,4 m zijn.<br />
De bovenste trede moet zich minimaal 1 m boven het hoogste toegangsniveau van de<br />
ladder bevinden.<br />
De tussenafstand tussen de muren en de ladder bedraagt minstens 0,2 m.<br />
Zo deze tussenafstand niet kan gebruikt worden als valbescherming, dient een andere<br />
valbescherming voorzien.<br />
§6. Signalisatie<br />
De evacuatiewegen en de plaats van elke uitgang en nooduitgang moeten worden<br />
aangeduid door de reddingstekens bepaald in het Koninklijk Besluit van 17 juni 1997<br />
betreffende de veiligheids- en de gezondheidssignalering op het werk.<br />
Het volgnummer van de verdiepingen moet aangebracht worden in de evacuatiewegen<br />
en op de overlopen van de trappen en de liften.
Onderafdeling 6. Eisen op gebied van reactie bij brand<br />
Art. 242<br />
De eisen die opgenomen zijn in volgende tabel dienen toegepast te worden voor nieuwe<br />
bekledingen of wanneer de bestaande bekledingen worden vervangen.<br />
De classificatie van de bouwmaterialen is conform aan de proefmethodes opgenomen in<br />
het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994, bijlage 5.<br />
Onderafdeling 7. Constructievoorschriften voor sommige lokalen<br />
Art. 243<br />
De wanden die de stookplaats en het opslaglokaal voor brandstof scheiden van de andere<br />
lokalen van het gebouw moeten Rf 1h hebben.<br />
De stookplaats en het opslaglokaal voor brandstof dienen elk voor hun specifiek<br />
doeleinde voorbehouden en rechtstreeks naar buiten verlucht te worden.<br />
Indien de toegangsdeur een binnendeur is, dan dient deze een zelfsluitende deur te zijn<br />
met Rf ½h.<br />
De vloer van het brandstoflokaal moet komvormig zijn zodat ingeval van lek de volledige<br />
tankinhoud kan opgevangen worden.<br />
Indien het nominale vermogen van de stookketel 30 kW niet overtreft, mag deze<br />
ondergebracht worden in een lokaal dat ook voor andere doeleinden gebruikt wordt met<br />
uitzondering van slaapkamers, op voorwaarde dat een voldoende luchtaanvoer verzekerd<br />
wordt.<br />
Art. 244<br />
De parkeerruimten moeten afgescheiden worden van de andere lokalen van het gebouw<br />
door wanden met Rf 1h en zelfsluitende deuren met Rf ½h.<br />
Art. 245<br />
De keukens en de combinaties keuken-restaurant/refter moeten ofwel gebouwd zijn in<br />
metselwerk of beton, ofwel begrensd worden door wanden met een Rf van minstens 1h.<br />
De toegang dient te gebeuren door zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren Rf ½h.<br />
Onderafdeling 8. Uitrusting van de inrichting<br />
Art. 246<br />
Het geheel van de liften en goederenliften bestaande uit één of meer schachten, moet<br />
ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton, ofwel begrensd worden door wanden met een<br />
Rf van minstens:<br />
- voor de categorieën 1 en 2: Rf 1h;<br />
- voor de categorie 3: Rf 2h.<br />
Uitzondering wordt gemaakt voor de voorzijde van de liftbordessen en de wanden die<br />
deel uitmaken van de gevel.<br />
De liftbordesvoorzijde, de deuren inbegrepen, moet gedurende een half uur voldoen aan<br />
de criteria van stabiliteit en vlamdichtheid, volgens de norm NBN 713-020.<br />
Art. 247<br />
De verwarmingsinstallaties moeten beantwoorden aan de voorschriften van de vigerende<br />
reglementeringen en normen, geplaatst worden volgens de code van goed vakmanschap<br />
en in goede staat gehouden worden zodat ze voldoende veiligheid verzekeren.<br />
Zo de verwarmingstoestellen gevoed worden met vloeibare brandstof moeten de nodige<br />
schikkingen getroffen worden om hevelwerking te voorkomen.<br />
Elektrische verwarmingstoestellen die een zichtbare elektrische weerstand bevatten,<br />
installaties met butaan-, propaan- of ander brandbaar gas in verplaatsbare recipiënten of<br />
verplaatsbare toestellen, gevoed met vloeibare brandstof, zijn verboden.
Daarentegen zijn installaties gevoed met vloeibaar gemaakt handelspropaan,<br />
handelsbutaan of mengsels daarvan in vaste ongekoelde houders en opgesteld volgens<br />
de desbetreffende wettelijke voorschriften toegelaten voor zover geen mogelijkheid<br />
bestaat om aan te sluiten op het openbaar gasbedelingsnet.<br />
Art. 248<br />
De grote gemeenschappelijke lokalen (refters, restaurantzalen, keukens, vergaderzalen,<br />
ontspanningszalen, enzovoort) evacuatiewegen, bordessen, overlopen, liftkooien,<br />
stookplaatsen moeten voorzien zijn van een veiligheidsverlichting.<br />
Deze moet, zodra de normale verlichting uitvalt, in werking treden binnen de dertig<br />
seconden en dit gedurende minstens één uur. Deze veiligheidsverlichting mag gevoed<br />
worden door de normale stroombron, maar valt deze uit, dan moet de voeding door één<br />
of meer autonome stroombronnen gebeuren.<br />
Art. 249<br />
§1. Algemeenheden met betrekking tot detectie, melding, waarschuwing, alarm en<br />
brandbestrijding<br />
Alle inrichtingen moeten uitgerust zijn met installaties voor detectie, melding,<br />
waarschuwing, alarm en brandbestrijding.<br />
De brandweerdienst wordt door de uitbater geraadpleegd voor het bepalen van de aard<br />
en de omvang van deze uitrusting.<br />
§2. Melding<br />
Vanuit elke inrichting of haar onmiddellijke omgeving moet de melding van brand of<br />
ander gevaar onmiddellijk aan de brandweerdienst overgemaakt kunnen worden.<br />
§3. Waarschuwing en alarm<br />
De waarschuwings- en alarmseinen of –berichten moeten door alle betrokken personen<br />
kunnen opgevangen worden en mogen niet met elkaar noch met andere seinen verward<br />
kunnen worden.<br />
Hun elektrische netten verschillen van elkaar. Voor de gebouwen van categorie 1 mogen<br />
de waarschuwings- en alarmsignalen nochtans identiek zijn en voortgebracht worden<br />
door dezelfde installatie.<br />
§4. Brandbestrijding<br />
De snelblussers en muurhaspels moeten voldoen aan de geldende normen en zo<br />
geplaatst worden dat ze een vlotte eerste interventie toelaten.<br />
§5. Detectie<br />
Wanneer de onderhavige verordening een branddetectie-installatie vereist, wordt de aard<br />
en de omvang van de installatie bepaald in overleg met de brandweerdienst.<br />
Onverminderd bovenvermelde bepalingen moeten minstens de evacuatiewegen en de<br />
gemeenschappelijke lokalen met branddetectie worden uitgerust.<br />
Onderafdeling 9. Onderhoud en controle<br />
Art. 250<br />
De technische uitrusting van de inrichting moet in goede staat gehouden worden.<br />
Onverminderd andere wettelijke bepalingen ter zake moet de uitbater periodiek volgende<br />
installaties laten nazien hetzij door een bevoegd persoon (BP) of installateur (BI), hetzij<br />
door een daartoe erkende externe dienst voor technische controle (EDTC).<br />
Installatie controleorgaan periodiciteit<br />
hoogspanning EDTC jaarlijks<br />
laagspanning (inclusief EDTC vijfjaarlijks
veiligheidsverlichting)<br />
centrale verwarming en BI/EDTC<br />
jaarlijks<br />
centrale klimaatregeling<br />
autonome<br />
BI/EDTC<br />
jaarlijks<br />
verwarmingstoestellen<br />
gasleiding (dichtheid) BI/ EDTC vijfjaarlijks<br />
waarschuwing en alarm EDTC/BI jaarlijks<br />
automatische branddetectie BI/EDTC jaarlijks<br />
brandbestrijdingstoestellen BP jaarlijks<br />
Geregeld moet de werking van de veiligheidsverlichting gecontroleerd worden door de<br />
uitbater, minstens om de zes maanden moeten door de uitbater duurzaamheidproeven<br />
verricht worden, teneinde de batterijen tijdig te doen herladen.<br />
Deze data dienen bijgehouden te worden in voormeld register.<br />
Bovendien dient elke uitbreiding van de technische uitrusting te gebeuren volgens de<br />
regels van de kunst en van goed vakmanschap. Elke belangrijke uitbreiding van de<br />
elektrische installatie moet gecontroleerd worden door een daartoe erkende externe<br />
dienst voor technische controle. Een uitbreiding van de gasinstallatie moet nagezien<br />
worden door een daartoe bevoegd installateur.<br />
Onderafdeling 10. Uitbatingsvoorschriften<br />
Art. 251<br />
Buiten hetgeen voorzien is door onderhavige reglementering, moet de uitbater, op het<br />
vlak van de veiligheid, alle nodige maatregelen nemen om de personen, aanwezig in de<br />
inrichting, te beschermen tegen brand, paniek en ontploffingen.<br />
De permanente maatregelen die in dat opzicht door de uitbater moeten genomen<br />
worden, moeten vermeld worden in een huishoudelijk reglement.<br />
De huurders moeten, bij inschrijving en het personeel, bij indienstneming, alsook<br />
periodiek en ten minste eenmaal per jaar ingelicht worden over het bestaan en gebruik<br />
van de verschillende vluchtwegen, meldings-, waarschuwings- en alarminstallatie,<br />
blusinrichtingen… Deze moeten te allen tijde vrij bereikbaar en gebruiksklaar gehouden<br />
worden.<br />
De goede werking van zelfsluitende en bij brand zelfsluitende deuren mag niet<br />
verhinderd worden.<br />
De opmerkingen die voorkomen in de processen-verbaal van de periodieke controles,<br />
voorzien in artikel 252, moeten onverwijld gevolgd worden door de nodige aanpassingen<br />
en verbeteringen.<br />
Art. 252<br />
De daartoe door de burgemeester aangewezen ambtenaren en deskundigen hebben het<br />
recht om controlebezoeken te verrichten aan de kamerwoning. De eigenaar zal, gelet op<br />
de aard van de zaak, op de snelste en meest adequate wijze worden verwittigd. De<br />
eigenaar staat in voor de verwittiging van de huurders en de toegankelijkheid van de<br />
kamers.<br />
Het controlebezoek zal uitsluitend tussen 08 uur en 20 uur plaatsvinden.<br />
Afdeling 2. Dansgelegenheden<br />
Onderafdeling 1.Toepassingsgebied<br />
Art. 253<br />
Deze afdeling is van toepassing op alle lokalen of inrichtingen waar gedanst wordt en die<br />
een publiektoegankelijke ruimte hebben (intra muros) van meer dan 100 m².
In de afdeling geldt onverminderd andere wettelijke en reglementaire bepalingen<br />
terzake, inzonderheid deze betreffende de stedenbouw en de ruimtelijke ordening, het<br />
Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming (hierna afgekort het A.R.A.B.), Vlarem en<br />
de federale basisnormen inzake brandveiligheid (bij nieuwbouw).<br />
Onderafdeling 2. Indeling<br />
Art. 254<br />
De lokalen of inrichtingen die onder het toepassingsgebied van deze afdeling vallen,<br />
worden opgedeeld in vier categorieën, afhankelijk van de aanvraag of van de feitelijke<br />
vaststellingen inzake dansactiviteiten:<br />
D1: alle lokalen waar de hoofdactiviteit bestaat in het uitbaten van een dansgelegenheid<br />
met een permanent en/of commercieel karakter;<br />
D2: alle lokalen waar de hoofdactiviteit bestaat in het uitbaten van een eetgelegenheid,<br />
doch waar daarnaast ook gedanst wordt;<br />
D3: alle lokalen die op een polyvalente manier kunnen gebruikt worden en waar op<br />
onregelmatige tijdstippen een dansactiviteit naar aanleiding van een bijzondere<br />
gelegenheid doorgaat (maximum twaalf maal per jaar, maximum twee maal per maand);<br />
D4: tijdelijke inrichtingen, tijdelijke constructies andere dan tenten.<br />
D5: tenten.<br />
Onderafdeling 3. Algemeen principe<br />
Art. 255<br />
Deze afdeling heeft tot doel de voorwaarden te bepalen waaraan de lokalen met<br />
dansgelegenheid, lokalen voor polyvalent gebruik en tijdelijke constructies moeten<br />
voldoen om:<br />
1° brand te voorkomen en uitbreiding tegen te gaan;<br />
2° ieder begin van brand snel en doeltreffend te bestrijden;<br />
3° een veilige en snelle ontruiming van de aanwezige personen te allen tijde te<br />
verzekeren;<br />
4° de tussenkomst van de brandweer te vergemakkelijken.<br />
Daartoe bepaalt de brandweer de technische bepalingen waaraan de lokalen moeten<br />
voldoen. Deze bepalingen betreffen:<br />
1° de toegangswegen en de inplanting van het lokaal of de constructie tegenover derden;<br />
2° de compartimentering van een eventuele woongelegenheid;<br />
3° de toegelaten bouwelementen;<br />
4° de evacuatiemogelijkheden;<br />
5° de voorschriften voor specifieke lokalen en technische ruimten;<br />
6° de voorschriften waaraan de technische uitrusting moet voldoen;<br />
7° de voorwaarden waaronder ontvlambare vloeistoffen en brandbare gassen moeten<br />
worden opgeslagen;<br />
8° de voorschriften met betrekking tot bekleding en versiering van het lokaal<br />
9° de regels inzake periodieke controle van technische installaties en<br />
veiligheidsuitrusting;<br />
10° de uitbatingvoorschriften.
Onderafdeling 4. Toelating<br />
Art. 256<br />
De lokalen D1 en D2 moeten conform zijn aan de respectieve bepalingen die omschreven<br />
zijn in technische voorschriften zoals opgenomen in onderafdeling 6. Toelating wordt<br />
bekomen via het milieuvergunningsstelsel (Decreet van 28 juni 1985 betreffende de<br />
milieuvergunning) waarvan voormelde conformiteit deel uit maakt.<br />
De lokalen D3 moeten een toelating inzake brandveiligheid bekomen van de<br />
burgemeester. De toelating is gebaseerd op de conformiteit van het lokaal met de<br />
respectieve bepalingen uit de technische nota zoals opgenomen in onderafdeling 6.<br />
De tijdelijke inrichtingen, tijdelijke constructies andere dan tenten (D4) en tenten (D5)<br />
moeten eveneens een toelating inzake brandveiligheid bekomen van de burgemeester,<br />
telkens een activiteit wordt georganiseerd waarbij er dansgelegenheid zal zijn. De<br />
toelating is gebaseerd op de conformiteit van de inrichting met de respectieve bepalingen<br />
uit de technische nota zoals opgenomen in onderafdeling 6.<br />
Onderafdeling 5. Nieuw nazicht D1 D2 D3<br />
Art. 257<br />
Voor ingebruikneming van nieuwe dansgelegenheden of uitbreiding van de bestaande<br />
moet een nazicht aangevraagd worden bij de stedelijke technische dienst en de dienst<br />
brandvoorkoming.<br />
Het verslag van de brandweer dat wordt opgesteld naar aanleiding van dit nazicht zal<br />
gelden als onderdeel van het onderzoek dat nodig is voor het bekomen van de toelating<br />
van de burgemeester of voor het bekomen van een milieuvergunning.<br />
Onderafdeling 6. Technische voorschriften<br />
Het toepassingsgebied van elke bepaling van deze onderafdeling is algemeen of wordt<br />
nader omschreven door bijgaande vermelding van de categorie waarop het van<br />
toepassing is.<br />
1. Toegangswegen en inplanting ten aanzien van derden<br />
Art. 258<br />
D1 D2 D3 D4 D5<br />
Het gebouw of de inrichting moet bereikbaar zijn voor het brandweermaterieel.<br />
Bijgebouwen, luifels of anderen uitspringende delen, beplantingen en parkeerplaatsen<br />
zijn enkel toegelaten indien zij de interventies van de brandweerdienst niet bemoeilijken.<br />
D1 D2 D3<br />
De dansgelegenheid moet van de aanpalende gebouwen gescheiden zijn door wanden<br />
vervaardigd uit metselwerk of beton of wanden met een minimale brandweerstand:<br />
- D1 Rf 2h;<br />
- D2 D3 Rf 1h.<br />
Verbindingen kunnen enkel via zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een<br />
minimale brandweerstand:<br />
- D1 Rf 1h;<br />
- D2 D3 Rf ½h.<br />
D1 D2<br />
De dansgelegenheid moet van aanpalende lokalen die geen deel uitmaken van het<br />
voorwerp van de uitbating, gescheiden worden door wanden (horizontaal en verticaal)<br />
vervaardigd uit metselwerk of beton of wanden met een minimale brandweerstand Rf 1h.
