29.12.2012 Views

Werkdocument soortenbeleid Onderdeel Flora - Provincie Utrecht

Werkdocument soortenbeleid Onderdeel Flora - Provincie Utrecht

Werkdocument soortenbeleid Onderdeel Flora - Provincie Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Werkdocument</strong> <strong>soortenbeleid</strong><br />

<strong>Onderdeel</strong> <strong>Flora</strong>


<strong>Werkdocument</strong> Soortenbeleid<br />

<strong>Onderdeel</strong> <strong>Flora</strong><br />

Mei 2002<br />

Vastgesteld door gedeputeerde staten in november 2001


Colofon<br />

teksten: R. Beenen, E. van den Dool & W. Timmers<br />

foto’s: Th. de Jong, RER-plaatgroep (<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>);<br />

W. Dorresteijn; H. Greven en P. J. Keizer.<br />

omslagontwerp: A.A. Brombacher<br />

grafische verzorging: Grafisch Centrum provincie <strong>Utrecht</strong><br />

druk: Drukkerij Anraad bv, Nieuwegein<br />

Inhoud<br />

DEEL I<br />

Voorwoord ..................................................................................................................................................... 5<br />

1 Inleiding ........................................................................................................................................... 7<br />

1.1 Algemeen ........................................................................................................................................ 7<br />

1.2 Leeswijzer........................................................................................................................................ 7<br />

2 Beleidskader <strong>soortenbeleid</strong>............................................................................................................. 9<br />

3 Oranje Lijsten, Aandachtsoorten en Prioritaire soorten.................................................................. 11<br />

3.1 Algemeen ........................................................................................................................................ 11<br />

3.2 Keuze van de plantengroepen......................................................................................................... 11<br />

3.3 Methodiek........................................................................................................................................ 12<br />

3.4 Bespreking per plantengroep .......................................................................................................... 15<br />

3.4.1 Mossen van het Essenhakhout ....................................................................................................... 15<br />

3.4.2 Kleibospaddenstoelen ..................................................................................................................... 16<br />

3.4.4 Vaatplanten en kranswieren ............................................................................................................ 17<br />

3.5 Prioritaire soorten flora per biotoop................................................................................................. 19<br />

4. Uitvoeringsstrategie......................................................................................................................... 23<br />

4.1 Algemeen ........................................................................................................................................ 23<br />

4.2 Wettelijke bescherming ................................................................................................................... 23<br />

4.3 Bescherming aandachtsoorten ....................................................................................................... 24<br />

4.4 Bescherming prioritaire soorten: de soortbeschermingsplannen ................................................... 25<br />

4.5 Financiering..................................................................................................................................... 27<br />

4.6 Uitvoeringsprogramma .................................................................................................................... 28<br />

5 Samenvatting................................................................................................................................... 29<br />

6 Literatuur ......................................................................................................................................... 31<br />

3


DEEL 2 DE ORANJE LIJSTEN MET AANDACHTSOORTEN EN PRIORITAIRE SOORTEN<br />

- MOSSEN VAN HET ESSENHAKHOUT ...................................................................................... 33<br />

- KLEIBOSPADDENSTOELEN........................................................................................................ 34<br />

- VAATPLANTEN EN KRANSWIEREN ........................................................................................... 38<br />

BIJLAGEN<br />

Bijlage 1 Overzicht van landelijke rode lijsten............................................................................................... 51<br />

Bijlage 2 Overzicht van soortbeschermingsplannen..................................................................................... 52<br />

Bijlage 3 Toedeling categorie bedreiging ...................................................................................................... 53<br />

Bijlage 4 <strong>Utrecht</strong>se plantensoorten die vermeld worden in de Habitatrichtlijn ............................................. 54<br />

Bijlage 5 <strong>Utrecht</strong>se Natuurdoeltypen in relatie tot biotopen met prioritaire soorten..................................... 55<br />

Bijlage 6 Subsidie Natuur en Landschap...................................................................................................... 56<br />

Bijlage 7 Verklarende woordenlijst ................................................................................................................ 57<br />

Bijlage 8 Samenstelling Begeleidingscommissie Soortenbeleid <strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong> ..................................... 58<br />

VOORWOORD<br />

Voor u ligt het <strong>Werkdocument</strong> Soortenbeleid, onderdeel <strong>Flora</strong>. Dit document is vastgesteld door gedeputeerde<br />

staten van <strong>Utrecht</strong> in november 2001. In het Beleidsplan Natuur en Landschap <strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong> (1992) is het<br />

<strong>soortenbeleid</strong> als één van de hoofdlijnen van het natuurbeleid beschreven. In dit beleidsplan is een voorlopige<br />

lijst van aandachtsoorten flora en fauna opgenomen. Toen is aangekondigd het provinciale <strong>soortenbeleid</strong><br />

nader uit te werken. Het <strong>Werkdocument</strong> Soortenbeleid, onderdeel Fauna is reeds eerder verschenen. Het<br />

voorliggende “<strong>Werkdocument</strong> Soortenbeleid” geeft de nadere uitwerking voor het onderdeel flora weer.<br />

Het provinciale <strong>soortenbeleid</strong> richt zich op soorten die bedreigd worden in hun voortbestaan of gebonden zijn<br />

aan karakteristieke <strong>Utrecht</strong>se biotopen. Soortenbeleid is nodig als aanvulling op het gebiedsgerichte natuurbeleid.<br />

Dit <strong>Werkdocument</strong> Soortenbeleid, onderdeel <strong>Flora</strong>, presenteert de definitieve lijst van aandachtsoorten<br />

voor de provincie <strong>Utrecht</strong>. Voor een selectie van deze soorten zal de provincie extra inspanning zal leveren,<br />

onder andere door het opstellen van soortbeschermingsplannen.<br />

4 5


Moeraskartelblad<br />

6<br />

1.Inleiding<br />

1.1 Algemeen<br />

In het Beleidsplan Natuur en Landschap (<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 1992) wordt het <strong>soortenbeleid</strong> als één van de<br />

hoofdlijnen van het beleid beschreven. Doelstelling van het <strong>soortenbeleid</strong> is het vergroten van de kans op het<br />

duurzaam voortbestaan van bedreigde soorten. Speciaal beleid is voor deze soorten (tijdelijk) nodig om de<br />

soort door een moeilijke periode heen te helpen, totdat de leefomgeving van de soort, het ecosysteem, duurzaam<br />

hersteld is. Het zijn soorten die op korte termijn onvoldoende kunnen profiteren van het gebiedsgerichte<br />

natuurbeleid. Bij dit op soorten gerichte beleid gaat het om specifieke inrichtings- en beheersactiviteiten, om<br />

specifieke (technische) voorzieningen en om het creëren van een (wettelijk) beschermingsregime ter voorkoming<br />

van ingrepen en ontwikkelingen die ten koste gaan van een soort. Dit beleid is een aanvulling op het<br />

gebiedsgerichte beleid dat in het provinciale natuurbeleid voorop staat. Tevens wordt met dit beleid uitvoering<br />

gegeven aan de internationale afspraken die zijn vastgelegd in het Biodiversiteitsverdrag (Verdrag van Rio) uit<br />

1992.<br />

Het provinciale <strong>soortenbeleid</strong> richt zich op soorten die bedreigd worden in hun voortbestaan of gebonden zijn<br />

aan karakteristieke <strong>Utrecht</strong>se biotopen. In het BNLU is een voorlopige lijst van aandachtsoorten flora en fauna<br />

opgenomen. Toen is aangekondigd het provinciale <strong>soortenbeleid</strong> nader uit te werken. In 1998 is het<br />

<strong>Werkdocument</strong> Soortenbeleid, onderdeel Fauna gepubliceerd. Het voorliggende “<strong>Werkdocument</strong> Soortenbeleid”<br />

geeft de nadere uitwerking voor het onderdeel flora weer. Middels Oranje Lijsten worden de planten<br />

ingedeeld naar mate van bedreiging en zeldzaamheid. Uit de Oranje Lijsten worden aandachtsoorten geselecteerd,<br />

aangevuld met soorten die in <strong>Utrecht</strong> niet maar landelijk wel bedreigd zijn. Er wordt een strategie beschreven<br />

om de kans op het duurzaam voortbestaan van deze soorten in de provincie <strong>Utrecht</strong> te vergroten.<br />

Voor de prioritaire soorten, een selectie van de aandachtsoorten, zullen soortbeschermingsplannen worden<br />

opgesteld met aanbevelingen voor het treffen van extra en specifieke maatregelen.<br />

1.2 Leeswijzer<br />

In hoofdstuk 2 wordt het beleidskader van het <strong>soortenbeleid</strong> geschetst. Hoofdstuk 3 behandelt de totstandkoming<br />

van de Oranje Lijsten, de lijst van aandachtsoorten en de lijst van prioritaire soorten. De lijsten zijn<br />

gemaakt per specifieke plantengroep. De verschillende categorieën van bedreiging worden gedefinieerd. De<br />

totaallijsten worden apart in deel II gepresenteerd. Aan het eind van hoofdstuk 3 worden de prioritaire soorten<br />

per biotoop besproken. Hoofdstuk 4 tenslotte zet uiteen hoe het <strong>soortenbeleid</strong> onderdeel flora zal worden uitgevoerd,<br />

wat de financiële middelen zijn en met welke plannen het komende jaar begonnen zal worden. Na<br />

hoofdstuk 4 volgt een samenvatting van het werkdocument. Een verklarende woordenlijst is opgenomen in bijlage<br />

7.<br />

7


Muizenstaart<br />

8<br />

2. Beleidskader <strong>soortenbeleid</strong><br />

Belangrijkste peiler van zowel het rijks- als het provinciale<br />

natuurbeleid dat is gericht op behoud en<br />

herstel van de natuur, is het gebiedsgerichte beleid.<br />

Middels dit beleid moet daadwerkelijk herstel van de<br />

leefomgeving van plant- en diersoorten gerealiseerd<br />

worden. Dit gebiedsgerichte beleid richt zich met<br />

name op de realisatie van de Ecologische<br />

Hoofdstructuur (EHS), een landelijk samenhangend<br />

netwerk van natuurgebieden, waardevolle agrarische<br />

cultuurlandschappen en ecologische<br />

verbindingszones. In het BNLU (<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>,<br />

1992) zijn de hoofdlijnen voor dit beleid uiteengezet.<br />

Later is in het Plan Veiligstelling Gebieden<br />

Ecologische Hoofdstructuur (<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>,<br />

1996) de gebiedsgerichte benadering verder uitgewerkt.<br />

Op basis van natuurdoeltypen is een leidraad<br />

voor het beheer gegeven en is het aankoopbeleid<br />

van de <strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong> vastgesteld. In het rapport<br />

<strong>Utrecht</strong>se Natuurdoeltypen (<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 2002)<br />

zijn de na te streven natuurdoelen in de natuurterreinen<br />

beschreven. In provinciale natuurgebiedplannen<br />

worden de gebieden aangewezen die in aanmerking<br />

komen voor ontwikkeling van natuur en worden subsidies<br />

opengesteld voor bestaande en nieuw te ontwikkelen<br />

natuurgebieden. Agrariërs kunnen onder<br />

voorwaarden subsidie krijgen voor natuurvriendelijk<br />

beheer van hun landbouwgronden (<strong>Provincie</strong><br />

<strong>Utrecht</strong>, 2000). De landelijke subsidieregelingen van<br />

het Programma Beheer omschrijven de voorwaarden<br />

waaronder subsidie voor natuurbeheer verleend<br />

wordt en de doelen waaraan voldaan moet<br />

worden. De doelen worden onder andere omschreven<br />

in termen van bepaalde soorten flora en fauna<br />

die aanwezig moeten zijn.<br />

Behalve gebiedsgericht, stimulerend natuurbeleid<br />

bestaat allerlei regelgeving ter bescherming van<br />

soorten en hun leefgebieden. Van belang zijn de<br />

Natuurbeschermingswet, de <strong>Flora</strong>- en faunawet en<br />

de Habitatrichtlijn.<br />

In 1994 is de rijksoverheid gestart met het uitbrengen<br />

van een serie officiële rode lijsten (bijlage 1). Dit<br />

zijn lijsten van bedreigde en kwetsbare soorten, die<br />

door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en<br />

Visserij zijn vastgesteld. Door middel van het opstellen<br />

van rode lijsten wordt periodiek de balans opgemaakt<br />

hoe goed of slecht het gaat met een bepaalde<br />

soortengroep. Analoog aan het belang dat de<br />

9<br />

<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong> hecht aan de Oranje lijstsoorten<br />

staan alle Rode lijstsoorten centraal in het rijks<strong>soortenbeleid</strong>.<br />

Het rijk, de provincies en de landelijke natuurorganisaties<br />

hebben afspraken gemaakt over de uitvoering<br />

van het <strong>soortenbeleid</strong> in de komende jaren<br />

(Ministerie van LNV, 2000). Voor de landelijk meest<br />

bedreigde soorten zijn en worden landelijke soortbeschermingsplannen<br />

opgesteld (bijlage 2). Daarnaast<br />

wordt door provincies steeds meer aandacht<br />

besteed aan regionaal bedreigde soorten en de veiligstelling<br />

daarvan. De provincie <strong>Utrecht</strong> heeft in het<br />

BNLU (<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 1992) al een duidelijke<br />

“eigen koers” uitgezet ten aanzien van soorten.<br />

Sinds enkele jaren heeft de provincie, in het kader<br />

van de decentralisatie van taken van de rijksoverheid<br />

(“DI”), een actieve taak in de uitvoering van het<br />

rijks<strong>soortenbeleid</strong>.


Kranswieren<br />

10<br />

3.Oranje Lijsten, aandachtsoorten<br />

en prioritaire soorten<br />

3.1 Algemeen<br />

De officiële, landelijke rode lijsten zijn gebaseerd op<br />

analyses van landelijke gegevens. Soorten die landelijk<br />

niet bedreigd zijn maar in de provincie <strong>Utrecht</strong><br />

wel, komen niet voor op die rode lijsten. Dit geldt bijvoorbeeld<br />

voor Bosgierstgras, Groot nimfkruid,<br />

Rossig fonteinkruid, Grote ratelaar en Grote ereprijs.<br />

Voor soortgerichte maatregelen op het schaalniveau<br />

van de provincie is het dus zinvol om op grond van<br />

regionale (provinciale) gegevens lijsten op te stellen<br />

van bedreigde soorten. Om verwarring met de landelijke<br />

rode lijsten te voorkomen worden de in dit<br />

hoofdstuk gepresenteerde lijsten ORANJE LIJS-<br />

TEN genoemd. Deze <strong>Utrecht</strong>se Oranje Lijsten zijn<br />

vastgesteld op grond van internationale criteria<br />

(IUCN, 1993). De Oranje Lijsten zijn ontstaan door<br />

zorgvuldige analyse van uitgebreide gegevensbestanden<br />

over waarnemingen van soorten in de provincie<br />

<strong>Utrecht</strong> (Timmers & van den Dool, 2000).<br />

Het <strong>Utrecht</strong>se <strong>soortenbeleid</strong> richt zich op de aandachtsoorten.<br />

Dit is een selectie van de Oranje Lijst,<br />

aangevuld met soorten die in <strong>Utrecht</strong> niet bedreigd<br />

zijn maar die landelijk achteruitgaan of zeldzaam<br />

zijn. De lijsten met aandachtsoorten zullen gebruikt<br />

worden voor het toetsen van subsidieaanvragen en<br />

bij het toetsen van (provinciale) plannen. Uit de aandachtsoorten<br />

worden prioritaire soorten geselecteerd.<br />

Aan deze soorten zal extra aandacht worden<br />

besteed door het opstellen van soortbeschermingsplannen.<br />

De lijsten met aandachtsoorten zullen periodiek herzien<br />

worden. Hierdoor kunnen ze dienen als toets<br />

voor de effectiviteit van het natuur- en landschapsbeleid.<br />

Bij een effectief natuur- en landschapsbeleid<br />

zullen de lijsten met aandachtsoorten in omvang<br />

afnemen.<br />

In par. 3.2 wordt beschreven voor welke groepen<br />

planten, mossen en paddenstoelen een oranje lijst,<br />

een lijst met aandachtsoorten en een lijst met prioritaire<br />

soorten is samengesteld. De methodiek voor<br />

vaststelling van deze lijsten, wordt beschreven in<br />

paragraaf 3.3.<br />

11<br />

3.2 Keuze van de plantengroepen<br />

In Nederland zijn, sinds het moment dat min of meer<br />

intensief naar wilde planten en dieren is gezocht,<br />

circa 42.000 soorten waargenomen (van Nieukerken<br />

& van Loon, 1995). Het exacte aantal is moeilijk vast<br />

te stellen: regelmatig worden nog nieuwe soorten<br />

voor ons land gemeld. Van een aanzienlijk deel van<br />

deze soorten is het aannemelijk dat ze ook voorkomen<br />

in de provincie <strong>Utrecht</strong>.<br />

Het is op dit moment onmogelijk om voor alle soorten<br />

aan te geven wat de mate van bedreiging in de<br />

provincie <strong>Utrecht</strong> is. Een belangrijke reden hiervoor<br />

is het ontbreken van voldoende kennis over het voorkomen<br />

van deze soorten in het heden en het verleden<br />

in <strong>Utrecht</strong>. Van een aantal groepen is deze informatie<br />

wel in voldoende mate aanwezig: de vaatplanten,<br />

kranswieren, bepaalde blad- en levermossen,<br />

bepaalde paddenstoelen, de zoogdieren, broedvogels<br />

en pleisteraars, amfibieën, reptielen, zoetwatervissen,<br />

dagvlinders, libellen en sprinkhanen. De<br />

lijsten van de diergroepen zijn reeds gepresenteerd<br />

in de publicatie <strong>Werkdocument</strong> Soortenbeleid, onderdeel<br />

Fauna (<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 1998). Van de vaatplanten,<br />

kranswieren, bepaalde mossen en bepaalde<br />

paddenstoelen worden in dit rapport lijsten gepresenteerd<br />

van uitgestorven en bedreigde soorten.<br />

Gekozen is voor een analyse van alle vaatplantenen<br />

kranswiergegevens omdat daarvan goed bruikbare<br />

informatie uit verschillende perioden beschikbaar<br />

is. Deze informatie is verzameld in het kader van de<br />

provinciale milieu-inventarisatie. Van de paddenstoelen<br />

en mossen heeft de analyse zich beperkt tot<br />

twee specifieke biotopen, de kleibossen en het<br />

essenhakhout. Deze biotopen zijn nationaal of internationaal<br />

bezien zeldzaam en zijn in <strong>Utrecht</strong> nog<br />

goed vertegenwoordigd. De <strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong> heeft<br />

