04.11.2014 Views

12 april - Stad Harelbeke

12 april - Stad Harelbeke

12 april - Stad Harelbeke

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN<br />

<strong>12</strong> APRIL 2010<br />

Aanwezig :<br />

De heer Willy Vandemeulebroucke,<br />

voorzitter van de gemeenteraad<br />

Mevrouw Rita Beyaert<br />

burgemeester<br />

De heren Luc Callewaert (afw. bij pt. 28), Alain Top, Filip Kets (afw. bij pt. 17 en pt. 28),<br />

Francis Pattyn, mevrouw Inge Bossuyt<br />

Schepenen<br />

en mevrouw Sofie Decavele<br />

Vz OCMW (niet stemgerechtigd)<br />

De dames en heren Hendrik Deprez (afw. vanaf pt. <strong>12</strong> t.e.m. pt. 17 en bij pt. 25), Dirk<br />

Opbrouck, Rik Wanzeele (afw. vanaf pt. <strong>12</strong> t.e.m. pt. 17 en vanaf pt. 24), Frieda Van<br />

Themsche (afw. bij pt. 1), Carl Six (afw. bij de ptn 11 en vanaf 28), Carine Haezebrouck<br />

(afw. bij pt. 1), Rik Vandenabeele, Rosanne Mestdagh, Dominique Windels (afw. vanaf<br />

pt. 14 t.e.m. pt. 17 en bij pt. 25), Kathleen Duchi, Johny Ver Eecke, Donald Langedock,<br />

Marleen Rogiers, Eric Kerckhof, Claudine Dumortier, Olivier Vanryckeghem, Marleen<br />

Callens, Michaël Vannieuwenhuyze<br />

gemeenteraadsleden<br />

de heer Frank Detremmerie<br />

plaatsvervangend stadssecretaris<br />

Verontschuldigd:<br />

Schepen Rik Pattyn en raadslid David Vandekerckhove.<br />

Raadslid Libertus Dejonckere (overleden)<br />

_______________________________________________________________________<br />

De zitting begint om 19.40 u.<br />

_______________________________________________________________________<br />

Bij de aanvang van de gemeenteraadszitting wordt er een minuut stilte gehouden ter<br />

nagedachtenis van het overleden raadslid Libertus Dejonckere (Gemeentebelangen).<br />

De zitting werd geschorst vanaf 21.10 u. tot 21.20 u.<br />

Openbare zitting<br />

***<br />

DAGORDE<br />

1. Aanpassen van het waterleidingsnet naar aanleiding van de aanleg van het<br />

dubbelrichtingsfietspad in de Zandbergstraat. Goedkeuren bestek, raming (44 552<br />

euro), toelating tot uitvoering van de werken en financieringswijze.<br />

2. Groot onderhoud wegen 2010: 1. Herstel KWS-verhardingen Hulste. Goedkeuren<br />

bestek, raming (63 345 euro + btw) en gunningswijze.<br />

3. Groot onderhoud wegen 2010: 2. Herstel KWS-verhardingen <strong>Harelbeke</strong>. Goedkeuren<br />

bestek, raming (60 250 euro + btw) en gunningswijze.<br />

4. Kosteloze overdracht van grond ter inlijving in het openbaar domein van de Eerste<br />

Aardstraat in Bavikhove door de familie Dujardin en bvba Sucoba. Goedkeuren<br />

ontwerpakte.<br />

5. Herstellen en onderhouden van de vloer en de tafel van de trouwzaal in het stadhuis.<br />

Goedkeuren bestek, raming (6 862 euro + btw) en gunningswijze.


6. Aankoop van een watergeefgroep voor de groendienst. Goedkeuren bestek, raming<br />

(6 198,35 euro + btw) en gunningswijze.<br />

7. Aankoop van een aanhangwagen voor de groendienst. Goedkeuren bestek, raming<br />

(6 198,35 euro + btw) en gunningswijze.<br />

8. Slopen oude gebouwtjes Arendswijk-site, bouwen van een nieuw inkomsas,<br />

heraanleggen terrein en herstellen dak overblijvende gebouwen. Goedkeuren<br />

aangepast bestek, raming (53 077,53 euro + btw) en gunningswijze.<br />

9. Renovatie stadhuis – fase IIIa: heropbouw Marktstraat 31 + restauratie 33-35 en<br />

deel SABV. Lot verwarming, ventilatie en sanitair. Goedkeuren bestek,<br />

raming (337 614,50 euro + btw) en gunningswijze.<br />

10. Renovatie stadhuis – fase IIIa: heropbouw Marktstraat 31 + restauratie 33-35 en<br />

deel SABV. Lot elektrische installaties. Goedkeuren bestek, raming (258 443 euro +<br />

btw) en gunningswijze.<br />

11. Herziening Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Advies in het kader van het<br />

openbaar onderzoek.<br />

<strong>12</strong>. Aanleg kampeerterrein mobilhomes. Goedkeuren bestek, raming (77 967,45 euro +<br />

btw) en gunningswijze.<br />

13. Vervangen scheidingswanden sporthallen <strong>Harelbeke</strong> en Bavikhove. Goedkeuren<br />

bestek, raming (24 000 euro + btw) en gunningswijze.<br />

14. Aankoop van ICT-materiaal. Goedkeuren bestek, raming (109 825 euro + btw) en<br />

aansluiten bij het raamcontract 2007-20<strong>12</strong> van de stad Kortrijk.<br />

15. Leveren en plaatsen van een spanplafond in alle lokalen van het cafetaria in het<br />

cultureel centrum het Spoor. Goedkeuren bestek, raming (8 650 euro + btw) en<br />

gunningswijze.<br />

16. Aankoop van digitale borden voor de gemeentescholen van de stad <strong>Harelbeke</strong>.<br />

Goedkeuren bestek, raming (17 355,37 euro + btw) en gunningswijze.<br />

17. Aankoop wegmeubilair (octopus) voor schoolomgevingen – fase 2010. Goedkeuren<br />

bestek, raming (13 722 euro + btw) en gunningswijze.<br />

18. Budgetwijziging 1 en 2 – 2010. Goedkeuring.<br />

19. Vaststellen belastingsreglement op de vergunningen voor de exploitatie van diensten<br />

voor het verhuren van voertuigen met een bestuurder.<br />

20. Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW). Vervangen vertegenwoordiger<br />

in het provinciaal comité.<br />

21. Infrax West. Kennisname verslag over de activiteiten in 2009. Aanduiden<br />

vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene<br />

vergadering van 1 juni 2010 en vaststellen van hun mandaat.<br />

22. Infrax West. Goedkeuren statutenwijziging.


23. Intercommunale Maatschappij voor Openbare Gezondheid (Imog). Kennisname<br />

verslag over de activiteiten in 2009. Aanduiden vertegenwoordiger en<br />

plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van 18 mei 2010<br />

en vaststellen van hun mandaat.<br />

24. Vaststellen aanvullend reglement op het wegverkeer. Regeling zone met beperkte<br />

parkeertijd (blauwe zone) centrum en stationsomgeving.<br />

25. Vaststellen aanvullend reglement op het wegverkeer. Regeling beperkte parkeertijd<br />

Hulstedorp.<br />

26. Vaststellen aanvullend reglement op het wegverkeer. Verplaatsen oversteekplaats<br />

voor voetgangers Overleiestraat 138.<br />

27. Samenwerkingsovereenkomst verkeersbordendatabank. Goedkeuring.<br />

28. Uniforme algemene politieverordening. Hervaststelling.<br />

29. Vragenkwartiertje.<br />

Besloten zitting<br />

30. Aanwijzen van een tweede gemeenteambtenaar belast met het opleggen van<br />

administratieve geldboetes.<br />

Openbare zitting<br />

******<br />

1. Aanpassen van het waterleidingsnet naar aanleiding van de aanleg van het<br />

dubbelrichtingsfietspad in de Zandbergstraat. Goedkeuren bestek, raming<br />

(44 552 euro), toelating tot uitvoering van de werken en financieringswijze.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch :<br />

Naar aanleiding van de geplande werken in de Zandbergstraat wenst de VMW – tussen<br />

de Venetiëlaan en de Zavelstraat (= linkerkant richting R8 – Kortrijk) - hun onder de<br />

rijweg gelegen leiding te vervangen door een leiding in het voetpad (gezamenlijke sleuf<br />

met Infrax).<br />

De kostprijs voor deze verlegging wordt door de VMW geraamd op 44.552,00 euro, hetzij<br />

30 314,80 euro voor het aanpassen van de netleiding en het overkoppelen van de<br />

huisaansluitingen en 14 238 euro voor het vernieuwen van de huisaansluitingen. Het<br />

vernieuwen van de huisaansluitingen valt volledig ten laste van de VMW. Het resterend<br />

gedeelte valt ten laste van de stad. Voor het gedeelte van de stad kan gerekend worden<br />

voor 75% op het solidariteitsfonds binnen de VMW. Voor de resterende 25% kan de stad<br />

gebruik maken van haar autonome investeringskredieten.<br />

Volgend jaar volgt dan de aanleg van het waterleidingsnet in het resterende stuk, vanaf<br />

de Zavelstraat tot aan de R8, bij de heraanleg van de voetpaden in de Zandbergstraat (=<br />

linkerkant richting R8 – Kortrijk).<br />

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het voormelde bestek, de raming en de<br />

financiering (art. 42 par. 1 van het gemeentedecreet) goed te keuren. Er wordt tevens<br />

gevraagd toelating te geven de genoemde werken uit te voeren.<br />

De gemeenteraad is bevoegd op grond van haar residuaire bevoegdheid.


Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />

bevoegdheden van de Gemeenteraad.<br />

Gezien de stukken van het dossier.<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 23 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />

BESLUIT :<br />

Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan de raming opgemaakt door de Vlaamse<br />

Maatschappij voor Watervoorziening te Kortrijk en waarbij het aanpassen van het<br />

waterleidingsnet naar aanleiding van de aanleg van het dubbelrichtingsfietspad in de<br />

Zandbergstraat wordt geraamd op 44 552,00 euro, zonder btw verschuldigd.<br />

Art. 2 : Deze werken worden gefinancierd met autonome investeringskredieten die bij de<br />

VMW voor <strong>Harelbeke</strong> ter beschikking staan.<br />

2. Groot onderhoud wegen 2010: 1. Herstel KWS-verhardingen Hulste.<br />

Goedkeuren bestek, raming (63 345 euro + btw) en gunningswijze.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

De voorbije winter heeft heel wat schade veroorzaakt aan het wegennet.<br />

In het kader van het jaarlijks onderhoud van de wegen wordt voorgesteld om in zo veel<br />

mogelijk straten een beschermend herstel uit te voeren zodat de wegenis voor een<br />

redelijke tijd opnieuw in goede staat is. Deze werkwijze is tevens ingegeven door het feit<br />

dat in de komende jaren langs de meeste landelijke wegen door Infrax West<br />

drukrioleringen zullen dienen aangelegd te worden in uitvoering van het recent<br />

goedgekeurde zoneringsplan. Tijdens die werken kan dan van de gelegenheid gebruik<br />

gemaakt worden om meer duurzame herstelmethodes te gebruiken.<br />

Door de Technische Dienst werden de te herstellen straten zo veel mogelijk opgesplitst in<br />

functie van hun situering op het grondgebied, de dringendheid van uitvoering, de aard<br />

van de herstelling en rekeninghoudend met de budgettaire mogelijkheden.<br />

In huidig dossier worden volgende onderhoudswerken voorgesteld :<br />

egalisering + bestrijking in :<br />

- Muizelstraat : tussen Oostrozebekestraat en Aardappelstraat ;<br />

egalisering + overlaging in :<br />

- Oostrozebekestraat : tussen Muizelstraat en huisnr. <strong>12</strong> ;<br />

- Oostrozebekestraat : tussen Aardappelstraat en 2 e Doorsnijdstraat.<br />

In het kader van de opdracht met als voorwerp “Groot onderhoud wegen 2010 : 1.<br />

Herstel KWS-verhardingen Hulste” werd een bestek met nr. 1011 opgemaakt door de<br />

Technische Dienst.<br />

De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 63.345,00 excl. BTW of € 76.647,45<br />

incl. 21% BTW<br />

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />

zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze<br />

aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service.<br />

Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 421/735-60 van de<br />

buitengewone dienst.


Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen<br />

beperken artikel 42 betreffende de bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />

- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />

bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;<br />

- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen<br />

beperken de artikels 248 tot 260 betreffende het algemeen administratief toezicht op de<br />

gemeenten;<br />

- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />

inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 17, § 2, 1° a;<br />

- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken<br />

art. <strong>12</strong>0;<br />

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken<br />

art. 3, § 1;<br />

- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />

van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />

Gezien de stukken van het dossier ;<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />

BESLUIT :<br />

Art. 1 :<br />

Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 1011 en de raming voor de opdracht<br />

met als voorwerp “Groot onderhoud wegen 2010 : 1. Herstel KWS-verhardingen Hulste”,<br />

opgemaakt door de Technische Dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals<br />

voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene<br />

aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,<br />

leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 63.345,00 excl. BTW of € 76.647,45<br />

incl. 21% BTW<br />

Art. 2 :<br />

Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />

zonder bekendmaking.<br />

Art. 3 :<br />

De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 421/735-60 van<br />

de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />

3. Groot onderhoud wegen 2010: 2. Herstel KWS-verhardingen <strong>Harelbeke</strong>.<br />

Goedkeuren bestek, raming (60 250 euro + btw) en gunningswijze.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

De voorbije winter heeft heel wat schade veroorzaakt aan het wegennet.<br />

In het kader van het jaarlijks onderhoud van de wegen wordt voorgesteld om in zo veel<br />

mogelijk straten een beschermend herstel uit te voeren zodat de wegenis voor een<br />

redelijke tijd opnieuw in goede staat is.


Door de Technische Dienst werden de te herstellen straten zo veel mogelijk opgesplitst in<br />

functie van hun situering op het grondgebied, de dringendheid van uitvoering, de aard<br />

van de herstelling en rekeninghoudend met de budgettaire mogelijkheden.<br />

In huidig dossier worden volgende onderhoudswerken voorgesteld :<br />

egalisering + bestrijking in :<br />

- Stasegemsestraat ;<br />

- Kouterstraat ;<br />

- Veldstraat : van Papestuk tot Stasegemsestraat ;<br />

- Wagenweg :<br />

- Generaal Deprezstraat : vanaf spoorweg tot rotonde ;<br />

vernieuwen toplaag in :<br />

- Kouterstraat : plaatselijk<br />

In het kader van de opdracht met als voorwerp “Groot onderhoud wegen 2010 : 2.<br />

Herstel KWS-verhardingen <strong>Harelbeke</strong>” werd een bestek met nr. 10<strong>12</strong> opgemaakt door de<br />

Technische Dienst.<br />

De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 60.250,00 excl. BTW of € 72.902,50<br />

incl. 21% BTW.<br />

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />

zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze<br />

aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service.<br />

Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 421/735-60 van de<br />

buitengewone dienst.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen<br />

beperken artikel 42 betreffende de bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />

- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />

bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;<br />

- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen<br />

beperken de artikels 248 tot 260 betreffende het algemeen administratief toezicht op de<br />

gemeenten;<br />

- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />

inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 17, § 2, 1° a;<br />

- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken<br />

art. <strong>12</strong>0;<br />

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken<br />

art. 3, § 1;<br />

- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />

van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />

Gezien de stukken van het dossier ;<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.


BESLUIT :<br />

Art. 1 :<br />

Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 10<strong>12</strong> en de raming voor de opdracht<br />

met als voorwerp “Groot onderhoud wegen 2010 : 2. Herstel KWS-verhardingen<br />

<strong>Harelbeke</strong>”, opgemaakt door de Technische diensten. De lastvoorwaarden worden<br />

vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene<br />

aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,<br />

leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 60.250,00 excl. BTW of € 72.902,50<br />

incl. 21% BTW.<br />

Art. 2 :<br />

Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />

zonder bekendmaking.<br />

Art. 3 :<br />

De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 421/735-60 van<br />

de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />

4. Kosteloze overdracht van grond ter inlijving in het openbaar domein van de<br />

Eerste Aardstraat in Bavikhove door de familie Dujardin en bvba Sucoba.<br />

Goedkeuren ontwerpakte.<br />

Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch :<br />

Aan de Raad wordt de ontwerpakte, voorgelegd voor de kosteloze overdracht van 87,4<br />

m² grond, zijnde delen van de kadastrale percelen 250K2 en 250L2 (4 de afdeling- Sectie<br />

A) gesitueerd in de Eerste Aardstraat te Bavikhove. Deze grond/wegenis is uitgetekend<br />

als lot 3 van het opmetingsplan van landmeter Frank Dewaelsche, welk plan werd<br />

gehecht aan de verkavelingsakte verleden voor notaris op acht september tweeduizend<br />

en negen, overgeschreven op het eerste hypotheekkantoor te Kortrijk op achtentwintig<br />

september daarna.<br />

De overdracht geschiedt in uitvoering van de verkavelingsvergunning van 27 juli 2009 VK<br />

2009/8 ten voordele van de familie Dujardin en BVBA Sucoba. In die verkaveling werd<br />

bedongen dat lot 3 van het verkavelingsplan, bestemd om ingelijfd te worden in het<br />

openbaar domein (wegenis), kosteloos vrij en onbelast moet worden afgestaan aan de<br />

<strong>Stad</strong> <strong>Harelbeke</strong>.<br />

Thans leggen de verkavelaars de ontwerpakte voor die overdracht ter goedkeuring voor.<br />

Door de vertegenwoordiger van de familie en BVBA Sucoba Mevrouw Martina Dujardin,<br />

werd bedoelde akte reeds éénzijdig goedgekeurd.<br />

In functie van de samenstelling van bedoelde akte werd een hypothecair getuigschrift<br />

nopens het door de stad te verwerven goed aangevraagd. Er blijkt geen hypotheek te<br />

rusten op dit goed.<br />

Uit de door OVAM afgeleverde bodemattesten op elf juni tweeduizend en negen blijkt:<br />

voor dit kadastraal perceel zijn geen gegevens beschikbaar in het register van<br />

verontreinigde gronden omdat er geen gegevens beschikbaar zijn bij OVAM. Uit deze<br />

attesten en uit de beschikbare informatie van de technische dienst blijkt dat het hier<br />

geen verontreinigde grond betreft. Er dient geen verder gevolg gegeven aan deze<br />

attesten.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen :<br />

- Het gemeentedecreet en in het bijzonder §2.<strong>12</strong>° van art. 43.


- De decreten en uitvoeringsbesluiten houdende de organisatie van de Ruimtelijke<br />

Ordening<br />

Om deze redenen ;<br />

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ;<br />

Na beraadslaging in openbare zitting ;<br />

Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen ;<br />

BESLUIT :<br />

Artikel 1. :<br />

Goedkeuring wordt verleend om het onroerend goed, voorwerp van onderhavige<br />

beraadslaging, ten openbare nutte en tegen de in het ontwerp van akte aangegeven<br />

voorwaarden kosteloos te verwerven.<br />

Artikel 2. :<br />

De vertegenwoordigers van de stad worden volmacht verleend om de authentieke akte<br />

namens de stad <strong>Harelbeke</strong> te ondertekenen.<br />

Artikel 3. :<br />

Het schepencollege vervult de vereiste administratieve formaliteiten.<br />

5. Herstellen en onderhouden van de vloer en de tafel van de trouwzaal in het<br />

stadhuis. Goedkeuren bestek, raming (6 862 euro + btw) en gunningswijze.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

De huidige bevloering heeft nood aan een opfrissingsbeurt. Ondertussen wordt een<br />

plaatselijke herstelling ter hoogte van de ingangsdeur voorzien. De werken omvatten het<br />

schuren van de vloer en het voorzien van vernislagen volgens noodwendigheid.<br />

Tevens wordt de houten tafel eveneens heropgefrist.<br />

In het kader van de opdracht met als voorwerp “Herstellen en onderhouden van de vloer<br />

en de tafel van de trouwzaal stadhuis” werd een bestek met nr. 1009 opgemaakt door de<br />

Technische diensten.<br />

De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op 6.862,00 euro excl. btw of 8.303,02 euro<br />

incl. 21% btw.<br />

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />

zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling (< 67000 euro) en meerdere<br />

aannemers volgens keuze van het bestuur worden geraadpleegd waarbij onderhandeld<br />

kan worden over de voorwaarden van de opdracht met een of meer van hen. Deze<br />

gunningswijze biedt aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen betreffende prijsvorming en<br />

service.<br />

Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 104/723-60 van de<br />

buitengewone dienst.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />

bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />

- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />

inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a;


- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />

en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2;<br />

- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />

van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />

Gezien de stukken van het dossier ;<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />

BESLUIT :<br />

Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 1009 en de raming voor de<br />

opdracht met als voorwerp “Herstellen en onderhouden van de vloer en de tafel van de<br />

trouwzaal stadhuis”, opgemaakt door de Technische diensten. De lastvoorwaarden<br />

worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de<br />

algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van<br />

werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt 6.862,00 euro excl. btw of<br />

8.303,02 euro incl. 21% btw.<br />

Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />

onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />

Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />

104/723-60 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />

6. Aankoop van een watergeefgroep voor de groendienst. Goedkeuren bestek,<br />

raming (6 198,35 euro + btw) en gunningswijze.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aankoop watergeefgroep” werd een<br />

bestek met ref. watergeefgroep/2010 opgemaakt door de Centrale Aankoopdienst.<br />

De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 6.198,35 excl. btw of € 7.500,00 incl.<br />

21% btw.<br />

Voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />

zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze<br />

aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service.<br />

Het krediet is voorzien in het budget van 2010 op artikel 766/744-51 van de<br />

buitengewone dienst.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />

bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />

- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />

bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;<br />

- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260<br />

betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten;<br />

- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />

inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a;


- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />

en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2;<br />

- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />

van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />

- het aankoopadvies van de de heer Frederique Christiaens, Preventieadviseur, dd. 19<br />

februari 2010;<br />

Gezien de stukken van het dossier ;<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />

BESLUIT :<br />

Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met ref. watergeefgroep/2010 en de<br />

raming voor de opdracht met als voorwerp “Aankoop watergeefgroep”, opgemaakt door<br />

de Centrale Aankoopdienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het<br />

bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de<br />

overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De<br />

kostenraming bedraagt € 6.198,35 excl. btw of € 7.500,00 incl. 21% btw.<br />

Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />

onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />

Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />

766/744-51 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />

7. Aankoop van een aanhangwagen voor de groendienst. Goedkeuren bestek,<br />

raming (6 198,35 euro + btw) en gunningswijze.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aankoop aanhangwagen groendienst”<br />

werd een bestek met ref. aanhangw.2010 opgemaakt door de Dienst Eigen Regie en<br />

Centrale Aankoopdienst.<br />

De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 6.198,35 excl. btw of € 7.500,00 incl.<br />

21% btw.<br />

Voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />

zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze<br />

aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service.<br />

Het krediet is voorzien in het budget van 2010 op artikel 421/743-98 van de<br />

buitengewone dienst.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />

bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />

- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />

bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;<br />

- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260<br />

betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten;


- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />

inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a;<br />

- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />

en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2;<br />

- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />

van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />

- het aankoopadvies van de preventieadviseur dd. 17 maart 2010;<br />

Gezien de stukken van het dossier ;<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />

BESLUIT :<br />

Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met ref. aanhangw.2010 en de<br />

raming voor de opdracht met als voorwerp “Aankoop aanhangwagen groendienst”,<br />

opgemaakt door de Dienst Eigen Regie en de Centrale Aankoopdienst. De<br />

lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals<br />

opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor<br />

aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 6.198,35<br />

excl. btw of € 7.500,00 incl. 21% btw.<br />

Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />

onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />

Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />

421/743-98 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />

8. Slopen oude gebouwtjes Arendswijk-site, bouwen van een nieuw inkomsas,<br />

heraanleggen terrein en herstellen dak overblijvende gebouwen.<br />

Goedkeuren aangepast bestek, raming (53 077,53 euro + btw) en<br />

gunningswijze.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

In de raad van 9 november 2009 werd het bestek, raming (37 495,16 euro + btw) en<br />

gunningswijze inzake het slopen van de oude gebouwtjes Arendswijk-site, bouwen van<br />

een nieuw inkomsas, heraanleggen van het terrein en het herstellen van het dak van de<br />

overblijvende gebouwen goedgekeurd. Na deze goedkeuring werd de<br />

aanbestedingsprocedure gestart. Op de begroting 2009 was 55000,00 euro incl. btw<br />

beschikbaar. De ingediende offertes overschreden het beschikbare krediet waardoor vorig<br />

jaar niet meer gegund kon worden. Intussen werd het aanbestedingsdossier enigszins<br />

aangepast. Er wordt voorgesteld om het bestaande petanqueveld uit te breiden. Ook<br />

het asbestinventaris diende correcter opgemaakt te worden zodat de inschrijvers hun<br />

prijs hiervoor exacter kunnen bepalen.<br />

In het kader van de opdracht met als voorwerp “Slopen oude gebouwtjes Arendswijksite,<br />

bouwen van een nieuw inkomsas, heraanleggen terrein en herstellen dak<br />

overblijvende gebouwen” werd een bestek met nr. 861.2-A.09/02 opgemaakt door BVBA<br />

Arkas.


De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op 53 077,53 euro excl. btw of 64 223,82<br />

euro incl. 21% btw.<br />

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />

zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling (< 67000 euro) en meerdere<br />

aannemers volgens keuze van het bestuur worden geraadpleegd waarbij onderhandeld<br />

kan worden over de voorwaarden van de opdracht met een of meer van hen. Deze<br />

gunningswijze biedt aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen betreffende prijsvorming en<br />

service.<br />

Het krediet is voorzien in de begrotingswijziging 1 van 2010 op artikel <strong>12</strong>4/723-60 van<br />

de buitengewone dienst.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />

bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />

- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />

inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a;<br />

- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />

en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 1;<br />

- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />

van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />

Gezien de stukken van het dossier ;<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />

BESLUIT :<br />

Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 861.2-A.09/02 en de raming<br />

voor de opdracht met als voorwerp “Slopen oude gebouwtjes Arendswijk-site, bouwen<br />

van een nieuw inkomsas, heraanleggen terrein en herstellen dak overblijvende<br />

gebouwen”, opgemaakt door de Technische diensten. De lastvoorwaarden worden<br />

vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene<br />

aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,<br />

leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt 53 077,53 euro excl. btw of 64<br />

223,82 euro incl. 21% btw.<br />

Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />

onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />

Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />

<strong>12</strong>4/723-60 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.


9. Renovatie stadhuis – fase IIIa: heropbouw Marktstraat 31 + restauratie 33-<br />

35 en deel SABV. Lot verwarming, ventilatie en sanitair. Goedkeuren bestek,<br />

raming (337 614,50 euro + btw) en gunningswijze.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

Naast de reeds goedgekeurde voorgaande loten in het renovatiedossier stadhuis – fase<br />

IIIa, worden ook de verwarming, ventilatie en sanitair in een afzonderlijk dossier<br />

opgenomen.<br />

De werken omvatten het leveren en plaatsen van verwarming, ventilatie en sanitair in<br />

het nieuwe gebouw. Er wordt tevens een nieuwe automatische regeling van de<br />

verwarming voorzien die de installatie van zowel het nieuwe als het oude gedeelte<br />

aanstuurt.<br />

In het kader van de opdracht met als voorwerp “Renovatie stadhuis -fase IIIa :<br />

heropbouw Marktstraat 31 + restauratie 33-35 en deel SABV. Lot verwarming, ventilatie<br />

en sanitair” werd een bestek 01.1160 opgemaakt.<br />

De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op 337.614,50 euro excl. btw of 408.513,55<br />

euro incl. 21% btw waarvan 298 447,50 euro excl. btw voor de verwarming en ventilatie<br />

en 39 167,00 euro excl. btw voor het sanitair.<br />

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare aanbesteding<br />

gezien de concurrentie hier maximaal speelt en de gunning van de opdracht kan<br />

plaatsvinden op grond van de laagste aangeboden prijs.<br />

Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 104/723-60 van de<br />

buitengewone dienst.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />

bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />

- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />

bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;<br />

- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260<br />

betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten;<br />

- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen;<br />

- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />

en latere wijzigingen;<br />

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 1;<br />

- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />

van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />

Gezien de stukken van het dossier ;<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />

BESLUIT :<br />

Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek en de raming voor de opdracht met<br />

als voorwerp “Renovatie stadhuis -fase IIIa : heropbouw Marktstraat 31 + restauratie<br />

33-35 en deel SABV. Lot verwarming, ventilatie en sanitair”. De lastvoorwaarden worden<br />

vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene<br />

aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,


leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt 337.614,50 euro excl. btw of<br />

408.513,55 euro incl. 21% btw waarvan 298 447,50 euro excl. btw voor de verwarming<br />

en ventilatie en 39 167,00 euro excl. btw voor het sanitair.<br />

Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare aanbesteding.<br />

Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />

104/723-60 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />

10. Renovatie stadhuis – fase IIIa: heropbouw Marktstraat 31 + restauratie 33-<br />

35 en deel SABV. Lot elektrische installaties. Goedkeuren bestek, raming<br />

(258 443 euro + btw) en gunningswijze.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

Naast de reeds goedgekeurde voorgaande loten in het renovatiedossier stadhuis – fase<br />

IIIa en het in huidige raad voorgelegde lot verwarming, ventilatie en sanitair wordt ook<br />

het lot elektriciteit in een afzonderlijk dossier opgenomen.<br />

De werken omvatten het leveren en plaatsen van alle elektrische voorzieningen<br />

waaronder ook een aansluitpunt voor TV, alarminstallatie, toegangscontrole,<br />

inbraakbeveiliging, verlichtingsarmaturen, muziekuitrusting ten behoeve van het<br />

onthaal/toeristische dienst/infodienst, deurbode & videofonie, de voorzieningen voor het<br />

installeren van een projector en de noodvoeding.<br />

In het kader van de opdracht werd een bestek met nr. 01.1160 opgemaakt.<br />

De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op 258 443,00 euro excl. btw of 3<strong>12</strong> 716,03<br />

euro incl. 21 % btw.<br />

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare aanbesteding<br />

gezien de concurrentie hier maximaal speelt en de gunning van de opdracht kan<br />

plaatsvinden op grond van de laagste aangeboden prijs.<br />

Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 104/723-60 van de<br />

buitengewone dienst.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />

bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />

- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen;<br />

- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />

en latere wijzigingen;<br />

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 1;<br />

- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />

van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />

Gezien de stukken van het dossier ;<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />

BESLUIT :<br />

Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek en de raming voor de opdracht met<br />

als voorwerp “Renovatie stadhuis -fase IIIa : heropbouw Marktstraat 31 + restauratie


33-35 en deel SABV. Lot elektrische installaties”. De lastvoorwaarden worden<br />

vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene<br />

aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,<br />

leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt 258 443,00 euro excl. btw of 3<strong>12</strong><br />

716,03 euro incl. 21 % btw.<br />

Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare aanbesteding.<br />

Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />

104/723-60 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />

11. Herziening Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Advies in het kader van het<br />

openbaar onderzoek.<br />

Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch :<br />

Op <strong>12</strong>.<strong>12</strong>.2008 keurde de Vlaamse Regering een actualisatie en gedeeltelijke herziening<br />

van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) principieel goed. Er loopt een<br />

onderzoek om het structuurplan Vlaanderen grondig te herzien. Op korte termijn opteert<br />

men voor een snelle herziening met planhorizon tot 20<strong>12</strong> onder de vorm van een<br />

addendum aan het RSV.<br />

De plenaire vergadering vond plaats op 27.03.2009. Het college van burgemeester en<br />

schepenen gaf in zitting van 24.03.2009 een opmerking over de categorisering van de<br />

N36. De huidige categorisering als secundaire weg I laat een 2x2 inrichting toe, maar in<br />

praktijk lijkt dit voorbehouden voor de primaire wegen II, vandaar de vraag tot<br />

verhoging van categorie. Het college ondersteunde eveneens de opmerking van Izegem,<br />

die op basis van een onderzoek (naar uitrustingsgraad van verschillende gemeentes)<br />

voor Izegem, <strong>Harelbeke</strong> en Wevelgem een erkenning van hun centrumfunctie vraagt.<br />

De opmerkingen werden niet weerhouden. De vraag betreffende de N36 gaat louter over<br />

de inrichting, een 2x2 inrichting is op heden theoretisch mogelijk. De erkenning van de<br />

centrumfunctie past niet in de eerder beperkte herziening van het RSV en kan bij een<br />

grondige herziening onderzocht worden.<br />

Het ontwerp van het RSV werd door de Vlaamse Regering voorlopig vastgesteld op<br />

18.<strong>12</strong>.2009. Het openbaar onderzoek loopt van 10.02.2010 tot en met 11.05.2010.<br />

Volgens artikel 2.1.3 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is het aan de<br />

gemeenteraad om advies uit te brengen binnen deze termijn.<br />

Het college heeft in zitting van 16.03.2010 op de mogelijke onverenigbaarheid van de<br />

uitgebreide lokalisatieprincipes van lokale bedrijventerreinen met de uitgevoerde<br />

herbevestiging van de agrarische en natuurlijke structuur gewezen. Daarenboven vraagt<br />

het college om vraag en aanbod van industriezones beter op elkaar af te stemmen.<br />

Regionale bedrijventerreinen moeten kunnen worden omgevormd tot KMO-zone.<br />

De raadscommissie onderschreef dit voorstel in zitting van 17.03.2010. De<br />

raadscommissie wijst erop dat de eerdere beoordeling van de stad en het aldus niet<br />

akkoord gaan met de herbevestiging als agrarisch gebied van de strook tussen de N36 en<br />

N36d correct was, en bepaalde delen van die strook overeenstemmen met de huidige<br />

nieuwe mogelijkheden voor lokale bedrijventerreinen. Daarenboven wenst de<br />

raadscommissie de opmerking over de categorisering van de N36 mee te nemen in het<br />

advies.


Ter zitting herhaalt raadslid Rik Wanzeele de essentie van het advies van de<br />

raadscommissie als volgt :<br />

- Het is niet de bedoeling geweest om een zoekzone af te wijzen als dusdanig. De<br />

raadscommissie heeft wel willen aangeven dat, naar haar oordeel, de strook tussen de<br />

N36 en de N36d – gegeven de ontsluitingsmogelijkheden en het feit dat er geen<br />

bebouwde kom in de nabijheid ligt – de zone is die wanneer zij wordt omgeturnd tot<br />

een zone voor lokaal bedrijventerrein het in best in aanmerking komt. De<br />

raadscommissie heeft daarmee niet willen zeggen dat andere locaties sowieso<br />

uitgesloten zijn.<br />

- De raadscommissie wil eveneens dat de N36 op vier vakken wordt gebracht.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen :<br />

- Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening – art.2.1.3.<br />

Nadat de zitting van 21.10 u. tot 21.20 u. werd geschorst.<br />

Om deze redenen ;<br />

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ;<br />

Na beraadslaging in openbare zitting ;<br />

Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen ;<br />

BESLUIT :<br />

Art.1<br />

- De N36 van het kruispunt Krekelmotestraat (Izegem) tot de N43 (<strong>Harelbeke</strong>)’ is<br />

volgens het provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen gecategoriseerd<br />

als secundaire weg I en heeft in praktijk een 2x1 inrichting. Hoewel een 2x2<br />

inrichting theoretisch kan voor een secundaire weg I, blijkt in praktijk dat dit<br />

eerder voorbehouden wordt voor de primaire wegen II. Aangezien ter hoogte van<br />

<strong>Harelbeke</strong> de N36 door zijn versmalde inrichting als een bottle-neck fungeert en<br />

daardoor niet ten volle zijn functie om o.m. het verkeer weg te leiden uit de kern<br />

van <strong>Harelbeke</strong> vervult, dient de N36 (van het kruispunt Krekelmotestraat<br />

(Izegem) tot de N43 (<strong>Harelbeke</strong>)) gecategoriseerd als primaire weg II, identiek<br />

aan de categorisering van het stuk tussen de E17 en de N43 vanuit het oogpunt<br />

van het bekomen van een 2x2 inrichting.<br />

- Er moet een mogelijkheid voorzien worden om vraag en aanbod van type<br />

bedrijventerreinen beter op elkaar af te stemmen. Aangezien de regio Kortrijk met<br />

een overschot aan bedrijventerreinen zit, en er dus geen nieuwe mogelijkheden<br />

meer kunnen gecreëerd worden, is het belangrijk strategische keuzes te kunnen<br />

maken binnen het bestaande juridisch aanbod. Zo moeten bv. verspreide kleinere<br />

(of delen van) regionale bedrijventerreinen tot KMO-zone omgevormd kunnen<br />

worden.<br />

- De uitgevoerde herbevestiging van de agrarische en natuurlijke structuur kan<br />

onverenigbaar zijn met de nieuwe lokalisatieprincipes van lokale<br />

bedrijventerreinen. Het RSV dient een oplossing te voorzien voor dergelijke<br />

problematiek.<br />

- Voor de zone voor lokale bedrijventerreinen gaat de voorkeur uit naar de strook<br />

tussen de N36 en de N36d, zonder echter andere locaties uit te sluiten en zonder<br />

daardoor de open ruimte tussen woonkernen aan elkaar te sluiten.


Enkel mits naleving van voorgaande voorwaarden geeft de gemeenteraad een gunstig<br />

advies op het ontwerp van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen.<br />

Art. 2<br />

Dit advies zal worden overgemaakt aan de VLACORO.<br />

<strong>12</strong>. Aanleg kampeerterrein mobilhomes. Goedkeuren bestek, raming (77 967,45<br />

euro + btw) en gunningswijze.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

Net als in heel Vlaanderen is er ook in de Leiestreek veel vraag naar erkende<br />

kampeerautoplaatsen.<br />

Dit enerzijds door de gebruikers en anderzijds ook door de overheid om wildkamperen<br />

tegen te gaan.<br />

Toerisme Vlaanderen heeft de bedoeling om lussen voor de kampeerautotoerist te<br />

ontwikkelen met daarop erkende kampeerplaatsen.<br />

Daartoe werd op het sportcentrum <strong>Harelbeke</strong> een alternatieve plaats gevonden tussen de<br />

koptribune van het Forestierstadion en de sporthal (toegang via de bestaande<br />

toegangsweg) voor het inplanten van een kampeerautoplaats voor 8 voertuigen.<br />

Door de Gemeenteraad in zitting van 11 mei 2009 werd principieel beslist de werken uit<br />

te voeren alsook werden in dezelfde zitting de contractuele voorwaarden ontwerper,<br />

raming studiekosten en gunningswijze goedgekeurd.<br />

Het College van Burgemeester en Schepenen besliste in zitting van 30 juni 2009 de<br />

ontwerpopdracht “Aanleg kampeerterrein mobilhomes” toe te wijzen aan NV Soresma,<br />

Eugène Bekaertlaan 61 te 8790 Waregem.<br />

In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aanleg kampeerterrein mobilhomes”<br />

werd een bestek met nr. 861.5-A.09/14 opgemaakt door NV Soresma, voornoemd.<br />

De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 77.967,45 excl. BTW of € 94.340,61<br />

incl. 21% BTW.<br />

Er werd op 22 maart 2010 gunstig advies verleend door de Sportraad.<br />

Er werd op 22 maart 2010 een advies bekomen van de cultuurraad waarbij de<br />

aangehaalde argumenten tegen het project niets terzake doen. Aan de raad wordt<br />

voorgesteld voorbij te gaan aan dit negatieve advies wegens ongegrond. Daartoe wordt<br />

verwezen naar de replieken op het advies geformuleerd bij nota van de technische dienst<br />

van 24 maart 2010.<br />

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare aanbesteding<br />

gezien de aard van de bestelling (> € 67.000,00) en gezien de concurrentie hier<br />

maximaal speelt en de gunning van de opdracht kan plaatsvinden op grond van de laagst<br />

aangeboden prijs.<br />

Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 562/725-60 van de<br />

buitengewone dienst. Aanvullende kredieten werden voorzien bij de buitengewone<br />

begrotingswijziging nr. 01 van 2010 op artikel 562/725-60.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen<br />

beperken artikel 42 betreffende de bevoegdheden van de Gemeenteraad ;<br />

- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />

bestuurshandelingen, en latere wijzigingen ;<br />

- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen<br />

beperken de artikels 248 tot 260 betreffende het algemeen administratief toezicht op de<br />

gemeenten ;<br />

- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen ;


- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen ;<br />

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken<br />

art. 3, § 1;<br />

- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />

van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />

Gezien de stukken van het dossier ;<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 23 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />

BESLUIT :<br />

Art. 1 :<br />

Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 861.5-A.09/14 en de raming voor de<br />

opdracht met als voorwerp “Aanleg kampeerterrein mobilhomes”, opgemaakt door NV<br />

Soresma, Eugène Bekaertlaan 61 te 8790 Waregem. De lastvoorwaarden worden<br />

vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene<br />

aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,<br />

leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 77.967,45 excl. BTW of € 94.340,61<br />

incl. 21% BTW.<br />

Art. 2 :<br />

Voornoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare aanbesteding gezien de<br />

aard van de bestelling (> € 67.000,00) en gezien de concurrentie hier maximaal speelt<br />

en de gunning van de opdracht kan plaatsvinden op grond van de laagst aangeboden<br />

prijs.<br />

Art. 3 :<br />

De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 562/725-60 van<br />

de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010 en aanvullend met kredieten voorzien<br />

bij begrotingswijziging nr. 01 op artikel 562/725-60 van de buitengewone dienst van het<br />

dienstjaar 2010.<br />

Art. 4 :<br />

De Gemeenteraad vraagt wel te onderzoeken of staande de werken het loosrooster niet<br />

dient verplaatst naar voor en niet dient te worden vergroot.<br />

13. Vervangen scheidingswanden sporthallen <strong>Harelbeke</strong> en Bavikhove.<br />

Goedkeuren bestek, raming (24 000 euro + btw) en gunningswijze.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

De huidige scheidingswanden zijn sterk verouderd en scheiden de zaal niet meer efficiënt<br />

af bij indeling van de zalen in de sporthalles. De doeken worden vervangen door nieuwe<br />

doeken die compacter zijn waardoor deze bij stockering langs de wanden minder hinder<br />

zullen geven bij gebruik van de zalen.<br />

In het kader van de opdracht met als voorwerp “Vervangen scheidingswanden sporthalles<br />

<strong>Harelbeke</strong> en Bavikhove” werd een bestek met nr. 1010 opgemaakt door de Technische<br />

diensten.


De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op 24.000,00 euro excl. btw of 29.040,00<br />

euro incl. 21% btw.<br />

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />

zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling (< 67000 euro) en meerdere<br />

aannemers volgens keuze van het bestuur worden geraadpleegd waarbij onderhandeld<br />

kan worden over de voorwaarden van de opdracht met een of meer van hen. Deze<br />

gunningswijze biedt aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen betreffende prijsvorming en<br />

service.<br />

Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 764/723-60 van de<br />

buitengewone dienst.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />

bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />

- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />

inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a;<br />

- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />

en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 1;<br />

- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />

van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />

Gezien de stukken van het dossier ;<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 23 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />

BESLUIT :<br />

Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 1010 en de raming voor de<br />

opdracht met als voorwerp “Vervangen scheidingswanden sporthalles <strong>Harelbeke</strong> en<br />

Bavikhove”, opgemaakt door de Technische diensten. De lastvoorwaarden worden<br />

vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene<br />

aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken,<br />

leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt 24.000,00 euro excl. btw of<br />

29.040,00 euro incl. 21% btw.<br />

Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />

onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />

Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />

764/723-60 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />

14. Aankoop van ICT-materiaal. Goedkeuren bestek, raming (109 825 euro +<br />

btw) en aansluiten bij het raamcontract 2007-20<strong>12</strong> van de stad Kortrijk.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aankoop van informaticamaterieel en<br />

camerabewaking (park en sport)” wordt voorgesteld in te tekenen in het ICTraamcontract<br />

van de <strong>Stad</strong> Kortrijk.


De stad Kortrijk keurde bij beslissing Gemeenteraad op <strong>12</strong> februari 2007 het bijzonder<br />

bestek met ref. ICT-7595 en vaststellen wijze van gunnen goed.<br />

De stad Kortrijk treedt op als opdrachtgevend bestuur.<br />

Via deze deelname kunnen scherpere prijzen worden bedongen. Er is ook tijdswinst<br />

doorsdat men zelf geen bestek meer moet maken en geen mededinging meer moet<br />

spelen.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten voor de aanneming<br />

van werken, leveringen en diensten, inzonderheid artikel 15;<br />

- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

de aanneming van werken, leveringen en diensten;<br />

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsrgels van de overheidsopdrachten;<br />

Verwijzend naar volgende eerdere beslissingen :<br />

- beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 januari 2007 tot<br />

principiële deelname aan het voorgestelde project gezien het raamcontract geen<br />

beperkingen oplegt, geen exclusiviteiten en de deelnemers de flexibiliteit behouden om<br />

hun concept en hun aankopen zelf te bepalen;<br />

- beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 16 februari 2010 tot<br />

deelname aan het ICT-raamcontract voor volgende projecten:<br />

- draadloze verbinding archief<br />

- informatieschermen nieuwbouw en sport<br />

- camerabewaking (park en sport)<br />

- aankoop pc’s na de markt te verkennen en zo nodig een afzonderlijk dossier<br />

voor te bereiden<br />

Gezien de stukken van het dossier ;<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 22 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />

BESLUIT :<br />

Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek en de raming voor de opdracht met<br />

als voorwerp “aankoop van informaticamaterieel en camerabewaking (park en sport)”,<br />

opgemaakt door de ICT-coördinator. De kostenraming bedraagt 109.825 euro + btw.<br />

Art. 2 : Voor hogergenoemde opdracht wordt aangesloten bij het bijzonder bestek met<br />

ref ICT-7595, waarvoor de <strong>Stad</strong> Kortrijk als opdrachtencentrale functioneert.<br />

Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1. werd gegund door de <strong>Stad</strong> Kortrijk. Het<br />

bestuur sluit daarbij aan overeenkomstig art. 1.<br />

Art. 4 : De uitgaven waarvan sprake in art. 1. zullen gefinancierd worden door<br />

aanwending van eigen middelen.