Verbindingen kunnen enkel via zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een<br />
minimale brandweerstand Rf ½h.<br />
D1<br />
Verkoopspunten met warmtebron moeten buiten de dansgelegenheid op minstens 8 m<br />
van de uitgangen en gevelopeningen gelegen of brandwerend Rf 1h ervan gescheiden<br />
zijn.<br />
D4 D5<br />
De inrichting moet van aanpalende gebouwen en lokalen die geen deel uitmaken van het<br />
voorwerp van de uitbating, gescheiden worden door wanden (horizontaal en verticaal)<br />
vervaardigd uit metselwerk of beton of op een afstand van minstens 6 m ervan<br />
verwijderd zijn.<br />
D1 D2 D3 D4 D5<br />
Er dient een parkeerverbod ingesteld aan de buitenzijde van de (nood)uitgangen.<br />
2. Compartimentering woongelegenheid D1 D2 D3<br />
Art. 259<br />
Indien er een woongelegenheid is in het gebouw, moet deze van de dansgelegenheid of<br />
polyvalente zaal gescheiden worden door wanden (horizontaal en verticaal) met een<br />
minimale brandweerstand Rf 1h. De deuren in deze wanden moeten een minimale<br />
brandweerstand Rf ½h hebben en zelfsluitend zijn.<br />
De evacuatie van de woongelegenheid gebeurt via evacuatiewegen waarvan de verticale<br />
binnenwanden en -deuren een minimale brandweerstand Rf ½h hebben. Deze evacuatieeis<br />
is niet van toepassing indien deze woongelegenheid betrokken wordt door de uitbater<br />
van de bijhorende dansgelegenheid of polyvalente zaal.<br />
3. Bouwelementen D1 D2 D3<br />
Art. 260 Doorvoeringen D1 D2 D3 D4<br />
De doorvoeringen van de wanden en de uitzetvoegen mogen de vereiste brandweerstand<br />
niet nadelig beïnvloeden.<br />
Art. 261 Structurele elementen D1 D2 D3<br />
De structurele elementen die de stabiliteit van het geheel of van een gedeelte van het<br />
gebouw verzekeren (kolommen, balken, dragende wanden, vloeren … met uitzondering<br />
van het dak) moeten vervaardigd uit metselwerk of beton of een minimale<br />
brandweerstand hebben:<br />
- D1 D2 Rf 1h;<br />
- D3 Rf ½h.<br />
Art. 262 Valse plafonds D1 D2<br />
In de evacuatiewegen en de voor het publiek toegankelijke lokalen moeten de valse<br />
plafonds een stabiliteit bij brand van ½ h hebben en tot de klasse A1 behoren.<br />
4. Evacuatie<br />
Art. 263 Algemeen D1 D2 D3 D4 D5<br />
De maximale bezetting dient door de uitbater vermeld in:<br />
D1 D2<br />
- de vergunningsaanvraag;<br />
D1 D2<br />
- aan de toegang tot de zaal;<br />
D1 D2 D3 D4 D5 - elke gebruiksovereenkomst;<br />
D1 D2 D3 D4 D5 - elke veiligheidsinstructie.
De maximale bezetting wordt bepaald rekening houdend met:<br />
- de oppervlakte(intra muros):<br />
- D1: 0,65 m²/persoon;<br />
- D2 D3 D4 D5: 1,00 m²/persoon;<br />
- de uitgangsbreedte:<br />
- D1 D2 D3 D4 D5 uitgangen: 1 cm/persoon; (bepaald met min. van 0,80 m of<br />
gehele veelvoud van 0,60 m)<br />
- D1 D2 D3 D4 trappen: dalend: 1,25 cm/persoon;<br />
stijgend: 2,00 cm/persoon.<br />
waarbij in rekening mogen worden gebracht alle uitgangen die:<br />
- een draaideur hebben;<br />
- een minimum hoogte hebben van 2 m;<br />
- D5: de breedte moet worden bepaald volgens de maximale bezetting.<br />
- open draaien in de vluchtzin (de ingangsdeur mag opendraaien naar binnen mits ze<br />
vastgezet wordt in open stand).<br />
Het minimum aantal (nood)uitgangen bedraagt:<br />
- twee vanaf vijftig personen;<br />
- drie vanaf vijfhonderd personen;<br />
- drie vanaf tweehonderdvijftig voor D5.<br />
Alle nooduitgangen moeten open gaan in de vluchtzin.<br />
Alle deuren moeten ontgrendeld zijn.<br />
Alle deuren moeten openen bij een minimale druk.<br />
Het is verboden enig voorwerp te plaatsen, dat de doorgang kan belemmeren naar of de<br />
nuttige breedte kan beperken van evacuatiewegen, trappen, uitgangen en<br />
nooduitgangen.<br />
Alle uitgangen moeten buiten uitgeven hetzij rechtstreeks (D1,D2,D3,D4, D5), hetzij via<br />
een ander brandveilig compartiment (D1 D2), hetzij via een evacuatieweg (D3).<br />
D1 Voor trappen gelden volgende voorschriften:<br />
- rechte traparmen;<br />
- maximaal zeventien treden per traparm;<br />
- slipvrije treden hebben;<br />
- bestaan uit onbrandbare materialen (A0) of een stabiliteit van ½h hebben.<br />
D2 D3 D4 D5 Spiltrappen zijn verboden.<br />
D1 D2 D3 Geen enkel punt van de dansgelegenheid mag zich verder bevinden dan:<br />
- 30 m van de evacuatieweg die de trappen of uitgangen verbindt;<br />
- 45 m van de toegang tot de dichtstbijzijnde trap of uitgang;<br />
- 80 m van de toegang tot een tweede trap of uitgang.<br />
D4 D5 Geen enkel punt van de inrichting mag zich verder bevinden dan 45 m van een<br />
uitgang.<br />
D1 D2 D3 D4 D5<br />
De maximale bezetting per niveau mag niet meer dan vijftig personen bedragen, zoniet<br />
moet een tweede vluchtweg (deur of trap) voorzien worden.<br />
De organisator staat in voor de permanente controle van het aantal aanwezigen dat te<br />
allen tijde onder het toegelaten aantal moet blijven.
Art. 264 Signalisatie D1 D2 D3 D4 D5<br />
De plaats en de richting van alle uitgangen en nooduitgangen moet aangeduid worden<br />
met pictogrammen volgens de modellen goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 17 juni<br />
1997.<br />
Het volgnummer van de verdiepingen moet aangebracht in de evacuatiewegen en op de<br />
overlopen van de trappen en de liften.<br />
5. Voorschriften voor sommige lokalen en technische ruimtes<br />
Art. 265 Stookplaats D1 D2 D3 D4 D5<br />
De stookplaats moet van de andere lokalen gescheiden worden door wanden met een<br />
minimale brandweerstand: - D1: Rf 2 h;<br />
- D2 D3 D4: Rf 1 h.<br />
De toegang tot de stookplaats:<br />
- D1 moet gebeuren via een sas met wanden met een minimale brandweerstand Rf 2 h<br />
en zelfsluitende binnendeuren met een minimale brandweerstand Rf ½h die opendraaien<br />
in de vluchtzin.<br />
Het sas mag vervangen worden door een zelfsluitende branddeur Rf 1h op voorwaarde<br />
dat deze niet uitgeeft op een trappenhuis, liftoverloop of lokaal met bijzondere risico’s.<br />
- D2 D3 D4 moet gebeuren met zelfsluitende binnendeuren met een minimale<br />
brandweerstand Rf ½h.<br />
De stookplaats moet doelmatig verlucht worden via buitenmonden.<br />
Het lokaal moet voorbehouden blijven voor zijn specifiek doeleinde. Andere uitrustingen<br />
worden niet opgesteld in dit lokaal.<br />
D1 D2 De stookplaats mag niet rechtstreeks uitgeven in de dans- of feestzaal.<br />
D4 D5 De verwarmingsinstallatie moet brandveilig gescheiden of op een minimumafstand<br />
van 2 m verwijderd zijn van de inrichting.<br />
Art. 266 Hoogspanningslokaal D1 D2 D3<br />
Het hoogspanninglokaal moet van de andere lokalen gescheiden worden door<br />
binnenwanden met een minimale brandweerstand Rf 1h. De deuren in deze wanden<br />
moeten een minimale brandweerstand Rf ½h hebben.<br />
Het lokaal moet degelijk verlucht worden.<br />
Het lokaal moet voorbehouden blijven voor zijn specifiek doeleinde. Andere uitrustingen<br />
worden niet opgesteld in dit lokaal.<br />
Het lokaal moet uitgerust worden met een vloeistofdichte inkuiping zodat ingeval van lek<br />
de volledige inhoud ontvlambare vloeistof van de toestellen kan opgevangen worden.<br />
De bepalingen van de norm NBN C18-200 betreffende de beveiliging van transfolokalen<br />
moeten nageleefd worden.<br />
Art. 267 Keukenactiviteiten D1 D2 D3 D4 D5<br />
D1<br />
De keukenactiviteiten moeten van de rest van het gebouw gescheiden worden door<br />
wanden met een minimale brandweerstand Rf 1h en zelfsluitende of bij brand<br />
zelfsluitende deuren met een minimale brandweerstand Rf ½h die opendraaien in de<br />
vluchtzin.
D2<br />
De keukenactiviteiten moeten van de rest van het gebouw gescheiden worden door<br />
wanden met een minimale brandweerstand Rf 1h en zelfsluitende of bij brand<br />
zelfsluitende deuren met een minimale brandweerstand Rf ½h die opendraaien in de<br />
vluchtzin.<br />
Wanneer de keukenactiviteiten niet brandwerend gescheiden zijn ten opzichte van de<br />
dansgelegenheid:<br />
- is elk vast frituurtoestel voorzien van een vaste automatische blusinstallatie die<br />
gekoppeld wordt aan een toestel dat de toevoer van energie van het frituurtoestel<br />
onderbreekt;<br />
- zijn mobiele frituurtoestellen niet toegelaten.<br />
D3<br />
De keukenactiviteiten moeten van de rest van het gebouw gescheiden worden door<br />
wanden met een minimale brandweerstand Rf 1h en zelfsluitende of bij brand<br />
zelfsluitende deuren met een minimale brandweerstand Rf ½h die opendraaien in de<br />
vluchtzin.<br />
Indien de keuken niet beantwoordt aan voormelde bepalingen, dient ze tijdens het<br />
gebruik van de zaal als dansgelegenheid buiten gebruik gesteld en de brandstoftoevoer<br />
afgesloten.<br />
Tijdelijke en mobiele drank- en voedselbereidingen met warmtebron zijn verboden:<br />
- in de dansgelegenheid;<br />
- in de evacuatiewegen.<br />
Zij kunnen enkel in andere lokalen of op minstens 8 m van de uitgangen.<br />
Bij gebruik van de zaal voor andere activiteiten dan dansen, kunnen enkel vaste<br />
kookinstallaties of mobiele op elektriciteit toegelaten worden.<br />
D4 D5<br />
De mobiele drank- en voedselbereidingen met warmtebron in een afzonderlijke ruimte<br />
geplaatst worden of buiten op minstens 8 m verwijderd.<br />
Art. 268 Tellerlokalen D1 D2 D3 D4<br />
Tellers dienen voldoende veilig opgesteld (zie voorschriften nutsmaatschappijen o.a.<br />
droog, verlucht, beschermd tegen beschadiging, slechte werking, warmtestraling en<br />
gevaarlijke producten,…).<br />
Art. 269 Technische lokalen D1 D2 D3<br />
De technische ruimten moeten van de andere lokalen gescheiden worden door wanden<br />
(horizontale en verticaal) met een minimale brandweerstand Rf 1h.<br />
De binnendeuren in deze wanden moeten een minimale brandweerstand Rf ½h hebben<br />
en zelfsluitend zijn.<br />
Het technisch lokaal moet voorbehouden worden voor zijn specifiek doeleinde. Andere<br />
uitrustingen worden niet opgesteld in dit lokaal.<br />
6. Technische uitrusting<br />
Art. 270 Elektrische installaties D1 D2 D3 D4 D5<br />
De elektrische installaties moeten gekeurd worden door een externe dienst voor<br />
technische controles en de vastgestelde inbreuken moeten weggewerkt worden. Een
eindkeuringsverslag zonder bemerkingen moet voorgelegd worden aan de bevoegde<br />
ambtenaar.<br />
D5 Een conformiteitsdocument van elektrische keuring moet kunnen worden voorgelegd.<br />
Art. 271 Veiligheidsverlichting D1 D2 D3 D4 D5<br />
De inrichting moet uitgerust worden met een veiligheidsverlichting die een voldoende<br />
lichtsterkte heeft om een veilige evacuatie te verzekeren. Deze verlichting moet<br />
onmiddellijk in werking treden bij een stroomonderbreking, een autonomie van één uur<br />
hebben en beantwoorden aan de geldende normen.<br />
In het bijzonder dient veiligheidsverlichting voorzien aan:<br />
D1 D2 D3 D4 D5 - elke (nood)uitgang binnen;<br />
D1 D2<br />
- elk niveauverschil;<br />
D1<br />
- elke (nood)uitgang buiten;<br />
D1<br />
- de blusmiddelen;<br />
D1<br />
- de middelen voor melding, waarschuwing en alarm.<br />
Art. 272 Autonome stroombronnen D1 D2 D3 D4<br />
Alle veiligheidsinstallaties zoals de veiligheidsverlichting, de installatie voor melding,<br />
waarschuwing, alarm en detectie, de installaties voor rookafvoer en de waterpompen<br />
voor de brandbeveiliging en eventuele ledigingspompen, moeten voorzien zijn van<br />
autonome stroombronnen. Deze moeten een autonomie van één uur hebben en<br />
automatisch in werking treden binnen de zestig seconden na onderbreking van de<br />
normale stroomtoevoer.<br />
Art. 273 Verwarmingsinstallaties<br />
§1. Algemeen D1 D2 D3 D4 D5<br />
De centrale verwarming en de onafhankelijke verwarmingstoestellen moeten<br />
beantwoorden aan de voorschriften van de vigerende reglementeringen en normen en<br />
geïnstalleerd worden volgens de code van goed vakmanschap.<br />
De conformiteit van deze installaties moet gestaafd worden door een attest afgeleverd<br />
door een bevoegd organisme.<br />
Volgende verwarmingstoestellen zijn verboden:<br />
D1 D2 D3 D4 D5<br />
- met open vlam of gloeiend oppervlak;<br />
D1 D2 D3 D4 D5<br />
- met gasflessen;<br />
D1 D2 D3 D4<br />
- verplaatsbare verwarmingstoestellen.<br />
§2. Centrale verwarming met gas<br />
D1 D2 D3 Buiten de stookplaats moet een algemene gasafsluiter aangebracht worden op<br />
de toevoerleiding.<br />
D1 D2 Gasleidingen in of op de wanden van de dansgelegenheid zijn verboden.<br />
§3. Centrale verwarming met stookolie D1 D2 D3<br />
Op de ketel(s) moet een automatische blusinstallatie geplaatst worden met voldoende<br />
blusvermogen.<br />
Buiten de stookplaats moet een algemene afsluitkraan voorzien worden op de toevoeren<br />
terugvoerleiding. De nodige maatregelen moeten getroffen worden om hevelwerking<br />
te voorkomen ingeval van leidingbreuk.<br />
Art. 274 Gasinstallaties<br />
§1. Algemeen D1 D2 D3 D4<br />
De gasinstallaties moeten voldoen aan de reglementaire voorschriften en regels van goed<br />
vakmanschap.
Ze moeten gekeurd worden door een daartoe uitgerust organisme of bevoegd installateur<br />
en gebeurlijke inbreuken moeten weggewerkt worden. Een eindkeuringsverslag zonder<br />
bemerkingen moet voorgelegd worden aan de bevoegde ambtenaar.<br />
Elke installatie voor opslag en ontspanning van vloeibaar petroleumgas, gebruikt voor de<br />
verwarming ligt buiten het gebouw.<br />
D1 D2 D4 Gasleidingen in of op de wanden van de danszaal of inrichting zijn verboden.<br />
§2. Algemene gasafsluiter D1 D2 D3<br />
Op de gastoevoerleiding moet een algemene handbediende gasafsluiter voorzien worden<br />
die opvallend wordt aangeduid en gemakkelijk bereikbaar is.<br />
§3. Gasafsluiter keuken D1 D2 D3<br />
In de keuken moet een algemene gasafsluiter voorzien worden die opvallend wordt<br />
aangeduid en gemakkelijk bereikbaar is.<br />
Art. 275 Meldingen, waarschuwing, alarm D1 D2 D3 D4<br />
§1. Melding<br />
De melding van ontdekking of detectie van brand moet onmiddellijk aan de<br />
brandweerdiensten telefonisch kunnen worden doorgegeven.<br />
§2. Waarschuwing en alarm<br />
D1 D2 Het gebouw moet uitgerust worden met een waarschuwings- en alarminstallatie<br />
die overal hoorbaar is en die beantwoordt aan de voorschriften van artikel 52, 10° van<br />
het A.R.A.B.<br />
Bij bediening van de alarminstallatie moet de muziek ogenblikkelijk onderbroken worden<br />
en moet een gesproken boodschap het alarm verduidelijken.<br />
D3 D4 De zaal of inrichting moet voorzien zijn van een evacuatiesignaal dat overal<br />
hoorbaar is.<br />
Art. 276 Blusmiddelen<br />
§1. Axiaal gevoede muurhaspels D1 D2 D3<br />
In de inrichting moeten per bouwlaag (vanaf 500 m²) axiaal gevoede muurhaspels<br />
voorzien worden, zo opgesteld dat elk punt van de inrichting bereikt kan worden met een<br />
doeltreffende waterstraal.<br />
De overblijvende druk aan de minst begunstigde straalpijp moet minstens 2,5 bar<br />
bedragen.<br />
§2. Snelblussers D1 D2 D3 D4 D5<br />
In de inrichting moet minstens een aangepast snelblustoestel opgehangen worden met<br />
een minimum inhoud van één bluseenheid per bouwlaag en per 150 m² vloeroppervlakte.<br />
Bij mobiele en tijdelijke drank- en voedselbereidingen dient in de onmiddellijke omgeving<br />
een aangepast blustoestel aanwezig te zijn.<br />
§3. Aanduiding en bereikbaarheid blusmiddelen D1 D2 D3 D4<br />
De blusmiddelen moeten duidelijk aangeduid worden met de conventionele<br />
pictogrammen (Koninklijk Besluit van 17 juni 1997 inzake veiligheidssignalering). De<br />
toestellen moeten in goede staat van onderhoud verkeren en vlot bereikbaar zijn zodat<br />
ze steeds gebruiksklaar zijn.<br />
Het is niet toegelaten goederen te stapelen in de zones voor de blusmiddelen<br />
(snelblussers, haspels, hydranten).