voor deze biotopen daarom een bijzondere verantwoordelijkheid.<br />

De gegevens van de paddenstoelen<br />

en mossen van deze biotopen zijn voor een groot<br />

deel van derden betrokken. Het gaat daarbij om de<br />

mosgegevens van het essenhakhout en de<br />

paddenstoelengegevens van de kleibossen.<br />

Samenvattend worden van de volgende groepen<br />

soortenlijsten gepresenteerd:<br />

1.Mossen van het essenhakhout<br />

2.Kleibospaddenstoelen<br />

3.Vaatplanten en Kranswieren


3.3 Methodiek<br />

Met het beschikbaar komen van verspreidingsgegevens<br />

van soorten over twee opeenvolgende perioden<br />

is het mogelijk een vergelijking tussen deze perioden<br />

te maken en iets te zeggen over veranderingen in<br />

het voorkomen van soorten. Voor diverse groepen<br />

van plantensoorten zijn verspreidingsgegevens van<br />

twee inventarisatieronden tamelijk volledig beschikbaar.<br />

In opdracht van de <strong>Provincie</strong> heeft H. Greven<br />

gegevens van de mossen van 13 essenhakhoutpercelen<br />

uit 1974 vergeleken met een herinventarisatie<br />

van deze percelen in 1988, aangevuld met enkele<br />

incidentele inventarisaties uit 1996 in deze percelen<br />

(Greven, 1998). Voor de Kleibospaddenstoelen heeft<br />

M. Veerkamp in opdracht van de provincie de gegevensbestanden<br />

van de Nederlandse Mycologische<br />

Vereniging over de periode 1950 t/m 1986 vergeleken<br />

met de data over de periode 1987 t/m 1998<br />

(Veerkamp, 1999). Voor de Vaatplanten en<br />

Kranswieren is gebruik gemaakt van de provinciale<br />

gegevens over de periode 1975 t/m 1982 welke vergeleken<br />

zijn met die over de periode 1983 t/m 1996.<br />

In deze laatste periode is een groot deel van de provincie<br />

voor de tweede maal geïnventariseerd. Voor<br />

de bepaling van de soorten die uit <strong>Utrecht</strong> verdwenen<br />

zijn is voor alle plantengroepen gebruik gemaakt<br />

van de waarnemingen van die soorten in <strong>Utrecht</strong><br />

vanaf 1900, voor zover deze gegevensbronnen goed<br />

toegankelijk waren.<br />

Per plantengroep is een achtergronddocument<br />

beschikbaar waarin de gehanteerde werkwijze<br />

nader toegelicht wordt. De algemene werkwijze,<br />

zoals deze gehanteerd is bij alle drie de plantengroepen,<br />

ten behoeve van de toedeling van een<br />

plantensoort aan een Oranje Lijstcategorie, wordt<br />

hieronder toegelicht.<br />

De spelling van de Nederlandse namen van de<br />

plantensoorten is volgens de “22e druk, eerste bijdruk”<br />

van de Heukels’ <strong>Flora</strong> van Nederland (Van der<br />

Meijden, 1998). De flora volgt de NIBI-richtlijn voor<br />

de schrijfwijze van biologische namen. Deze richtlijn<br />

is gepubliceerd in BIOnieuws 20, 13 december 1997<br />

en wordt algemeen in biologische literatuur opgevolgd<br />

in afwijking van de geldende spellingsregels.<br />

Oranje lijst<br />

Elke Oranje Lijst-categorie is een maat voor de<br />

voor- of achteruitgang van een soort (trend), in com-<br />

12<br />

binatie met de zeldzaamheid van de soort. Om te<br />

bepalen tot welke categorie van de Oranje Lijst een<br />

soort behoort wordt allereerst de trendklasse en de<br />

zeldzaamheidsklasse bepaald.<br />

De trend zegt iets over de veranderingen in het aantal<br />

km-hokken waarin een soort in de twee perioden<br />

voorkomt. De volgende trendklassen worden onderscheiden:<br />

ttt zeer sterk afgenomen<br />

tt sterk afgenomen<br />

t afgenomen<br />

= stabiel of zwak afgenomen<br />

+ toegenomen<br />

v niet precies bekend, maar zeker geen achteruitgang<br />

X niet te bepalen<br />

De zeldzaamheid wordt bepaald door het aantal kmhokken<br />

waarin een soort in de tweede periode voorkomt.<br />

De volgende zeldzaamheidsklassen worden<br />

onderscheiden:<br />

zzzz zéér zeldzaam<br />

zzz zeer zeldzaam<br />

zz vrij zeldzaam<br />

z zeldzaam<br />

a algemeen<br />

De categorie-toedeling komt tot stand op basis van<br />

een combinatie van de trend en zeldzaamheid en<br />

resulteert in de volgende categorieën (zie schema<br />

categorie-toedeling Aandachtsoorten in Bijlage 3):<br />

ve verdwenen uit <strong>Utrecht</strong><br />

eb ernstig bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

be bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

kw kwetsbaar in <strong>Utrecht</strong><br />

ge gevoelig in <strong>Utrecht</strong><br />

tnb thans niet bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

x niet te bepalen<br />

De Oranje Lijst bevat alle soorten uit de categorieën<br />

verdwenen, ernstig bedreigd, bedreigd, kwetsbaar<br />

en gevoelig. Het zijn dezelfde categorieën welke bij<br />

de door de rijksoverheid bekrachtigde nationale<br />

Rode lijsten toegepast worden. De categorieën zijn<br />

gebaseerd op de categorieën van de IUCN, de<br />

International Union for the Conservation of Nature<br />

and Natural Resources (IUCN, 1993).<br />

Lijst met Aandachtsoorten<br />

De Aandachtsoortenlijst bestaat uit alle soorten<br />

waaraan de <strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong> speciale aandacht wil<br />

besteden onder andere door middel van subsidieverstrekking<br />

in het belang van behoud, herstel en<br />

ontwikkeling van de soort. De aandacht gaat daarbij<br />

uit naar alle in <strong>Utrecht</strong> zeldzame èn achteruitgaande<br />

soorten plus naar de soorten die in <strong>Utrecht</strong> stabiel<br />

voorkomen maar die landelijk vrij zeldzaam zijn of<br />

sterk achteruitgaan. Dit zijn dus de soorten uit de<br />

categorieën ernstig bedreigd, bedreigd, kwetsbaar<br />

en gevoelig, aangevuld met een selectie van soorten<br />

uit de categorie ‘thans niet bedreigd’.<br />

De in deze publicatie gepresenteerde lijst van aandachtsoorten<br />

verschilt van de voorlopige lijst van<br />

aandachtsoorten uit het BNLU (<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>,<br />

1992). Dit heeft twee oorzaken. De eerste reden is<br />

de keuze die gemaakt is voor de te analyseren plantengroepen.<br />

De tweede reden van het verschil tussen<br />

de voorlopige en onderhavige lijst is dat uit<br />

recente gegevens is gebleken dat enkele voorlopige<br />

aandachtsoorten nu algemeen voorkomen of een<br />

zodanig positieve trend vertonen dat van een<br />

bedreigde status geen sprake is. Per plantengroep<br />

zal daar nader op ingegaan worden.<br />

Lijst met Prioritaire soorten<br />

Om prioriteiten te kunnen stellen bij het <strong>soortenbeleid</strong><br />

is gekozen voor aanwijzing van prioritaire soorten.<br />

Voor deze soorten worden soortbeschermingsplannen<br />

opgesteld om het <strong>soortenbeleid</strong> effectief uit<br />

te kunnen voeren.<br />

Soorten van stedelijke milieus zijn uitgezonderd van<br />

de prioritaire soortenlijst omdat van dit biotoop weinig<br />

systematische gegevens beschikbaar zijn<br />

waardoor de trend niet te bepalen is. Een uitzondering<br />

is gemaakt voor muurplanten omdat er van<br />

deze groep wel veel gegevens van derden beschikbaar<br />

zijn. Soorten die gemakkelijk determinatieproblemen<br />

opleveren, zoals Sterrenkrozen, en soorten<br />

die in het veld gemakkelijk over het hoofd worden<br />

gezien, zoals bijvoorbeeld Waterpunge, zijn uitgesloten<br />

van de selectieprocedure voor prioritaire soorten.<br />

Soorten die in aanmerking komen voor de aandui-<br />

13<br />

ding “prioritaire soort” zijn geselecteerd uit de aandachtsoortenlijst<br />

op grond van de volgende criteria:<br />

- de soort is in <strong>Utrecht</strong> goed vertegenwoordigd<br />

in verhouding tot de rest van Nederland. De<br />

goede vertegenwoordiging in <strong>Utrecht</strong> wordt<br />

uitgedrukt door middel van de U-waarde<br />

waarbij U een maat voor de spreiding van de<br />

soort in <strong>Utrecht</strong> t.o.v. die in Nederland is. Als<br />

U = 1,0 dan komt de soort in verhouding<br />

evenveel in <strong>Utrecht</strong> als in Nederland voor; als<br />

U > 1,0, dan is de soort meer in <strong>Utrecht</strong> vertegenwoordigd<br />

dan op grond van oppervlakte<br />

verwacht zou worden.<br />

- de soort is nationaal van belang: het nationaal<br />

belang wordt uitgedrukt d.m.v. de kwalificatie<br />

“TZ-soort” wat staat voor soorten die landelijk<br />

achteruitgaan of zeldzaam zijn.<br />

- de soort is internationaal van belang.<br />

- de soort heeft een duidelijke signaalfunctie.<br />

- er bestaat maatschappelijk draagvlak voor de<br />

soort.<br />

Essenhakhout<br />

De Oranje Lijsten, de aandachtsoorten en de prioritaire<br />

soorten per plantengroep worden gepresenteerd<br />

in deel II. Van de categorie ‘thans niet<br />

bedreigd’ zijn alleen de aandachtsoorten weergegeven.<br />

De prioritaire soorten zijn vetgedrukt en staan<br />

verspreid in de lijsten. De onderscheiden plantengroepen<br />

zijn: mossen van essenhakhout, kleibospaddenstoelen<br />

en vaatplanten en kranswieren.


De stappen die gezet worden en de keuzes die gemaakt worden om te komen tot een Oranje Lijst, een lijst<br />

met aandachtsoorten en een lijst met prioritaire soorten staan weergegeven in onderstaande figuur 1.<br />

Figuur 1. Stappenschema van activiteiten, criteria en producten<br />

Activiteit Criteria Product<br />

Keuze plantengroepen Voldoende gegevens Lijst plantengroepen<br />

Voldoende kennis<br />

Opstellen soortenlijst <strong>Utrecht</strong> Na 1900 waargenomen in <strong>Utrecht</strong> Soortenlijst <strong>Utrecht</strong> of soortenlijst<br />

of soortenlijst specifieke biotoop of in specifieke biotoop * specifieke biotoop<br />

Berekenen bedreiging en Afnemende trend / Oranje Lijsten<br />

kwetsbaarheid zeldzaamheid in <strong>Utrecht</strong><br />

Bepalen aandachtsoorten Oranje lijstsoorten Aandachtsoortenlijsten<br />

TZ-soorten**<br />

Berekenen gebondenheid Aandachtsoort Tabellen met U-waarden<br />

aan <strong>Utrecht</strong> Verhouding landelijk<br />

en <strong>Utrecht</strong>s voorkomen<br />

Bepaling prioritaire soorten U-waarde *** Lijst van prioritaire soorten<br />

Afnemende trend/zeldzaamheid<br />

Signaalfunctie<br />

Draagvlak<br />

* t.a.v. de essenhakhoutspecifieke mossen wordt uitgegaan van waarnemingen vanaf 1975.<br />

** TZ-soorten: soorten die landelijk een afnemende trend (tt) vertonen dan wel landelijk zeldzaam (zz) zijn.<br />

*** voor mossen en paddenstoelen geldt als criterium een U-waarde ≥ 2 en voor vaatplanten en krans wieren<br />

een U-waarde > 1,1.<br />

In onderstaand schema (figuur 2) staat de relatie Oranje Lijst, Aandachtsoort en Prioritaire soort overzichtelijk<br />

weergegeven.<br />

Figuur 2. Relatie Oranje Lijsten, Aandachtsoorten en Prioritaire soorten<br />

Oranje Lijst<br />

Verdwenen Ernstig bedreigd<br />

Bedreigd Kwetsbaar Gevoelig<br />

aandachtsoorten<br />

selectie<br />

Prioritaire soorten<br />

14<br />

Thans niet bedreigd in<br />

<strong>Utrecht</strong>, landelijk wel<br />

bedreigd (tz-soort)<br />

Thans niet bedreigd in<br />

<strong>Utrecht</strong>, ook landelijk<br />

niet bedreigd<br />

(geen tz-soort)<br />

3.4 Bespreking per plantengroep<br />

Hieronder worden de lijsten van de mossen van<br />

essenhakhout, van de kleibospaddenstoelen en van<br />

de vaatplanten en kranswieren besproken. Tevens<br />

wordt de lijst prioritaire soorten van iedere groep<br />

gepresenteerd.<br />

3.4.1 Mossen van het essenhakhout<br />

Essenhakhout ontleent zijn natuurwaarde hoofdzakelijk<br />

aan de rijke en specifieke mosbegroeiingen. In<br />

totaal werden 68 mossoorten op en tussen de<br />

essenstoven aangetroffen. Het overgrote deel hiervan,<br />

namelijk 45 soorten, groeit uitsluitend als epifyt<br />

op de essenstoof. Andere soorten kunnen ook op de<br />

grond groeien. Tot aan het einde van de 19e eeuw<br />

waren deze soorten ook nog te vinden op boomvoeten<br />

in hellingbossen, maar vanaf het begin van de<br />

20e eeuw komt deze plantengemeenschap nog uitsluitend<br />

voor in het essenhakhout.<br />

Het merendeel van het essenhakhout in Nederland<br />

bevindt zich in de provincie <strong>Utrecht</strong> met een zwaartepunt<br />

in het Kromme Rijngebied waar zich alleen al<br />

55% van de totale oppervlakte aan essenhakhout<br />

bevindt. Van het actief beheerde essenhakhout in<br />

ons land bevond zich anno 1998 zelfs nog 70% in<br />

het Kromme Rijngebied. Deze begroeiing van mossen<br />

op en tussen de essenstoven is volledig afhankelijk<br />

van het gevoerde beheer. Instandhouding van<br />

de kapcyclus en het afvoeren van het materiaal is<br />

15<br />

noodzakelijk voor de instandhouding van deze<br />

waarden. In de afgelopen decennia is het oppervlak<br />

aan essenhakhout sterk afgenomen dan wel wordt<br />

het niet meer als essenhakhout beheerd. Dat proces<br />

is nog steeds aan de gang omdat de vraag naar<br />

essenstaken sterk afgenomen is. De oude toepassingen<br />

van de essenstaken in de land- en tuinbouw<br />

zijn geminimaliseerd, maar recent is er een nieuw<br />

afzetgebied gevonden bij Rijkswaterstaat waar ze<br />

benut worden bij waterkeringswerken of de staken<br />

worden gebruikt als snoeihout voor energiecentrales.<br />

Hierdoor is de vraag weer iets toegenomen. Op<br />

landgoederen worden essenhakhoutpercelen ook<br />

wel gehandhaafd als wilddekking.<br />

In de Voorlopige lijst van provinciale aandachtsoorten<br />

(<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 1992) waren de mossen van<br />

het essenhakhout in algemene zin vermeld als<br />

‘essenhakhoutspecifieke bladmossen’. Aangezien<br />

het bijzondere karakter van het biotoop ook tot uitdrukking<br />

komt in de levermossen is bij de analyse<br />

voor de definitieve Oranje Lijst gekeken naar alle<br />

mossen die specifiek zijn voor het essenhakhout.<br />

Voor de analyse is gebruik gemaakt van de inventarisatiegegevens<br />

van de onderzoekers Dirkse, Van<br />

Ommen, Greven en Van Herk.<br />

Van de 68 soorten die bekend zijn van het essenhakhout<br />

is één soort, het Klein touwtjesmos, verdwenen<br />

uit <strong>Utrecht</strong> en worden 8 soorten als ‘gevoelig’<br />

aangeduid. Het zijn soorten die in <strong>Utrecht</strong> stabiel<br />

zijn in hun voorkomen maar landelijk zeldzaam tot<br />

zeer zeldzaam zijn. Elf soorten zijn gerekend tot de<br />

Groot touwtjesmos


niet bedreigde aandachtsoorten, dit zijn soorten die<br />

stabiel of toegenomen zijn en algemeen tot zeldzaam<br />

in <strong>Utrecht</strong> zijn, maar landelijk zeldzaam vanwege<br />

de specifieke biotoop waarin ze voorkomen.<br />

De conceptlijst is samengesteld door H. Greven,<br />

bryoloog, gespecialiseerd in het onderzoek van het<br />

essenhakhout en in onderzoek naar veranderingen<br />

in de mosflora onder invloed van luchtverontreiniging.<br />

Na het gereedkomen van het achtergronddocument<br />

‘Voorstel voor de Oranje Lijst van Mossen<br />

van het Essenhakhout’ (Greven, 1998) is in 2000<br />

door K. van Dort een landelijk uitgestorven gewaand<br />

korstmos aangetroffen op twee essenstronken in het<br />

essenhakhout te Overlangbroek (Dort, 2000). Deze<br />

soort is toegevoegd aan de Oranje lijst in de categorie<br />

‘bedreigd’.<br />

Prioritaire soorten van “Mossen van essenhakhout”<br />

Gevoelig in <strong>Utrecht</strong><br />

Groot touwtjesmos Anomodon viticulosus<br />

Recht palmpjesmos Isothecium alopecurodes<br />

Spatelmos Homalia trichomanoides<br />

Aandachtssoort, thans niet bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