15. Leveren en plaatsen van een spanplafond in alle lokalen van het cafetaria in<br />

het cultureel centrum het Spoor. Goedkeuren bestek, raming (8 650 euro +<br />

btw) en gunningswijze.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

Het huidige spanplafond in de cafetaria is erg bevuild. Teneinde de esthetiek in de<br />

cafetaria te verbeteren wordt het huidige doek vervangen door een nieuw doek.<br />

In de vergaderzaaltjes is er momenteel geen isolerend plafond en is een opfrissingsbeurt<br />

nodig. Er wordt een nieuw spanplafond in de zaaltjes voorzien inclusief alle<br />

ophangsystemen.<br />

In het kader van de opdracht met als voorwerp “Leveren en plaatsen van een<br />

spanplafond in alle lokalen van het cafetaria in het cultureel centrum het Spoor” werd<br />

een bestek met nr. 1007 opgemaakt door de Technische diensten.<br />

De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op 8.650,00 euro excl. btw of 10.466,50<br />

euro 21% btw.<br />

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />

zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling (kleiner dan 67000 euro) en<br />

meerdere aannemers volgens keuze van het bestuur worden geraadpleegd waarbij<br />

onderhandeld kan worden over de voorwaarden van de opdracht met een of meer van<br />

hen. Deze gunningswijze biedt aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen betreffende<br />

prijsvorming en service.<br />

Het krediet is voorzien in de begroting van 2010 op artikel 762/723-60 van de<br />

buitengewone dienst.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />

bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />

- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />

inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a;<br />

- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />

en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2;<br />

- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />

van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />

Gezien de stukken van het dossier ;<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 22 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />

BESLUIT :<br />

Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 1007 en de raming voor de<br />

opdracht met als voorwerp “Leveren en plaatsen van een spanplafond in alle lokalen van<br />

het cafetaria in het cultureel centrum het Spoor”, opgemaakt door de Technische<br />

diensten. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek<br />

en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de


overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De<br />

kostenraming bedraagt 8.650,00 euro. btw of 10.466,50 euro incl. 21% btw.<br />

Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />

onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />

Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />

762/723-60 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />

16. Aankoop van digitale borden voor de gemeentescholen van de stad<br />

<strong>Harelbeke</strong>. Goedkeuren bestek, raming (17 355,37 euro + btw) en<br />

gunningswijze.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aankoop van digitale borden voor de<br />

gemeentescholen van de <strong>Stad</strong> <strong>Harelbeke</strong>” werd een bestek met ref. Board/2010<br />

opgemaakt door de Centrale Aankoopdienst.<br />

De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 17.355,37 excl. btw of € 21.000,00<br />

incl. 21% btw.<br />

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />

zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze<br />

aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service.<br />

Het krediet is voorzien in het budget van 2010 op artikel 72201/744-51, 72202/744-51<br />

en 72203/744-51 van de buitengewone dienst.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />

bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />

- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />

bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;<br />

- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260<br />

betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten;<br />

- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />

inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a;<br />

- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />

en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2;<br />

- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />

van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />

Gezien de stukken van het dossier ;<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 22 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.<br />

BESLUIT :<br />

Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. Board/2010 en de raming<br />

voor de opdracht met als voorwerp “Aankoop van digitale borden voor de


gemeentescholen van de <strong>Stad</strong> <strong>Harelbeke</strong>”, opgemaakt door de Centrale Aankoopdienst.<br />

De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals<br />

opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor<br />

aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt €<br />

17.355,37 excl. btw of € 21.000,00 incl. 21% btw.<br />

Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />

onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />

Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />

72201/744-51, 72202/744-51 en 72203/744-51 van de buitengewone dienst van het<br />

dienstjaar 2010.<br />

17. Aankoop wegmeubilair (octopus) voor schoolomgevingen – fase 2010.<br />

Goedkeuren bestek, raming (13 722 euro + btw) en gunningswijze.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aankoop wegmeubilair (octopus) voor<br />

schoolomgevingen - fase 2010” werd een bestek met nr. octopus/2010 opgemaakt door<br />

de Centrale Aankoopdienst.<br />

De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 13.722 excl. btw of € 16.603,62 incl.<br />

21% btw.<br />

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure<br />

zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze<br />

aan de <strong>Stad</strong> de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service.<br />

Het krediet is voorzien in het budget van 2010 op artikel 423/741-52 van de<br />

buitengewone dienst.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de<br />

bevoegdheden van de Gemeenteraad;<br />

- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van<br />

bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;<br />

- het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260<br />

betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten;<br />

- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige<br />

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen,<br />

inzonderheid artikel 17, § 2, 1° f (de opdracht kan slechts door één bepaalde inschrijver<br />

worden uitgevoerd om redenen van: bescherming van exclusieve rechten);<br />

- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor<br />

aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken,<br />

en latere wijzigingen, inzonderheid art. <strong>12</strong>0;<br />

- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare<br />

werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2;<br />

- de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit<br />

van 26 september 1996, en latere wijzigingen;<br />

Gezien de stukken van het dossier ;<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ;<br />

Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen.


BESLUIT :<br />

Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. octopus/2010 en de raming<br />

voor de opdracht met als voorwerp “Aankoop wegmeubilair (octopus) voor<br />

schoolomgevingen - fase 2010”, opgemaakt door de Centrale Aankoopdienst. De<br />

lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals<br />

opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor<br />

aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 13.722<br />

excl. btw of € 16.603,62 incl. 21% btw.<br />

Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de<br />

onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.<br />

Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel<br />

423/741-52 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2010.<br />

18. Budgetwijziging 1 en 2 – 2010. Goedkeuring.<br />

Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch :<br />

Het college legt het ontwerp van budgetwijziging 1 en 2 voor het dienstjaar 2010 en de<br />

wettelijk verplichte bijhorende documenten ter goedkeuring voor.<br />

Het voorontwerp werd besproken in het managementteam op 22/02/2010.<br />

Daarop werd het ontwerp van budget principeel vastgesteld in het college van<br />

23/03/2009.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen en hun<br />

toepassingen alsook voorgaande raadsbesluiten.<br />

- Artikel 7 van het decreet van 28 <strong>april</strong> 1993 houdende regeling voor het Vlaams Gewest<br />

van het administratief toezicht op de gemeenten;<br />

- Artikel 154 van het gemeentedecreet;<br />

- Het K.B. van 02.08.1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke<br />

comptabiliteit.<br />

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;<br />

Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben;<br />

Gaat over tot de stemming over het ontwerp van de budgetwijziging 2010 - 1 en 2 in zijn<br />

geheel, waaraan 25 leden deelnemen.<br />

Met 20 stemmen voor, 3 stemmen tegen en 2 onthoudingen ;<br />

BESLUIT :<br />

Het voorgelegde ontwerp van budgetwijziging 1 en 2 voor 2010 met bijlagen, wordt<br />

aangenomen met hiernavolgende cijfergegevens:


GEWONE DIENST<br />

Volgens het<br />

oorspronkelijke<br />

budget<br />

Verhoging<br />

Verlaging<br />

Na de<br />

voorgestelde<br />

wijziging<br />

Algemeen geraamd resultaat<br />

budget 2009 <strong>12</strong>.870.194,00<br />

Budgetwijziging 2010<br />

Ontvangsten eigen dienstjaar 31.280.359,00 99.173,00 3.875,00 31.375.657,00<br />

Uitgaven eigen dienstjaar 30.010.815,00 331.669,00 111.930,00 30.230.554,00<br />

Ontvangsten vorige jaren 0,00 395.477,00 0,00 395.477,00<br />

Uitgaven vorige jaren 179.309,00 677.349,00 0,00 856.658,00<br />

Ontvangsten overboekingen 0,00 0,00 0,00 0,00<br />

Uitgaven overboekingen 444.055,00 0,00 69.074,00 374.981,00<br />

Geraamd resultaat budget 2010 646.180,00 -514.368,00 177.<strong>12</strong>9,00 308.941,00<br />

Geraamd algemeen<br />

budgetresultaat 2010 13.179.135,00<br />

BUITENGEWONE DIENST<br />

Volgens het<br />

oorspronkelijke<br />

budget<br />

Verhoging<br />

Verlaging<br />

Na de<br />

voorgestelde<br />

wijziging<br />

Algemeen geraamd resultaat<br />

budget 2009 0,00 0,00<br />

Budgetwijziging 2010<br />

Ontvangsten eigen dienstjaar 19.303.970,00 480.000,00 0,00 19.783.970,00<br />

Uitgaven eigen dienstjaar 19.747.355,00 390.650,00 37.750,00 20.100.255,00<br />

Ontvangsten vorige jaren 0,00 0,00 0,00 0,00<br />

Uitgaven vorige jaren 670,00 58.026,00 0,00 58.696,00<br />

Ontvangsten overboekingen 444.055,00 0,00 69.074,00 374.981,00<br />

Uitgaven overboekingen 0,00 0,00 0,00 0,00<br />

Geraamd resultaat budget 2010 0,00 31.324,00 -31.324,00 0,00<br />

Geraamd algemeen<br />

budgetresultaat 2010 0,00<br />

19. Vaststellen belastingsreglement op de vergunningen voor de exploitatie van<br />

diensten voor het verhuren van voertuigen met een bestuurder.<br />

Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch:<br />

Het decreet van 20 <strong>april</strong> 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over<br />

de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen onderwerpt in zijn art. 49<br />

de diensten voor het verhuren van voertuigen met een bestuurder aan een jaarlijkse<br />

belasting van 250 euro per jaar.<br />

De inning gebeurt door de gemeente waar de exploitatiezetel gevestigd is. Het is<br />

aangewezen om een gemeentelijk belastingsreglement op te maken conform de<br />

wetgeving.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:


- Het gemeentedecreet, inzonderheid art. 43 §2,15°;<br />

- Het decreet van 20 <strong>april</strong> 2001 betreffende de organisatie van personenvervoer<br />

over de weg, zoals nu van kracht<br />

- Het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten<br />

en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder;<br />

- Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de<br />

geschillenprocedure van Provincie- en Gemeentebelastingen;<br />

Om deze redenen;<br />

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />

Na beraadslaging in openbare zitting;<br />

Met 23 stemmen voor, 2 stemmen tegen en 0 onthoudingen;<br />

BESLUIT:<br />

Artikel 1 : Er wordt vanaf het aanslagjaar 2010 een belasting gevestigd op de<br />

voertuigen voor de exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met<br />

bestuurder.<br />

De belasting is verschuldigd aan de gemeente die de vergunning uitreikt, nl. van de<br />

plaats waar de exploitatiezetel gevestigd is.<br />

Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die houder<br />

is van de vergunning voor exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen<br />

met bestuurder.<br />

Artikel 3 : Het bedrag van de belasting voor vergunningen afgeleverd op grond van<br />

artikel 42§2 van het decreet van 20 <strong>april</strong> 2001 en gewijzigd bij decreet van 8 mei 2009<br />

bedraagt 250 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig.<br />

Artikel 4 : De belasting is onverdeelbaar verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk<br />

van het moment waarop de vergunning werd afgeleverd.<br />

De vergunninghouder is de eerste jaarlijkse belasting verschuldigd op het ogenblik van<br />

de afgifte van de vergunning en nadien telkens op 01 januari van het aanslagjaar.<br />

Artikel 5 : De vermindering van het aantal voertuigen of de opschorting van de<br />

exploitatie met een of meer voertuigen geeft geen aanleiding tot een belastingteruggave.<br />

Dit geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning of het buiten<br />

werking stellen van één of meer voertuigen voor welke reden dan ook.<br />

Artikel 6 : De bedragen vermeld in artikel 3 van onderhavig gemeenteraadsbesluit<br />

worden aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de<br />

consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt<br />

bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het<br />

aanslagjaar te delen door het indexcijfer van de december 2000 (index 93.29 tov basis<br />

2004).<br />

Artikel 7 : De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig het<br />

decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de<br />

geschillenprocedure van Provincie- en Gemeentebelastingen.


Artikel 8: Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het<br />

Gemeentedecreet. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden<br />

toegestuurd overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet.<br />

20. Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW). Vervangen<br />

vertegenwoordiger in het provinciaal comité.<br />

Op grond van volgende overwegingen:<br />

De heer Carl Six werd in zitting van <strong>12</strong> februari 2007 door de gemeenteraad<br />

voorgedragen als vertegenwoordiger in het Provinciaal Comité van de Vlaamse<br />

Maatschappij voor Watervoorziening .<br />

Op 16 februari 2010 heeft de stad <strong>Harelbeke</strong> een brief ontvangen van de heer Six waarbij<br />

hij laat weten dat hij vanaf <strong>april</strong> zijn activiteit in het Provinciaal Comité van de Vlaamse<br />

Maatschappij voor Watervoorziening wenst stop te zetten.<br />

Het komt de gemeenteraad toe, met ingang van 01.04.2010, een nieuwe een kandidaatvertegenwoordiger<br />

voor te dragen bij het Provinciaal Comité van de Vlaamse<br />

Maatschappij voor Watervoorziening.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- Het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 42<br />

par. 1.<br />

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />

Gaat in openbare zitting over tot de geheime stemming betreffende de voordracht van<br />

een kandidaat-vertegenwoordiger bij het Provinciaal Comité van de Vlaamse<br />

Maatschappij voor Watervoorziening.<br />

25 leden nemen aan de stemming deel;<br />

De uitslag van de stemming is als volgt :<br />

Mevrouw Carine Haezebrouck,raadslid, bekomt 23 ja-stemmen, 1 neen-stem, er is 1<br />

blanco stem.<br />

BESLUIT<br />

Artikel 1<br />

Mevrouw Carine Haezebrouck, raadslid, die de volstrekte meerderheid van de geldig<br />

uitgebrachte stemmen heeft bekomen, wordt voorgedragen als kandidaatvertegenwoordiger<br />

bij het Provinciaal Comité van de Vlaamse Maatschappij voor<br />

Watervoorziening.<br />

Artikel 2<br />

Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de Vlaamse Maatschappij voor<br />

Watervoorziening.


21. Infrax West. Kennisname verslag over de activiteiten in 2009. Aanduiden<br />

vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene<br />

vergadering van 1 juni 2010 en vaststellen van hun mandaat.<br />

Op grond van volgende overwegingen:<br />

Op 1 maart 2010 heeft de stad een brief met bijhorende agenda ontvangen van Infrax<br />

West waarbij wordt meegedeeld dat de algemene vergadering plaats heeft op dinsdag 1<br />

juni 2010.<br />

Het komt de gemeenteraad toe een vertegenwoordiger en plaatsvervangend<br />

vertegenwoordiger aan te stellen en hun mandaat te bepalen.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

Het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking,<br />

inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken de artikelen 44<br />

en 79 par. 2 ;<br />

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />

Gaat in openbare zitting over tot de geheime stemming betreffende de aanstelling van<br />

een gemeenteraadslid-vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van<br />

Infrax West van dinsdag 1 juni 2010 ;<br />

25 leden nemen aan de stemming deel;<br />

De uitslag van de stemming is als volgt :<br />

De heer Dirk Opbrouck, raadslid, bekomt 24 ja-stemmen, 0 neen-stemmen, en 1<br />

onthouding ;<br />

Gaat in openbare zitting over tot de geheime stemming betreffende de aanstelling van<br />

een gemeenteraadslid-plaatsvervangend vertegenwoordiger van de stad in de algemene<br />

vergadering van Infrax West van dinsdag 1 juni 2010 ;<br />

25 leden nemen aan de stemming deel;<br />

De uitslag van de stemming is als volgt :<br />

De heer Carl Six, raadslid, bekomt 21 ja-stemmen, 2 neen-stemmen, en 2 onthoudingen;<br />

Daarop gaat de gemeenteraad over tot de discussie betreffende het mandaat van de<br />

genoemde vertegenwoordiger-gemeenteraadslid;<br />

Na beraadslaging in openbare zitting:<br />

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />

Met unanimiteit ;<br />

BESLUIT<br />

Artikel 1<br />

De heer Dirk Opbrouck, raadslid, die de volstrekte meerderheid van de geldig<br />

uitgebrachte stemmen heeft bekomen, wordt aangewezen als gemeenteraadslidvertegenwoordiger<br />

van de stad in de algemene vergadering van Infrax West van dinsdag<br />

1 juni 2010 ;<br />

De heer Carl Six, raadslid, die de volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte<br />

stemmen heeft bekomen, wordt aangewezen als gemeenteraadslid-plaatsvervangend


vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van Infrax West van dinsdag<br />

1 juni 2010 ;<br />

Artikel 2<br />

De voornoemde vertegenwoordiger krijgt volgend mandaat betreffende de<br />

dagordepunten op de algemene vergadering: positieve opstelling.<br />

22. Infrax West. Goedkeuren statutenwijziging.<br />

Op grond van volgende overwegingen:<br />

Op 1 maart 2010 heeft de stad van Infrax West een brief met bijhorende agenda<br />

ontvangen waarbij wordt meegedeeld dat de algemene vergadering plaats heeft op 1 juni<br />

2010.<br />

Punt 1 op de agenda betreft een statutenwijziging.<br />

De distributienetbeheerders moeten op grond van een openbaredienstverplichting<br />

inspanningen rond rationeel energiegebruik leveren ten aanzien van bepaalde<br />

doelgroepen (beschermde afnemers, lokale besturen en externe organisaties). Specifiek<br />

rust op de distributienetbeheerders ook een concrete verplichting inzake bijstand aan<br />

lokale besturen bij de planning en implementatie van hun energiebeleid (artikel 7 van het<br />

Besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 inzake de<br />

openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik).<br />

Infrax West wil die verplichting invullen door in te spelen op de verplichtingen en<br />

behoeften van de lokale besturen in verband met energie-efficiëntie,<br />

energieprestatiecertificaten en diverse Europese richtlijnen. Aan het bestuur wordt de<br />

keuze geboden uit een aantal niveaus van ondersteuning bij deze dienstverlening<br />

(informeren - adviseren - coördineren - monitoren - uitvoeren - financieren).<br />

Om die verplichtingen ten aanzien van de lokale besturen rechtsgeldig te kunnen<br />

uitvoeren, moet het statutaire doel van de opdrachthoudende vereniging ook voorzien in<br />

de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen “bevorderen van rationeel<br />

energiegebruik en leveren van energiediensten”.<br />

De <strong>Stad</strong> <strong>Harelbeke</strong> is vennoot bij Infrax West.<br />

Het komt de gemeenteraad toe de statutenwijziging goed te keuren.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- Het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking,<br />

Na beraadslaging in openbare zitting ;<br />

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />

Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen;<br />

BESLUIT:<br />

Artikel 1:<br />

De gemeenteraad keurt de voorgestelde statutenwijziging van Infrax West goed als<br />

volgt.


Artikel 3 - Doel<br />

Toevoeging nieuw punt b. het bevorderen van rationeel energiegebruik en het leveren<br />

van energiediensten ;<br />

Artikel 2:<br />

Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan Infrax West.<br />

23. Intercommunale Maatschappij voor Openbare Gezondheid (Imog).<br />

Kennisname verslag over de activiteiten in 2009. Aanduiden<br />

vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene<br />

vergadering van 18 mei 2010 en vaststellen van hun mandaat.<br />

Op grond van volgende overwegingen:<br />

Op 19 maart 2010 heeft de stad een brief met bijhorende agenda ontvangen van IMOG<br />

waarbij wordt meegedeeld dat de algemene vergadering plaats heeft op dinsdag 18 mei<br />

2010.<br />

Gehoord de toelichting door raadslid Marleen Rogiers, 1e bestuurder bij de raad van<br />

bestuur, bij het verslag van de activiteiten in 2009 van IMOG.<br />

Het komt de gemeenteraad toe een vertegenwoordiger en plaatsvervangend<br />

vertegenwoordiger aan te stellen en hun mandaat te bepalen.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

Het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking,<br />

inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken de artikelen 44<br />

en 79 par. 2 ; bepaalt dat de intercommunales die onderworpen zijn aan de wet van<br />

22.<strong>12</strong>.1986 de benoeming en de bepaling van het mandaat van de vertegenwoordiger en<br />

plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene jaarvergadering steeds dienen te<br />

herhalen.<br />

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />

Gaat in openbare zitting over tot de geheime stemming betreffende de aanstelling van<br />

een gemeenteraadslid-vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van<br />

IMOG van dinsdag 18 mei 2010 ;<br />

25 leden nemen aan de stemming deel;<br />

De uitslag van de stemming is als volgt :<br />

De heer Hendrik Deprez, raadslid, bekomt 20 ja-stemmen, 2 neen-stemmen, er zijn 3<br />

onthoudingen,<br />

Gaat in openbare zitting over tot de geheime stemming betreffende de aanstelling van<br />

een gemeenteraadslid-plaatsvervangend vertegenwoordiger van de stad in de algemene<br />

vergadering van IMOG van dinsdag 18 mei 2010 ;<br />

25 leden nemen aan de stemming deel;<br />

De uitslag van de stemming is als volgt :<br />

De heer Francis Pattyn, schepen, bekomt 23 ja-stemmen, 1 neen-stem, er is 1<br />

onthouding,<br />

Daarop gaat de gemeenteraad over tot de discussie betreffende het mandaat van de<br />

genoemde vertegenwoordiger-gemeenteraadslid;


Na beraadslaging in openbare zitting:<br />

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />

Met unanimiteit ;<br />

BESLUIT<br />

Artikel 1<br />

De heer Hendrik Deprez, raadslid, die de volstrekte meerderheid van de geldig<br />

uitgebrachte stemmen heeft bekomen, wordt aangewezen als gemeenteraadslidvertegenwoordiger<br />

van de stad in de algemene vergadering van IMOG van dinsdag<br />

18 mei 2010 ;<br />

De heer Francis Pattyn, schepen, die de volstrekte meerderheid van de geldig<br />

uitgebrachte stemmen heeft bekomen, wordt aangewezen als gemeenteraadslidplaatsvervangend<br />

vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van IMOG<br />

van dinsdag 18 mei 2010 ;<br />

Artikel 2<br />

De voornoemde vertegenwoordiger krijgt volgend mandaat betreffende de<br />

dagordepunten op de algemene vergadering: positieve opstelling.<br />

24. Vaststellen aanvullend reglement op het wegverkeer. Regeling zone met<br />

beperkte parkeertijd (blauwe zone) centrum en stationsomgeving.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

De parkeerdruk in de centrumstraten van de stad is door het langdurig parkeren van die<br />

aard dat er te weinig parkeerruimte is voor de bewoners en de bezoekers van de<br />

handelszaken in de hiernagenoemde straten.<br />

Er zijn dus redenen om, in het nastreven van een evenwicht, een en ander via een<br />

aanvullend verkeersreglement te regelen.<br />

De gemeenteraad heeft op 14.05.2007 en 10.09.2007 de bestaande regeling al<br />

uitgebreid met een aantal straten. Na een evaluatie gedurende de raadscommissie<br />

mobiliteit dd. 21.01.2009 werd voorgesteld om de huidige zone met beperkte parkeertijd<br />

te vereenvoudigen.<br />

Het college van burgemeester en schepenen heeft dd. 10.02.2009 - naar aanleiding van<br />

de evaluatie van de huidige zone met beperkte parkeertijd - beslist om in het volledige<br />

stadscentrum en in de stationsomgeving (een opsomming van de straten wordt in het<br />

overwegend gedeelte opgenomen) een beperkte parkeertijd van 2 uur toe te passen.<br />

Het Marktplein vormt een uitzondering op deze regel, het college van burgemeester en<br />

schepenen beslist om er een beperkte parkeertijd van 4u toe te passen.<br />

Momenteel zijn de bewonerskaarten enkel geldig in de straat van de hoofdverblijfplaats<br />

van de kaarthouder. Het college van burgemeester en schepenen heeft dd. 23/03/2010<br />

voorgesteld om deze regel toe te voegen aan dit aanvullend reglement.<br />

Gezien er sinds de beslissing van de gemeenteraad dd. 08.10.2007 parkeerkaarten voor<br />

hulpverleners worden verstrekt, volstaan huidige onderborden 'uitgezonderd bewoners'


niet langer, en dienen deze te worden vervangen door onderborden 'uitgezonderd<br />

parkeerkaarten'.<br />

Ter wille van de leesbaarheid en het gebruiksgemak wordt alles opgenomen in één<br />

reglement zodat de oude reglementen, met ingang van inwerkingtreding van onderhavig<br />

reglement, kunnen worden opgeheven.<br />

Gezien het aanvullend reglement deels van toepassing is op een gewestweg, dient dit<br />

reglement ter goedkeuring te worden overgemaakt aan de Vlaamse Overheid,<br />

Departement Mobiliteit en Openbare werken, afdeling beleid mobiliteit en<br />

verkeersveiligheid.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke,decretale, reglementaire bepalingen of instructies:<br />

• de wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het Koninklijk<br />

besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen ;<br />

• de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988 ;<br />

• het gemeentedecreet van 15 juli 2005 ;<br />

• het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het<br />

wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens ;<br />

• het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de<br />

politie van het wegverkeer en van het gebruik op de openbare weg, met latere<br />

wijzigingen en aanvullingen ;<br />

• het Ministerieel besluit van 11 oktober 1976, met latere wijzigingen en<br />

aanvullingen, waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere<br />

plaatsingvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald ;<br />

• het Ministerieel besluit van 9 januari 2007 waarbij het model en de modaliteiten<br />

worden bepaald tot het uitreiken van een bewonerskaart ;<br />

• het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de<br />

aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van<br />

de verkeerstekens ;<br />

• de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 <strong>april</strong> 2009 ;<br />

Om deze redenen;<br />

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />

Na beraadslaging;<br />

Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen;<br />

BESLUIT:<br />

Artikel 1<br />

Er wordt een zone met beperkte parkeertijd (blauwe zone) ingericht in het centrum,<br />

waarin volgende straten en straatgedeelten zijn gelegen:<br />

• Andries Pevernagestraat (stuk Kortrijksestraat en Ballingenweg)<br />

• Ballingenweg (tussen Tuinstraat en huisnummer 19)<br />

• Boterpotstraat<br />

• Forestiersstraat<br />

• Gaversstraat (tussen Eilandstraat en Zuidstraat)<br />

• Gentsestraat<br />

• Hospitaalstraat<br />

• Kortrijksestraat (parkings langs de 2 rijvakken en de uiteinden van de<br />

middenparking)<br />

• Marktstraat<br />

• Noordstraat (kant woningen)<br />

• Paretteplein


• Peter De Coninckstraat<br />

• Stationsplein<br />

• Stationsstraat<br />

• Tuinstraat (tussen Wagenweg en Stationsstraat)<br />

• Zuidstraat (tussen Gaversstraat en Arendstraat)<br />

Artikel 2<br />

In de zones bepaald bij art 1 zal een bewonerskaart worden uitgereikt aan de natuurlijke<br />

personen die wonen in de voornoemde zone, met uitzondering van de bewoners van de<br />

Kortrijksestraat en Andries Pevernagestraat.<br />

Er wordt één bewonerskaart uitgereikt per wooneenheid.<br />

De bewonerskaarten zijn enkel geldig in de straat van de hoofdverblijfplaats van de<br />

kaarthouder. De bewonerskaart mag slechts gebruikt worden in de straat die op de kaart<br />

vermeld is.<br />

Artikel 3<br />

De beslissing van de gemeenteraad van 08.10.2007 inzake parkeerkaarten voor<br />

hulpverstrekkers blijft onveranderd gelden.<br />

Artikel 4<br />

In de zones bepaald bij art 1 zal de reglementering ter kennis worden gebracht van de<br />

weggebruikers d.m.v. de verkeersborden volgens art 65.5 begin en einde van de zone<br />

met beperkte parkeertijd met onderbord "uitgezonderd parkeerkaarten".<br />

Artikel 5<br />

In de Noordstraat (stuk tussen Forestierstraat - Stationsplein) geldt de blauwe zone<br />

enkel aan de zijde van de woningen. De nabijgelegen blauwe zone wordt afgebakend<br />

d.m.v. de verkeersborden volgens art 65.5. De blauwe zone in bovenstaand stuk<br />

Noordstraat wordt ter kennis gebracht door middel van de borden E9 (parkeren beperkte<br />

parkeertijd met onderbord "uitgezonderd parkeerkaarten", aangevuld met het witte<br />

onderbord met zwarte pijl dat het begin en einde van de reglementering aanduidt).<br />

Artikel 6<br />

Op het Marktplein wordt de maximale parkeerduur verlengd tot 4 uur. Dat wordt<br />

aangeduid door een onderbord van het type VIIc te voorzien onder de voornoemde<br />

verkeersborden volgens art. 65.5. Daarop staat de vermelding "4 uur" aangebracht.<br />

Artikel 7<br />

Er wordt een zone met onbeperkte parkeertijd ingericht in de Kortrijksestraat,<br />

meerbepaald in het middenstuk met parkeervakken, met uitzondering van de<br />

parkeerblokken op de beide uiteinden. Dit wordt ter kennis gebracht door aanduiding van<br />

einde blauwe zone.<br />

Artikel 8<br />

In de Kortrijksestraat zijn twee stroken voorzien waar het stilstaan en parkeren verboden<br />

is op de weekdagen tussen 03.00 en 11.30 uur, uitgezonderd leveranciers. Die stroken<br />

bevinden zich aan de kant van de onpare huisnummers op de beide uiteinden van de<br />

Kortrijksestraat. Ze worden aangeduid door de verkeersborden E1 met onderbord<br />

"weekdagen van 03.00 tot 11.30 u." en het onderbord "uitgezonderd leveranciers", met<br />

aanduiding van begin en einde van de zone.<br />

Artikel 9<br />

In de Andries Pevernagestraat is een strook voorzien waar het stilstaan en parkeren<br />

verboden is op de weekdagen tussen 03.00 en 11.30 uur, uitgezonderd leveranciers. De<br />

strook bevindt zich aan de kant van de pare huisnummers t.h.v. het kruispunt met de<br />

Ballingenweg. Ze wordt aangeduid door het verkeersbord E1 met onderbord "weekdagen<br />

van 03.00 tot 11.30 u." en het onderbord "uitgezonderd leveranciers", met aanduiding


van begin en einde van de zone.<br />

Artikel 10<br />

Dit aanvullend reglement ter goedkeuring overgemaakt aan de Vlaamse Overheid,<br />

Departement Mobiliteit en Openbare werken, afdeling beleid mobiliteit en<br />

verkeersveiligheid.<br />

Artikel 11<br />

Deze beslissing vervangt, vanaf inwerkingtreding, de voorgaande beslissingen met<br />

hetzelfde voorwerp, waaronder de aangehaalde beslissing van de gemeenteraad van<br />

14.05.2007 en 10.09.2007.<br />

Artikel <strong>12</strong><br />

Deze beslissing dient bekend te worden gemaakt overeenkomstig art. 186 GD.<br />

Ze heeft uitwerking vanaf haar goedkeuring.<br />

25. Vaststellen aanvullend reglement op het wegverkeer. Regeling beperkte<br />

parkeertijd Hulstedorp.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

De parkeerdruk in Hulstedorp is door het langdurig parkeren van die aard dat er te<br />

weinig parkeerruimte is voor de bewoners en de bezoekers van de handelszaken in<br />

Hulstedorp. Aan de achterzijde van de kerk is een ruime parking aangelegd die<br />

voldoende alternatieven biedt omtrent langdurig parkeren.<br />

Er zijn dus redenen om, in het nastreven van een evenwicht, een aanvullend<br />

verkeersreglement op te stellen.<br />

Het college van burgemeester en schepenen heeft dd. 31.03.2008 en dd. 07.04.2009 de<br />

huidige zone met beperkte parkeertijd geëvalueerd. Het college van burgemeester en<br />

schepenen besliste dd. 07.04.2009 om een beperkte parkeertijd in te voeren van max. ½<br />

uur. Er werd beslist de omvang van de parkeerplaatsen met beperkte parkeertijd te<br />

beperken tot het dorpsplein (tussen kerk en winkels). Tevens werd beslist om in de<br />

'parkeerhaven' een beperkte parkeertijd toe te passen van 2 uur ( = normale beperkte<br />

parkeertijd).<br />

Het K.B. van 1 december 1975 en het M.B. van 11 oktober 1976 schrijven voor dat de<br />

verkeersregeling in één straat moet gebeuren met traditionele verkeersborden en niet<br />

met verkeersborden met zonale geldigheid mag gebeuren (behalve verkeersborden F4a<br />

en F4d - art. 6.7.6.).<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke,decretale, reglementaire bepalingen of instructies:<br />

• de wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het Koninklijk<br />

besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen ;<br />

• de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988 ;<br />

• het gemeentedecreet van 15 juli 2005 ;<br />

• het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het<br />

wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens ;<br />

• het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de<br />

politie van het wegverkeer en van het gebruik op de openbare weg, met latere<br />

wijzigingen en aanvullingen ;<br />

• het Ministerieel besluit van 11 oktober 1976, met latere wijzigingen en<br />

aanvullingen, waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere<br />

plaatsingvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald ;


• het Ministerieel besluit van 9 januari 2007 waarbij het model en de modaliteiten<br />

worden bepaald tot het uitreiken van een bewonerskaart ;<br />

• het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de<br />

aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van<br />

de verkeerstekens ;<br />

• de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 <strong>april</strong> 2009 ;<br />

Om deze redenen;<br />

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />

Na beraadslaging;<br />

Met 22 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen;<br />

BESLUIT:<br />

Artikel 1<br />

Er wordt een beperkte parkeertijd ingericht in Hulstedorp. De parkeerplaatsen met<br />

beperkte parkeertijd van maximum ½ uur zijn van toepassing op het dorpsplein (tussen<br />

kerk en winkels) te Hulstedorp. De parkeerplaatsen met beperkte parkeertijd van<br />

maximum 2 uur zijn van toepassing op de 'parkeerhaven' te Hulstedorp.<br />

Artikel 2<br />

De reglementering betreffende de beperkte parkeertijd van maximum ½ uur wordt ter<br />

kennis gebracht aan de weggebruikers door middel van de verkeersborden E9a met<br />

afbeelding van een parkeerschijf, met onderbord type VIIc (30 minuten) en onderbord Xa<br />

/ Xb (afhankelijk van de plaatsgesteldheid).<br />

De reglementering betreffende de beperkte parkeertijd van maximum 2 uur wordt ter<br />

kennis gebracht aan de weggebruikers door de verkeersborden E9a met afbeelding van<br />

een parkeerschijf, met onderbord Xa / Xb (afhankelijk van de plaatsgesteldheid).<br />

Artikel 3<br />

Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de Vlaamse Overheid,<br />

Departement Mobiliteit en Openbare werken, afdeling beleid mobiliteit en<br />

verkeersveiligheid.<br />

Artikel 4<br />

Deze beslissing dient bekend te worden gemaakt overeenkomstig art. 186 GD. Ze heeft<br />

uitwerking vanaf haar bekendmaking.<br />

26. Vaststellen aanvullend reglement op het wegverkeer. Verplaatsen<br />

oversteekplaats voor voetgangers Overleiestraat 138.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

De huidige oversteekplaats voor voetgangers, gelegen ter hoogte van Overleiestraat<br />

nummer 138 wordt weinig gebruikt. Ter hoogte van de rotonde met de Bavikhoofsestraat<br />

(Molenhuis) is geen oversteekplaats voor voetgangers aangebracht, terwijl daar<br />

regelmatig voetgangers oversteken.<br />

Het college van burgemeester en schepenen besliste dd. 18.09.2007 (na advies van de<br />

beperkte mobiliteitscommissie) om de oversteekplaats voor voetgangers te verplaatsen<br />

naar de rotonde met de Bavikhoofsestraat (Molenhuis) toe.


Gezien het aanvullend reglement van toepassing is op een gewestweg, dient het<br />

reglement te worden goedgekeurd overgemaakt aan de Vlaamse Overheid, Departement<br />

Mobiliteit en Openbare werken, afdeling beleid mobiliteit en verkeersveiligheid.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke,decretale of reglementaire bepalingen:<br />

• de wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd bij het Koninklijk<br />

besluit van 16 maart 1968, met latere wijzigingen en aanvullingen ;<br />

• de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988 ;<br />

• het gemeentedecreet van 15 juli 2005 ;<br />

• het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het<br />

wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens ;<br />

• het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de<br />

politie van het wegverkeer en van het gebruik op de openbare weg, met latere<br />

wijzigingen en aanvullingen ;<br />

• het Ministerieel besluit van 11 oktober 1976, met latere wijzigingen en<br />

aanvullingen, waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere<br />

plaatsingvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald ;<br />

• het Ministerieel besluit van 9 januari 2007 waarbij het model en de modaliteiten<br />

worden bepaald tot het uitreiken van een bewonerskaart ;<br />

• het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de<br />

aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van<br />

de verkeerstekens ;<br />

• de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 <strong>april</strong> 2009 ;<br />

Om deze redenen;<br />

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />

Na beraadslaging;<br />

Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen;<br />

BESLUIT:<br />

Artikel 1<br />

Dit besluit vervangt alle voorgaande besluiten die niet in overeenstemming zijn met het<br />

huidige.<br />

Artikel 2<br />

De oversteekplaats, momenteel gelegen ter hoogte van Overleiestraat 138 wordt<br />

verplaatst naar Overleiestraat 144.<br />

Artikel 3<br />

Dit aanvullend reglement wordt ter goedkeuring overgemaakt aan de Vlaamse Overheid,<br />

Departement Mobiliteit en Openbare werken, afdeling beleid mobiliteit en<br />

verkeersveiligheid.<br />

Artikel 4<br />

Deze beslissing dient bekend te worden gemaakt overeenkomstig art. 186 GD. Ze heeft<br />

uitwerking vanaf haar goedkeuring.


27. Samenwerkingsovereenkomst verkeersbordendatabank. Goedkeuring.<br />

Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:<br />

Het departement Mobiliteit en Openbare Werken organiseerde dd. 18/09/2009 en dd.<br />

10/02/2010 een informatiesessie omtrent de verkeersbordendatabank waarop de stad<br />

<strong>Harelbeke</strong> werd uitgenodigd.<br />

De Vlaamse Overheid financiert de inventarisatie van de verkeersborden volledig. De<br />

stad dient steekproefcontroles uit te voeren van de proefversie.<br />

De stad dient zich - na de opmaak van de inventaris - te engageren voor het up-to-date<br />

houden van deze databank (nieuwe borden, verwijderde borden, nieuwe<br />

verkeerssituaties,...). De Vlaamse Overheid stelt een gratis internetapplicatie ter<br />

beschikking om enerzijds de databank te bekijken (kijkmodule) en anderzijds om de<br />

databank te bewerken (verandermodule). Tevens kan iedere gemeente gratis beschikken<br />

over alle 360° foto's die op haar grondgebied genomen zijn.<br />

Het Vlaams Gewest biedt de gemeente de mogelijkheid om de basisinventarisatie uit te<br />

breiden met bijkomende attributen. Het gaat hierbij om<br />

• het type ophanging van de opstellingen<br />

• de vrije hoogte van de opstellingen<br />

• het nummer van de paal van verkeerslichten<br />

• de ophanghoogte van de borden<br />

• het type fabricage van de borden<br />

• het beeldvlak van de borden<br />

• de datum van fabricage van de borden<br />

• de fabrikant van de borden<br />

• karakteristieken van de steunen<br />

De kostprijs voor <strong>Harelbeke</strong> zou hieromtrent 13.931 euro bedragen en ten laste zijn van<br />

de stad. Het college van burgemeester en schepenen stelde dd. 01.09.2009 voor om<br />

deze gegevens niet te laten inventariseren.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale, reglementaire bepalingen of instructies:<br />

• Art. 42 par. 1 GD (volheid van bevoegdheid van de gemeenteraad)<br />

Een dergelijke databank is een handig beleidsinstrument.<br />

Om deze redenen;<br />

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />

Na beraadslaging;<br />

Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen;<br />

BESLUIT:<br />

Artikel 1<br />

De gemeenteraad keurt de overeenkomst over samenwerking tussen het Vlaams Gewest<br />

en de stad <strong>Harelbeke</strong> goed voor wat betreft de basisinventaris verkeersbordendatabank.


Deze overeenkomst luidt als volgt (letterlijke weergave contract):<br />

Artikel 1 - Doel van de overeenkomst<br />

Deze samenwerkingsovereenkomst beoogt een nauwe samenwerking tussen de<br />

partijen in het kader van het actueel houden van de gegevens in de<br />

Verkeersbordendatabank.<br />

Artikel 2 - Basisinventaris<br />

Vlaams Gewest<br />

Het Vlaams Gewest staat in voor de basisinventarisatie van alle verticale<br />

verkeerssignalisatie, verkeerslichten inbegrepen, op niet-gewestwegen op het<br />

grondgebied van de gemeente. Dit houdt in dat het type, de afmetingen, de richting,<br />

de x,y-coördinaat, de straat en gemeente en de datum van opname van de verticale<br />

signalisatie door het Vlaams Gewest opgemeten wordt. Deze gegevens zullen in de<br />

Verkeersbordendatabank worden opgenomen.<br />

Het Vlaams Gewest maakt duidelijke afspraken met de gemeente voor wat betreft<br />

begin, einde en verloop van de inventarisatie. Hierbij zal het projectplan van de<br />

aannemer die de inventarisatie uitvoert als basis voor het overleg dienen.<br />

Het Vlaams Gewest verbindt zich ertoe de mobile mapping-beelden die genomen en<br />

gebruikt worden voor de basisinventarisatie ter beschikking van de gemeente te<br />

stellen via het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV).<br />

Gemeente<br />

De gemeente verbindt zich ertoe om vanaf de start van de inventarisatie van de<br />

verticale signalisatie op haar grondgebied elke wijziging die ze aan de reële situatie<br />

aanbrengt bij te houden en in de door het Vlaams Gewest ter beschikking gestelde<br />

toepassing in te voeren.<br />

De gemeente controleert de gegevens van de basisinventarisatie.<br />

Artikel 3 – Verkeersbordendatabank<br />

Vlaams Gewest<br />

Het Vlaams Gewest verbindt zich ertoe de webtoepassing aan de gemeente ter<br />

beschikking te stellen die het mogelijk maakt om enerzijds alle geïnventariseerde<br />

verticale verkeerssignalisatie op alle Vlaamse wegen te bekijken en te bevragen en<br />

anderzijds de verkeerssignalisatie op het grondgebied van de gemeente toe te<br />

voegen, te verwijderen of te wijzigen.<br />

Gemeente<br />

De gemeente engageert zich ertoe van zodra de Verkeersbordendatabank ter<br />

beschikking is deze telkens er een wijziging op het terrein gebeurt te actualiseren<br />

zodat de gegevens in de Verkeersbordendatabank overeenstemmen met de reële<br />

situatie. De gemeente voert de verticale signalisatie opgenomen in nieuwe<br />

aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer met betrekking tot<br />

wegen onder haar beheer via de webtoepassing in, overeenkomstig het decreet<br />

betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en<br />

bekostiging van de verkeerstekens van 16 mei 2008.<br />

Artikel 4 – Uitbreiding basisinventaris<br />

Het Vlaams Gewest biedt de gemeente de mogelijkheid om de basisinventaris uit te<br />

breiden met bijkomende attributen. Het gaat hierbij om<br />

- het type ophanging van de opstellingen<br />

- de vrije hoogte van de opstellingen<br />

- het nummer van de paal van verkeerslichten<br />

- de ophanghoogte van de borden<br />

- het type fabricage van de borden<br />

- het beeldvlak van de borden


- de datum van fabricage van de borden<br />

- de fabrikant van de borden<br />

- karakteristieken van de steunen<br />

- foto’s van de richtingssignalisatie<br />

De kostprijs hiervan is € 13.931 en wordt betaald door de gemeente.<br />

De gemeente wenst op dit aanbod in te gaan<br />

X nee<br />

□ ja<br />

Artikel 5 - Aanspreekpunt<br />

Het unieke aanspreekpunt voor het Vlaams Gewest is<br />

verkeersborden@mow.vlaanderen.be.<br />

Het unieke aanspreekpunt voor de gemeente is dirk.destorme@harelbeke.be<br />

Artikel 6 - Gebruiksrechten en eigendomsrechten<br />

De data in de Verkeersbordendatabank die het resultaat zijn van de<br />

basisinventarisatie blijven eigendom van het Vlaams Gewest. De gemeente kan te<br />

allen tijde gegevens bekijken via de webtoepassing. Ze kan eveneens steeds<br />

gegevens over wegen in haar beheer aanpassen, toevoegen of verwijderen en<br />

exporteren uit de databank.<br />

Artikel 7 – Inwerkingtreding, duur en beëindiging van de overeenkomst<br />

De overeenkomst treedt in werking van zodra beide partijen de overeenkomst<br />

hebben ondertekend en wordt aangegaan voor onbepaalde duur. De overeenkomst<br />

kan door één van de partijen opgezegd worden door middel van een aangetekend<br />

schrijven, mits inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden, ingaand op de<br />

datum van afgifte.<br />

Artikel 8 – Aansprakelijkheid<br />

Geen van de partijen kan verantwoordelijk worden gesteld voor schade die<br />

voortvloeit uit de toepassing van deze overeenkomst.<br />

Artikel 2<br />

De gemeenteraad beslist om geen bijkomende gegevens te laten inventariseren.<br />

Artikel 3<br />

Deze beslissing wordt overgemaakt aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken<br />

- Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid - mevrouw Barbara De Clerck - Koning Albert IIlaan<br />

20 bus 2 -1000 Brussel.<br />

28. Uniforme algemene politieverordening. Hervaststelling.<br />

Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch:<br />

De vigerende algemene politieverordening van de stad <strong>Harelbeke</strong> dateert van<br />

19.10.1992. Ze werd ondertussen verschillende keren gewijzigd.<br />

De opname van de stad <strong>Harelbeke</strong> in de politiezone Gavers, samen met de gemeente<br />

Deerlijk, maken een zo groot mogelijke afstemming op het niveau van de politiezone<br />

aangewezen.<br />

Ook een zo groot mogelijke afstemming – weliswaar met respect voor de eigenheid van<br />

de zone of haar participerende gemeenten – met de politieverordeningen van de andere<br />

gemeenten van het arrondissement verdient aanbeveling.


Samen met de mogelijheden geschapen door art. 119bis van de Nieuwe Gemeentewet<br />

(NGW) inzake administratieve sancties (GAS), vormde dit alles aanleiding tot een<br />

volledige herwerking van de algemene politieverordening. Er dient inderdaad te worden<br />

vastgesteld dat het parket de overtredingen op de gemeentelijke politieverordeningen<br />

niet vervolgt.<br />

Sinds maart 2009 werkten de juristen van Deerlijk en <strong>Harelbeke</strong> aan de opmaak van<br />

een nieuwe algemene politieverordening (APV). Daartoe werden de verschillende<br />

stads- en gemeentediensten bevraagd, elk in functie van hun aandeel in de APV.<br />

Ondertussen werd ook regelmatig teruggekoppeld naar het politiecollege.<br />

Voor de tekst van de APV werd vertrokken van de door de Kortrijkse gemeenteraad<br />

eind 2008 aangenomen tekst. Deze Kortrijkse tekst gaat zelf terug op een uniform<br />

algemeen deel dat door een multidisciplinaire werkgroep binnen de intercommunale<br />

Leiedal werd aangemaakt.<br />

De APV valt uiteen in een deel strafbepalingen, een algemeen deel en een bijzonder<br />

deel. Verouderde bepalingen werden geschrapt en nieuwe bepalingen werden –<br />

ingevolge zich stellende maatschappelijke fenomenen – opgenomen.<br />

Het algemeen deel van de APV vertrekt uit de Kortrijkse tekst. Een aantal beperkte<br />

aanpassingen is verantwoord door de kleinere schaal van <strong>Harelbeke</strong>. Een ander deel<br />

van de beperkte wijzigingen wortelt dan weer in een afweging van kosten en baten,<br />

een streven naar terminologische zuiverheid en een juridisch correctere<br />

verwoording.<br />

Het bijzonder deel is zone-eigen en zoveel mogelijk identiek binnen de zone. Toch<br />

moet er ook ruimte voor de eigenheid van <strong>Harelbeke</strong> en Deerlijk zijn.<br />

Het project van APV werd principieel aangenomen in het politiecollege van 14<br />

januari 2010. Het schepencollege van 19 januari 2010 van de stad <strong>Harelbeke</strong><br />

aanvaardde deze tekst eveneens principieel.<br />

Op 8 februari 2010 werd het project toegelicht aan de gemeenteraad. De<br />

gemeenteraadsleden konden daarna schriftelijk vragen en opmerkingen formuleren.<br />

Naderhand werd het dossier opnieuw in het college van burgemeester en schepenen<br />

besproken.<br />

Op 23.03.2010 werd het project ook doorgenomen in een informele raadsvergadering,<br />

waarna het dossier opnieuw in het college van 30.03.2010 werd<br />

behandeld.<br />

De eindtekst wordt nu aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd. De<br />

gemeenteraad is bevoegd op grond van art. art. 43 par. 2, 2° GD en art. 119 NGW.<br />

De materiële implementatie van het APV en de principes van behoorlijke regelgeving<br />

vereisen dat de nieuwe verordening maar op 01.07.2010 inwerking treedt.<br />

De rechstzekerheid vereist dat de bestaande APV formeel wordt opgeheven.<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- De nieuwe gemeentewet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken,<br />

de artikelen 119, 119bis, 133 en 135 par. 2 zoals thans van kracht;<br />

- het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken,<br />

art. 43 par. 2, 2°, 186 en 187.<br />

Om deze redenen;


Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;<br />

Na beraadslaging in openbare zitting;<br />

Met 21 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen;<br />

BESLUIT:<br />

Artikel 1:<br />

De algemene politieverordening van de stad <strong>Harelbeke</strong> wordt hervastgesteld als volgt.<br />

DEEL 1. STRAFBEPALINGEN, BEMIDDELING EN BEGRIPPENKADER<br />

TITEL 1. STRAFBEPALINGEN<br />

Art. 1<br />

In geval van overtreding van deze verordening kan de politie de overtreder aanmanen<br />

om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken. De politieambtenaren aangeduid<br />

in art. 119bis van de Nieuwe Gemeentewet zijn bevoegd voor de vaststelling van alle<br />

overtredingen vervat in deze politieverordening. Van de vaststelling wordt proces-verbaal<br />

opgemaakt.<br />

Art. 2<br />

Voor zover bij wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen geen<br />

straffen of sancties zijn voorzien, worden de inbreuken op de bepalingen van deze<br />

politieverordening gestraft met:<br />

1° een administratieve geldboete van maximum 250 euro;<br />

2° een administratieve schorsing van een afgeleverde toelating of vergunning;<br />

3° een administratieve intrekking van een afgeleverde toelating of vergunning;<br />

4° een tijdelijke of definitieve sluiting van een instelling.<br />

Indien de dader een minderjarige is, die de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt op<br />

het tijdstip van de feiten, bedraagt het maximum van de administratieve geldboete <strong>12</strong>5<br />

euro.<br />

De in het eerste lid bedoelde schorsing, intrekking of sluiting worden opgelegd door het<br />

college van burgemeester en schepenen. De administratieve geldboete wordt opgelegd<br />

door de sanctionerend ambtenaar.<br />

Art. 3<br />

Er is sprake van herhaling indien er een overtreding van eenzelfde bepaling gebeurt<br />

binnen het jaar na het uitvoerbaar worden van de opgelegde administratieve beslissing.<br />

In geval van herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste het dubbele van<br />

de geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van 250<br />

euro.<br />

In geval van een nieuwe herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste drie<br />

maal de geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van<br />

250 euro.<br />

Nieuwe herhaling wordt weerhouden wanneer de overtreder binnen de twaalf maanden<br />

volgend op de eerste herhaling voor de derde maal dezelfde overtreding begaat.