§4. Vuurbestendig deken D1 D2 D3 D4 D5<br />
Bij de keukenactiviteiten moet een vuurbestendige deken beschikbaar zijn.<br />
7. Opslag ontvlambare vloeistoffen en brandbare gassen D1 D2 D3 D4<br />
Art. 277<br />
Elke opslag van ontvlambare vloeistoffen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbare<br />
gassen is verboden in de dansgelegenheid of inrichting.<br />
De opslag van brandbare vloeistoffen dient te gebeuren buiten op minimum 8 m van de<br />
dansgelegenheid of inrichting of in een lokaal afgescheiden van de andere lokalen door<br />
wanden (horizontaal en verticaal) met een minimale brandweerstand Rf 1h. De deuren in<br />
deze wanden moeten een minimale brandweerstand Rf ½h hebben en zelfsluitend zijn.<br />
Inkuiping en buitenverluchting dienen steeds gewaarborgd.<br />
Deze opslag mag niet rechtstreeks uitgeven in de dansgelegenheid of inrichting.<br />
8. Bekleding/versiering<br />
Art. 278<br />
D1 De bekleding- en versieringsmaterialen van plafonds, wanden en vloeren behoren<br />
minstens tot de klasse A0 of A1.<br />
D2 D3 De bekleding- en versieringsmaterialen moeten minstens aan volgende<br />
voorwaarden voldoen:<br />
- plafond: A0 of A1;<br />
- wanden: A2;<br />
- vloeren: A3.<br />
D4 De bekleding- en versieringsmaterialen moeten minstens aan volgende voorwaarden<br />
voldoen:<br />
- plafond: A2;<br />
- wanden en panelen: A3;<br />
- vloeren: A4.<br />
9. Periodieke controle<br />
Art. 279<br />
De technische uitrusting van de inrichting, waaronder de elektrische installaties,<br />
veiligheidsverlichting, de gas- en de verwarmingsinstallaties, het<br />
brandbestrijdingsmaterieel, de alarminstallatie, ... moet periodiek gecontroleerd worden<br />
door een bevoegde persoon.<br />
De data van deze onderzoekingen en de gebeurlijke bemerkingen moeten in een register<br />
bijgehouden worden. Deze laatste moeten zo snel mogelijk gevolgd worden door de<br />
nodige aanpassingen.<br />
De periodieke controle dient te gebeuren volgens het schema in:<br />
- artikel 288 voor D1;<br />
- artikel 289 voor D2;<br />
- artikel 290 voor D3.<br />
D4<br />
Voor de ingebruikneming moet een geldig verslag worden ingediend van de technische<br />
uitrustingen zoals omschreven in artikel 291.
D1 D2 D3 D4<br />
Naast de periodieke controles dient voor de aanvang van elke activiteit de goede werking<br />
en bruikbaarheid nagegaan van waarschuwing en alarm, veiligheidsverlichting,<br />
blusmiddelen en (nood)uitgangen. De registratie van deze controles dient te gebeuren in<br />
een register, voor te leggen aan de veiligheidsdiensten.<br />
10. Uitbatingsvoorschriften<br />
Art. 280 Verzekering objectieve aansprakelijkheid D1 D2 D3 D4 D5<br />
Ingeval de inrichting valt onder het toepassingsgebied van de wet van 30 juli 1979 en<br />
zijn uitvoeringsbesluiten, moet een verzekering objectieve aansprakelijkheid afgesloten<br />
worden.<br />
Art. 281 Brandinstructies D1 D2 D3 D4 D5<br />
De aanwezigen (bewoners, personeel, gasten,...) moeten de nodige brandinstructies<br />
ontvangen, onder meer wat betreft het bestaan en het gebruik van de verschillende<br />
vluchtwegen, de brandbestrijdingsmiddelen, de waarschuwings- en alarminstallatie,...<br />
Deze instructies moeten op oordeelkundig gekozen plaatsen opgehangen worden.<br />
Art. 282 Evacuatie D1 D2 D3 D4 D5<br />
Het is niet toegelaten enig voorwerp te plaatsen dat de doorgang kan belemmeren naar<br />
of de nuttige breedte kan beperken van evacuatiewegen, trappen en (nood)uitgangen. In<br />
het bijzonder moeten zeilen, doeken, en dergelijke de vrije doorgang van<br />
(nood)uitgangen steeds volledig garanderen.<br />
De vluchtdeuren moeten ongesloten zijn zolang publiek of personeel aanwezig is.<br />
Art. 283 Open vuren D1 D3 D4 D5<br />
Elke vorm van open vuur en vuurwerk is verboden.<br />
Art. 284 Voorkoming van brand D1 D2 D3 D4 D5<br />
Alle installaties of voorwerpen die warmte kunnen genereren, voldoende om tot een<br />
ontbranding te komen, moeten op een voldoende afstand van brandbare stoffen en<br />
materialen gehouden worden zodat brandgevaar voorkomen wordt.<br />
Op de plaatsen waar roken toegelaten is, dienen alle voorzorgen genomen om<br />
brandrisico’s hierdoor te vermijden.<br />
Art. 285 Bezetting D1 D2<br />
De uitbater moet op ieder ogenblik de juiste bezetting kunnen opgeven/aantonen.<br />
Art. 286 Branddeuren D1 D2 D3 D4<br />
Branddeuren moeten na het openen terug dicht; zelfsluitende branddeuren mogen in hun<br />
werking niet gehinderd worden.<br />
11. Attesten D1 D2 D3 D4<br />
Art. 287<br />
De attesten waaruit blijkt dat de bouwelementen en bouwmaterialen respectievelijk de<br />
vereiste brandweerstand of reactie bij brand hebben moeten bijgehouden worden door<br />
de uitbater/bouwheer, die ze te allen tijde moet kunnen voorleggen aan de bevoegde<br />
ambtenaar. In een aanvullende verklaring dient bevestigd dat deze geplaatst werden<br />
volgens de voorschriften van het proefrapport en volgens de regels van kunst en van<br />
goed vakmanschap.
Onderafdeling 7. Periodieke controles D1<br />
Art. 288<br />
ONDERHOUD & CONTROLE<br />
TECHNISCHE UITRUSTING<br />
PERIODI-<br />
CITEIT<br />
EDTC BI BP<br />
Hoogspanning J X<br />
Laagspanning (incl. veiligheidsverlichting,<br />
J<br />
X<br />
melding, waarschuwing, alarm, detectie)<br />
Gasleidingen en –toestellen (dichtheid) J X<br />
Gastoestellen (goede werking) J X<br />
Verwarmingstoestellen op vloeibare of vaste J<br />
X<br />
brandstoffen (goede werking)<br />
Schoorstenen van toestellen op vloeibare of<br />
J<br />
X<br />
vaste brandstoffen (reiniging)<br />
Rookgasafvoer alle toestellen (goede<br />
J<br />
X<br />
werking)<br />
Centrale klimaatregeling (incl. afvoer) J X<br />
Veiligheidsverlichting (goede werking +<br />
3M<br />
X<br />
autonomie)<br />
Melding, waarschuwing- en alarminstallatie<br />
J<br />
X<br />
(goede werking + autonomie)<br />
Rf deuren J X<br />
Draagbare blustoestellen J X<br />
Muurhaspels en -hydranten J X<br />
Alle verslagen dienen gebundeld bijgehouden door de uitbater.<br />
Het wegwerken van de eventuele inbreuken/opmerkingen dient permanent opgevolgd.<br />
EDTC: Externe Dienst Technische Controles<br />
BI: bevoegd installateur<br />
BP: bevoegd persoon<br />
Onderafdeling 8. Periodieke controles D2<br />
Art. 289<br />
ONDERHOUD & CONTROLE<br />
TECHNISCHE UITRUSTING<br />
PERIODI-<br />
CITEIT<br />
EDTC BI BP<br />
Hoogspanning J X<br />
Laagspanning (incl. veiligheidsverlichting,<br />
5J X<br />
melding, waarschuwing, alarm, detectie)<br />
Gasleidingen en –toestellen (dichtheid) 5J X
Gastoestellen (goede werking) J X<br />
Verwarmingstoestellen op vloeibare of vaste J<br />
X<br />
brandstoffen (goede werking)<br />
Schoorstenen van toestellen op vloeibare of<br />
J<br />
X<br />
vaste brandstoffen (reiniging)<br />
Rookgasafvoer alle toestellen (goede<br />
J<br />
X<br />
werking)<br />
Centrale klimaatregeling (incl. afvoer) J X<br />
Veiligheidsverlichting (goede werking +<br />
3M<br />
X<br />
autonomie)<br />
Melding, waarschuwing - en alarminstallatie<br />
J<br />
X<br />
(goede werking + autonomie)<br />
Rf deuren J X<br />
Draagbare blustoestellen J X<br />
Muurhaspels en -hydranten J X<br />
Alle verslagen dienen gebundeld bijgehouden door de uitbater.<br />
Het wegwerken van de eventuele inbreuken/opmerkingen dient permanent opgevolgd.<br />
EDTC: Externe Dienst Technische Controles<br />
BI: bevoegd installateur<br />
BP: bevoegd persoon<br />
Onderafdeling 9. Periodieke controles D3<br />
Art. 290<br />
ONDERHOUD & CONTROLE<br />
TECHNISCHE UITRUSTING<br />
PERIODI-<br />
CITEIT<br />
EDTC BI BP<br />
Hoogspanning J X<br />
Laagspanning (incl. veiligheidsverlichting,<br />
5J X<br />
melding, waarschuwing, alarm, detectie)<br />
Gasleidingen en –toestellen (dichtheid) 5J X<br />
Gastoestellen (goede werking) 5J X<br />
Verwarmingstoestellen op vloeibare of vaste J<br />
X<br />
brandstoffen (goede werking)<br />
Schoorstenen van toestellen op vloeibare of<br />
J<br />
X<br />
vaste brandstoffen (reiniging)<br />
Rookgasafvoer alle toestellen (goede<br />
J<br />
X<br />
werking)<br />
Centrale klimaatregeling (incl. afvoer) J X
Veiligheidsverlichting (goede werking +<br />
3M<br />
X<br />
autonomie)<br />
Melding, waarschuwing- en alarminstallatie<br />
J<br />
X<br />
(goede werking + autonomie)<br />
Rf deuren J X<br />
Draagbare blustoestellen J X<br />
Muurhaspels en -hydranten J X<br />
Alle verslagen dienen gebundeld bijgehouden door de uitbater.<br />
Het wegwerken van de eventuele inbreuken/opmerkingen dient permanent opgevolgd.<br />
EDTC: Externe Dienst Technische Controles<br />
BI: bevoegd installateur<br />
BP: bevoegd persoon<br />
Onderafdeling 10. Technische controles D4<br />
Art. 291<br />
ONDERHOUD & CONTROLE<br />
TECHNISCHE UITRUSTING<br />
Hoogspanning<br />
EDTC BI BP<br />
X<br />
Laagspanning (incl. veiligheidsverlichting,<br />
melding, waarschuwing, alarm, detectie)<br />
Gasleidingen en –toestellen (dichtheid)<br />
X<br />
X<br />
Gastoestellen (goede werking)<br />
Rookgasafvoer alle toestellen (goede werking)<br />
Veiligheidsverlichting (goede werking +<br />
autonomie)<br />
Melding, evacuatiesignaal<br />
Draagbare blustoestellen<br />
X<br />
X<br />
X<br />
X<br />
EDTC: Externe Dienst Technische Controles<br />
BI: bevoegd installateur<br />
BP: bevoegd persoon<br />
Onderafdeling 11. Overgangsbepalingen<br />
Art. 292<br />
De bestaande lokalen die onder het toepassingsgebied vallen van deze afdeling , dienen<br />
zich binnen de drie jaar na de inwerkingtreding van deze afdeling in overeenstemming te<br />
stellen met alle technische voorschriften. Hiertoe kan een nazicht worden gevraagd bij de
stedelijke technische dienst en de dienst brandvoorkoming.<br />
HOOFDSTUK 9. Publieke inrichtingen<br />
Art. 293<br />
Het is verboden in voor het publiek toegankelijke lokalen enig verwarmingstoestel met<br />
open verbranding te gebruiken voor zover dit niet aangesloten is op een schoorsteen.<br />
TITEL 4. OPENBARE REINHEID EN GEZONDHEID<br />
HOOFDSTUK 1. Verwijdering van *huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare<br />
bedrijfsafvalstoffen<br />
Afdeling 1. Algemeen<br />
Art. 294<br />
§1. Met behoud van de bepalingen van deze verordening is het verboden om volgende<br />
voorwerpen mee te geven met om het even welke ophaling van huishoudelijke<br />
afvalstoffen:<br />
1° vloeibare afvalstoffen;<br />
2° gasflessen;<br />
3° ontplofbare voorwerpen;<br />
4° grond;<br />
5° krengen van dieren en slachtafval;<br />
6° autobanden;<br />
7° autowrakken;<br />
8° afbraakmateriaal van gebouwen;<br />
9° kettingen;<br />
10° geneesmiddelen;<br />
11° puin;<br />
<strong>12</strong>° toxisch en gevaarlijk afval;<br />
13° brandende en bijtende stoffen;<br />
14° afvalwaters;<br />
15° radioactief afval;<br />
16° metalen (met uitzondering van de metalen verpakkingen bepaald onder afdeling 6).<br />
§2. Het is verboden om bij de selectieve inzameling aan huis andere dan de betrokken<br />
selectief ingezamelde afvalstoffen aan te bieden.<br />
Art. 295<br />
Het is verboden afvalstoffen afkomstig uit andere gemeenten ter inzameling aan te<br />
bieden.<br />
Afdeling 2. Inzameling van *huisvuil<br />
Onderafdeling 1. Inzameling<br />
Art. 296<br />
Het huisvuil wordt wekelijks huis-aan-huis opgehaald langs de voor de ophaler<br />
toegankelijke straten, wegen en pleinen, op de door de bevoegde overheid bepaalde<br />
dagen en wijze.