Dwerg-vedermos Fissidens exilis<br />

Gekromd dikkopmos Brachythecium reflexum<br />

3.4.2 Kleibospaddenstoelen<br />

Kleibospaddenstoelen zijn paddenstoelen die voor-<br />

Franjeamaniet<br />

16<br />

Bruine kleibosgordijnzwam<br />

komen in de stroomdalen van de Maas en de Rijn<br />

en haar vertakkingen, inclusief de Oude Rijn en de<br />

<strong>Utrecht</strong>se Vecht. In 1994 is aan de hand van het<br />

totale paddenstoelenbestand van Nederland een lijst<br />

van karakteristieke kleibospaddenstoelen opgesteld<br />

(Veerkamp, M., P.J. Keizer en E. van den Dool,<br />

1994). In totaal zijn 103 soorten meer of minder<br />

karakteristiek voor het kleibosgebied.<br />

In de provincie <strong>Utrecht</strong> liggen in een brede strook<br />

langs de Kromme Rijn en een smalle strook langs<br />

de Vecht veel landgoederen met bossen en bomenlanen<br />

op kleigrond. Vooral in deze lanen komen de<br />

specifieke kleibospaddenstoelen voor, zodanig dat<br />

deze terreinen ook in landelijk opzicht bijzonder rijk<br />

te noemen zijn. Waarschijnlijk is het zo dat veel van<br />

deze paddenstoelen vroeger ook meer in de bossen<br />

voorkwamen. Maar dat momenteel het milieu alleen<br />

in de lanen geschikt is omdat hier weinig strooiselophoping<br />

plaats vindt ten gevolge van windwerking<br />

en/of maaibeheer.<br />

Paddenstoelen zijn op een speciale manier van<br />

belang voor het functioneren van levensgemeenschappen.<br />

Zij beschermen de boom tegen infecties<br />

door andere soorten en stellen de boom veel beter<br />

in staat tot water- en voedingstoffenopname.<br />

Kleibospaddenstoelen zijn voornamelijk mycorrhizapaddenstoelen<br />

van eik en beuk.<br />

In de Voorlopige lijst van provinciale aandachtsoorten<br />

(<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 1992) waren de kleibospaddenstoelen<br />

in algemene zin opgenomen, alsmede<br />

de Cantharel. Nu is alleen de groep karakteristieke<br />

kleibospaddenstoelen in de analyse betrokken<br />

waardoor de Cantharel, die geen specifieke kleibossoort<br />

is, geen provinciale aandachtsoort meer<br />

is.<br />

Van de paddenstoelen die in <strong>Utrecht</strong> in de kleibossen<br />

voor kunnen komen zijn 148 soorten als karakteristieke<br />

soort geselecteerd op grond van hun specifieke<br />

gebondenheid aan het biotoop kleibos. Hiervan<br />

komen recent nog 114 soorten voor in de <strong>Provincie</strong><br />

<strong>Utrecht</strong>, 17 soorten zijn sinds 1975 niet meer in<br />

<strong>Utrecht</strong> waargenomen en zijn opgenomen in de categorie<br />

‘verdwenen uit <strong>Utrecht</strong>’. ‘Ernstig bedreigd’ zijn 6<br />

soorten en ‘bedreigd’ zijn 21 soorten. Tot de categorie<br />

‘kwetsbaar’ zijn 32 soorten gerekend. In de categorie<br />

‘gevoelig’ is een grote groep van 55 soorten<br />

terechtgekomen. De categorie ‘aandachtsoort, niet<br />

bedreigd’ betreft slechts 17 soorten.<br />

Voor de analyse is voor een belangrijk deel gebruik<br />

gemaakt van de inventarisatiegegevens van de<br />

Nederlandse Mycologische Vereniging. De conceptlijst<br />

is samengesteld door M. Veerkamp, mycoloog,<br />

gespecialiseerd in het onderzoek van bossen en<br />

onderzoek naar veranderingen in de mycoflora.<br />

Prioritaire soorten van “Kleibospaddenstoelen”<br />

Bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

Fijngegordelde melkzwam Lactarius insulsis<br />

Geelwrattige amaniet Amanita franchetii<br />

Prachtamaniet Amanita ceciliae<br />

Kwetsbaar in <strong>Utrecht</strong><br />

Beukenmelkzwam Lactarius fluens<br />

Bruine kleibosgordijnzwam Cortinarius nemorensis<br />

Gladstelige heksenboleet Boletus queletii<br />

Goudporieboleet Boletus impolitus<br />

Kleibosrussula Russula pseudointegra<br />

Plompe russula Russula viscida<br />

Rode kleibosmelkzwam Lactarius ichoratus<br />

Sterspoorvezelkop Inocybe asterospora<br />

Streephoedridderzwam Tricholoma sejunctum<br />

Gevoelig in <strong>Utrecht</strong><br />

Bleke amaniet Amanita lividopallescens<br />

Kersrode boleet Aureoboletus gentilis<br />

Aandachtsoort, thans niet bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

Populiermelkzwam Lactarius controversus<br />

Wortelende boleet Boletus radicans<br />

3.4.3 Vaatplanten en kranswieren<br />

Bij het opstellen van de Oranje Lijst voor de vaat-<br />

17<br />

Dubbelloof<br />

planten en kranswieren zijn de verspreidingsgegevens<br />

van de hele provincie, exclusief het stedelijk<br />

gebied, betrokken geweest. Dit in tegenstelling tot<br />

de ‘mossen van het essenhakhout’ en de ‘kleibospaddenstoelen’<br />

waarbij alleen een specifieke biotoop<br />

de aandacht kreeg. Naast de vaatplanten is ook de<br />

groep van de wat minder bekende kranswieren bij de<br />

Oranje Lijst betrokken. Van deze groep van planten<br />

is veel bekend over de ecologie van de verschillende<br />

soorten, de gegevens over de verspreiding van deze<br />

groep zijn echter wat minder volledig dan die van de<br />

vaatplanten. Gebleken is dat kranswieren water- en<br />

moerasplanten zijn met een duidelijke indicatie voor<br />

helder en schoon water. Opvallend is het pionierkarakter<br />

van een aantal soorten. Bij voortgaande successie<br />

gaan deze kranswierrijke vegetaties over in<br />

vegetaties met andere waterplanten zoals fonteinkruiden.<br />

In stabiele omstandigheden kunnen kranswiervegetaties<br />

zich echter jarenlang handhaven,<br />

zoals bijvoorbeeld in de vechtplassen het geval is.<br />

In <strong>Utrecht</strong> zijn in de periode 1975-1996 ruim 1100<br />

inheemse vaatplanten en kranswieren waargeno-


men. Daarvan zijn ongeveer 900 soorten betrokken<br />

bij de analyse voor de Oranje Lijst. De overige soorten<br />

zijn uitgesloten omdat ze in <strong>Utrecht</strong> alleen maar<br />

aangeplant voorkomen dan wel recent verwilderd<br />

zijn of omdat hun inheemse status in <strong>Utrecht</strong> onzeker<br />

is. Bijvoorbeeld gaat het om soorten als Deens<br />

lepelblad, Gewoon vingerhoedskruid en Amerikaans<br />

krentenboompje. Verder is slechts een beperkte<br />

selectie van ondersoorten betrokken bij deze analyse.<br />

Alleen de ondersoorten die goed onderscheidbaar<br />

zijn en tevens van belang zijn vanwege hun<br />

ecologische indicatiewaarde, worden in de bestanden<br />

opgenomen.<br />

In de Voorlopige lijst van provinciale aandachtsoorten<br />

(<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 1992) waren diverse groepen<br />

planten van kwetsbare biotopen in hun geheel opgenomen.<br />

De huidige analyse heeft tot gevolg dat<br />

binnen deze groepen planten nogal wat soorten nu<br />

geen aandachtsoort meer zijn omdat uit recente<br />

gegevens blijkt dat ze òf algemeen voorkomen òf<br />

een zodanige trend vertonen dat van een bedreigde<br />

status niet direct sprake is òf landelijk niet bedreigd<br />

of zeldzaam zijn.<br />

Krabbenscheer<br />

18<br />

Omdat de groepen destijds niet als volledige soortenlijsten<br />

weergegeven zijn wordt hieronder volstaan<br />

met het noemen van typerende voorbeelden van<br />

soorten die nu geen aandachtsoort meer zijn.<br />

Deze voorbeelden zijn:<br />

voor de akkerkruiden:<br />

Kromhals, Kleine leeuwenklauw,<br />

Akkerhoornbloem, Kleine leeuwenbek,<br />

Akker vergeet-mij-nietje, Eenjarige hardbloem,<br />

Hazenpootje, Akkerviooltje.<br />

voor de groep van orchideeën:<br />

Brede wespenorchis<br />

voor de muurplanten:<br />

Muurvaren, Plat beemdgras.<br />

voor de stroomdalplanten:<br />

Echte kruisdistel<br />

voor de schoonwaterplanten:<br />

Smalle waterweegbree, Groot moerasscherm,<br />

Groot blaasjeskruid, Drijvend fonteinkruid,<br />

Paarbladig fonteinkruid, Waterviolier,<br />

Kransvederkruid.<br />

voor de voedselarme graslanden:<br />

Grasklokje, Gewone margriet, Knolboterbloem<br />

voor de slootoevers:<br />

Tweerijige zegge, Zwarte zegge,<br />

voor de moerassen:<br />

Dotterbloem, Moerasvaren, Moeraszegge,<br />

Zompzegge, Elzenzegge, Pluimzegge,<br />

Snavelzegge, Veenpluis, Liggend hertshooi,<br />

Paddenrus, Moeraslathyrus, Grote boterbloem.<br />

Wat de groep van stinzenplanten betreft geldt dat van<br />

een aantal soorten en groeiplaatsen de status onduidelijk<br />

is. Bovendien zijn veel soorten voorjaarsbloeiers<br />

welke later in het jaar niet meer herkenbaar zijn.<br />

Daardoor kunnen ze nogal eens over het hoofd<br />

gezien zijn. Om die reden zijn slechts weinig stinzenplanten<br />

bij de analyse voor de Aandachtsoortenlijst<br />

betrokken. Omdat de indruk bestaat dat de van ouds<br />

bekende stinzenbiotopen tamelijk stabiel zijn, lijkt het<br />

voorkomen van slechts een beperkt aantal stinzenplanten<br />

op de aandachtsoortenlijst wel terecht.<br />

Er is dankbaar gebruik gemaakt van het commentaar<br />

op het concept van de Oranje Lijst voor de<br />

vaatplanten en kranswieren geleverd door Wim Vuik,<br />

districtscoordinator FLORON en Dirk Prins uit<br />

Rhenen. Hierdoor zijn enkele soorten van categorie<br />

‘verdwenen uit <strong>Utrecht</strong>’ gewijzigd in ‘bedreigd in<br />

<strong>Utrecht</strong>’ en heeft een enkele wijziging in de status<br />

van een soort plaatsgevonden waardoor deze wel in<br />

aanmerking komt voor de Oranje Lijst-analyse.<br />

Van de vaatplanten en kranswieren zijn 39 soorten<br />

sinds 1975 niet meer in <strong>Utrecht</strong> waargenomen. Deze<br />

zijn opgenomen in de categorie ‘verdwenen uit<br />

<strong>Utrecht</strong>’. ‘Ernstig bedreigd’ in <strong>Utrecht</strong> zijn 119 soorten<br />

en ‘bedreigd’ in <strong>Utrecht</strong> zijn 83 soorten. Tot de categorie<br />

‘kwetsbaar in <strong>Utrecht</strong>’ zijn 111 soorten gerekend.<br />

In de categorie ‘gevoelig in <strong>Utrecht</strong>’ is een<br />

grote groep van 157 soorten terecht gekomen. Het<br />

zijn soorten die in <strong>Utrecht</strong> òf vrij zeldzaam zijn òf<br />

sterk zijn achteruit gegaan. De categorie ‘aandachtsoort,<br />

thans niet bedreigd’ omvat slechts 10 soorten<br />

die in <strong>Utrecht</strong> stabiel voorkomen, maar landelijk<br />

achteruit gaan of zeldzaam zijn.<br />

Prioritaire soorten van “vaatplanten en kranswieren”<br />

Ernstig bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

Rechte driehoeksvaren Gymnocarpium robertianum<br />

Bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

Brede orchis Dactylorhiza maj.ssp.ma.<br />

Klein glaskruid Parietaria judaica<br />

Plat fonteinkruid Potamogeton compressus<br />

Rietorchis Dactylorhiza maj.ssp.pr.<br />

Steenbreekvaren Asplenium trichomanes<br />

Stomp fonteinkruid Potamogeton obtusifolius<br />

Tongvaren Asplenium scolopendrium<br />

Zwartsteel Asplenium adiantumnigru<br />

Kwetsbaar in <strong>Utrecht</strong><br />

Aardaker Lathyrus tuberosus<br />

Brede orchis Dactylorhiza majalis<br />

Kleinste egelskop Sparganium natans<br />

Ruige leeuwentand Leontodon hispidus<br />

Slangenwortel Calla palustris<br />

Spits fonteinkruid Potamogeton acutifolius<br />

Waterdrieblad Menyanthes trifoliata<br />

Gevoelig in <strong>Utrecht</strong><br />

Driekantige bies Schoenoplectus triqueter<br />

Karwijvarkenskervel Peucedanum carvifolia<br />

Klimopwaterranonkel Ranunculus hederaceus<br />

Korensla Arnoseris minima<br />

Krabbenscheer Stratiotes aloides<br />

Oosterse morgenster Tragopogon prat.ssp.ori.<br />

Ronde zegge Carex diandra<br />

Zomerklokje Leucojum aestivum<br />

19<br />

Aandachtsoorten, thans niet bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

Dubbelloof Blechnum spicant<br />

Dwergviltkruid Filago minima<br />

Goudhaver Trisetum flavescens<br />

Hondsviooltje Viola canina<br />

3.5. Prioritaire soorten flora per biotoop<br />

In deze paragraaf worden de prioritaire soorten<br />

nogmaals opgesomd. Vanwege het grote aantal prioritaire<br />

soorten worden de soorten zoveel mogelijk<br />

groepsgewijs, per biotoop, behandeld. Per groep<br />

wordt een korte toelichting gegeven van bijzonderheden<br />

t.a.v. groeivorm, speciale ecologische condities<br />

of verandering in voorkomen.<br />

De biotopen zijn te vertalen naar de systematiek van<br />

de <strong>Utrecht</strong>se natuurdoeltypen. De <strong>Utrecht</strong>se natuurdoeltypen<br />

geven de natuurdoelen weer die in 2018<br />

gerealiseerd moeten zijn. De vertaling van de biotopen<br />

naar de <strong>Utrecht</strong>se natuurdoeltypen staat in<br />

bijlage 5.<br />

Essenhakhout<br />

Prioritair zijn de mossen Groot touwtjesmos, Recht<br />

palmpjesmos en Spatelmos, Dwerg-vedermos en<br />

Gekromd dikkopmos. Dit zijn allen bladmossen die<br />

specifiek voorkomen op en tussen de essenstoven<br />

in essenhakhoutpercelen die nog als zodanig<br />

beheerd worden. De eerste drie soorten Groot<br />

touwtjesmos, Spatelmos en Recht palmpjesmos<br />

komen ook voor op de Rode lijst als kwetsbaar tot<br />

zeer kwetsbaar. Het zijn alle drie zeldzame tot zeer<br />

zeldzame soorten. Het Dwerg-vedermos neemt een<br />

bijzondere plaats in tussen de overige voornamelijk<br />

epifytisch levende soorten. Het is de enige soort die<br />

niet op de essenstoven zelf groeit maar op de grond<br />

tussen de stoven. In ons land is dit zeldzame mos<br />

vrijwel uitsluitend te vinden op kale, zwaar beschaduwde<br />

kleigronden waar een hoge luchtvochtigheid<br />

heerst. Aan deze voorwaarde voldoen de essenhakhoutpercelen,<br />

zodat dit uiterst kleine mosje voor zijn<br />

verspreiding in sterke mate is aangewezen op<br />

essenhakhout. Gekromd dikkopmos is de minst<br />

zeldzame van deze prioritaire soorten en wordt<br />

behalve in het essenhakhout ook in <strong>Utrecht</strong> tamelijk<br />

algemeen aangetroffen in grienden. Landelijk is het<br />

echter een zeldzame soort.