Art. 4<br />

De duur van de door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde<br />

administratieve sanctie kan verdubbeld worden in geval van herhaling binnen de twaalf<br />

maanden volgend op de oplegging van de sanctie en verdrievoudigd in geval van tweede<br />

herhaling binnen de twaalf maanden volgend op de oplegging van de tweede sanctie.<br />

Art. 5<br />

Het proces-verbaal bedoeld in art. 1 wordt binnen de maand bezorgd aan de<br />

sanctionerend ambtenaar, zoals bepaald in artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet.<br />

Indien het proces-verbaal onvoldoende gegevens zou bevatten, dan kan de<br />

sanctionerend ambtenaar de politiediensten verzoeken die gegevens, eventueel na<br />

bijkomend onderzoek, nog toe te voegen aan het dossier.<br />

Art. 6<br />

Indien de feiten zowel een strafrechtelijke als een administratiefrechtelijke inbreuk<br />

vormen, wordt het proces-verbaal binnen de maand na de vaststelling, toegestuurd aan<br />

de Procureur des Konings. Een afschrift wordt verzonden aan de sanctionerend<br />

ambtenaar.<br />

Indien de feiten enkel met een administratieve sanctie kunnen bestraft worden, wordt<br />

het orgineel proces-verbaal aan de sanctionerend ambtenaar toegestuurd.<br />

Van feiten lastens minderjarigen die enkel met een administratieve sanctie kunnen<br />

bestraft worden, wordt steeds een afschrift van het proces-verbaal overgemaakt aan de<br />

Procureur des Konings.<br />

Art. 7<br />

Bij het bepalen van het bedrag van de geldboete moet de sanctionerend ambtenaar<br />

rekening houden met de ernst van de feiten of de gevolgen van de overtreding. De<br />

sanctionerend ambtenaar kan eveneens rekening houden met het resultaat van de<br />

bemiddelingsprocedure overeenkomstig de hiernavolgende titel 2.<br />

Art. 8<br />

Wanneer eenzelfde feit verschillende inbreuken op dezelfde verordening oplevert, kan<br />

slechts één enkele administratieve sanctie worden opgelegd.<br />

Art. 9<br />

De sanctionerend ambtenaar kan geen administratieve geldboete opleggen na het<br />

verstrijken van een termijn van zes maanden, te rekenen van de dag waarop het<br />

afschrift van het proces-verbaal werd ontvangen.<br />

Art. 10<br />

De beslissing dient aan de overtreder ter kennis te worden gebracht door een<br />

aangetekend schrijven, ofwel door overhandiging tegen ontvangstbewijs.<br />

In het geval van een minderjarige overtreder wordt de beslissing op dezelfde wijze ter<br />

kennis gebracht aan de minderjarige, evenals aan zijn vader en moeder, zijn voogden of<br />

de personen die het gezag over hem uitoefenen.<br />

Art. 11<br />

Wanneer deze politieverordening overtreden wordt, kan de bevoegde overheid van<br />

ambtswege de noodzakelijke maatregelen laten uitvoeren op kosten en risico van de<br />

overtreder die verzuimd heeft op te treden.


Art. <strong>12</strong><br />

Bevelen van de burgemeester, gegeven in uitvoering van artikel 133 tot 135 van de<br />

Nieuwe Gemeentewet, dienen te worden nageleefd. De niet-naleving van deze bevelen is<br />

strafbaar overeenkomstig artikel 2 van deze politieverordening. Iedere persoon, op de<br />

openbare weg alsook in alle openbare plaatsen, moet zich voegen naar de bevelen en/of<br />

vorderingen hem door de bevoegde overheid in de uitvoering van zijn ambt gegeven.<br />

Alle vergunningen, toelatingen en machtigingen, vermeld in deze politieverordening<br />

moeten worden voorgelegd op eerste verzoek van de bevoegde personen.<br />

TITEL 2. BEMIDDELINGSPROCEDURE<br />

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen<br />

Art. 13<br />

De verplichte bemiddelingsprocedure met betrekking tot de feiten gepleegd door<br />

minderjarigen die de volle leeftijd van zestien jaar hebben bereikt op het tijdstip van de<br />

feiten en de facultatieve bemiddelingsprocedure m.b.t. meerderjarige overtreders<br />

waaromtrent de sanctionerend ambtenaar deze bemiddeling wenselijk acht, worden als<br />

volgt georganiseerd.<br />

Art. 14<br />

De bemiddelingsambtenaar, die is aangesteld door de gemeente Kortrijk en ter<br />

beschikking staat van alle gemeenten van het gerechtelijk arrondissement Kortrijk, voert<br />

de bemiddelingsprocedure uit.<br />

Art. 15<br />

De voorafgaande bemiddelingsprocedure heeft als doel de overtreder de mogelijkheid te<br />

bieden de eventuele schade te vergoeden of te herstellen, die ten gevolge van een<br />

inbreuk op de politieverordening is ontstaan.<br />

Art. 16<br />

De betrokken partijen worden gestimuleerd tot actieve deelname aan het<br />

bemiddelingsproces. Bij een geslaagde bemiddeling kan de sanctionerend ambtenaar<br />

rekening houden met het resultaat van de bemiddeling door de administratieve geldboete<br />

te verlagen of door geen geldboete op te leggen.<br />

Art. 17<br />

Wanneer de overtreder een minderjarige is, die op het moment van de feiten de leeftijd<br />

van zestien jaar heeft bereikt, kan deze bijgestaan worden door een advocaat die door<br />

de stafhouder van de orde van advocaten wordt aangeduid.<br />

De ouders, voogden of wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarige worden op de<br />

hoogte gebracht van de bemiddelingsprocedure en bij de procedure betrokken per<br />

aangetekend schrijven.<br />

Art. 18<br />

De overtreder aan wie de bemiddelingsprocedure wordt voorgesteld, kan de procedure<br />

aanvaarden of weigeren. Dit geldt ook voor de benadeelde partij. Indien één van de<br />

betrokken partijen weigert deel te nemen aan de procedure of deze om het even welke<br />

reden niet kan worden opgestart, dan sluit de bemiddelingsambtenaar de procedure af<br />

en maakt het dossier onmiddellijk terug over aan de sanctionerend ambtenaar.


HOOFDSTUK 2. De bemiddelingsprocedure<br />

Art. 19<br />

De sanctionerend ambtenaar selecteert de dossiers die naar zijn oordeel in aanmerking<br />

komen voor de bemiddelingsprocedure in het kader van de gemeentelijke administratieve<br />

sancties. Vervolgens maakt hij de vereiste elementen voor de opstart van de bemiddeling<br />

over aan de bemiddelingsambtenaar.<br />

De bemiddelingsprocedure wordt na ontvangst van het dossier door de<br />

bemiddelingsambtenaar opgestart.<br />

Art. 20<br />

Na ontvangst van het bemiddelingsdossier nodigt de bemiddelingsambtenaar de<br />

betrokken partijen en hun eventuele advocaat tegelijk uit per brief, fax of e-mail tegen<br />

ontvangstbewijs. Er worden minstens twee weken voorzien tussen de datum waarop de<br />

uitnodiging wordt verstuurd en de datum van het bemiddelingsgesprek.<br />

Indien de overtreder minderjarig is, worden de ouders, voogden of personen die gezag<br />

over hem uitoefenen ook aangeschreven.<br />

Indien de betrokken partij geen natuurlijk persoon is, dan vraagt de<br />

bemiddelingsambtenaar aan de betrokken partij om een vertegenwoordiger aan te<br />

duiden, die aan het bemiddelingsgesprek kan deelnemen.<br />

Het staat de bemiddelingsambtenaar vrij alle vereiste maatregelen te nemen en<br />

contacten te leggen die nodig zijn om de bemiddelingsprocedure op te starten en tot een<br />

goed einde te brengen.<br />

Art. 21<br />

Tijdens het bemiddelingsgesprek zal de bemiddelingsambtenaar de<br />

bemiddelingsprocedure binnen het kader van de gemeentelijke administratieve sancties<br />

verduidelijken voor de betrokken partijen. De partijen worden geïnformeerd dat ze de<br />

mogelijkheid hebben om al dan niet op het aanbod in te gaan en om op elk moment de<br />

bemiddeling te beëindigen.<br />

Beide partijen krijgen in het gesprek de mogelijkheid een voorstelling van de feiten te<br />

geven en toe te lichten hoe ze dit hebben ervaren.<br />

De nadruk ligt tijdens het gesprek in de ondersteunende taak van de<br />

bemiddelingsambtenaar ten aanzien van de betrokken partijen bij het zoeken naar een<br />

voor allen aanvaardbare, haalbare en proportionele oplossing; in de vorm van een<br />

materieel, moreel, emotioneel en/of financieel herstel voor de geleden schade bij het<br />

slachtoffer.<br />

De bemiddelingsambtenaar voert de bemiddeling uit volgens de principes van<br />

onafhankelijkheid, neutraliteit en vertrouwelijkheid. Daarnaast houdt hij zich strikt aan<br />

het beroepsgeheim wat betreft de identiteit van de betrokken partijen en de<br />

onderzoeksgegevens in het dossier.<br />

Art. 22<br />

Indien beide partijen een akkoord bereiken omtrent het herstel van de schade, wordt er<br />

een overeenkomst opgemaakt. De overeenkomst geeft het resultaat van de<br />

bemiddelingsprocedure weer. De gemaakte afspraken tussen de betrokken partijen<br />

worden expliciet vermeld.<br />

Na ondertekening van de overeenkomst krijgen alle betrokken partijen een ondertekend<br />

exemplaar. Een kopie van de overeenkomst wordt overgemaakt aan de sanctionerend<br />

ambtenaar.


Wanneer één van de partijen een beroep doet op een advocaat, wordt de overeenkomst<br />

eerst aan de advocaat bezorgd en heeft deze één week de tijd om bemerkingen op de<br />

overeenkomst ter kennis te brengen van de bemiddelingsambtenaar. Zonder<br />

tegenbericht wordt de overeenkomst ter ondertekening aan de partijen voorgelegd en<br />

nadien aan de sanctionerend ambtenaar overgemaakt.<br />

Indien de overeenkomst aan de sanctionerend ambtenaar wordt overgemaakt en op dat<br />

moment geen verdere opvolging meer behoeft dan meldt de bemiddelaar dat de<br />

overeenkomst correct werd uitgevoerd.<br />

Art. 23<br />

De bemiddelaar volgt de uitvoering van de overeenkomst op. In de overeenkomst staat<br />

gestipuleerd wanneer de uitvoering moet voltooid zijn.<br />

Art. 24<br />

Na een positieve afronding bij het correct naleven van de overeenkomst maakt de<br />

bemiddelingsambtenaar een evaluatierapport over aan de sanctionerend ambtenaar en<br />

dit uiterlijk op de tiende werkdag na de uitvoering van de overeenkomst.<br />

De bemiddelingsambtenaar licht de advocaat in dat de overeenkomst correct werd<br />

uitgevoerd.<br />

Indien de overeenkomst niet werd uitgevoerd, wordt dit vermeld in het rapport gericht<br />

aan de sanctionerend ambtenaar. De advocaat van de overtreder zal hiervan op de<br />

hoogte worden gebracht.<br />

Op basis van dit evaluatierapport, beoordeelt de sanctionerend ambtenaar of hij al dan<br />

niet een einde maakt aan de administratieve vervolging.<br />

In ieder geval behoudt de sanctionerend ambtenaar het recht om een administratieve<br />

geldboete op te leggen als hij dit geschikt acht.<br />

Art. 25<br />

De volledige bemiddelingsprocedure dient uiterlijk één maand voor het verstrijken van de<br />

verjaringstermijn beëindigd te zijn. Na overleg tussen de bemiddelingsambtenaar en de<br />

sanctionerend ambtenaar kan de bemiddelingsprocedure verlengd worden onverminderd<br />

het in acht nemen van de wettelijke verjaringstermijn.<br />

HOOFDSTUK 3. Bijzondere bepalingen<br />

Art. 26<br />

De documenten die worden opgemaakt en de mededelingen die worden gedaan tijdens<br />

de bemiddelingsprocedure zijn vertrouwelijk. Zij mogen niet worden aangewend in een<br />

gerechtelijke of administratieve procedure of enige andere procedure voor het oplossen<br />

van conflicten, behoudens in de procedure tot oplegging van een administratieve<br />

geldboete beschreven in art. 119bis van de Nieuwe Gemeentewet. De documenten die<br />

werden opgemaakt en de mededelingen die worden gedaan tijdens de<br />

bemiddellingsprocedure zijn niet toelaatbaar als bewijs, zelfs niet als buitengerechtelijke<br />

bekentenis, behoudens in de procedure tot oplegging van een administratieve geldboete<br />

beschreven in art. 119bis van de Nieuwe Gemeentewet en de procedures inzake<br />

afdwinging van de bereikte akkoorden.


Onverminderd de verplichtingen die de wet hem opleggen mag de<br />

bemiddelingsambtenaar de feiten waarvan hij uit hoofde van zijn ambt kennis krijgt niet<br />

openbaar maken. Artikel 458 van het Strafwetboek is op hem van toepassing.<br />

Partijen kunnen niet worden gehouden aan de door hen tijdens de bemiddeling<br />

ingenomen standpunten en voorstellen, alsmede de door hen aan de bemiddelaar of aan<br />

de andere partij gedane mededeling van welke aard en op welke wijze ook, behoudens<br />

hetgeen tussen hen werd overeengekomen in een bemiddelingsovereenkomst.<br />

Art. 27<br />

De bemiddelingsambtenaar mag met geen van de partijen een band hebben of doen<br />

ontstaan die zijn onafhankelijkheid in de ogen van de partijen in het gedrang kan<br />

brengen. In geval van een belangenconflict zal hij zich onthouden.<br />

In voorkomend geval zal de bemiddelingsambtenaar zowel voorafgaand als tijdens de<br />

bemiddeling de elementen aanbrengen die zijn onafhankelijkheid in het gedrang kunnen<br />

brengen. De betrokken partijen kunnen hierop hun schriftelijk akkoord geven om de<br />

bemiddelingsprocedure verder te zetten. Indien minstens één van de betrokken partijen<br />

geen schriftelijk akkoord geeft, trekt de bemiddelingsambtenaar zich terug uit de<br />

bemiddeling.<br />

TITEL 3. BEGRIPPENKADER<br />

Art. 28<br />

De navolgende begrippen, gehanteerd in deze verordening, worden als volgt<br />

gedefinieerd.<br />

Iedere verwijzing naar een hogere norm geldt als een verwijzing naar deze norm zoals hij<br />

op het ogenblik van de toepassing van deze verordening van kracht is.<br />

28.1 Aanplakking<br />

Publiciteit aangebracht op tijdelijke of permanente wijze zowel voor manifestaties,<br />

officiële mededelingen alsook iedere andere aankondiging op tijdelijke of permanente<br />

wijze aangebracht.<br />

28.2 Afvalwater<br />

Water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet<br />

ontdoen, met uitzondering van niet-verontreinigd hemelwater.<br />

(zie ook ‘huishoudelijk afvalwater’)<br />

28.3 Automatisch ontspanningstoestel<br />

Elk toestel dat een mechanisch, elektrisch of elektronisch onderdeel bevat, dienstig voor<br />

het op gang brengen, de werking of voor de bediening ervan, en waarvan de start<br />

veroorzaakt wordt door het inbrengen van een geldstuk, van een penning of door gelijk<br />

welk ander middel dat hiervoor in de plaats komt.<br />

28.4 Begraven<br />

Bijplaatsen van een stoffelijk overschot in een graf.<br />

28.5 Bevoegde hulpdiensten<br />

De brandweer, civiele bescherming, politie of andere openbare diensten waarvan de<br />

tussenkomst vereist is om het onheil te bestrijden.


28.6 Bevoegde overheid<br />

De gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen, de burgemeester of enig<br />

ander (gemeentelijk) bestuursorgaan naargelang de hen toegewezen bevoegdheid, hetzij<br />

de door deze organen aangeduide personen.<br />

28.7 Bouwvallige gebouwen<br />

Gebouwen die door hun staat een gevaar opleveren voor de openbare veiligheid door<br />

instortingsgevaar, van het volledig gebouw of een deel ervan (bv. afhangende of losse<br />

dakgoten, neerschuivende pannen, scheuren in gevel, ontploffingsgevaar, brandgevaar,<br />

vermolmd houtwerk, enzovoort).<br />

28.8 Bouwwerken (zoals bedoeld in Deel I, Titel 3, Hoofdstuk 3)<br />

Het bouwen, verbouwen, slopen, herstellen, herinrichten van onroerende goederen.<br />

28.9 Buurtlawaai<br />

Geluidshinder voortgebracht door een in de buurt hoorbare geluidsbron, met uitzondering<br />

van de geluidshinder die wordt veroorzaakt door:<br />

- het lucht-, weg- en spoorwegverkeer en van de scheepvaart;<br />

- de inrichtingen vermeld in de indelingslijst van bijlage 1 van de besluiten van de<br />

Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaamse<br />

reglement betreffende de milieuvergunning;<br />

- een openbare inrichting, op de openbare weg of het openbaar domein als geregeld<br />

in titel 2;<br />

- grasmaaiers en andere bij het tuinieren gebruikte apparaten die door een motor<br />

worden aangedreven en waarvan het gebruik wordt geregeld door artikel 199.<br />

28.10 Collecte<br />

Activiteit waarbij beroep wordt gedaan op de vrijgevigheid van de bevolking door het<br />

vragen of inzamelen van geld of giften onder elke mogelijke vorm ook, zoals elke<br />

inzameling van levensmiddelen, kledingstukken en andere goederen.<br />

28.11 Containerpark<br />

Een inrichting, uitgebaat door de gemeente, desgevallend het intergemeentelijk<br />

samenwerkingsverband, die tot doel heeft de gescheiden inzameling van huishoudelijke<br />

afvalstoffen mogelijk te maken met het oog op de maximale recyclage van deze<br />

afvalstoffen.<br />

28.<strong>12</strong> Erkend laboratorium<br />

Laboratorium erkend in toepassing van het koninklijk besluit van 2 <strong>april</strong> 1974 houdende<br />

voorwaarden en modaliteiten voor de erkenning van laboratoria die bij de bestrijding van<br />

de geluidshinder belast zijn met het beproeven van en de controle op apparaten en<br />

inrichtingen.<br />

28.13 Erkend milieudeskundige<br />

Milieudeskundige door de Vlaamse minister bevoegd voor Leefmilieu erkend in de<br />

discipline geluid. Voor alle artikelen in deze verordening waarin geluidsnormen worden<br />

opgelegd, gelden artikel 2 en 3 van de bijlage 4.5.1 van Vlarem II inzake de<br />

meetomstandigheden en de eisen waaraan de meetketen moet voldoen.<br />

28.14 Feestvuurwerk<br />

Vuurwerk bedoeld in het ministeriële besluit van 3 februari 2000 tot vaststelling van de<br />

bijzondere veiligheidsvoorschriften inzake feestvuurwerk voor particulieren, hoofdzakelijk<br />

op basis van de erin vervatte pyrotechnische samenstellingen.<br />

28.15 Geluid<br />

Alle vormen van geluidsemissie, voortkomend van blijvende of tijdelijke geluidsbronnen,<br />

al dan niet elektronisch versterkt.


28.16 Geluidsinstallatie<br />

Elk toestel of groep van toestellen – daartoe speciaal geproduceerd of gebruikt - dat of<br />

die geluid maakt, al dan niet elektronisch versterkt.<br />

28.17 Gemakkelijk brandbare materialen<br />

Materialen met een lage ontbrandingstemperatuur zoals rietmatten, stro, karton,<br />

boomschors, hout, natuurlijke kerstbomen, papier, gemakkelijk brandbare textiel /<br />

kunststoffen…<br />

28.18 Geparkeerd voertuig<br />

Voertuig dat langer stilstaat dan nodig voor het in- of uitstappen van personen of voor<br />

het laden en lossen van zaken (zie artikel 2.23 van het koninklijk besluit van 1 december<br />

1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het<br />

gebruik van de openbare weg).<br />

28.19 Gevaarlijke dieren (ook agressieve of kwaadaardige dieren)<br />

Elk dier dat iemand aanvalt, bijt of verwondt zonder provocatie, of elk dier dat een ander<br />

dier verwondt of aanvalt zonder provocatie, alsook ieder dier dat indien het vrij zou<br />

rondlopen, zonder enige provocatie redelijkerwijze iemand of andere dieren zou kunnen<br />

aanvallen.<br />

Onder deze bepaling vallen niet de volgens de milieuwetgeving (VLAREM) vergunningsof<br />

meldingsplichtige dieren.<br />

28.20 Gewone oppervlaktewateren<br />

Alle oppervlaktewateren met uitzondering van de kunstmatige afvoerwegen voor<br />

hemelwater en de openluchtgreppels, behorend tot de openbare rioleringen.<br />

28.21 Gezin<br />

Eén persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij twee of meer personen die, al dan niet<br />

door verwantschap aan elkaar verbonden, gewoonlijk in één en dezelfde woning<br />

verblijven en er samenleven.<br />

28.22 Graf<br />

De laatste rustplaats van een stoffelijk overschot.<br />

28.23 Grofvuil<br />

Alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, die<br />

omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de<br />

huisvuilophaling kunnen geborgen worden, met uitzondering van alle selectief<br />

ingezamelde afvalstoffen en gevaarlijke stoffen.<br />

28.24 Huishoudelijke afvalstoffen<br />

Afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en<br />

afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden, zoals gedefinieerd in artikel 2.1.1 van het<br />

VLAREA.<br />

28.25 Huishoudelijk afvalwater<br />

Afvalwater dat enkel bestaat uit water afkomstig van:<br />

- normale huishoudelijke activiteiten;<br />

- sanitaire installaties;<br />

- keukens;<br />

- het reinigen van gebouwen zoals woningen, kantoren, plaatsen waar groot of<br />

kleinhandel wordt gedreven, zalen voor vertoningen, kazernen, kampeerterreinen,<br />

gevangenissen, onderwijsinrichtingen met of zonder internaat, klinieken, hospitalen en<br />

andere inrichtingen waar niet-besmettelijke zieken opgenomen en verzorgd worden,<br />

zwembaden, hotels, restaurants, drankgelegenheden, kapsalons;


- afvalwater afkomstig van wassalons, waar de toestellen uitsluitend door het cliënteel<br />

zelf worden bediend.<br />

28.26 Huisvuil<br />

Alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en<br />

een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, die in het voorgeschreven recipiënt voor de<br />

huisvuilophaling kunnen geborgen worden, met uitzondering van alle selectief<br />

ingezamelde afvalstoffen en gevaarlijke stoffen.<br />

28.27 Individuele voorbehandelingsinstallatie (afgekort IBA)<br />

Individuele installatie voor de behandeling van normaal huishoudelijk afvalwater ter<br />

verwijdering van vetstoffen, bezinkbare en drijvende stoffen.<br />

28.28 Kansspelen<br />

Elk spel of weddenschap, waarbij een ingebrachte inzet van om het even welke aard,<br />

hetzij het verlies van deze inzet door minstens één der spelers of wedders, hetzij een<br />

winst van om het even welke aard voor minstens één der spelers, wedders of inrichters<br />

van het spel of de weddenschap tot gevolg heeft en waarbij het toeval een zelfs<br />

bijkomstig element is in het spelverloop, de aanduiding van de winnaar of de bepaling<br />

van de winstgrootte.<br />

28.29 Kermis<br />

Manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde<br />

plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van<br />

kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te<br />

brengen.<br />

28.30 Kermisactiviteit<br />

Elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten<br />

aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen<br />

van kermisgastronomie.<br />

28.31 Klein Gevaarlijk Afval (afgekort K.G.A.)<br />

De afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.5.2.1 van het VLAREA.<br />

28.32 Machtiging<br />

De schriftelijke toelating verleend door het hiertoe bevoegde orgaan.<br />

28.33 Manifestatie<br />

Samenscholingen, betogingen, optochten, openbare vergaderingen, rave-party’s en<br />

andere dergelijke evenementen waarop meerdere personen aanwezig zijn.<br />

28.34 Markt<br />

Manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente, om op vastgestelde<br />

plaatsen en tijdstippen, personen samen te brengen die er producten of diensten<br />

verkopen.<br />

Er zijn twee soorten markten:<br />

• Openbare markt: een markt die georganiseerd wordt door de gemeente, hetzij<br />

door deze autoriteit zelf beheerd, hetzij door deze in concessie gegeven.<br />

• Private markt: een markt ingericht door een privé-initiatief, voorafgaand<br />

toegelaten door de gemeente.<br />

28.35 Marktleider<br />

De door de bevoegde overheid aangeduide ambtenaar, bevoegd tot aanduiding van de<br />

standplaatsen op de openbare markten, en tot controle van de documenten die de<br />

machtiging en identiteit van de personen die een ambulante of kermisactiviteit<br />

uitoefenen.


28.36 Milieuambtenaar<br />

De ambtenaar die beschikt over een geldig bekwaamheidsbewijs, afgeleverd volgens de<br />

bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 7 november 1984 tot aanwijzing<br />

voor het Vlaams Gewest van de ambtenaren die bevoegd zijn voor het opsporen en<br />

vaststellen van inbreuken op de regelen ter bestrijding van de geluidshinder of<br />

overeenkomstig artikel 61 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991<br />

houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning.<br />

28.37 Muziek<br />

Alle vormen van muziekemissie, voortkomend van blijvende of tijdelijke geluidsbronnen,<br />

al dan niet elektronisch versterkt.<br />

28.38 Ontgraven<br />

Uit het graf halen van een stoffelijk overschot.<br />

28.39 Open vuur<br />

Alle vormen van een vuur met open vlam zoals kampvuren, kerstboomverbrandingen,<br />

houtvuren, enzovoort.<br />

28.40 Openbaar domein<br />

Alle goederen die door een uitdrukkelijke of impliciete beslissing van de bevoegde<br />

overheid bestemd zijn tot het gebruik van allen zonder onderscheid van de persoon,<br />

evenals alle goederen die behoren tot een openbare rechtspersoon en nodig zijn voor een<br />

openbare dienst of voor de tegemoetkoming aan een openbare noodwendigheid en die in<br />

die functie door geen enkel ander kunnen vervangen worden.<br />

28.41 Openbare of publieke inrichtingen<br />

Alle gebouwen, lokalen of plaatsen die kosteloos of tegen betaling of op vertoon van een<br />

lidkaart voor het publiek toegankelijk zijn, ook al is de toegang tot bepaalde categorieën<br />

van personen beperkt. De inrichtingen bedoeld in rubriek 32 van de indelingslijst<br />

gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende<br />

vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, hetzij<br />

ontspanningsinrichtingen en schietstanden, zijn uit deze definitie gesloten.<br />

Er zijn twee soorten inrichtingen:<br />

• Gesloten publieke inrichtingen: inrichtingen in gebouwen, lokalen, zalen, en<br />

dergelijke.<br />

• Open publieke inrichtingen: voor het publiek toegankelijke inrichtingen die geheel<br />

of gedeeltelijk georganiseerd worden in open lucht, inclusief terrassen, tuinen,<br />

tenten, en dergelijke.<br />

28.42 Openbare plaats<br />

a) iedere gesloten plaats in de zin van artikel 26 van de Grondwet die voor een<br />

openbare vergadering in de zin van hetzelfde artikel wordt aangewend of voor<br />

iedereen toegankelijk is, hetzij occasioneel, hetzij uit haar aard of primaire<br />

bestemming;<br />

b) de openbare weg;<br />

c) en de overige ruimtes in de open lucht indien die voor iedereen toegankelijk zijn.<br />

28.43 Openbare weg<br />

Het gedeelte van het gemeentelijk grondgebied, dat in hoofdorde bestemd is voor het<br />

verkeer van personen of voertuigen en voor iedereen toegankelijk is binnen de bij<br />

wetten, besluiten en verordeningen bepaalde perken.<br />

De openbare weg omvat eveneens en dit binnen dezelfde perken, de installaties voor het<br />

vervoer en de bedeling van goederen, energie en signalen.<br />

De openbare weg omvat eveneens:


a) de verkeerswegen, met inbegrip van de bermen en de trottoirs;<br />

b) de openbare ruimten, aangelegd als aanhorigheden van de<br />

verkeerswegen, en voornamelijk bestemd voor het stationeren van<br />

voertuigen, voor tuinen, wandelingen en markten, openbare pleinen en<br />

groenzones.<br />

28.44 Openbaar rioleringsnet<br />

Het geheel van openbare leidingen en openluchtgreppels bestemd voor het opvangen en<br />

transporteren van afvalwater.<br />

28.45 Openbare vergadering<br />

Vergaderingen die bestaan uit personen die zonder onderscheid toegelaten worden, maar<br />

ook die waar al diegenen toegelaten worden die aan een voorwaarde voldoen die<br />

afhankelijk is van hun eigen wil, zoals bv. de betaling van een willekeurige som.<br />

28.46 Papier en karton<br />

Alle dag-, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en<br />

ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier,<br />

computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, ontstaan door de<br />

normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit,<br />

met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier,<br />

gelaagd papier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren<br />

voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met<br />

magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeistofzakken, enz.<br />

28.47 Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons (afgekort P.M.D.-<br />

afval)<br />

Plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en drankkartons,<br />

ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare<br />

bedrijfsactiviteit.<br />

28.48 Privatieve ingebruikname<br />

Elke blijvende of tijdelijke ingebruikneming, hetzij door het plaatsen van om het even<br />

welke voorwerpen of inrichtingen op de openbare weg of het openbaar domein, hetzij<br />

door die voorwerpen aan de gevels of afsluitingen op te hangen of te bevestigen zodat zij<br />

op de openbare weg of het openbaar domein uitspringen.<br />

28.49 Privatieve ingebruikname door bouwwerken<br />

Het plaatsen van materialen, stellingen, containers, werfafsluitingen, werfketen,<br />

torenkranen, toestellen die niet zelfstandig in het verkeer mogen gebracht worden, zoals<br />

hoogtewerkers, bouwliften, constructies voor steenvang, afbraakmaterialen, enz., telkens<br />

al dan niet afgebakend door een afsluiting of schutting. De voorgaande begrippen maken<br />

deel uit van een niet-beperkende opsomming.<br />

(zie ook ‘Bouwwerken’)<br />

28.50 Rijbaan<br />

Het deel van de openbare weg dat voor het voertuigenverkeer in het algemeen is<br />

ingericht, zoals bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975<br />

houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.<br />

28.51 Risicomanifestatie<br />

Manifestatie die een verhoogd risico inhoudt voor de openbare orde en waarvoor<br />

coördinatievergaderingen worden georganiseerd op het vlak van politiële en civiele<br />

veiligheid.<br />

28.52 Septische put<br />

Individuele afvalwaterverzamelput met twee kamers.


28.53 Sluikstorten<br />

Het achterlaten, opslaan of storten van om het even welke afvalstof op openbare en<br />

private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze of tijdstip dat niet overeenstemt met<br />

deze politieverordening en andere wettelijke bepalingen.<br />

28.54 Standwerker<br />

De persoon van wie de activiteit uitsluitend bestaat in de verkoop, op verschillende<br />

markten, van producten of diensten waarvan hij de kwaliteit aanprijst en/of het gebruik<br />

uitlegt, door middel van argumenten en/of demonstraties gericht op een betere<br />

bekendheid bij het publiek en zodoende de verkoop ervan poogt te promoten.<br />

28.55 Stoffelijk overschot<br />

Lijk of asresten van menselijke oorsprong.<br />

28.56 Terras<br />

Elke constructie die het openbaar domein inneemt ten bate van een horecauitbating,<br />

waar eetwaar en/of drank voor consumptie ter plaatse te koop wordt aangeboden, die<br />

bestaat uit vaste en/of losse elementen, zoals windschermen, meubilair allerhande,<br />

parasols en andere, zonder dat deze opsomming als beperkend mag aanzien worden.<br />

28.57 Textielafval<br />

Alle kledij, lederwaren (zoals schoeisel en handtassen), beddengoed, woningtextiel<br />

(gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), lompen, enz., die ontstaan door de<br />

normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.<br />

28.58 Tuinafval<br />

Organisch composteerbaar afval zoals snoeihout, plantenresten, haagscheersel, bladeren,<br />

organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazonmaaisel en kerstbomen,<br />

ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, desgevallend door<br />

een vergelijkbare bedrijfsactiviteit. Onder snoeihout worden enkel takken met een<br />

diameter van minder dan 10 cm verstaan.<br />

28.59 Verantwoordelijke<br />

De exploitant (uitbater en/of iedere door hem aangeduide persoon) van een inrichting of<br />

een activiteit, de organisator van een manifestatie of van een bepaalde activiteit.<br />

28.60 Verpakkingsglas<br />

Hol glas, dienend als verpakking, zoals flessen en bokalen.<br />

28.61 Vertoningen<br />

Het tot uiting brengen van een gedachte in een publieke plaats waartoe iedereen toegang<br />

heeft, hetzij gratis, hetzij tegen betaling. Voorbeelden zijn ondermeer film- en<br />

theatervoorstellingen in openbare lokalen.<br />

28.62 Vlammen<br />

Zichtbaar verbrandingsverschijnsel zoals brandende fakkels en kaarsen.<br />

28.63 Vreugdeschoten<br />

Vuurwerk dat gebruikt wordt ter viering van een nakend huwelijk of andere<br />

feestelijkheden.<br />

28.64 Vuurwerk<br />

Eén of meer voorwerpen gevuld met ontploffende, brandbare en/of lichtgevende<br />

mengsels, meestal gebruikt bij visueel en klankspektakel waardoor gekleurde en/of<br />

luidruchtige effecten ontstaan.


28.65 Waterwinpunten<br />

[…] Hydranten van het openbaar waterleidingsnet en open watervoorraden.<br />

Art. 29<br />

De navolgende begrippen, gehanteerd in het aangeduide bijzonder deel van deze<br />

verordening, worden als volgt gedefinieerd.<br />

Iedere verwijzing naar een hogere norm geldt als een verwijzing naar deze norm zoals hij<br />

op het ogenblik van de toepassing van deze verordening van kracht is.<br />

29.1 In Titel 3 (Openbare veiligheid en doorgang op de openbare weg en het openbaar<br />

domein), Hoofdstuk 2 (Privatieve ingebruikname van de openbare weg en het openbaar<br />

domein), Afdeling 2 (Woonwagenbewoners):<br />

Woonwagenbewoners<br />

Personen met een nomadische cultuur, die zich legaal in België bevinden en die<br />

traditioneel in een woonwagen wonen of gewoond hebben, in het bijzonder autochtone<br />

voyageurs en de zigeuners, en diegenen die met deze personen samenleven of er in de<br />

eerste graad van afstammen (artikel 2,3° van het Decreet van 28 <strong>april</strong> 1998 inzake het<br />

Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden).<br />

29.2 In Titel 3 (Openbare veiligheid en doorgang op de openbare weg en het openbaar<br />

domein), Hoofdstuk 8 (Brandveiligheid), Afdeling 1 (Kamerwoningen):<br />

Appartement<br />

Woongelegenheid in een meergezinswoning uitgerust met de drie fundamentele<br />

basisvoorzieningen.<br />

Fundamentele basisvoorzieningen<br />

• wc met waterspoeling, aangesloten op riolering;<br />

• bad of douche met koud en warm stromend water;<br />

• keukeninstallatie (met kooktoestel en gootsteen, voorzien van reukafsnijder).<br />

Beperkte verhuur<br />

Kamerwoning waar maximaal 3 kamers of accommodatie voor 5 personen verhuurd<br />

wordt en waarbij de verhuurder zelf in de kamerwoning woont.<br />

Huurder van een kamer<br />

Elkeen die, in welke hoedanigheid of vorm of onder welke benaming ook, hetzij<br />

uitsluitend voor zichzelf, hetzij in gemeenschap met andere bewoners, het genot krijgt<br />

over een kamer zonder daarvan eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter of<br />

opstalhouder te zijn.<br />

Kamerdecreet<br />

Decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers<br />

en studentenkamers.<br />

Kamer of niet-zelfstandige woning<br />

Woongelegenheid waarvan de bewoner één of meerdere fundamentele<br />

basisvoorzieningen moet delen met bewoners van één of meerdere andere<br />

woongelegenheden in hetzelfde gebouw én waarbij bewoners voor ontbrekende<br />

basisvoorzieningen afhankelijk zijn van gemeenschappelijke ruimtes in of aansluitend bij<br />

gebouw waarvan woongelegenheid deel uitmaakt.<br />

Kamerwoning<br />

Elk gebouw met kamers, ongeacht of er andere functies en/of woongelegenheden in het<br />

gebouw aanwezig zijn, in casu, logementhuizen, studentenhuizen en B&B-huizen.


Logementhuis<br />

Kamerwoning waar tegen betaling toevallig, tijdelijk of bestendig kamers, met of zonder<br />

maaltijden, ter beschikking worden gesteld aan niet-studenten, ongeacht of ze er<br />

wettelijk gehuisvest zijn of niet.<br />

Studentenhuis<br />

Kamerwoning waarvan de kamers uitsluitend worden te huur gesteld of verhuurd aan<br />

één of meer studenten. Als student wordt beschouwd elkeen die ingeschreven is bij een<br />

instelling van hoger onderwijs, waarvan hij de lessen volgt en voor wie dat zijn<br />

hoofdbezigheid vormt. Ook studentengemeenschapshuizen zoals omschreven in het<br />

Kamerdecreet worden hieronder begrepen.<br />

B&B-huis<br />

Kamerwoning, waar tegen betaling tijdelijk of bestendig, kamers, met of zonder<br />

maaltijden, ter beschikking worden gesteld<br />

• aan toeristen;<br />

• en waarbij maximum 3 kamers verhuurd kunnen worden of accommodatie voor 5<br />

personen beschikbaar is;<br />

• en waarbij huurder individueel (in aangrenzende ruimte) kan gebruik maken van<br />

basisvoorzieningen wc en bad of douche.<br />

Verhuurder<br />

Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die als eigenaar, mede-eigenaar,<br />

vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of lasthebber een kamer verhuurt of ter<br />

beschikking stelt tegen betaling of om niet.<br />

Woongelegenheid<br />

Lokaal of een geheel van aaneensluitende lokalen hoofdzakelijk bestemd voor feitelijke<br />

huisvesting van een persoon of van een groep van samenlevende personen.<br />

29.3 In Titel 4 (Openbare reinheid en gezondheid), Hoofdstuk 1 (Verwijdering van<br />

huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen), Afdeling 10<br />

(Gelijkgestelde afvalstoffen):<br />

Gelijkgestelde afvalstoffen<br />

Overeenkomstig het VLAREA met huishoudelijke afvalstoffen gelijkgestelde<br />

bedrijfsafvalstoffen.<br />

29.4 In Titel 4 (Openbare reinheid en gezondheid), Hoofdstuk 1 (Verwijdering van<br />

huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen), Afdeling 11<br />

(Containerpark):<br />

Diftar–containerpark<br />

Een containerpark waar grote hoeveelheden afvalstoffen (huishoudelijke en daarmee<br />

gelijkgestelde) gescheiden worden ingezameld en waarvoor de gebruiker, afhankelijk van<br />

het soort afval, een vastgesteld tarief betaalt.<br />

29.5 In titel 7 (Handel), Hoofdstuk 1 (Drankslijterijen), afdeling 2 (Gegiste en sterke<br />

dranken):<br />

Drankgelegenheid<br />

Hetzij<br />

a) Elke plaats of lokaliteit waar drank, ongeacht de aard ervan, voor gebruik ter<br />

plaatse wordt verkocht;<br />

b) Elke plaats of lokaliteit die voor het publiek toegankelijk is en waar drank,<br />

ongeacht de aard ervan, voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt, zelfs gratis;


c) Elke plaats of lokaliteit waar leden van een vereniging of van een groepering<br />

uitsluitend of voornamelijk bijeenkomen om sterke drank of gegiste drank te<br />

gebruiken of om kansspelen te bedrijven.<br />

(zie art. 1 van de Wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke<br />

drank en betreffende het vergunningsrecht)<br />

Rondreizende drankgelegenheid<br />

De drankgelegenheid gehouden in boten, schepen, spoorwagens of andere voertuigen,<br />

alsmede in kramen of andere inrichtingen die van de ene naar de andere plaats plegen te<br />

worden overgebracht.<br />

Sterke dranken<br />

Alle dranken gefabriceerd met gedistilleerde alcohol en die een alcoholvolumegehalte<br />

hebben van meer dan 1,2 % vol.<br />

29.6 In titel 7 (Handel):<br />

Uitbater<br />

De natuurlijke persoon of rechtspersoon die eigenaar is van de handelszaak (maar niet<br />

noodzakelijk van het handelspand) en voor wiens rekening en risico de instelling wordt<br />

uitgebaat.<br />

DEEL 2. ALGEMEEN DEEL<br />

TITEL 1. OPENBARE ORDE IN HET ALGEMEEN<br />

HOOFDSTUK 1. *Manifestaties en vermommingen<br />

Afdeling 1. Manifestaties op de *openbare weg<br />

Art. 30<br />

Manifestaties op de openbare weg zijn verboden, tenzij voorafgaande en schriftelijke<br />

*machtiging van de burgemeester.<br />

Art. 31<br />

Elke aanvraag tot het inrichten van een manifestatie moet schriftelijk gebeuren,<br />

tenminste vijftien kalenderdagen vóór de voorziene datum.<br />

Commerciële activiteiten op de openbare weg moeten schriftelijk en tenminste vier<br />

weken vooraf aangevraagd worden.<br />

*Risicomanifestaties moeten schriftelijk en tenminste drie maanden vooraf worden<br />

gemeld.<br />

De aanvraag moet volgende inlichtingen bevatten:<br />

1° de naam, het adres en het telefoonnummer van de organisator(en);<br />

2° het voorwerp van de manifestatie;<br />

3° de datum en het tijdstip van de manifestatie;<br />

4° de geplande route;<br />

5° de voorziene plaats en tijdstip voor het einde van de manifestatie en in<br />

voorkomend geval de ontbinding;<br />

6° of er een meeting wordt gehouden bij de afsluiting van de manifestatie;<br />

7° de raming van het aantal deelnemers en de beschikbare vervoermiddelen;<br />

8° de door de organisatoren voorziene ordemaatregelen.


Art. 32<br />

De burgemeester kan uitzonderingen toestaan op de in artikel 31 voorziene termijn in<br />

uitzonderlijke omstandigheden en kan tevens bepaalde voorwaarden opleggen. Bij<br />

gewichtige redenen kan hij de manifestatie verbieden.<br />

Afdeling 2. Vermommingen<br />

Art. 33<br />

Niemand mag een vermomming dragen die van aard is de openbare orde te storen.<br />

Gemaskerde of vermomde personen mogen geen vlugschriften uitdelen of verspreiden.<br />

Het is verboden voor onbevoegden zich op de openbare weg te vertonen in de<br />

ambtskledij van burgerlijke, gerechtelijke en militaire overheden.<br />

Afdeling 3. *Openbare vertoningen<br />

Art. 34<br />

De toegang tot openbare of publieke inrichtingen waar vertoningen worden gehouden is<br />

verboden aan personen die kennelijk tekenen van dronkenschap vertonen.<br />

HOOFDSTUK 2. Nummering van gebouwen en aanbrengen van andere tekens<br />

Afdeling 1. Huisnummers<br />

Art. 35<br />

De eigenaars en bewoners van gebouwen zijn verplicht het huisnummer dat hen door de<br />

bevoegde overheid is toegewezen aan te brengen en ervoor te zorgen dat dit nummer<br />

leesbaar en zichtbaar blijft.<br />

Afdeling 2. Aanduidingen van openbaar nut<br />

Art. 36<br />

De eigenaars, bewoners of verantwoordelijken op grond van welke titel dan ook zijn<br />

verplicht:<br />

1° zonder dat dit voor hen enige schadeloosstelling impliceert, op de gevel van hun<br />

gebouw, ook wanneer die zich buiten de rooilijn bevindt, toe te staan dat aanduidingen<br />

van openbaar nut en nutsvoorzieningen worden aangebracht;<br />

2° de bevoegde overheid te verwittigen wanneer deze tekens onleesbaar, onzichtbaar of<br />

verwijderd worden.<br />

TITEL 2. OPENBARE ORDE EN RUST<br />

HOOFDSTUK 1. Geluidsoverlast<br />

Afdeling 1. Algemene bepalingen<br />

Art. 37<br />

Het is verboden, door een gebrek aan voorzorg, *geluid, gerucht of rumoer te<br />

veroorzaken zonder rechtmatige reden of zonder noodzaak, wanneer dit de rust van de<br />

inwoners in het gedrang brengt.<br />

Art. 38<br />

Het is, zoals bepaald in art. 561, 1° van het Strafwetboek, verboden zich schuldig te<br />

maken aan nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners kan worden<br />

verstoord.