Art. 297<br />
De afvalstoffen mogen slechts vanaf 19 uur de dag voorafgaand aan de ophaling<br />
buitengeplaatst worden en ten laatste om 5 uur de ophaaldag zelf.<br />
Art. 298<br />
Het is verboden het huisvuil mee te geven met het grofvuil of een inzameling andere dan<br />
deze van huisvuil. Het is tevens verboden voor de verwijdering van het huisvuil gebruik<br />
te maken van een containerpark.<br />
Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />
Art. 299<br />
Het huisvuil moet worden aangeboden in het recipiënt dat goedgekeurd wordt door de<br />
bevoegde overheid. Deze recipiënten zijn verkrijgbaar bij de gemeente en de door de<br />
gemeente aangenomen verdelers tegen een door de gemeenteraad te bepalen bedrag.<br />
Art. 300<br />
Het gewicht van het aangeboden recipiënt mag niet groter zijn dan 15 kg en dient<br />
zorgvuldig gesloten te worden aangeboden.<br />
Afdeling 3. Selectieve inzameling van glas en *verpakkingsglas<br />
Onderafdeling 1. Inzameling<br />
Art. 301<br />
Glas wordt ingezameld op de containerparken. Hol glas wordt ook ingezameld in de<br />
glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente.<br />
Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />
Art. 302<br />
Het glas dat naar de glascontainer gebracht wordt, dient, afhankelijk van de kleur, in het<br />
daartoe voorziene volume te worden gedeponeerd. Het glas wordt bij de aanbieding<br />
ontdaan van deksels, kurken en stoppen. Het glas dient leeg en voldoende gereinigd te<br />
zijn.<br />
Art. 303<br />
§1. Het deponeren in glascontainers van om het even welke andere afvalstof dan hol glas<br />
is verboden. Het is verboden om naast de glascontainer glas of andere afvalstoffen<br />
achter te laten. Dergelijke activiteit wordt beschouwd als *sluikstorten.<br />
§2. Het is verboden glas te deponeren in de glascontainers tussen 20 uur en 8 uur.<br />
§3. Het is verboden elke vorm van sluikreclame aan te brengen op de glascontainers.<br />
Afdeling 4. Selectieve inzameling van *papier en karton<br />
Onderafdeling 1. Inzameling<br />
Art. 304<br />
Papier en karton worden op de door de bevoegde overheid bepaalde dagen en wijze huisaan-huis<br />
opgehaald langs de straten, wegen en pleinen waar de ophaling is ingericht.<br />
Papier en karton worden ook ingezameld op het containerpark.<br />
Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />
Art. 305
§1. Het papier en karton dienen aangeboden te worden in pakken gebonden met<br />
natuurtouw, papieren zakken of in kartonnen dozen. De lege kartonnen dozen dienen in<br />
elkaar gevouwen of gescheurd te zijn.<br />
§2. Het gewicht per recipiënt mag niet hoger zijn dan 18 kg.<br />
§3. Het papier en karton mogen slechts na 19 uur, de dag voorafgaand aan de dag van<br />
de ophaling, en ten laatste om 5 uur de ophaaldag zelf aangeboden worden.<br />
Afdeling 5. Selectieve inzameling van *klein gevaarlijk afval (afgekort K.G.A.)<br />
Onderafdeling 1. Inzameling<br />
Art. 306<br />
Het K.G.A. wordt ingezameld op het containerpark.<br />
Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />
Art. 307<br />
Het K.G.A. dient, tenzij het fysisch onmogelijk of niet aangewezen is, afzonderlijk van<br />
andere afvalstoffen aangeboden te worden in de voorgeschreven milieubox.<br />
Art. 308<br />
Het aangeboden K.G.A. wordt zoveel mogelijk in de oorspronkelijke verpakking inclusief<br />
buitenverpakking, aangeboden om de identificatie te vereenvoudigen.<br />
Indien nodig brengt de voortbrenger zelf de aanduiding(en) over de aard, de<br />
samenstelling en de eventuele gevaren van het K.G.A. op de verpakking aan.<br />
Producten van verschillende aard mogen niet worden samengevoegd. De aanbieder dient<br />
alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om het lekken en andere ongewenste<br />
effecten van het K.G.A. te voorkomen.<br />
Art. 309<br />
De milieubox is eigendom van het Vlaams Gewest en wordt slechts voor gebruik ter<br />
beschikking gesteld. De gebruikers zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het gebruik van<br />
de milieubox. Het gebruik van de milieubox dient te geschieden overeenkomstig de<br />
bepalingen van deze afdeling.<br />
Art. 310<br />
De aan de inwoners overhandigde milieubox is en blijft verbonden met het adres alwaar<br />
hij is afgeleverd. Ingeval van verhuizing is het de gebruiker niet toegestaan om de<br />
milieubox mee te nemen naar diens nieuw adres. Bij verhuizing zijn de inwoners verplicht<br />
de milieubox in goede staat en geledigd achter te laten voor de nieuwe bewoners.<br />
Art. 311<br />
De afgifte van K.G.A. gebeurt in aanwezigheid en onder toezicht van een aangestelde<br />
van de vergunninghouder. Deze aangestelde verantwoordelijke persoon heeft te allen<br />
tijde het recht om de identiteit van de persoon die het K.G.A. aanbrengt te controleren.<br />
De aanbieder van het K.G.A. mag deze niet zelf in de gepaste sorteer- of<br />
opslagrecipiënten deponeren, met uitzondering van motorolie of frituurolie en -vetten.<br />
Afdeling 6. Selectieve inzameling van P.M.D.<br />
Onderafdeling 1. Inzameling
Art. 3<strong>12</strong><br />
§1. De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (P.M.D.) worden<br />
huis-aan-huis opgehaald langs de straten, wegen en pleinen waar de ophaling is ingericht<br />
op de door bevoege overheid bepaalde dagen en wijze.<br />
§2. De aangeboden plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons<br />
mogen geen K.G.A., glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten noch op enige<br />
wijze verontreinigd zijn.<br />
Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />
Art. 313<br />
De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons dienen voor de<br />
huis-aan-huis inzameling aangeboden te worden in een daartoe bestemde recipiënt dat<br />
ter beschikking wordt gesteld bij de gemeente en in de gemeente gevestigde<br />
handelszaken tegen een door de gemeenteraad vast te stellen bedrag.<br />
De verschillende fracties van het P.M.D.-afval mogen gemengd in het daartoe bestemde<br />
recipiënt worden aangeboden.<br />
Het gewicht van het recipiënt mag niet hoger zijn dan 18 kg. Het recipiënt moet<br />
zorgvuldig gesloten worden aangeboden.<br />
Het P.M.D.-afval mag slechts na 19 uur van de dag voorafgaand aan de dag van ophaling<br />
en voor 5 uur de ophaaldag zelf aangeboden worden.<br />
Afdeling 7. Selectieve inzameling van textiel<br />
Onderafdeling 1. Inzameling<br />
Art. 314<br />
§1. Het *textielafval wordt ingezameld in de textielcontainers die verspreid staan<br />
opgesteld in de gemeente en op het containerpark. Het kan eveneens huis-aan-huis<br />
worden ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de ophaling is ingericht.<br />
Alleen de organisaties waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten zijn<br />
gemachtigd textielcontainers te plaatsen, respectievelijk huis-aan-huis inzameling te<br />
organiseren.<br />
§2. Textielcontainers die op openbaar of privaat domein zijn opgesteld zonder toelating<br />
kunnen in opdracht van de burgemeester worden verwijderd. Het wegnemen van de<br />
container gebeurt op kosten en risico van diegene die de container heeft geplaatst.<br />
Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />
Art. 315<br />
Bij de selectieve ophaling van textielafval dient het textiel zorgvuldig in een afgesloten<br />
recipiënt te worden aangeboden.<br />
Art. 316<br />
Het is verboden om naast de textielcontainers textielafval of andere voorwerpen achter<br />
te laten, ook al is de container volledig gevuld. Dergelijke activiteit wordt beschouwd als<br />
*sluikstorten.<br />
Afdeling 8. Selectieve inzameling van *grofvuil<br />
Onderafdeling 1. Inzameling
Art. 317<br />
§1. Een bijzondere dienstverlening met betrekking tot de selectieve inzameling van<br />
grofvuil kan aangevraagd worden bij de intercommunale I.M.O.G. De modaliteiten<br />
worden vastgesteld door de intercommunale. Het grofvuil wordt ook ingezameld op het<br />
containerpark.<br />
§2. Het grofvuil mag niet worden meegegeven met het huisvuil of een inzameling,<br />
andere dan deze van grofvuil.<br />
§3. Grofvuil mag pas na 19 uur de dag voor de ophaling en voor 5 uur de ophaaldag zelf<br />
buitengezet worden. De inwoners die grofvuil buitenzetten de dag voor de ophaling zijn<br />
verantwoordelijk bij ongevallen en voor het uitspreiden van de inhoud ervan en staan zelf<br />
in voor het opruimen van straat en stoep.<br />
Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />
Art. 318<br />
§1. Het grofvuil moet - indien nodig - stevig worden samengebonden zodat het niet kan<br />
uiteenvallen.<br />
§2. Het gewicht van één afzonderlijk voorwerp of een samengebonden bundel mag niet<br />
hoger zijn dan 30 kg. De grootste afmetingen van het aangeboden grofvuil mogen nooit<br />
groter zijn dan 1,5 m. Het moet gemakkelijk kunnen gehanteerd worden door maximum<br />
twee personen.<br />
§3. Alle voorwerpen dienen zodanig aangeboden te worden zodat ze geen gevaar kunnen<br />
opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen.<br />
Afdeling 9. Selectieve inzameling van *tuinafval<br />
Onderafdeling 1. Inzameling<br />
Art. 319<br />
§1. Voor zover het tuinafval niet door de inwoners van de gemeente op eigen terrein zelf<br />
wordt gecomposteerd, kan men met deze afvalfractie terecht op het containerpark.<br />
§2. Het tuinafval mag niet worden meegegeven met het gewoon huisvuil, grofvuil of een<br />
andere selectieve inzamelmethode, dan omschreven in deze afdeling.<br />
Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />
Art. 320<br />
§1. Een bijzondere dienstverlening met betrekking tot de selectieve inzameling van<br />
tuinafval kan aangevraagd worden bij de intercommunale I.M.O.G. De modaliteiten<br />
worden vastgesteld door de intercommunale.<br />
§2. Het tuinafval moet met het oog op deze selectieve inzameling aangeboden worden in<br />
de hiervoor ter beschikking gestelde recipiënten, de zogenaamde tuinafvalbak.<br />
§3. De aanbieding van de tuinafvalbakken geschiedt voor 05 uur ’s morgens op de door<br />
de bevoegde overheid vastgestelde dagen. De tuinafvalbak mag slechts na 19 uur van de<br />
dag voorafgaand aan de dag waarop de ophaling van het tuinafval zal plaatsvinden,<br />
aangeboden worden.<br />
Afdeling 10. *Gelijkgestelde afvalstoffen<br />
Art. 321<br />
Gelijkgestelde afvalstoffen moeten worden aangeboden in het recipiënt dat goedgekeurd<br />
wordt door de bevoegde overheid. Deze recipiënten zijn verkrijgbaar bij de gemeente en<br />
de door de gemeente aangenomen verdelers tegen een door de gemeenteraad te<br />
bepalen bedrag.<br />
Onderafdeling 1. Inzameling
Art. 322<br />
Gelijkgestelde afvalstoffen worden wekelijks huis-aan-huis opgehaald langs de voor de<br />
ophaler toegankelijke straten, wegen en pleinen, op de door de bevoegde overheid<br />
bepaalde dagen en wijze.<br />
Art. 323<br />
De gelijkgestelde afvalstoffen mogen slechts vanaf 19 uur de dag voorafgaand aan de<br />
ophaling buitengeplaatst worden en ten laatste om 5 uur de ophaaldag zelf.<br />
Art. 324<br />
Het is verboden gelijkgestelde afvalstoffen mee te geven met het grofvuil of een<br />
inzameling andere dan deze van gelijkgestelde afvalstoffen. Het is tevens verboden voor<br />
de verwijdering van gelijkgestelde afvalstoffen gebruik te maken van een containerpark.<br />
Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />
Art. 325<br />
Gelijkgestelde afvalstoffen moeten worden aangeboden in het recipiënt dat goedgekeurd<br />
wordt door de bevoegde overheid. Deze recipiënten zijn verkrijgbaar bij de gemeente en<br />
de door de gemeente aangenomen verdelers tegen een door de gemeenteraad te<br />
bepalen bedrag.<br />
Art. 326<br />
Het gewicht van het aangeboden recipiënt mag niet groter zijn dan 15 kg en dient<br />
zorgvuldig gesloten te worden aangeboden.<br />
Art. 327<br />
Afvalstoffen afkomstig van de verhuur van kamers worden eveneens als gelijkgestelde<br />
afvalstoffen beschouwd.<br />
De verhuurders vermelden in een huishoudelijk reglement de voorgaande modaliteiten.<br />
Art. 328<br />
Het recipiënt mag enkel het gelijkgesteld afval bevatten.<br />
Afdeling 11. Het containerpark<br />
Onderafdeling 1. Algemeen<br />
Art. 329<br />
§1. Het containerpark is een inrichting die tot doel heeft de gescheiden inzameling van<br />
huishoudelijke afvalstoffen mogelijk te maken met het oog op de maximale recyclage van<br />
deze afvalstoffen.<br />
§2. Het gemeentelijk containerpark is gelegen in de Broelstraat te <strong>Harelbeke</strong>.<br />
Art. 330<br />
§ 1. Het containerpark is enkel bestemd voor afval van particuliere oorsprong, afkomstig<br />
van inwoners van de stad <strong>Harelbeke</strong>, personen die er beschikken over een tweede verblijf,<br />
of personen die aan de hand van een door de gemeente af te leveren attest kunnen<br />
aantonen dat ze van plan zijn een woning in <strong>Harelbeke</strong> te betrekken en mits het afval van<br />
deze woning afkomstig is.<br />
§ 2. Het containerpark is geopend op de door het college van burgemeester en schepenen<br />
bepaalde data en openingsuren. De openingsuren van het stedelijk containerpark worden<br />
aangebracht aan de ingang van het containerpark.<br />
Buiten de openingsuren is het containerpark niet toegankelijk voor personen vreemd aan<br />
de dienst.<br />
§ 3. De inwoners moeten strikt de richtlijnen van de gemeentelijke toezichters opvolgen.
De gebruikers moeten hun identiteitsbewijzen tonen wanneer zij hierom verzocht worden.<br />
§ 4. Het stadsbestuur kan voor het gebruik van een aantal containers of de volledige<br />
toegang tot het containerpark een retributie bepalen.<br />
Art. 331<br />
§1 Het is verboden krengen of dierlijk afval, radioactief afval, explosieven of ander afval dat<br />
redelijkerwijze een onbeheersbaar gevaar met zich meebrengt aan te bieden op het<br />
containerpark.<br />
§2 De afvalstoffen mogen enkel in de daartoe voorbestemde container, recipiënt of<br />
opslagruimte gedeponeerd worden.<br />
Art. 332<br />
§ 1. Het is de toezichter toegestaan de aanvoerders van afvalstoffen buiten de omheining<br />
te laten wachten indien er zich reeds teveel aanbieders op het containerpark bevinden in<br />
functie van een goede verkeersregeling op het containerpark.<br />
§ 2. Kinderen jonger dan <strong>12</strong> jaar dienen vergezeld te zijn van een volwassen begeleider.<br />
Het is verboden dieren te laten rondlopen op het containerpark.<br />
§ 3. Het is verboden zich over de invulopening van de perscontainer te buigen, iets uit de<br />
container te halen of in de container zelf te kruipen.<br />
Art.333<br />
§1. De afvalstoffen dienen zoveel mogelijk gesorteerd te worden aangeboden, teneinde de<br />
verblijfsduur van de bezoekers op het terrein te beperken.<br />
§2. De snelheid van de voertuigen is beperkt tot 5 km/uur. De motor dient stilgelegd te<br />
worden bij het lossen van de afvalstoffen. De bezoekers en de ophalers zijn ertoe gehouden<br />
de aanwijzingen van de toezichters te volgen.<br />
Art. 334<br />
§ 1. De gebruikers van het containerpark kunnen door de toezichter verzocht worden de<br />
door hen bevuilde terreinen te reinigen.<br />
§ 2. Het achterlaten van afval in de onmiddellijke omgeving van het containerpark wordt<br />
gelijkgesteld met sluikstorten.<br />
Art. 335<br />
Op het containerpark is het verboden te roken of om op enige andere wijze vuur te maken.<br />
Het is verboden om enige beschadiging aan te brengen aan de omheining, containers,<br />
gebouwen, beplantingen of uitrusting.<br />
Onderafdeling 2. Toegelaten transportmiddelen<br />
Art. 336<br />
Enkel volgende voertuigen worden voor het aanvoeren van afvalstoffen op het<br />
containerpark toegelaten:<br />
- Personenauto: zijnde elke auto waarvan de binnenruimte uitsluitend is opgevat en<br />
gebouwd voor het vervoer van personen die, bij gebruik voor het bezoldigd vervoer van<br />
personen, ten hoogste 8 plaatsen mag bevatten, zonder die van de bestuurder.<br />
- Auto voor dubbel gebruik: zijnde elke auto opgevat en gebouwd voor het vervoer van<br />
personen en zaken die, bij het gebruik van het bezoldigde vervoer van personen ten<br />
hoogste 8 plaatsen mag bevatten, zonder die van de bestuurder.<br />
- Minibus: zijnde elke auto opgevat en gebouwd voor het vervoer van personen die bij het<br />
gebruik voor het bezoldigde vervoer van personen ten hoogste 8 plaatsen mag bevatten,<br />
zonder die van de bestuurder, en die voorzien is van een carrosserie van hetzelfde type als<br />
dat van lichte vrachtauto's of autobussen.
- Aanhangwagen categorie 01: zijnde aanhangers met een maximale massa beneden of<br />
gelijk aan 750 kg<br />
- Fietsen<br />
- Bromfietsen<br />
<strong>Stad</strong>sdiensten en diensten OCMW kunnen voor het aanvoeren van afvalstoffen afkomstig<br />
van hun inrichtingen van gelijk welk vervoermiddel gebruik maken.<br />
Afval akomstig van kmo's en bedrijven wordt op het containerpark niet toegelaten.<br />
Hiervoor kan men terecht bij IMOG in <strong>Harelbeke</strong> en Moen.<br />
HOOFDSTUK 2. Staat van onroerende goederen<br />
Art. 337<br />
Het is verboden huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen, afbraakmateriaal,<br />
wrakken, allerhande goederen en voorwerpen die de netheid van de omgeving benadelen<br />
en/of een gevaar zijn voor de openbare gezondheid te behouden, te verzamelen op<br />
ondermeer binnen- en achterplaatsen, in kelders, in bijgebouwen enzovoort. Dit artikel<br />
geldt niet voor zover voldaan is aan een eventuele vergunningsplicht opgelegd door de<br />
hogere overheid.<br />
HOOFDSTUK 3. Verwijdering van afvalwater, afwatering en waterwegen<br />
Art. 338<br />
Onverminderd artikel 140 van het algemeen deel is het tevens verboden via de<br />
rioolputten, of op enige andere wijze, producten of voorwerpen in de riolering te brengen<br />
die een verstopping kunnen veroorzaken of die schadelijk kunnen zijn voor de openbare<br />
gezondheid en het leefmilieu.<br />
TITEL 5. DIEREN<br />
HOOFDSTUK 1. Afwijking van het principe dat de hond aan de leiband dient te worden<br />
gehouden<br />
Art. 339<br />
In de hondenloopzones en de hondentoiletten mag de eigenaar, bezitter, bewaker of<br />
houder van een hond het dier laten loslopen. Hondenloopzones en hondentoiletten zijn<br />
door de gemeente afgebakende terreinen aangeduid door een daartoe bestemd bord.<br />
HOOFDSTUK 2. Wilde dieren<br />
Art. 340<br />
Het houden van wilde dieren is onderworpen aan een voorafgaande en speciale toelating<br />
van de burgemeester, onverminderd de hogere regelgeving terzake.<br />
TITEL 6. BEGRAAFPLAATSEN EN LIJKBEZORGING<br />
HOOFDSTUK 1. Ligging van de begraafplaatsen<br />
Art. 341<br />
De gemeentelijke begraafplaatsen zijn gelegen op volgende locaties:<br />
- <strong>Harelbeke</strong>: Gentsesteenweg<br />
Oosterluisdreef<br />
- Stasegem: Groendreef
- Bavikhove: Bavikhovedorp<br />
Bruyelstraat<br />
- Hulste: Tieltestraat<br />
HOOFDSTUK 2. Toegang tot de begraafplaatsen<br />
Art. 342<br />
De begraafplaatsen te <strong>Harelbeke</strong> zijn, behoudens afwijking door de burgemeester,<br />
toegankelijk:<br />
van 1 <strong>april</strong> tot 30 september van 9 u tot 19 u<br />
van 1 oktober tot 31 maart van 9 u tot 16 u<br />
van 10 oktober tot 3 november van 9 u tot 17 u.<br />
Het is verboden zich buiten de toegangsuren op de begraafplaats te bevinden.<br />
Art. 343<br />
De toegang tot de begraafplaats is ontzegd aan personen in kennelijke staat van<br />
dronkenschap en aan allen die zich niet behoorlijk zouden gedragen.<br />
HOOFDSTUK 3. Voertuigen op de begraafplaats<br />
Art. 344<br />
In afwijking van artikel 164, 11° mogen gemotoriseerde rolwagens voor gehandicapten<br />
de begraafplaatsen binnenrijden.<br />
Voertuigen nodig bij de uitvoering van werken mogen, mits voorafgaandelijke<br />
schriftelijke vergunning, de begraafplaatsen binnenrijden op voorwaarde dat ze<br />
onmiddellijk verwijderd worden zodra ze voor de uitvoering van de werken niet langer<br />
nodig zijn.<br />
HOOFDSTUK 4. Lijkenvervoer<br />
Art. 345<br />
Het lijkenvervoer binnen de grenzen van het grondgebied van de stad <strong>Harelbeke</strong> zal<br />
geschieden met lijkwagens, eigendom van overeenkomstig de vestigingswet erkende<br />
begrafenisondernemers.<br />
HOOFDSTUK 5. Begraven en *ontgraven<br />
Art. 346.1<br />
Het begraven van niet-gecremeerde stoffelijke overschotten kan enkel plaatshebben in<br />
volle grond of in een ondergrondse grafkelder.<br />
Art. 346.2<br />
Het begraven wordt volgens plan in regelmatige volgorde uitgevoerd. Dit plan wijst de<br />
percelen aan voor begraving in volle grond, grafkelders, kindergraven, alsook voor de<br />
bijzetting in de nissen van het columbarium, het urnenveld en voor de asuitstrooiing.<br />
Art. 346.3<br />
Het stoffelijk overschot van kinderen beneden de zes jaar wordt, behalve in het geval<br />
van bijzetting in de familiekelder, begraven op de kinderbegraafplaats in volle grond.<br />
Voor kinderen tussen zes en tien jaar is de keuze vrij.