Kleiboslaan op landgoed Nijenrode met<br />

Goudporieboleet<br />

Kleibossen, Bomenlanen en Wegbermen op klei<br />

Prioritair zijn de paddenstoelen Beukenmelkzwam,<br />

Bleke amaniet, Bruine kleibosgordijnzwam,<br />

Fijngegordelde melkzwam, Geelwrattige amaniet,<br />

Gladstelige heksenboleet, Goudporieboleet,<br />

Kersrode boleet, Kleibosrussula, Plompe russula,<br />

Populiermelkzwam, Prachtamaniet, Rode kleibosmelkzwam,<br />

Sterspoorvezelkop, Streephoedridderzwam,<br />

Verkleurende kamrussula en Wortelende<br />

boleet. Het opvallende van deze groep prioritaire<br />

kleibospaddenstoelen is dat het allemaal mycorrhizasoorten<br />

zijn. Dat zijn paddenstoelen die samenleven<br />

met bomen waarbij de ondergrondse zwamvlok<br />

een symbiose aangaat met de fijne boomwortels.<br />

Een mantel van schimmeldraden wordt gevormd<br />

rondom de worteluiteinden van de boom via welke<br />

de paddestoel de boom voedt met water en voedingsstoffen.<br />

Daarmee vergroot de paddestoel met<br />

zijn wijdvertakte zwamvlok zeer efficient het opnemend<br />

vermogen van de boom. Daartegenover staat<br />

20<br />

de levering van koolhydraten van de boom aan de<br />

schimmel, welke de schimmel zelf niet kan vormen.<br />

De boomwortels zijn bovendien door het schimmeldradensokje<br />

effectief beschermd tegen wortelpathogenen,<br />

bacterieën en zware metalen.<br />

De verschillende mycorrhizapaddenstoelen vervullen<br />

in bossen en lanen diverse zeer gespecialiseerde<br />

functies binnen het ecosysteem. Zo zijn er soorten<br />

die gespecialiseerd zijn in hun beschermende rol en<br />

andere die vooral een rol spelen bij de toevoer van<br />

voedinsstoffen. Veel soorten mycorrhizapaddenstoelen<br />

zijn dan ook van belang voor de vitaliteit van een<br />

bos of bomenlaan. Vaak zijn de paddenstoelen ook<br />

specifiek voor bepaalde boomsoorten of groepen<br />

van bomen, zoals bijvoorbeeld voor loofbomen of<br />

specifiek voor een genus of soort. De Populiermelkzwam<br />

en de Beukenmelkzwam komen bijvoorbeeld<br />

alleen voor bij Populieren danwel Beuken.<br />

De Prachtamaniet is een karakteristieke soort van<br />

oude eikenlanen op klei, terwijl de Geelwrattige<br />

amaniet dat is voor beukenlanen op klei. De Bleke<br />

amaniet is een zeer zeldzame soort van eikenlanen.<br />

De Kleibosrussula, een prachtige rode paddestoel<br />

met witte steel, is kenmerkend voor oude beukenen<br />

eikenlanen. Al deze soorten zijn recent in aantal<br />

achteruitgegaan en nu tamelijk zeldzaam geworden.<br />

De Kersrode boleet is een klein kleverig boleetje<br />

met een mooie rozerode hoed welke uitsluitend aangetroffen<br />

wordt in schrale lanen en wegbermen met<br />

beuken of eiken. Het is altijd al een zeldzame soort<br />

geweest die in de op één na hoogste categorie van<br />

de Europese Rode Lijst opgenomen is. De<br />

Gladstelige heksenboleet en de Wortelende boleet<br />

waren tamelijk zeldzaam en zijn dat nog. De<br />

Goudporieboleet is vooral de laatste tijd sterk<br />

achteruitgegaan.<br />

Vochtige Bossen en Houtwallen op zandgrond<br />

Prioritair is de varen Dubbelloof welke groeit in<br />

beschaduwde greppels. Het is een wintergroene<br />

sierlijke varen die twee typen bladeren bezit, steriele<br />

en sporendragende bladeren, vandaar de naam<br />

Dubbelloof. Het is een goede vochtindicator en is<br />

tevens uitermate kalkmijdend. In <strong>Utrecht</strong> wordt de<br />

soort niet bedreigd maar gezien de landelijk negatieve<br />

trend is versterking van zijn positie van belang.<br />

Voedselarme Wateren<br />

Prioritair in voedselarm en zwak zuur water is de<br />

Kleinste egelskop. Een soort die op slechts een<br />

paar plaatsen in <strong>Utrecht</strong> in veenputjes groeit. Dit<br />

type water wordt negatief beïnvloed door verzuring<br />

waardoor de soorten van deze biotoop ‘kwetsbaar’<br />

zijn.<br />

Matig voedselrijke Wateren<br />

Prioritair zijn soorten van bron- en kwelmilieus en<br />

van milieus waar geen gebiedsvreemd water ingelaten<br />

wordt. De Klimopwaterranonkel groeit in de zeldzame<br />

bronmilieus op de flanken van de Heuvelrug<br />

terwijl Spits fonteinkruid, Plat fonteinkruid en Stomp<br />

fonteinkruid ondergedoken waterplanten zijn die het<br />

kwelmilieu aan de voet van de Heuvelrug prefereren.<br />

Door meerdere oorzaken is de kweldruk van het<br />

grondwater de laatste 25 jaar ernstig verminderd<br />

wat dit type milieu zeldzaam heeft gemaakt.<br />

Krabbenscheer is een schoonwaterplant die waarschijnlijk<br />

zo hard achteruitgegaan is tengevolge van<br />

inlaat van sulfiderijk water in de polders. Omdat een<br />

lagere grondwaterstand in winter en voorjaar<br />

gewenst is moet ’s zomers veel meer water van<br />

elders ingelaten worden. In zijn optimale milieu<br />

vormt de soort dichte drijvende zodden in poldersloten<br />

en veenplassen. Mogelijk speelt ook een doeltreffend<br />

beheer gericht tegen het dichtgroeien van<br />

sloten een rol bij de achteruitgang van deze soort,<br />

welke vroeger juist geliefd was als meststof voor het<br />

land.<br />

Getijdewateren<br />

Prioritair is de Driekantige bies welke voorkomt in<br />

het zeldzame zoetwatergetijdenbiotoop van de Lek,<br />

benedenstrooms van de stuw bij Hagestein. Hier<br />

vertoont het waterpeil nog een aanzienlijk verschil<br />

tussen eb en vloed, een noodzakelijke conditie voor<br />

deze soort. De Driekantige bies groeit optimaal op<br />

plaatsen die sterk aan schuring door stroom of golfslag<br />

blootgesteld zijn en is zeer erosiebestendig is.<br />

Landelijk gezien is de soort sterk achteruitgegaan<br />

door de afsluiting van de zeearmen in het<br />

Deltagebied.<br />

Voedselarme zwakzure Graslanden<br />

Prioritair voor de vochtige graslanden is de Brede<br />

orchis, een soort die in enkele tientallen jaren<br />

achteruitgegaan is van de meest algemene orchidee<br />

tot een zeldzame verschijning. Het is een kenmer-<br />

21<br />

kende soort voor de blauwgraslanden, een type<br />

grasland dat haar naam dankt aan de blauwgroene<br />

kleur van een paar overheersende soorten grassen<br />

en zeggen. Het meest optimaal komt de soort voor<br />

in vochtige tot natte onbemeste graslanden die licht<br />

basisch zijn tengevolge van uittredend grondwater.<br />

Momenteel wordt getracht dit type grasland op kansrijke<br />

plekken weer door middel van afplaggen van<br />

de bovenlaag uit te breiden (Den Treek, Anderstein,<br />

De Hel). Echter de ultieme toppers van de provincie<br />

op dit terrein worden momenteel zeer bedreigd door<br />

zowel verdroging als infrastructurele werken.<br />

Prioritair voor de droge graslanden zijn het<br />

Dwergviltkruid en het Hondsviooltje. Dwergviltkruid<br />

is een soort van droge voedselarme maar niet sterk<br />

zure zandgrond. Het is een soort die niet in een<br />

gesloten grasmat kan groeien maar alleen op open<br />

zandplekken waar geen verstuiving van zand meer<br />

Nat schraalgrasland<br />

optreedt. Gevoeligheid van deze plant voor zure<br />

neerslag is aangetoond. Het Hondsviooltje is niet zo<br />

erg kritisch ten aanzien van zijn standplaats. Hij kan


zowel op droge als vochtige zandgrond voorkomen<br />

en ook nog tamelijk zuur al lijkt hij zijn optimum te<br />

hebben in het zwakzure milieu. De soort is erg<br />

gevoelig voor bemesting en verzuring.<br />

Vochtige, matig voedselrijke, niet zure<br />

Graslanden<br />

Prioritair zijn de Ruige leeuwentand, Karwijvarkenskervel,<br />

Oosterse morgenster, Goudhaver en<br />

Aardaker. Het zijn alle soorten die thuishoren in het<br />

rivierkleigebied. En dan wel in de niet bemeste graslanden.<br />

Vaak gaat het daarbij om dijktaluds en bermen.<br />

Ze zijn allen tamelijk zeldzaam geworden,<br />

alleen de Goudhaver is niet bedreigd in <strong>Utrecht</strong>.<br />

Landelijk vertoont deze soort echter wel een negatieve<br />

trend.<br />

Voedselarme, zwakzure Moerassen<br />

Prioritair zijn de Rietorchis en Waterdrieblad, waarvan<br />

de Waterdrieblad het hardst achteruit gegaan is<br />

in de recente geschiedenis. Beide soorten komen nu<br />

nog uitsluitend binnen de grenzen van de natuurreservaten<br />

voor, vaak ook gezamenlijk in veenmosrietlanden<br />

In ieder geval was deze beperking tot de<br />

strikte reservaten voor het Waterdrieblad in de 70-er<br />

jaren zeker niet het geval.<br />

Matig voedselrijke, niet zure Moerassen<br />

Prioritair zijn Ronde zegge, Zomerklokje en<br />

Slangenwortel. De Ronde zegge is een soort van<br />

kwelmilieus terwijl het Zomerklokje en de<br />

Slangenwortel daar niet direct aan gebonden zijn.<br />

22<br />

Deze laatste soorten groeien vaak in tamelijk voedselrijk<br />

water. Het Zomerklokje is een soort van de<br />

oeverlandjes langs veenrivieren die in kontakt staan<br />

met zeeklei. Het Zomerklokje is landelijk zeer zeldzaam<br />

en komt in <strong>Utrecht</strong> in het Vechtgebied voor. De<br />

soort is wettelijk beschermd.<br />

Vochtige Muren<br />

Prioritair zijn de Zwartsteel, Tongvaren, Steenbreekvaren<br />

en Rechte driehoeksvaren. Vochtige muren<br />

komen het meest overeen met de rotsachtige<br />

natuurlijke standplaatsen die deze soorten in het<br />

buitenland hebben. Ze groeien op muren die door<br />

een achterliggend grondlichaam vochtig gehouden<br />

worden zoals keermuren, werfmuren en stenen<br />

bruggen. Door restauraties van muren, waarbij<br />

steeds vaker vochtwerende voorzieningen aan de<br />

achterzijde van de muur getroffen worden, wordt<br />

deze specifieke vegetatie bedreigd. Recent zijn<br />

nogal wat nieuwe groeiplaatsen gevonden in straatputten.<br />

Al deze soorten zijn wettelijk beschermd.<br />

Droge Muren<br />

Prioritair is Klein glaskruid, een soort van vrijstaande<br />

muren zoals stadsmuren en kasteelruïnes.<br />

Recent is een deel van de Amersfoortse populatie<br />

tot een geringe bedekking teruggebracht door een<br />

overijverige schoonmaakploeg. Het is eveneens een<br />

wettelijk beschermde soort.<br />

4. Uitvoeringstrategie<br />

4.1 Algemeen<br />

Veel soorten van de <strong>Utrecht</strong>s flora staan nog steeds<br />

onder druk. Van de vaatplanten zijn 37 soorten uit<br />

<strong>Utrecht</strong> verdwenen en van de voor <strong>Utrecht</strong> karakteristieke<br />

biotopen essenhakhout en kleibossen<br />

komen 18 soorten mossen en paddenstoelen sinds<br />

1900 niet meer voor. Van de vaatplanten en kranswieren<br />

wordt meer dan de helft van de soorten in<br />

meer of mindere mate in hun voortbestaan<br />

bedreigd. In de onderstaande figuur 3 is de mate<br />

van bedreiging voor de onderzochte floragroepen<br />

samengevat.<br />

percentage<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

Mate van bedreiging van plantengroepen<br />

Zoals eerder gezegd is bovenop het gebiedsgerichte<br />

natuurbeleid extra inzet nodig om de bedreigde<br />

planten voor <strong>Utrecht</strong> te behouden. In dit werkdocument<br />

zijn de aandachtsoorten genoemd die een<br />

extra steun in de rug kunnen gebruiken. Speciale<br />

aandacht zal uitgaan naar de soorten die het zwaartepunt<br />

van hun verspreiding in onze provincie hebben,<br />

de prioritaire soorten. Deze zullen voorrang<br />

23<br />

krijgen in het provinciale <strong>soortenbeleid</strong>. Op wat voor<br />

manier de bescherming van die prioritaire soorten<br />

het beste kan worden aangepakt, zal worden uitgewerkt<br />

in soortbeschermingsplannen. Op nationaal en<br />

internationaal niveau bestaat reeds wetgeving om<br />

bepaalde soorten te beschermen.<br />

In dit hoofdstuk zal de bestaande wettelijke regelgeving<br />

voor bescherming van soorten kort beschreven<br />

worden. Aangegeven zal worden wat de provinciale<br />

inzet zal zijn voor bescherming van de aandachtsoorten<br />

en de prioritaire soorten. De middelen die<br />

daarvoor ter beschikking staan en concrete activiteiten<br />

voor 2002 en de jaren daarna zullen worden<br />

gepresenteerd.<br />

Figuur 3. Mate van bedreiging van de in dit rapport behandelde plantengroepen. Voor iedere groep zijn de<br />

percentages per bedreigingscategorie aangegeven. Het totaal aantal soorten van Essenhakhoutsoorten<br />

bedraagt 20, van Kleibospaddenstoelen 152 en van Vaatplanten en kranswieren bedraagt het 900.<br />

Essenhakhoutmossen Kleibospaddenstoelen Vaatplanten en kranswieren<br />

4.2 Wettelijke bescherming<br />

gevoelig<br />

kwetsbaar<br />

bedreigd<br />

ernstig bedreigd<br />

verdwenen<br />

gevoelig<br />

kwetsbaar<br />

bedreigd<br />

ernstig bedreigd<br />

verdwenen<br />

Bescherming van inheemse plantensoorten is geregeld<br />

in de Natuuurbeschermingswet. Het soortenonderdeel<br />

van de Natuurbeschermingswet is<br />

inmiddels opgenomen in de <strong>Flora</strong>- en faunawet die<br />

per 1 april 2002 in werking zal treden. De <strong>Flora</strong>- en<br />

faunawet is een nieuw wettelijk kader voor de


escherming van in het wild levende planten en dieren.<br />

Door middel van Algemene maatregelen van<br />

bestuur en in Ministeriële regelingen zullen de<br />

beschermde soorten worden aangewezen. In de<br />

<strong>Flora</strong>- en faunawet wordt door middel van een aantal<br />

verboden aan de bescherming van deze soorten<br />

vorm gegeven. De <strong>Flora</strong>- en faunawet is vooral<br />

soortgericht voor dieren en planten en alleen<br />

gebiedsgericht door de mogelijkheid van de aanwijzing<br />

van een beschermde leefomgeving voor een<br />

bepaalde soort.<br />

De <strong>Flora</strong>- en faunawet geeft de provincies de mogelijkheid<br />

om de leefomgeving van beschermde soorten<br />

aan te wijzen als “beschermde leefomgeving”.<br />

Het instrument is bedoeld om kleine in het landschap<br />

aanwezige elementen die voor soorten<br />

belangrijk zijn, te beschermen. Te denken valt aan<br />

houtwallen, houtsingels, een solitaire boom of een<br />

groep van bomen, poelen, ruïnes, paaiplaatsen,<br />

optrekgebieden bij sluizen en stuwen voor<br />

beschermde vissoorten. Het gaat om de leefomgeving<br />

voor enkele plant- en diersoorten. De provincie<br />

<strong>Utrecht</strong> geeft er de voorkeur aan om dit doel te realiseren<br />

op basis van vrijwilligheid. In gevallen waarbij<br />

geen overeenstemming kan worden bereikt zal dit<br />

instrument uitsluitend toegepast worden in situaties<br />

waarbij het verdwijnen van de betreffende leefomgeving<br />

het duurzaam voortbestaan van beschermde<br />

en prioritaire soorten in de provincie <strong>Utrecht</strong> in<br />

gevaar brengt.<br />

Ter voorkoming van schade aan flora en fauna kunnen<br />

door gedeputeerde staten ontheffingen verleend<br />

worden van de verboden die in de <strong>Flora</strong>- en faunawet<br />

ten aanzien van beschermde soorten genoemd<br />

zijn. Er zijn op dit moment geen gevallen bekend<br />

waarbij ingrepen in populaties van diersoorten noodzakelijk<br />

zijn om schade aan een bedreigde of zeldzame<br />

plantensoort te voorkomen.<br />

Een aantal internationale verdragen heeft eveneens<br />

betrekking op bescherming van soorten. Voor planten<br />

is de Habitatrichtlijn van belang. De<br />

Habitatrichtlijn is gericht op soorten en gebieden<br />

van communautaire betekenis. Met betrekking tot<br />

soorten worden er drie categorieën onderscheiden:<br />

soorten waarvoor aanwijzing van speciale beschermingszones<br />

vereist is, soorten die strikt beschermd<br />

dienen te worden en soorten waarvoor het onttrekken<br />

aan de natuur en de exploitatie aan beheersmaatregelen<br />

kunnen worden onderworpen. De rijks-<br />

24<br />

overheid zorgt voor de implementatie van de<br />

Habitatrichtlijn in nationale wetgeving. In bijlage 4<br />

zijn de <strong>Utrecht</strong>se plantensoorten opgenomen die<br />

onder de Habitatrichtlijn vallen.<br />

Beenbreek<br />

4.3 Bescherming aandachtsoorten<br />

Voor aandachtsoorten zal het treffen van maatregelen<br />

voor instandhouding, herstel en ontwikkeling van<br />

de leefomgeving van deze soorten, zowel binnen als<br />

buiten de ecologische hoofdstructuur, zoveel mogelijk<br />

worden gestimuleerd. De prioriteit zal vaak<br />

binnen de ecologische hoofdstructuur liggen in verband<br />

met de duurzame instandhouding van terreinen<br />

in de EHS. Deze maatregelen moeten perspectief<br />

bieden voor een duurzaam voortbestaan van de<br />

betreffende aandachtsoorten in de provincie <strong>Utrecht</strong>.<br />

Door middel van het Programma Beheer kan via het<br />

instrument subsidie worden gestuurd op bescherming<br />

van (bepaalde) aandacht- en prioritaire soorten.<br />

In het kader van het Programma Beheer maakt<br />

de (particuliere) terreinbeheerder namelijk afspraken<br />

met het Rijk over de gewenste ontwikkeling van een<br />

natuurgebied en hoe deze ontwikkeling gerealiseerd<br />

wordt. De sturing gebeurt op basis van afspraken<br />

over pakketten. In deze pakketten worden de te<br />

bereiken resultaten onder andere middels doelsoor-<br />

Essenhakhout in beheer<br />

ten beschreven. Veel van de doelsoorten van de<br />

zogenoemde pluspakketten staan op de lijst van<br />

aandachtsoorten. Realisatie van de pluspakketten<br />

betekent daarmee automatisch bescherming van die<br />

aandachtsoorten. In provinciale natuurgebiedsplannen<br />

is vastgelegd waar voor welke pakketten afspraken<br />

gemaakt kunnen worden. De ligging van die<br />

pakketten is gebaseerd op de <strong>Utrecht</strong>se natuurdoeltypenkaart<br />

(<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 2002). De <strong>Utrecht</strong>se<br />

natuurdoeltypen geven de natuurdoelen weer die in<br />

2018 gerealiseerd moeten zijn. Soms komen de<br />

natuurdoeltypen nu al in goed ontwikkelde vorm<br />

voor, maar in veel gevallen is daar nu nog geen<br />

sprake van. De in paragraaf 3.5.2 beschreven biotopen<br />

zijn te vertalen naar de systematiek van de<br />

<strong>Utrecht</strong>se natuurdoeltypen, zie ook bijlage 5.<br />

Getracht zal worden om maatregelen ten behoeve<br />

van aandachtsoorten gerealiseerd te krijgen bij<br />

gezamenlijke projecten, provinciale projecten en bij<br />

projecten van andere overheden en instanties.<br />

Van wezenlijk belang hierbij is dat rijk, provincies en<br />

soortenbeschermende organisaties gezamenlijk uitvoering<br />

geven aan het <strong>soortenbeleid</strong>. In het<br />

Meerjarenprogramma Soortenbeleid (Ministerie van<br />

LNV, 2000) is de gezamenlijke programmering van<br />

het <strong>soortenbeleid</strong> voor de jaren 2000-2004 weergegeven.<br />

Op deze wijze wordt het <strong>soortenbeleid</strong>, op<br />

een inzichtelijke wijze, gecoördineerd en planmatig<br />

aangepakt.<br />

25<br />

4.4 Bescherming prioritaire soorten: de soortbeschermingsplannen<br />

Het doel van een soortenbeschermingsplan is een<br />

strategie te beschrijven om de kans op het duurzaam<br />

voortbestaan van de betreffende soort in de<br />

provincie <strong>Utrecht</strong> te vergroten. Op termijn zal het<br />

Soortenbeschermingsplan voor<br />

Krabbescheer en Groene<br />

glazenmaker


esultaat moeten zijn dat de soorten niet meer in<br />

hun voortbestaan bedreigd worden en dus verdwijnen<br />

van de lijst van bedreigde soorten. Om dit te<br />

bereiken zal zo veel mogelijk informatie over de<br />

bedreigingen geanalyseerd worden en zal op grond<br />

van gegevens over de biologie een overzicht gegeven<br />

worden van maatregelen die de kans op een<br />

duurzaam voortbestaan in <strong>Utrecht</strong> zullen vergroten.<br />

Daarnaast zal onderzocht worden of maatregelen<br />

ten behoeve van de prioritaire soortengroep negatieve<br />

gevolgen kan hebben voor andere<br />

(aandacht)soorten. Bij het opstellen van soortenbeschermingsplannen<br />

zullen de mogelijkheden worden<br />

onderzocht om bij de uitvoering ‘mee te liften’ met<br />

provinciale plannen of plannen van andere overheden<br />

en particulieren. Bijvoorbeeld door in te haken<br />

op herstelprojecten waarbij kansrijke situaties benut<br />

kunnen worden.<br />

Ook de rijksoverheid stelt soortbeschermingsplannen<br />

op. Bij de planning van provinciale soortbeschermingsplannen<br />

wordt rekening gehouden met<br />

de rijksprogrammering.<br />

Bij provinciale plannen, bijvoorbeeld in het kader<br />

van de ruimtelijke ordening, milieu- en waterbeleid,<br />

zal waar mogelijk aandacht gevraagd worden voor<br />

maatregelen ten gunste van aandachtsoorten.<br />

In het <strong>Werkdocument</strong> <strong>soortenbeleid</strong> onderdeel fauna<br />