De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de<br />

bepalingen van Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en<br />

begrippenkader) van deze verordening.<br />

Art. 39<br />

Het is verboden op of langs de openbare weg en op openbare plaatsen in open lucht<br />

geluid te veroorzaken dat van aard is om de openbare rust te verstoren. Dit verbod geldt<br />

niet in geval het geluid dat van aard is de openbare rust te storen, inherent is aan een<br />

door de bevoegde overheid toegestane manifestatie.<br />

Het geluid van muziektoestellen binnenshuis en op particuliere eigendom mag niet<br />

storend zijn op de openbare weg en op openbare plaatsen.<br />

Art. 40<br />

§1. De burgemeester kan specifiek het gebruik van een geluidsniveaubegrenzer opleggen<br />

waarop de volledige *geluidsinstallatie dient te worden aangesloten. De geluidsbegrenzer<br />

wordt ingesteld op het maximaal toegelaten geluidsniveau.<br />

De verantwoordelijke uitbater bezorgt onverwijld een attest hiervan aan de<br />

burgemeester.<br />

§2. De burgemeester kan zo nodig, op kosten van de *verantwoordelijke, gedurende een<br />

bepaalde tijd een (periodieke) controle opleggen door een *erkend laboratorium of door<br />

een erkende milieudeskundige.<br />

§3. De opstelling en regeling van de volumes of van de geluidsbegrenzer of van ieder<br />

ander controlemechanisme moeten zodanig zijn dat ze gemakkelijk kunnen worden<br />

gecontroleerd en verzegeld.<br />

§4. Geluidsinstallaties en/of luidsprekers dienen te worden uitgeschakeld bij officiële<br />

plechtigheden, behoudens indien deze ter gelegenheid van deze plechtigheid worden<br />

gebruikt.<br />

Art. 41<br />

Wanneer wordt vastgesteld dat muziek wordt gespeeld of geluidsversterkende<br />

apparatuur wordt gebruikt in een openbare inrichting, op de openbare weg of op het<br />

openbaar domein op een voor de omgeving storende wijze en/of in overtreding met de<br />

bijzondere voorwaarden door de burgemeester opgelegd, kan de burgemeester,<br />

ambtshalve of op voorstel van de politie of de *milieuambtenaar:<br />

1° de stopzetting bevelen van het spelen van muziek of het gebruik van<br />

geluidsversterkende apparatuur of van het evenement, teneinde de openbare orde en<br />

rust te herstellen;<br />

2° het verzegelen van de geluidsinstallatie of de onmiddellijke sluiting van de inrichting<br />

opleggen. De opheffing van, de verzegeling en de sluiting van de inrichting, kan<br />

afhankelijk gemaakt worden van de uitvoering van de nodige aanpassings- en<br />

isolatiewerken;<br />

3° de bestuurlijke inbeslagname van de geluidsinstallatie eisen;<br />

4° de openbare inrichting doen ontruimen;<br />

5° de veroorzaker(s) van de hinder van de plaats laten verwijderen;<br />

6° de eventueel verleende machtiging* laten intrekken.<br />

Afdeling 2. Andere specifieke vormen van geluidsoverlast<br />

Onderafdeling 1. Laden en lossen


Art. 42<br />

Voor het hanteren, laden of lossen van materialen, toestellen of andere voorwerpen die<br />

geluiden kunnen voortbrengen, zoals platen, bladen, staven, dozen, vaten of metalen<br />

recipiënten, gelden de volgende principes:<br />

1° de voorwerpen moeten gedragen worden zonder ze te slepen en ze moeten op de<br />

grond geplaatst worden zonder ze te werpen;<br />

2° als de voorwerpen door hun afmetingen of hun gewicht niet gedragen kunnen worden,<br />

moeten de nodige maatregelen genomen worden zodat ze zo geluidsarm mogelijk<br />

verplaatst kunnen worden.<br />

Onderafdeling 2. Draaiende houden van voertuigen<br />

Art. 43<br />

§1. Het is verboden voertuigen of hun toebehoren met koelinstallaties draaiende te<br />

houden terwijl het voertuig *geparkeerd staat en dit op minder dan 50 m van de<br />

bewoning.<br />

§2. Afwijkingen hierop kunnen door de burgemeester worden toegestaan ingeval van<br />

evenementen, markten, kermissen en foren.<br />

Onderafdeling 3. Voertuigen met luidsprekers<br />

Art. 44<br />

§1. Het gebruik van luidsprekers op voertuigen die bestemd zijn voor publiciteit is<br />

onderworpen aan de voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester.<br />

§2. De machtiging moet steeds in het voertuig aanwezig zijn.<br />

Onderafdeling 4. Toestellen voor recreatief gebruik<br />

Art. 45<br />

§1. Het is verboden met ontploffingsmotor aangedreven sport- en speeltuigen te<br />

gebruiken om er oefeningen, persoonlijke of groepsvermakelijkheden, wedstrijden of<br />

manifestaties mee te houden of te organiseren in de open lucht, op minder dan 200 m<br />

van de bewoning. Dit verbod geldt niet op de erkende terreinen waarop afzonderlijke<br />

reglementen van toepassing zijn.<br />

§2. Afwijkingen hierop kunnen door de burgemeester worden toegestaan.<br />

Onderafdeling 5. *Vuurwerk en *vreugdesalvo’s<br />

Art. 46<br />

§1. Het is verboden, zowel op de openbare weg als op private domeinen, binnenplaatsen<br />

en op alle plaatsen die palen aan de openbare weg, om het even welk vuurwerk af te<br />

steken.<br />

§2. Naar aanleiding van feestelijkheden kan de burgemeester machtiging verlenen<br />

om vuurwerk af te steken.<br />

In de eindejaarsperiode, lopende van 24 december tot en met de eerste zeven<br />

dagen van januari, mag zonder machtiging of kennisgeving feestvuurwerk<br />

afgestoken worden.<br />

§3. Bij het afsteken van vuurwerk overeenkomstig §2. dienen volgende<br />

voorwaarden in acht te worden genomen :<br />

- de vergunning, zo voorzien, moet op eenvoudig verzoek van de politie ter<br />

controle overhandigd worden;<br />

- eventuele omwonenden binnen een straal van 50 meter moeten verwittigd<br />

worden van het feit dat er vuurwerk zal worden afgestoken, met vermelding


van datum en tijdstip.<br />

- Degenen die het vuurwerk afsteken moeten minstens 18 jaar oud zijn en<br />

mogen niet onder invloed van alcoholische dranken of psychotrope stoffen<br />

zijn.<br />

- Het vuurwerk moet op voldoende afstand van brandbaar materiaal worden<br />

afgestoken, zodoende dat door het afsteken van het vuurwerk geen brand<br />

kan ontstaan.<br />

HOOFDSTUK 2. Sluitingsuur<br />

Art. 47<br />

Iedere uitbater van een inrichting dient de specifieke reglementering ter zake na te<br />

leven.<br />

TITEL 3. OPENBARE VEILIGHEID EN DOORGANG OP DE OPENBARE WEG EN<br />

HET OPENBAAR DOMEIN<br />

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen<br />

Art. 48<br />

Het is, zonder schriftelijke en voorafgaande toelating van de bevoegde overheid,<br />

verboden:<br />

1° enige wijziging aan overheidsgoederen aan te brengen ;<br />

2° zonder noodzaak roosters, riooldeksels of toegangen tot ondergrondse ruimten te<br />

openen. De nodige voorzorgsmaatregelen dienen hiertoe steeds in acht genomen te<br />

worden;<br />

3° een activiteit uit te oefenen die de openbare veiligheid of de veilige en vlotte doorgang<br />

in het gedrang kan brengen;<br />

4° aan gebouwen langsheen de openbare weg iets vast te hechten of te laten uitsteken<br />

zonder de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen inzake stevigheid, veiligheid en vlotte<br />

doorgang.<br />

HOOFDSTUK 2. Openbare veiligheid en veilige en vlotte doorgang<br />

Art. 49<br />

Het achterlaten van fietsen en bromfietsen op de openbare weg, is enkel toegestaan op<br />

plaatsen hiertoe specifiek voorzien. Bij afwezigheid van specifieke voorzieningen, dient<br />

steeds voldoende doorgang te worden gelaten, hetzij een vrije doorgang van minstens<br />

één meter.<br />

HOOFDSTUK 3. *Privatieve ingebruikname van het openbaar domein en de<br />

openbare weg<br />

Afdeling 1. Algemene bepalingen<br />

Art. 50<br />

Elke privatieve ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg is<br />

verboden, tenzij schriftelijke en voorafgaande machtiging door de bevoegde overheid<br />

werd verleend.<br />

Er dient, behoudens door de vergunnende overheid te verlenen afwijking – op het<br />

voetpad of de plaats bestemd voor voetgangersverkeer – altijd een vrije doorgang van<br />

minstens 1,5 m over te blijven.


Art. 51<br />

Iedere persoon die het openbaar domein en de openbare weg in gebruik neemt, is ertoe<br />

gehouden - bij het beëindigen van de privatieve inname – het openbaar domein in zijn<br />

oorspronkelijke staat te herstellen.<br />

Art. 52<br />

Iedere persoon die openbaar domein en de openbare weg inneemt, is ertoe gehouden te<br />

zorgen voor afdoende verlichting en signalisatie van de materialen, steigers of om het<br />

even welke andere voorwerpen, die zij op het openbaar domein hebben neergelegd of<br />

achtergelaten, alsook voor de verlichting van de uitgravingen die zij daar gedaan hebben.<br />

Bij niet-naleving kan de gemeente ambtshalve de nodige signalisatie aanbrengen op<br />

kosten en risico van de overtreder.<br />

Afdeling 2. Specifieke bepalingen<br />

Onderafdeling 1. *Ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg ter<br />

gelegenheid van *bouwwerken<br />

Art. 53<br />

Bij aanvraag tot ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg<br />

overeenkomstig de bepalingen van artikel 50 dient steeds een inname-, inrichtings- en<br />

signalisatieplan met aanduiding van de inname toegevoegd te worden.<br />

Onderafdeling 2. Werkzaamheden met invloed op het openbaar domein en de openbare<br />

weg<br />

Art. 54<br />

De aannemer of, bij ontstentenis, de bouwheer dient bij werkzaamheden die stof of afval<br />

op de openbare weg of de omringende eigendommen kunnen verspreiden, de nodige<br />

voorzorgsmaatregelen te nemen.<br />

Art. 55<br />

De aannemer of, bij ontstentenis, de bouwheer die langs de openbare weg bouwt,<br />

verbouwt of afbreekt, moet de volledige bouwwerf van een stevige afsluiting voorzien<br />

vooraleer de werken aan te vatten.<br />

Onderafdeling 3. Ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg door<br />

*terrassen<br />

Art. 56<br />

De aanvraag tot uitbating van een terras op het openbaar domein overeenkomstig de<br />

algemene bepaling van artikel 50 dient minstens vier weken vooraf schriftelijk te worden<br />

ingediend.<br />

Art. 57<br />

De aanvraag tot machtiging dient volgende documenten te omvatten:<br />

1° een aanvraagformulier;<br />

2° de technische tekeningen;<br />

3° een schets van de inplanting;<br />

4° de nodige attesten;<br />

5° eventuele materiaalstalen, foto’s;<br />

6° in voorkomend geval, alle nodige en nuttige documenten.<br />

Elke wijziging, vervanging of verlenging maakt steeds het voorwerp uit van een<br />

afzonderlijke en expliciete machtiging.


Onderafdeling 4. Ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg door<br />

uitstal van koopwaren met inbegrip van verkoopautomaten<br />

Art. 58<br />

Overeenkomstig artikel 50 mag niemand op het openbaar domein zijn koopwaren<br />

uitstallen tenzij vooraf een schriftelijke machtiging van de bevoegde overheid bekomen<br />

wordt. De aanvraag dient minstens vier weken vooraf ingediend.<br />

HOOFDSTUK 4. *Aanplakkingen<br />

Art. 59<br />

Aanplakking op het openbaar domein of erover uitstekend kan slechts op die plaatsen<br />

hiertoe specifiek bestemd of aangeduid door de bevoegde overheid en op de wijze door<br />

de bevoegde overheid bepaald.<br />

Art. 60<br />

Het is verboden opschriften, affiches, beeld- en fotografische voorstellingen, vlugschriften<br />

en plakbriefjes, zelfklevers, aan te brengen of te plaatsen op de openbare weg, op de<br />

bomen, aanplantingen, plakborden, muren, omheiningen, pijlers, palen, straatmeubilair,<br />

openbare gebouwen, bruggen, kunstwerken, zuilen, bouwwerken, monumenten en<br />

andere langs de openbare weg of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende opstanden<br />

en op andere plaatsen.<br />

Het verbod uit het eerste lid geldt niet in geval hiervoor uitdrukkelijke en<br />

voorafgaandelijke schriftelijke machtiging door de bevoegde overheid werd gegeven voor<br />

wat betreft het openbaar domein, of door de eigenaar of de gebruiker voor wat betreft<br />

private goederen.<br />

Het is verboden aan te plakken op leegstaande panden, op verkeerstekens,<br />

verkeerslichten, vluchtheuvels en verkeerspleinen.<br />

De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op:<br />

1° de aanplakbiljetten die betrekking hebben op de verkoop of de verhuur van<br />

onroerende goederen, voor zover hun totale oppervlakte geen 2 m² overschrijdt en voor<br />

zover zij aangebracht zijn op het onroerend goed dat te koop of te huur wordt<br />

aangeboden;<br />

2° de aanplakbiljetten aangebracht ter uitvoering van een wettelijke of reglementaire<br />

bepaling of door de openbare of ministeriële ambtenaren.<br />

Art. 61<br />

De inhoud van de aanplakkingen mag de openbare orde, openbare veiligheid, openbare<br />

rust en goede zeden niet in het gedrang brengen.<br />

Art. 62<br />

Op reglementaire wijze aangebrachte aanplakkingen mogen niet worden vernield,<br />

gescheurd, verwijderd of overplakt, zolang de datum van de manifestatie die vermeld is<br />

op de aanplakbrief niet verstreken is.<br />

Art. 63<br />

De aanplakbiljetten dienen ten laatste één week na de manifestatie verwijderd te<br />

worden, tenzij anders bepaald in specifieke reglementering.<br />

Art. 64<br />

De aangebrachte publiciteitsmiddelen mogen in geen geval de veiligheid en zichtbaarheid<br />

van de weg en de wegenuitrusting in het gedrang brengen.


Art. 65<br />

Alle publiciteitsmiddelen aangebracht in overtreding met de bepalingen van dit<br />

hoofdstuk, dienen op het eerste bevel van de *bevoegde overheid verwijderd te worden.<br />

Art. 66<br />

Als overtreders worden beschouwd: diegene die de aanplakking verrichtte en – zo deze<br />

niet kan worden geïdentificeerd - de persoon of de personen voor wie de aanplakking<br />

werd aangebracht.<br />

HOOFDSTUK 5. Bewegwijzering<br />

Art. 67<br />

Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op wegwijzers die geplaatst zijn op openbaar<br />

domein.<br />

Afdeling 1. Tijdelijke bewegwijzering<br />

Art. 68<br />

Het is verboden tijdelijke wegwijzers te plaatsen op of te bevestigen aan verkeersborden,<br />

verkeerslichten, rotondes en straatmeubilair.<br />

Afdeling 2. Permanente bewegwijzering ten behoeve van bedrijven en instellingen<br />

Art. 69<br />

De wegwijzers ten behoeve van bedrijven en instellingen worden onderworpen aan een<br />

voorafgaande en schriftelijke machtiging van de burgemeester.<br />

De machtiging vervalt van rechtswege zo er geen gebruik van gemaakt wordt binnen het<br />

jaar na de aflevering ervan.<br />

Art. 70<br />

Met behoud van de hiernavolgende bepalingen kan de vergunning ook afhankelijk worden<br />

gesteld van de adviezen van andere openbare besturen.<br />

Art. 71<br />

De aanvraag tot machtiging dient volgende documenten te omvatten:<br />

1° een aanvraagformulier;<br />

2° een schaaltekening, in tweevoud, met beschrijving van het wegwijzertype, opgave<br />

van de afmetingen, de gebruikte kleuren, de tekst, het lettertype en het eventuele<br />

pictogram. De wegwijzers dienen inzake model en gebruikte materialen in<br />

overeenstemming te zijn met de toepasselijke bepaling van vooreerst het Koninklijk<br />

Besluit van 1 december 1975, met latere wijzingen en aanvullingen, houdende algemeen<br />

reglement op de politie van het wegverkeer en vervolgens het Ministerieel Besluit van 11<br />

oktober 1976, met latere wijzigingen en aanvullingen, waarbij de minimum afmetingen<br />

en bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;<br />

3° een liggingplan, in tweevoud, met aanduiding van de plaatsen waar de opstelling<br />

gevraagd wordt;<br />

4° een recente reeks foto’s van de plaatsen waar de opstelling gevraagd wordt;<br />

5° in voorkomend geval, alle nodige en nuttige documenten, om te bewijzen dat het<br />

bedrijf of de instelling bediend wordt door een belangrijk voertuigenverkeer.<br />

Art. 72<br />

De vergunning voor het plaatsen van wegwijzers moet afzonderlijk aangevraagd worden.<br />

Zij mag niet inbegrepen zijn in andere aanvragen.<br />

Art 73<br />

Conform het Koninklijk Besluit en het Ministerieel Besluit van 1 februari 1991 wordt<br />

louter bewegwijzering in de nabijheid van alleenstaande bedrijven, gelegen buiten de


ebouwde kom en die veel verkeer met zich meebrengen, door middel van het bord F33a<br />

toegelaten. Alleenstaande bedrijven gelegen binnen de bebouwde kom die veel verkeer<br />

genereren worden conform bovenstaand Koninklijk en Ministerieel Besluit bewegwijzerd<br />

door middel van het bord F34a.<br />

Per alleenstaand bedrijf wordt slechts maximaal twee volledige reisroutes aangegeven<br />

vanaf een belangrijke weg voor doorgaand verkeer zoals gedefinieerd in art. 75 en dit op<br />

een afstand van maximum vijf kilometer.<br />

Art 74<br />

Conform het Koninklijk Besluit en het Ministerieel Besluit van 1 februari 1991, wordt<br />

alleen bewegwijzering in de nabijheid van overnachtinggelegenheden en restaurants,<br />

door middel van het bord F37, toegelaten. Ten hoogste twee reisroutes mogen<br />

aangegeven worden vanaf het aansluitingspunt met een belangrijke weg als bedoeld in<br />

art. 75. Binnen de bebouwde kom, afgebakend door de verkeersborden F1 en F3, worden<br />

overnachtinggelegenheden en restaurants niet gesignaleerd.<br />

Art. 75<br />

De belangrijkste wegen voor doorgaand verkeer zijn:<br />

• de gewestwegen<br />

• de as Heerbaan, Gulden-Sporenstraat, Jan Breydelstraat, Zandbergstraat<br />

• de as Spinnerijstraat, Venetiëlaan, Pol. Gevangenenstraat, Veldrijk,<br />

Steenbrugstraat, Beneluxlaan<br />

• de as Heerbaan, Stasegemsesteenweg, Gen. Deprezstraat (tot aan rotonde),<br />

• de as Molenstraat, Bavikhoofsestraat, Bavikhovedorp, Vlietestraat, Hoogstraat<br />

• de as Hoogstraat, Vlietestraat, de Kuurnsestraat<br />

Art. 76<br />

Het gemeentebestuur staat in voor:<br />

1° de levering en plaatsing van de palen op het openbaar domein;<br />

2° de plaatsing, vervanging en het wegnemen van de wegwijzers.<br />

Dit alles gebeurt op kosten van de aanvrager.<br />

De levering van de wegwijzers, alsook het permanent onderhoud van de wegwijzers, zijn<br />

eveneens ten laste van de aanvrager.<br />

Art. 77<br />

Indien binnen de veertien dagen na aangetekende verwittiging geen gevolg wordt<br />

gegeven aan de aanmaning tot herstel of onderhoud ervan, worden wegwijzers die niet<br />

in goede staat gehouden zijn, ambtshalve onmiddellijk weggenomen op risico en kosten<br />

van de houder van de machtiging. Indien de wegwijzers binnen de drie maanden niet<br />

worden afgehaald, kunnen ze worden vernietigd.<br />

Art. 78<br />

Wegwijzers die een gevaar vormen en wegwijzers voor niet meer bestaande en niet<br />

actieve bedrijven en instellingen kunnen ambtshalve worden weggenomen op risico en<br />

kosten van de houder van de machtiging. De maatregel wordt eveneens toegepast op de<br />

wegwijzers naar bedrijven en instellingen wanneer de activiteiten zodanig gewijzigd zijn<br />

en niet langer voldoen aan de vereiste voorwaarden opgelegd in de wetgeving en in de<br />

machtiging. Indien de wegwijzers binnen de drie maanden niet worden afgehaald,<br />

kunnen ze worden vernietigd.<br />

Art. 79<br />

Wegwijzers opgesteld zonder machtiging kunnen ambtshalve worden weggenomen op<br />

kosten van diegene die ze geplaatst heeft. Indien de wegwijzers binnen de drie maanden<br />

niet worden afgehaald, kunnen ze worden vernietigd.


Art. 80<br />

Dancings zijn uitgesloten van de toepassing van deze reglementering.<br />

Art. 81<br />

De wegwijzers worden geplaatst op verantwoordelijkheid van de aanvrager. Het<br />

gemeentebestuur kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor schade<br />

veroorzaakt door of aan wegwijzers.<br />

HOOFDSTUK 6. Bijzondere veiligheidsmaatregelen bij sneeuw of vrieskou, ijs en ijzel<br />

Afdeling 1. Openbare weg en voetpaden<br />

Art. 82<br />

Het is verboden op de openbare weg, bij vorst water te gieten of te laten vloeien en<br />

glijbanen aan te leggen.<br />

Art. 83<br />

Bij sneeuwval of bij ijzelvorming moeten de bewoners erover waken dat op het voetpad<br />

voor de eigendom die zij bewonen voldoende ruimte voor de doorgang van de<br />

voetgangers wordt schoongeveegd en dat het nodige wordt gedaan om de gladheid ervan<br />

te vermijden.<br />

Art. 84<br />

§1. Het is verboden de sneeuw en het ijs bij het wegruimen op de openbare weg te<br />

brengen. Sneeuw en ijs mogen wel op de uiterste rand van het voetpad geveegd worden<br />

zodanig dat de weggebruikers niet gehinderd worden en er voldoende openingen worden<br />

gelaten voor het afvloeien van het dooiwater.<br />

Autobushaltes, brandkranen, rioolputten en goten moeten altijd vrij blijven.<br />

§2. De aangelanden maken voor de toepassing van §1 gebruik van middelen die het<br />

milieu zo min mogelijk schaden.<br />

Art. 85<br />

Wanneer het woningen betreft, bewoond door meerdere *gezinnen, zijn allen hoofdelijk<br />

verantwoordelijk voor de verplichtingen bepaald in de artikelen van deze afdeling.<br />

Afdeling 2. Waterlopen, kanalen en stilstaande waters<br />

Art. 86<br />

Het is verboden zich op het ijs van de waterlopen, kanalen en stilstaande waters te<br />

begeven.<br />

Bij een voldoende ijsdikte kan de burgemeester, na technisch advies te hebben<br />

ingewonnen, een afwijking op dit verbod toestaan.<br />

HOOFDSTUK 7. Brandveiligheid<br />

Afdeling 1. Brandvoorkoming<br />

Art. 87<br />

De toegang tot *waterwinpunten moet altijd vrij en gemakkelijk bereikbaar zijn.<br />

De identificatie- en herkenningstekens van deze waterwinpunten dienen steeds duidelijk<br />

zichtbaar gehouden te worden.<br />

Behoudens overmacht dienen de waterwinpunten steeds op peil gehouden te worden.


Art. 88<br />

Het is verboden, zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester, enig<br />

vuur aan te leggen waarbij het gebruik of de aanwezigheid van *open vuur of *vlammen<br />

een risico doet ontstaan voor het publiek.<br />

De aanvraag tot machtiging dient samen met de nodige stukken, tijdig, minstens<br />

vierentwintig uur voor de aanvang van de activiteit ingediend te worden.<br />

Het is enkel toegelaten niet-afvalstoffen te gebruiken die geen hinderlijke<br />

rookontwikkeling met zich meebrengen.<br />

Art. 89<br />

Zonder voorafgaandelijke schriftelijke machtiging van de burgemeester mag men geen<br />

open vuur of vlammen op de openbare weg plaatsen of dragen.<br />

Afdeling 2. Brandveiligheid in publieke inrichtingen<br />

Art. 90<br />

Deze afdeling is van toepassing op elke publieke inrichting waar 50 personen of meer<br />

kunnen aanwezig zijn.<br />

Art. 91<br />

Het maximum aantal aanwezige personen wordt berekend volgens de berekeningswijze<br />

bepaald in artikel 52 Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, afgekort<br />

A.R.A.B.<br />

Dit aantal wordt vastgesteld door de uitbater, op eigen verantwoordelijkheid, indien het<br />

aantal toegelaten aanwezigen niet op een afdoende wijze kan worden bepaald.<br />

Art. 92<br />

Het maximum aantal personen dat in de publieke inrichting aanwezig mag zijn, moet<br />

worden aangeduid op een bordje dat duidelijk leesbaar en goed zichtbaar bij de<br />

ingang(en) wordt aangebracht door de zorgen van de uitbater.<br />

Art. 93<br />

De uitbater moet de nodige maatregelen nemen om overschrijding van het vastgesteld<br />

aantal personen te voorkomen.<br />

Art. 94<br />

Een publieke inrichting dient te beantwoorden aan de voorschriften inzake<br />

brandveiligheid. Op verzoek van de burgemeester kan hiertoe verslag van de<br />

brandweerdienst opgevraagd worden.<br />

Art. 95<br />

Voor de binneninrichting mag geen gebruik gemaakt worden van gemakkelijk brandbare<br />

materialen.<br />

Deze materialen kunnen nochtans worden gedoogd mits ze brandvertragend gemaakt<br />

werden en waarbij dan een getuigschrift moet kunnen voorgelegd worden.<br />

De geldigheidsduur van de brandvertragende behandeling moet kunnen voorgelegd<br />

worden. Telkens de geldigheidsduur is vervallen, dient een nieuwe behandeling plaats te<br />

vinden, die door een nieuw getuigschrift wordt gedekt.<br />

De normale, functionele stoffering voor gordijnen, overgordijnen, vaste muurbekleding<br />

en tafellinnen valt niet onder dit artikel.<br />

HOOFDSTUK 8. Bestrijding van overlast door vandalisme en vernielingen<br />

Art. 96<br />

Het is verboden voorwerpen op iemand te werpen, die de persoon hinderen of bevuilen of<br />

op welke manier dan ook schade veroorzaken.


Art. 97<br />

Het is verboden stenen of andere harde lichamen, of andere voorwerpen die kunnen<br />

bevuilen of beschadigen, tegen voertuigen, huizen, gebouwen, afsluitingen of in tuinen<br />

en besloten erven te werpen.<br />

Art. 98<br />

Het is, zoals bepaald in art. 534bis van het Strafwetboek, verboden zonder toestemming<br />

graffiti aan te brengen op roerende of onroerende goederen.<br />

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de<br />

bepalingen van Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en<br />

begrippenkader) van deze verordening.<br />

Art. 99<br />

Het is, zoals bepaald in art. 534ter van het Strafwetboek, verboden opzettelijk<br />

andermans onroerende eigendommen te beschadigen.<br />

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de<br />

bepalingen van Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en<br />

begrippenkader) van deze verordening.<br />

Art. 100<br />

Het is verboden, zoals bepaald in art. 563, 2° van het Strafwetboek, stedelijke of<br />

landelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, opzettelijk te beschadigen.<br />

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de<br />

bepalingen van Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en<br />

begrippenkader) van deze verordening.<br />

Art. 101<br />

Het is verboden openbare watervoorzieningen, brandkranen of drinkwaterkranen te<br />

beschadigen, het water ervan te verontreinigen of het voor een ander doel dan waartoe<br />

het bestemd is, te gebruiken.<br />

Art. 102<br />

Het is verboden, zoals bepaald in art. 559, 1° van het Strafwetboek, buiten de gevallen<br />

omschreven in boek ll, titel lX, hoofdstuk lll van het Strafwetboek, andermans roerende<br />

eigendommen opzettelijk te beschadigen of te vernielen.<br />

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de<br />

bepalingen van Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en<br />

begrippenkader) van deze verordening.<br />

Art. 103<br />

Het is verboden, zoals bepaald in art. 526 van het Strafwetboek, grafsteden,<br />

gedenktekens, grafstenen, monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot<br />

algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of<br />

met haar machtiging zijn opgericht, monumenten, standbeelden, schilderijen of welke<br />

kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn<br />

geplaatst, te vernielen, neer te halen, te verminken of te beschadigen.<br />

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de<br />

bepalingen van Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en<br />

begrippenkader) van deze verordening.


HOOFDSTUK 9. Onderhoud van planten op eigendommen langs de openbare weg<br />

Art. 104<br />

De bewoners of gebruikers, hetzij de eigenaars van een onroerend goed, gelegen<br />

langsheen de openbare weg moeten ervoor zorgen dat de beplantingen die op dat goed<br />

groeien zodanig worden onderhouden dat:<br />

1° geen enkele tak op minder dan 4,50 m van de grond boven de *rijbaan hangt;<br />

2° deze beplantingen niet over het voetpad of over de gelijkgrondse berm groeien tot op<br />

een hoogte van 2,50 m;<br />

3° geen enkele beplanting hinder vormt voor de openbare veiligheid of de<br />

verkeersveiligheid in het algemeen. Uitzondering hierop kan gemaakt worden voor<br />

landbouwgewassen.<br />

Art. 105<br />

Wanneer het woningen betreft, bewoond door meerdere gezinnen, zijn allen hoofdelijk<br />

verantwoordelijk voor de verplichting bepaald in artikel 104.<br />

TITEL 4. OPENBARE REINHEID EN GEZONDHEID<br />

HOOFDSTUK 1. Algemeen onderhoud en reinheid van de openbare weg<br />

De bepalingen van dit hoofdstuk doen geen afbreuk aan de bepalingen inzake de<br />

bijzondere veiligheidsmaatregelen bij sneeuw, vrieskou, ijs en ijzel.<br />

Art. 106<br />

Het is verboden op en langs de openbare weg en zijn aanhorigheden bevuilende en/of<br />

verontreinigende materialen of vloeistoffen te storten of te gooien die schade kunnen<br />

berokkenen aan de openbare veiligheid, de hygiëne of de kwaliteit van het leefmilieu.<br />

Art. 107<br />

De aangelanden moeten erover waken dat de voetpaden, gazons, halfverharding,<br />

rioolroosters en de straatgoten voor het onroerend goed dat zij respectievelijk bewonen,<br />

gebruiken of in eigendom houden, in nette staat blijven door ondermeer vuilnis, modder<br />

en onkruid weg te nemen.<br />

Zand dat naar aanleiding van openbare werken werd uitgestrooid mag echter gedurende<br />

de eerste acht dagen niet weggenomen worden.<br />

Art. 108<br />

Wanneer het woningen betreft, bewoond door meerdere gezinnen, zijn allen hoofdelijk<br />

verantwoordelijk voor de verplichtingen bepaald in artikel 107.<br />

Art. 109<br />

Het is verboden op de openbare weg voertuigen te smeren en er - behoudens in geval<br />

van overmacht - werken aan uit te voeren.<br />

Het wassen van voertuigen is toegelaten op de openbare weg, mits de veilige en<br />

gemakkelijke doorgang, de openbare rust en de openbare reinheid gewaarborgd wordt.<br />

Op plaatsen waar een gescheiden rioleringsnetwerk is voorzien, dient het wassen van<br />

voertuigen met biologisch afbreekbare producten te gebeuren.<br />

Art. 110<br />

Bij manifestaties op het openbaar domein dienen de richtlijnen van de gemeente inzake<br />

afvalvoorkoming en selectieve inzameling nageleefd te worden.


Art. 111<br />

Het is verboden zijn natuurlijke behoeften te doen op andere plaatsen dan deze die<br />

specifiek hiertoe zijn ingericht. Deze plaatsen moeten volgens de regels van goed fatsoen<br />

gebruikt worden.<br />

HOOFDSTUK 2. Staat van onroerende goederen<br />

Afdeling 1. Woningen<br />

Art. 1<strong>12</strong><br />

Het is verboden een woonhuis dat slechts ingericht is voor één *gezin, te bewonen met<br />

meer dan één gezin.<br />

Art. 113<br />

De gebruikers van een gebouw of van een gedeelte van een gebouw zijn verplicht ervoor<br />

te zorgen dat de schoorsteen en de rookkanalen die zij gebruiken voortdurend in goede<br />

staat onderhouden worden.<br />

Art. 114<br />

Iedere eigenaar of bewoner dient de sanitaire en vuilnisvoorzieningen, berg- en<br />

leefruimten alsook de gemeenschappelijke plaatsen van het pand dat hij gebruikt of<br />

waarop hij rechten heeft in hygiënische staat te houden en dient alle maatregelen te<br />

nemen om het uitbreken en verspreiden van besmettelijke ziekten of plagen te<br />

voorkomen.<br />

Afdeling 2. *Bouwvallige gebouwen<br />

Art. 115<br />

Het is verboden de openbare veiligheid in het gedrang te brengen door bouwvalligheid,<br />

gebrek aan herstelling of onderhoud van huizen of gebouwen.<br />

Het is verboden na te laten of te weigeren gehoor te geven aan de aanmaning van de<br />

bevoegde overheid om gebouwen die bouwvallig zijn te herstellen of te slopen.<br />

Afdeling 3. Leegstaande woningen<br />

Art. 116<br />

De eigenaar van een onbewoond of niet-gebruikt gebouw is verplicht het op een zodanige<br />

wijze af te sluiten dat iedere toegangsmogelijkheid, behoudens braak of inklimming,<br />

onmogelijk wordt.<br />

Afdeling 4. Onderhoud van gronden<br />

Art. 117<br />

Elke eigenaar van een onbebouwd of bebouwd perceel grond, waar ook gelegen, is<br />

verplicht het perceel rein te houden. Hij moet ervoor zorgen dat de zaaddragende<br />

vegetatie jaarlijks minstens één maaibeurt krijgt tegen 31 juli en dat het maaisel<br />

verwijderd wordt.<br />

Art. 118<br />

Langs landelijke wegen, waar geen grachten voorkomen, dienen de gebruikers van de<br />

gronden, palend aan de openbare weg, zodanig hun akkers te bewerken, dat bestendig<br />

een gelijkgrondse strook van minstens 1,25 m, langs de rand van de rijbaan, behouden<br />

blijft.<br />

Langs landelijke wegen waar grachten voorkomen bedraagt de afstand die men bij het<br />

bewerken ten opzichte van de kruin van de gracht dient te respecteren en niet mag<br />

bewerken 0,50 m.


Bij het plaatsen van afsluitingen of bewerken van de bermen moet ervoor gezorgd<br />

worden dat steeds een voldoende vrije doorgang verzekerd is.<br />

De vegetatie langs de bermen en in de grachten mag niet vernietigd worden door vuur of<br />

chemische bestrijdingsmiddelen.<br />

Afdeling 5. Afsluiting van eigendommen<br />

Art. 119<br />

Het is verboden langs de openbare weg op de perceelsgrens afsluitingen te plaatsen, die<br />

de voorbijgangers kunnen verwonden of schade toebrengen.<br />

Art. <strong>12</strong>0<br />

Het gebruik van prikkeldraad is enkel toegelaten buiten de bebouwde kom op minstens<br />

0,50 m van de perceelsgrens.<br />

HOOFDSTUK 3. Verwijdering van afvalstoffen<br />

Afdeling 1. Algemene bepalingen<br />

Art. <strong>12</strong>1<br />

Het is voor iedereen verboden om het even welke aangeboden afvalstof mee te nemen.<br />

Alleen de daartoe door de gemeente aangewezen ophalers zijn gerechtigd om<br />

afvalstoffen in te zamelen.<br />

Afdeling 2. Aanbieding van afvalstoffen<br />

Art. <strong>12</strong>2<br />

Afvalstoffen dienen aangeboden te worden zoals voorzien in deze verordening.<br />

Afvalstoffen aangeboden op een wijze of tijdstip dat niet voldoet aan de voorwaarden van<br />

deze verordening worden niet aanvaard. De aanbieder dient dezelfde dag nog de nietaanvaarde<br />

afvalstoffen terug te nemen.<br />

Art. <strong>12</strong>3<br />

Straatkorven voor het deponeren van afval zijn enkel bestemd voor het occasioneel afval<br />

- zoals papier, snoepverpakkingen, vruchtenschillen, dozen en blikjes - afkomstig van<br />

voorbijgangers.<br />

Bladkorven geplaatst op het openbaar domein mogen enkel worden gebruikt voor het<br />

verwijderen van bladeren van openbaar groen.<br />

Art. <strong>12</strong>4<br />

Het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen bij huis-aan-huisinzameling wordt<br />

uitgevoerd door de hiertoe aangestelde ophalers.<br />

Het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen via het *containerpark wordt uitgevoerd<br />

door de parkwachter.<br />

Voormeld toezicht houdt in dat de ophalers en de parkwachter de nodige richtlijnen voor<br />

een correcte aanbieding verstrekken. De parkwachter kan, in hetzelfde kader, het<br />

deponeren van afval verbieden bij niet-correcte aanbieding alsook om redenen van goed<br />

beheer of veiligheidsredenen.<br />

Art. <strong>12</strong>5<br />

De voorgeschreven recipiënten of andere aangeboden afvalstoffen dienen door de<br />

inwoners altijd aangeboden te worden aan de rand van de openbare weg en vóór het<br />

betrokken perceel waar de aanbieder gevestigd is, zonder evenwel het verkeer van


voertuigen, fietsers en voetgangers te hinderen. Voor plaatsen of stegen die niet door de<br />

wagens van de ophaaldienst bereikbaar zijn, dient de aanbieder de voorgeschreven<br />

recipiënten of anders aangeboden afvalstoffen te plaatsen op de dichtst bij zijn perceel<br />

grenzende openbare weg die wel toegankelijk is.<br />

Art. <strong>12</strong>6<br />

De aanbieder van het afval moet instaan voor het opruimen van het afval als dit<br />

verspreid wordt vóór de ophaling.<br />

Art. <strong>12</strong>7<br />

Het is verboden de langs de openbare weg staande recipiënten te openen, geheel of<br />

gedeeltelijk te ledigen en/of te doorzoeken, met uitzondering van het bevoegde<br />

personeel in de uitoefening van hun functie.<br />

Art. <strong>12</strong>8<br />

De geledigde recipiënten, de vergeten en de geweigerde recipiënten en afvalstoffen<br />

dienen door de aanbieder op de dag van lediging terug te worden verwijderd van de<br />

openbare weg.<br />

Art. <strong>12</strong>9<br />

Afvalstoffen dienen aangeboden te worden in een toestand die geen risico inhoudt voor<br />

de veiligheid, gezondheid en/of het besmeuren van de ophaler. Scherpe voorwerpen<br />

dienen zodanig verpakt te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophalers<br />

van het huisvuil.<br />

Afdeling 3. Afval op standplaatsen<br />

Art. 130<br />

De uitbater van een private vaste of verplaatsbare inrichting die niet onder toepassing<br />

valt van specifieke reglementering en aan of langs de openbare weg voedingswaren of<br />

dranken verkoopt of aanbiedt voor onmiddellijk verbruik buiten de inrichting<br />

(drankautomaat, snackbar, frituur, ijssalon, e.d.) dient op een behoorlijke wijze,<br />

voldoende duidelijk zichtbare en goed bereikbare afvalrecipiënten voor gescheiden<br />

ophaling te voorzien.<br />

Art. 131<br />

De uitbater dient de recipiënten zelf tijdig te ledigen en het recipiënt, de standplaats en<br />

de onmiddellijke omgeving van de inrichting rein te houden.<br />

Afdeling 4. Reclamedrukwerk, gratis regionale pers<br />

Art. 132<br />

Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in leegstaande<br />

panden of achter te laten op andere plaatsen, anders dan de brievenbus.<br />

Het is verboden niet-geadresseerd reclamedrukwerk te deponeren in de brievenbussen<br />

die voorzien zijn van een tekst waarbij de bewoners te kennen geven dat zij dit niet<br />

wensen.<br />

Art. 133<br />

Het is verboden enig commercieel voorwerp (staaltjes en dergelijke) te verspreiden<br />

zonder vooraf de burgemeester – via de lokale politie - hiervan in kennis te hebben<br />

gesteld.


HOOFDSTUK 4. Verwijdering van *afvalwater, afwatering en waterwegen<br />

Afdeling 1. Afvoer van afvalwater<br />

Art. 134<br />

De eigenaars van percelen palende aan een bestaand of toekomstig *openbaar<br />

rioleringsnet of de zakelijk gerechtigden wiens zakelijk recht een gebruiksrecht op het<br />

perceel inhoudt, dienen op dit rioleringsnet aan te sluiten. Dit geldt zowel bij de<br />

oprichting van een gebouw of constructie als voor reeds bestaande gebouwen of<br />

constructies.<br />

Art. 135<br />

De aanvraag tot aansluiting dient te worden ingediend bij de bevoegde instantie. De<br />

aansluiting gebeurt steeds volgens de instructies van de bevoegde instantie en is ten<br />

laste van de aanvrager.<br />

Art. 136<br />

In de gedeelten van de gemeente waar geen rioleringsnet bestaat, moet – met behoud<br />

van de normen die de keuze zouden bepalen - iedere woning voorzien zijn van een<br />

*septische put, een *individuele voorbehandelingsinstallatie of een kleinschalige<br />

waterzuiveringsinstallatie.<br />

Afdeling 2. Gebruik van leidingwater bij waterschaarste<br />

Art. 137<br />

De periodes van waterschaarste of de specifieke plaatsen waar het watergebruik beperkt<br />

dient te worden, worden – met behoud van de bevoegdheden van de hogere overheden -<br />

door de burgemeester bepaald.<br />

Afdeling 3. Ontstoppen, reinigen en herstellen van riolen en duikers<br />

Art. 138<br />

Behoudens machtiging van de bevoegde overheid is het verboden riolen op het openbaar<br />

domein te ontstoppen, te reinigen of te herstellen.<br />

Dit verbod is niet van toepassing op de vrijmaking van kolken als de minste vertraging<br />

de aangrenzende eigendommen schade zou kunnen berokkenen en voor zover er niets<br />

wordt gedemonteerd of uitgegraven.<br />

Art. 139<br />

De aangelande eigenaars of de zakelijk gerechtigden wiens zakelijk recht een<br />

gebruiksrecht op het perceel inhoudt moeten de duikers, grachten of onbevaarbare<br />

waterlopen die ze hebben aangelegd of laten aanleggen op privaat terrein, ontstoppen en<br />

reinigen.<br />

Afdeling 4. Grachten en straatontvangers<br />

Art. 140<br />

Het is verboden slijk, zand of afvalstoffen via grachten, goten, of straatontvangers te<br />

verwijderen.<br />

Art. 141<br />

Het is verboden, zoals voorzien in art. 545 van het Strafwetboek, grachten op te vullen of<br />

te verleggen tenzij hiervoor een vergunning werd verleend door de bevoegde overheid.<br />

De grachten die wederrechtelijk werden opgevuld of verlegd, zullen op kosten van de<br />

overtreder in hun oorspronkelijke staat hersteld worden.


De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de<br />

bepalingen van Titel 1 (Strafbepalingen) van Deel 1 (Strafbepalingen, bemiddeling en<br />

begrippenkader) van deze verordening.<br />

Art. 142<br />

Met het oog op de verdelging van ratten en ander ongedierte, langs de boorden van<br />

grachten en waterlopen, zijn de bewoners, gebruikers en eigenaars van de aangelande<br />

percelen verplicht de vrije doorgang te verlenen aan personen met de verdelging belast.<br />

Zij dienen het plaatsen van de daartoe nodige materialen te gedogen.<br />

TITEL 5. DIEREN<br />

HOOFDSTUK 1. Algemeen<br />

Art. 143<br />

§1. Het is de eigenaars, bezitters, bewakers of houders van dieren, verboden deze te<br />

begeleiden, te laten rondzwerven of onbewaakt op de openbare weg en voor het publiek<br />

toegankelijke plaatsen te laten lopen, zonder dat ze de nodige voorzorgen nemen om<br />

deze dieren te beletten de veiligheid of het gemak van doorgang te verstoren.<br />

§2. Het is personen die een dier niet in de hand kunnen houden, verboden dit dier te<br />

begeleiden.<br />

Art. 144<br />

De eigenaars, bezitters, bewakers of houders van dieren moeten er zorg voor dragen dat<br />

hun dieren parken en plantsoenen, huisdrempels, gevels, voortuinen, straten en<br />

voetpaden, wandel- en fietswegen, sportvelden en speelpleinen, en alle voor het publiek<br />

toegankelijke plaatsen, niet bevuilen met hun uitwerpselen. Eventuele uitwerpselen<br />

dienen met aangepaste middelen verwijderd te worden.<br />

Art. 145<br />

De eigenaars, bezitters, bewakers of houders van dieren dienen alle nodige en nuttige<br />

maatregelen te nemen om te voorkomen dat deze dieren overlast of abnormale hinder<br />

voor de omgeving veroorzaken.<br />

HOOFDSTUK 2. Honden<br />

Art. 146<br />

Het is eigenaars, bezitters, bewakers of houders van honden, verboden hun honden op te<br />

hitsen.<br />

Art. 147<br />

§1. Honden moeten aan de leiband gehouden worden op de openbare weg en op<br />

openbare plaatsen.<br />

§2. Iedereen die een hond begeleidt moet een zakje bij zich hebben voor het onmiddellijk<br />

verwijderen van de hondenpoep.<br />

Het zakje moet voldoende groot zijn en moet kunnen dichtgeknoopt worden. Het zakje<br />

moet op het eerste verzoek van de bevoegde overheid getoond worden.<br />

Het zakje met de uitwerpselen mag alleen gedeponeerd worden in de gemeentelijke<br />

afvalkorven of meegegeven worden met het gewone huisvuil.<br />

Uitzondering op de bovenstaande verplichting vermeld inzake het onmiddellijk<br />

verwijderen van hondenpoep, wordt gemaakt voor blinden met geleidehond en<br />

rolstoelgebruikers.


§3. De bepalingen van dit artikel ontslaan de aangelanden evenwel niet van hun<br />

algemene verplichting de bepalingen inzake het rein houden van de gemeente na te<br />

leven.<br />

HOOFDSTUK 3. Voederen en nestelen van dieren<br />

Art. 148<br />

Het is verboden verwilderde dieren te voederen.<br />

Art. 149<br />

De eigenaars of gebruikers van gebouwen en installaties zijn verplicht maatregelen te<br />

nemen tegen het nestelen van verwilderde dieren.<br />

Art. 150<br />

Het is verboden op het openbaar domein en op openbare plaatsen dieren te voederen.<br />

HOOFDSTUK 4. Verloren dieren<br />

Art. 151<br />

Onbewaakte loslopende dieren aangetroffen op openbare wegen of openbare plaatsen,<br />

worden door of in opdracht van de bevoegde personen, gevangen en overgebracht naar<br />

het dierenasiel of andere geschikte locaties.<br />

Alle hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de eigenaar of de houder van het dier.<br />

HOOFDSTUK 5. *Gevaarlijke dieren<br />

Art. 152<br />

Het is verboden op het grondgebied van de gemeente agressieve, kwaadaardige en<br />

gevaarlijke dieren te houden.<br />

HOOFDSTUK 6. Uitvliegen van duiven<br />

Art. 153<br />

Het is binnen de grenzen van de gemeente verboden duiven die niet aan prijskampen<br />

deelnemen, te laten uitvliegen van zonsopgang tot één uur na het sluiten van de<br />

prijskampen op zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen of wijkkermissen waarop<br />

prijsvluchten plaatsgrijpen. Dit verbod geldt tijdens de periode van 1 maart tot 31<br />

oktober.<br />

Het is eveneens verboden tijdens het verloop van wedstrijdvluchten voor reisduiven<br />

nadeel te berokkenen door met opzet handelingen te stellen, die het normaal bereiken<br />

van de hokken door wedstrijdduiven beletten of vertragen.<br />

Art. 154<br />

Wanneer, in geval van overmacht, slecht weer of andere oorzaken, de prijsvluchten niet<br />

op de gestelde dagen plaatsvinden, geldt het verbod in artikel 153 op de daarop<br />

volgende dag.<br />

HOOFDSTUK 7. Preventieve bewarende maatregel<br />

Art. 155<br />

Dieren door middel waarvan deze verordening, zoals bepaald in artikel 152 wordt<br />

overtreden, kunnen door de bevoegde overheden preventief in bewaring worden<br />

genomen en tijdelijk in een dierenasiel worden ondergebracht.<br />

Alle kosten voortvloeiend uit de bewarende maatregelen vallen ten laste van de eigenaar<br />

of de houder van het dier.


TITEL 6. BEGRAAFPLAATSEN EN LIJKBEZORGING<br />

HOOFDSTUK 1. Vaststelling van overlijden en vervoer van stoffelijk overschot<br />

Afdeling 1. Vaststelling van overlijden<br />

Art. 156<br />

Voordat de toegelaten geneesheer vaststelt dat het een natuurlijke dood betreft mag er<br />

niet overgegaan worden tot een lijkschouwing (behalve bij gerechtelijk onderzoek), tot<br />

het nemen van dodenmaskers en tot het balsemen of kisten.<br />

Art. 157<br />

De aangevers regelen zonder verwijl met het gemeentebestuur de formaliteiten<br />

betreffende het *begraven, het verstrooien, het bewaren van de as na crematie of de<br />

lijkbezorging op de wijze en volgens de regels bepaald door de Vlaamse regering.<br />

Bij ontstentenis daarvan wordt door het gemeentebestuur beslist over dag en uur van de<br />

begrafenis.<br />

De begrafenis zal plaatsvinden meer dan vierentwintig uren na de vaststelling van het<br />

overlijden en uiterlijk de achtste dag daaropvolgend. Om gewichtige redenen kan de<br />

burgemeester hiervan afwijken.<br />

Afdeling 2. Vervoer van het *stoffelijk overschot<br />

Art. 158<br />

Niet-gecremeerde stoffelijke overschotten moeten individueel met een lijkwagen of op<br />

een passende wijze worden vervoerd.<br />

Art. 159<br />

In afwijking van artikel 158 is het toegelaten dat de lijkjes van kinderen van minder dan<br />

één maand, van doodgeborenen en van foetussen, door diegene die instaat voor de<br />

begrafenis, naar het dodenhuis of naar de begraafplaats vervoerd worden met een<br />

behoorlijk uitgerust voertuig.<br />

Art. 160<br />

De orde van de lijkstoet mag niet verstoord worden.<br />

Art. 161<br />

Elk vervoer van een lijk of as naar de gemeentelijke begraafplaats en de lijkbezorging<br />

aldaar is verboden buiten de openingsuren van de begraafplaats, op zondag en op de<br />

volgende feestdagen: Pasen, OLH Hemelvaart, Pinksteren, OLV Hemelvaart, Allerheiligen<br />

en Kerstmis.<br />

De burgemeester kan afwijking verlenen in geval van overmacht of omwille van de<br />

bescherming van de openbare gezondheid.<br />

HOOFDSTUK 2. Ordemaatregelen voor begraafplaatsen<br />

Afdeling 1. Algemeen<br />

Art. 162<br />

De begraafplaatsen zijn bestemd voor de lijkbezorging aldaar van:<br />

1° personen die overleden zijn in de gemeente of er dood zijn aangetroffen;<br />

2° personen die buiten het grondgebied van de gemeente overleden zijn maar die<br />

ingeschreven zijn in het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister van de gemeente.