Art. 346.4<br />
Alvorens tot de lijkbezorging op de begraafplaats mag worden overgegaan, moet de<br />
grafmaker in het bezit zijn van een toelating afgeleverd door de ambtenaar van de<br />
burgerlijke stand .<br />
Art. 346.5<br />
Behalve om te voldoen aan een gerechtelijke beslissing mag de kist na het kisten niet<br />
meer geopend worden.<br />
Art. 346.6<br />
Er moet tot ontgraving worden overgegaan in tegenwoordigheid van de grafmaker en<br />
van een gemachtigde die door de burgemeester is aangesteld en die er verslag van<br />
opmaakt.<br />
Art. 346.7<br />
Bij ontgraving van stoffelijk overschot mogen slechts volgende personen aanwezig zijn:<br />
1° de politie;<br />
2° de gemeentearbeiders en personen aangeduid door de burgemeester;<br />
3° de begrafenisondernemer.<br />
De ontgravingen hebben plaats op datum en uur vastgesteld door de verantwoordelijke<br />
begraafplaatsen.<br />
Personen begraven op het ereperk van de begraafplaats Hulste kunnen niet worden<br />
ontgraven.<br />
Art. 346.8<br />
De bevoegde overheid kan de vernieuwing van de opgegraven kist of elke andere<br />
maatregel ter bescherming van de welvoeglijkheid of de openbare gezondheid bevelen op<br />
kosten van de aanvrager.<br />
Art. 346.9<br />
Na ontgraving van het stoffelijk overschot dienen alle regels inzake vervoer, crematie en<br />
begraven gerespecteerd te worden.<br />
HOOFDSTUK 6. Onderhoud van de graven<br />
Art. 347<br />
De belanghebbenden moeten de graven zo onderhouden dat ze niet verwaarloosd zijn.<br />
Verwaarlozing staat vast als het graf doorlopend onzindelijk, vervallen, ingestort,<br />
bouwvallig of door plantengroei overwoekerd is.<br />
De verwaarlozing wordt vastgesteld in een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde.<br />
De akte blijft een jaar bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt.<br />
Indien het onderhoud na het verstrijken van die termijn niet is gebeurd, wordt op bevel van<br />
het gemeentebestuur van ambtswege overgegaan tot afbraak of wegname van de<br />
materialen op kosten van de in gebreke blijvende familie. Daarenboven vervalt het recht op<br />
concessie indien het een geconcedeerd graf betreft.<br />
HOOFDSTUK 7. Bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen<br />
Art. 348<br />
De gemeente staat niet in voor de bewaking van de op graven geplaatste voorwerpen.
HOOFDSTUK 8. Technische specificaties voor grafmonumenten, grafkuilen en beplanting<br />
en bepaling aangaande werken<br />
Art. 349.1<br />
De afstand tussen de gewone grafkuilen wordt vastgesteld op 30 cm.<br />
Een grafmonument kan twee en maximum drie graven bedekken. Het onbedekt gedeelte<br />
op beide zijkanten is minimum 10 cm.<br />
Art. 349.2<br />
De graftekens op de graven bestaan uit een rechtstaand en gebeurlijk uit een platliggend<br />
gedeelte, uitgevoerd in natuurlijke materialen.<br />
Art. 349.3<br />
De afmetingen zijn de volgende:<br />
A. Opstaand gedeelte van het grafmonument<br />
- de maximum hoogte van het grafmonument bedraagt 100 cm, gemeten van het<br />
maaiveld af;<br />
- de breedte is maximum de breedte van het platliggend gedeelte;<br />
- het opstaand grafmonument of de deksteen bij een graftombe wordt geplaatst<br />
op 15 cm van de dwarse scheidingsgrens der graven.<br />
B. Platliggend gedeelte van het grafmonument:<br />
Art. 349.4<br />
- breedte van het graf:<br />
o gemene graven: max. 80 cm.<br />
o geconcedeerde graven: max. 90 cm.<br />
- het grafmonument wordt geplaatst in het midden van het perceel<br />
- hoogte: maximum 35 cm, minimum 10 cm<br />
- diepte: van de dwarse scheidingsgrens der graven de volle diepte van hetzij<br />
maximum 240 cm<br />
- de zijkanten worden bedekt met witte natuurlijke keien, met een max. diameter<br />
van 20 mm.<br />
Enkel lage beplanting met een hoogte beperkt tot 60 cm is toegelaten. De beplanting mag<br />
zich niet uitbreiden boven de aanpalende graven. Beplanting in overtreding met<br />
voorgaande bepalingen zullen, zonder verwittiging, ambtshalve door de stadsdiensten<br />
verwijderd worden.<br />
Art. 349.5<br />
De steenplaat van columbaria wordt in de daartoe voorziene sponning van het element<br />
geplaatst. De dikte van de plaat correspondeert met de diepte van de sponning in de rand<br />
van het element, zodat na de dichting van de voorvlakken van nisranden en afdekplaat in<br />
hetzelfde vlak liggen.
De opschriften op de columbaria dienen in blokletters te zijn. Opschriften en symbolen<br />
worden in zilverkleur in reliëf of uitgehold in steen aangebracht. Het bovenop de steenplaat<br />
aanbrengen van afzonderlijke letters uit metaal of uit een ander materiaal is niet<br />
toegelaten. Op de afdekplaat moet het volgnummer voorkomen van de verbranding in het<br />
crematorium.<br />
Art. 349.6<br />
Binnen de omheining van de begraafplaats mogen geen materialen achtergelaten worden.<br />
De materialen worden aangevoerd en geplaatst naarmate van de behoeften.<br />
Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling wordt op bevel van de burgemeester van<br />
ambtshalve overgegaan tot wegneming van de materialen op kosten van de overtreder.<br />
Art. 349.7<br />
De bouw van een grafkelder moet beëindigd zijn binnen de drie maanden te rekenen vanaf<br />
de betekening van de beslissing tot toekenning van de grafconcessie. Het grafteken en de<br />
kelder moeten behouden blijven gedurende de tijd van de grafconcessie.<br />
Art. 349.8<br />
De kuil mag slechts openblijven gedurende de tijd nodig voor de bouw van de grafkelder.<br />
Dit dient vóór de begraving te gebeuren.<br />
Art. 349.9<br />
Bij de aanvraag voor een bouwactiviteit of het aanbrengen van bouwmateriaal dienen<br />
volgende documenten gevoegd:<br />
- een schets met afmetingen en soort materialen m.b.t. het grafmonument.<br />
Art. 349.10<br />
Op het urnenveld zijn enkel volgende zaken toegelaten:<br />
1° één foto per persoon op natuurstenen voetje met een max. diameter en hoogte van 15<br />
cm;<br />
2° één vaasje per grafsteen in natuursteen met een max. diameter en hoogte van 15 cm.<br />
Aan het columbarium:<br />
Op de gedenkplaat mag slechts één vaas of kaarshouder geplaatst worden aan de<br />
rechterzijde.<br />
TITEL 7. HANDEL<br />
HOOFDSTUK 1. Drankslijterijen<br />
Art. 350<br />
Al wie een drankgelegenheid of een inrichting waar eetwaren door het publiek kunnen<br />
gebruikt worden opent, overneemt of verplaatst, is gehouden daarvan voorafgaandelijk<br />
de burgemeester schriftelijk in kennis te stellen.<br />
Onder drankgelegenheid wordt verstaan elke openbare of private plaats die onder<br />
toepassing valt van artikel 1 van de wet van 28 december 1983 betreffende het<br />
verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht.<br />
Deze inrichtingen moeten beantwoorden aan de voorwaarden gesteld in de bijzondere<br />
wetten en in de algemene stedenbouwkundige verordening.
Art. 351<br />
De houder of uitbater van een in dit voorgaande artikel bedoelde inrichting zijn verplicht<br />
hun personeel onmiddellijk bij hun indiensttreding in te schrijven in het daartoe in de<br />
inrichting ter beschikking gehouden personeelsregister.<br />
Afdeling 1. Sluitingsuur<br />
Art. 352.1<br />
De houder of uitbater van de in artikel 351 bedoelde inrichtingen is gehouden te allen tijde<br />
zijn inrichtingen of afhankelijkheden te ontruimen, te sluiten en niet te heropenen:<br />
1. van 3 uur tot 5 uur:<br />
a) de nacht van vrijdag op zaterdag en van zaterdag op zondag, evenals de nacht<br />
voorafgaand aan een wettelijke feestdag;<br />
b) gedurende de periode van kermissen en ommegangen, door de burgemeester te<br />
bepalen;<br />
c) gedurende de jaarlijkse verlofperiode, door de burgemeester te bepalen.<br />
2. van 1 uur tot 5 uur op alle andere dagen van het jaar.<br />
In elk geval moet elke inrichting elke nacht, tussen 3u en 7u, gedurende minstens 2 uur<br />
ononderbroken gesloten worden.<br />
Bij besluit van de burgemeester kan gehele of gedeeltelijke ontheffing van het sluitingsuur<br />
worden toegestaan:<br />
1. bij bijzondere of uitzonderlijke omstandigheden;<br />
en/of<br />
2. mits betaling in handen van de stadsontvanger van de hiervoor verschuldigde taks, zoals<br />
bepaald in het desbetreffende belastingsreglement.<br />
Art. 352.2<br />
De bepalingen van voorgaand artikel zijn niet van toepassing op:<br />
1. familieleden en (inwonende) dienstboden van de uitbater;<br />
2. reizigers en kostgangers die in het logementsregister zijn ingeschreven op voorwaarde<br />
dat zij zich niet in de gelagzaal bevinden;<br />
3. personen die hun aanwezigheid aldaar kunnen wettigen.<br />
Art. 352.3<br />
De houder of uitbater van de in artikel 351 bedoelde inrichtingen is verplicht de politie te<br />
verwittigen wanneer verbruikers weigeren op zijn verzoek op het sluitingsuur zijn inrichting<br />
te verlaten.<br />
Art. 352.4<br />
De houder of uitbater van de in artikel 351 genoemde inrichtingen is verplicht toegang te<br />
verschaffen aan de politie bij hun eerste verzoek, zowel overdag als 's nachts, om de politie<br />
de mogelijkheid te bieden er eventuele misdrijven op te sporen, vast te stellen of te doen<br />
ophouden.<br />
Art. 352.5<br />
De inrichtingen zoals bedoeld in artikel 351 kunnen door de politie ontruimd of gesloten<br />
worden, zelfs vóór het er van toepassing zijnde sluitingsuur, in geval van wanorde of<br />
wanneer de openbare orde en rust wordt verstoord, wanneer aan de aanmaningen van de<br />
politie geen onmiddellijk gevolg wordt gegeven of wanneer na een aanmaning tijdens<br />
dezelfde nacht dezelfde onregelmatigheden worden vastgesteld.
Art. 352.6<br />
De burgemeester kan de sluiting bevelen voor een bepaalde duur van de in artikel 351<br />
bedoelde inrichtingen waar de openbare rust werd verstoord of waar buren- en/of<br />
milieuhinder werd vastgesteld of waarvan de houder of uitbater geweigerd heeft de bevelen<br />
van de politie op te volgen.<br />
Hij kan ook te allen tijde de toegestane afwijkingen op het sluitingsuur intrekken of<br />
beperken.<br />
Waar de hinder afkomstig is van muziekuitzendingen, kan de burgemeester er tijdelijk alle<br />
muziekuitzendingen verbieden.<br />
Bij sluiting van een inrichting door de politie of de burgemeester of bij intrekking van de<br />
afwijking op het sluitingsuur, kan de reeds betaalde taks niet teruggevorderd worden.<br />
Afdeling 2. Gegiste en sterke dranken<br />
Onderafdeling 1. Toepassingsgebied<br />
Art. 353<br />
Onverminderd alle andere en hogere regelgeving waaraan een *drankgelegenheid dient<br />
te voldoen, gelden de volgende bepalingen voor vaste en *rondreizende<br />
drankgelegenheden.<br />
Onderafdeling 2. Openen van een drankgelegenheid en het schenken van gegiste<br />
dranken<br />
Art. 354<br />
Het is verboden een drankgelegenheid te openen en er gegiste dranken te verkopen,<br />
tenzij men over een positief bericht van de gemeente beschikt.<br />
Hiertoe dient een aanvraag voorafgaand aan de opening te worden gericht aan de<br />
gemeente.<br />
Na controle van de moraliteit van de houder, de eventuele lasthebber en de bij deze<br />
personen inwonende of in de inrichting wonende personen die aan de exploitatie van de<br />
drankgelegenheid meehelpen (conform de artikelen 11 en <strong>12</strong> van de wet van 28<br />
december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank) kan er<br />
een positief bericht worden afgeleverd door de gemeente.<br />
Onderafdeling 3. *Sterke dranken<br />
Art. 355<br />
Het is verboden sterke dranken te verkopen in een drankgelegenheid, zelfs gratis en in<br />
welke hoeveelheid ook, zonder over de vereiste vergunning te beschikken.<br />
De vergunning dient aangevraagd te worden bij het college van burgemeester en<br />
schepenen.<br />
Na controle van de moraliteit (conform de artikelen 11 en <strong>12</strong> van de wet van 28<br />
december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank) van<br />
de houder, de eventuele lasthebber en de bij deze personen inwonende of in de inrichting<br />
wonende personen die aan de exploitatie van de drankgelegenheid meehelpen kan de<br />
vergunning voor de verkoop van sterke dranken door het college van burgemeester en<br />
schepenen worden afgeleverd.
Onderafdeling 4. Gemeenschappelijke bepalingen<br />
Art. 356<br />
Het positief bericht respectievelijk de vergunning is persoonsgebonden. Elke sluiting of<br />
wijziging in de exploitatie van een drankgelegenheid dient meegedeeld te worden aan de<br />
gemeente respectievelijk het college van burgemeester en schepenen.<br />
HOOFDSTUK 2. Markten<br />
Art. 357<br />
Het opstellen van de kramen mag pas aanvangen om 6 uur 's morgens en moet voltooid<br />
zijn voor 08u30. De ontruiming mag niet beginnen voor <strong>12</strong> uur en moet uiterlijk tegen<br />
13u30 voltooid zijn. Handelaars die een vaste standplaats hebben moeten tegen 07u45<br />
aanwezig zijn, zoniet kan hun plaats toegewezen worden aan een losse handelaar. Indien<br />
er een vervangingsmarktdag beslist is, moet het innemen van de plaatsen gebeuren na<br />
<strong>12</strong> uur en voor 14 uur. De ontruiming dient te gebeuren na 16u30 en moet voltooid zijn<br />
tegen 19 uur.<br />
Art. 358<br />
De standplaatshouder draagt de verantwoordelijkheid alle voorzorgen te nemen opdat<br />
het innemen kan gebeuren zonder lawaai- of milieuhinder. Elke deelnemer en zijn<br />
personeel dienen de nodige voorzorgen te nemen om het vervuilen van het marktterrein<br />
te beperken.<br />
Art. 359<br />
Het gebruik van elektriciteit en van gastoestellen dient te gebeuren met materiaal<br />
conform de wetgeving.<br />
Het is verboden verwarmingstoestellen te gebruiken die niet voldoen aan alle<br />
veiligheidsnormen. Voor de afkoeling, verwarming of gelijk welk ander doel is het<br />
verboden verbrandingsmotoren te bezigen. Handelaars die elektrische stroom afnemen<br />
van de geplaatste kabines zijn verplicht de door het college van burgemeester en<br />
schepenen vastgestelde kostprijs te betalen. De door de gemeente ter beschikking<br />
gestelde elektrische stroom mag niet aangewend worden voor de verwarming van het<br />
kraam. De marktkramers mogen slechts maximaal 1.500 W gebruiken voor de verlichting<br />
van hun kraam.<br />
Art. 360<br />
De voertuigen die niet ingericht worden voor de verkoop, moeten verwijderd zijn van de<br />
markt, vooraleer de verkoop mag beginnen.<br />
Art. 361<br />
Elkeen welke door de gemeente toelating verleend werd deel te nemen aan het<br />
marktgebeuren, hetzij ambulante handelaars, hetzij anderen, heeft de verplichting op<br />
een positieve manier bij te dragen tot een vlot verloop en hinder te vermijden. Loterijen,<br />
kansspelen, fakirs of waarzeggers worden op de markt niet toegelaten.<br />
Art. 362<br />
De rijen kramen en winkelwagens zijn gescheiden door wegen met een minimale breedte<br />
van 3 meter, uitsluitend bestemd voor voetgangers. Het is verboden het verkeer van de<br />
voetgangers te hinderen door voorwerpen te plaatsen, te hangen of achter te laten in die<br />
rijen.<br />
Art. 363<br />
De kramen en winkelwagens dienen zodanig geplaatst op hun perceel dat de uitgestalde<br />
koopwaren niet uitsteken buiten de scheidingslijn tussen de kramen en de doorgangen<br />
voor het publiek. Uitzondering wordt echter gemaakt voor de luiken of een gedeelte van<br />
een kraam dat uitsteekt boven de doorgangsweg en kan beschouwd worden als een
afdak, op voorwaarde dat het zich minimum 2 meter boven de grond bevindt. Die luiken<br />
moeten kunnen weggenomen worden indien veiligheidsdiensten dringend dienen te<br />
passeren. Aan die luiken of uitsteeksels mag in geen geval koopwaar of andere zaken<br />
bevestigd worden, die het gemak van doorgang belemmert.<br />
Art. 364<br />
Het is verboden pinnen of andere scherpe voorwerpen in de grond te slaan. Het is<br />
verboden de bekleding van de marktplaats op enerlei wijze te beschadigen. De<br />
marktkramer zal aansprakelijk gesteld worden voor de door hem aangebrachte schade.<br />
HOOFDSTUK 3. Kermissen en foren<br />
Art. 365<br />
De aanvoer van foor- en kermiswagens en materieel mag slechts beginnen vanaf het uur<br />
bepaald door de burgemeester of de door hem gemachtigde.<br />
Art. 366<br />
Op de kermisterreinen mogen alleen de wagens worden geplaatst die onmisbaar zijn voor<br />
de exploitatie van de inrichtingen. De laadwagens, de voorraadwagens en alle vervoer<br />
dat niet noodzakelijk is tijdens de kermis, moeten worden gestald op een door de<br />
burgemeester of de gemachtigde aangeduide plaats.<br />
Art. 367<br />
Het is verboden de uitbating van hogervermelde inrichtingen te beginnen vóór de<br />
opening van de foor of kermis.<br />
Art. 368<br />
Het afbreken van de kermis mag pas gebeuren na de laatste (officiële) kermisdag, tenzij<br />
andere richtlijnen worden doorgegeven van het college van burgemeester en schepenen<br />
of de gemachtigde.<br />
Art. 369<br />
De elektriciteitsinstallaties en vermogenopwekkende installaties, evenals de aansluitingen<br />
op nutsvoorzieningen, moeten gekeurd zijn en een keuringsattest moet te allen tijde<br />
kunnen worden voorgelegd. Daarnaast moet voor de volledige attractie, voor de eerste<br />
ingebruikname ervan, een door een erkend organisme afgeleverd goedkeuringsattest<br />
worden voorgelegd.<br />
Art. 370<br />
De eigenaars of uitbaters van de foor- en kermisinrichtingen zijn persoonlijk<br />
verantwoordelijk om uiterlijk bij het verlaten van hun standplaats, de standplaats en de<br />
onmiddellijke omgeving ervan in staat van volkomen netheid te brengen. Daartoe zullen<br />
zij al het afval meenemen.<br />
Art. 371<br />
Bij het ontstaan van ongeregeldheden bij of in foor- en kermisinrichtingen, zijn de<br />
eigenaars of uitbaters verplicht op een eerste vordering van de burgemeester of van de<br />
politiediensten, deze onverwijld te sluiten en gesloten te houden zolang de bevoegde<br />
overheid zulks nodig acht.<br />
Art. 372<br />
Het voorschrift van vorig artikel geldt eveneens voor de eigenaars of uitbaters van die<br />
foor- en kermisinrichtingen waarvan de sluiting in het belang van de openbare orde,<br />
veiligheid of gezondheid nodig wordt geoordeeld.