(<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 1998) is reeds aangegeven dat<br />

beschermingsplannen voor verschillende soorten<br />

waar mogelijk gecombineerd dienen te worden.<br />

Onlangs verschenen bijvoorbeeld de gecombineerde<br />

soortenbeschermingsplannen voor Purperreiger<br />

en Woudaapje en voor Groene glazenmaker en<br />

Krabbenscheer. Gezien het grote aantal prioritaire<br />

plantensoorten ligt het voor de hand om voor planten<br />

ook zoveel mogelijk gecombineerde beschermingsplannen<br />

op te stellen. Daarom zullen beschermingsplannen<br />

voor soorten van een vergelijkbare<br />

leefomgeving (biotoop) worden opgesteld. In paragraaf<br />

3.5 zijn die biotopen van de prioritaire soorten<br />

al kort besproken. Voorbeelden zijn soortbeschermingsplannen<br />

voor moerasplanten en voor muurplanten.<br />

Bij de keuze van de soortengroepen “mossen<br />

van het essenhakhout” en “kleibospaddenstoelen”<br />

is al vooraf gekozen voor een aanpak per leefomgeving.<br />

Om een prioriteitsvolgorde te kunnen maken is een<br />

lijst samengesteld van biotopen met daarbij een<br />

26<br />

opsomming van prioritaire soorten. De volgende drie<br />

soortengroepen hebben de hoogste prioriteit, dit zijn<br />

voorlopig de prioritaire soortengroepen. Voor deze zullen<br />

het eerst beschermingsplannen worden opgesteld:<br />

- Soorten van Essenhakhout<br />

- Soorten van voedselarme, zwakzure moerassen.<br />

- Soorten van matig voedselrijke, niet zure moerassen.<br />

Bij de bepaling van de prioriteitsvolgorde zijn de<br />

mogelijkheden van bestaand en gepland beleid voor<br />

instandhouding of herstel van de soortengroep ingeschat.<br />

Ook is bekeken of op korte termijn maatregelen<br />

uit te voeren zijn. En tenslotte is er een inschatting<br />

gemaakt van het rendement.<br />

Het rendement van een goed en duurzaam beheer<br />

van Essenhakhout in de provincie <strong>Utrecht</strong> wordt<br />

hoog ingeschat. In het kader van het project De<br />

Venen is het bijvoorbeeld zinvol om op korte termijn<br />

inrichtingseisen voor prioritaire soorten in moerassen<br />

beschikbaar te hebben. Hoewel het rijk ook van<br />

plan is een soortbeschermingsplan voor moerassen<br />

van Laag-Nederland op te stellen, lijkt het beschikbaar<br />

krijgen van specifieke informatie over de moerasbiotopen<br />

in de <strong>Utrecht</strong>se situatie van zo’n essentieel<br />

belang om daar toch prioriteit aan te geven.<br />

Draadzegge<br />

Duizendguldenkruid<br />

4.5 Financiering<br />

Voor soorten waarvoor soortbeschermingsplannen<br />

van de rijksoverheid in uitvoering zijn, kunnen<br />

middelen voor de uitvoering van dit rijks<strong>soortenbeleid</strong><br />

worden ingezet. Op deze wijze kan door combinatie<br />

van rijks- en provinciale inzet en middelen de<br />

effectiviteit van het <strong>soortenbeleid</strong> worden vergroot.<br />

Op basis van het “Meerjarenprogramma Uitvoering<br />

Soortenbeleid stelt LNV jaarlijks € 907.560,-<br />

27<br />

beschikbaar aan de provincies voor het uitvoeren<br />

van maatregelen voor rijksaandachtsoorten, die<br />

opgenomen zijn in vastgestelde rijkssoortbeschermingsplannen<br />

of waarvoor in de planperiode soortbeschermingsmaatregelen<br />

zullen worden opgesteld.<br />

Maximaal 20% van de € 907.560,- kan worden<br />

ingezet voor de overig landelijk en regionaal<br />

bedreigde soorten.<br />

Voor de verdeling van de € 907.560,- over de provincies<br />

wordt op basis van de verspreiding van de<br />

rijksaandachtsoorten over de provincies een ondergrens<br />

aangehouden, voor de provincie <strong>Utrecht</strong><br />

bedraagt deze € 68.067,-. Het resterende bedrag<br />

van € 181.512,-, na toepassing van deze ondergrenzen,<br />

wordt jaarlijks verdeeld op basis van voorstellen<br />

van provincies.<br />

Daarnaast stelt de provincie <strong>Utrecht</strong> zelf een subsidiebedrag<br />

beschikbaar voor maatregelen ten behoeve<br />

van aandachtsoorten. Jaarlijks is in totaal maximaal<br />

€ 22.689,- beschikbaar ten behoeve van aanvragen<br />

projecten <strong>soortenbeleid</strong> (maatregelen en<br />

onderzoek). Voor het maken van provinciale soortbeschermingsplannen<br />

stelt de provincie <strong>Utrecht</strong> jaarlijks<br />

€ 13.613,- beschikbaar.<br />

Het totaal dat jaarlijks beschikbaar zal zijn voor<br />

<strong>soortenbeleid</strong> in de provincie <strong>Utrecht</strong> is € 104.395,-.<br />

Dit betreft alleen het “zichtbare” deel. Wij gaan er<br />

van uit dat investeringen voor soortgerichte maatregelen<br />

die onderdeel uitmaken van grote projecten<br />

aanzienlijk zijn. Deze investeringen blijven echter<br />

veelal “onzichtbaar” maar dragen wel bij aan het vergroten<br />

van de kans op een duurzaam voortbestaan<br />

van bedreigde soorten in de provincie <strong>Utrecht</strong>.<br />

Samenvatting subsidiemogelijkheden<br />

Financier Bestemd voor Per jaar<br />

<strong>Provincie</strong> Aandachtsoorten € 22.689,-<br />

Onderzoek en uitvoering door derden<br />

<strong>Provincie</strong> Prioritaire soorten(groepen) € 13.613,-<br />

Opstellen soortbeschermingsplannen<br />

Uitvoering soortbeschermingsplannen<br />

Rijk Rijksaandachtsoorten Minimaal € 68.067,03<br />

Onderzoek en uitvoering


4.6 Uitvoeringsprogramma<br />

Om de voortgang van het <strong>soortenbeleid</strong> (voor zowel<br />

planten als dieren) inzichtelijk te maken zal er met<br />

ingang van 2002 jaarlijks een uitvoeringsprogramma<br />

opgesteld worden waarin de voorgenomen maatregelen<br />

en projecten beschreven zullen worden.<br />

Tevens zal daarin de voortgang van het <strong>soortenbeleid</strong><br />

beschreven worden. Het provinciale <strong>soortenbeleid</strong><br />

zal ambtelijk worden begeleid door een<br />

Begeleidingscommissie Soortenbeleid (bijlage 8).<br />

Elke 10 jaar zijn nieuwe verspreidingsgegevens<br />

beschikbaar van alle soorten in de gehele provincie<br />

<strong>Utrecht</strong>. Hierdoor is het mogelijk over 10 jaar de<br />

Oranje Lijsten met dezelfde methodiek te actualiseren.<br />

De Oranje Lijsten hebben zodoende een functie<br />

bij de evaluatie van het natuur- en landschapsbeleid.<br />

Voor 2002 staan voor het <strong>soortenbeleid</strong> de volgende<br />

activiteiten op het programma:<br />

Soorten van akkers<br />

- Onderzoek naar de realisering van een akkerre<br />

servaat in het Kromme Rijngebied.<br />

Momenteel is het landelijke beschermingsplan<br />

Soortenrijke akker<br />

28<br />

akkerplanten in uitvoering. In de provincie<br />

<strong>Utrecht</strong> dient daartoe een akkerreservaat op<br />

klei in het Kromme Rijngebied gerealiseerd te<br />

worden. Om dit te bewerkstelligen is in 2001<br />

een onderzoek gestart naar geschikte locaties<br />

op grond van historische en actuele informatie<br />

en rekening houdend met het vastgestelde<br />

natuurgebiedsplan.<br />

- Opstellen van een plan om de kwaliteit van<br />

de akkerreservaten / akkers op de <strong>Utrecht</strong>se<br />

Heuvelrug en in de Gelderse vallei te behouden<br />

en waar nodig te herstellen of te ontwikkelen.<br />

Soorten van Essenhakhout<br />

- Advisering en (financiële) ondersteuning van<br />

de veelal particuliere beheerders van essenhakhout<br />

in het Kromme Rijngebied. In 2001 is<br />

door de Stuurgroep Kromme Rijnlandschap<br />

een onderzoek uitgevoerd naar de toestand<br />

van het essenhakhout in het Kromme<br />

Rijngebied (Geerdes et al, 2001). In het rapport<br />

worden vele concrete aanbevelingen<br />

gedaan voor een beheer dat gericht is op het<br />

behoud en herstel van de karakteristieke<br />

essenhakhoutmossen. Nadrukkelijk zal onderzocht<br />

dienen te worden in hoeverre het<br />

Programma Beheer een bijdrage kan leveren<br />

aan het uitvoeren van deze aanbevelingen.<br />

Soorten van moerassen<br />

- Onderzoek starten naar de inrichtingseisen<br />

van de voedselarme, zwakzure en van de<br />

matig voedselrijke, niet zure moerassen. Het<br />

onderzoek spitst zich toe het het gebied de<br />

Venen. Op basis van dit onderzoek kan een<br />

goede leefomgeving van de prioritaire soorten<br />

van deze biotopen worden ontwikkeld.<br />

5 SAMENVATTING<br />

Veel soorten van de <strong>Utrecht</strong>s flora staan nog steeds<br />

onder druk. Van alle vaatplanten en kranswieren<br />

wordt meer dan de helft van de soorten in meer of<br />

mindere mate in hun voortbestaan bedreigd. Ook<br />

vele soorten mossen en paddenstoelen, van de voor<br />

<strong>Utrecht</strong> zeer karakteristieke biotopen essenhakhout<br />

en kleibossen, komen steeds minder voor. Speciaal<br />

beleid is voor deze soorten nodig om ze door een<br />

moeilijke periode heen te helpen, totdat de leefomgeving<br />

van de soorten duurzaam hersteld is. Dit<br />

<strong>soortenbeleid</strong> is een aanvulling op het gebiedsgerichte<br />

beleid dat in het provinciale natuurbeleid voorop<br />

staat.<br />

Voor soortgerichte maatregelen op het schaalniveau<br />

van de provincie is het dus zinvol om op grond van<br />

provinciale gegevens lijsten op te stellen van<br />

bedreigde soorten. Daarom is allereerst de mate<br />

van bedreiging van de plantengroepen ‘vaatplanten<br />

en kranswieren’, ‘mossen van het essenhakhout’ en<br />

‘kleibospaddenstoelen’ vastgesteld. Om de mate van<br />

bedreiging vast te stellen is een methodiek toegepast<br />

waarbij als criteria de afname van de populatiegrootte<br />

en de zeldzaamheid zijn gebruikt. De lijsten<br />

worden aangeduid als Oranje Lijsten. Aan de biotopen<br />

essenhakhout en kleibos wordt speciale aandacht<br />

besteed omdat deze (inter)nationaal bezien<br />

zeldzaam zijn en in <strong>Utrecht</strong> nog goed vertegenwoordigd<br />

voorkomen. De <strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong> heeft voor<br />

deze biotopen daarom een bijzondere verantwoordelijkheid.<br />

Het <strong>Utrecht</strong>se <strong>soortenbeleid</strong> richt zich in eerste<br />

instantie op de aandachtsoorten. Dit zijn de meeste<br />

soorten van de Oranje Lijst, aangevuld met soorten<br />

die in <strong>Utrecht</strong> niet bedreigd zijn maar die landelijk<br />

achteruitgaan of zeldzaam zijn. Van de vaatplanten<br />

en kranswieren bedraagt deze lijst van aandachtsoorten<br />

486 soorten. Van de essenhakhoutmossen<br />

staan 10 soorten op deze lijst en van de kleibospaddenstoelen<br />

131 soorten.<br />

De bescherming van de aandachtsoorten zal zoveel<br />

mogelijk worden gestimuleerd door het treffen van<br />

maatregelen voor instandhouding, herstel en ontwikkeling<br />

van de leefomgeving van deze soorten. De<br />

maatregelen ten behoeve van aandachtsoorten kun-<br />

29<br />

nen, onder bepaalde voorwaarden, in aanmerking<br />

komen voor een provinciale subsidie. Tevens zullen<br />

de lijsten met aandachtsoorten gebruikt worden voor<br />

het toetsen van subsidieaanvragen en bij het toetsen<br />

van (provinciale) plannen.<br />

Een selectie van de aandachtsoorten waarvoor de<br />

provincie <strong>Utrecht</strong> een speciale verantwoordelijkheid<br />

draagt, is aangeduid als prioritaire soort. Deze soorten<br />

hebben het zwaartepunt van hun verspreiding in<br />

onze provincie liggen. Zij zullen voorrang krijgen in<br />

het provinciale <strong>soortenbeleid</strong>. In totaal zijn 49 prioritaire<br />

soorten geselecteerd: 5 essenhakhoutmossen,<br />

16 kleibospaddenstoelen en 28 vaatplanten. De prioritaire<br />

vaatplanten zijn soorten van vochtige bossen<br />

en houtwallen op zandgrond, van voedselarme tot<br />

matig voedselrijke wateren, van getijdenwateren,<br />

van voedselarme tot matig voedselrijke graslanden,<br />

van voedselarme tot matig voedselrijke moerassen<br />

en van vochtige muren en droge muren.<br />

Voor de prioritaire soorten zullen soortbeschermingsplannen<br />

worden opgesteld met aanbevelingen<br />

voor het treffen van extra en specifieke maatregelen.<br />

Gezien het grote aantal prioritaire plantensoorten<br />

zullen zoveel mogelijk gecombineerde beschermingsplannen<br />

worden gemaakt. Voor de volgende<br />

drie soortengroepen zullen het eerst beschermingsplannen<br />

worden opgesteld:<br />

- Soorten van Essenhakhout<br />

- Soorten van voedselarme, zwakzure moerassen,<br />

- Soorten van matig voedselrijke, niet zure moerassen.<br />

Jaarlijks stelt de provincie <strong>Utrecht</strong> in totaal maximaal<br />

€ 22.689,- beschikbaar ten behoeve van aanvragen<br />

projecten <strong>soortenbeleid</strong> (maatregelen en onderzoek).<br />

Voor het maken van provinciale soortbeschermingsplannen<br />

stelt de provincie <strong>Utrecht</strong> jaarlijks<br />

€ 13.613,- beschikbaar.


Concreet staan voor 2002 de volgende activiteiten<br />

op het programma:<br />

Soorten van akkers<br />

- Onderzoek naar de realisering van een akkerreservaat<br />

in het Kromme Rijngebied.<br />

- Opstellen van een plan voor behoud, herstel<br />

of ontwikkeling van de akkerreservaten op de<br />

<strong>Utrecht</strong>se Heuvelrug en in de Gelderse vallei.<br />

30<br />

Soorten van Essenhakhout<br />

- Advisering en (financiële) ondersteunig van<br />

de (particuliere) eigenaren van essenhakhout<br />

bij beheer dat gericht is op het behoud en<br />

herstel van de karakteristieke essenhakhoutmossen.<br />

Soorten van akkers<br />

- Onderzoek starten naar de inrichtingseisen<br />

van de voedselarme, zwakzure en van de<br />

matigvoedselrijke, niet zure moerassen.<br />

6 LITERATUUR<br />

Dort, K. van, 2000. Mossen in het essenhakhout van<br />

SBB-reservaat Over Langbroek, Wageningen.<br />

Geerdes, A, H.J.V. van den Bijtel & Th.H. de Jong,<br />

2001. Essenhakhout in het Kromme Rijngebied,<br />

actieplan voor behoud van een uniek bostype.<br />

Stuurgroep Kromme Rijngebied.<br />

Greven, H., 1998. Voorstel voor de Oranje Lijst van<br />

Mossen van het Essenhakhout.<br />

Achtergronddocument Soortenbeleid – <strong>Onderdeel</strong><br />

<strong>Flora</strong> – <strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>. Opgenomen in RERbericht<br />

nr. 38, <strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 2000.<br />

IUCN, 1993. IUCN red list of threatened animals.<br />

International Union for Consevation of Nature and<br />

natural resources, Gland / Cambridge. 1994.<br />

Meijden, R. van der, 1998. Heukels’ <strong>Flora</strong> van<br />

Nederland “22e druk, eerste bijdruk” uitg. Wolters-<br />

Noordhoff, Groningen, ISBN 9001583431.<br />

Ministerie van LNV, 2000. Meerjarenprogramma<br />

Uitvoering Soortenbeleid 2000-2004.<br />

Nieukerken, E. van & A.J. van Loon, 1995.<br />

Biodiversiteit in Nederland. Nationaal<br />

Natuurhistorisch Museum/KNNV Uitgeverij,<br />

Leiden/<strong>Utrecht</strong>.<br />

31<br />

<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 1992. Beleidsplan Natuur en<br />

Landschap provincie <strong>Utrecht</strong><br />

<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 1996. Plan Veiligstelling Gebieden<br />

Ecologische Hoofdstructuur.<br />

<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 1998. <strong>Werkdocument</strong><br />

Soortenbeleid, onderdeel Fauna<br />

<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 2000. Beheersgebiedsplan<br />

<strong>Utrecht</strong><br />

<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 2002. <strong>Utrecht</strong>se natuurdoeltypen.<br />

Timmers, W. en E. van den Dool, 2000. Voorstel voor<br />

de Aandachtsoortenlijst incl. de Oranje Lijst van<br />

Vaatplanten en Kranswieren. Achtergronddocument<br />

Soortenbeleid – <strong>Onderdeel</strong> <strong>Flora</strong> – <strong>Provincie</strong><br />

<strong>Utrecht</strong>. RER-bericht nr. 36, <strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>.<br />

Veerkamp, M., P.J. Keizer en E. van den Dool, 1994.<br />

Kleibospaddestoelen. Geografische verspreiding.<br />

Coolia 37: 136-145.<br />

Veerkamp, M. 1999. Voorstel voor de Oranje Lijst<br />

van Kleibospaddestoelen. Achtergronddocument<br />

Soortenbeleid – <strong>Onderdeel</strong> <strong>Flora</strong> – <strong>Provincie</strong><br />

<strong>Utrecht</strong>. Opgenomen in RER-bericht nr. 37,<br />

<strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong>, 2000.