Hiermee worden gelijkgesteld de personen die de gemeente effectief bewonen, doch van<br />

die inschrijving zijn vrijgesteld krachtens wettelijke bepalingen of internationale<br />

overeenkomsten;<br />

3° personen begunstigd van een recht op begraving op een gemeentelijke begraafplaats;<br />

4° personen die voordien hun gewone verblijfplaats in de gemeente hadden en die op het<br />

moment van overlijden opgenomen waren in een instelling buiten de gemeente of<br />

inwoonden bij een bloedverwant buiten de gemeente;<br />

5° ongehuwde personen van wie de bloedverwanten in 1 ste of 2 de graad wel ingeschreven<br />

zijn in de gemeente.<br />

Afdeling 2. Toegang en orde<br />

Art. 163<br />

De begraafplaatsen zijn toegankelijk voor het publiek op de uren zoals bepaald in het<br />

bijzonder deel.<br />

Art. 164<br />

Op de begraafplaatsen is het verboden:<br />

1° de muren en omheiningen van de begraafplaatsen, evenals de omheiningen van<br />

de graven, de grafstenen en de gedenkstenen te beklimmen;<br />

2°de *graven, de strooiweide, de gras- en bloemperken te betreden;<br />

3° afval, papier en andere voorwerpen weg te werpen binnen de omheining van de<br />

begraafplaats, tenzij in de daartoe bestemde korven of bakken. Deze korven of<br />

bakken mogen alleen gebruikt worden voor afval afkomstig van de begraafplaats;<br />

4° zonder toelating binnen te dringen in de lokalen voorbehouden aan het personeel;<br />

5° te bedelen, geld in te zamelen, gelijk welke voorwerpen uit te stallen of te<br />

verkopen of zijn diensten aan te bieden;<br />

6° reclamebriefjes uit te delen, aanplakbiljetten, borden, geschriften of andere<br />

publiciteitstekens aan te brengen, zowel binnen de begraafplaats als op de poorten en<br />

muren met uitzondering van een plaatje van maximum 5x10 cm van de maker van<br />

het grafteken;<br />

7° op gelijk welke wijze de doorgang van een lijkstoet belemmeren;<br />

8° zonder toelating van een grafbewaker om het even welk voorwerp dat zich op de<br />

begraafplaats bevindt, weg te nemen of te verplaatsen met uitzondering van de<br />

voorwerpen op de graven van nabestaanden;<br />

9° enig dier mee te brengen of binnen te laten met uitzondering van<br />

begeleidingshonden;<br />

10° kinderen te laten rondlopen of spelen op de begraafplaatsen.<br />

11° met fietsen en gemotoriseerde voertuigen (andere dan een lijkwagen) de<br />

begraafplaats binnen te rijden tenzij om uitzonderlijke redenen waartoe toelating<br />

wordt verleend door de burgemeester;<br />

<strong>12</strong>° op de begraafplaatsen begrafenissen of lijkstoeten te filmen of fotograferen, met<br />

uitzondering voor familieleden of mits toelating van de familie;<br />

13° zich zodanig te gedragen dat men anderen stoort of beledigt, of zich gedraagt op<br />

een wijze die onverenigbaar is met de rust en de waardigheid van de plaats of met de<br />

eerbied die aan de doden is verschuldigd.<br />

Al deze bepalingen gelden ook voor de aannemers die gelast zijn werken te verrichten.<br />

Afdeling 3. Graftekens, bouwwerken en beplantingen<br />

Art. 165<br />

Iedere bouwactiviteit of het aanbrengen van bouwmateriaal op een begraafplaats is<br />

onderworpen aan een schriftelijke en voorafgaandelijke machtiging, af te leveren door de<br />

burgemeester of zijn gemachtigde. De aanvrager dient bij zijn vraag de stukken en<br />

documenten te voegen vermeld in het bijzonder deel van deze verordening.


Art. 166<br />

Het is verboden op zaterdagen, op zondagen en op wettelijke en decretale feestdagen<br />

enige bouwactiviteit op de begraafplaatsen te verrichten of bouwmateriaal op de<br />

begraafplaats te brengen, behalve mits toelating door de burgemeester of zijn<br />

gemachtigde verleend om reden van noodzakelijkheid.<br />

Art. 167<br />

Behoudens toestemming van de burgemeester is het op zaterdagen, op zondagen, op<br />

wettelijke en decretale feestdagen en vanaf de laatste werkdagen van oktober tot en met<br />

2 november van elk jaar verboden:<br />

1° graftekens of erbij horende voorwerpen te plaatsen of weg te nemen. Dit verbod<br />

betreft niet het neerleggen van eenvoudige draagbare herinneringstekens, kransen,<br />

bloemen, medaillons noch de graftekens met of zonder water te reinigen of ze recht te<br />

zetten;<br />

2° opschriften op graftekens te beitelen of de bestaande opschriften dieper te maken,<br />

enig bouw-, beitel- of schilderwerk uit te voeren;<br />

3° aanplantingen van meer dan 60 cm hoogte te planten;<br />

4° de begraafplaatsen te betreden met krui- of blokwagens, watertonnen, ladders en<br />

andere werktuigen. Enkel het verzorgen van tuintjes is toegelaten, op voorwaarde dat de<br />

lanen en wegen niet beschadigd worden en in behoorlijke toestand worden gehouden.<br />

Art. 168<br />

De graftekens en de aanplantingen moeten voldoen aan de bepalingen van het bijzonder<br />

deel betreffende de begraafplaatsen.<br />

De opschriften van grafschriften mogen de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden<br />

verschuldigde eerbied, niet storen.<br />

Art. 169<br />

Uitsluitend de gemeentelijk aangestelde is ertoe bevoegd:<br />

1° een volgnummer aan te brengen op de kist of de urne;<br />

2° de as uit te strooien;<br />

3° de kist of de urn in de kuil, grafkelder of het columbarium te plaatsen;<br />

4° een graf te delven voor begravingen of bijzettingen in volle grond en de kuil te vullen;<br />

5° de nis in een columbarium en het graf op een urnenveld te openen, te plaatsen en af<br />

te sluiten.<br />

Art. 170<br />

Gedenktekens die niet overeenstemmen met de gemeentelijke reglementering terzake<br />

dienen terug verwijderd te worden door diegenen in wiens opdracht ze geplaatst werden.<br />

De opdrachtgever of zijn nabestaanden, indien gekend, zullen hiervoor schriftelijk in<br />

gebreke worden gesteld.<br />

Bij gebrek aan herstel binnen een periode van een maand na de ingebrekestelling zal de<br />

verwijdering van ambtswege door het gemeentebestuur gebeuren, en zullen de kosten<br />

ten laste gelegd worden van de bekende opdrachtgever(s).<br />

Art. 171<br />

Binnen de omheining van de begraafplaats mag geen enkel materiaal achtergelaten<br />

worden. De materialen worden aangevoerd en geplaatst naarmate van de behoeften.<br />

Alvorens op de begraafplaats te worden toegelaten, moeten de voor de graftekens<br />

bestemde materialen langs alle zichtbare kanten afgewerkt en gekapt zijn en gereed om<br />

onmiddellijk geplaatst te worden.<br />

Bij overtreding wordt van ambtswege door het gemeentebestuur overgegaan tot de<br />

wegneming van de materialen op kosten en risico van de overtreder.


TITEL 7. HANDEL<br />

HOOFDSTUK 1. Ambulante activiteiten en kermisactiviteiten<br />

Afdeling 1. Algemeen<br />

Art. 172<br />

De standplaatshouder dient de nodige maatregelen te nemen om het markt- of<br />

kermisterrein rein te houden en om hinder te vermijden.<br />

Afdeling 2. Ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein<br />

Art. 173<br />

Indien daartoe aanleiding zou bestaan, kan het college van burgemeester en schepenen<br />

beslissen de openbare markten op een ander tijdstip en/of plaats te organiseren, mits<br />

inachtname van de eventueel door de gemeenteraad al eerder specifiek gestelde regels.<br />

Art. 174<br />

De richtlijnen van de marktleiding moeten strikt opgevolgd worden.<br />

Art. 175<br />

Het is verboden koopwaar of welke belemmering ook op te stellen in de doorgangen die<br />

voorbehouden zijn voor het publiek of de veiligheidsdiensten.<br />

Art. 176<br />

De opengeklapte luiken van winkelwagens, de luifels en de te koop aangeboden goederen<br />

die worden opgehangen moeten zich in het gangpad minimum 2 m boven de grond<br />

bevinden.<br />

Art. 177<br />

Het is de bezoekers verboden tussen de kramen een fiets, bromfiets of motorfiets te<br />

besturen of aan de hand te leiden.<br />

Art. 178<br />

Behoudens toelating van de *marktleider is het gebruik van geluidsinstallaties verboden.<br />

Uitzondering wordt gemaakt voor *standwerkers wiens koopwaar het gebruik van een<br />

geluidsversterker noodzakelijk maakt, maar enkel in de mate dat daardoor de<br />

verkoopsactiviteit van andere marktkramers niet wordt verstoord.<br />

Art. 179<br />

Het is verboden, elders dan op de bestemde marktplaats en de gestelde uren, de<br />

marktactiviteiten in te richten of voort te zetten.<br />

Art. 180<br />

De specifieke reglementering inzake de organisatie van ambulante activiteiten op de<br />

openbare markten en het openbaar domein wordt door de gemeente vastgelegd in een<br />

administratieve verordening.<br />

Afdeling 3. *Kermisactiviteiten op de openbare *kermissen en op het openbaar domein<br />

Art. 181<br />

Alle richtlijnen van de verantwoordelijke, in het bijzonder deze met betrekking tot het<br />

plaatsen en wegnemen van de kermisattracties, moeten strikt opgevolgd worden.<br />

Art. 182<br />

De specifieke reglementering inzake de organisatie van kermisactiviteiten op de<br />

openbare kermissen en op het openbaar domein wordt door de gemeente vastgelegd in


een administratieve verordening.<br />

HOOFDSTUK 2. *Collecten<br />

Art. 183<br />

Collecten op de openbare weg en in openbare plaatsen zijn toegelaten mits een<br />

voorafgaande schriftelijke machtiging van de bevoegde overheid.<br />

TITEL 8. OPENBARE VOORZIENINGEN<br />

HOOFDSTUK 1. Overnachting en kamperen<br />

Art. 184<br />

Het is verboden te overnachten of te kamperen op openbare plaatsen, behoudens<br />

voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester, of behoudens op daartoe<br />

specifiek bestemde plaatsen.<br />

HOOFDSTUK 2. Sport, spel en recreatie<br />

Art. 185<br />

Behoudens anders bepaald, zijn de gemeentelijke speelpleinen, parken en in openlucht<br />

gelegen sportterreinen uitsluitend toegankelijk voor voetgangers en niet-gemotoriseerde<br />

voertuigen.<br />

Uitzondering wordt gemaakt voor gemeentelijke dienstwagens, personen die<br />

toestemming hebben gekregen van de bevoegde overheid en voor personen met<br />

beperkingen.<br />

Art. 186<br />

In de openbare parken en tuinen en op de openbare pleinen is het verboden:<br />

1° te fietsen buiten de daartoe voorziene paden. Motorrijtuigen moeten altijd aan de<br />

hand geleid worden.<br />

2° op kunstwerken te klimmen.<br />

3° op de openbare grasperken te lopen en erop te zitten of te liggen op plaatsen waar<br />

een verbodsbord daartoe is aangebracht.<br />

4° om over de afsluitingen te klauteren.<br />

5° barbecues te houden, behoudens een voorafgaandelijke schriftelijke machtiging van<br />

de burgemeester.<br />

6° een normale doorgang te belemmeren.<br />

7° kwaadwillig één of meer bomen om te hakken of zodanig te snijden, te verminken of<br />

te ontschorsen dat zij vergaan, alsook één of meer enten te vernielen.<br />

Art. 187<br />

Het is verboden te baden in rivieren, kanalen, vijvers, bekkens, fonteinen gelegen in<br />

openbare ruimten of deze te bevuilen of er dieren in te laten baden of te wassen.<br />

Het zwemverbod geldt niet op plaatsen waar het zwemmen expliciet is toegelaten.<br />

Art. 188<br />

Elke bezoeker of gebruiker dient de richtlijnen van de verantwoordelijken van het terrein<br />

onmiddellijk op te volgen.


DEEL 3. BIJZONDER DEEL<br />

INLEIDENDE TITEL<br />

Art. 189<br />

Onderstaande artikelen zijn bepalingen die specifiek op het grondgebied van de stad<br />

<strong>Harelbeke</strong> van toepassing zijn.<br />

In geval van tegenspraak met bepalingen uit het algemeen deel, primeren de bepalingen<br />

van het bijzonder deel.<br />

TITEL 1. OPENBARE ORDE IN HET ALGEMEEN<br />

HOOFDSTUK 1. Manifestaties en vermommingen<br />

Afdeling 1. Zich niet identificeerbaar vertonen op het openbaar en privaat domein van de<br />

overheid<br />

Art. 190<br />

Behoudens andersluidende wettelijke of reglementaire bepalingen of behoudens<br />

schriftelijke en voorafgaande gemotiveerde toestemming van de burgemeester voor<br />

onder meer activiteiten met commerciële doeleinden en culturele en sportieve<br />

manifestaties die de burgemeester bepaalt, zoals carnaval, processies, georganiseerde<br />

stoeten, enz., is het verboden op het openbaar en privaat domein van de overheid het<br />

gelaat volledig te bedekken zodat de identificatie van de persoon onmogelijk is.<br />

Voor het spelen van sinterklaas en het spelen van kerstman volstaat een voorafgaande<br />

kennisgeving aan de lokale politie.<br />

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder het gelaat verstaan: het<br />

voorhoofd, de wangen, de neus en de kin.<br />

Afdeling 2. Dragen van ambtskledij van burgerlijke, gerechtelijke en militaire overheden<br />

Art. 191<br />

De burgemeester kan, voor onder meer activiteiten met commerciële doeleinden,<br />

culturele en sportieve manifestaties en activiteiten van jeugdverenigingen, afwijking<br />

verlenen op het verbod tot het dragen van ambtskledij van burgerlijke, gerechtelijke en<br />

militaire overheden, zoals dat verbod is opgenomen in artikel 33 lid 2 van deze<br />

verordening.<br />

Afdeling 3. Confetti en dergelijke<br />

Art. 192<br />

Het is tijdens carnavaloptochten en andere openbare manifestaties verboden confetti,<br />

bestaande uit kunststof (zoals plastiek), te werpen of te bezitten, of enig ander middel<br />

dat redelijkerwijze kwetsuren of schade kan veroorzaken aan personen of goederen op<br />

de openbare weg of in de openbare inrichtingen te gebruiken of te bezitten.<br />

HOOFDSTUK 2. Nummering van gebouwen en aanbrengen van andere tekens<br />

Afdeling 1. Verwijderen van nummers of tekens<br />

Art. 193<br />

Het is verboden de nummers of tekens, bedoeld in de artikelen 35 en 36, te verwijderen,<br />

te beschadigen, onleesbaar te maken of andere nummers of tekens aan te brengen.


TITEL 2. OPENBARE ORDE EN RUST<br />

HOOFDSTUK 1. Geluidsoverlast<br />

Afdeling 1. Specifieke bepalingen inzake geluidsoverlast in het openbaar<br />

Onderafdeling 1. Geluids- en muziekhinder afkomstig van een openbare inrichting<br />

Art. 194<br />

De uitbater van een openbare inrichting die gebruik maakt van een open ruimte, al dan<br />

niet palend aan de openbare weg, en er in open lucht een geluidsinstallatie gebruikt of er<br />

eender welk evenement inricht of laat plaats vinden, waarbij een geluidsinstallatie wordt<br />

gebruikt, moet daartoe voorafgaand de schriftelijke machtiging omtrent het gebruik van<br />

de installatie bekomen van de burgemeester. De aanvraag moet schriftelijk gebeuren<br />

minstens twee maanden vooraf.<br />

Onderafdeling 2. Procedure machtiging<br />

Art. 195<br />

De burgemeester kan de opgelegde voorwaarden steeds herzien of een nieuw onderzoek<br />

laten uitvoeren.<br />

Art. 196<br />

De bevoegde ambtenaar mag elke geluidsinstallatie en volumeregeling te allen tijde<br />

controleren. Deze controle zal in principe slechts worden uitgevoerd tijdens de uren<br />

waarop de inrichting voor het publiek is opengesteld of na afspraak met de<br />

verantwoordelijke uitbater.<br />

Bij de controle van de geluidsinstallatie moet iedereen zijn volledige medewerking<br />

verlenen aan de bevoegde ambtenaar en hem alle nuttige inlichtingen verschaffen zodat<br />

de controle in de beste orde kan verlopen.<br />

Wanneer de opstelling en/of elementen van de geluidsinstallatie worden veranderd of<br />

wanneer de uitbater vaststelt dat deze installatie niet meer naar behoren werkt, moet dit<br />

onmiddellijk worden gemeld aan de bevoegde ambtenaar zodat deze kan nagaan in<br />

hoeverre tot een afstelling moet worden overgegaan.<br />

Art. 197<br />

De burgemeester kan voor het herstel van de openbare rust, ambtshalve of op voorstel<br />

van de bevoegde ambtenaar mondeling of schriftelijk raadgevingen, aanmaningen en<br />

bevelen geven.<br />

Art. 198<br />

De burgemeester kan, hetzij de gegeven machtiging tot het maken van geluid op of<br />

langs de openbare weg en op openbare plaatsen onmiddellijk intrekken, hetzij verbod<br />

opleggen tot het maken van geluid in open lucht, onder meer:<br />

1° bij het niet in bezit zijn van de vereiste machtiging;<br />

2° bij niet-naleving van de wettelijke voorschriften betreffende de bestrijding van de<br />

geluidshinder en desgevallend van de voorwaarden en maatregelen opgelegd door de<br />

burgemeester of desgevallend van de voorwaarden vermeld in de machtiging;<br />

3° bij op heterdaad vastgesteld nachtlawaai;<br />

4° bij overschrijding van het maximaal toegelaten geluidsniveau;<br />

5° bij de vaststelling dat de afstelling van de geluidsinstallatie werd gewijzigd of de<br />

verzegeling verbroken.


Afdeling 2. Andere specifieke vormen van geluidshinder<br />

Onderafdeling 1. Werktuigen, grasmachines, enz.<br />

Art. 199<br />

Het gebruik in de open lucht van grasmaaiers, hout- en kettingzagen of andere<br />

bouwwerktuigen, aangedreven door motoren (zowel ontploffings- als elektrische<br />

motoren) is toegestaan tussen 07 uur en 22 uur. Dit artikel is niet van toepassing op de<br />

normale exploitatie van landbouwgronden.<br />

Onderafdeling 2. Luchtdrukkanonnen<br />

Art. 200<br />

Al dan niet automatische luchtdrukkanonnen of gelijkaardig geluid producerende<br />

toestellen opgesteld ter bescherming en beveiliging van de gewassen en de oogst,<br />

moeten op minstens 100 m van de woningen worden geplaatst. Het is verboden deze<br />

toestellen tussen 22 uur en 07 uur te laten werken. De geluidsmond van het toestel mag<br />

niet worden gericht naar woningen die op minder dan 200 m gelegen zijn. De tijdsduur<br />

tussen twee opeenvolgende ontploffingen moet minstens tien minuten bedragen. Het<br />

gebruik ervan dient beperkt te worden tot het beveiligen van akkerbouw, tuinbouw en<br />

fruitteelt.<br />

Onderafdeling 3. Boomcars en -vaartuigen<br />

Art. 201<br />

Het is verboden elektronisch versterkte muziek in motorvoertuigen en vaartuigen te<br />

produceren die duidelijk hoorbaar is voor personen buiten het motorvoertuig of vaartuig.<br />

De bestuurder/gezagvoerder wordt, behoudens tegenbewijs, vermoed de dader van de<br />

overtreding te zijn. Indien de bestuurder/gezagvoerder niet gekend is, dan is de eigenaar<br />

van het motorvoertuig of het vaartuig aansprakelijk.<br />

Onderafdeling 4. IJsverkopers<br />

Art. 202<br />

Het rondrijdend ijs verkopen, terwijl aanhoudend wordt gebeld of terwijl men de hele tijd<br />

muziek laat weerklinken, is verboden tussen 22 uur en 09 uur.<br />

Onderafdeling 5. Paramotors, ULM-toestellen en andere kleine gemotoriseerde<br />

vliegtoestellen<br />

Art. 203<br />

Zonder vergunning van de burgemeester is het verboden om met paramotors, ULMtoestellen<br />

of andere kleine gemotoriseerde vliegtoestellen op te stijgen of te landen.<br />

Onderafdeling 6. Verhuizingen<br />

Art. 204<br />

Het verhuizen is verboden tussen 22 uur en 06 uur.<br />

Onderafdeling 7. Airco’s en dergelijke<br />

Art. 205<br />

Motoren en installaties van airco's, koelgroepen, rook- en dampafzuigingen en<br />

aanverwante toestellen, die in open lucht worden gemonteerd, dienen - onverminderd de<br />

toepassing van het Milieuvergunningsdecreet van 28 juni 1985 en zijn<br />

uitvoeringsbesluiten - zo te worden gemonteerd dat zij geen overmatige geluids- en/of<br />

geurhinder met zich meebrengen.


Onderafdeling 8. Vreugdeschoten<br />

Art. 206<br />

Onverminderd de overige wettelijke en reglementaire bepalingen is het behoudens<br />

voorafgaande vergunning verleend door de burgemeester verboden vreugdeschoten af te<br />

vuren.<br />

De vergunning voor het afvuren van vreugdeschoten kan enkel worden afgeleverd ter<br />

gelegenheid van een nakend huwelijk of andere feestelijkheden.<br />

Vreugdeschoten mogen niet worden afgevuurd voor 07 uur en na 22 uur.<br />

De vergunning moet op eenvoudig verzoek van de politie ter controle overhandigd worden.<br />

Eventuele omwonenden binnen een straal van 50 meter moeten door de houder van de<br />

vergunning verwittigd worden van het feit dat er vreugdeschoten zullen afgevuurd worden,<br />

met vermelding van datum en tijdstip. Deze informatie moet eveneens ter kennis van de<br />

politie worden gebracht.<br />

De schoten mogen afgevuurd worden in ononderbroken perioden van maximum tien<br />

minuten met een maximale snelheid van één schot per seconde.<br />

Degenen die vreugdeschoten afvuren moeten minstens 18 jaar oud zijn en mogen niet<br />

onder invloed van alcoholische dranken of psychotrope stoffen zijn.<br />

Het toestel gebruikt voor het afvuren van vreugdeschoten moet zich op voldoende afstand<br />

van brandbaar materiaal bevinden, zodoende dat door het afvuren van vreugdeschoten<br />

geen brand kan ontstaan.<br />

Afdeling 3. Niet-hinderlijk geluid<br />

Art. 207<br />

Geluid wordt, voor de toepassing van deze verordening, als niet-hinderlijk beschouwd<br />

wanneer dit het gevolg is van spelende kinderen.<br />

HOOFDSTUK 2. Bijzondere bepalingen betreffende het Forestiersstadion<br />

Art. 208 In het Forestiersstadion, gelegen langs de Stasegemsesteenweg, is het verboden:<br />

1°: binnen de buitenomheining en onmiddellijk buiten de omheining nl. op de percelen<br />

zoals aangeduid op het plan gevoegd bij huidige beraadslaging:<br />

- dranken aan te bieden in de fles of in een glas of in enig ander breekbaar en/of hard<br />

recipiënt, behoudens in het restaurant en in de Club 1615 of behoudens afwijking<br />

toegestaan door de burgemeester;<br />

- flessen, glazen of andere harde recipiënten mee te nemen of in het bezit te hebben op de<br />

voor de toeschouwers bestemde plaatsen;<br />

2°: binnen de omheining van het stadion alcoholische dranken, die niet binnen het stadion<br />

verkocht zijn, binnen te brengen of in het bezit te hebben.<br />

Art. 209 Het is verboden in het stadion binnen te brengen of in het bezit te hebben:<br />

1°: wapens, alarmpistolen en -revolvers, stokken, vlaggenstokken, kettingen, stenen,<br />

flessen, glazen, biljartballen en om het even welke voorwerpen die niet onmiddellijk<br />

noodzakelijk zijn voor de bezitter en die gebruikt kunnen worden om te slaan, te kwetsen,<br />

te verdoven of te bedwelmen of om het publiek of de ordediensten te hinderen of om het<br />

normaal verloop van de wedstrijd te verstoren;<br />

2°: voetzoekers, zogenaamd 'Bengaals vuur' en alle soortgelijk tuig dat vuur en/of rook kan<br />

doen ontstaan of een ontploffing - hoe gering ook - kan veroorzaken.<br />

Art. 210 Het is in het Forestiersstadion verboden:<br />

1°: andere mensen, opzettelijk te doen schrikken, uit te dagen of op te hitsen.<br />

2°: zich in het stadion te bevinden niettegenstaande een beslissing tot uitsluiting.<br />

Art. 211 De toegang tot, of het verder verblijf, in het stadion is verboden aan elke persoon<br />

die kennelijk dronken is.


Art. 2<strong>12</strong> In de omgeving van het stadion is elke leurhandel onderworpen aan een<br />

voorafgaandelijke kennisgeving op het politiecommissariaat. Voor het innemen van een<br />

vaste standplaats is de toelating van het bevoegde gemeentelijke orgaan vereist. Bij de<br />

toelating zal men er in de eerste plaats over waken dat de doorgangen voor het publiek en<br />

voor de hulpdiensten te allen tijden vrij zijn.<br />

Art. 213 De voorwerpen waarvan het bezit krachtens deze verordening onwettig is, worden<br />

in beslag genomen. De voorwerpen die ter overtuiging van de rechter moeten dienen,<br />

kunnen worden verbeurd verklaard.<br />

Art. 214 [voorbehouden artikel].<br />

TITEL 3. OPENBARE VEILIGHEID EN DOORGANG OP DE OPENBARE WEG EN HET<br />

OPENBAAR DOMEIN<br />

HOOFDSTUK 1. Openbare veiligheid en doorgang op de openbare weg en het openbaar<br />

domein<br />

Afdeling 1. Het sluiten van fietsen<br />

Art. 215<br />

De op het openbaar domein achtergelaten fietsen en bromfietsen moeten altijd door<br />

middel van een degelijk slot afgesloten worden.<br />

Afdeling 2. Skateboards<br />

Art. 216<br />

Het is verboden skateboards te gebruiken op openbare plaatsen met verticale<br />

(natuur)steen- of betonelementen.<br />

Het is verboden skateboards op openbare plaatsen te gebruiken indien daardoor de<br />

veiligheid van voetgangers en de vlotte doorgang in het gedrang worden gebracht.<br />

Afdeling 3. Deuren, poorten, hekkens en waterputten<br />

Art. 217<br />

Deuren, poorten, hekken enz. mogen niet op de openbare weg opendraaien. Kelderingen of<br />

keldergaten in de trottoirs of op de openbare wegen moeten veilig afgedekt zijn.<br />

Waterputten of andere gevaarlijke diepten die vanaf de openbare weg gemakkelijk<br />

bereikbaar zijn, moeten beveiligd worden.<br />

HOOFDSTUK 2. Privatieve ingebruikname van de openbare weg en het openbaar domein<br />

Afdeling 1. Tijdelijke privatieve ingebruikname van de openbare weg en het openbaar<br />

domein door terrassen en andere voorwerpen (waaronder uitstallen van koopwaren en<br />

verkoopsautomaten)<br />

Art. 218<br />

Het terras of de andere voorwerpen mogen niet boven een gasafsluiter of hydrant<br />

aangebracht worden, tenzij die afsluiter of hydrant bestendig bereikbaar en doelmatig<br />

gesignaleerd is.<br />

De wanden van het terras mogen maximaal 1,5 m. hoog zijn. Ze mogen slechts tot op<br />

tafelhoogte ondoorzichtig zijn.


Het terras mag enkel over wanden aan de zijkanten beschikken. Het terras mag zich<br />

maximaal over de gevelbreedte van het pand van de aanvrager uitstrekken.<br />

Het gebruikt meubilair evenals de andere constructies dienen uit hoogwaardige en<br />

duurzame materialen te zijn gemaakt die in harmonie zijn met het materiaal waarin het<br />

openbaar domein is aangelegd.<br />

De wanden van het terras en de constructie mogen geen gevaarlijke uitsteeksels hebben.<br />

Het terras en de constructie moeten zich in goede staat van onderhoud bevinden.<br />

De vloer van het terras – zo deze wordt vergund - of de voorwerpen moeten gemakkelijk<br />

weggenomen kunnen worden teneinde bij de daaronderliggende aansluitingen en leidingen<br />

te kunnen komen.<br />

Iedere bedekking van de grond moet openingen hebben, voorzien van roosters met mazen<br />

van maximum 1 cm, ter verluchting van de ruimte onder de bedekking. Bovendien moet<br />

ondermeer de onontbeerlijke verluchting van kelders, stookplaatsen en gasmeterlokalen<br />

met de buitenlucht verbonden blijven.<br />

De terrassen mogen slechts verwarmd worden met toestellen die de verbrande gassen in<br />

de buitenlucht laten ontsnappen. De uitwasemingen en in het bijzonder uitlaatpijpen voor<br />

verbrande gassen, mogen noch gevaar noch hinder opleveren.<br />

Constructies voor het uitstallen van koopwaren, zoals verkoopsautomaten, dienen tegen de<br />

gevel van het pand van de aanvrager te worden geplaatst of dienen er tegen aan te sluiten.<br />

Afdeling 2. *Woonwagenbewoners<br />

Art. 219<br />

Het is aan rondreizende personen, die in een woonwagen verblijven, verboden zonder<br />

schriftelijke toelating van de burgemeester op de openbare wegen en plaatsen, langer dan<br />

24 uren met hun voertuigen op het grondgebied van de gemeente te blijven staan. De<br />

burgemeester kan een toelating van verblijf langer dan 24 uren verlenen en hun tevens de<br />

plaats van verblijf aanduiden.<br />

Uitzondering wordt gemaakt voor de kermisreizigers en circusreizigers, die tijdelijk in de<br />

gemeente vertoeven ter gelegenheid van een door het gemeentebestuur toegelaten kermis,<br />

foor of circus.<br />

Voor het opstellen van hun wagens op de openbare wegen en plaatsen, zullen de<br />

betrokkenen zich moeten schikken naar de aanduidingen van de politie.<br />

Zij dienen, behoudens afwijking toe te staan door de burgemeester, binnen de drie dagen<br />

na het beëindigen van de vergunningstermijn de gemeente te verlaten.<br />

Art. 220<br />

Onverminderd de bepalingen van de stedenbouwwetgeving gelden volgende regels.<br />

Indien bewoonde woonwagens gedurende meer dan 24 uur blijven staan op een privaat<br />

terrein, is de eigenaar van het terrein verplicht hiervan aangifte te doen bij het<br />

gemeentebestuur.<br />

De woonwagens moeten steeds zindelijk gehouden worden en de omgeving ervan rein,<br />

zodat zij geen hinder vormen voor de openbare gezondheid.<br />

De woonwagens moeten geplaatst worden op tenminste 10 m afstand van stallen,<br />

mestputten, en brandbare stoffen en op 5 m van alle gebouwen en van de openbare<br />

wegen.


HOOFDSTUK 3. Aanplakkingen<br />

Art. 221<br />

Aanplakkingen van tijdelijke reclame op het openbaar domein voor manifestaties van<br />

sociale, culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel op de<br />

door het gemeentebestuur vastgestelde plaatsen en wijze, na voorafgaande machtiging<br />

tot aanplakking vanwege de burgemeester.<br />

Deze rasters bestemd voor deze aanplakkingen bevinden zich bij vaststelling van de<br />

politieverordening op volgende plaatsen:<br />

- Hulstedorp (rechts naast de kerk, kijkend in de richting van de kerk);<br />

- Stasegemdorp naast de kerk);<br />

- Langs de gewestweg Kortrijk–<strong>Harelbeke</strong> (bij het inrijden van de bebouwde kom komende<br />

uit de richting Kortrijk);<br />

- Langs de gewestweg Gent–<strong>Harelbeke</strong> (in de Beverhoek, op de hoek met de<br />

Gentsesteenweg);<br />

- In de Bavikhoofsestraat rechts over het rondpunt met de N36, gezien rijdende in de<br />

richting van Bavikhove;<br />

- Beneluxlaan;<br />

- Cultureel Centrum (op het grasveld langs de Gaversstraat);<br />

- Kerk Zandberg (op het grasplein gelegen rechtover de kerk in de Hippodroomstraat);<br />

- Sportcentrum De Dageraad (op de kruising tussen de toegangsweg tot de sporthal en de<br />

Stasegemsesteenweg);<br />

- Rijksweg (rotonde Molenhuis, hoek kant Ter Coutere).<br />

De borden worden steeds aangebracht en/of verwijderd door de stadsdiensten. Het<br />

aanbrengen gebeurt nadat de vergunning daartoe werd verleend door de binnen de<br />

gemeente bevoegde overheid.<br />

Publiciteitsborden die niet voldoen aan de opgelegde kenmerken zullen niet worden<br />

opgehangen.<br />

Het is verboden aan de rasters zelf de publiciteitsborden aan te brengen of ze ervan te<br />

verwijderen.<br />

Enkel de door de stad ter beschikking gestelde borden mogen worden gebruikt. Deze<br />

borden hebben een lengte van 2,5 m. en een breedte van 0,4 m. Het bord dient door de<br />

aanvrager wit te worden geverfd. Benevens het logo van de betrokken aanvrager of zijn<br />

activiteit (facultatief en in een vrij te kiezen kleur) dient de belettering te gebeuren met<br />

geschilderde hoofdletters in zwarte kleur. Benevens het logo mag de aangebrachte tekst<br />

niet méér beslaan dan de datum van de activiteit, de naam van de activiteit en de plaats<br />

waar het gebeuren plaats heeft. Deze laatste drie gegevens dienen onder elkaar<br />

aangebracht. Het aanbrengen van de belettering en het logo gebeurt door de aanvrager.<br />

Het is verboden aan de genoemde rasters andere zaken of publiciteitsborden aan te<br />

brengen dan de door de stad ter beschikking gestelde borden of borden aan te brengen die<br />

niet voldoen aan de voormelde vereisten. Wat dit laatste betreft kan door de burgemeester<br />

afwijking toestaan.<br />

Art. 222 Reclame via affiches op de door de stad ter beschikking gestelde dragers<br />

Affiches betreffende tijdelijke reclame naar aanleiding van manifestaties van culturele,<br />

levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard, worden aangeplakt en/of verwijderd<br />

door de stadsaanplakker op de daartoe bestemde aanplakborden, zuilen of kiosken die zich<br />

thans bevinden op volgende plaatsen: Tuinstraat, Deerlijksesteenweg, Arendswijk, Eiland<br />

(aan de kerk), Kollegelaan, Stasegemdorp, Keizershoek, Hallewijk, Albrecht<br />

Rodenbachlaan, Broelstraat, Bavikhovedorp, Hulstedorp (kerk), Gaversstraat t.h.v. het<br />

Cultureel Centrum.<br />

De aan te plakken stukken worden ingediend op de infodienst van de <strong>Stad</strong> <strong>Harelbeke</strong>.<br />

Het is verboden aan de genoemde borden, zuilen en kiosken (ook deze die later zouden<br />

worden bijgeplaatst) zelf gelijk wat aan te brengen of ervan te verwijderen.


Art. 223<br />

De burgemeester kan enkel machtiging verlenen tot aanplakking voor manifestaties die<br />

plaatsvinden op het grondgebied van de gemeente of voor manifestaties die<br />

georganiseerd worden door verenigingen uit de gemeente.<br />

Art. 224<br />

De aanvraag tot aanplakking dient schriftelijk en minstens vier weken vooraf te worden<br />

ingediend.<br />

HOOFDSTUK 4. Verhuur onroerend goed<br />

Art. 225<br />

Bij elke verhuring van een onroerende goed bestemd voor bewoning in de ruime<br />

betekenis moeten bij elke officiële of publieke mededeling de prijs en de<br />

gemeenschappelijke lasten worden vermeld.<br />

HOOFDSTUK 5. Publiciteitswagens<br />

Art. 226<br />

Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester op de openbare weg reclame te<br />

maken met enig voertuig, daartoe in hoofdzaak met het oog op het voeren van reclame<br />

geplaatst.<br />

HOOFDSTUK 6. Plaatsen van tijdelijke reclameborden<br />

Art. 227<br />

Het tijdelijk plaatsen van reclameborden op privé-eigendom dient zodanig te gebeuren<br />

dat dit geen belemmering vormt voor de openbare orde en het veilig en vlot verkeer.<br />

Art. 228<br />

Alle in strijd met deze verordening geplaatste of niet tijdig verwijderde reclameborden<br />

kunnen onverwijld door de gemeentediensten verwijderd worden.<br />

De ambtshalve verwijdering gebeurt op risico en op kosten van diegene die de borden<br />

plaatste en – zo deze niet kan worden geïdentificeerd - de persoon of de personen voor<br />

wie de plaatsing gebeurde.<br />

HOOFDSTUK 7. Bewegwijzering<br />

Afdeling 1. Tijdelijke bewegwijzering<br />

Art. 229<br />

De aanvraag van de machtiging voor plaatsing van tijdelijke bewegwijzering op het<br />

openbaar domein dient op voorhand en schriftelijk te worden gericht aan de<br />

burgemeester. Bij de aanvraag dient een volledig plan te worden gevoegd.<br />

Art. 230<br />

De gemachtigde dient zelf te voorzien in de tijdelijke bewegwijzering (wegwijzers, borden<br />

en palen) en dient ze zelf te plaatsen en te verwijderen, rekening houdende met andere<br />

vigerende wetgeving.<br />

De plaatsing van de tijdelijke bewegwijzering mag ten vroegste achtenveertig uur voor<br />

de aangelegenheid gebeuren.


De verwijdering van de tijdelijke bewegwijzering dient binnen de achtenveertig uur na de<br />

aangelegenheid te gebeuren.<br />

Art. 231<br />

De gemeente kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor de schade aan de<br />

borden of aan derden, die voortspruit uit de opstelling of opstellingswijze van de borden.<br />

De gemeente kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor diefstal van de<br />

tijdelijke bewegwijzering.<br />

Art. 232<br />

Bij gebreke aan machtiging of indien de gemachtigde de opgelegde voorwaarden<br />

overtreedt, kan de burgemeester ambtshalve bevelen de tijdelijke bewegwijzering te<br />

verwijderen op kosten en risico van de overtreder.<br />

Bij ambtshalve verwijdering van de tijdelijke bewegwijzering worden deze laatste<br />

eigendom van de gemeente.<br />

HOOFDSTUK 8. Brandveiligheid<br />

Afdeling 1. Kamerwoningen<br />

Onderafdeling 1. Algemeenheden<br />

Art. 233<br />

§1.Toepassingsgebied<br />

De hiernavolgende artikelen zijn integraal van toepassing op een kamerwoning,<br />

behoudens voor de kamerwoning met *beperkte verhuur. Voor dergelijke<br />

kamerwoningen met beperkte verhuur gelden slechts de artikelen 234,§1, 240, en 247<br />

tot en met 250.<br />

§2.Terminologie<br />

De in onderhavige artikelen gebruikte terminologie stemt overeen met de inhoud aan<br />

deze begrippen gegeven in het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 inzake de basisnormen<br />

voor preventie, brand en ontploffing.<br />

§3. Nieuwbouw<br />

Voor nieuwe gebouwen gelden naast de hiernavolgende bepalingen tevens de federale<br />

basisnormen van het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994.<br />

§4. Indeling van de inrichtingen<br />

De inrichtingen worden ingedeeld in drie categorieën:<br />

Categorie 1: de lage gebouwen: deze worden onderverdeeld in 2 subcategorieën:<br />

Sub cat. 1a – gebouwen met maximum één bovengrondse bouwlaag, boven<br />

het normale evacuatieniveau.<br />

Sub cat. 1b – de overige gebouwen, die niet tot de categorie 2 of 3 behoren.<br />

Categorie 2: de middelhoge gebouwen (hoogte bovenste bouwlaag vanaf 10 m tot 25<br />

m).<br />

Categorie 3: de hoge gebouwen (hoogte bovenste bouwlaag 25 m of meer).<br />

Onderafdeling 2. Inplanting en toegangswegen<br />

Art. 234<br />

§1. De kamerwoning moet ofwel van de nevenliggende constructies gescheiden zijn door<br />

wanden met een Rf (d.i. brandweerstand) van tenminste:<br />

- voor de categorie 1: Rf = 1h;<br />

- voor de categorie 2 en 3: Rf = 2h.<br />

ofwel opgericht zijn in metselwerk of beton.


Verbindingen mogen enkel gebeuren via zelfsluitende deuren met Rf minstens ½h (voor<br />

categorie 1) of 1h (voor categorie 2 en 3).<br />

§2. Kamers voor overnachting en de bijhorende gemeenschappelijke lokalen mogen<br />

slechts grenzen aan andere ruimten, voor zover ze ervan gescheiden zijn door wanden<br />

met Rf 1h.<br />

De deuren in deze wanden moeten een Rf ½h hebben en zelfsluitend zijn.<br />

Het gedeelte van het gebouw met kamers moet over een afzonderlijke toegang<br />

beschikken die afgescheiden is van andere ruimten met een bestemming vreemd aan de<br />

kamerverhuur door wanden en deuren met voornoemde eigenschappen.<br />

Art. 235<br />

De kamerwoning moet altijd bereikbaar zijn voor de brandweervoertuigen. In de<br />

nabijheid van de kamerwoning moeten de wegen zodanige kenmerken vertonen dat de<br />

opstelling en de bediening van het materieel voor brandbestrijding en redding<br />

gemakkelijk kunnen uitgevoerd worden.<br />

Onderafdeling 3. Voorschriften voor sommige bouwelementen (constructieve elementen<br />

en kamerwanden).<br />

Art. 236<br />

§1. De constructieve elementen die de stabiliteit van het gebouw verzekeren, zoals<br />

kolommen, dragende wanden, hoofdbalken, vloeren en andere essentiële delen die de<br />

draagconstructie van het gebouw vormen, moeten ofwel beantwoorden aan de<br />

hiernavolgende vereisten:<br />

- voor de categorie 1a: Rf ½h;<br />

- voor de categorieën 1b en 2: Rf 1h;<br />

- voor de categorie 3: 2h;<br />

ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton.<br />

§2. Indien aan de voorschriften van de vorige paragraaf niet voldaan wordt moet het<br />

ganse gebouw uitgerust worden met een algemene branddetectie-installatie, die voldoet<br />

aan de voorschriften van artikel 249, §5. Voor de inrichtingen van de categorieën 2 en 3<br />

moeten de constructieve elementen in elk geval een minimum Rf 1h bezitten.<br />

Deze bepalingen zijn niet van toepassing voor de constructieve elementen van het<br />

dakwerk.<br />

Art. 237<br />

Met behoud van de bepalingen van artikel 236 moeten de verticale binnenwanden die de<br />

kamers begrenzen ten minste een Rf 1h hebben of gebouwd zijn in metselwerk of beton.<br />

De toegangs(binnen)deuren tot de kamers moeten Rf ½h hebben.<br />

Onderafdeling 4. Compartimentering<br />

Art. 238<br />

Iedere bouwlaag, die geen normaal evacuatieniveau is, vormt één of meer<br />

compartimenten.<br />

De oppervlakte van een compartiment moet kleiner zijn dan 1.250 m 2 .<br />

De lengte van een compartiment wordt gedefinieerd als de afstand tussen de twee<br />

punten van het compartiment die het verst van elkaar verwijderd zijn. Deze lengte mag<br />

niet meer dan 75 m bedragen.<br />

Art. 239<br />

De wanden tussen de compartimenten moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of<br />

beton, ofwel beantwoorden aan de hiernavolgende minima:<br />

- voor de categorie 1a: Rf ½h;<br />

- voor de andere categorieën: Rf 1h.


De verbinding tussen twee compartimenten wordt slechts toegestaan bij gebruik van<br />

zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met Rf ½h.<br />

Indien aan bovenvermelde voorschriften niet voldaan wordt moet de inrichting uitgerust<br />

worden met een branddetectie-installatie die voldoet aan de voorschriften van artikel<br />

249, § 5.<br />

Onderafdeling 5. Evacuatie<br />

Art. 240<br />

De evacuatiewegen moeten oordeelkundig verdeeld worden over het gebouw en een<br />

vlugge en gemakkelijke ontruiming van personen toelaten.<br />

Elk compartiment, de kelderverdieping uitgezonderd en voor zover er geen kamers in<br />

ingericht worden, moet minstens twee onafhankelijke vluchtmogelijkheden hebben in<br />

geval van brand.<br />

De eerste vluchtmogelijkheid bestaat uit een binnentrap.<br />

Aanvaardbare oplossingen voor de tweede vluchtmogelijkheid zijn:<br />

- een tweede binnentrap;<br />

- een buitentrap;<br />

- buitenladders per kamer voor de inrichtingen van categorie 1;<br />

- een opendraaiend of openschuivend venster per kamer, met kamervloer op of<br />

onder het maaiveld. Daarbij moet de vensterdorpel zich bevinden op maximum<br />

1,5 m boven deze vloer;<br />

- een opendraaiend of openschuivend venster, per kamer, indien de kamervloer<br />

zich ofwel lager bevindt dan 3 m boven het maaiveld, ofwel grenst aan een<br />

stevig begaanbaar afdak of platform met ladder (categorie 1) of trap (categorie 2<br />

en 3); daarbij moet de vensterdorpel zich bevinden op maximum 1,2 m boven de<br />

vloer;<br />

- een opendraaiend of openschuivend venster, per kamer, dat toegankelijk is voor<br />

de ladderwagen van de brandweer, voor de inrichtingen van categorieën 1 en 2.<br />

Daarbij moet de vensterdorpel zich bevinden op maximum 1,2 m boven de vloer;<br />

De te gebruiken ramen dienen minstens 1m 2 nuttige doorgang te hebben,<br />

waarvan één zijde minstens 0,8 m bedraagt.<br />

De af te leggen weg, vanaf iedere plaats in het gebouw, mag niet groter zijn dan<br />

30 m tot de eerste vluchtmogelijkheid en 60 m tot de tweede vluchtmogelijkheid.<br />

De lengte van de doodlopende delen van de evacuatiewegen mag niet meer<br />

bedragen dan 15 m.<br />

Art. 241<br />

§1. Plaats, verdeling en breedte van evacuatieruimten<br />

De plaats, de verdeling en de breedte van de evacuatiewegen, trappen, uitgangen en<br />

nooduitgangen moeten een snelle en gemakkelijke ontruiming van personen toelaten.<br />

De deuren, evacuatiewegen, trappen, uitgangen en nooduitgangen moeten een minimale<br />

nuttige breedte van 0,70 m hebben en een minimale hoogte van 2 m.<br />

Elke open zijde van de trappen moet voorzien zijn van een stevige leuning.<br />

In ieder geval moet elke trap voorzien zijn van minimum één degelijke leuning.<br />

Het is verboden enig voorwerp te plaatsen, dat de doorgang kan belemmeren naar of de<br />

nuttige breedte kan beperken van evacuatiewegen, trappen, uitgangen en<br />

nooduitgangen.<br />

De kamers en andere lokalen waar huurders vertoeven, moeten rechtstreeks uitgeven op<br />

een evacuatieweg.<br />

De verbinding tussen en naar de trappenhuizen of trappen moet via evacuatiewegen<br />

gaan of over vluchtterrassen.<br />

§2. Wanden van de evacuatiewegen<br />

De binnenwanden van evacuatiewegen moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of<br />

beton, ofwel Rf 1h hebben. De toegangsdeuren van de andere lokalen dan kamers


(uitgezonderd sanitair) tot de evacuatiewegen moeten zelfsluitend of bij brand<br />

zelfsluitend zijn met Rf ½h.<br />

§3. Opvatting van nieuw te bouwen trappen<br />

Onverminderd de bepalingen van §1 van dit artikel moeten de nieuw te bouwen trappen<br />

een minimale nuttige breedte van 0,80 m en een maximale helling van 37 ° hebben.<br />

De diepte van de treden moet op de looplijn minstens 0,20 m bedragen.<br />

De treden van de binnentrappen moeten voorzien zijn van tegentreden.<br />

Spiltrappen zijn verboden. De trappen moeten een stabiliteit bij brand van ½h hebben.<br />

Buitentrappen moeten anti-slip uitgevoerd worden en vervaardigd zijn uit niet-brandbare<br />

materialen.<br />

§4. Binnentrappenhuizen<br />

Elke binnentrap in een inrichting van de categorieën 1b, 2 en 3, die verschillende<br />

compartimenten verbindt, moet ommuurd worden.<br />

Voor de inrichting van de categorie 1b mogen de muren en toegangdeuren van de<br />

kamers de ommuring vormen.<br />

De binnenwanden van de trappenhuizen moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of<br />

beton, ofwel beantwoorden aan de hiernavolgende minima:<br />

- voor de categorieën 1b en 2: Rf 1h;<br />

- voor de categorie 3: Rf 2h.<br />

De trappenhuizen geven toegang tot een evacuatieniveau. De trappenhuizen die toegang<br />

geven tot de ondergrondse verdiepingen mogen niet rechtstreeks in het verlengde liggen<br />

van deze die dienen voor verdiepingen boven een evacuatieniveau.<br />

Dit sluit niet uit dat het ene trappenhuis boven het andere mag liggen, mits de wanden<br />

die ze scheiden voldoen aan de voorwaarden vereist voor de wanden van de<br />

trappenhuizen.<br />

De toegang tot de trappenhuizen geschiedt voor de categorieën 1b en 2 via Rf ½h<br />

zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren. Voor categorie 3 dienen twee dergelijke<br />

deuren voorzien in een sas met wanden Rf 2h en een oppervlakte van minimum 2 m 2 .<br />

§5. Buitenladders<br />

De buitenladders moeten stevig bevestigd zijn. Zij mogen vast of opklapbaar zijn.<br />

Ze moeten uitgeven op een plaats waar de gebruikers zich in veiligheid kunnen stellen.<br />

De eventuele toegangsterrassen moeten 0,8 m breed zijn en voorzien zijn van een<br />

leuning met een hoogte van minstens 1,1 m. Een buitenladder kan slechts dienstig zijn<br />

voor de ontruiming van ofwel twee kamers per verdieping, ofwel vier kamers in geval<br />

van één verdieping (categorie 1a).<br />

De tussenafstand van de treden, as op as gemeten, moet 250 à 300 mm bedragen. De<br />

breedte moet minstens 0,4 m zijn.<br />

De bovenste trede moet zich minimaal 1 m boven het hoogste toegangsniveau van de<br />

ladder bevinden.<br />

De tussenafstand tussen de muren en de ladder bedraagt minstens 0,2 m.<br />

Zo deze tussenafstand niet kan gebruikt worden als valbescherming, dient een andere<br />

valbescherming voorzien.<br />

§6. Signalisatie<br />

De evacuatiewegen en de plaats van elke uitgang en nooduitgang moeten worden<br />

aangeduid door de reddingstekens bepaald in het Koninklijk Besluit van 17 juni 1997<br />

betreffende de veiligheids- en de gezondheidssignalering op het werk.<br />

Het volgnummer van de verdiepingen moet aangebracht worden in de evacuatiewegen<br />

en op de overlopen van de trappen en de liften.