Art. 373<br />
De bezoekers van de foor- en kermisinrichtingen zijn gehouden, na vordering of op bevel<br />
tot sluiting, onmiddellijk deze inrichtingen te verlaten of er zich van te verwijderen.<br />
TITEL 8. OPENBARE VOORZIENINGEN<br />
HOOFDSTUK 1. Stedelijke infrastructuur<br />
Art. 374.1<br />
De bezoekers van de stedelijke infrastructuur verbinden zich ertoe de huishoudelijke<br />
reglementen en de hierbij aansluitende richtlijnen van het toezichthoudend personeel na<br />
te leven.<br />
HOOFDSTUK 2. Sport<br />
Art. 374.2<br />
De bepalingen van dit hoofdstuk betreffende het gebruik van de stedelijke<br />
sportinfrastructuur zijn van toepassing op:<br />
- de stedelijke sporthallen De Dageraad en De Vlasschaard,<br />
- de ruimten van 't Fabriekske,<br />
- de sporthal van de LORGO 315 op het ogenblik dat zij door de stad, na te zijn<br />
afgehuurd van de LORGO door de stad, aan derden ter beschikking wordt gesteld,<br />
- de kleedkamers van de onderbouw van de nieuwe zittribune (kant oefenvelden), alsook<br />
de kleedkamers in de onderbouw van de staantribune bezoekers (kant Gavers).<br />
Art. 374.3<br />
Voormelde sportinfrastructuur is alleen toegankelijk voor het publiek, door groepen en<br />
particulieren op de dagen en uren en onder de voorwaarden vastgesteld door het college<br />
van burgemeester en schepenen.<br />
Art. 374.4<br />
Geen toegang wordt verleend aan:<br />
1. personen die in dronken toestand verkeren;<br />
2. personen die door hun wangedrag de openbare orde, rust of veiligheid storen;<br />
3. personen die zich om andere redenen in een staat bevinden die hun weigering<br />
rechtvaardigt, zelfs indien ze op welke wijze ook een toegangsbewijs hebben bekomen.<br />
Art. 374.5<br />
Het is verboden de voormelde sportinfrastructuur te betreden buiten de openingsuren,<br />
uitgezonderd voor de personen belast met het toezicht.<br />
Art. 374.6<br />
De bezoekers en gebruikers mogen alleen deze delen van de voormelde<br />
sportinfrastucutuur betreden die uitdrukkelijk voor toegang van het publiek zijn bestemd.<br />
Art. 374.7<br />
Auto's, motorfietsen , bromfietsen en fietsen mogen niet binnen worden gebracht. Zij<br />
dienen op plaatsen die daarvoor zijn aangeduid te worden geplaatst.<br />
Art. 374.8<br />
Het is verboden dieren binnen te brengen. Eigenaars en/of houders die op één of andere<br />
wijze de sportaccomodatie binnendringen, zijn aansprakelijk voor alle door deze dieren<br />
veroorzaakte schade.
Art. 374.9<br />
In de stedelijke sportinfrastructuur is het verboden:<br />
- te roken,<br />
- zich om te kleden buiten de daartoe aangewezen kleedkamers;<br />
- de plaatsen in vuile toestand achter te laten;<br />
- zich onbetamelijk te gedragen;<br />
- de infrastructuur en de uitrusting te verontreinigen of te beschadigen;<br />
- de toiletten te beschadigen of de aflopen te verstoppen;<br />
- gevaarlijke voorwerpen binnen te brengen;<br />
- voorwerpen, vreemd aan de beoefende sport, te werpen of tuigen te laten ontploffen of<br />
knallen;<br />
- zich onnodig in de gangen en op de trappen op te houden, zodat de doorgang<br />
belemmerd wordt;<br />
- de afsluitingen te beklimmen, erop te zitten of erop te staan; zelf de tribunes te<br />
verplaatsen;<br />
- de orde of veiligheid te verstoren of het normaal verloop van de wedstrijden of<br />
trainingen te hinderen;<br />
- het personeel te hinderen bij het toezicht.<br />
Art. 374.10<br />
De sportinfrastructuur mag enkel worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor ze is<br />
bestemd, tenzij schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen.<br />
Art. 374.11<br />
Papier en afval dienen in de daartoe bestemde afvalmanden te worden gedeponeerd.<br />
Art. 374.<strong>12</strong><br />
De kleedkamers mogen slechts worden betreden uiterlijk 30 minuten voor de aanvang<br />
van de oefeningen of start van de opwarming voor de wedstrijden. 30 minuten na de<br />
oefeningen dienen zij verlaten te worden.<br />
Art. 374.13<br />
Het betreden van de sportvelden in voormelde infrastructuur is uitsluitend toegestaan<br />
met aangepast sportschoeisel dat geen schade toebrengt aan de vloer (lichtkleurige<br />
zool). Dit verbod geldt niet voor de neutrale zone.<br />
Art. 374.14<br />
De toestellen en het materiaal mogen alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor zij<br />
zijn bestemd. De gebruikte toestellen dienen na afloop van de activiteiten op de daartoe<br />
voorziene plaatsen te worden teruggezet.<br />
Art. 374.15<br />
Het is verboden collectes te houden, steunkaarten en voorwerpen te verkopen, tombola's<br />
in te richten, tenzij met schriftelijke toelating van het college van burgemeester en<br />
schepenen.<br />
Art. 374.16<br />
De door het toezichthoudend personeel gegeven richtlijnen, alsmede de op de daartoe<br />
voorziene borden aangebrachte onderrichtingen dienen te allen tijde stipt te worden<br />
nageleefd.<br />
Art. 374.17<br />
Personen die weigeren de gegeven richtlijnen of de aangebrachte onderrichtingen na te<br />
leven kunnen de toegang worden ontzegd of kunnen uit de inrichting verwijderd worden.
Art. 374.18<br />
De verenigingen en/of particulieren die de toelating hebben gekregen om voormelde<br />
sportinfrastructuur te gebruiken, of zij die daarvan zonder de noodzakelijke toelating<br />
gebruik maken, zijn verantwoordelijk voor alle schade die door hun leden of henzelf<br />
wordt veroorzaakt. De toegebrachte schade dient onmiddellijk aan de sportdienst<br />
gemeld. De herstellingskosten zullen op eerste verzoek worden vereffend.<br />
HOOFDSTUK 3. Jeugd<br />
Art. 374.19<br />
De speeltoestellen op de stedelijke speelpleinen en op andere gemeentelijke<br />
eigendommen mogen enkel worden gebruikt voor de functies waarvoor ze ontworpen<br />
zijn.<br />
Art. 374.20<br />
Met behoud van de overige wettelijke of reglementaire bepalingen ter zake is in de<br />
gebouwen en op de terreinen van het jeugdcentrum TSAS de verkoop van alcoholische<br />
drank aan jongeren van minder dan 16 jaar verboden.<br />
Het is op de terreinen van het jeugdcentrum TSAS, behoudens in de overdekte<br />
gedeeltes, tijdens activiteiten verboden in het bezit te zijn van glazen en flessen.<br />
Het is verboden op de terreinen of in de gebouwen van het jeugdcentrum TSAS in het<br />
bezit te zijn van voorwerpen die als wapens of projectiel kunnen worden gebruikt.<br />
Het is verboden op de terreinen of in de gebouwen van het jeugdcentrum TSAS te<br />
verblijven in een dergelijke lichamelijke of psychische staat die het vlot verloop van de<br />
activiteit of veiligheid van de aanwezigen in het gedrang brengt of kan brengen (bvb.<br />
dronkenschap, onder invloed van psychotrope stoffen).<br />
HOOFDSTUK 4. Gebruik van het gemeentelijk autoleerrijpark<br />
Art. 374.21<br />
Het autorijleerpark, gelegen langs de Stasegemsesteenweg, is toegankelijk voor de<br />
personen die aan de volgende voorwaarden voldoen:<br />
1) a) de kandidaat-bestuurders die houder en drager zijn van een 'bewijs dat geldt als<br />
rijbewijs' geldig voor de categorie B vergezeld van hun begeleider; en<br />
b) de leerlingen van een erkende autorijschool die praktisch onderricht volgen voor het<br />
bekomen van een rijbewijs categorie B vergezeld van hun onderrichter.<br />
2) de kandidaat-bestuurder of leerling-bestuurders die het autorijleerpark gebruikt buiten<br />
de periodes van het prioritair gebruik van de Harelbeekse Autorijschool moet bovendien in<br />
het bezit zijn van een schriftelijke toelating afgegeven op het politiecommissariaat.<br />
Het eerste lid geldt onverminderd de prioritaire gebruikstoelating toegekend aan de<br />
Harelbeekse Autorijschool.<br />
Art. 374.22<br />
De toelating waarvan in het vorig artikel sprake, vermeldt de dagen en uren waarop de<br />
houder gebruik mag maken van het autorijleerpark.<br />
De dagen en uren waarop het prioritair gebruik van de Harelbeekse Autorijschool geldt<br />
zullen in de overeenkomst met deze rijschool worden vermeld.<br />
Art. 374.23<br />
De toegang tot en het gebruik van het autorijleerpark is verboden op de dagen dat het<br />
eerste elftal van de ploegen die in het stedelijk Forestiersstadion hun thuisbasis hebben hun<br />
thuiswedstrijden spelen:
- vanaf vier volle uren voor de match tot twee volle uren erna indien de betrokken ploeg<br />
actief is in eerste of tweede klasse van de nationale voetbalcompetitie voor mannen of in<br />
een nationale of internationale bekercompetitie voor mannen.<br />
- vanaf twee volle uren voor de match tot twee volle uren erna indien de betrokken ploeg<br />
actief is in een andere voetbalcompetitie.<br />
Art. 374.24<br />
Onafgezien van het bezit van een toelating zoals voorzien, is het gebruik van het<br />
autorijleerpark ook verboden in alle omstandigheden wanneer het niet meer mogelijk is te<br />
zien op een afstand van 200 m.<br />
Art. 374.25<br />
Elke in het autorijleerpark voorhanden zijnde uitrusting mag slechts gebruikt worden voor<br />
de uitvoering van de rijproef waarvoor zij bestemd is.<br />
Art. 374.26<br />
Elke gebruiker van het autorijleerpark is overeenkomstig de artikelen 1382 e.v. van het<br />
Burgerlijk Wetboek aansprakelijk voor de veroorzaakte schade.<br />
Elke beschadiging moet, behoudens indien zij door de Harelbeekse Autorijschool of een van<br />
haar leerlingen zou zijn veroorzaakt, door de houder van de toelating onmiddellijk<br />
gesignaleerd worden aan de plaatselijke politie.<br />
Elke beschadiging geeft aanleiding tot het betalen van een schadevergoeding aan wie het<br />
behoort.<br />
Art. 374.27<br />
Door het eenvoudig verblijf in het autorijleerpark verklaren de gebruikers zich te<br />
onderwerpen aan alle beschikkingen van dit hoofdstuk.<br />
Tevens ontslaan zij de stad van elke verantwoordelijkheid te hunnen opzichte.<br />
Artikel 2:<br />
Deze politieverordening wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 186 van het<br />
Gemeentedecreet. Ze treedt in werking op 01.07.2010.<br />
Artikel 3:<br />
Volgende verordeningen en reglementen, tot op heden van toepassing op het<br />
grondgebied van de stad <strong>Harelbeke</strong>, die betrekking hebben op de openbare orde, rust en<br />
veiligheid, gezondheid en reinheid, en vastgesteld werden overeenkomstig artikel 119<br />
van de Nieuwe Gemeentewet worden opgeheven:<br />
1° de algemene politieverordening van de stad <strong>Harelbeke</strong>, vastgesteld bij<br />
gemeenteraadsbesluit van 19.10.1992, gewijzigd bij beslissingen van de gemeenteraad<br />
van 19.04.1993, 29.11.1993, 24.06.1996, 04.11.1996, 18.11.1996, 16.<strong>12</strong>.1996,<br />
21.<strong>12</strong>.1998, <strong>12</strong>.07.1999, 16.11.1999, 19.03.2001, 21.05.2001, 15.07.2002, 18.11.2002,<br />
06.09.2004, 20.<strong>12</strong>.2004 en 14.04.2008.<br />
2° alle overige beslissingen van de gemeenteraad die betrekking hebben op de openbare<br />
orde, rust en veiligheid, gezondheid en reinheid, en vastgesteld werden overeenkomstig<br />
artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet.<br />
Deze opheffing gebeurt met ingang van de inwerkingtreding van deze algemene<br />
politieverordening, conform de bepalingen van artikel 187 Gemeentedecreet.<br />
Artikel 4:<br />
Afdeling 11 “Het containerpark” van de bij deze beslissing goedgekeurde algemene<br />
politieverordening van de stad <strong>Harelbeke</strong> wordt opgeheven met ingang van de
openstelling van het containerpark ten behoeve van de inwoners van de stad <strong>Harelbeke</strong><br />
door IMOG op gronden van deze intercommunale gelegen langs de Kortrijksesteenweg.<br />
Artikel 5:<br />
Alle overtredingen die worden gepleegd na de inwerkingtreding van deze<br />
politieverordening worden onderworpen aan de sancties van huidige politieverordening.<br />
Artikel 6:<br />
Een afschrift van onderhavige politieverordening wordt toegestuurd aan de Deputatie van<br />
de Provincieraad, de Procureur des Konings, de griffier van de rechtbank van eerste<br />
aanleg te Kortrijk, de griffier van de politierechtbank van Kortrijk, aan de sanctionerend<br />
ambtenaren, de bemiddelingsambtenaar, de korpschef van de Politiezone GAVERS<br />
(Deerlijk en <strong>Harelbeke</strong>) en aan de voorzitter van het politiecollege.<br />
29. Vragenkwartiertje.<br />
1. Raadslid Rosanne Mestdagh:<br />
Het raadslid stelt dat de rommel, gelegen aan het hokje van de groendienst op de<br />
Arendswijk, nog niet is opgeruimd. Ook aan de Beeklaan ligt een hoop snoeiafval. Idem<br />
wat betreft afval aan de glascontainer.<br />
In de Berkenlaan, kant Gulden-Sporenstraat, vragen de bewoners om de berken te<br />
snoeien.<br />
Antwoord van de diensten.<br />
Het snoeiafval werd in de week van 19.04.2010 versnipperd. Dit bleef een tijdje<br />
aanslepen omdat enkele dringende taken er tussen werden genomen (bomen in<br />
de Rodenbachlaan en pinussen in de Broelstraat). Het zwerfvuil werd ook al<br />
weggehaald.<br />
De diensten vonden het niet nodig om de berken in de Berkenlaan deze winter<br />
een snoeibeurt te geven. In die tussentijd is de snoeiperiode voorbij, maar<br />
volgende winter zal men nagaan of de bomen al dan niet moeten gesnoeid<br />
worden.<br />
2. Raadslid Hendrik Deprez:<br />
Het raadslid stelt twee maanden geleden te hebben gevraagd wat er gebeurt met de<br />
markt. Het raadslid stelt toen te hebben gevraagd of het juist was wat in de krant stond.<br />
Het raadslid heeft toen zijn bezorgdheid geuit om over dit punt te kunnen discuteren in<br />
de raad. Het raadslid stelt dat het antwoord was dat de markt niet voor het verlof naar<br />
<strong>Harelbeke</strong>-centrum verhuist. Het raadslid stelt nu weer in de krant te hebben gelezen dat<br />
vanaf juni 2010 het marktgebeuren op het Marktplein zou doorgaan, eventueel met een<br />
aansluitende tussentijdse verhuis naar het Forestiersstadion.<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
Er komt over deze zaak nog een vergadering. Men is nog de enquêtes aan het<br />
verwerken. De voorzitter van de marktkramersvereniging is geen lid van het college en<br />
kan dus niet namens het college spreken.<br />
Antwoord schepen Luc Callewaert:<br />
De schepen stelt de voorzitter van de marktkramersverenigingen als sinds het begin van<br />
het jaar niet meer te hebben gezien.