Gewoon pelsmos<br />

32<br />

DEEL 2 De oranje lijsten met aandachtsoorten en prioritaire soorten<br />

MOSSEN VAN HET ESSENHAKHOUT<br />

A = Aandachtsoort<br />

P en vetgedrukt = Prioritaire soort<br />

Verdwenen uit <strong>Utrecht</strong><br />

Klein touwtjesmos Anomodon attenuatus<br />

Bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

Leermos Peltigera praetexata A<br />

Gevoelig in <strong>Utrecht</strong><br />

Bleek boomvorkje Metzgeria furcata A<br />

Gewoon Pelsmos Porella platyphylla A<br />

Glad kringmos Neckera complanata A<br />

Groot touwtjesmos Anomodon viticulosus A P<br />

Pluimstaart-haakmos Rhytidiadelphus triquetrus A<br />

Recht palmpjesmos Isothecium alopecuroides A P<br />

Schijfmos Radula complanata A<br />

Spatelmos Homalia trichomanoides A P<br />

Aandachtsoort, thans niet bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

Dwerg-platmos Plagiothecium latebricola A<br />

Dwerg-vedermos Fissidens exilis A P<br />

Gekromd dikkopmos Brachythecium reflexum A P<br />

Gewoon zijdemos Homalothecium sericeum A<br />

Glad dikkopmos Brachythecium salebrosum A<br />

Groot platmos Plagiothecium nemorale A<br />

Knikkend palmpjesmos Isothecium myosuroides A<br />

Penseel-dikkopmos Brachythecium populeum A<br />

Spits boogsterremos Plagiomnium cuspidatum A<br />

Struikmos Thamnobryum alopecurum A<br />

Zacht dikkopmos Brachythecium velutinum A<br />

33


KLEIBOSPADDENSTOELEN<br />

A = Aandachtsoort<br />

P en vetgedrukt = Prioritaire soort<br />

Verdwenen uit <strong>Utrecht</strong><br />

Bleke boleet Boletus fechtneri<br />

Bochtige melkzwam Lactarius roseozonatus<br />

Bruine beukegordijnzwam Cortinarius holophaeus<br />

Fijnstekelige ridderhoed Porpoloma spinulosum<br />

Gegordelde beukegordijnzwam Cortinarius bivelus<br />

Gevlekte knolvezelkop Inocybe pseudohiulca<br />

Lactarius mairei<br />

Lactarius violascens<br />

Muffe vezelkop Inocybe cervicolor<br />

Oranjegele gordijnzwam Cortinarius callisteus<br />

Roestbruine gordelsteelgordijnzwam Cortinarius triformis<br />

Stinkende ridderzwam Tricholoma inamoenum<br />

Tengere slijmkop Hygrophorus mesotephrus<br />

Wijdplaatfranjehoed Psathyrella infida<br />

Wolfsboleet Boletus lupinus<br />

Zwartgespikkelde wasplaat Camarophyllopsis atropuncta<br />

Zwartschubbige ridderzwam Tricholoma atrosquamosum<br />

Ernstig bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

Berijpte galgordijnzwam Cortinarius causticus A<br />

Bronskleurig eekhoorntjesbrood Boletus aereus A<br />

Geelnetboleet Boletus appendiculatus A<br />

Ivoorzwam Hygrophorus eburneus A<br />

Satansboleet Boletus satanas A<br />

Stekelkopamaniet Amanita solitaria A<br />

Bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

Bleekgele russula Russula farinipes A<br />

Bruine pelargoniumvezelkop Inocybe obscurobadia A<br />

Donkere geelplaatrussula Russula cuprea A<br />

Fijngegordelde melkzwam Lactarius insulsis A p<br />

Fijnschubbige gordijnzwam Cortinarius psammocephalus A<br />

Gazonrussula Russula anatina A<br />

Geelwrattige amaniet Amanita franchetii A p<br />

Gerimpelde russula Russula olivacea A<br />

Geurende vezelkop Inocybe bongardii A<br />

Gevlekte russula Russula maculata A<br />

Groenige perevezelkop Inocybe corydalina A<br />

Haagbeukboleet Leccinum griseum A<br />

Haagbeukmelkzwam Lactarius circellatus A<br />

Lactarius ruginosus Lactarius ruginosus A<br />

Olijfkleurige slijmkop Hygrophorus persoonii A<br />

Pelargoniummelkzwam Lactarius decipiens A<br />

Prachtamaniet Amanita ceciliae A p<br />

34<br />

Rossige vaalhoed Hebeloma truncatum A<br />

Wijnrode vezelkop Inocybe adaeguata A<br />

Zwartvoetvezelkop Inocybe tenebrosa A<br />

Verkleurende slijmkop Hygrophorus discoxanthus A<br />

Kwetsbaar in <strong>Utrecht</strong><br />

Abrikoosfluweelboleet Boletus armeniacus A<br />

Amandelvezelkop Inocybe hirtella A<br />

Beukenmelkzwam Lactarius fluens A P<br />

Bitterscherpe ridderzwam Tricholoma sciodes A<br />

Bleke melkzwam Lactarius pallidus A<br />

Bruine kleibosgordijnzwam Cortinarius nemorensis A P<br />

Droge galgordijnzwam Cortinarius ochroleucus A<br />

Franje amaniet Amanita strobiliformis A<br />

Geelvlekkende russula Russula luteotacta A<br />

Gegordelde gordijnzwam Cortinarius trivialis A<br />

Geraniumrussula Russula pelargonia A<br />

Gespleten franjezwam Thelephora anthocephala A<br />

Gladde knolvezelkop Inocybe cookei A<br />

Gladstelige heksenboleet Boletus queletii A P<br />

Goudporieboleet Boletus impolitus A P<br />

Grote vaalhoed Hebeloma sinapizans A<br />

Harde populierboleet Leccinum duriusculum A<br />

Kleibosrussula Russula pseudointegra A P<br />

Olijfkleurige gordijnzwam Cortinarius infractus A<br />

Paarse galgordijnzwam Cortinarius croceocoeruleus A<br />

Perevezelkop Inocybe fraudans A<br />

Plompe russula Russula viscida A P<br />

Rode geelplaatrussula Russula rutila A<br />

Rode kleibosmelkzwam Lactarius ichoratus A P<br />

Sterspoorvezelkop Inocybe asterospora A P<br />

Streephoedridderzwam Tricholoma sejunctum A P<br />

Tweekleurige russula Russula veternosa A<br />

Valse beukeridderzwam Tricholoma ustaloides A<br />

Vorkplaatrussula Russula heterophylla A<br />

Vuurmelkzwam Lactarius hortensis A<br />

Witte galgordijnzwam Cortinarius emollitus A<br />

Zonnerussula Russula solaris A<br />

Gevoelig in <strong>Utrecht</strong><br />

Antracietrussula Russula anthracina A<br />

Blauwe knolgordijnzwam Cortinarius coerulescens A<br />

Bleekrandslijmkop Hygrophorus unicolor A<br />

Bleke amaniet Amanita lividopallescens A P<br />

Bloemkoolzwam Ramaria botrytis A<br />

Cortinarius damascenus A<br />

Cortinarius praestigiosus A<br />

Dikke gordijnzwam Cortinarius balteatoalbus A<br />

Gele zijdetruffel Hymenogaster luteus A<br />

35


Gekroesde melkzwam Lactarius acerrimus A<br />

Giftige satijnzwam Entoloma sinuatum A<br />

Groene peperrussula Russula urens A<br />

Honingrussula Russula melliolens A<br />

Kersrode boleet Aureoboletus gentilis A P<br />

Klein kleivloksteeltje Flammulaster speireoides A<br />

Kleine sterspoorvezelkop Inocybe brunneorufa A<br />

Lantaarnzwam Omphalotus illudens A<br />

Late grauwkop Tephrocybe platypus A<br />

Mergrussula Russula medullata A<br />

Okerroze russula Russula laeta A<br />

Oortjesmolenaar Clitopilus rhodophyllus A<br />

Oranje russula Russula aurantiaca A<br />

Oranjebloesemgordijnzwam Cortinarius sacchariosmus A<br />

Prachtboleet Boletus speciosus A<br />

Purperen gordijnzwam Cortinarius purpurascens A<br />

Rissige vezelkop Inocybe bresadolae A<br />

Robijnboleet Chalciporus rubinus A<br />

Roodbruine truffel Tuber rufum A<br />

Russula carminipes A<br />

Russula deceptiva A<br />

Russula romellii A<br />

Schijnwratsporige inktzwam Coprinus verrucispermus A<br />

Schubbige knobbelspoorvezelkop Inocybe margaritispora A<br />

Spinnewebsatijnzwam Entoloma araneosum A<br />

Spoelvoetchampignon Agaricus bohusii A<br />

Statige champignon Agaricus excellens A<br />

Stinkgordijnzwam Cortinarius traganus A<br />

Stompcellige geelplaatrussula Russula subcristulata A<br />

Tengere vezelkop Inocybe mycenoides A<br />

Tweekleurige vezelkop Inocybe phaeodisca A<br />

Vaaggegordelde melkzwam Lactarius evosmus A<br />

Vaalhoedgordijnzwam Cortinarius pseudocrassus A<br />

Valse anijschampignon Agaricus aestivalis A<br />

Verkleurende kamrussula Russula insignis A<br />

Vissige champignon Agaricus maleolens A<br />

Vlokkige stuifzwam Lycoperdon mammiforme A<br />

Vuilwitte ridderzwam Tricholoma lascivum A<br />

Wantsenvezelkop Inocybe quietiodor A<br />

Wijnbruine russula Russula vinosobrunnea A<br />

Wijnpurperen russula Russula vinosopurpurea A<br />

Witte zijdegordijnzwam Cortinarius turgidus A<br />

Wolsteelcollybia Collybia tergina A<br />

Zalmkleurige poria Junghuhnia nitida A<br />

Zoete vaalhoed Hebeloma senescens A<br />

Aandachtsoort, thans niet bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

Blozende stinkvezelkop Inocybe haemacta A<br />

Forse vezelkop Inocybe oblectabilis A<br />

Inktboleet Boletus pulverulentis A<br />

36<br />

Kruipwilgrussula Russula persicina A<br />

Netstelige heksenboleet Boletus luridus A<br />

Paarssteelspleetvezelkop Inocybe pusio A<br />

Paarsstelige pastelrussula Russula violeipes A<br />

Populiermelkzwam Lactarius controversus A P<br />

Populierridderzwam Tricholoma populinum A<br />

Roze geelplaatrussula Russula decipiens A<br />

Sombere fluweelboleet Boletus porosporus A<br />

Sombere vezelkop Inocybe fuscidula A<br />

Tweegeurrussula Russula clariana A<br />

Violetbruine vezelkop Inocybe cincinnata A<br />

Witte ridderzwam Tricholoma album A<br />

Wortelende boleet Boletus radicans A P<br />

Zilveren ridderzwam Tricholoma argyraceum A<br />

Witte klaverzuring<br />

37


VAATPLANTEN EN KRANSWIEREN<br />

A = Aandachtsoort<br />

P en vetgedrukt = Prioritaire soort<br />

Verdwenen uit <strong>Utrecht</strong><br />

Akkerviltkruid Filago arvensis<br />

Averuit Artemisia campestris<br />

Berghertshooi Hypericum montanum<br />

Blauw guichelheil Anagallis arv.ssp.foem.<br />

Blauwe leeuwenbek Linaria arvensis<br />

Brede ereprijs Veronica austri.ssp.teu.<br />

Brede wolfsmelk Euphorbia platyphyllos<br />

Breed wollegras Eriophorum latifolium<br />

Draadgentiaan Cicendia filiformis<br />

Gegroefde veldsla Valerianella carinata<br />

Gesteelde zannichellia Zannichellia pal.ssp.pe<br />

Gevlekt zonneroosje Tuberaria guttata<br />

Groenknolorchis Liparis loeselii<br />

Gulden sleutelbloem Primula veris<br />

Handjesereprijs Veronica triphyllos<br />

Klein glidkruid Scutellaria minor<br />

Koprus Juncus capitatus Oeverkruid Littorella uniflora<br />

Paarbladig goudveil Chrysosplenium opposit.<br />

Paardenhaarzegge Carex appropinquata<br />

Paardenzuring Rumex aquaticus<br />

Ruig hertshooi Hypericum hirsutum<br />

Schorrezoutgras Triglochin maritima<br />

Tweehuizige zegge Carex dioica<br />

Valkruid Arnica montana<br />

Veenbloembies Scheuzeria palustris<br />

Verspreidbladig goudveil Chrysosplenium alternif.<br />

Vlasdolik Lolium remotum<br />

Vlottende waterranonkel Ranunculus fluitans<br />

Voszegge Carex vulpina<br />

Vroege ereprijs Veronica praecox<br />

Waterlepeltje Ludwigia palustris<br />

Waterlobelia Lobelia dortmanna<br />

Wilde akelei Aquilegia vulgaris<br />

Wilde ridderspoor Consolida regalis<br />

Zaagblad Serratula tinctoria Zomeradonis Adonis<br />

aestivalis<br />

Ernstig bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

Aardkastanje Bunium bulbocastaneum A<br />

Akkergeelster Gagea villosa A<br />

Armbloemige waterbies Eleocharis quinqueflora A<br />

Beemdhaver Helictotrichon pratense A<br />

Bitterbarbarakruid Barbarea intermedia A<br />

Blaasvaren Cystopteris fragilis A<br />

38<br />

Eironde leeuwenbek<br />

39


Blauwe bremraap Orobanche purpurea A<br />

Bleke basterdwederik Epilobium roseum A<br />

Bonte paardenstaart Equisetum variegatum A<br />

Bosbingelkruid Mercurialis perennis A<br />

Brokkelig kransblad s.l. Chara contraria s.l. A<br />

Doffe ereprijs Veronica opaca A<br />

Donzige klit Arctium tomentosum A<br />

Draadklaver Trifolium micranthum A<br />

Drijvende waterweegbree Luronium natans A<br />

Duits viltkruid Filago vulgaris A<br />

Dwerggras Mibora minima A<br />

Echt lepelblad Cochlearia off.ssp.off. A<br />

Echte guldenroede Solidago virgaurea A<br />

Eekhoorngras Vulpia bromoides A<br />

Eenarig wollegras Eriophorum vaginatum A<br />

Eironde leeuwenbek Kickxia spuria A<br />

Engels lepelblad Cochlearia off.ssp.angl A<br />

Fijne ooievaarsbek Geranium columbinum A<br />

Fijnstekelig kransblad s.l. Chara aculeolata s.l A<br />

Gebogen driehoeksvaren Gymnocarpium dryopteris A<br />

Genadekruid Gratiola officinalis A<br />

Geschubde mannetjesvaren Dryopteris affinis A<br />

Gestreepte klaver Trifolium striatum A<br />

Gewone vleugeltjesbloem Polygala vulgaris A<br />

Glad biggenkruid Hypochaeris glabra A<br />

Gladde ereprijs Veronica polita A<br />

Goudknopje Cotula coronopifolia A<br />

Groot spiegelklokje Legousia speculum-mvener. A<br />

Grote muggenorchis Gymnadenia conopsea A<br />

Grote trosdravik Bromus racemos. ssp. co. A<br />

Harlekijn Orchis morio A<br />

Hazelaarbraam Rubus x corylifolius A<br />

Heidekartelblad Pedicularis sylvatica A<br />

Hertsmunt Mentha longifolia A<br />

Hondskruid Anacamptis pyramidalis A<br />

Hondstarwegras Elymus caninus A<br />

Klavervreter Orobanche minor A<br />

Klein wintergroen Pyrola minor A<br />

Kleine wolfsklauw Diphasiastrum tristach A<br />

Kleine wolfsmelk Euphorbia exigua A<br />

Kleinhoofdig glanswier Nitella capillaris A<br />

Klimopbremraap Orobanche hederae A<br />

Klimopklokje Wahlenbergia hederacea A<br />

Kluwenklokje Campanula glomerata A<br />

Knikkend nagelkruid Geum rivale A<br />

Knolribzaad Chaerophyllum bulbosum A<br />

Knopbies Schoenus nigricans A<br />

Kraaihei Empetrum nigrum A<br />

Kranskarwij Carum verticillatum A<br />

40<br />

Lancetbladige basterdw. Epilobium lanceolatum A<br />

Lavendelhei Andromeda polifolia A<br />

Ligg. vleugeltjesbloem Polygala serpyllifolia A<br />

Maretak Viscum album A<br />

Melige toorts Verbascum lychnitis A<br />

Melkviooltje Viola persicifolia A<br />

Middelste waterkers Rorippa x anceps A<br />

Moerasstreepzaad Crepis paludosa A<br />

Moeraswespenorchis Epipactis palustris A<br />

Moeraswolfsklauw Lycopodiella inundatum A<br />

Moeslook Allium oleraceum A<br />

Ongelijkblad. fonteinkr. Potamogeton gramineus A<br />

Overblijvende hardbloem Scleranthus perennis A<br />

Parnassia Parnassia palustris A<br />

Peperkers Lepidium latifolium A<br />

Polei Mentha pulegium A<br />

Postelein Portulaca oleracea A<br />

Rechte driehoeksvaren Gymnocarpium A P<br />

robertianum<br />

Rivierfonteinkruid Potamogeton nodosus A<br />

Rode bremraap Orobanche lutea A<br />

Rond wintergroen Pyrola rotundifolia A<br />

Rozenkransje Antennaria dioica A<br />

Ruig viooltje Viola hirta A<br />

Ruige scheefkelk s.l. Arabis hirsuta A<br />

Ruw kransblad Chara aspera A<br />

Ruw parelzaad Buglossoides arvensis A<br />

Schaduwkruiskruid Senecio ovatus A<br />

Scherpe fijnstraal Erigeron acris A<br />

Scherpkruid Asperugo procumbens A<br />

Slank wollegras Eriophorum gracile A<br />

Smal fakkelgras Koeleria macrantha A<br />

Spindotterbloem Caltha pal.ssp.araneosa A<br />

Springzaadveldker Cardamine impatiens A<br />

Stekelharig kransblad Chara major A<br />

Stijf hardgras Catapodium rigidum A<br />

Stijve steenraket Erysimum hieracifolium A<br />

Stinkende kamille Anthemis cotula A<br />

Stippelvaren Oreopteris limbosperma A<br />

Strandmelde Atriplex littoraliS A<br />

Tengere veldmuur Minuartia hybrida A<br />

Veldsalie Salvia pratensis A<br />

Vertakt boomglanswier Tolypella intricata A<br />

Vertakte paardenstaart Equisetum ramosissimum A<br />

Vetblad Pinguicula vulgaris A<br />

Viltroos Rosa villosa A<br />

Vlozegge Carex pulicaris A<br />

Vogelpootklaver Trifolium ornithopodioi A<br />

Voorjaarsganzerik Potentilla verna A<br />

41


Voorjaarszegge Carex caryophyllea A<br />

Vroege zegge Carex praecox A<br />

Walstrobremraap Orobanche caryophyllacea A<br />

Weidegeelster Gagea pratensis A<br />

Weidehavikskruid Hieracium caespitosum A<br />

Welriekende agrimonie agrimonia procera A<br />

Welriekende nachtorchis Platanthera bifolia A<br />

Wijdbloeiende rus Juncus tenageia A<br />

Wilde weit Melampyrum arvense A<br />

Wit hongerbloempje Draba muralis A<br />

Witte waterranonkel Ranunculus ololeucos A<br />

Zandhaver Leymus arenarius A<br />

Zevenster Trientalis europaea A<br />

Zilte greppelrus Juncus ambiguus A<br />

Zilte schijnspurrie Spergularia salina A<br />

Zilte zegge Carex distans A<br />

Bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

Beemdkroon Knautia arvensis A<br />

Beenbreek Narthecium ossifragum A<br />

Bergdravik Bromopsis erecta A<br />

Bermzuring Rumex x pratensis A<br />

Besanjelier Cucubalus baccifer A<br />

Bevertjes Briza media A<br />

Bilzekruid Hyoscyamus niger A<br />