Onderafdeling 6. Eisen op gebied van reactie bij brand<br />

Art. 242<br />

De eisen die opgenomen zijn in volgende tabel dienen toegepast te worden voor nieuwe<br />

bekledingen of wanneer de bestaande bekledingen worden vervangen.<br />

De classificatie van de bouwmaterialen is conform aan de proefmethodes opgenomen in<br />

het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994, bijlage 5.<br />

Onderafdeling 7. Constructievoorschriften voor sommige lokalen<br />

Art. 243<br />

De wanden die de stookplaats en het opslaglokaal voor brandstof scheiden van de andere<br />

lokalen van het gebouw moeten Rf 1h hebben.<br />

De stookplaats en het opslaglokaal voor brandstof dienen elk voor hun specifiek<br />

doeleinde voorbehouden en rechtstreeks naar buiten verlucht te worden.<br />

Indien de toegangsdeur een binnendeur is, dan dient deze een zelfsluitende deur te zijn<br />

met Rf ½h.<br />

De vloer van het brandstoflokaal moet komvormig zijn zodat ingeval van lek de volledige<br />

tankinhoud kan opgevangen worden.<br />

Indien het nominale vermogen van de stookketel 30 kW niet overtreft, mag deze<br />

ondergebracht worden in een lokaal dat ook voor andere doeleinden gebruikt wordt met<br />

uitzondering van slaapkamers, op voorwaarde dat een voldoende luchtaanvoer verzekerd<br />

wordt.<br />

Art. 244<br />

De parkeerruimten moeten afgescheiden worden van de andere lokalen van het gebouw<br />

door wanden met Rf 1h en zelfsluitende deuren met Rf ½h.<br />

Art. 245<br />

De keukens en de combinaties keuken-restaurant/refter moeten ofwel gebouwd zijn in<br />

metselwerk of beton, ofwel begrensd worden door wanden met een Rf van minstens 1h.<br />

De toegang dient te gebeuren door zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren Rf ½h.<br />

Onderafdeling 8. Uitrusting van de inrichting<br />

Art. 246<br />

Het geheel van de liften en goederenliften bestaande uit één of meer schachten, moet<br />

ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton, ofwel begrensd worden door wanden met een<br />

Rf van minstens:<br />

- voor de categorieën 1 en 2: Rf 1h;<br />

- voor de categorie 3: Rf 2h.<br />

Uitzondering wordt gemaakt voor de voorzijde van de liftbordessen en de wanden die<br />

deel uitmaken van de gevel.<br />

De liftbordesvoorzijde, de deuren inbegrepen, moet gedurende een half uur voldoen aan<br />

de criteria van stabiliteit en vlamdichtheid, volgens de norm NBN 713-020.<br />

Art. 247<br />

De verwarmingsinstallaties moeten beantwoorden aan de voorschriften van de vigerende<br />

reglementeringen en normen, geplaatst worden volgens de code van goed vakmanschap<br />

en in goede staat gehouden worden zodat ze voldoende veiligheid verzekeren.<br />

Zo de verwarmingstoestellen gevoed worden met vloeibare brandstof moeten de nodige<br />

schikkingen getroffen worden om hevelwerking te voorkomen.<br />

Elektrische verwarmingstoestellen die een zichtbare elektrische weerstand bevatten,<br />

installaties met butaan-, propaan- of ander brandbaar gas in verplaatsbare recipiënten of<br />

verplaatsbare toestellen, gevoed met vloeibare brandstof, zijn verboden.


Daarentegen zijn installaties gevoed met vloeibaar gemaakt handelspropaan,<br />

handelsbutaan of mengsels daarvan in vaste ongekoelde houders en opgesteld volgens<br />

de desbetreffende wettelijke voorschriften toegelaten voor zover geen mogelijkheid<br />

bestaat om aan te sluiten op het openbaar gasbedelingsnet.<br />

Art. 248<br />

De grote gemeenschappelijke lokalen (refters, restaurantzalen, keukens, vergaderzalen,<br />

ontspanningszalen, enzovoort) evacuatiewegen, bordessen, overlopen, liftkooien,<br />

stookplaatsen moeten voorzien zijn van een veiligheidsverlichting.<br />

Deze moet, zodra de normale verlichting uitvalt, in werking treden binnen de dertig<br />

seconden en dit gedurende minstens één uur. Deze veiligheidsverlichting mag gevoed<br />

worden door de normale stroombron, maar valt deze uit, dan moet de voeding door één<br />

of meer autonome stroombronnen gebeuren.<br />

Art. 249<br />

§1. Algemeenheden met betrekking tot detectie, melding, waarschuwing, alarm en<br />

brandbestrijding<br />

Alle inrichtingen moeten uitgerust zijn met installaties voor detectie, melding,<br />

waarschuwing, alarm en brandbestrijding.<br />

De brandweerdienst wordt door de uitbater geraadpleegd voor het bepalen van de aard<br />

en de omvang van deze uitrusting.<br />

§2. Melding<br />

Vanuit elke inrichting of haar onmiddellijke omgeving moet de melding van brand of<br />

ander gevaar onmiddellijk aan de brandweerdienst overgemaakt kunnen worden.<br />

§3. Waarschuwing en alarm<br />

De waarschuwings- en alarmseinen of –berichten moeten door alle betrokken personen<br />

kunnen opgevangen worden en mogen niet met elkaar noch met andere seinen verward<br />

kunnen worden.<br />

Hun elektrische netten verschillen van elkaar. Voor de gebouwen van categorie 1 mogen<br />

de waarschuwings- en alarmsignalen nochtans identiek zijn en voortgebracht worden<br />

door dezelfde installatie.<br />

§4. Brandbestrijding<br />

De snelblussers en muurhaspels moeten voldoen aan de geldende normen en zo<br />

geplaatst worden dat ze een vlotte eerste interventie toelaten.<br />

§5. Detectie<br />

Wanneer de onderhavige verordening een branddetectie-installatie vereist, wordt de aard<br />

en de omvang van de installatie bepaald in overleg met de brandweerdienst.<br />

Onverminderd bovenvermelde bepalingen moeten minstens de evacuatiewegen en de<br />

gemeenschappelijke lokalen met branddetectie worden uitgerust.<br />

Onderafdeling 9. Onderhoud en controle<br />

Art. 250<br />

De technische uitrusting van de inrichting moet in goede staat gehouden worden.<br />

Onverminderd andere wettelijke bepalingen ter zake moet de uitbater periodiek volgende<br />

installaties laten nazien hetzij door een bevoegd persoon (BP) of installateur (BI), hetzij<br />

door een daartoe erkende externe dienst voor technische controle (EDTC).<br />

Installatie controleorgaan periodiciteit<br />

hoogspanning EDTC jaarlijks<br />

laagspanning (inclusief EDTC vijfjaarlijks


veiligheidsverlichting)<br />

centrale verwarming en BI/EDTC<br />

jaarlijks<br />

centrale klimaatregeling<br />

autonome<br />

BI/EDTC<br />

jaarlijks<br />

verwarmingstoestellen<br />

gasleiding (dichtheid) BI/ EDTC vijfjaarlijks<br />

waarschuwing en alarm EDTC/BI jaarlijks<br />

automatische branddetectie BI/EDTC jaarlijks<br />

brandbestrijdingstoestellen BP jaarlijks<br />

Geregeld moet de werking van de veiligheidsverlichting gecontroleerd worden door de<br />

uitbater, minstens om de zes maanden moeten door de uitbater duurzaamheidproeven<br />

verricht worden, teneinde de batterijen tijdig te doen herladen.<br />

Deze data dienen bijgehouden te worden in voormeld register.<br />

Bovendien dient elke uitbreiding van de technische uitrusting te gebeuren volgens de<br />

regels van de kunst en van goed vakmanschap. Elke belangrijke uitbreiding van de<br />

elektrische installatie moet gecontroleerd worden door een daartoe erkende externe<br />

dienst voor technische controle. Een uitbreiding van de gasinstallatie moet nagezien<br />

worden door een daartoe bevoegd installateur.<br />

Onderafdeling 10. Uitbatingsvoorschriften<br />

Art. 251<br />

Buiten hetgeen voorzien is door onderhavige reglementering, moet de uitbater, op het<br />

vlak van de veiligheid, alle nodige maatregelen nemen om de personen, aanwezig in de<br />

inrichting, te beschermen tegen brand, paniek en ontploffingen.<br />

De permanente maatregelen die in dat opzicht door de uitbater moeten genomen<br />

worden, moeten vermeld worden in een huishoudelijk reglement.<br />

De huurders moeten, bij inschrijving en het personeel, bij indienstneming, alsook<br />

periodiek en ten minste eenmaal per jaar ingelicht worden over het bestaan en gebruik<br />

van de verschillende vluchtwegen, meldings-, waarschuwings- en alarminstallatie,<br />

blusinrichtingen… Deze moeten te allen tijde vrij bereikbaar en gebruiksklaar gehouden<br />

worden.<br />

De goede werking van zelfsluitende en bij brand zelfsluitende deuren mag niet<br />

verhinderd worden.<br />

De opmerkingen die voorkomen in de processen-verbaal van de periodieke controles,<br />

voorzien in artikel 252, moeten onverwijld gevolgd worden door de nodige aanpassingen<br />

en verbeteringen.<br />

Art. 252<br />

De daartoe door de burgemeester aangewezen ambtenaren en deskundigen hebben het<br />

recht om controlebezoeken te verrichten aan de kamerwoning. De eigenaar zal, gelet op<br />

de aard van de zaak, op de snelste en meest adequate wijze worden verwittigd. De<br />

eigenaar staat in voor de verwittiging van de huurders en de toegankelijkheid van de<br />

kamers.<br />

Het controlebezoek zal uitsluitend tussen 08 uur en 20 uur plaatsvinden.<br />

Afdeling 2. Dansgelegenheden<br />

Onderafdeling 1.Toepassingsgebied<br />

Art. 253<br />

Deze afdeling is van toepassing op alle lokalen of inrichtingen waar gedanst wordt en die<br />

een publiektoegankelijke ruimte hebben (intra muros) van meer dan 100 m².


In de afdeling geldt onverminderd andere wettelijke en reglementaire bepalingen<br />

terzake, inzonderheid deze betreffende de stedenbouw en de ruimtelijke ordening, het<br />

Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming (hierna afgekort het A.R.A.B.), Vlarem en<br />

de federale basisnormen inzake brandveiligheid (bij nieuwbouw).<br />

Onderafdeling 2. Indeling<br />

Art. 254<br />

De lokalen of inrichtingen die onder het toepassingsgebied van deze afdeling vallen,<br />

worden opgedeeld in vier categorieën, afhankelijk van de aanvraag of van de feitelijke<br />

vaststellingen inzake dansactiviteiten:<br />

D1: alle lokalen waar de hoofdactiviteit bestaat in het uitbaten van een dansgelegenheid<br />

met een permanent en/of commercieel karakter;<br />

D2: alle lokalen waar de hoofdactiviteit bestaat in het uitbaten van een eetgelegenheid,<br />

doch waar daarnaast ook gedanst wordt;<br />

D3: alle lokalen die op een polyvalente manier kunnen gebruikt worden en waar op<br />

onregelmatige tijdstippen een dansactiviteit naar aanleiding van een bijzondere<br />

gelegenheid doorgaat (maximum twaalf maal per jaar, maximum twee maal per maand);<br />

D4: tijdelijke inrichtingen, tijdelijke constructies andere dan tenten.<br />

D5: tenten.<br />

Onderafdeling 3. Algemeen principe<br />

Art. 255<br />

Deze afdeling heeft tot doel de voorwaarden te bepalen waaraan de lokalen met<br />

dansgelegenheid, lokalen voor polyvalent gebruik en tijdelijke constructies moeten<br />

voldoen om:<br />

1° brand te voorkomen en uitbreiding tegen te gaan;<br />

2° ieder begin van brand snel en doeltreffend te bestrijden;<br />

3° een veilige en snelle ontruiming van de aanwezige personen te allen tijde te<br />

verzekeren;<br />

4° de tussenkomst van de brandweer te vergemakkelijken.<br />

Daartoe bepaalt de brandweer de technische bepalingen waaraan de lokalen moeten<br />

voldoen. Deze bepalingen betreffen:<br />

1° de toegangswegen en de inplanting van het lokaal of de constructie tegenover derden;<br />

2° de compartimentering van een eventuele woongelegenheid;<br />

3° de toegelaten bouwelementen;<br />

4° de evacuatiemogelijkheden;<br />

5° de voorschriften voor specifieke lokalen en technische ruimten;<br />

6° de voorschriften waaraan de technische uitrusting moet voldoen;<br />

7° de voorwaarden waaronder ontvlambare vloeistoffen en brandbare gassen moeten<br />

worden opgeslagen;<br />

8° de voorschriften met betrekking tot bekleding en versiering van het lokaal<br />

9° de regels inzake periodieke controle van technische installaties en<br />

veiligheidsuitrusting;<br />

10° de uitbatingvoorschriften.


Onderafdeling 4. Toelating<br />

Art. 256<br />

De lokalen D1 en D2 moeten conform zijn aan de respectieve bepalingen die omschreven<br />

zijn in technische voorschriften zoals opgenomen in onderafdeling 6. Toelating wordt<br />

bekomen via het milieuvergunningsstelsel (Decreet van 28 juni 1985 betreffende de<br />

milieuvergunning) waarvan voormelde conformiteit deel uit maakt.<br />

De lokalen D3 moeten een toelating inzake brandveiligheid bekomen van de<br />

burgemeester. De toelating is gebaseerd op de conformiteit van het lokaal met de<br />

respectieve bepalingen uit de technische nota zoals opgenomen in onderafdeling 6.<br />

De tijdelijke inrichtingen, tijdelijke constructies andere dan tenten (D4) en tenten (D5)<br />

moeten eveneens een toelating inzake brandveiligheid bekomen van de burgemeester,<br />

telkens een activiteit wordt georganiseerd waarbij er dansgelegenheid zal zijn. De<br />

toelating is gebaseerd op de conformiteit van de inrichting met de respectieve bepalingen<br />

uit de technische nota zoals opgenomen in onderafdeling 6.<br />

Onderafdeling 5. Nieuw nazicht D1 D2 D3<br />

Art. 257<br />

Voor ingebruikneming van nieuwe dansgelegenheden of uitbreiding van de bestaande<br />

moet een nazicht aangevraagd worden bij de stedelijke technische dienst en de dienst<br />

brandvoorkoming.<br />

Het verslag van de brandweer dat wordt opgesteld naar aanleiding van dit nazicht zal<br />

gelden als onderdeel van het onderzoek dat nodig is voor het bekomen van de toelating<br />

van de burgemeester of voor het bekomen van een milieuvergunning.<br />

Onderafdeling 6. Technische voorschriften<br />

Het toepassingsgebied van elke bepaling van deze onderafdeling is algemeen of wordt<br />

nader omschreven door bijgaande vermelding van de categorie waarop het van<br />

toepassing is.<br />

1. Toegangswegen en inplanting ten aanzien van derden<br />

Art. 258<br />

D1 D2 D3 D4 D5<br />

Het gebouw of de inrichting moet bereikbaar zijn voor het brandweermaterieel.<br />

Bijgebouwen, luifels of anderen uitspringende delen, beplantingen en parkeerplaatsen<br />

zijn enkel toegelaten indien zij de interventies van de brandweerdienst niet bemoeilijken.<br />

D1 D2 D3<br />

De dansgelegenheid moet van de aanpalende gebouwen gescheiden zijn door wanden<br />

vervaardigd uit metselwerk of beton of wanden met een minimale brandweerstand:<br />

- D1 Rf 2h;<br />

- D2 D3 Rf 1h.<br />

Verbindingen kunnen enkel via zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een<br />

minimale brandweerstand:<br />

- D1 Rf 1h;<br />

- D2 D3 Rf ½h.<br />

D1 D2<br />

De dansgelegenheid moet van aanpalende lokalen die geen deel uitmaken van het<br />

voorwerp van de uitbating, gescheiden worden door wanden (horizontaal en verticaal)<br />

vervaardigd uit metselwerk of beton of wanden met een minimale brandweerstand Rf 1h.


Verbindingen kunnen enkel via zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een<br />

minimale brandweerstand Rf ½h.<br />

D1<br />

Verkoopspunten met warmtebron moeten buiten de dansgelegenheid op minstens 8 m<br />

van de uitgangen en gevelopeningen gelegen of brandwerend Rf 1h ervan gescheiden<br />

zijn.<br />

D4 D5<br />

De inrichting moet van aanpalende gebouwen en lokalen die geen deel uitmaken van het<br />

voorwerp van de uitbating, gescheiden worden door wanden (horizontaal en verticaal)<br />

vervaardigd uit metselwerk of beton of op een afstand van minstens 6 m ervan<br />

verwijderd zijn.<br />

D1 D2 D3 D4 D5<br />

Er dient een parkeerverbod ingesteld aan de buitenzijde van de (nood)uitgangen.<br />

2. Compartimentering woongelegenheid D1 D2 D3<br />

Art. 259<br />

Indien er een woongelegenheid is in het gebouw, moet deze van de dansgelegenheid of<br />

polyvalente zaal gescheiden worden door wanden (horizontaal en verticaal) met een<br />

minimale brandweerstand Rf 1h. De deuren in deze wanden moeten een minimale<br />

brandweerstand Rf ½h hebben en zelfsluitend zijn.<br />

De evacuatie van de woongelegenheid gebeurt via evacuatiewegen waarvan de verticale<br />

binnenwanden en -deuren een minimale brandweerstand Rf ½h hebben. Deze evacuatieeis<br />

is niet van toepassing indien deze woongelegenheid betrokken wordt door de uitbater<br />

van de bijhorende dansgelegenheid of polyvalente zaal.<br />

3. Bouwelementen D1 D2 D3<br />

Art. 260 Doorvoeringen D1 D2 D3 D4<br />

De doorvoeringen van de wanden en de uitzetvoegen mogen de vereiste brandweerstand<br />

niet nadelig beïnvloeden.<br />

Art. 261 Structurele elementen D1 D2 D3<br />

De structurele elementen die de stabiliteit van het geheel of van een gedeelte van het<br />

gebouw verzekeren (kolommen, balken, dragende wanden, vloeren … met uitzondering<br />

van het dak) moeten vervaardigd uit metselwerk of beton of een minimale<br />

brandweerstand hebben:<br />

- D1 D2 Rf 1h;<br />

- D3 Rf ½h.<br />

Art. 262 Valse plafonds D1 D2<br />

In de evacuatiewegen en de voor het publiek toegankelijke lokalen moeten de valse<br />

plafonds een stabiliteit bij brand van ½ h hebben en tot de klasse A1 behoren.<br />

4. Evacuatie<br />

Art. 263 Algemeen D1 D2 D3 D4 D5<br />

De maximale bezetting dient door de uitbater vermeld in:<br />

D1 D2<br />

- de vergunningsaanvraag;<br />

D1 D2<br />

- aan de toegang tot de zaal;<br />

D1 D2 D3 D4 D5 - elke gebruiksovereenkomst;<br />

D1 D2 D3 D4 D5 - elke veiligheidsinstructie.


De maximale bezetting wordt bepaald rekening houdend met:<br />

- de oppervlakte(intra muros):<br />

- D1: 0,65 m²/persoon;<br />

- D2 D3 D4 D5: 1,00 m²/persoon;<br />

- de uitgangsbreedte:<br />

- D1 D2 D3 D4 D5 uitgangen: 1 cm/persoon; (bepaald met min. van 0,80 m of<br />

gehele veelvoud van 0,60 m)<br />

- D1 D2 D3 D4 trappen: dalend: 1,25 cm/persoon;<br />

stijgend: 2,00 cm/persoon.<br />

waarbij in rekening mogen worden gebracht alle uitgangen die:<br />

- een draaideur hebben;<br />

- een minimum hoogte hebben van 2 m;<br />

- D5: de breedte moet worden bepaald volgens de maximale bezetting.<br />

- open draaien in de vluchtzin (de ingangsdeur mag opendraaien naar binnen mits ze<br />

vastgezet wordt in open stand).<br />

Het minimum aantal (nood)uitgangen bedraagt:<br />

- twee vanaf vijftig personen;<br />

- drie vanaf vijfhonderd personen;<br />

- drie vanaf tweehonderdvijftig voor D5.<br />

Alle nooduitgangen moeten open gaan in de vluchtzin.<br />

Alle deuren moeten ontgrendeld zijn.<br />

Alle deuren moeten openen bij een minimale druk.<br />

Het is verboden enig voorwerp te plaatsen, dat de doorgang kan belemmeren naar of de<br />

nuttige breedte kan beperken van evacuatiewegen, trappen, uitgangen en<br />

nooduitgangen.<br />

Alle uitgangen moeten buiten uitgeven hetzij rechtstreeks (D1,D2,D3,D4, D5), hetzij via<br />

een ander brandveilig compartiment (D1 D2), hetzij via een evacuatieweg (D3).<br />

D1 Voor trappen gelden volgende voorschriften:<br />

- rechte traparmen;<br />

- maximaal zeventien treden per traparm;<br />

- slipvrije treden hebben;<br />

- bestaan uit onbrandbare materialen (A0) of een stabiliteit van ½h hebben.<br />

D2 D3 D4 D5 Spiltrappen zijn verboden.<br />

D1 D2 D3 Geen enkel punt van de dansgelegenheid mag zich verder bevinden dan:<br />

- 30 m van de evacuatieweg die de trappen of uitgangen verbindt;<br />

- 45 m van de toegang tot de dichtstbijzijnde trap of uitgang;<br />

- 80 m van de toegang tot een tweede trap of uitgang.<br />

D4 D5 Geen enkel punt van de inrichting mag zich verder bevinden dan 45 m van een<br />

uitgang.<br />

D1 D2 D3 D4 D5<br />

De maximale bezetting per niveau mag niet meer dan vijftig personen bedragen, zoniet<br />

moet een tweede vluchtweg (deur of trap) voorzien worden.<br />

De organisator staat in voor de permanente controle van het aantal aanwezigen dat te<br />

allen tijde onder het toegelaten aantal moet blijven.


Art. 264 Signalisatie D1 D2 D3 D4 D5<br />

De plaats en de richting van alle uitgangen en nooduitgangen moet aangeduid worden<br />

met pictogrammen volgens de modellen goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 17 juni<br />

1997.<br />

Het volgnummer van de verdiepingen moet aangebracht in de evacuatiewegen en op de<br />

overlopen van de trappen en de liften.<br />

5. Voorschriften voor sommige lokalen en technische ruimtes<br />

Art. 265 Stookplaats D1 D2 D3 D4 D5<br />

De stookplaats moet van de andere lokalen gescheiden worden door wanden met een<br />

minimale brandweerstand: - D1: Rf 2 h;<br />

- D2 D3 D4: Rf 1 h.<br />

De toegang tot de stookplaats:<br />

- D1 moet gebeuren via een sas met wanden met een minimale brandweerstand Rf 2 h<br />

en zelfsluitende binnendeuren met een minimale brandweerstand Rf ½h die opendraaien<br />

in de vluchtzin.<br />

Het sas mag vervangen worden door een zelfsluitende branddeur Rf 1h op voorwaarde<br />

dat deze niet uitgeeft op een trappenhuis, liftoverloop of lokaal met bijzondere risico’s.<br />

- D2 D3 D4 moet gebeuren met zelfsluitende binnendeuren met een minimale<br />

brandweerstand Rf ½h.<br />

De stookplaats moet doelmatig verlucht worden via buitenmonden.<br />

Het lokaal moet voorbehouden blijven voor zijn specifiek doeleinde. Andere uitrustingen<br />

worden niet opgesteld in dit lokaal.<br />

D1 D2 De stookplaats mag niet rechtstreeks uitgeven in de dans- of feestzaal.<br />

D4 D5 De verwarmingsinstallatie moet brandveilig gescheiden of op een minimumafstand<br />

van 2 m verwijderd zijn van de inrichting.<br />

Art. 266 Hoogspanningslokaal D1 D2 D3<br />

Het hoogspanninglokaal moet van de andere lokalen gescheiden worden door<br />

binnenwanden met een minimale brandweerstand Rf 1h. De deuren in deze wanden<br />

moeten een minimale brandweerstand Rf ½h hebben.<br />

Het lokaal moet degelijk verlucht worden.<br />

Het lokaal moet voorbehouden blijven voor zijn specifiek doeleinde. Andere uitrustingen<br />

worden niet opgesteld in dit lokaal.<br />

Het lokaal moet uitgerust worden met een vloeistofdichte inkuiping zodat ingeval van lek<br />

de volledige inhoud ontvlambare vloeistof van de toestellen kan opgevangen worden.<br />

De bepalingen van de norm NBN C18-200 betreffende de beveiliging van transfolokalen<br />

moeten nageleefd worden.<br />

Art. 267 Keukenactiviteiten D1 D2 D3 D4 D5<br />

D1<br />

De keukenactiviteiten moeten van de rest van het gebouw gescheiden worden door<br />

wanden met een minimale brandweerstand Rf 1h en zelfsluitende of bij brand<br />

zelfsluitende deuren met een minimale brandweerstand Rf ½h die opendraaien in de<br />

vluchtzin.


D2<br />

De keukenactiviteiten moeten van de rest van het gebouw gescheiden worden door<br />

wanden met een minimale brandweerstand Rf 1h en zelfsluitende of bij brand<br />

zelfsluitende deuren met een minimale brandweerstand Rf ½h die opendraaien in de<br />

vluchtzin.<br />

Wanneer de keukenactiviteiten niet brandwerend gescheiden zijn ten opzichte van de<br />

dansgelegenheid:<br />

- is elk vast frituurtoestel voorzien van een vaste automatische blusinstallatie die<br />

gekoppeld wordt aan een toestel dat de toevoer van energie van het frituurtoestel<br />

onderbreekt;<br />

- zijn mobiele frituurtoestellen niet toegelaten.<br />

D3<br />

De keukenactiviteiten moeten van de rest van het gebouw gescheiden worden door<br />

wanden met een minimale brandweerstand Rf 1h en zelfsluitende of bij brand<br />

zelfsluitende deuren met een minimale brandweerstand Rf ½h die opendraaien in de<br />

vluchtzin.<br />

Indien de keuken niet beantwoordt aan voormelde bepalingen, dient ze tijdens het<br />

gebruik van de zaal als dansgelegenheid buiten gebruik gesteld en de brandstoftoevoer<br />

afgesloten.<br />

Tijdelijke en mobiele drank- en voedselbereidingen met warmtebron zijn verboden:<br />

- in de dansgelegenheid;<br />

- in de evacuatiewegen.<br />

Zij kunnen enkel in andere lokalen of op minstens 8 m van de uitgangen.<br />

Bij gebruik van de zaal voor andere activiteiten dan dansen, kunnen enkel vaste<br />

kookinstallaties of mobiele op elektriciteit toegelaten worden.<br />

D4 D5<br />

De mobiele drank- en voedselbereidingen met warmtebron in een afzonderlijke ruimte<br />

geplaatst worden of buiten op minstens 8 m verwijderd.<br />

Art. 268 Tellerlokalen D1 D2 D3 D4<br />

Tellers dienen voldoende veilig opgesteld (zie voorschriften nutsmaatschappijen o.a.<br />

droog, verlucht, beschermd tegen beschadiging, slechte werking, warmtestraling en<br />

gevaarlijke producten,…).<br />

Art. 269 Technische lokalen D1 D2 D3<br />

De technische ruimten moeten van de andere lokalen gescheiden worden door wanden<br />

(horizontale en verticaal) met een minimale brandweerstand Rf 1h.<br />

De binnendeuren in deze wanden moeten een minimale brandweerstand Rf ½h hebben<br />

en zelfsluitend zijn.<br />

Het technisch lokaal moet voorbehouden worden voor zijn specifiek doeleinde. Andere<br />

uitrustingen worden niet opgesteld in dit lokaal.<br />

6. Technische uitrusting<br />

Art. 270 Elektrische installaties D1 D2 D3 D4 D5<br />

De elektrische installaties moeten gekeurd worden door een externe dienst voor<br />

technische controles en de vastgestelde inbreuken moeten weggewerkt worden. Een


eindkeuringsverslag zonder bemerkingen moet voorgelegd worden aan de bevoegde<br />

ambtenaar.<br />

D5 Een conformiteitsdocument van elektrische keuring moet kunnen worden voorgelegd.<br />

Art. 271 Veiligheidsverlichting D1 D2 D3 D4 D5<br />

De inrichting moet uitgerust worden met een veiligheidsverlichting die een voldoende<br />

lichtsterkte heeft om een veilige evacuatie te verzekeren. Deze verlichting moet<br />

onmiddellijk in werking treden bij een stroomonderbreking, een autonomie van één uur<br />

hebben en beantwoorden aan de geldende normen.<br />

In het bijzonder dient veiligheidsverlichting voorzien aan:<br />

D1 D2 D3 D4 D5 - elke (nood)uitgang binnen;<br />

D1 D2<br />

- elk niveauverschil;<br />

D1<br />

- elke (nood)uitgang buiten;<br />

D1<br />

- de blusmiddelen;<br />

D1<br />

- de middelen voor melding, waarschuwing en alarm.<br />

Art. 272 Autonome stroombronnen D1 D2 D3 D4<br />

Alle veiligheidsinstallaties zoals de veiligheidsverlichting, de installatie voor melding,<br />

waarschuwing, alarm en detectie, de installaties voor rookafvoer en de waterpompen<br />

voor de brandbeveiliging en eventuele ledigingspompen, moeten voorzien zijn van<br />

autonome stroombronnen. Deze moeten een autonomie van één uur hebben en<br />

automatisch in werking treden binnen de zestig seconden na onderbreking van de<br />

normale stroomtoevoer.<br />

Art. 273 Verwarmingsinstallaties<br />

§1. Algemeen D1 D2 D3 D4 D5<br />

De centrale verwarming en de onafhankelijke verwarmingstoestellen moeten<br />

beantwoorden aan de voorschriften van de vigerende reglementeringen en normen en<br />

geïnstalleerd worden volgens de code van goed vakmanschap.<br />

De conformiteit van deze installaties moet gestaafd worden door een attest afgeleverd<br />

door een bevoegd organisme.<br />

Volgende verwarmingstoestellen zijn verboden:<br />

D1 D2 D3 D4 D5<br />

- met open vlam of gloeiend oppervlak;<br />

D1 D2 D3 D4 D5<br />

- met gasflessen;<br />

D1 D2 D3 D4<br />

- verplaatsbare verwarmingstoestellen.<br />

§2. Centrale verwarming met gas<br />

D1 D2 D3 Buiten de stookplaats moet een algemene gasafsluiter aangebracht worden op<br />

de toevoerleiding.<br />

D1 D2 Gasleidingen in of op de wanden van de dansgelegenheid zijn verboden.<br />

§3. Centrale verwarming met stookolie D1 D2 D3<br />

Op de ketel(s) moet een automatische blusinstallatie geplaatst worden met voldoende<br />

blusvermogen.<br />

Buiten de stookplaats moet een algemene afsluitkraan voorzien worden op de toevoeren<br />

terugvoerleiding. De nodige maatregelen moeten getroffen worden om hevelwerking<br />

te voorkomen ingeval van leidingbreuk.<br />

Art. 274 Gasinstallaties<br />

§1. Algemeen D1 D2 D3 D4<br />

De gasinstallaties moeten voldoen aan de reglementaire voorschriften en regels van goed<br />

vakmanschap.


Ze moeten gekeurd worden door een daartoe uitgerust organisme of bevoegd installateur<br />

en gebeurlijke inbreuken moeten weggewerkt worden. Een eindkeuringsverslag zonder<br />

bemerkingen moet voorgelegd worden aan de bevoegde ambtenaar.<br />

Elke installatie voor opslag en ontspanning van vloeibaar petroleumgas, gebruikt voor de<br />

verwarming ligt buiten het gebouw.<br />

D1 D2 D4 Gasleidingen in of op de wanden van de danszaal of inrichting zijn verboden.<br />

§2. Algemene gasafsluiter D1 D2 D3<br />

Op de gastoevoerleiding moet een algemene handbediende gasafsluiter voorzien worden<br />

die opvallend wordt aangeduid en gemakkelijk bereikbaar is.<br />

§3. Gasafsluiter keuken D1 D2 D3<br />

In de keuken moet een algemene gasafsluiter voorzien worden die opvallend wordt<br />

aangeduid en gemakkelijk bereikbaar is.<br />

Art. 275 Meldingen, waarschuwing, alarm D1 D2 D3 D4<br />

§1. Melding<br />

De melding van ontdekking of detectie van brand moet onmiddellijk aan de<br />

brandweerdiensten telefonisch kunnen worden doorgegeven.<br />

§2. Waarschuwing en alarm<br />

D1 D2 Het gebouw moet uitgerust worden met een waarschuwings- en alarminstallatie<br />

die overal hoorbaar is en die beantwoordt aan de voorschriften van artikel 52, 10° van<br />

het A.R.A.B.<br />

Bij bediening van de alarminstallatie moet de muziek ogenblikkelijk onderbroken worden<br />

en moet een gesproken boodschap het alarm verduidelijken.<br />

D3 D4 De zaal of inrichting moet voorzien zijn van een evacuatiesignaal dat overal<br />

hoorbaar is.<br />

Art. 276 Blusmiddelen<br />

§1. Axiaal gevoede muurhaspels D1 D2 D3<br />

In de inrichting moeten per bouwlaag (vanaf 500 m²) axiaal gevoede muurhaspels<br />

voorzien worden, zo opgesteld dat elk punt van de inrichting bereikt kan worden met een<br />

doeltreffende waterstraal.<br />

De overblijvende druk aan de minst begunstigde straalpijp moet minstens 2,5 bar<br />

bedragen.<br />

§2. Snelblussers D1 D2 D3 D4 D5<br />

In de inrichting moet minstens een aangepast snelblustoestel opgehangen worden met<br />

een minimum inhoud van één bluseenheid per bouwlaag en per 150 m² vloeroppervlakte.<br />

Bij mobiele en tijdelijke drank- en voedselbereidingen dient in de onmiddellijke omgeving<br />

een aangepast blustoestel aanwezig te zijn.<br />

§3. Aanduiding en bereikbaarheid blusmiddelen D1 D2 D3 D4<br />

De blusmiddelen moeten duidelijk aangeduid worden met de conventionele<br />

pictogrammen (Koninklijk Besluit van 17 juni 1997 inzake veiligheidssignalering). De<br />

toestellen moeten in goede staat van onderhoud verkeren en vlot bereikbaar zijn zodat<br />

ze steeds gebruiksklaar zijn.<br />

Het is niet toegelaten goederen te stapelen in de zones voor de blusmiddelen<br />

(snelblussers, haspels, hydranten).


§4. Vuurbestendig deken D1 D2 D3 D4 D5<br />

Bij de keukenactiviteiten moet een vuurbestendige deken beschikbaar zijn.<br />

7. Opslag ontvlambare vloeistoffen en brandbare gassen D1 D2 D3 D4<br />

Art. 277<br />

Elke opslag van ontvlambare vloeistoffen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbare<br />

gassen is verboden in de dansgelegenheid of inrichting.<br />

De opslag van brandbare vloeistoffen dient te gebeuren buiten op minimum 8 m van de<br />

dansgelegenheid of inrichting of in een lokaal afgescheiden van de andere lokalen door<br />

wanden (horizontaal en verticaal) met een minimale brandweerstand Rf 1h. De deuren in<br />

deze wanden moeten een minimale brandweerstand Rf ½h hebben en zelfsluitend zijn.<br />

Inkuiping en buitenverluchting dienen steeds gewaarborgd.<br />

Deze opslag mag niet rechtstreeks uitgeven in de dansgelegenheid of inrichting.<br />

8. Bekleding/versiering<br />

Art. 278<br />

D1 De bekleding- en versieringsmaterialen van plafonds, wanden en vloeren behoren<br />

minstens tot de klasse A0 of A1.<br />

D2 D3 De bekleding- en versieringsmaterialen moeten minstens aan volgende<br />

voorwaarden voldoen:<br />

- plafond: A0 of A1;<br />

- wanden: A2;<br />

- vloeren: A3.<br />

D4 De bekleding- en versieringsmaterialen moeten minstens aan volgende voorwaarden<br />

voldoen:<br />

- plafond: A2;<br />

- wanden en panelen: A3;<br />

- vloeren: A4.<br />

9. Periodieke controle<br />

Art. 279<br />

De technische uitrusting van de inrichting, waaronder de elektrische installaties,<br />

veiligheidsverlichting, de gas- en de verwarmingsinstallaties, het<br />

brandbestrijdingsmaterieel, de alarminstallatie, ... moet periodiek gecontroleerd worden<br />

door een bevoegde persoon.<br />

De data van deze onderzoekingen en de gebeurlijke bemerkingen moeten in een register<br />

bijgehouden worden. Deze laatste moeten zo snel mogelijk gevolgd worden door de<br />

nodige aanpassingen.<br />

De periodieke controle dient te gebeuren volgens het schema in:<br />

- artikel 288 voor D1;<br />

- artikel 289 voor D2;<br />

- artikel 290 voor D3.<br />

D4<br />

Voor de ingebruikneming moet een geldig verslag worden ingediend van de technische<br />

uitrustingen zoals omschreven in artikel 291.


D1 D2 D3 D4<br />

Naast de periodieke controles dient voor de aanvang van elke activiteit de goede werking<br />

en bruikbaarheid nagegaan van waarschuwing en alarm, veiligheidsverlichting,<br />

blusmiddelen en (nood)uitgangen. De registratie van deze controles dient te gebeuren in<br />

een register, voor te leggen aan de veiligheidsdiensten.<br />

10. Uitbatingsvoorschriften<br />

Art. 280 Verzekering objectieve aansprakelijkheid D1 D2 D3 D4 D5<br />

Ingeval de inrichting valt onder het toepassingsgebied van de wet van 30 juli 1979 en<br />

zijn uitvoeringsbesluiten, moet een verzekering objectieve aansprakelijkheid afgesloten<br />

worden.<br />

Art. 281 Brandinstructies D1 D2 D3 D4 D5<br />

De aanwezigen (bewoners, personeel, gasten,...) moeten de nodige brandinstructies<br />

ontvangen, onder meer wat betreft het bestaan en het gebruik van de verschillende<br />

vluchtwegen, de brandbestrijdingsmiddelen, de waarschuwings- en alarminstallatie,...<br />

Deze instructies moeten op oordeelkundig gekozen plaatsen opgehangen worden.<br />

Art. 282 Evacuatie D1 D2 D3 D4 D5<br />

Het is niet toegelaten enig voorwerp te plaatsen dat de doorgang kan belemmeren naar<br />

of de nuttige breedte kan beperken van evacuatiewegen, trappen en (nood)uitgangen. In<br />

het bijzonder moeten zeilen, doeken, en dergelijke de vrije doorgang van<br />

(nood)uitgangen steeds volledig garanderen.<br />

De vluchtdeuren moeten ongesloten zijn zolang publiek of personeel aanwezig is.<br />

Art. 283 Open vuren D1 D3 D4 D5<br />

Elke vorm van open vuur en vuurwerk is verboden.<br />

Art. 284 Voorkoming van brand D1 D2 D3 D4 D5<br />

Alle installaties of voorwerpen die warmte kunnen genereren, voldoende om tot een<br />

ontbranding te komen, moeten op een voldoende afstand van brandbare stoffen en<br />

materialen gehouden worden zodat brandgevaar voorkomen wordt.<br />

Op de plaatsen waar roken toegelaten is, dienen alle voorzorgen genomen om<br />

brandrisico’s hierdoor te vermijden.<br />

Art. 285 Bezetting D1 D2<br />

De uitbater moet op ieder ogenblik de juiste bezetting kunnen opgeven/aantonen.<br />

Art. 286 Branddeuren D1 D2 D3 D4<br />

Branddeuren moeten na het openen terug dicht; zelfsluitende branddeuren mogen in hun<br />

werking niet gehinderd worden.<br />

11. Attesten D1 D2 D3 D4<br />

Art. 287<br />

De attesten waaruit blijkt dat de bouwelementen en bouwmaterialen respectievelijk de<br />

vereiste brandweerstand of reactie bij brand hebben moeten bijgehouden worden door<br />

de uitbater/bouwheer, die ze te allen tijde moet kunnen voorleggen aan de bevoegde<br />

ambtenaar. In een aanvullende verklaring dient bevestigd dat deze geplaatst werden<br />

volgens de voorschriften van het proefrapport en volgens de regels van kunst en van<br />

goed vakmanschap.


Onderafdeling 7. Periodieke controles D1<br />

Art. 288<br />

ONDERHOUD & CONTROLE<br />

TECHNISCHE UITRUSTING<br />

PERIODI-<br />

CITEIT<br />

EDTC BI BP<br />

Hoogspanning J X<br />

Laagspanning (incl. veiligheidsverlichting,<br />

J<br />

X<br />

melding, waarschuwing, alarm, detectie)<br />

Gasleidingen en –toestellen (dichtheid) J X<br />

Gastoestellen (goede werking) J X<br />

Verwarmingstoestellen op vloeibare of vaste J<br />

X<br />

brandstoffen (goede werking)<br />

Schoorstenen van toestellen op vloeibare of<br />

J<br />

X<br />

vaste brandstoffen (reiniging)<br />

Rookgasafvoer alle toestellen (goede<br />

J<br />

X<br />

werking)<br />

Centrale klimaatregeling (incl. afvoer) J X<br />

Veiligheidsverlichting (goede werking +<br />

3M<br />

X<br />

autonomie)<br />

Melding, waarschuwing- en alarminstallatie<br />

J<br />

X<br />

(goede werking + autonomie)<br />

Rf deuren J X<br />

Draagbare blustoestellen J X<br />

Muurhaspels en -hydranten J X<br />

Alle verslagen dienen gebundeld bijgehouden door de uitbater.<br />

Het wegwerken van de eventuele inbreuken/opmerkingen dient permanent opgevolgd.<br />

EDTC: Externe Dienst Technische Controles<br />

BI: bevoegd installateur<br />

BP: bevoegd persoon<br />

Onderafdeling 8. Periodieke controles D2<br />

Art. 289<br />

ONDERHOUD & CONTROLE<br />

TECHNISCHE UITRUSTING<br />

PERIODI-<br />

CITEIT<br />

EDTC BI BP<br />

Hoogspanning J X<br />

Laagspanning (incl. veiligheidsverlichting,<br />

5J X<br />

melding, waarschuwing, alarm, detectie)<br />

Gasleidingen en –toestellen (dichtheid) 5J X


Gastoestellen (goede werking) J X<br />

Verwarmingstoestellen op vloeibare of vaste J<br />

X<br />

brandstoffen (goede werking)<br />

Schoorstenen van toestellen op vloeibare of<br />

J<br />

X<br />

vaste brandstoffen (reiniging)<br />

Rookgasafvoer alle toestellen (goede<br />

J<br />

X<br />

werking)<br />

Centrale klimaatregeling (incl. afvoer) J X<br />

Veiligheidsverlichting (goede werking +<br />

3M<br />

X<br />

autonomie)<br />

Melding, waarschuwing - en alarminstallatie<br />

J<br />

X<br />

(goede werking + autonomie)<br />

Rf deuren J X<br />

Draagbare blustoestellen J X<br />

Muurhaspels en -hydranten J X<br />

Alle verslagen dienen gebundeld bijgehouden door de uitbater.<br />

Het wegwerken van de eventuele inbreuken/opmerkingen dient permanent opgevolgd.<br />

EDTC: Externe Dienst Technische Controles<br />

BI: bevoegd installateur<br />

BP: bevoegd persoon<br />

Onderafdeling 9. Periodieke controles D3<br />

Art. 290<br />

ONDERHOUD & CONTROLE<br />

TECHNISCHE UITRUSTING<br />

PERIODI-<br />

CITEIT<br />

EDTC BI BP<br />

Hoogspanning J X<br />

Laagspanning (incl. veiligheidsverlichting,<br />

5J X<br />

melding, waarschuwing, alarm, detectie)<br />

Gasleidingen en –toestellen (dichtheid) 5J X<br />

Gastoestellen (goede werking) 5J X<br />

Verwarmingstoestellen op vloeibare of vaste J<br />

X<br />

brandstoffen (goede werking)<br />

Schoorstenen van toestellen op vloeibare of<br />

J<br />

X<br />

vaste brandstoffen (reiniging)<br />

Rookgasafvoer alle toestellen (goede<br />

J<br />

X<br />

werking)<br />

Centrale klimaatregeling (incl. afvoer) J X


Veiligheidsverlichting (goede werking +<br />

3M<br />

X<br />

autonomie)<br />

Melding, waarschuwing- en alarminstallatie<br />

J<br />

X<br />

(goede werking + autonomie)<br />

Rf deuren J X<br />

Draagbare blustoestellen J X<br />

Muurhaspels en -hydranten J X<br />

Alle verslagen dienen gebundeld bijgehouden door de uitbater.<br />

Het wegwerken van de eventuele inbreuken/opmerkingen dient permanent opgevolgd.<br />

EDTC: Externe Dienst Technische Controles<br />

BI: bevoegd installateur<br />

BP: bevoegd persoon<br />

Onderafdeling 10. Technische controles D4<br />

Art. 291<br />

ONDERHOUD & CONTROLE<br />

TECHNISCHE UITRUSTING<br />

Hoogspanning<br />

EDTC BI BP<br />

X<br />

Laagspanning (incl. veiligheidsverlichting,<br />

melding, waarschuwing, alarm, detectie)<br />

Gasleidingen en –toestellen (dichtheid)<br />

X<br />

X<br />

Gastoestellen (goede werking)<br />

Rookgasafvoer alle toestellen (goede werking)<br />

Veiligheidsverlichting (goede werking +<br />

autonomie)<br />

Melding, evacuatiesignaal<br />

Draagbare blustoestellen<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

EDTC: Externe Dienst Technische Controles<br />

BI: bevoegd installateur<br />

BP: bevoegd persoon<br />

Onderafdeling 11. Overgangsbepalingen<br />

Art. 292<br />

De bestaande lokalen die onder het toepassingsgebied vallen van deze afdeling , dienen<br />

zich binnen de drie jaar na de inwerkingtreding van deze afdeling in overeenstemming te<br />

stellen met alle technische voorschriften. Hiertoe kan een nazicht worden gevraagd bij de


stedelijke technische dienst en de dienst brandvoorkoming.<br />

HOOFDSTUK 9. Publieke inrichtingen<br />

Art. 293<br />

Het is verboden in voor het publiek toegankelijke lokalen enig verwarmingstoestel met<br />

open verbranding te gebruiken voor zover dit niet aangesloten is op een schoorsteen.<br />

TITEL 4. OPENBARE REINHEID EN GEZONDHEID<br />

HOOFDSTUK 1. Verwijdering van *huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare<br />

bedrijfsafvalstoffen<br />

Afdeling 1. Algemeen<br />

Art. 294<br />

§1. Met behoud van de bepalingen van deze verordening is het verboden om volgende<br />

voorwerpen mee te geven met om het even welke ophaling van huishoudelijke<br />

afvalstoffen:<br />

1° vloeibare afvalstoffen;<br />

2° gasflessen;<br />

3° ontplofbare voorwerpen;<br />

4° grond;<br />

5° krengen van dieren en slachtafval;<br />

6° autobanden;<br />

7° autowrakken;<br />

8° afbraakmateriaal van gebouwen;<br />

9° kettingen;<br />

10° geneesmiddelen;<br />

11° puin;<br />

<strong>12</strong>° toxisch en gevaarlijk afval;<br />

13° brandende en bijtende stoffen;<br />

14° afvalwaters;<br />

15° radioactief afval;<br />

16° metalen (met uitzondering van de metalen verpakkingen bepaald onder afdeling 6).<br />

§2. Het is verboden om bij de selectieve inzameling aan huis andere dan de betrokken<br />

selectief ingezamelde afvalstoffen aan te bieden.<br />

Art. 295<br />

Het is verboden afvalstoffen afkomstig uit andere gemeenten ter inzameling aan te<br />

bieden.<br />

Afdeling 2. Inzameling van *huisvuil<br />

Onderafdeling 1. Inzameling<br />

Art. 296<br />

Het huisvuil wordt wekelijks huis-aan-huis opgehaald langs de voor de ophaler<br />

toegankelijke straten, wegen en pleinen, op de door de bevoegde overheid bepaalde<br />

dagen en wijze.