Antwoord schepen Alain Top:<br />
De schepen stelt aan de betrokken journalist enkel de planning van de timing voor de<br />
definitieve marktaanleg te hebben voorgelegd. De schepen stelt eveneens aan de<br />
journalist te hebben meegedeeld dat de terugkeer van het marktgebeuren gekoppeld is<br />
aan de herinrichting van de markt. Verder stelt de schepen dat de maand juni 2010 enkel<br />
slaat op de timing met betrekking tot de afwerking van het Marktplein. De schepen stelt<br />
niet verantwoordelijk te zijn voor de conclusies van de journalist.<br />
3. Raadslid Frieda Van Themsche:<br />
Het raadslid suggereert dat de stad de kranten maar moet aanschrijven en moet zeggen<br />
dat er terzake nog niets werd beslist. Het raadslid vraagt ook aan de pers dat deze<br />
gedurende de hele raadszitting zou blijven.<br />
Raadslid Van Themsche vraagt ook wie verkeerslichten waarop benevens een groen licht<br />
ook een afslagpijl voorkomt zal aanpassen. Het raadslid verwijst naar een uitspraak van<br />
een Kortrijkse rechter die beklaagde heeft vrijgesproken wegens twijfel wanneer een<br />
algemeen groen licht en een rode afslagpijl samen functioneren.<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
Wanneer deze verkeerslichten zich op een gewestweg bevinden zal het gewest dit dienen<br />
aan te passen.<br />
Raadslid Van Themsche komt terug op de prijs van de identiteitskaarten. De stad vraagt<br />
14 euro. Het raadslid heeft gemerkt dat de kostprijs aan het rijk te betalen <strong>12</strong>,50 euro is.<br />
Het raadslid dacht dat de stad niets meer vroeg dan de werkelijke kost.<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
Dit klopt, het verschil tussen <strong>12</strong>,50 euro en 14 euro dekt nog niet de kost voor de stad.<br />
4. Raadslid Rik Vandenabeele:<br />
Het raadslid wijst erop dat de aanplakborden, gebruikt voor het uithangen van de<br />
vergunning Bistierland, te hoog zijn en niet leesbaar. Het raadslid stelt te hebben gelezen<br />
in het verslag van de jeugdraad dat La BarRock vroeg beroep te kunnen doen op<br />
subsidies van <strong>Harelbeke</strong> Muziekstad.<br />
Antwoord schepen Francis Pattyn:<br />
Er is een reglement muziekfestivals in opmaak. La BarRock kan daar nog geen gebruik<br />
van maken. Daarom is overeengekomen dat La BarRock dezelfde toelage uit <strong>Harelbeke</strong><br />
Muziekstad zal kunnen genieten.<br />
5. Raadslid Dominique Windels:<br />
Het raadslid stelt dagelijks te worden bevraagd door de burger over de plaats van het<br />
marktgebeuren. Het raadslid vraagt of deze problematiek kan worden geagendeerd op<br />
een volgende gemeenteraad.<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
De burgemeester wijst erop dat op 5 mei 2010 pas de voorstellen met betrekking tot de<br />
herinrichting van het Marktplein door een jury worden beoordeeld. Pas daarna kan de<br />
discussie in verband met de herlocalisatie van het marktgebeuren starten.
Besloten zitting<br />
30. Aanwijzen van een tweede gemeenteambtenaar belast met het opleggen van<br />
administratieve geldboetes.<br />
Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch:<br />
Op <strong>12</strong>.04.2010 heeft de gemeenteraad een nieuwe algemene politieverordening (APV)<br />
goedgekeurd. In deze verordening wordt, in toepassing van art. 119bis van de Nieuwe<br />
Gemeentwet (NGW) gekozen voor de toepassing van de gemeentelijke administratieve<br />
geldboete voor de bestraffing van de overtreding van de bepalingen van deze<br />
verordening.<br />
Het K.B. van 07.01.2001 tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de<br />
ambtenaar en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet van 13.05.1991<br />
betreffende de invoering van gemeentelijke administratieve sancties bepaalt dat de<br />
gemeenteraad de gemeentesecretaris of een ambtenaar van het niveau waarvoor een<br />
universitair diploma van de tweede cyclus of gelijkgesteld vereist is (niveau master), kan<br />
aanduiden voor het opleggen van de administratieve geldboetes bedoeld in art. 119bis<br />
NGW.<br />
De gemeenteraad heeft op 19.03.2001 de heer Frank Detremmerie, rechtskundig<br />
adviseur van de stad <strong>Harelbeke</strong> al aangewezen als gemeenteambtenaar binnen de stad<br />
<strong>Harelbeke</strong> bevoegd voor het opleggen van administratieve geldboetes bedoeld in art.<br />
119bis van de Nieuwe Gemeentewet (NGW).<br />
Om de continuïteit van de werking te garanderen - bvb. bij verbodsbepaling, ziekte of<br />
vakantie - is het nodig over een tweede sanctionerende ambtenaar te beschikken.<br />
De stad <strong>Harelbeke</strong> vormt met de gemeente Deerlijk één politiezone. Sedert maart 2009<br />
werkte de jurist van de stad <strong>Harelbeke</strong> samen met de juriste van de gemeente Deerlijk<br />
aan de nieuwe APV.<br />
Het college te Deerlijk zal de aanstelling van de heer Frank Detremmerie aan de<br />
gemeenteraad van Deerlijk voorstellen zodoende dat dezelfde ambtenaar voor de gehele<br />
zone kan optreden.<br />
De juriste van de gemeente Deerlijk - mevr. Sarah Barbe, geboren te Kortrijk op<br />
13.01.1984, thans wonende te Deerlijk, Hoekstraat 11 – is licentiate in de rechten en<br />
voldoet zodoende aan het aangehaalde K.B. van 07.01.2001.<br />
De gemeenteraad is van oordeel dat mevr. Barbe door haar vooropleiding, haar<br />
medewerking aan de nieuwe APV en haar taakinvulling binnen het gemeentebestuur te<br />
Deerlijk in aanmerking komt voor aanstelling als tweede gemeente-ambtenaar binnen de<br />
stad <strong>Harelbeke</strong> belast met het opleggen van administratieve geldboetes.<br />
Na beraadslaging in besloten zitting;<br />
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />
- de nieuwe gemeentewet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken,<br />
de artikelen 119bis zoals thans van kracht;<br />
- het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken,<br />
art. 43 par. 2, 10° zoals thans van kracht;<br />
- het K.B. van 07.01.2001 tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de<br />
ambtenaar en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet van 13.05.1991<br />
betreffende de invoering van gemeentelijke administratieve sancties zoals thans<br />
van kracht.<br />
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Gaat over tot de geheime stemming met betrekking tot de aanwijzing van mevr. Sarah<br />
Barbe tot tweede gemeente-ambtenaar belast met het opleggen van administratieve<br />
geldboetes binnen de stad <strong>Harelbeke</strong>.<br />
23 leden nemen aan de stemming deel.<br />
De uitslag is als volgt :<br />
Er zijn 23 stemmen voor het voorstel.<br />
Er zijn 0 stemmen tegen het voorstel.<br />
Er zijn 0 onthoudingen en ongeldige stemmen.<br />
Zodoende dient vastgesteld dat mevr. Sarah Barbe de volstrekte meerderheid van de<br />
geldig uitgebrachte stemmen heeft behaald.<br />
Om deze redenen;<br />
BESLUIT :<br />
Stelt mevr. Sarah Barbe, geboren te Kortrijk op 13.01.1984, thans wonende te Deerlijk,<br />
Hoekstraat 11 aan als tweede gemeente-ambtenaar binnen de stad <strong>Harelbeke</strong> belast met<br />
het opleggen van administratieve geldboetes.<br />
Beveelt de betekening van de beslissing aan voormelde ambtenaar.<br />
VARIA BIJ DE DAGORDEPUNTEN<br />
Punt 2: Groot onderhoud wegen 2010: 1. Herstel KWS-verhardingen Hulste.<br />
Goedkeuren bestek, raming (63 345 euro + btw) en gunningswijze.<br />
Raadslid Michaël Vannieuwenhuyze:<br />
Het raadslid heeft geen problemen met het beschermend herstel, maar dringt er toch op<br />
aan dat zo'n herstel in die mate voldoende is dat de weg er na enige tijd niet opnieuw<br />
onveilig bijligt. Het raadslid vraagt zich ook af of er wel een link kan worden gelegd<br />
tussen de tijdelijke bescherming enerzijds en de aanleg van drukriolen anderzijds. Klopt<br />
die link wel? Komen drukriolen in het midden van de baan? Verder vraagt het raadslid<br />
aandacht voor wegen met een 'hoge rug' waarbij meteen ook de rand van de weg hoger<br />
komt te liggen. Dit kan oorzaak zijn van ongevallen. Het raadslid wijst er tot slot ook op<br />
dat de Noordstraat er niet goed bijligt. Bij het passeren van voertuigen komen stukken<br />
los van vier à vijf centimeter. Deze kunnen geparkeerde voertuigen beschadigen.<br />
Antwoord schepen Luc Callewaert:<br />
Schepen Callewaert wijst erop dat de situatie in de Noordstraat bekend is. Hij wijst erop<br />
dat de 'rug' op landelijke wegen als probleem eveneens is gekend. De zaak is echter<br />
moeilijk aan te pakken omdat landelijke wegen geen fundering hebben en het verkeer<br />
ten opzichte van het verleden zwaarder is geworden. Men kan dergelijke wegen eigenlijk<br />
alleen affrezen. Wat betreft de duurzaamheid van het herstel wijst de schepen erop dat<br />
er inderdaad in het najaar, wegens de dringendheid, een aantal herstellingen zijn<br />
uitgevoerd op een ogenblik dat de weersomstandigheden eigenlijk niet meer ideaal<br />
waren.
Raadslid Donald Langedock:<br />
Een tweetal maanden geleden werd een stand van zaken werd gevraagd van de<br />
inspanningen van de stad met betrekking tot het onderhoud van de wegen naar<br />
aanleiding van de winterschade. Het raadslid dringt er andermaal op aan dat dit naar de<br />
burger wordt gecommuniceerd. Naar het oordeel van het raadslid kan dergelijke lijst ook<br />
een zicht geven op de financiële impact, zodat men tijdig een inschatting kan maken over<br />
de financiële impact op de budgetwijziging 2010.<br />
Raadslid Rik Vandenabeele:<br />
Het raadslid vraagt ook aandacht voor de Eikenstraat. Het raadslid heeft vernomen dat er<br />
in het weekend een ongeval is gebeurd met een fietser, doordat deze putten diende te<br />
ontwijken.<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
De burgemeester stelt nog geen schadedossier te hebben gezien.<br />
Ten opzichte van raadslid Michaël Vannieuwenhuyze wijst de burgemeester op het<br />
bestaan van een herstellijst. Deze week en de volgende week worden al een aantal<br />
straten aangepakt. Uiteraard geldt de herstellijst onder voorbehoud van de<br />
weersomstandigheden. De burgemeester deelt mee dat wie wil deze lijst kan krijgen<br />
(nvdr: de lijst werd inmiddels aan alle gemeenteraadsleden gemaild). De burgemeester<br />
wijst er tot slot op dat de stad altijd kiest voor de best mogelijke herstelmethode,<br />
rekening houdend met de budgettaire beperkingen.<br />
Raadslid Donald Langedock:<br />
Het raadslid vindt de actie van het college positief en is blij dat er werd geanticipeerd.<br />
Het raadslid wijst er andermaal op dat de burger van deze aanpak op de hoogte moet<br />
worden gebracht.<br />
Punt 6: Aankoop van een watergeefgroep voor de groendienst. Goedkeuren<br />
bestek, raming (6 198,35 euro + btw) en gunningswijze.<br />
Raadslid Michaël Vannieuwenhuyze:<br />
Het raadslid vraagt om de ramingen altijd met btw op te geven. Op die wijze kan met<br />
gemakkelijker vergelijken. Het raadslid wijst er ook op dat de aankoop van de<br />
watergeefgroep en de aankoop van de aanhangwagen identiek wordt geraamd. Het<br />
raadslid vraagt of het gaat over een gesplitste factuur.<br />
Antwoord schepen Inge Bossuyt:<br />
Neen, het gaat om een toeval. Het gaat bovendien enkel om ramingen.<br />
Antwoord van de burgemeester en de plaatsvervangende secretaris:<br />
De ramingen worden altijd zonder btw weergegeven omdat de financiële grenzen in de<br />
wetgeving overheidsopdrachten grenzen zijn exclusief btw en andere belastingen.<br />
Bovendien is de toepasselijke belastingsvoet bijna altijd 21 %.
Punt 8: Slopen oude gebouwtjes Arendswijk-site, bouwen van een nieuw<br />
inkomsas, heraanleggen terrein en herstellen dak overblijvende gebouwen.<br />
Goedkeuren aangepast bestek, raming (53 077,53 euro + btw) en<br />
gunningswijze.<br />
Raadslid Rosanne Mestdagh:<br />
Het raadslid dankt het college voor het uitbreiden van de petanquevelden. Het raadslid<br />
wijst er wel op dat er tussen 1 en 10 juli in de wijk een speelstraat wordt georganiseerd.<br />
Het organisatiecomité zou daarbij graag het lokaaltje op de site van de gewezen school<br />
Arendswijk kunnen gebruiken.<br />
Antwoord schepen Francis Pattyn:<br />
Dit zal worden geprobeerd. Het raadslid wordt op de hoogte gehouden.<br />
Raadslid Michaël Vannieuwenhuyze:<br />
Het raadslid verwondert er zich over dat de asbestinventaris niet in orde was. Een<br />
dergelijk belangrijk item zou toch van meet af aan in orde moeten zijn.<br />
Antwoord schepen Francis Pattyn:<br />
Deze asbestinventaris wordt nu inderdaad aangepast. Blijkbaar zat er meer asbest in het<br />
gebouw dan aanvankelijk voorzien.<br />
Punt 9: Renovatie stadhuis – fase IIIa: heropbouw Marktstraat 31 + restauratie<br />
33-35 en deel SABV. Lot verwarming, ventilatie en sanitair. Goedkeuren bestek,<br />
raming (337 614,50 euro + btw) en gunningswijze.<br />
Raadslid Rik Wanzeele:<br />
Het raadslid vraagt dat voor grote projecten waar verschillende bestekken voor worden<br />
opgemaakt, in het dossier een overzicht wordt gegeven van de totale gegunde of nog<br />
begrootte werken. Zodoende wordt overzicht gehouden en kan men nagaan of men al<br />
dan niet dreigt het oorspronkelijk voorziene krediet te overschrijden.<br />
Punt 10: Renovatie stadhuis – fase IIIa: heropbouw Marktstraat 31 +<br />
restauratie 33-35 en deel SABV. Lot elektrische installaties. Goedkeuren bestek,<br />
raming (258 443 euro + btw) en gunningswijze.)<br />
Raadslid Kathleen Duchi:<br />
Het raadslid wijst erop dat de voorgelegde ramingen niet min zijn. Gezien het ook over<br />
verouderde gebouwen met een dure energiefactuur gaat vraagt het raadslid of de<br />
duurzaamheidsambtenaar of het intern studiebureel in de toekomst aandacht kan hebben<br />
voor de energieproblematiek.<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
Dit is een terechte opmerking. De energieproblematiek moet beter worden opgevolgd.<br />
Daarom wordt ook in het voorgelegde bestek al een nieuwe automatische regeling voor<br />
de verwarming in het bestaande gebouw voorzien.<br />
Raadslid Rik Vandenabeele:<br />
Het raadslid vraagt waarom niet voor alles een openbare aanbesteding wordt gebruikt.
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
Voor kleinere projecten is dit niet interessant, gezien de te volgen procedure. Zodoende<br />
wordt een openbare aanbesteding enkel gebruikt voor de grote dossiers.<br />
Punt 11: Herziening Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Advies in het kader<br />
van het openbaar onderzoek.<br />
Raadslid Frieda Van Themsche:<br />
Het raadslid vraagt, wanneer er nieuwe bedrijventerreinen worden ingericht, voldoende<br />
aandacht voor groen. Het raadslid vraagt verder dat de toegang naar nieuwe<br />
bedrijventerreinen in de toekomst niet wordt georganiseerd via landelijke wegen.<br />
Antwoord schepen Filip Kets:<br />
De schepen wijst erop dat dergelijke problematieken nog niet aan de orde zijn. Hier gaat<br />
het over het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. De concrete aanleg van<br />
bedrijventerreinen, met inbegrip van inrichtingen en mobliteitsproblematiek, is nog niet<br />
aan de orde.<br />
Raadslid Rik Wanzeele:<br />
Het raadslid komt tussen om het advies van de raadscommissie verder te verduidelijken<br />
als volgt:<br />
- Het is niet de bedoeling geweest om een zoekzone af te wijzen als dusdanig. De<br />
raadscommissie heeft wel willen aangeven dat, naar haar oordeel, de strook tussen<br />
de N36 en de N36d – gegeven de ontsluitingsmogelijkheden en het feit dat er geen<br />
bebouwde kom in de nabijheid ligt – de zone is die wanneer zij wordt omgeturnd tot<br />
een zone voor lokaal bedrijventerrein het best in aanmerking komt. De<br />
raadscommissie heeft daarmee niet willen zeggen dat andere locaties sowieso<br />
uitgesloten zijn.<br />
- De raadscommissie wil eveneens dat de N36 op vier vakken wordt gebracht.<br />
Raadslid Donald Langedock:<br />
Het raadslid dankt het raadslid Wanzeele voor zijn toelichting. Het raadslid meent dat de<br />
tekst van de toelichtingsnota zwaar en onduidelijk was.<br />
Raadslid Hendrik Deprez:<br />
Het raadslid stelt dat de raad zich moet realiseren dat men twintig jaar geleden<br />
gechanteerd werd over de industriezone. Later is dat herhaald wanneer de N36 van twee<br />
maal twee rijstroken tot één maal één rijstrook werd teruggebracht. Ook met betrekking<br />
tot het Deltapark werd men met een kluitje in het riet gestuurd. Op het Deltapark –<br />
thans Evolis – is er geen enkele kmo te vinden. Het raadslid wijst erop dat er nu weer<br />
discussie is geweest in de raadscommissie en na de fracties van maandag al weer zaken<br />
zouden zijn veranderd. Het raadslid pleit ervoor de N36, wegens constante<br />
fileproblematiek, te verbreden en werk te maken van een kmo-zone die naam waardig.<br />
In die optiek vraagt het raadslid de hoofdelijke stemming.<br />
Raadslid Frieda Van Themsche:<br />
Het raadslid wijst erop dat, naar haar oordeel, de gemeenteraad niet zo fatalistisch mag<br />
zijn. Men mag niet zomaar zeggen: "Ze luisteren toch niet". Men moet blijven aandringen<br />
op twee maal twee rijstroken voor de N36 en een kmo-zone.