Bittere veldkers Cardamine amara A<br />

Blauwe knoop Succisa pratensis A<br />

Bleke zegge Carex pallescens A<br />

Bleek schildzaad Alyssum alyssoides A<br />

Blonde zegge Carex hostiana A<br />

Bochtige klaver Trifolium medium A<br />

Borstelkrans Clinopodium vulgaris A<br />

Bosgierstgras Milium effusum A<br />

Boslathyrus Lathyrus sylvestris A<br />

Bospaardenstaart Equisetum sylvaticum A<br />

Brede orchis Dactylorhiza maj.ssp.ma. A P<br />

Distelbremraap Orobanche reticulata A<br />

Duist Alopecurus myosuroides A<br />

Echt duizendguldenkruid Centaurium erythraea A<br />

Echt en Engels lepelblad Cochlearia officinal.s.l A<br />

Echte karwij Carum carvi A<br />

Gebogen kransblad Chara connivens A<br />

Gelobde maanvaren Botrychium lunaria A<br />

Gevinde kortsteel Brachypodium pinnatum A<br />

Groot nimfkruid Najas marina A<br />

Groot warkruid Cuscuta europaea A<br />

Grote bevernel Pimpinella major A<br />

Grote leeuwenklauw Aphanes arvensis A<br />

Heelbeen Holosteum umbellatum A<br />

42<br />

Hopwarkruid Cuscuta lupuliformis A<br />

Kale vrouwenmantel Alchemilla glabra A<br />

Kantig hertshooi Hypericum dubium A<br />

Klein blaasjeskruid Utricularia minor A<br />

Klein glaskruid Parietaria judaica A P<br />

Klein kaasjeskruid Malva neglecta A<br />

Klein vlooienkruid Pulicaria vulgaris A<br />

Kleine bevernel Pimpinella saxifraga A<br />

Kleine ratelaar Rhinanthus minor A<br />

Kleine steentijm Clinopodium acinos A<br />

Kleine veenbes Oxycoccus palustris A<br />

Korenbloem Centaurea cyanus A<br />

Kransnaaldaar Setaria verticillata A<br />

Kruisbladwalstro Cruciata laevipes A<br />

Melkkruid Glaux maritima A<br />

Moerasandijvie Tephroseris palustris A<br />

Moerashertshooi Hypericum elodes A<br />

Moeraskartelblad Pedicularis palustris A<br />

Moeraswolfsmelk Euphorbia palustris A<br />

Muskuskruid Adoxa moschatellina A<br />

Muurbloem Erysimum cheiri A<br />

Muurhavikskruid Hieracium murorum A<br />

Pijpbloem Aristolochia clematitis A<br />

Pilvaren Pilularia globulifera A<br />

Plat fonteinkruid Potamogeton compressus A P<br />

Puntdragend glanswier Nitella mucronata A<br />

Rietorchis Dactylorhiza maj.ssp.pr. A P<br />

Rode ogentroost Odontites vernus A<br />

Rossig fonteinkruid Potamogeton alpinus A<br />

Ruige klaproos Papaver argemone A<br />

Ruige weegbree Plantago media A<br />

Schaafstro Equisetum hyemale A<br />

Schubvaren Ceterach officinarum A<br />

Smal beemdgras Poa angustifolia A<br />

Spiesleeuwenbek Kickxia elatine A<br />

Steenbreekvaren Asplenium trichomanes A P<br />

Sterkranswier Nitellopsis obtusa A<br />

Stijf vergeet-mij-nietje Myosotis stricta A<br />

Stinkende ballote Ballota nigra ssp.foet. A<br />

Stomp fonteinkruid Potamogeton obtusifolius A P<br />

Teer kransblad Chara globularis v. virg A<br />

Tongvaren Asplenium scolopendrium A P<br />

Tripmadam Sedum reflexum A<br />

Trosdravik Bromus racemosus s.l. A<br />

Tweestijlige meidoorn Crataegus laevigata A<br />

Valse kamille Anthemis arvensis A<br />

Velddravik Bromus racemos. ssp. ra. A<br />

Veldkruidkers Lepidium campestre A<br />

Vleeskleurige orchis Dactylorhiza incarnata A<br />

43


Vlottende bies Eleogiton fluitans A<br />

Wilde marjolein Origanum vulgare A<br />

Wit vetkruid Sedum album A<br />

Witte munt Mentha suaveolens A<br />

Wrangwortel Helleboris viridis ssp.<br />

occidentalis A<br />

Zachte haver Helictotrichon pubescens A<br />

Zilte rus Juncus gerardi A<br />

Zwarte populier Populus nigra A<br />

Zwartsteel Asplenium adiantum-nigrum A P<br />

Kwetsbaar in <strong>Utrecht</strong><br />

Aardaker Lathyrus tuberosus A P<br />

Aardbeiklaver Trifolium fragiferum A<br />

Aarvederkruid Myriophyllum spicatum A<br />

Akkerandoorn Stachys arvensis A<br />

Akkerereprijs Veronica agrestis A<br />

Akker-klimopereprijs Veronica heder.ssp.hede. A<br />

Akkerklokje Campanula rapunculoides A<br />

Akkerleeuwenbek Misopates orontium A<br />

Amandelwilg Salix triandra A<br />

Bergbasterdwederik Epilobium montanum A<br />

Bergbeemdgras Poa chaixii A<br />

Bermooievaarsbek Geranium pyrenaicum A<br />

Blauw walstro Sherardia arvensis A<br />

Blauwe zegge Carex panicea A<br />

Bleekgele hennepnetel Galeopsis segetum A<br />

Bonte luzerne Medicago x varia A<br />

Bosaardbei Fragaria vesca A<br />

Bosereprijs Veronica montana A<br />

Brede orchis s.l. Dactylorhiza majalis s.l A P<br />

Breed klokje Campanula latifolia A<br />

Bronkruid Montia fontana s.l. A<br />

Daslook Allium ursinum A<br />

Donkere ooievaarsbek Geranium phaeum A<br />

Doornappel Datura stramonium A<br />

Driebloemige nachtschade Solanum triflorum A<br />

Druifkruid Chenopodium botrys A<br />

Galigaan Cladium mariscus A<br />

Geel walstro Galium verum A<br />

Geelrode naaldaar Setaria pumila A<br />

Gele anemoon Anemone ranunculoides A<br />

Gele wikke Vicia lutea A<br />

Geoord helmkruid Scrophularia auriculata A<br />

Gevlekte orchis Dactylorhiza maculata A<br />

Gewone agrimonie Agrimonia eupatoria A<br />

Gewone duivekervel Fumaria officinalis A<br />

Gewone veldsla Valerianella locusta A<br />

Gewoon barbarakruid Barbarea vulgaris A<br />

44<br />

Gewoon kransblad var Chara vulg. var. longibr A<br />

Goudgele honingklaver Melilotus altissima A<br />

Goudzuring Rumex maritimus A<br />

Groene naaldaar Setaria viridis A<br />

Groot boomglanswier Tolypella prolifera A<br />

Groot bronkruid Montia font.ssp.fontana A<br />

Groot glaskruid Parietaria officinalis A<br />

Groot springzaad Impatiens noli-tangere A<br />

Groot streepzaad Crepis biennis A<br />

Grote bosaardbei Fragaria moschata A<br />

Grote ereprijs Veronica persica A<br />

Grote ratelaar Rhinanthus angustifolius A<br />

Grote tijm Thymus pulegioides A<br />

Grote veldbies Luzula sylvatica A<br />

Grote windhalm Apera spica-venti A<br />

Guichelheil Anagallis arvensis s.l. A<br />

Gulden boterbloem Ranunculus auricomus A<br />

Heelblaadjes Pulicaria dysenterica A<br />

Heksenmelk s.l. Euphorbia esula A<br />

Hoenderbeet Lamium amplexicaule A<br />

Hondspeterselie Aethusa cynapium A<br />

Kamvaren Dryopteris cristata A<br />

Klein fonteinkruid Potamogeton berchtoldii A<br />

Kleine duizendknoop Persicaria minor A<br />

Kleine kaardebol Dipsacus pilosus A<br />

Kleine maagdenpalm Vinca minor A<br />

Kleine sneeuwroem Scilla sardensis A<br />

Kleine valeriaan Valeriana dioica A<br />

Kleine zandkool Diplotaxis muralis A<br />

Kleinste egelskop Sparganium natans A P<br />

Klimopereprijs Veronica hederifolia s.l A<br />

Knopherik Raphanus raphanistrum A<br />

Kraakwilg Salix fragilis A<br />

Kransmunt Mentha x verticillata A<br />

Kruisbes Ribes uva-crispa A<br />

Lidsteng Hippuris vulgaris A<br />

Lievevrouwebedstro Galium odoratum A<br />

Liggende ganzerik Potentilla supina A<br />

Moerasbasterdwederik Epilobium palustre A<br />

Muursla Mycelis muralis A<br />

Paarse morgenster Tragopogon porrifolius A<br />

Prachtklokje Campanula persicifolia A<br />

Puntig fonteinkruid Potamogeton mucronatus A<br />

Rode bosbes Vaccinium vitis-idaea A<br />

Ruige leeuwentand Leontodon hispidus A P<br />

Ruige veldbies Luzula pilosa A<br />

Ruw vergeet-mij-nietje Myosotis ramosissima A<br />

Ruw walstro Galium uliginosum A<br />

Schermhavikskruid Hieracium umbellatum A<br />

45


Schijnraket Erucastrum gallicum A<br />

Slangenwortel Calla palustris A P<br />

Spits fonteinkruid Potamogeton acutifolius A P<br />

Stengelloze sleutelbloem Primula vulgaris A<br />

Stijve ogentroost Euphrasia stricta A<br />

Tuinwolfsmelk Euphorbia peplus A<br />

Veenbies Trichophorum cespitosus A<br />

Veenreukgras Hierochloe odorata A<br />

Vierzadige wikke s.l. Vicia tetrasperma A<br />

Vijgeboom Ficus carica A<br />

Voorjaarshelmkruid Scrophularia vernalis A<br />

Wateraardbei Potentilla palustris A<br />

Waterdrieblad Menyanthes trifoliata A P<br />

Weegbreezonnebloem Doronicum plantagineum A<br />

Wegedoorn Rhamnus catharticus A<br />

Wilde cichorei Cichorium intybus A<br />

Wilde reseda Reseda lutea A<br />

Wilde tijm Thymus serpyllum A<br />

Winterakoniet Eranthis hyemalis A<br />

Witte veldbies Luzula luzuloides A<br />

Witte waterkers Rorippa nasturtium-aqua. A<br />

Zulte Aster tripolium A<br />

Zwaardrus Juncus ensifolius A<br />

Zwartblauwe rapunzel Phyteuma spic.ssp.nigrum A<br />

Zwarte bes Ribes nigrum A<br />

Wintereik<br />

46<br />

Gevoelig in <strong>Utrecht</strong><br />

Alpenbes Ribes alpinum A<br />

Amerikaanse kruidkers Lepidium virginicum A<br />

Behaard breukkruid Herniaria hirsuta A<br />

Bezemkruiskruid Senecio inaequidens A<br />

Bittere wilg Salix purpurea A<br />

Blaassilene Silene vulgaris A<br />

Blaaszegge Carex vesicaria A<br />

Bleekgele droogbloem Gnaphalium luteo-album A<br />

Bleeksporig bosviooltje Viola riviniana A<br />

Bloedzuring Rumex sanguineus A<br />

Boerenkrokus Crocus tommasinianus A<br />

Bolderik Agrostemma githago A<br />

Bont kroonkruid Coronilla varia A<br />

Bonte wikke s.l. Vicia villosa A<br />

Bosanemoon Anemone nemorosa A<br />

Bosdroogbloem Gnaphalium sylvaticum A<br />

Boshavikskruid Hieracium sabaudum A<br />

Bos-klimopereprijs Veronica heder.ssp.luco A<br />

Boskortsteel Brachypodium sylvaticum A<br />

Bosranklematis vitalba A<br />

Bostulp Tulipa sylvestris A<br />

Boszegge Carex sylvatica A<br />

Brede eikvaren Polypodium interjectum A<br />

Bruine snavelbies Rhynchospora fusca A<br />

Buigzaam glanswier Nitella flexilis A<br />

Draadzegge Carex lasiocarpa A<br />

Driekantige bies Schoenoplectus triqueter A P<br />

Driekleurig viooltje Viola tricolor A<br />

Dubbelkelk Picris echioides A<br />

Duinreigersbek Erodium cic.ssp.dunense A<br />

Duizendknoopfonteinkruid Potamogeton polygonifol. A<br />

Dwergzegge Carex oederi ssp. oederi A<br />

Egelantier Rosa rubiginosa A<br />

Engelse alant Inula britannica A<br />

Fraai duizendguldenkruid Centaurium pulchellum A<br />

Fraai hertshooi Hypericum pulchrum A<br />

Gaspeldoorn Ulex europaeus A<br />

Geelgroene en dwergzegge Carex oederi s.l. A<br />

Geelgroene zegge Carex oederi ssp. oedoc. A<br />

Geelhartje Linum catharticum A<br />

Gele ganzenbloem Chrysanthemum segetum A<br />

Gele helmbloem pseudofumaria lutea A<br />

Geoorde zuring Rumex thyrsiflorus A<br />

Getand vlotgras Glyceria declinata A<br />

Gevlekte aronskelk Arum maculatum A<br />

Gevlekte scheerling Conium maculatum A<br />

Gevleugeld helmkruid Scrophularia umbrosa A<br />

Gevleugeld sterrenkroos Callitriche stagnalis A<br />

47


Gewone ossetong Anchusa officinalis A<br />

Gewone vogelmelk Ornithogalum umbellatum A<br />

Gewoon sneeuwklokje Galanthus nivalis A<br />

Grijskruid Berteroa incana A<br />

Grondster Illecebrum verticillatum A<br />

Groot sneeuwklokje Galanthus elwesii A<br />

Grote engelwortel Angelica archangelica A<br />

Grote keverorchis Listera ovata A<br />

Grote waterranonkel Ranunculus peltatus A<br />

Grote wolfsklauw Lycopodium clavatum A<br />

Haaksterrenkroos Callitriche hamulata A<br />

Handjesgras Cynodon dactylon A<br />

Harig vingergras Digitaria sanguinalis A<br />

Hartbladzonnebloem Doronicum pardalianches A<br />

Heggenduizendknoop Fallopia dumetorum A<br />

Heggenrank Bryonia cretica A<br />

Hertshoornweegbree Plantago coronopus A<br />

Hongaarse raket Sisymbrium altissimum A<br />

Italiaanse aronskelk Arum italicum A<br />

Jeneverbes Juniperus communis A<br />

Kaal breukkruid Herniaria glabra A<br />

Kamgras Cynosurus cristatus A<br />

Karwijvarkenskervel Peucedanum carvifolia A P<br />

Klein warkruid Cuscuta epithymum A<br />

Kleine brandnetel Urtica urens A<br />

Kleine pimpernel Sanguisorba minor A<br />

Kleine waterranonkel Ranunculus aqua.var.dif. A<br />

Kleine zonnedauw Drosera intermedia A<br />

Klimopwaterranonkel Ranunculus hederaceus A P<br />

Klokjesgentiaan Gentiana pneumonanthe A<br />

Knikkende distel Carduus nutans A<br />

Knikkende vogelmelk Ornithogalum nutans A<br />

Korensla Arnoseris minima A P<br />

Krabbenscheer Stratiotes aloides A P<br />

Kroontjeskruid Euphorbia helioscopia A<br />

Kruipbrem Genista pilosa A<br />

Kruipend stalkruid Ononis repens ssp.repens A<br />

Kruipend zenegroen Ajuga reptans A<br />

Kweekdravik Bromopsis inerm. ssp.in. A<br />

Lathyruswikke Vicia lathyroides A<br />

Lenteklokje Leucojum vernum A<br />

Liggende klaver Trifolium campestre A<br />

Loogkruid Salsola kali s.l A<br />

Maarts viooltje Viola odorata A<br />

Middelste ganzerik Potentilla intermedia A<br />

Middelste waterranonkel Ranunculus aqua.var.aqu. A<br />

Moeraskruiskruid Senecio paludosus A<br />

Moerasmelkdistel Sonchus palustris A<br />

Mosbloempje Crassula tillaea A<br />

48<br />

Mottenkruid Verbascum blattari A<br />

Muizenstaart Myosurus minimus A<br />

Muurleeuwenbek Cymbalaria muralis A<br />

Naaldwaterbies Eleocharis acicularis A<br />

Noorse ganzerik Potentilla norvegica A<br />

Oostelijk kruiskruid Senecio vernalis A<br />

Oostenrijkse kers Rorippa austriaca A<br />

Oosterse morgenster Tragopogon prat.ssp.ori. A P<br />

Oosterse raket Sisymbrium orientale A<br />

Oosterse sterhyacint Scilla siberica A<br />

Platte dravik Ceratochloa carinata A<br />

Rapunzelklokje Campanula rapunculus A<br />

rechte ganzerik Potentilla recta A<br />

Riempjes Corrigiola litoralis A<br />

Rijstgras Leersia oryzoides A<br />

Rivierkruiskruid Senecio fluviatilis A<br />

Ronde zegge Carex diandra A P<br />

Ronde zonnedauw Drosera rotundifolia A<br />

Sierlijke vetmuur Sagina nodosa A<br />

Sikkelklaver Medicago falcata A<br />

Slangenlook Allium scorodoprasum A<br />

Slijkgroen Limosella aquatica A<br />

Slofhak Anthoxanthum aristatum A<br />

Smal streepzaad Crepis tectorum A<br />

Spaanse ruiter Cirsium dissectum A<br />

Stalkaars Verbascum densiflorum A<br />

Steenkruidkers Lepidium ruderale A<br />

Stekend loogkruid Salsola kali subsp. Kali A<br />

Sterzegge Carex echinata A<br />

Stijf barbarakruid Barbarea stricta A<br />

Stijve moerasweegbree Echinodorus ranunculoid. A<br />

Stijve wikke Vicia tenuifolia A<br />

Stijve zegge Carex elata A<br />

Stomp kweldergras s.l. Puccinellia distans A<br />

Stomp vlotgras Glyceria notata A<br />

Tengere vetmuur Sagina apetala A<br />

Trosraaigras Festulolium loliacea(x-) A<br />

Valse salie Teucrium scorodonia A<br />

Veelstengelige waterbies Eleocharis multicaulis A<br />

Veldhondstong Cynoglossum officinale A<br />

Vingerhelmbloem Corydalis solida A<br />

Vroege sterhyacint Scilla bifolia A<br />

Vroegeling Erophila verna A<br />

Waterkruiskruid Senecio aquaticus A<br />

Waterpostelein Lythrum portula A<br />

Waterpunge Samolus valerandi A<br />

Wilde gagel Myrica gale A<br />

Wilde hyacint Scilla non-scripta A<br />

Witte klaverzuring Oxalis acetosella A<br />

49


Witte snavelbies Rhynchospora alba A<br />

Wollige munt Mentha x rotundifolia A<br />

Zacht loogkruid Salsola kali ssp.ruthen. A<br />

Zacht vetkruid Sedum sexangulare A<br />

Zandpaardenbloem Taraxacum laevigatum A<br />

Zeegroene zegge Carex flacca A<br />

Zilte waterranonkel Ranunculus baudotii A<br />

Zomerklokje Leucojum aestivum A P<br />

Zwaluwtong Fallopia convolvulus A<br />

Zwarte toorts Verbascum nigrum A<br />

Zwenkdravik Anisantha tectorum A<br />

Aandachtsoorten, thans niet bedreigd in <strong>Utrecht</strong><br />

Borstelgras Nardus stricta A<br />

Brede waterpest Elodea canadensis A<br />

Dubbelloof Blechnum spicant A P<br />

Dwergviltkruid Filago minima A P<br />

Goudhaver Trisetum flavescens A P<br />

Hondsviooltje Viola canina A P<br />

Kattendoorn Ononis repens ssp.spin. A<br />

Stekelbrem Genista anglica A<br />

Veldgerst Hordeum secalinum A<br />

Vijfdelig kaasjeskruid Malva alcea A<br />

50<br />

BIJLAGE 1<br />

OVERZICHT VAN LANDELIJKE RODE LIJSTEN<br />

- Vogels<br />

Rode lijst van bedreigde en kwetsbare vogelsoorten in Nederland. Vogelbescherming Nederland, technisch<br />

basisrapport nr.12 (1994).<br />

- Zoogdieren<br />

Bedreigde en kwetsbare zoogdieren in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. Rapport IKC –N 12 (1994).<br />