Art. 297<br />

De afvalstoffen mogen slechts vanaf 19 uur de dag voorafgaand aan de ophaling<br />

buitengeplaatst worden en ten laatste om 5 uur de ophaaldag zelf.<br />

Art. 298<br />

Het is verboden het huisvuil mee te geven met het grofvuil of een inzameling andere dan<br />

deze van huisvuil. Het is tevens verboden voor de verwijdering van het huisvuil gebruik<br />

te maken van een containerpark.<br />

Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />

Art. 299<br />

Het huisvuil moet worden aangeboden in het recipiënt dat goedgekeurd wordt door de<br />

bevoegde overheid. Deze recipiënten zijn verkrijgbaar bij de gemeente en de door de<br />

gemeente aangenomen verdelers tegen een door de gemeenteraad te bepalen bedrag.<br />

Art. 300<br />

Het gewicht van het aangeboden recipiënt mag niet groter zijn dan 15 kg en dient<br />

zorgvuldig gesloten te worden aangeboden.<br />

Afdeling 3. Selectieve inzameling van glas en *verpakkingsglas<br />

Onderafdeling 1. Inzameling<br />

Art. 301<br />

Glas wordt ingezameld op de containerparken. Hol glas wordt ook ingezameld in de<br />

glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente.<br />

Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />

Art. 302<br />

Het glas dat naar de glascontainer gebracht wordt, dient, afhankelijk van de kleur, in het<br />

daartoe voorziene volume te worden gedeponeerd. Het glas wordt bij de aanbieding<br />

ontdaan van deksels, kurken en stoppen. Het glas dient leeg en voldoende gereinigd te<br />

zijn.<br />

Art. 303<br />

§1. Het deponeren in glascontainers van om het even welke andere afvalstof dan hol glas<br />

is verboden. Het is verboden om naast de glascontainer glas of andere afvalstoffen<br />

achter te laten. Dergelijke activiteit wordt beschouwd als *sluikstorten.<br />

§2. Het is verboden glas te deponeren in de glascontainers tussen 20 uur en 8 uur.<br />

§3. Het is verboden elke vorm van sluikreclame aan te brengen op de glascontainers.<br />

Afdeling 4. Selectieve inzameling van *papier en karton<br />

Onderafdeling 1. Inzameling<br />

Art. 304<br />

Papier en karton worden op de door de bevoegde overheid bepaalde dagen en wijze huisaan-huis<br />

opgehaald langs de straten, wegen en pleinen waar de ophaling is ingericht.<br />

Papier en karton worden ook ingezameld op het containerpark.<br />

Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />

Art. 305


§1. Het papier en karton dienen aangeboden te worden in pakken gebonden met<br />

natuurtouw, papieren zakken of in kartonnen dozen. De lege kartonnen dozen dienen in<br />

elkaar gevouwen of gescheurd te zijn.<br />

§2. Het gewicht per recipiënt mag niet hoger zijn dan 18 kg.<br />

§3. Het papier en karton mogen slechts na 19 uur, de dag voorafgaand aan de dag van<br />

de ophaling, en ten laatste om 5 uur de ophaaldag zelf aangeboden worden.<br />

Afdeling 5. Selectieve inzameling van *klein gevaarlijk afval (afgekort K.G.A.)<br />

Onderafdeling 1. Inzameling<br />

Art. 306<br />

Het K.G.A. wordt ingezameld op het containerpark.<br />

Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />

Art. 307<br />

Het K.G.A. dient, tenzij het fysisch onmogelijk of niet aangewezen is, afzonderlijk van<br />

andere afvalstoffen aangeboden te worden in de voorgeschreven milieubox.<br />

Art. 308<br />

Het aangeboden K.G.A. wordt zoveel mogelijk in de oorspronkelijke verpakking inclusief<br />

buitenverpakking, aangeboden om de identificatie te vereenvoudigen.<br />

Indien nodig brengt de voortbrenger zelf de aanduiding(en) over de aard, de<br />

samenstelling en de eventuele gevaren van het K.G.A. op de verpakking aan.<br />

Producten van verschillende aard mogen niet worden samengevoegd. De aanbieder dient<br />

alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om het lekken en andere ongewenste<br />

effecten van het K.G.A. te voorkomen.<br />

Art. 309<br />

De milieubox is eigendom van het Vlaams Gewest en wordt slechts voor gebruik ter<br />

beschikking gesteld. De gebruikers zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het gebruik van<br />

de milieubox. Het gebruik van de milieubox dient te geschieden overeenkomstig de<br />

bepalingen van deze afdeling.<br />

Art. 310<br />

De aan de inwoners overhandigde milieubox is en blijft verbonden met het adres alwaar<br />

hij is afgeleverd. Ingeval van verhuizing is het de gebruiker niet toegestaan om de<br />

milieubox mee te nemen naar diens nieuw adres. Bij verhuizing zijn de inwoners verplicht<br />

de milieubox in goede staat en geledigd achter te laten voor de nieuwe bewoners.<br />

Art. 311<br />

De afgifte van K.G.A. gebeurt in aanwezigheid en onder toezicht van een aangestelde<br />

van de vergunninghouder. Deze aangestelde verantwoordelijke persoon heeft te allen<br />

tijde het recht om de identiteit van de persoon die het K.G.A. aanbrengt te controleren.<br />

De aanbieder van het K.G.A. mag deze niet zelf in de gepaste sorteer- of<br />

opslagrecipiënten deponeren, met uitzondering van motorolie of frituurolie en -vetten.<br />

Afdeling 6. Selectieve inzameling van P.M.D.<br />

Onderafdeling 1. Inzameling


Art. 3<strong>12</strong><br />

§1. De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (P.M.D.) worden<br />

huis-aan-huis opgehaald langs de straten, wegen en pleinen waar de ophaling is ingericht<br />

op de door bevoege overheid bepaalde dagen en wijze.<br />

§2. De aangeboden plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons<br />

mogen geen K.G.A., glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten noch op enige<br />

wijze verontreinigd zijn.<br />

Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />

Art. 313<br />

De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons dienen voor de<br />

huis-aan-huis inzameling aangeboden te worden in een daartoe bestemde recipiënt dat<br />

ter beschikking wordt gesteld bij de gemeente en in de gemeente gevestigde<br />

handelszaken tegen een door de gemeenteraad vast te stellen bedrag.<br />

De verschillende fracties van het P.M.D.-afval mogen gemengd in het daartoe bestemde<br />

recipiënt worden aangeboden.<br />

Het gewicht van het recipiënt mag niet hoger zijn dan 18 kg. Het recipiënt moet<br />

zorgvuldig gesloten worden aangeboden.<br />

Het P.M.D.-afval mag slechts na 19 uur van de dag voorafgaand aan de dag van ophaling<br />

en voor 5 uur de ophaaldag zelf aangeboden worden.<br />

Afdeling 7. Selectieve inzameling van textiel<br />

Onderafdeling 1. Inzameling<br />

Art. 314<br />

§1. Het *textielafval wordt ingezameld in de textielcontainers die verspreid staan<br />

opgesteld in de gemeente en op het containerpark. Het kan eveneens huis-aan-huis<br />

worden ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de ophaling is ingericht.<br />

Alleen de organisaties waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten zijn<br />

gemachtigd textielcontainers te plaatsen, respectievelijk huis-aan-huis inzameling te<br />

organiseren.<br />

§2. Textielcontainers die op openbaar of privaat domein zijn opgesteld zonder toelating<br />

kunnen in opdracht van de burgemeester worden verwijderd. Het wegnemen van de<br />

container gebeurt op kosten en risico van diegene die de container heeft geplaatst.<br />

Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />

Art. 315<br />

Bij de selectieve ophaling van textielafval dient het textiel zorgvuldig in een afgesloten<br />

recipiënt te worden aangeboden.<br />

Art. 316<br />

Het is verboden om naast de textielcontainers textielafval of andere voorwerpen achter<br />

te laten, ook al is de container volledig gevuld. Dergelijke activiteit wordt beschouwd als<br />

*sluikstorten.<br />

Afdeling 8. Selectieve inzameling van *grofvuil<br />

Onderafdeling 1. Inzameling


Art. 317<br />

§1. Een bijzondere dienstverlening met betrekking tot de selectieve inzameling van<br />

grofvuil kan aangevraagd worden bij de intercommunale I.M.O.G. De modaliteiten<br />

worden vastgesteld door de intercommunale. Het grofvuil wordt ook ingezameld op het<br />

containerpark.<br />

§2. Het grofvuil mag niet worden meegegeven met het huisvuil of een inzameling,<br />

andere dan deze van grofvuil.<br />

§3. Grofvuil mag pas na 19 uur de dag voor de ophaling en voor 5 uur de ophaaldag zelf<br />

buitengezet worden. De inwoners die grofvuil buitenzetten de dag voor de ophaling zijn<br />

verantwoordelijk bij ongevallen en voor het uitspreiden van de inhoud ervan en staan zelf<br />

in voor het opruimen van straat en stoep.<br />

Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />

Art. 318<br />

§1. Het grofvuil moet - indien nodig - stevig worden samengebonden zodat het niet kan<br />

uiteenvallen.<br />

§2. Het gewicht van één afzonderlijk voorwerp of een samengebonden bundel mag niet<br />

hoger zijn dan 30 kg. De grootste afmetingen van het aangeboden grofvuil mogen nooit<br />

groter zijn dan 1,5 m. Het moet gemakkelijk kunnen gehanteerd worden door maximum<br />

twee personen.<br />

§3. Alle voorwerpen dienen zodanig aangeboden te worden zodat ze geen gevaar kunnen<br />

opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen.<br />

Afdeling 9. Selectieve inzameling van *tuinafval<br />

Onderafdeling 1. Inzameling<br />

Art. 319<br />

§1. Voor zover het tuinafval niet door de inwoners van de gemeente op eigen terrein zelf<br />

wordt gecomposteerd, kan men met deze afvalfractie terecht op het containerpark.<br />

§2. Het tuinafval mag niet worden meegegeven met het gewoon huisvuil, grofvuil of een<br />

andere selectieve inzamelmethode, dan omschreven in deze afdeling.<br />

Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />

Art. 320<br />

§1. Een bijzondere dienstverlening met betrekking tot de selectieve inzameling van<br />

tuinafval kan aangevraagd worden bij de intercommunale I.M.O.G. De modaliteiten<br />

worden vastgesteld door de intercommunale.<br />

§2. Het tuinafval moet met het oog op deze selectieve inzameling aangeboden worden in<br />

de hiervoor ter beschikking gestelde recipiënten, de zogenaamde tuinafvalbak.<br />

§3. De aanbieding van de tuinafvalbakken geschiedt voor 05 uur ’s morgens op de door<br />

de bevoegde overheid vastgestelde dagen. De tuinafvalbak mag slechts na 19 uur van de<br />

dag voorafgaand aan de dag waarop de ophaling van het tuinafval zal plaatsvinden,<br />

aangeboden worden.<br />

Afdeling 10. *Gelijkgestelde afvalstoffen<br />

Art. 321<br />

Gelijkgestelde afvalstoffen moeten worden aangeboden in het recipiënt dat goedgekeurd<br />

wordt door de bevoegde overheid. Deze recipiënten zijn verkrijgbaar bij de gemeente en<br />

de door de gemeente aangenomen verdelers tegen een door de gemeenteraad te<br />

bepalen bedrag.<br />

Onderafdeling 1. Inzameling


Art. 322<br />

Gelijkgestelde afvalstoffen worden wekelijks huis-aan-huis opgehaald langs de voor de<br />

ophaler toegankelijke straten, wegen en pleinen, op de door de bevoegde overheid<br />

bepaalde dagen en wijze.<br />

Art. 323<br />

De gelijkgestelde afvalstoffen mogen slechts vanaf 19 uur de dag voorafgaand aan de<br />

ophaling buitengeplaatst worden en ten laatste om 5 uur de ophaaldag zelf.<br />

Art. 324<br />

Het is verboden gelijkgestelde afvalstoffen mee te geven met het grofvuil of een<br />

inzameling andere dan deze van gelijkgestelde afvalstoffen. Het is tevens verboden voor<br />

de verwijdering van gelijkgestelde afvalstoffen gebruik te maken van een containerpark.<br />

Onderafdeling 2. Wijze van aanbieding<br />

Art. 325<br />

Gelijkgestelde afvalstoffen moeten worden aangeboden in het recipiënt dat goedgekeurd<br />

wordt door de bevoegde overheid. Deze recipiënten zijn verkrijgbaar bij de gemeente en<br />

de door de gemeente aangenomen verdelers tegen een door de gemeenteraad te<br />

bepalen bedrag.<br />

Art. 326<br />

Het gewicht van het aangeboden recipiënt mag niet groter zijn dan 15 kg en dient<br />

zorgvuldig gesloten te worden aangeboden.<br />

Art. 327<br />

Afvalstoffen afkomstig van de verhuur van kamers worden eveneens als gelijkgestelde<br />

afvalstoffen beschouwd.<br />

De verhuurders vermelden in een huishoudelijk reglement de voorgaande modaliteiten.<br />

Art. 328<br />

Het recipiënt mag enkel het gelijkgesteld afval bevatten.<br />

Afdeling 11. Het containerpark<br />

Onderafdeling 1. Algemeen<br />

Art. 329<br />

§1. Het containerpark is een inrichting die tot doel heeft de gescheiden inzameling van<br />

huishoudelijke afvalstoffen mogelijk te maken met het oog op de maximale recyclage van<br />

deze afvalstoffen.<br />

§2. Het gemeentelijk containerpark is gelegen in de Broelstraat te <strong>Harelbeke</strong>.<br />

Art. 330<br />

§ 1. Het containerpark is enkel bestemd voor afval van particuliere oorsprong, afkomstig<br />

van inwoners van de stad <strong>Harelbeke</strong>, personen die er beschikken over een tweede verblijf,<br />

of personen die aan de hand van een door de gemeente af te leveren attest kunnen<br />

aantonen dat ze van plan zijn een woning in <strong>Harelbeke</strong> te betrekken en mits het afval van<br />

deze woning afkomstig is.<br />

§ 2. Het containerpark is geopend op de door het college van burgemeester en schepenen<br />

bepaalde data en openingsuren. De openingsuren van het stedelijk containerpark worden<br />

aangebracht aan de ingang van het containerpark.<br />

Buiten de openingsuren is het containerpark niet toegankelijk voor personen vreemd aan<br />

de dienst.<br />

§ 3. De inwoners moeten strikt de richtlijnen van de gemeentelijke toezichters opvolgen.


De gebruikers moeten hun identiteitsbewijzen tonen wanneer zij hierom verzocht worden.<br />

§ 4. Het stadsbestuur kan voor het gebruik van een aantal containers of de volledige<br />

toegang tot het containerpark een retributie bepalen.<br />

Art. 331<br />

§1 Het is verboden krengen of dierlijk afval, radioactief afval, explosieven of ander afval dat<br />

redelijkerwijze een onbeheersbaar gevaar met zich meebrengt aan te bieden op het<br />

containerpark.<br />

§2 De afvalstoffen mogen enkel in de daartoe voorbestemde container, recipiënt of<br />

opslagruimte gedeponeerd worden.<br />

Art. 332<br />

§ 1. Het is de toezichter toegestaan de aanvoerders van afvalstoffen buiten de omheining<br />

te laten wachten indien er zich reeds teveel aanbieders op het containerpark bevinden in<br />

functie van een goede verkeersregeling op het containerpark.<br />

§ 2. Kinderen jonger dan <strong>12</strong> jaar dienen vergezeld te zijn van een volwassen begeleider.<br />

Het is verboden dieren te laten rondlopen op het containerpark.<br />

§ 3. Het is verboden zich over de invulopening van de perscontainer te buigen, iets uit de<br />

container te halen of in de container zelf te kruipen.<br />

Art.333<br />

§1. De afvalstoffen dienen zoveel mogelijk gesorteerd te worden aangeboden, teneinde de<br />

verblijfsduur van de bezoekers op het terrein te beperken.<br />

§2. De snelheid van de voertuigen is beperkt tot 5 km/uur. De motor dient stilgelegd te<br />

worden bij het lossen van de afvalstoffen. De bezoekers en de ophalers zijn ertoe gehouden<br />

de aanwijzingen van de toezichters te volgen.<br />

Art. 334<br />

§ 1. De gebruikers van het containerpark kunnen door de toezichter verzocht worden de<br />

door hen bevuilde terreinen te reinigen.<br />

§ 2. Het achterlaten van afval in de onmiddellijke omgeving van het containerpark wordt<br />

gelijkgesteld met sluikstorten.<br />

Art. 335<br />

Op het containerpark is het verboden te roken of om op enige andere wijze vuur te maken.<br />

Het is verboden om enige beschadiging aan te brengen aan de omheining, containers,<br />

gebouwen, beplantingen of uitrusting.<br />

Onderafdeling 2. Toegelaten transportmiddelen<br />

Art. 336<br />

Enkel volgende voertuigen worden voor het aanvoeren van afvalstoffen op het<br />

containerpark toegelaten:<br />

- Personenauto: zijnde elke auto waarvan de binnenruimte uitsluitend is opgevat en<br />

gebouwd voor het vervoer van personen die, bij gebruik voor het bezoldigd vervoer van<br />

personen, ten hoogste 8 plaatsen mag bevatten, zonder die van de bestuurder.<br />

- Auto voor dubbel gebruik: zijnde elke auto opgevat en gebouwd voor het vervoer van<br />

personen en zaken die, bij het gebruik van het bezoldigde vervoer van personen ten<br />

hoogste 8 plaatsen mag bevatten, zonder die van de bestuurder.<br />

- Minibus: zijnde elke auto opgevat en gebouwd voor het vervoer van personen die bij het<br />

gebruik voor het bezoldigde vervoer van personen ten hoogste 8 plaatsen mag bevatten,<br />

zonder die van de bestuurder, en die voorzien is van een carrosserie van hetzelfde type als<br />

dat van lichte vrachtauto's of autobussen.


- Aanhangwagen categorie 01: zijnde aanhangers met een maximale massa beneden of<br />

gelijk aan 750 kg<br />

- Fietsen<br />

- Bromfietsen<br />

<strong>Stad</strong>sdiensten en diensten OCMW kunnen voor het aanvoeren van afvalstoffen afkomstig<br />

van hun inrichtingen van gelijk welk vervoermiddel gebruik maken.<br />

Afval akomstig van kmo's en bedrijven wordt op het containerpark niet toegelaten.<br />

Hiervoor kan men terecht bij IMOG in <strong>Harelbeke</strong> en Moen.<br />

HOOFDSTUK 2. Staat van onroerende goederen<br />

Art. 337<br />

Het is verboden huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen, afbraakmateriaal,<br />

wrakken, allerhande goederen en voorwerpen die de netheid van de omgeving benadelen<br />

en/of een gevaar zijn voor de openbare gezondheid te behouden, te verzamelen op<br />

ondermeer binnen- en achterplaatsen, in kelders, in bijgebouwen enzovoort. Dit artikel<br />

geldt niet voor zover voldaan is aan een eventuele vergunningsplicht opgelegd door de<br />

hogere overheid.<br />

HOOFDSTUK 3. Verwijdering van afvalwater, afwatering en waterwegen<br />

Art. 338<br />

Onverminderd artikel 140 van het algemeen deel is het tevens verboden via de<br />

rioolputten, of op enige andere wijze, producten of voorwerpen in de riolering te brengen<br />

die een verstopping kunnen veroorzaken of die schadelijk kunnen zijn voor de openbare<br />

gezondheid en het leefmilieu.<br />

TITEL 5. DIEREN<br />

HOOFDSTUK 1. Afwijking van het principe dat de hond aan de leiband dient te worden<br />

gehouden<br />

Art. 339<br />

In de hondenloopzones en de hondentoiletten mag de eigenaar, bezitter, bewaker of<br />

houder van een hond het dier laten loslopen. Hondenloopzones en hondentoiletten zijn<br />

door de gemeente afgebakende terreinen aangeduid door een daartoe bestemd bord.<br />

HOOFDSTUK 2. Wilde dieren<br />

Art. 340<br />

Het houden van wilde dieren is onderworpen aan een voorafgaande en speciale toelating<br />

van de burgemeester, onverminderd de hogere regelgeving terzake.<br />

TITEL 6. BEGRAAFPLAATSEN EN LIJKBEZORGING<br />

HOOFDSTUK 1. Ligging van de begraafplaatsen<br />

Art. 341<br />

De gemeentelijke begraafplaatsen zijn gelegen op volgende locaties:<br />

- <strong>Harelbeke</strong>: Gentsesteenweg<br />

Oosterluisdreef<br />

- Stasegem: Groendreef


- Bavikhove: Bavikhovedorp<br />

Bruyelstraat<br />

- Hulste: Tieltestraat<br />

HOOFDSTUK 2. Toegang tot de begraafplaatsen<br />

Art. 342<br />

De begraafplaatsen te <strong>Harelbeke</strong> zijn, behoudens afwijking door de burgemeester,<br />

toegankelijk:<br />

van 1 <strong>april</strong> tot 30 september van 9 u tot 19 u<br />

van 1 oktober tot 31 maart van 9 u tot 16 u<br />

van 10 oktober tot 3 november van 9 u tot 17 u.<br />

Het is verboden zich buiten de toegangsuren op de begraafplaats te bevinden.<br />

Art. 343<br />

De toegang tot de begraafplaats is ontzegd aan personen in kennelijke staat van<br />

dronkenschap en aan allen die zich niet behoorlijk zouden gedragen.<br />

HOOFDSTUK 3. Voertuigen op de begraafplaats<br />

Art. 344<br />

In afwijking van artikel 164, 11° mogen gemotoriseerde rolwagens voor gehandicapten<br />

de begraafplaatsen binnenrijden.<br />

Voertuigen nodig bij de uitvoering van werken mogen, mits voorafgaandelijke<br />

schriftelijke vergunning, de begraafplaatsen binnenrijden op voorwaarde dat ze<br />

onmiddellijk verwijderd worden zodra ze voor de uitvoering van de werken niet langer<br />

nodig zijn.<br />

HOOFDSTUK 4. Lijkenvervoer<br />

Art. 345<br />

Het lijkenvervoer binnen de grenzen van het grondgebied van de stad <strong>Harelbeke</strong> zal<br />

geschieden met lijkwagens, eigendom van overeenkomstig de vestigingswet erkende<br />

begrafenisondernemers.<br />

HOOFDSTUK 5. Begraven en *ontgraven<br />

Art. 346.1<br />

Het begraven van niet-gecremeerde stoffelijke overschotten kan enkel plaatshebben in<br />

volle grond of in een ondergrondse grafkelder.<br />

Art. 346.2<br />

Het begraven wordt volgens plan in regelmatige volgorde uitgevoerd. Dit plan wijst de<br />

percelen aan voor begraving in volle grond, grafkelders, kindergraven, alsook voor de<br />

bijzetting in de nissen van het columbarium, het urnenveld en voor de asuitstrooiing.<br />

Art. 346.3<br />

Het stoffelijk overschot van kinderen beneden de zes jaar wordt, behalve in het geval<br />

van bijzetting in de familiekelder, begraven op de kinderbegraafplaats in volle grond.<br />

Voor kinderen tussen zes en tien jaar is de keuze vrij.


Art. 346.4<br />

Alvorens tot de lijkbezorging op de begraafplaats mag worden overgegaan, moet de<br />

grafmaker in het bezit zijn van een toelating afgeleverd door de ambtenaar van de<br />

burgerlijke stand .<br />

Art. 346.5<br />

Behalve om te voldoen aan een gerechtelijke beslissing mag de kist na het kisten niet<br />

meer geopend worden.<br />

Art. 346.6<br />

Er moet tot ontgraving worden overgegaan in tegenwoordigheid van de grafmaker en<br />

van een gemachtigde die door de burgemeester is aangesteld en die er verslag van<br />

opmaakt.<br />

Art. 346.7<br />

Bij ontgraving van stoffelijk overschot mogen slechts volgende personen aanwezig zijn:<br />

1° de politie;<br />

2° de gemeentearbeiders en personen aangeduid door de burgemeester;<br />

3° de begrafenisondernemer.<br />

De ontgravingen hebben plaats op datum en uur vastgesteld door de verantwoordelijke<br />

begraafplaatsen.<br />

Personen begraven op het ereperk van de begraafplaats Hulste kunnen niet worden<br />

ontgraven.<br />

Art. 346.8<br />

De bevoegde overheid kan de vernieuwing van de opgegraven kist of elke andere<br />

maatregel ter bescherming van de welvoeglijkheid of de openbare gezondheid bevelen op<br />

kosten van de aanvrager.<br />

Art. 346.9<br />

Na ontgraving van het stoffelijk overschot dienen alle regels inzake vervoer, crematie en<br />

begraven gerespecteerd te worden.<br />

HOOFDSTUK 6. Onderhoud van de graven<br />

Art. 347<br />

De belanghebbenden moeten de graven zo onderhouden dat ze niet verwaarloosd zijn.<br />

Verwaarlozing staat vast als het graf doorlopend onzindelijk, vervallen, ingestort,<br />

bouwvallig of door plantengroei overwoekerd is.<br />

De verwaarlozing wordt vastgesteld in een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde.<br />

De akte blijft een jaar bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt.<br />

Indien het onderhoud na het verstrijken van die termijn niet is gebeurd, wordt op bevel van<br />

het gemeentebestuur van ambtswege overgegaan tot afbraak of wegname van de<br />

materialen op kosten van de in gebreke blijvende familie. Daarenboven vervalt het recht op<br />

concessie indien het een geconcedeerd graf betreft.<br />

HOOFDSTUK 7. Bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen<br />

Art. 348<br />

De gemeente staat niet in voor de bewaking van de op graven geplaatste voorwerpen.


HOOFDSTUK 8. Technische specificaties voor grafmonumenten, grafkuilen en beplanting<br />

en bepaling aangaande werken<br />

Art. 349.1<br />

De afstand tussen de gewone grafkuilen wordt vastgesteld op 30 cm.<br />

Een grafmonument kan twee en maximum drie graven bedekken. Het onbedekt gedeelte<br />

op beide zijkanten is minimum 10 cm.<br />

Art. 349.2<br />

De graftekens op de graven bestaan uit een rechtstaand en gebeurlijk uit een platliggend<br />

gedeelte, uitgevoerd in natuurlijke materialen.<br />

Art. 349.3<br />

De afmetingen zijn de volgende:<br />

A. Opstaand gedeelte van het grafmonument<br />

- de maximum hoogte van het grafmonument bedraagt 100 cm, gemeten van het<br />

maaiveld af;<br />

- de breedte is maximum de breedte van het platliggend gedeelte;<br />

- het opstaand grafmonument of de deksteen bij een graftombe wordt geplaatst<br />

op 15 cm van de dwarse scheidingsgrens der graven.<br />

B. Platliggend gedeelte van het grafmonument:<br />

Art. 349.4<br />

- breedte van het graf:<br />

o gemene graven: max. 80 cm.<br />

o geconcedeerde graven: max. 90 cm.<br />

- het grafmonument wordt geplaatst in het midden van het perceel<br />

- hoogte: maximum 35 cm, minimum 10 cm<br />

- diepte: van de dwarse scheidingsgrens der graven de volle diepte van hetzij<br />

maximum 240 cm<br />

- de zijkanten worden bedekt met witte natuurlijke keien, met een max. diameter<br />

van 20 mm.<br />

Enkel lage beplanting met een hoogte beperkt tot 60 cm is toegelaten. De beplanting mag<br />

zich niet uitbreiden boven de aanpalende graven. Beplanting in overtreding met<br />

voorgaande bepalingen zullen, zonder verwittiging, ambtshalve door de stadsdiensten<br />

verwijderd worden.<br />

Art. 349.5<br />

De steenplaat van columbaria wordt in de daartoe voorziene sponning van het element<br />

geplaatst. De dikte van de plaat correspondeert met de diepte van de sponning in de rand<br />

van het element, zodat na de dichting van de voorvlakken van nisranden en afdekplaat in<br />

hetzelfde vlak liggen.


De opschriften op de columbaria dienen in blokletters te zijn. Opschriften en symbolen<br />

worden in zilverkleur in reliëf of uitgehold in steen aangebracht. Het bovenop de steenplaat<br />

aanbrengen van afzonderlijke letters uit metaal of uit een ander materiaal is niet<br />

toegelaten. Op de afdekplaat moet het volgnummer voorkomen van de verbranding in het<br />

crematorium.<br />

Art. 349.6<br />

Binnen de omheining van de begraafplaats mogen geen materialen achtergelaten worden.<br />

De materialen worden aangevoerd en geplaatst naarmate van de behoeften.<br />

Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling wordt op bevel van de burgemeester van<br />

ambtshalve overgegaan tot wegneming van de materialen op kosten van de overtreder.<br />

Art. 349.7<br />

De bouw van een grafkelder moet beëindigd zijn binnen de drie maanden te rekenen vanaf<br />

de betekening van de beslissing tot toekenning van de grafconcessie. Het grafteken en de<br />

kelder moeten behouden blijven gedurende de tijd van de grafconcessie.<br />

Art. 349.8<br />

De kuil mag slechts openblijven gedurende de tijd nodig voor de bouw van de grafkelder.<br />

Dit dient vóór de begraving te gebeuren.<br />

Art. 349.9<br />

Bij de aanvraag voor een bouwactiviteit of het aanbrengen van bouwmateriaal dienen<br />

volgende documenten gevoegd:<br />

- een schets met afmetingen en soort materialen m.b.t. het grafmonument.<br />

Art. 349.10<br />

Op het urnenveld zijn enkel volgende zaken toegelaten:<br />

1° één foto per persoon op natuurstenen voetje met een max. diameter en hoogte van 15<br />

cm;<br />

2° één vaasje per grafsteen in natuursteen met een max. diameter en hoogte van 15 cm.<br />

Aan het columbarium:<br />

Op de gedenkplaat mag slechts één vaas of kaarshouder geplaatst worden aan de<br />

rechterzijde.<br />

TITEL 7. HANDEL<br />

HOOFDSTUK 1. Drankslijterijen<br />

Art. 350<br />

Al wie een drankgelegenheid of een inrichting waar eetwaren door het publiek kunnen<br />

gebruikt worden opent, overneemt of verplaatst, is gehouden daarvan voorafgaandelijk<br />

de burgemeester schriftelijk in kennis te stellen.<br />

Onder drankgelegenheid wordt verstaan elke openbare of private plaats die onder<br />

toepassing valt van artikel 1 van de wet van 28 december 1983 betreffende het<br />

verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht.<br />

Deze inrichtingen moeten beantwoorden aan de voorwaarden gesteld in de bijzondere<br />

wetten en in de algemene stedenbouwkundige verordening.


Art. 351<br />

De houder of uitbater van een in dit voorgaande artikel bedoelde inrichting zijn verplicht<br />

hun personeel onmiddellijk bij hun indiensttreding in te schrijven in het daartoe in de<br />

inrichting ter beschikking gehouden personeelsregister.<br />

Afdeling 1. Sluitingsuur<br />

Art. 352.1<br />

De houder of uitbater van de in artikel 351 bedoelde inrichtingen is gehouden te allen tijde<br />

zijn inrichtingen of afhankelijkheden te ontruimen, te sluiten en niet te heropenen:<br />

1. van 3 uur tot 5 uur:<br />

a) de nacht van vrijdag op zaterdag en van zaterdag op zondag, evenals de nacht<br />

voorafgaand aan een wettelijke feestdag;<br />

b) gedurende de periode van kermissen en ommegangen, door de burgemeester te<br />

bepalen;<br />

c) gedurende de jaarlijkse verlofperiode, door de burgemeester te bepalen.<br />

2. van 1 uur tot 5 uur op alle andere dagen van het jaar.<br />

In elk geval moet elke inrichting elke nacht, tussen 3u en 7u, gedurende minstens 2 uur<br />

ononderbroken gesloten worden.<br />

Bij besluit van de burgemeester kan gehele of gedeeltelijke ontheffing van het sluitingsuur<br />

worden toegestaan:<br />

1. bij bijzondere of uitzonderlijke omstandigheden;<br />

en/of<br />

2. mits betaling in handen van de stadsontvanger van de hiervoor verschuldigde taks, zoals<br />

bepaald in het desbetreffende belastingsreglement.<br />

Art. 352.2<br />

De bepalingen van voorgaand artikel zijn niet van toepassing op:<br />

1. familieleden en (inwonende) dienstboden van de uitbater;<br />

2. reizigers en kostgangers die in het logementsregister zijn ingeschreven op voorwaarde<br />

dat zij zich niet in de gelagzaal bevinden;<br />

3. personen die hun aanwezigheid aldaar kunnen wettigen.<br />

Art. 352.3<br />

De houder of uitbater van de in artikel 351 bedoelde inrichtingen is verplicht de politie te<br />

verwittigen wanneer verbruikers weigeren op zijn verzoek op het sluitingsuur zijn inrichting<br />

te verlaten.<br />

Art. 352.4<br />

De houder of uitbater van de in artikel 351 genoemde inrichtingen is verplicht toegang te<br />

verschaffen aan de politie bij hun eerste verzoek, zowel overdag als 's nachts, om de politie<br />

de mogelijkheid te bieden er eventuele misdrijven op te sporen, vast te stellen of te doen<br />

ophouden.<br />

Art. 352.5<br />

De inrichtingen zoals bedoeld in artikel 351 kunnen door de politie ontruimd of gesloten<br />

worden, zelfs vóór het er van toepassing zijnde sluitingsuur, in geval van wanorde of<br />

wanneer de openbare orde en rust wordt verstoord, wanneer aan de aanmaningen van de<br />

politie geen onmiddellijk gevolg wordt gegeven of wanneer na een aanmaning tijdens<br />

dezelfde nacht dezelfde onregelmatigheden worden vastgesteld.


Art. 352.6<br />

De burgemeester kan de sluiting bevelen voor een bepaalde duur van de in artikel 351<br />

bedoelde inrichtingen waar de openbare rust werd verstoord of waar buren- en/of<br />

milieuhinder werd vastgesteld of waarvan de houder of uitbater geweigerd heeft de bevelen<br />

van de politie op te volgen.<br />

Hij kan ook te allen tijde de toegestane afwijkingen op het sluitingsuur intrekken of<br />

beperken.<br />

Waar de hinder afkomstig is van muziekuitzendingen, kan de burgemeester er tijdelijk alle<br />

muziekuitzendingen verbieden.<br />

Bij sluiting van een inrichting door de politie of de burgemeester of bij intrekking van de<br />

afwijking op het sluitingsuur, kan de reeds betaalde taks niet teruggevorderd worden.<br />

Afdeling 2. Gegiste en sterke dranken<br />

Onderafdeling 1. Toepassingsgebied<br />

Art. 353<br />

Onverminderd alle andere en hogere regelgeving waaraan een *drankgelegenheid dient<br />

te voldoen, gelden de volgende bepalingen voor vaste en *rondreizende<br />

drankgelegenheden.<br />

Onderafdeling 2. Openen van een drankgelegenheid en het schenken van gegiste<br />

dranken<br />

Art. 354<br />

Het is verboden een drankgelegenheid te openen en er gegiste dranken te verkopen,<br />

tenzij men over een positief bericht van de gemeente beschikt.<br />

Hiertoe dient een aanvraag voorafgaand aan de opening te worden gericht aan de<br />

gemeente.<br />

Na controle van de moraliteit van de houder, de eventuele lasthebber en de bij deze<br />

personen inwonende of in de inrichting wonende personen die aan de exploitatie van de<br />

drankgelegenheid meehelpen (conform de artikelen 11 en <strong>12</strong> van de wet van 28<br />

december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank) kan er<br />

een positief bericht worden afgeleverd door de gemeente.<br />

Onderafdeling 3. *Sterke dranken<br />

Art. 355<br />

Het is verboden sterke dranken te verkopen in een drankgelegenheid, zelfs gratis en in<br />

welke hoeveelheid ook, zonder over de vereiste vergunning te beschikken.<br />

De vergunning dient aangevraagd te worden bij het college van burgemeester en<br />

schepenen.<br />

Na controle van de moraliteit (conform de artikelen 11 en <strong>12</strong> van de wet van 28<br />

december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank) van<br />

de houder, de eventuele lasthebber en de bij deze personen inwonende of in de inrichting<br />

wonende personen die aan de exploitatie van de drankgelegenheid meehelpen kan de<br />

vergunning voor de verkoop van sterke dranken door het college van burgemeester en<br />

schepenen worden afgeleverd.


Onderafdeling 4. Gemeenschappelijke bepalingen<br />

Art. 356<br />

Het positief bericht respectievelijk de vergunning is persoonsgebonden. Elke sluiting of<br />

wijziging in de exploitatie van een drankgelegenheid dient meegedeeld te worden aan de<br />

gemeente respectievelijk het college van burgemeester en schepenen.<br />

HOOFDSTUK 2. Markten<br />

Art. 357<br />

Het opstellen van de kramen mag pas aanvangen om 6 uur 's morgens en moet voltooid<br />

zijn voor 08u30. De ontruiming mag niet beginnen voor <strong>12</strong> uur en moet uiterlijk tegen<br />

13u30 voltooid zijn. Handelaars die een vaste standplaats hebben moeten tegen 07u45<br />

aanwezig zijn, zoniet kan hun plaats toegewezen worden aan een losse handelaar. Indien<br />

er een vervangingsmarktdag beslist is, moet het innemen van de plaatsen gebeuren na<br />

<strong>12</strong> uur en voor 14 uur. De ontruiming dient te gebeuren na 16u30 en moet voltooid zijn<br />

tegen 19 uur.<br />

Art. 358<br />

De standplaatshouder draagt de verantwoordelijkheid alle voorzorgen te nemen opdat<br />

het innemen kan gebeuren zonder lawaai- of milieuhinder. Elke deelnemer en zijn<br />

personeel dienen de nodige voorzorgen te nemen om het vervuilen van het marktterrein<br />

te beperken.<br />

Art. 359<br />

Het gebruik van elektriciteit en van gastoestellen dient te gebeuren met materiaal<br />

conform de wetgeving.<br />

Het is verboden verwarmingstoestellen te gebruiken die niet voldoen aan alle<br />

veiligheidsnormen. Voor de afkoeling, verwarming of gelijk welk ander doel is het<br />

verboden verbrandingsmotoren te bezigen. Handelaars die elektrische stroom afnemen<br />

van de geplaatste kabines zijn verplicht de door het college van burgemeester en<br />

schepenen vastgestelde kostprijs te betalen. De door de gemeente ter beschikking<br />

gestelde elektrische stroom mag niet aangewend worden voor de verwarming van het<br />

kraam. De marktkramers mogen slechts maximaal 1.500 W gebruiken voor de verlichting<br />

van hun kraam.<br />

Art. 360<br />

De voertuigen die niet ingericht worden voor de verkoop, moeten verwijderd zijn van de<br />

markt, vooraleer de verkoop mag beginnen.<br />

Art. 361<br />

Elkeen welke door de gemeente toelating verleend werd deel te nemen aan het<br />

marktgebeuren, hetzij ambulante handelaars, hetzij anderen, heeft de verplichting op<br />

een positieve manier bij te dragen tot een vlot verloop en hinder te vermijden. Loterijen,<br />

kansspelen, fakirs of waarzeggers worden op de markt niet toegelaten.<br />

Art. 362<br />

De rijen kramen en winkelwagens zijn gescheiden door wegen met een minimale breedte<br />

van 3 meter, uitsluitend bestemd voor voetgangers. Het is verboden het verkeer van de<br />

voetgangers te hinderen door voorwerpen te plaatsen, te hangen of achter te laten in die<br />

rijen.<br />

Art. 363<br />

De kramen en winkelwagens dienen zodanig geplaatst op hun perceel dat de uitgestalde<br />

koopwaren niet uitsteken buiten de scheidingslijn tussen de kramen en de doorgangen<br />

voor het publiek. Uitzondering wordt echter gemaakt voor de luiken of een gedeelte van<br />

een kraam dat uitsteekt boven de doorgangsweg en kan beschouwd worden als een


afdak, op voorwaarde dat het zich minimum 2 meter boven de grond bevindt. Die luiken<br />

moeten kunnen weggenomen worden indien veiligheidsdiensten dringend dienen te<br />

passeren. Aan die luiken of uitsteeksels mag in geen geval koopwaar of andere zaken<br />

bevestigd worden, die het gemak van doorgang belemmert.<br />

Art. 364<br />

Het is verboden pinnen of andere scherpe voorwerpen in de grond te slaan. Het is<br />

verboden de bekleding van de marktplaats op enerlei wijze te beschadigen. De<br />

marktkramer zal aansprakelijk gesteld worden voor de door hem aangebrachte schade.<br />

HOOFDSTUK 3. Kermissen en foren<br />

Art. 365<br />

De aanvoer van foor- en kermiswagens en materieel mag slechts beginnen vanaf het uur<br />

bepaald door de burgemeester of de door hem gemachtigde.<br />

Art. 366<br />

Op de kermisterreinen mogen alleen de wagens worden geplaatst die onmisbaar zijn voor<br />

de exploitatie van de inrichtingen. De laadwagens, de voorraadwagens en alle vervoer<br />

dat niet noodzakelijk is tijdens de kermis, moeten worden gestald op een door de<br />

burgemeester of de gemachtigde aangeduide plaats.<br />

Art. 367<br />

Het is verboden de uitbating van hogervermelde inrichtingen te beginnen vóór de<br />

opening van de foor of kermis.<br />

Art. 368<br />

Het afbreken van de kermis mag pas gebeuren na de laatste (officiële) kermisdag, tenzij<br />

andere richtlijnen worden doorgegeven van het college van burgemeester en schepenen<br />

of de gemachtigde.<br />

Art. 369<br />

De elektriciteitsinstallaties en vermogenopwekkende installaties, evenals de aansluitingen<br />

op nutsvoorzieningen, moeten gekeurd zijn en een keuringsattest moet te allen tijde<br />

kunnen worden voorgelegd. Daarnaast moet voor de volledige attractie, voor de eerste<br />

ingebruikname ervan, een door een erkend organisme afgeleverd goedkeuringsattest<br />

worden voorgelegd.<br />

Art. 370<br />

De eigenaars of uitbaters van de foor- en kermisinrichtingen zijn persoonlijk<br />

verantwoordelijk om uiterlijk bij het verlaten van hun standplaats, de standplaats en de<br />

onmiddellijke omgeving ervan in staat van volkomen netheid te brengen. Daartoe zullen<br />

zij al het afval meenemen.<br />

Art. 371<br />

Bij het ontstaan van ongeregeldheden bij of in foor- en kermisinrichtingen, zijn de<br />

eigenaars of uitbaters verplicht op een eerste vordering van de burgemeester of van de<br />

politiediensten, deze onverwijld te sluiten en gesloten te houden zolang de bevoegde<br />

overheid zulks nodig acht.<br />

Art. 372<br />

Het voorschrift van vorig artikel geldt eveneens voor de eigenaars of uitbaters van die<br />

foor- en kermisinrichtingen waarvan de sluiting in het belang van de openbare orde,<br />

veiligheid of gezondheid nodig wordt geoordeeld.


Art. 373<br />

De bezoekers van de foor- en kermisinrichtingen zijn gehouden, na vordering of op bevel<br />

tot sluiting, onmiddellijk deze inrichtingen te verlaten of er zich van te verwijderen.<br />

TITEL 8. OPENBARE VOORZIENINGEN<br />

HOOFDSTUK 1. Stedelijke infrastructuur<br />

Art. 374.1<br />

De bezoekers van de stedelijke infrastructuur verbinden zich ertoe de huishoudelijke<br />

reglementen en de hierbij aansluitende richtlijnen van het toezichthoudend personeel na<br />

te leven.<br />

HOOFDSTUK 2. Sport<br />

Art. 374.2<br />

De bepalingen van dit hoofdstuk betreffende het gebruik van de stedelijke<br />

sportinfrastructuur zijn van toepassing op:<br />

- de stedelijke sporthallen De Dageraad en De Vlasschaard,<br />

- de ruimten van 't Fabriekske,<br />

- de sporthal van de LORGO 315 op het ogenblik dat zij door de stad, na te zijn<br />

afgehuurd van de LORGO door de stad, aan derden ter beschikking wordt gesteld,<br />

- de kleedkamers van de onderbouw van de nieuwe zittribune (kant oefenvelden), alsook<br />

de kleedkamers in de onderbouw van de staantribune bezoekers (kant Gavers).<br />

Art. 374.3<br />

Voormelde sportinfrastructuur is alleen toegankelijk voor het publiek, door groepen en<br />

particulieren op de dagen en uren en onder de voorwaarden vastgesteld door het college<br />

van burgemeester en schepenen.<br />

Art. 374.4<br />

Geen toegang wordt verleend aan:<br />

1. personen die in dronken toestand verkeren;<br />

2. personen die door hun wangedrag de openbare orde, rust of veiligheid storen;<br />

3. personen die zich om andere redenen in een staat bevinden die hun weigering<br />

rechtvaardigt, zelfs indien ze op welke wijze ook een toegangsbewijs hebben bekomen.<br />

Art. 374.5<br />

Het is verboden de voormelde sportinfrastructuur te betreden buiten de openingsuren,<br />

uitgezonderd voor de personen belast met het toezicht.<br />

Art. 374.6<br />

De bezoekers en gebruikers mogen alleen deze delen van de voormelde<br />

sportinfrastucutuur betreden die uitdrukkelijk voor toegang van het publiek zijn bestemd.<br />

Art. 374.7<br />

Auto's, motorfietsen , bromfietsen en fietsen mogen niet binnen worden gebracht. Zij<br />

dienen op plaatsen die daarvoor zijn aangeduid te worden geplaatst.<br />

Art. 374.8<br />

Het is verboden dieren binnen te brengen. Eigenaars en/of houders die op één of andere<br />

wijze de sportaccomodatie binnendringen, zijn aansprakelijk voor alle door deze dieren<br />

veroorzaakte schade.