Antwoord schepen Filip Kets:<br />
De zone tussen de twee N36's zou inderdaad kunnen in aanmerking komen om ingericht<br />
te worden als een kmo-zone. Men mag echter ook niet vergeten dat daarna nog een<br />
gemeentelijk ruimtelijk structuurplan moet worden opgemaakt eens de zone is<br />
toegewezen.<br />
Antwoord schepen Luc Callewaert:<br />
De schepen wijst erop dat het niet eenvoudig zal zijn om de ring op twee maal twee<br />
rijstroken te brengen, gezien de E3-Prijstunnel daarop niet is gedimensioneerd.<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
De burgemeester wijst erop dat de vraag om de N36 op twee maal twee rijstroken te<br />
brengen duidelijk in het advies zoals het in het dossier zit is voorzien.<br />
Daarop wordt de zitting geschorst tussen 21.10 uur en 21.20 uur.<br />
Na deze schorsing doet raadslid Hendrik Deprez afstand van zijn vraag tot hoofdelijke<br />
stemming.<br />
Punt <strong>12</strong>: Aanleg kampeerterrein mobilhomes. Goedkeuren bestek, raming (77<br />
967,45 euro + btw) en gunningswijze.<br />
Raadslid Michaël Vannieuwenhuyze:<br />
Het raadslid maakt een aantal punctuele opmerkingen op het bestek en formuleert<br />
dienaangaande volgende voorstellen:<br />
- In plaats van gewone steenslag wordt voorgesteld om, als bodembedekking voor de<br />
parkeerplaatsen van de zwerfwagens, rasters gevuld met gras of steenslag te<br />
gebruiken. Dit is waterdoorlatend.<br />
- Het lozingspunt ligt te dicht bij de omheining en is te klein. Er wordt voorgesteld het<br />
naar boven te verplaatsen en te vergroten. Reden: het loospunt zit niet bij alle<br />
zwerfwagens op dezelfde plaats.<br />
- Wat parkeertarieven betreft vraagt men een systeem te voorzien dat een lager<br />
tarief toelaat wanneer men enkel komt lozen en water inslaan.<br />
- Er wordt gevraagd het kampeerterrein nog wat uit te breiden. In de week staan er<br />
al tussen zes en zeven voertuigen en in de weekends tussen elf en twaalf. Dit is al<br />
meer dan voorzien.<br />
- Het raadslid vraagt ook aandacht voor de bomen. Deze moeten tijdig worden<br />
gesnoeid, tenzij de takken voldoende zacht zouden zijn.<br />
Antwoord schepen Alain Top:<br />
De schepen antwoordt als volgt:<br />
- Het plan dat nu voorligt is een plan met één enkele in- en uitrit omdat een plan met<br />
een afzonderlijke in- en uitrit en een verharding daartussen veel duurder is.<br />
- De parkeerplaatsen zelf zijn aangelegd in waterdoorlatende materie.<br />
- Het lozingspunt zou inderdaad beter centraal worden geplaatst en groter zijn.<br />
- De tarifiëring voor het gebruik is nog niet aan de orde. Dit komt terug bij de<br />
aanpassing van het retributiereglement.<br />
- Wat de vraag tot uitbreiding betreft. Dit lijkt nog niet aan de orde. De cijfers komen<br />
van piekperiodes. Met acht plaatsen moet er normaal voldoende aanbod zijn.<br />
- Er zullen een aantal bomen worden gerooid en een aantal bomen blijven staan.
- Als de nieuwe site opengaat wordt de elektriciteitsvoorziening, de wateraansluiting<br />
bij de oude site weggenomen.<br />
Technische argumentatie van de diensten.<br />
De huidige inplanting is voor de wagens bereikbaar, ongeacht waar het<br />
loospunt zich op de wagen bevindt. Een voorstel om het loospunt tegenaan de<br />
ingang van de parking te voorzien is geen goede keuze vermits ze op die plaats<br />
hinderlijk is voor de toegankelijkheid van de parking.<br />
Mogelijks was de discussie het gevolg van een misverstand over de juiste<br />
situatie van het lozingspunt.<br />
Wat de afmetingen van de put betreft : dit is een omgekeerde pyramidevorm<br />
70x70cm met opening in de punt. Wie daar naast loost is zo onzorgvuldig dat<br />
een groter deksel ook niet zal helpen.<br />
Schepen Francis Pattyn:<br />
De schepen vraagt hoe het gebruik zal worden betaald. Met jetons die men aankoopt via<br />
de lokale middenstand – zodat men die kan leren kennen - of met een betaalkaart?<br />
Antwoord schepen Alain Top:<br />
Er zal een betaalautomaat met een bankkaart worden voorzien.<br />
Raadslid Rik Vandenabeele:<br />
Het raadslid doet een voorstel tot het aanstellen van een vaste zaalwachter.<br />
Antwoord schepen Alain Top:<br />
De sportdienst zal dit opvolgen. Ieder voertuig zal moeten beschikken over een ticket<br />
aan de voorruit. Er zal ook controle zijn.<br />
Raadslid Rik Vandenabeele:<br />
Het raadslid wijst erop dat naar zijn oordeel nu wordt gedoucht in de sporthal zonder dat<br />
er wordt betaald omdat er in de sporthal niemand is.<br />
Antwoord schepen Alain Top:<br />
Het is onmogelijk dat in de sporthal 24 uur op 24 uur iemand aanwezig is. Er wordt wel<br />
altijd door iemand gesloten. Voor wat betreft de sporthal de Dageraad is dat de<br />
exploitant van de sporthal.<br />
Punt 16: Aankoop van digitale borden voor de gemeentescholen van de stad<br />
<strong>Harelbeke</strong>. Goedkeuren bestek, raming (17 355,37 euro + btw) en<br />
gunningswijze.<br />
Raadslid Frieda Van Themsche:<br />
Het raadslid informeert naar de toekomst van de stadsschool 'Kameleon'. Werd met de<br />
toekomstplannen van deze school bij de opmaak van het bestek rekening gehouden?<br />
Wordt over de toekomst van 'Kameleon' nog gesproken?<br />
Antwoord schepen Francis Pattyn:<br />
De borden zijn gemakkelijk verplaatsbaar. De gesprekken over de 'Kameleon' zijn<br />
lopende.
Punt 17: Aankoop wegmeubilair (octopus) voor schoolomgevingen – fase 2010.<br />
Goedkeuren bestek, raming (13 722 euro + btw) en gunningswijze.<br />
Raadslid Frieda Van Themsche:<br />
Het raadslid vraagt of er in de toekomst nog scholen zijn voorzien. Hoe werden deze<br />
scholen gekozen? De gemeenteschool te Hulste ligt toch niet op een zo drukke plaats.<br />
Antwoord schepen Inge Bossuyt:<br />
Er komt nog een derde fase met de school in de Ballingenweg en op de Zandberg. De<br />
keuze werd gemaakt op basis van de drukte aan de school, overleg met de directie (wie<br />
intekende via verkeerslessen kreeg prioriteit) en wegenwerken.<br />
Repliek raadslid Frieda Van Themsche:<br />
Het raadslid wijst erop dat vroeger al gevraagd werd de schoolomgeving te markeren,<br />
maar dat toen werd gezegd dat de schoolomgevingen duidelijk genoeg werden<br />
aangeduid. Het raadslid neemt er akte van dat men nu toch bijzondere maatregelen<br />
voorziet.<br />
Punt 18: Budgetwijziging 1 en 2 – 2010. Goedkeuring.<br />
Raadslid Michaël Vannieuwenhuyze:<br />
Het raadslid dringt aan om ervoor te zorgen dat er geen verkeerde ramingen worden<br />
gemaakt. Men moet daar voldoende aandacht voor hebben. Het raadslid waarschuwt ook<br />
dat het gevaarlijk is investeringen te financieren met verkopen waarvan de koopsom nog<br />
niet is ontvangen. Het raadslid verwijst in die zin naar het Infraxdossier.<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
Ramingen zijn soms ook verkeerd omdat er bijvoorbeeld discussie is omtrent de omvang<br />
van het openbaar domein. De burgemeester verwijst in die optiek naar het project in de<br />
Twee-Bruggenstraat. Pas later is duidelijk geworden dat het openbaar domein liep tot<br />
aan de gevel van de woningen. Wat betreft de financiering van de investeringen via de<br />
opbrengst van de verkoop van de rioleringen aan Infrax West, wijst de burgemeester<br />
erop dat het grootste deel van het bedrag al binnen is.<br />
Raadslid Dirk Opbrouck:<br />
Het raadslid heeft een probleem met het feit dat in de Tuinstraat, voor het stuk tussen<br />
het Stationsplein en de Ballingenweg, opnieuw tweerichtingsverkeer zou worden<br />
ingevoerd en dat daarvoor 75 000 euro is voorzien in de voorgelegde budgetwijziging.<br />
Het raadslid wijst erop dat de aanleg van dit stukje als eenrichtingsverkeersweg veel geld<br />
gekost heeft, dat men geen rekening houdt met het verlies aan parkeerplaatsen en dat<br />
men evenmin rekening houdt met de bewoners van dit stukje straat. Daarop geeft het<br />
raadslid een overzicht van het intern besluitvormingsproces waaruit moet blijken dat,<br />
volgens het raadslid, geen rekening werd gehouden met het standpunt van de beperkte<br />
verkeerscommissie en met het standpunt van de raadscommissie mobliliteit. Het raadslid<br />
wenst zich dan ook te onthouden met betrekking tot de budgetwijziging.<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
De heraanleg als tweerichtingsverkeersweg van dit stukje Tuinstraat zal wel nog naar de<br />
raadscommissie mobiliteit komen. De planning is nog uit te werken. Het gaat nu nog<br />
maar over een budgetwijziging.
Raadslid Kathleen Duchi:<br />
Het raadslid wijst erop dat haar fractie de budgetwijziging zal goedkeuren. Er werd een<br />
goede toelichtende nota toegevoegd. Het raadslid ziet wel uit naar het resultaat van<br />
Dynamo. Bovendien wijst het raadslid erop dat de resultaten naar 2014 toe er niet zo<br />
goed uitzien. Zodoende besluit het raadslid dat voorzichtigheid is geboden.<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
Er is een duidelijke nieuwe aanpak van de nieuwe financieel beheerder.<br />
Raadslid Eric Kerckhof:<br />
Het raadslid pleit er andermaal voor de energiecijfers beter op te volgen. De stad blijkt<br />
een ter beschikking gestelde enquête niet volledig te hebben ingevuld. Het raadslid<br />
betreurt dit. Het raadslid vraagt de cijfers van energie goed op te volgen.<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
De opvolging van de energieproblematiek in de stadsgebouwen kan inderdaad beter<br />
worden georganiseerd.<br />
Punt 21: Infrax West. Kennisname verslag over de activiteiten in 2009.<br />
Aanduiden vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de<br />
algemene vergadering van 1 juni 2010 en vaststellen van hun mandaat.<br />
Raadslid Hendrik Deprez:<br />
Het raadslid stelt in verband met een kapot lichtpunt naar het stadhuis te hebben gebeld.<br />
Aldaar werd het raadslid rechtstreeks naar de diensten van Infrax West in Torhout<br />
doorverwezen. Het raadslid vraagt zich af of er dan niemand is op het stadhuis die zich<br />
deze problematiek aantrekt en dergelijke vragen doorspeelt.<br />
Antwoord schepen Luc Callewaert:<br />
Het secretariaat van de ingenieurs centraliseert een en ander en stuurt dat door naar<br />
Infrax. De schepen wijst er wel op dat sinds de WVEM overgegaan is in Infrax West de<br />
administratie is verzwaard. Zo komt men soms, wanneer men belt naar Infrax West, in<br />
Hasselt terecht en ontstaat er een communicatieprobleem.<br />
Schepen Francis Pattyn:<br />
De schepen stelt naar een vergadering van Infrax te zijn geweest. Infrax heeft<br />
beterschap beloofd.<br />
Raadsleden Rik Wanzeele en Dirk Opbrouck:<br />
Beiden bevestigen dat deze problematiek door Infrax West beter kan worden aangepakt.<br />
Beiden doen een oproep aan schepen Callewaert als ondervoorzitter.<br />
Punt 22: Infrax West. Goedkeuren statutenwijziging.<br />
Raadslid Dominique Windels:<br />
Het raadslid wijst erop dat hij al dikwijls heeft gevraagd om effectief een<br />
energieboekhouding bij te houden en daaraan de nodige maatregelen te koppelen. Het<br />
raadslid wijst erop dat een ambtenaar die zich daarmee bezighoudt zichzelf terugbetaalt.
Raadslid Eric Kerckhof:<br />
Het raadslid vraagt om deze suggestie na te gaan en om met de resultaten van de<br />
energieboekhouding ook effectief iets te doen.<br />
Punt 23: Intercommunale Maatschappij voor Openbare Gezondheid (Imog).<br />
Kennisname verslag over de activiteiten in 2009. Aanduiden vertegenwoordiger<br />
en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van 18<br />
mei 2010 en vaststellen van hun mandaat.<br />
Raadslid Dirk Opbrouck:<br />
Het raadslid heeft de voorbereiding van de jaarvergaderingen van de diverse<br />
intercommunales meegemaakt. De uitleg aldaar was zeer summier en er waren ook<br />
weinig vragen, dit – wat Imog betreft – ondanks een tekort van ongeveer<br />
3 000 000 euro. Het raadslid vraagt zich af wat daarvoor de reden is. Mag men zich,<br />
gelet op het tekort, nog op zijn gemak voelen?<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
De burgemeester verwijst, ter verantwoording van het tekort, naar het herstel van de<br />
oven, de prijsdaling van papier en karton en het feit dat op de stortplaats in Moen quasi<br />
niets meer mag worden gestort. Desgewenst kan het raadslid meer cijfers krijgen. De<br />
burgemeester gaat ervan uit dat een en ander zich normaal moet herstellen in 2010.<br />
Raadslid Rik Wanzeele:<br />
Het raadslid sluit zich aan bij de opmerking van raadslid Dirk Opbrouck. De cijfers zijn<br />
om van te duizelen, vandaar dat het raadslid de vraag stelt of het niet nodig is om een<br />
reserve aan te leggen. Leiedal doet dat ook.<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
De raad van bestuur van Imog heeft beslist geen grote reserves aan te leggen.<br />
Raadslid Eric Kerckhof:<br />
Het raadslid stelt dat op de vergadering waarop raadslid Opbrouck alludeert de vraag<br />
was hoe men met een kapitaalsverhoging van 500 000 euro een verlies van<br />
3 000 000 zal kunnen rechttrekken. Het raadslid had daarover graag de volgende maal<br />
toelichting gehad.<br />
Punt 25: Vaststellen aanvullend reglement op het wegverkeer. Regeling<br />
beperkte parkeertijd Hulstedorp.<br />
Raadslid Carine Haezebrouck:<br />
Het raadslid is akkoord met het aanvullend wegverkeersreglement te Hulste maar vraagt<br />
dat de centrumparking ook duidelijk wordt gesignaleerd. Nu is deze parking, gelegen<br />
achter de kerk, via een te laag bij de grond aangebracht bord gesignaleerd.<br />
Punt 28: Uniforme algemene politieverordening. Hervaststelling.<br />
Raadslid Frieda Van Themsche:<br />
Het raadslid stelt dat GAS er is gekomen omdat de parketten er niet in slagen om de<br />
feiten te vervolgen. Het raadslid betreurt dat, ondanks het vele werk van de juridische
dienst, er een geringe belangstelling was op de informatievergadering. Het raadslid drukt<br />
er ook op dat de prioriteiten regelmatig worden bekeken, geëvalueerd en eventueel<br />
worden bijgestuurd.<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
Er komt voldoende feedback.<br />
Raadslid Michaël Vannieuwenhuyze:<br />
Het raadslid stelt dat zijn fractie tevreden is met de organisatie van de inspraak in dit<br />
dossier. Evenwel maakt het raadslid een opmerking met betrekking tot de uitnodiging tot<br />
de vergadering. Het raadslid vraagt of het nu officieel een vergadering was dan wel een<br />
officieuze vergadering. Het raadslid stelt de indruk te hebben dat, wanneer de brief wordt<br />
gelezen, het gaat om een officieuze vergadering.<br />
Antwoord voorzitter Willy Vandemeulebroucke:<br />
De voorzitter had een verenigde commissie verwacht, maar dit kon blijkbaar niet omdat<br />
de stad dit niet heeft. Naar het oordeel van de voorzitter was het een informele<br />
vergadering.<br />
Raadslid Dirk Opbrouck:<br />
Het raadslid stelt eveneens vast dat in deze algemene politieverordening veel werk moet<br />
zijn gegaan. Het raadslid wenst echter te wijzen op twee punten. Het raadslid vraagt een<br />
regelmatige en eenvoudige communicatie naar de bevolking. Het raadslid vraagt ook om<br />
van <strong>Harelbeke</strong> geen politiestaat te maken en de penalisatie in evenredigheid tot de feiten<br />
te houden.<br />
Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />
De invoering van GAS heeft niet de bedoeling om inkomsten te genereren. GAS is het<br />
ultiem middel bij het bestrijden van de overlast. Wat de communicatie betreft, er zijn al<br />
artikels voorzien in de infokrant. Ze zullen regelmatig worden herhaald en er komt ook<br />
een algemene folder.<br />
Raadslid Frieda Van Themsche:<br />
Het raadslid vraagt dat het systeem via de prioriteiten niet in het belachelijke wordt<br />
getrokken. Het raadslid wijst ook op de noodzaak van een juiste communicatie.<br />
OPENBARE STEMMINGEN<br />
Punt 18 :<br />
Stemden tegen: de raadsleden Frieda Van Themsche, Rik Vandenabeele en Michaël<br />
Vannieuwenhuyze.<br />
Onthielden zich: voorzitter Willy Vandemeulebroucke en raadslid Dirk Opbrouck.<br />
Punt 19 :<br />
Stemden tegen: de raadsleden Frieda Van Themsche en Rik Vandenabeele.<br />
De overige besluiten in openbare stemming werden genomen met unanimiteit der<br />
stemmen van de aanwezige leden.
VERSLAG<br />
Er worden geen opmerkingen gemaakt op het verslag van 8 maart 2010 dat als<br />
goedgekeurd mag worden beschouwd.<br />
_______________________________________________________________________<br />
De zitting eindigt om 23.55 u.<br />
_______________________________________________________________________<br />
Carlo Daelman<br />
<strong>Stad</strong>ssecretaris<br />
Willy Vandemeulebroucke<br />
Voorzitter