Art. 374.9<br />

In de stedelijke sportinfrastructuur is het verboden:<br />

- te roken,<br />

- zich om te kleden buiten de daartoe aangewezen kleedkamers;<br />

- de plaatsen in vuile toestand achter te laten;<br />

- zich onbetamelijk te gedragen;<br />

- de infrastructuur en de uitrusting te verontreinigen of te beschadigen;<br />

- de toiletten te beschadigen of de aflopen te verstoppen;<br />

- gevaarlijke voorwerpen binnen te brengen;<br />

- voorwerpen, vreemd aan de beoefende sport, te werpen of tuigen te laten ontploffen of<br />

knallen;<br />

- zich onnodig in de gangen en op de trappen op te houden, zodat de doorgang<br />

belemmerd wordt;<br />

- de afsluitingen te beklimmen, erop te zitten of erop te staan; zelf de tribunes te<br />

verplaatsen;<br />

- de orde of veiligheid te verstoren of het normaal verloop van de wedstrijden of<br />

trainingen te hinderen;<br />

- het personeel te hinderen bij het toezicht.<br />

Art. 374.10<br />

De sportinfrastructuur mag enkel worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor ze is<br />

bestemd, tenzij schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen.<br />

Art. 374.11<br />

Papier en afval dienen in de daartoe bestemde afvalmanden te worden gedeponeerd.<br />

Art. 374.<strong>12</strong><br />

De kleedkamers mogen slechts worden betreden uiterlijk 30 minuten voor de aanvang<br />

van de oefeningen of start van de opwarming voor de wedstrijden. 30 minuten na de<br />

oefeningen dienen zij verlaten te worden.<br />

Art. 374.13<br />

Het betreden van de sportvelden in voormelde infrastructuur is uitsluitend toegestaan<br />

met aangepast sportschoeisel dat geen schade toebrengt aan de vloer (lichtkleurige<br />

zool). Dit verbod geldt niet voor de neutrale zone.<br />

Art. 374.14<br />

De toestellen en het materiaal mogen alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor zij<br />

zijn bestemd. De gebruikte toestellen dienen na afloop van de activiteiten op de daartoe<br />

voorziene plaatsen te worden teruggezet.<br />

Art. 374.15<br />

Het is verboden collectes te houden, steunkaarten en voorwerpen te verkopen, tombola's<br />

in te richten, tenzij met schriftelijke toelating van het college van burgemeester en<br />

schepenen.<br />

Art. 374.16<br />

De door het toezichthoudend personeel gegeven richtlijnen, alsmede de op de daartoe<br />

voorziene borden aangebrachte onderrichtingen dienen te allen tijde stipt te worden<br />

nageleefd.<br />

Art. 374.17<br />

Personen die weigeren de gegeven richtlijnen of de aangebrachte onderrichtingen na te<br />

leven kunnen de toegang worden ontzegd of kunnen uit de inrichting verwijderd worden.


Art. 374.18<br />

De verenigingen en/of particulieren die de toelating hebben gekregen om voormelde<br />

sportinfrastructuur te gebruiken, of zij die daarvan zonder de noodzakelijke toelating<br />

gebruik maken, zijn verantwoordelijk voor alle schade die door hun leden of henzelf<br />

wordt veroorzaakt. De toegebrachte schade dient onmiddellijk aan de sportdienst<br />

gemeld. De herstellingskosten zullen op eerste verzoek worden vereffend.<br />

HOOFDSTUK 3. Jeugd<br />

Art. 374.19<br />

De speeltoestellen op de stedelijke speelpleinen en op andere gemeentelijke<br />

eigendommen mogen enkel worden gebruikt voor de functies waarvoor ze ontworpen<br />

zijn.<br />

Art. 374.20<br />

Met behoud van de overige wettelijke of reglementaire bepalingen ter zake is in de<br />

gebouwen en op de terreinen van het jeugdcentrum TSAS de verkoop van alcoholische<br />

drank aan jongeren van minder dan 16 jaar verboden.<br />

Het is op de terreinen van het jeugdcentrum TSAS, behoudens in de overdekte<br />

gedeeltes, tijdens activiteiten verboden in het bezit te zijn van glazen en flessen.<br />

Het is verboden op de terreinen of in de gebouwen van het jeugdcentrum TSAS in het<br />

bezit te zijn van voorwerpen die als wapens of projectiel kunnen worden gebruikt.<br />

Het is verboden op de terreinen of in de gebouwen van het jeugdcentrum TSAS te<br />

verblijven in een dergelijke lichamelijke of psychische staat die het vlot verloop van de<br />

activiteit of veiligheid van de aanwezigen in het gedrang brengt of kan brengen (bvb.<br />

dronkenschap, onder invloed van psychotrope stoffen).<br />

HOOFDSTUK 4. Gebruik van het gemeentelijk autoleerrijpark<br />

Art. 374.21<br />

Het autorijleerpark, gelegen langs de Stasegemsesteenweg, is toegankelijk voor de<br />

personen die aan de volgende voorwaarden voldoen:<br />

1) a) de kandidaat-bestuurders die houder en drager zijn van een 'bewijs dat geldt als<br />

rijbewijs' geldig voor de categorie B vergezeld van hun begeleider; en<br />

b) de leerlingen van een erkende autorijschool die praktisch onderricht volgen voor het<br />

bekomen van een rijbewijs categorie B vergezeld van hun onderrichter.<br />

2) de kandidaat-bestuurder of leerling-bestuurders die het autorijleerpark gebruikt buiten<br />

de periodes van het prioritair gebruik van de Harelbeekse Autorijschool moet bovendien in<br />

het bezit zijn van een schriftelijke toelating afgegeven op het politiecommissariaat.<br />

Het eerste lid geldt onverminderd de prioritaire gebruikstoelating toegekend aan de<br />

Harelbeekse Autorijschool.<br />

Art. 374.22<br />

De toelating waarvan in het vorig artikel sprake, vermeldt de dagen en uren waarop de<br />

houder gebruik mag maken van het autorijleerpark.<br />

De dagen en uren waarop het prioritair gebruik van de Harelbeekse Autorijschool geldt<br />

zullen in de overeenkomst met deze rijschool worden vermeld.<br />

Art. 374.23<br />

De toegang tot en het gebruik van het autorijleerpark is verboden op de dagen dat het<br />

eerste elftal van de ploegen die in het stedelijk Forestiersstadion hun thuisbasis hebben hun<br />

thuiswedstrijden spelen:


- vanaf vier volle uren voor de match tot twee volle uren erna indien de betrokken ploeg<br />

actief is in eerste of tweede klasse van de nationale voetbalcompetitie voor mannen of in<br />

een nationale of internationale bekercompetitie voor mannen.<br />

- vanaf twee volle uren voor de match tot twee volle uren erna indien de betrokken ploeg<br />

actief is in een andere voetbalcompetitie.<br />

Art. 374.24<br />

Onafgezien van het bezit van een toelating zoals voorzien, is het gebruik van het<br />

autorijleerpark ook verboden in alle omstandigheden wanneer het niet meer mogelijk is te<br />

zien op een afstand van 200 m.<br />

Art. 374.25<br />

Elke in het autorijleerpark voorhanden zijnde uitrusting mag slechts gebruikt worden voor<br />

de uitvoering van de rijproef waarvoor zij bestemd is.<br />

Art. 374.26<br />

Elke gebruiker van het autorijleerpark is overeenkomstig de artikelen 1382 e.v. van het<br />

Burgerlijk Wetboek aansprakelijk voor de veroorzaakte schade.<br />

Elke beschadiging moet, behoudens indien zij door de Harelbeekse Autorijschool of een van<br />

haar leerlingen zou zijn veroorzaakt, door de houder van de toelating onmiddellijk<br />

gesignaleerd worden aan de plaatselijke politie.<br />

Elke beschadiging geeft aanleiding tot het betalen van een schadevergoeding aan wie het<br />

behoort.<br />

Art. 374.27<br />

Door het eenvoudig verblijf in het autorijleerpark verklaren de gebruikers zich te<br />

onderwerpen aan alle beschikkingen van dit hoofdstuk.<br />

Tevens ontslaan zij de stad van elke verantwoordelijkheid te hunnen opzichte.<br />

Artikel 2:<br />

Deze politieverordening wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 186 van het<br />

Gemeentedecreet. Ze treedt in werking op 01.07.2010.<br />

Artikel 3:<br />

Volgende verordeningen en reglementen, tot op heden van toepassing op het<br />

grondgebied van de stad <strong>Harelbeke</strong>, die betrekking hebben op de openbare orde, rust en<br />

veiligheid, gezondheid en reinheid, en vastgesteld werden overeenkomstig artikel 119<br />

van de Nieuwe Gemeentewet worden opgeheven:<br />

1° de algemene politieverordening van de stad <strong>Harelbeke</strong>, vastgesteld bij<br />

gemeenteraadsbesluit van 19.10.1992, gewijzigd bij beslissingen van de gemeenteraad<br />

van 19.04.1993, 29.11.1993, 24.06.1996, 04.11.1996, 18.11.1996, 16.<strong>12</strong>.1996,<br />

21.<strong>12</strong>.1998, <strong>12</strong>.07.1999, 16.11.1999, 19.03.2001, 21.05.2001, 15.07.2002, 18.11.2002,<br />

06.09.2004, 20.<strong>12</strong>.2004 en 14.04.2008.<br />

2° alle overige beslissingen van de gemeenteraad die betrekking hebben op de openbare<br />

orde, rust en veiligheid, gezondheid en reinheid, en vastgesteld werden overeenkomstig<br />

artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet.<br />

Deze opheffing gebeurt met ingang van de inwerkingtreding van deze algemene<br />

politieverordening, conform de bepalingen van artikel 187 Gemeentedecreet.<br />

Artikel 4:<br />

Afdeling 11 “Het containerpark” van de bij deze beslissing goedgekeurde algemene<br />

politieverordening van de stad <strong>Harelbeke</strong> wordt opgeheven met ingang van de


openstelling van het containerpark ten behoeve van de inwoners van de stad <strong>Harelbeke</strong><br />

door IMOG op gronden van deze intercommunale gelegen langs de Kortrijksesteenweg.<br />

Artikel 5:<br />

Alle overtredingen die worden gepleegd na de inwerkingtreding van deze<br />

politieverordening worden onderworpen aan de sancties van huidige politieverordening.<br />

Artikel 6:<br />

Een afschrift van onderhavige politieverordening wordt toegestuurd aan de Deputatie van<br />

de Provincieraad, de Procureur des Konings, de griffier van de rechtbank van eerste<br />

aanleg te Kortrijk, de griffier van de politierechtbank van Kortrijk, aan de sanctionerend<br />

ambtenaren, de bemiddelingsambtenaar, de korpschef van de Politiezone GAVERS<br />

(Deerlijk en <strong>Harelbeke</strong>) en aan de voorzitter van het politiecollege.<br />

29. Vragenkwartiertje.<br />

1. Raadslid Rosanne Mestdagh:<br />

Het raadslid stelt dat de rommel, gelegen aan het hokje van de groendienst op de<br />

Arendswijk, nog niet is opgeruimd. Ook aan de Beeklaan ligt een hoop snoeiafval. Idem<br />

wat betreft afval aan de glascontainer.<br />

In de Berkenlaan, kant Gulden-Sporenstraat, vragen de bewoners om de berken te<br />

snoeien.<br />

Antwoord van de diensten.<br />

Het snoeiafval werd in de week van 19.04.2010 versnipperd. Dit bleef een tijdje<br />

aanslepen omdat enkele dringende taken er tussen werden genomen (bomen in<br />

de Rodenbachlaan en pinussen in de Broelstraat). Het zwerfvuil werd ook al<br />

weggehaald.<br />

De diensten vonden het niet nodig om de berken in de Berkenlaan deze winter<br />

een snoeibeurt te geven. In die tussentijd is de snoeiperiode voorbij, maar<br />

volgende winter zal men nagaan of de bomen al dan niet moeten gesnoeid<br />

worden.<br />

2. Raadslid Hendrik Deprez:<br />

Het raadslid stelt twee maanden geleden te hebben gevraagd wat er gebeurt met de<br />

markt. Het raadslid stelt toen te hebben gevraagd of het juist was wat in de krant stond.<br />

Het raadslid heeft toen zijn bezorgdheid geuit om over dit punt te kunnen discuteren in<br />

de raad. Het raadslid stelt dat het antwoord was dat de markt niet voor het verlof naar<br />

<strong>Harelbeke</strong>-centrum verhuist. Het raadslid stelt nu weer in de krant te hebben gelezen dat<br />

vanaf juni 2010 het marktgebeuren op het Marktplein zou doorgaan, eventueel met een<br />

aansluitende tussentijdse verhuis naar het Forestiersstadion.<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

Er komt over deze zaak nog een vergadering. Men is nog de enquêtes aan het<br />

verwerken. De voorzitter van de marktkramersvereniging is geen lid van het college en<br />

kan dus niet namens het college spreken.<br />

Antwoord schepen Luc Callewaert:<br />

De schepen stelt de voorzitter van de marktkramersverenigingen als sinds het begin van<br />

het jaar niet meer te hebben gezien.


Antwoord schepen Alain Top:<br />

De schepen stelt aan de betrokken journalist enkel de planning van de timing voor de<br />

definitieve marktaanleg te hebben voorgelegd. De schepen stelt eveneens aan de<br />

journalist te hebben meegedeeld dat de terugkeer van het marktgebeuren gekoppeld is<br />

aan de herinrichting van de markt. Verder stelt de schepen dat de maand juni 2010 enkel<br />

slaat op de timing met betrekking tot de afwerking van het Marktplein. De schepen stelt<br />

niet verantwoordelijk te zijn voor de conclusies van de journalist.<br />

3. Raadslid Frieda Van Themsche:<br />

Het raadslid suggereert dat de stad de kranten maar moet aanschrijven en moet zeggen<br />

dat er terzake nog niets werd beslist. Het raadslid vraagt ook aan de pers dat deze<br />

gedurende de hele raadszitting zou blijven.<br />

Raadslid Van Themsche vraagt ook wie verkeerslichten waarop benevens een groen licht<br />

ook een afslagpijl voorkomt zal aanpassen. Het raadslid verwijst naar een uitspraak van<br />

een Kortrijkse rechter die beklaagde heeft vrijgesproken wegens twijfel wanneer een<br />

algemeen groen licht en een rode afslagpijl samen functioneren.<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

Wanneer deze verkeerslichten zich op een gewestweg bevinden zal het gewest dit dienen<br />

aan te passen.<br />

Raadslid Van Themsche komt terug op de prijs van de identiteitskaarten. De stad vraagt<br />

14 euro. Het raadslid heeft gemerkt dat de kostprijs aan het rijk te betalen <strong>12</strong>,50 euro is.<br />

Het raadslid dacht dat de stad niets meer vroeg dan de werkelijke kost.<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

Dit klopt, het verschil tussen <strong>12</strong>,50 euro en 14 euro dekt nog niet de kost voor de stad.<br />

4. Raadslid Rik Vandenabeele:<br />

Het raadslid wijst erop dat de aanplakborden, gebruikt voor het uithangen van de<br />

vergunning Bistierland, te hoog zijn en niet leesbaar. Het raadslid stelt te hebben gelezen<br />

in het verslag van de jeugdraad dat La BarRock vroeg beroep te kunnen doen op<br />

subsidies van <strong>Harelbeke</strong> Muziekstad.<br />

Antwoord schepen Francis Pattyn:<br />

Er is een reglement muziekfestivals in opmaak. La BarRock kan daar nog geen gebruik<br />

van maken. Daarom is overeengekomen dat La BarRock dezelfde toelage uit <strong>Harelbeke</strong><br />

Muziekstad zal kunnen genieten.<br />

5. Raadslid Dominique Windels:<br />

Het raadslid stelt dagelijks te worden bevraagd door de burger over de plaats van het<br />

marktgebeuren. Het raadslid vraagt of deze problematiek kan worden geagendeerd op<br />

een volgende gemeenteraad.<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

De burgemeester wijst erop dat op 5 mei 2010 pas de voorstellen met betrekking tot de<br />

herinrichting van het Marktplein door een jury worden beoordeeld. Pas daarna kan de<br />

discussie in verband met de herlocalisatie van het marktgebeuren starten.


Besloten zitting<br />

30. Aanwijzen van een tweede gemeenteambtenaar belast met het opleggen van<br />

administratieve geldboetes.<br />

Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch:<br />

Op <strong>12</strong>.04.2010 heeft de gemeenteraad een nieuwe algemene politieverordening (APV)<br />

goedgekeurd. In deze verordening wordt, in toepassing van art. 119bis van de Nieuwe<br />

Gemeentwet (NGW) gekozen voor de toepassing van de gemeentelijke administratieve<br />

geldboete voor de bestraffing van de overtreding van de bepalingen van deze<br />

verordening.<br />

Het K.B. van 07.01.2001 tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de<br />

ambtenaar en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet van 13.05.1991<br />

betreffende de invoering van gemeentelijke administratieve sancties bepaalt dat de<br />

gemeenteraad de gemeentesecretaris of een ambtenaar van het niveau waarvoor een<br />

universitair diploma van de tweede cyclus of gelijkgesteld vereist is (niveau master), kan<br />

aanduiden voor het opleggen van de administratieve geldboetes bedoeld in art. 119bis<br />

NGW.<br />

De gemeenteraad heeft op 19.03.2001 de heer Frank Detremmerie, rechtskundig<br />

adviseur van de stad <strong>Harelbeke</strong> al aangewezen als gemeenteambtenaar binnen de stad<br />

<strong>Harelbeke</strong> bevoegd voor het opleggen van administratieve geldboetes bedoeld in art.<br />

119bis van de Nieuwe Gemeentewet (NGW).<br />

Om de continuïteit van de werking te garanderen - bvb. bij verbodsbepaling, ziekte of<br />

vakantie - is het nodig over een tweede sanctionerende ambtenaar te beschikken.<br />

De stad <strong>Harelbeke</strong> vormt met de gemeente Deerlijk één politiezone. Sedert maart 2009<br />

werkte de jurist van de stad <strong>Harelbeke</strong> samen met de juriste van de gemeente Deerlijk<br />

aan de nieuwe APV.<br />

Het college te Deerlijk zal de aanstelling van de heer Frank Detremmerie aan de<br />

gemeenteraad van Deerlijk voorstellen zodoende dat dezelfde ambtenaar voor de gehele<br />

zone kan optreden.<br />

De juriste van de gemeente Deerlijk - mevr. Sarah Barbe, geboren te Kortrijk op<br />

13.01.1984, thans wonende te Deerlijk, Hoekstraat 11 – is licentiate in de rechten en<br />

voldoet zodoende aan het aangehaalde K.B. van 07.01.2001.<br />

De gemeenteraad is van oordeel dat mevr. Barbe door haar vooropleiding, haar<br />

medewerking aan de nieuwe APV en haar taakinvulling binnen het gemeentebestuur te<br />

Deerlijk in aanmerking komt voor aanstelling als tweede gemeente-ambtenaar binnen de<br />

stad <strong>Harelbeke</strong> belast met het opleggen van administratieve geldboetes.<br />

Na beraadslaging in besloten zitting;<br />

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:<br />

- de nieuwe gemeentewet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken,<br />

de artikelen 119bis zoals thans van kracht;<br />

- het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken,<br />

art. 43 par. 2, 10° zoals thans van kracht;<br />

- het K.B. van 07.01.2001 tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de<br />

ambtenaar en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet van 13.05.1991<br />

betreffende de invoering van gemeentelijke administratieve sancties zoals thans<br />

van kracht.<br />

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;


Gaat over tot de geheime stemming met betrekking tot de aanwijzing van mevr. Sarah<br />

Barbe tot tweede gemeente-ambtenaar belast met het opleggen van administratieve<br />

geldboetes binnen de stad <strong>Harelbeke</strong>.<br />

23 leden nemen aan de stemming deel.<br />

De uitslag is als volgt :<br />

Er zijn 23 stemmen voor het voorstel.<br />

Er zijn 0 stemmen tegen het voorstel.<br />

Er zijn 0 onthoudingen en ongeldige stemmen.<br />

Zodoende dient vastgesteld dat mevr. Sarah Barbe de volstrekte meerderheid van de<br />

geldig uitgebrachte stemmen heeft behaald.<br />

Om deze redenen;<br />

BESLUIT :<br />

Stelt mevr. Sarah Barbe, geboren te Kortrijk op 13.01.1984, thans wonende te Deerlijk,<br />

Hoekstraat 11 aan als tweede gemeente-ambtenaar binnen de stad <strong>Harelbeke</strong> belast met<br />

het opleggen van administratieve geldboetes.<br />

Beveelt de betekening van de beslissing aan voormelde ambtenaar.<br />

VARIA BIJ DE DAGORDEPUNTEN<br />

Punt 2: Groot onderhoud wegen 2010: 1. Herstel KWS-verhardingen Hulste.<br />

Goedkeuren bestek, raming (63 345 euro + btw) en gunningswijze.<br />

Raadslid Michaël Vannieuwenhuyze:<br />

Het raadslid heeft geen problemen met het beschermend herstel, maar dringt er toch op<br />

aan dat zo'n herstel in die mate voldoende is dat de weg er na enige tijd niet opnieuw<br />

onveilig bijligt. Het raadslid vraagt zich ook af of er wel een link kan worden gelegd<br />

tussen de tijdelijke bescherming enerzijds en de aanleg van drukriolen anderzijds. Klopt<br />

die link wel? Komen drukriolen in het midden van de baan? Verder vraagt het raadslid<br />

aandacht voor wegen met een 'hoge rug' waarbij meteen ook de rand van de weg hoger<br />

komt te liggen. Dit kan oorzaak zijn van ongevallen. Het raadslid wijst er tot slot ook op<br />

dat de Noordstraat er niet goed bijligt. Bij het passeren van voertuigen komen stukken<br />

los van vier à vijf centimeter. Deze kunnen geparkeerde voertuigen beschadigen.<br />

Antwoord schepen Luc Callewaert:<br />

Schepen Callewaert wijst erop dat de situatie in de Noordstraat bekend is. Hij wijst erop<br />

dat de 'rug' op landelijke wegen als probleem eveneens is gekend. De zaak is echter<br />

moeilijk aan te pakken omdat landelijke wegen geen fundering hebben en het verkeer<br />

ten opzichte van het verleden zwaarder is geworden. Men kan dergelijke wegen eigenlijk<br />

alleen affrezen. Wat betreft de duurzaamheid van het herstel wijst de schepen erop dat<br />

er inderdaad in het najaar, wegens de dringendheid, een aantal herstellingen zijn<br />

uitgevoerd op een ogenblik dat de weersomstandigheden eigenlijk niet meer ideaal<br />

waren.


Raadslid Donald Langedock:<br />

Een tweetal maanden geleden werd een stand van zaken werd gevraagd van de<br />

inspanningen van de stad met betrekking tot het onderhoud van de wegen naar<br />

aanleiding van de winterschade. Het raadslid dringt er andermaal op aan dat dit naar de<br />

burger wordt gecommuniceerd. Naar het oordeel van het raadslid kan dergelijke lijst ook<br />

een zicht geven op de financiële impact, zodat men tijdig een inschatting kan maken over<br />

de financiële impact op de budgetwijziging 2010.<br />

Raadslid Rik Vandenabeele:<br />

Het raadslid vraagt ook aandacht voor de Eikenstraat. Het raadslid heeft vernomen dat er<br />

in het weekend een ongeval is gebeurd met een fietser, doordat deze putten diende te<br />

ontwijken.<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

De burgemeester stelt nog geen schadedossier te hebben gezien.<br />

Ten opzichte van raadslid Michaël Vannieuwenhuyze wijst de burgemeester op het<br />

bestaan van een herstellijst. Deze week en de volgende week worden al een aantal<br />

straten aangepakt. Uiteraard geldt de herstellijst onder voorbehoud van de<br />

weersomstandigheden. De burgemeester deelt mee dat wie wil deze lijst kan krijgen<br />

(nvdr: de lijst werd inmiddels aan alle gemeenteraadsleden gemaild). De burgemeester<br />

wijst er tot slot op dat de stad altijd kiest voor de best mogelijke herstelmethode,<br />

rekening houdend met de budgettaire beperkingen.<br />

Raadslid Donald Langedock:<br />

Het raadslid vindt de actie van het college positief en is blij dat er werd geanticipeerd.<br />

Het raadslid wijst er andermaal op dat de burger van deze aanpak op de hoogte moet<br />

worden gebracht.<br />

Punt 6: Aankoop van een watergeefgroep voor de groendienst. Goedkeuren<br />

bestek, raming (6 198,35 euro + btw) en gunningswijze.<br />

Raadslid Michaël Vannieuwenhuyze:<br />

Het raadslid vraagt om de ramingen altijd met btw op te geven. Op die wijze kan met<br />

gemakkelijker vergelijken. Het raadslid wijst er ook op dat de aankoop van de<br />

watergeefgroep en de aankoop van de aanhangwagen identiek wordt geraamd. Het<br />

raadslid vraagt of het gaat over een gesplitste factuur.<br />

Antwoord schepen Inge Bossuyt:<br />

Neen, het gaat om een toeval. Het gaat bovendien enkel om ramingen.<br />

Antwoord van de burgemeester en de plaatsvervangende secretaris:<br />

De ramingen worden altijd zonder btw weergegeven omdat de financiële grenzen in de<br />

wetgeving overheidsopdrachten grenzen zijn exclusief btw en andere belastingen.<br />

Bovendien is de toepasselijke belastingsvoet bijna altijd 21 %.


Punt 8: Slopen oude gebouwtjes Arendswijk-site, bouwen van een nieuw<br />

inkomsas, heraanleggen terrein en herstellen dak overblijvende gebouwen.<br />

Goedkeuren aangepast bestek, raming (53 077,53 euro + btw) en<br />

gunningswijze.<br />

Raadslid Rosanne Mestdagh:<br />

Het raadslid dankt het college voor het uitbreiden van de petanquevelden. Het raadslid<br />

wijst er wel op dat er tussen 1 en 10 juli in de wijk een speelstraat wordt georganiseerd.<br />

Het organisatiecomité zou daarbij graag het lokaaltje op de site van de gewezen school<br />

Arendswijk kunnen gebruiken.<br />

Antwoord schepen Francis Pattyn:<br />

Dit zal worden geprobeerd. Het raadslid wordt op de hoogte gehouden.<br />

Raadslid Michaël Vannieuwenhuyze:<br />

Het raadslid verwondert er zich over dat de asbestinventaris niet in orde was. Een<br />

dergelijk belangrijk item zou toch van meet af aan in orde moeten zijn.<br />

Antwoord schepen Francis Pattyn:<br />

Deze asbestinventaris wordt nu inderdaad aangepast. Blijkbaar zat er meer asbest in het<br />

gebouw dan aanvankelijk voorzien.<br />

Punt 9: Renovatie stadhuis – fase IIIa: heropbouw Marktstraat 31 + restauratie<br />

33-35 en deel SABV. Lot verwarming, ventilatie en sanitair. Goedkeuren bestek,<br />

raming (337 614,50 euro + btw) en gunningswijze.<br />

Raadslid Rik Wanzeele:<br />

Het raadslid vraagt dat voor grote projecten waar verschillende bestekken voor worden<br />

opgemaakt, in het dossier een overzicht wordt gegeven van de totale gegunde of nog<br />

begrootte werken. Zodoende wordt overzicht gehouden en kan men nagaan of men al<br />

dan niet dreigt het oorspronkelijk voorziene krediet te overschrijden.<br />

Punt 10: Renovatie stadhuis – fase IIIa: heropbouw Marktstraat 31 +<br />

restauratie 33-35 en deel SABV. Lot elektrische installaties. Goedkeuren bestek,<br />

raming (258 443 euro + btw) en gunningswijze.)<br />

Raadslid Kathleen Duchi:<br />

Het raadslid wijst erop dat de voorgelegde ramingen niet min zijn. Gezien het ook over<br />

verouderde gebouwen met een dure energiefactuur gaat vraagt het raadslid of de<br />

duurzaamheidsambtenaar of het intern studiebureel in de toekomst aandacht kan hebben<br />

voor de energieproblematiek.<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

Dit is een terechte opmerking. De energieproblematiek moet beter worden opgevolgd.<br />

Daarom wordt ook in het voorgelegde bestek al een nieuwe automatische regeling voor<br />

de verwarming in het bestaande gebouw voorzien.<br />

Raadslid Rik Vandenabeele:<br />

Het raadslid vraagt waarom niet voor alles een openbare aanbesteding wordt gebruikt.


Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

Voor kleinere projecten is dit niet interessant, gezien de te volgen procedure. Zodoende<br />

wordt een openbare aanbesteding enkel gebruikt voor de grote dossiers.<br />

Punt 11: Herziening Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Advies in het kader<br />

van het openbaar onderzoek.<br />

Raadslid Frieda Van Themsche:<br />

Het raadslid vraagt, wanneer er nieuwe bedrijventerreinen worden ingericht, voldoende<br />

aandacht voor groen. Het raadslid vraagt verder dat de toegang naar nieuwe<br />

bedrijventerreinen in de toekomst niet wordt georganiseerd via landelijke wegen.<br />

Antwoord schepen Filip Kets:<br />

De schepen wijst erop dat dergelijke problematieken nog niet aan de orde zijn. Hier gaat<br />

het over het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. De concrete aanleg van<br />

bedrijventerreinen, met inbegrip van inrichtingen en mobliteitsproblematiek, is nog niet<br />

aan de orde.<br />

Raadslid Rik Wanzeele:<br />

Het raadslid komt tussen om het advies van de raadscommissie verder te verduidelijken<br />

als volgt:<br />

- Het is niet de bedoeling geweest om een zoekzone af te wijzen als dusdanig. De<br />

raadscommissie heeft wel willen aangeven dat, naar haar oordeel, de strook tussen<br />

de N36 en de N36d – gegeven de ontsluitingsmogelijkheden en het feit dat er geen<br />

bebouwde kom in de nabijheid ligt – de zone is die wanneer zij wordt omgeturnd tot<br />

een zone voor lokaal bedrijventerrein het best in aanmerking komt. De<br />

raadscommissie heeft daarmee niet willen zeggen dat andere locaties sowieso<br />

uitgesloten zijn.<br />

- De raadscommissie wil eveneens dat de N36 op vier vakken wordt gebracht.<br />

Raadslid Donald Langedock:<br />

Het raadslid dankt het raadslid Wanzeele voor zijn toelichting. Het raadslid meent dat de<br />

tekst van de toelichtingsnota zwaar en onduidelijk was.<br />

Raadslid Hendrik Deprez:<br />

Het raadslid stelt dat de raad zich moet realiseren dat men twintig jaar geleden<br />

gechanteerd werd over de industriezone. Later is dat herhaald wanneer de N36 van twee<br />

maal twee rijstroken tot één maal één rijstrook werd teruggebracht. Ook met betrekking<br />

tot het Deltapark werd men met een kluitje in het riet gestuurd. Op het Deltapark –<br />

thans Evolis – is er geen enkele kmo te vinden. Het raadslid wijst erop dat er nu weer<br />

discussie is geweest in de raadscommissie en na de fracties van maandag al weer zaken<br />

zouden zijn veranderd. Het raadslid pleit ervoor de N36, wegens constante<br />

fileproblematiek, te verbreden en werk te maken van een kmo-zone die naam waardig.<br />

In die optiek vraagt het raadslid de hoofdelijke stemming.<br />

Raadslid Frieda Van Themsche:<br />

Het raadslid wijst erop dat, naar haar oordeel, de gemeenteraad niet zo fatalistisch mag<br />

zijn. Men mag niet zomaar zeggen: "Ze luisteren toch niet". Men moet blijven aandringen<br />

op twee maal twee rijstroken voor de N36 en een kmo-zone.


Antwoord schepen Filip Kets:<br />

De zone tussen de twee N36's zou inderdaad kunnen in aanmerking komen om ingericht<br />

te worden als een kmo-zone. Men mag echter ook niet vergeten dat daarna nog een<br />

gemeentelijk ruimtelijk structuurplan moet worden opgemaakt eens de zone is<br />

toegewezen.<br />

Antwoord schepen Luc Callewaert:<br />

De schepen wijst erop dat het niet eenvoudig zal zijn om de ring op twee maal twee<br />

rijstroken te brengen, gezien de E3-Prijstunnel daarop niet is gedimensioneerd.<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

De burgemeester wijst erop dat de vraag om de N36 op twee maal twee rijstroken te<br />

brengen duidelijk in het advies zoals het in het dossier zit is voorzien.<br />

Daarop wordt de zitting geschorst tussen 21.10 uur en 21.20 uur.<br />

Na deze schorsing doet raadslid Hendrik Deprez afstand van zijn vraag tot hoofdelijke<br />

stemming.<br />

Punt <strong>12</strong>: Aanleg kampeerterrein mobilhomes. Goedkeuren bestek, raming (77<br />

967,45 euro + btw) en gunningswijze.<br />

Raadslid Michaël Vannieuwenhuyze:<br />

Het raadslid maakt een aantal punctuele opmerkingen op het bestek en formuleert<br />

dienaangaande volgende voorstellen:<br />

- In plaats van gewone steenslag wordt voorgesteld om, als bodembedekking voor de<br />

parkeerplaatsen van de zwerfwagens, rasters gevuld met gras of steenslag te<br />

gebruiken. Dit is waterdoorlatend.<br />

- Het lozingspunt ligt te dicht bij de omheining en is te klein. Er wordt voorgesteld het<br />

naar boven te verplaatsen en te vergroten. Reden: het loospunt zit niet bij alle<br />

zwerfwagens op dezelfde plaats.<br />

- Wat parkeertarieven betreft vraagt men een systeem te voorzien dat een lager<br />

tarief toelaat wanneer men enkel komt lozen en water inslaan.<br />

- Er wordt gevraagd het kampeerterrein nog wat uit te breiden. In de week staan er<br />

al tussen zes en zeven voertuigen en in de weekends tussen elf en twaalf. Dit is al<br />

meer dan voorzien.<br />

- Het raadslid vraagt ook aandacht voor de bomen. Deze moeten tijdig worden<br />

gesnoeid, tenzij de takken voldoende zacht zouden zijn.<br />

Antwoord schepen Alain Top:<br />

De schepen antwoordt als volgt:<br />

- Het plan dat nu voorligt is een plan met één enkele in- en uitrit omdat een plan met<br />

een afzonderlijke in- en uitrit en een verharding daartussen veel duurder is.<br />

- De parkeerplaatsen zelf zijn aangelegd in waterdoorlatende materie.<br />

- Het lozingspunt zou inderdaad beter centraal worden geplaatst en groter zijn.<br />

- De tarifiëring voor het gebruik is nog niet aan de orde. Dit komt terug bij de<br />

aanpassing van het retributiereglement.<br />

- Wat de vraag tot uitbreiding betreft. Dit lijkt nog niet aan de orde. De cijfers komen<br />

van piekperiodes. Met acht plaatsen moet er normaal voldoende aanbod zijn.<br />

- Er zullen een aantal bomen worden gerooid en een aantal bomen blijven staan.


- Als de nieuwe site opengaat wordt de elektriciteitsvoorziening, de wateraansluiting<br />

bij de oude site weggenomen.<br />

Technische argumentatie van de diensten.<br />

De huidige inplanting is voor de wagens bereikbaar, ongeacht waar het<br />

loospunt zich op de wagen bevindt. Een voorstel om het loospunt tegenaan de<br />

ingang van de parking te voorzien is geen goede keuze vermits ze op die plaats<br />

hinderlijk is voor de toegankelijkheid van de parking.<br />

Mogelijks was de discussie het gevolg van een misverstand over de juiste<br />

situatie van het lozingspunt.<br />

Wat de afmetingen van de put betreft : dit is een omgekeerde pyramidevorm<br />

70x70cm met opening in de punt. Wie daar naast loost is zo onzorgvuldig dat<br />

een groter deksel ook niet zal helpen.<br />

Schepen Francis Pattyn:<br />

De schepen vraagt hoe het gebruik zal worden betaald. Met jetons die men aankoopt via<br />

de lokale middenstand – zodat men die kan leren kennen - of met een betaalkaart?<br />

Antwoord schepen Alain Top:<br />

Er zal een betaalautomaat met een bankkaart worden voorzien.<br />

Raadslid Rik Vandenabeele:<br />

Het raadslid doet een voorstel tot het aanstellen van een vaste zaalwachter.<br />

Antwoord schepen Alain Top:<br />

De sportdienst zal dit opvolgen. Ieder voertuig zal moeten beschikken over een ticket<br />

aan de voorruit. Er zal ook controle zijn.<br />

Raadslid Rik Vandenabeele:<br />

Het raadslid wijst erop dat naar zijn oordeel nu wordt gedoucht in de sporthal zonder dat<br />

er wordt betaald omdat er in de sporthal niemand is.<br />

Antwoord schepen Alain Top:<br />

Het is onmogelijk dat in de sporthal 24 uur op 24 uur iemand aanwezig is. Er wordt wel<br />

altijd door iemand gesloten. Voor wat betreft de sporthal de Dageraad is dat de<br />

exploitant van de sporthal.<br />

Punt 16: Aankoop van digitale borden voor de gemeentescholen van de stad<br />

<strong>Harelbeke</strong>. Goedkeuren bestek, raming (17 355,37 euro + btw) en<br />

gunningswijze.<br />

Raadslid Frieda Van Themsche:<br />

Het raadslid informeert naar de toekomst van de stadsschool 'Kameleon'. Werd met de<br />

toekomstplannen van deze school bij de opmaak van het bestek rekening gehouden?<br />

Wordt over de toekomst van 'Kameleon' nog gesproken?<br />

Antwoord schepen Francis Pattyn:<br />

De borden zijn gemakkelijk verplaatsbaar. De gesprekken over de 'Kameleon' zijn<br />

lopende.


Punt 17: Aankoop wegmeubilair (octopus) voor schoolomgevingen – fase 2010.<br />

Goedkeuren bestek, raming (13 722 euro + btw) en gunningswijze.<br />

Raadslid Frieda Van Themsche:<br />

Het raadslid vraagt of er in de toekomst nog scholen zijn voorzien. Hoe werden deze<br />

scholen gekozen? De gemeenteschool te Hulste ligt toch niet op een zo drukke plaats.<br />

Antwoord schepen Inge Bossuyt:<br />

Er komt nog een derde fase met de school in de Ballingenweg en op de Zandberg. De<br />

keuze werd gemaakt op basis van de drukte aan de school, overleg met de directie (wie<br />

intekende via verkeerslessen kreeg prioriteit) en wegenwerken.<br />

Repliek raadslid Frieda Van Themsche:<br />

Het raadslid wijst erop dat vroeger al gevraagd werd de schoolomgeving te markeren,<br />

maar dat toen werd gezegd dat de schoolomgevingen duidelijk genoeg werden<br />

aangeduid. Het raadslid neemt er akte van dat men nu toch bijzondere maatregelen<br />

voorziet.<br />

Punt 18: Budgetwijziging 1 en 2 – 2010. Goedkeuring.<br />

Raadslid Michaël Vannieuwenhuyze:<br />

Het raadslid dringt aan om ervoor te zorgen dat er geen verkeerde ramingen worden<br />

gemaakt. Men moet daar voldoende aandacht voor hebben. Het raadslid waarschuwt ook<br />

dat het gevaarlijk is investeringen te financieren met verkopen waarvan de koopsom nog<br />

niet is ontvangen. Het raadslid verwijst in die zin naar het Infraxdossier.<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

Ramingen zijn soms ook verkeerd omdat er bijvoorbeeld discussie is omtrent de omvang<br />

van het openbaar domein. De burgemeester verwijst in die optiek naar het project in de<br />

Twee-Bruggenstraat. Pas later is duidelijk geworden dat het openbaar domein liep tot<br />

aan de gevel van de woningen. Wat betreft de financiering van de investeringen via de<br />

opbrengst van de verkoop van de rioleringen aan Infrax West, wijst de burgemeester<br />

erop dat het grootste deel van het bedrag al binnen is.<br />

Raadslid Dirk Opbrouck:<br />

Het raadslid heeft een probleem met het feit dat in de Tuinstraat, voor het stuk tussen<br />

het Stationsplein en de Ballingenweg, opnieuw tweerichtingsverkeer zou worden<br />

ingevoerd en dat daarvoor 75 000 euro is voorzien in de voorgelegde budgetwijziging.<br />

Het raadslid wijst erop dat de aanleg van dit stukje als eenrichtingsverkeersweg veel geld<br />

gekost heeft, dat men geen rekening houdt met het verlies aan parkeerplaatsen en dat<br />

men evenmin rekening houdt met de bewoners van dit stukje straat. Daarop geeft het<br />

raadslid een overzicht van het intern besluitvormingsproces waaruit moet blijken dat,<br />

volgens het raadslid, geen rekening werd gehouden met het standpunt van de beperkte<br />

verkeerscommissie en met het standpunt van de raadscommissie mobliliteit. Het raadslid<br />

wenst zich dan ook te onthouden met betrekking tot de budgetwijziging.<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

De heraanleg als tweerichtingsverkeersweg van dit stukje Tuinstraat zal wel nog naar de<br />

raadscommissie mobiliteit komen. De planning is nog uit te werken. Het gaat nu nog<br />

maar over een budgetwijziging.


Raadslid Kathleen Duchi:<br />

Het raadslid wijst erop dat haar fractie de budgetwijziging zal goedkeuren. Er werd een<br />

goede toelichtende nota toegevoegd. Het raadslid ziet wel uit naar het resultaat van<br />

Dynamo. Bovendien wijst het raadslid erop dat de resultaten naar 2014 toe er niet zo<br />

goed uitzien. Zodoende besluit het raadslid dat voorzichtigheid is geboden.<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

Er is een duidelijke nieuwe aanpak van de nieuwe financieel beheerder.<br />

Raadslid Eric Kerckhof:<br />

Het raadslid pleit er andermaal voor de energiecijfers beter op te volgen. De stad blijkt<br />

een ter beschikking gestelde enquête niet volledig te hebben ingevuld. Het raadslid<br />

betreurt dit. Het raadslid vraagt de cijfers van energie goed op te volgen.<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

De opvolging van de energieproblematiek in de stadsgebouwen kan inderdaad beter<br />

worden georganiseerd.<br />

Punt 21: Infrax West. Kennisname verslag over de activiteiten in 2009.<br />

Aanduiden vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de<br />

algemene vergadering van 1 juni 2010 en vaststellen van hun mandaat.<br />

Raadslid Hendrik Deprez:<br />

Het raadslid stelt in verband met een kapot lichtpunt naar het stadhuis te hebben gebeld.<br />

Aldaar werd het raadslid rechtstreeks naar de diensten van Infrax West in Torhout<br />

doorverwezen. Het raadslid vraagt zich af of er dan niemand is op het stadhuis die zich<br />

deze problematiek aantrekt en dergelijke vragen doorspeelt.<br />

Antwoord schepen Luc Callewaert:<br />

Het secretariaat van de ingenieurs centraliseert een en ander en stuurt dat door naar<br />

Infrax. De schepen wijst er wel op dat sinds de WVEM overgegaan is in Infrax West de<br />

administratie is verzwaard. Zo komt men soms, wanneer men belt naar Infrax West, in<br />

Hasselt terecht en ontstaat er een communicatieprobleem.<br />

Schepen Francis Pattyn:<br />

De schepen stelt naar een vergadering van Infrax te zijn geweest. Infrax heeft<br />

beterschap beloofd.<br />

Raadsleden Rik Wanzeele en Dirk Opbrouck:<br />

Beiden bevestigen dat deze problematiek door Infrax West beter kan worden aangepakt.<br />

Beiden doen een oproep aan schepen Callewaert als ondervoorzitter.<br />

Punt 22: Infrax West. Goedkeuren statutenwijziging.<br />

Raadslid Dominique Windels:<br />

Het raadslid wijst erop dat hij al dikwijls heeft gevraagd om effectief een<br />

energieboekhouding bij te houden en daaraan de nodige maatregelen te koppelen. Het<br />

raadslid wijst erop dat een ambtenaar die zich daarmee bezighoudt zichzelf terugbetaalt.


Raadslid Eric Kerckhof:<br />

Het raadslid vraagt om deze suggestie na te gaan en om met de resultaten van de<br />

energieboekhouding ook effectief iets te doen.<br />

Punt 23: Intercommunale Maatschappij voor Openbare Gezondheid (Imog).<br />

Kennisname verslag over de activiteiten in 2009. Aanduiden vertegenwoordiger<br />

en plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van 18<br />

mei 2010 en vaststellen van hun mandaat.<br />

Raadslid Dirk Opbrouck:<br />

Het raadslid heeft de voorbereiding van de jaarvergaderingen van de diverse<br />

intercommunales meegemaakt. De uitleg aldaar was zeer summier en er waren ook<br />

weinig vragen, dit – wat Imog betreft – ondanks een tekort van ongeveer<br />

3 000 000 euro. Het raadslid vraagt zich af wat daarvoor de reden is. Mag men zich,<br />

gelet op het tekort, nog op zijn gemak voelen?<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

De burgemeester verwijst, ter verantwoording van het tekort, naar het herstel van de<br />

oven, de prijsdaling van papier en karton en het feit dat op de stortplaats in Moen quasi<br />

niets meer mag worden gestort. Desgewenst kan het raadslid meer cijfers krijgen. De<br />

burgemeester gaat ervan uit dat een en ander zich normaal moet herstellen in 2010.<br />

Raadslid Rik Wanzeele:<br />

Het raadslid sluit zich aan bij de opmerking van raadslid Dirk Opbrouck. De cijfers zijn<br />

om van te duizelen, vandaar dat het raadslid de vraag stelt of het niet nodig is om een<br />

reserve aan te leggen. Leiedal doet dat ook.<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

De raad van bestuur van Imog heeft beslist geen grote reserves aan te leggen.<br />

Raadslid Eric Kerckhof:<br />

Het raadslid stelt dat op de vergadering waarop raadslid Opbrouck alludeert de vraag<br />

was hoe men met een kapitaalsverhoging van 500 000 euro een verlies van<br />

3 000 000 zal kunnen rechttrekken. Het raadslid had daarover graag de volgende maal<br />

toelichting gehad.<br />

Punt 25: Vaststellen aanvullend reglement op het wegverkeer. Regeling<br />

beperkte parkeertijd Hulstedorp.<br />

Raadslid Carine Haezebrouck:<br />

Het raadslid is akkoord met het aanvullend wegverkeersreglement te Hulste maar vraagt<br />

dat de centrumparking ook duidelijk wordt gesignaleerd. Nu is deze parking, gelegen<br />

achter de kerk, via een te laag bij de grond aangebracht bord gesignaleerd.<br />

Punt 28: Uniforme algemene politieverordening. Hervaststelling.<br />

Raadslid Frieda Van Themsche:<br />

Het raadslid stelt dat GAS er is gekomen omdat de parketten er niet in slagen om de<br />

feiten te vervolgen. Het raadslid betreurt dat, ondanks het vele werk van de juridische


dienst, er een geringe belangstelling was op de informatievergadering. Het raadslid drukt<br />

er ook op dat de prioriteiten regelmatig worden bekeken, geëvalueerd en eventueel<br />

worden bijgestuurd.<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

Er komt voldoende feedback.<br />

Raadslid Michaël Vannieuwenhuyze:<br />

Het raadslid stelt dat zijn fractie tevreden is met de organisatie van de inspraak in dit<br />

dossier. Evenwel maakt het raadslid een opmerking met betrekking tot de uitnodiging tot<br />

de vergadering. Het raadslid vraagt of het nu officieel een vergadering was dan wel een<br />

officieuze vergadering. Het raadslid stelt de indruk te hebben dat, wanneer de brief wordt<br />

gelezen, het gaat om een officieuze vergadering.<br />

Antwoord voorzitter Willy Vandemeulebroucke:<br />

De voorzitter had een verenigde commissie verwacht, maar dit kon blijkbaar niet omdat<br />

de stad dit niet heeft. Naar het oordeel van de voorzitter was het een informele<br />

vergadering.<br />

Raadslid Dirk Opbrouck:<br />

Het raadslid stelt eveneens vast dat in deze algemene politieverordening veel werk moet<br />

zijn gegaan. Het raadslid wenst echter te wijzen op twee punten. Het raadslid vraagt een<br />

regelmatige en eenvoudige communicatie naar de bevolking. Het raadslid vraagt ook om<br />

van <strong>Harelbeke</strong> geen politiestaat te maken en de penalisatie in evenredigheid tot de feiten<br />

te houden.<br />

Antwoord burgemeester Rita Beyaert:<br />

De invoering van GAS heeft niet de bedoeling om inkomsten te genereren. GAS is het<br />

ultiem middel bij het bestrijden van de overlast. Wat de communicatie betreft, er zijn al<br />

artikels voorzien in de infokrant. Ze zullen regelmatig worden herhaald en er komt ook<br />

een algemene folder.<br />

Raadslid Frieda Van Themsche:<br />

Het raadslid vraagt dat het systeem via de prioriteiten niet in het belachelijke wordt<br />

getrokken. Het raadslid wijst ook op de noodzaak van een juiste communicatie.<br />

OPENBARE STEMMINGEN<br />

Punt 18 :<br />

Stemden tegen: de raadsleden Frieda Van Themsche, Rik Vandenabeele en Michaël<br />

Vannieuwenhuyze.<br />

Onthielden zich: voorzitter Willy Vandemeulebroucke en raadslid Dirk Opbrouck.<br />

Punt 19 :<br />

Stemden tegen: de raadsleden Frieda Van Themsche en Rik Vandenabeele.<br />

De overige besluiten in openbare stemming werden genomen met unanimiteit der<br />

stemmen van de aanwezige leden.


VERSLAG<br />

Er worden geen opmerkingen gemaakt op het verslag van 8 maart 2010 dat als<br />

goedgekeurd mag worden beschouwd.<br />

_______________________________________________________________________<br />

De zitting eindigt om 23.55 u.<br />

_______________________________________________________________________<br />

Carlo Daelman<br />

<strong>Stad</strong>ssecretaris<br />

Willy Vandemeulebroucke<br />

Voorzitter

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!