- Dagvlinders<br />

Bedreigde en kwetsbare dagvlinders in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. Rapport IKC-N 18 (1995).<br />

- Reptielen en amfibieën<br />

Bedreigde en kwetsbare reptielen en amfibieën in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. Rapport IKC-N 25<br />

(1996).<br />

- Paddenstoelen<br />

Bedreigde en kwetsbare paddestoelen in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. Rapport IKC-N 24 (1996).<br />

- Korstmossen (Beschikking in de Staatscourant 2 april1998)<br />

Bedreigde en kwetsbare korstmossen in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. IKC-N 29 (1998).<br />

- Libellen (Beschikking in de Staatscourant 2 april1998)<br />

Bedreigde en kwetsbare libellen in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. IKC-N 30 (1998).<br />

- Krekels en Sprinkhanen (Beschikking in de Staatscourant 2 april1998)<br />

Bedreigde en kwetsbare sprinkhanen en krekels in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. IKC-N 32 (1999).<br />

- Zoetwatervissen (Beschikking in de Staatscourant 22 juni1998)<br />

Bedreigde en kwetsbare zoetwatervissen in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. IKC-N 33 (1999).<br />

51


BIJLAGE 2<br />

OVERZICHT VAN SOORTBESCHERMINGSPLANNEN<br />

A Door de rijksoverheid uitgegeven soortbeschermingsplannen<br />

- Beschermingsplan dagvlinders, 1989.<br />

- De Otter in perspectief; perspectief voor de Otter Herstelplan leefgebieden Otter, 1989.<br />

- Handleiding voor de bescherming van bedreigde muurplanten, 1990.<br />

- Herstelplan leefgebieden Patrijs, 1991.<br />

- Soortbeschermingsplan Korhoen, 1991.<br />

- Soortbeschermingsplan Lepelaar, 1994.<br />

- Soortbeschermingsplan Kerkuil, 1996.<br />

- Plan van Aanpak Steenuil. Actie Rapport Vogelbescherming Nederland 14 (1999)<br />

- Beschermingsplan hamster 2000-2004. Directie Natuurbeheer 41 (1999)<br />

- Beschermingsplan vroedmeesterpad en geelbuik vuurpad 200-2004. Directie Natuurbeheer 38 (2000)<br />

- Beschermingsplan grote vuurvlinder. Directie Natuurbeheer 39 (2000)<br />

- Beschermingsplan akkerplanten. Directie Natuurbeheer 43 (2000)<br />

- Beschermingsplan moerasvogels 2000-2004. Directie Natuurbeheer 47 (2000)<br />

- Beschermingsplan groene glazenmaker 2002-2006. Directie Natuurbeheer 15 (2001)<br />

B Door de rijksoverheid uitgegeven nota’s die betrekking hebben op de bescherming van soorten,<br />

maar uitgegeven zijn voordat gestart werd met de bij A genoemde reeks van soortbeschermingsplannen<br />

- Notitie inzake het Dassenbeheersbeleid, 1984.<br />

- Evaluatienotitie Dassenbeleid, 1992.<br />

- Vleermuisbescherming, verleden, heden en toekomst, 1988.<br />

- Ruimte voor ganzen. Nota over het ganzenbeleid,1990.<br />

C Provinciale soortbeschermingsplannen<br />

- Soortbeschermingsplan Rugstreeppad, 1998<br />

- Soortbeschermingsplan Purperreiger en Woudaapje, 2000<br />

- Soortbeschermingsplan Groene glazenmaker en Krabbescheer, 2000<br />

- Toekomstperspectief voor het gentiaanblauwtje in de provincie <strong>Utrecht</strong>, 2000<br />

- Soortenbeschermingsplan Winterjuffers, in voorbereiding<br />

- Soortbeschermingsplan Kamsalamander, in voorbereiding<br />

- Soortbeschermingsplan Ringslang, in voorbereiding<br />

D Regionale soortbeschermingsplannen met betrekking tot de provincie <strong>Utrecht</strong><br />

- Drinkpoelen in de “<strong>Utrecht</strong>se vallei”. Plan tot behoud, herstel en ontwikkeling van amfibieënpopulaties in<br />

het<br />

- <strong>Utrecht</strong>se deel van de Gelderse Vallei. <strong>Utrecht</strong>s Poelen Overleg, 1991.<br />

- Poelen en broeihopen. Biotoopverbeteringsplan voor amfibieën en reptielen in het Kromme Rijngebied.<br />

- Stichts Landschapsbeheer/Stuurgroep Kromme Rijn, 1994.<br />

- Otterplan <strong>Utrecht</strong>. NBLF-<strong>Utrecht</strong>, 1991.<br />

- Dassennota voor <strong>Utrecht</strong> en ‘t Gooi. LNV, Directie Noordwest, 1996.<br />

52<br />

BIJLAGE 3<br />

TOEDELING CATEGORIE BEDREIGING<br />

In onderstaand schema is af te lezen welke categorie behoort bij welke combinatie van trend- en zeldzaamheidsklasse.<br />

In die gevallen waarbij het voorkomen van een soort in de eerste of tweede inventarisatieronde slechts<br />

beperkt is tot enkele groeiplaatsen, wijkt de toedeling van de categorie enigszins af van dit schema. Zie daarvoor<br />

de betreffende achtergronddocument<br />

negatieve trend<br />

zzzz zzz<br />

zeldzaamheid<br />

zz z a<br />

x ernstig bedreigd/<br />

bedreigd<br />

n.v.t n.v.t. n.v.t. n.v.t.<br />

ttt ernstig bedreigd ernstig bedreigd bedreigd kwetsbaar gevoelig<br />

tt bedreigd bedreigd bedreigd kwetsbaar thans niet<br />

bedreigd<br />

t bedreigd kwetsbaar kwetsbaar kwetsbaar thans niet<br />

bedreigd<br />

= of + of v bedreigd Gevoelig gevoelig thans niet thans niet<br />

bedreigd bedreigd<br />

53


BIJLAGE 4<br />

UTRECHTSE PLANTENSOORTEN DIE VERMELD WORDEN IN DE HABITATRICHTLIJN<br />

Er worden drie categorieen onderscheiden die hier met een letter worden aangeduid<br />

A soorten waarvoor aanwijzing van speciale beschermingszones vereist is.<br />

B soorten die strikt beschermd dienen te worden<br />

C soorten waarvoor het onttrekken aan de natuur en de exploitatie aan beheersmaatregelen kunnen<br />

worden onderworpen.<br />

Vaatplanten<br />

Drijvende waterweegbree Luronium natans A B<br />

Gewoon sneeuwklokje Galanthus nivalis C<br />

Groenknolorchis Liparis loeselii A B<br />

Grote wolfsklauw Lycopodium clavatum C<br />

Kleine wolfsklauw Lycopodium tristachyum C<br />

Moeraswolfsklauw Lycopodium inundatum C<br />

Valkruid Arnica montanum C<br />

Mossen<br />

Dichelyma capillaceum A<br />

Dicranum viride A<br />

Orthotrichum rogeri A<br />

Geel schorpioenmos Drepanocladus vernicosus A<br />

Kussentjesmos Leucobryum glaucum C<br />

Langsteelmos Meesia longiseta A<br />

Rendiermos Cladonia (Cladina) sp. C<br />

Veenmos Sphagnum sp. C<br />

54<br />

BIJLAGE 5<br />

UTRECHTSE NATUURDOELTYPEN IN RELATIE TOT BIOTOPEN MET PRIORITAIRE SOORTEN<br />

UNATcode <strong>Utrecht</strong>s Natuudoeltype - UNAT Biotopen met prioritaire soorten<br />

hz-3.02 gr Zoetw. gem., grondwaterachtig Matig voedselrijke wateren<br />

hz-3.02 mv Zoetw. gem., matig voedselrijk Matig voedselrijke wateren<br />

hz-3.02 va Zoetw. gem., voedselarm Voedselarme wateren<br />

hz-3.04 Ven Voedselarme wateren<br />

hz-3.05 va Droog grasland, voedselarm Voedselarme zwakzure graslanden<br />

hz-3.07 n Schraalgrasland, natte variant Voedselarme zwakzure moerassen<br />

hz-3.07 vb Schraalgrasland, vochtige, Voedselarme zwakzure moerassen<br />

basenrijke variant<br />

hz-3.07 vz Schraalgrasland, vochtige, Voedselarme zwakzure graslanden<br />

zure variant Voedselarme zwakzure moerassen<br />

hz-3.13 v Bosgem. arme z-grond, vochtig Vochtige bossen op zand<br />

hz-3.14 v Bosgem. van leemgrond, vochtig Vochtige bossen op zand<br />

hz-3.14 m Bosgem. van leemgrond, Vochtige bossen op zand<br />

matig droog<br />

hz-3.17 v Middenbos, vochtig Vochtige bossen op zand<br />

lv-3.01 gr Zoetwatergem., grondwaterachtig Matig voedselrijke wateren<br />

lv-3.01 mv Zoetwatergem., matig voedselrijk Matig voedselrijke wateren<br />

lv-3.01 va Zoetwatergem., voedselarm Voedselarme wateren<br />

lv-3.03 gr Rietland en moeras, Voedselarme zwakzure moerassen<br />

grondwaterachtig Niet zure moerassen<br />

lv-3.03 mv Rietland en moeras, Voedselarme zwakzure moerassen<br />

matig voedselrijk Niet zure moerassen<br />

lv-3.03 va Rietland en moeras, voedselarm Voedselarme zwakzure moerassen<br />

lv-3.04 n Nat schraalgrasland Voedselarme zwakzure graslanden<br />

Voedselarme zwakzure moerassen<br />

lv-3.04 t Trilvenen Voedselarme zwakzure graslanden<br />

Voedselarme zwakzure moerassen<br />

ri-3.01 Rivier en nevengeul Getijdewateren<br />

ri-3.03 n Rietland en moeras, nat Niet zure moerassen<br />

ri-3.04 Nat schraalgrasland Vochtige, niet zure graslanden<br />

Niet zure moerassen<br />

ri-3.05 v Stroomdalgrasland, vochtig Vochtige, niet zure graslanden<br />

ri-3.05 d Stroomdalgrasland, droog Vochtige, niet zure graslanden<br />

ri-3.06 u Rivierduin en slik, uiterwaard Vochtige, niet zure graslanden<br />

ri-3.08 n Hakhout en griend, nat Essenhakhout<br />

ri-3.08 v Hakhout en griend, vochtig Essenhakhout<br />

ri-3.09 Bosg. van z-grond + l.klei Kleibossen<br />

ri-3.10 n Bosgem. van rivierklei, nat Kleibossen<br />

ri-3.10 v Bosgem. van rivierklei, vochtig Kleibossen<br />

ri-3.10 d Bosgem. van rivierklei, Droge Kleibossen<br />

ri-3.x gr Zoetwatergem., grondwaterachtig Matig voedselrijke wateren<br />

ri-3.x mv Zoetwatergem., matig voedselrijk Matig voedselrijke wateren<br />

55


BIJLAGE 6<br />

NATUUR EN LANDSCHAP<br />

Artikel 28b<br />

1. Gedeputeerde staten kunnen subsidie verstrekken voor projecten ter uitvoering van:<br />

a. het Beleidsplan natuur en landschap 1 .<br />

b. door gedeputeerde staten vastgestelde of vast te stellen uitvoeringsplannen bij het Beleidsplan.<br />

c. de notitie Natuur en Milieu-Educatie 2 in samenhang met het provinciale milieubeleidsplan, bedoeld in<br />

artikel 4.9 van de Wet milieubeheer.<br />

Artikel 28c<br />

1. Krachtens artikel 28b wordt geen subsidie verstrekt:<br />

a. voor structurele ondersteuning van activiteiten en organisaties;<br />

b. voor de voergoeding van werkuren van vrijwilligers;<br />

c. voor soortenonderzoek naar soorten waarvoor of in gebieden waarin dat recent al is verricht;<br />

d. voor kosten voor het onderhoud, aanleg en herstel van kleine landschapselementen waarvoor een bijdrage<br />

kan worden verkregen van landschapselementen waarvoor een bijdrage kan worden verkregen<br />

van Landschapsbeheer <strong>Utrecht</strong> te De Bilt;<br />

e. voor kosten waarvoor een bijdrage kan worden verkregen uit het Plan Veiligstelling Gebieden<br />

Ecologische Hoofdstructuur 3 ;<br />

f. voor aankoop of inrichting van relatienotagegebieden<br />

2. Voor activiteiten op het gebied van natuur-en milieu- en educatie wordt alleen subsidie verstrekt:<br />

a. Indien zij bovenlokaal zijn en op ten minste drie gemeenten zijn: indien de deelnemers aan de activiteiten<br />

of de anderen die van de activiteiten profijt hebben een bijdrage aan de kosten leveren.<br />

Artikel 28d<br />

Aanvragen voor subsidie worden ingediend voor 1 februari of voor 1 mei van het jaar waarin met de uitvoering<br />

van de activiteiten wordt begonnen. Indien het subsidieplafond per 1 mei nog niet is bereikt, wordt op<br />

- daarna tot en met 31 december - inkomende aanvragen beslist in volgorde van binnenkomst.<br />

Artikel 2<br />

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het proviciaal blad waarin<br />

het wordt geplaatst.<br />

Aldus besloten in openbare veergaderingen op 3 februari 1999<br />

B. Staal, voorzitter.<br />

H.J.M. Ter Braak, griffier.<br />

1 vastgesteld bij Besluit van 18 maart 1992<br />

2 vastgesteld bij Besluit van 15 september 1993<br />

3 vastgesteld bij Besluit van 11 september 1997<br />

56<br />

Uitgeven 23 september 1999<br />

Gedeputeerde staten van <strong>Utrecht</strong>,<br />

namens hen<br />

H.J.M. Ter Braak, griffier.<br />

BIJLAGE 7<br />

Verklarende woordenlijst<br />

Aandachtsoort Soort die in <strong>Utrecht</strong> bedreigd is, of soort die in <strong>Utrecht</strong> weliswaar niet bedreigd is,<br />

maar landelijk zeldzaam is of een achteruitgang vertoont. Voor aandachtsoorten<br />

zal het treffen van maatregelen voor instandhouding, herstel en ontwikkeling zo<br />

veel mogelijk worden gestimuleerd.<br />

Biotoop De leefomgeving van een groep bij elkaar voorkomende planten en dieren, een<br />

ruimtelijke eenheid met een karakteristieke homogeniteit beschouwd vanuit de<br />

daarin levende organismen.<br />

Ecologische Samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden.<br />

hoofdstructuur EHS De ligging van de bruto EHS is vastgelegd in de provinciale beleidsplannen natuur<br />

en landschap. Exacte begrenzing vindt plaats via natuurgebiedplannen<br />

en beheersgebiedplannen.<br />

Ecologische Verbindingszones die deel uit maken van de EHS en bestaande en/of nieuw te<br />

verbindingszones vormen natuurgebieden met elkaar verbinden.<br />

Natuurdoeltypen Een nagestreefde combinatie van abiotische en biotische kenmerken op een<br />

bepaalde ruimtelijke schaal gebaseerd op ecologische potenties.<br />

Natuurgebiedplan Een plan waarin bestaande en nieuwe natuurgebieden zijn begrensd overeenkomstig<br />

de procedure als vastgelegd in de Subsidieregeling Natuurbeheer.<br />

Oranje lijst Lijsten van, in de provincie <strong>Utrecht</strong>, uitgestorven en bedreigde soorten flora en<br />

fauna.<br />

Programma Beheer Outputgerichte aanpak van het ministerie van LNV waarbij het beheer van natuur,<br />

bos en landschap binnen en buiten de EHS wordt uitgewerkt. De hieraan gekoppelde<br />

subsidieregelingen zijn direct gerelateerd aan het behalen van natuurdoe<br />

len.<br />

Prioritaire soort Soort uit de groep van aandachtsoorten waarvoor de provincie <strong>Utrecht</strong> een<br />

speciale verantwoordelijkheid heeft. Voor prioritaire soorten zullen<br />

soortbeschermings plannen worden opgesteld.<br />

Rode lijst Lijsten van in hun voortbestaan bedreigde organismen. In Nederland zijn diverse<br />

nationale Rode lijsten samengesteld voor diverse groepen flora en fauna<br />

U-waarde Maat voor de spreiding van de soort in <strong>Utrecht</strong> t.o.v. die in Nederland.<br />

Als U = 1,0 dan is de soort meer in <strong>Utrecht</strong> vertegenwoordigd dan op grond van<br />

de oppervlakte verwacht zou worden.<br />

57


BIJLAGE 8<br />

Samenstelling Begeleidingscommissie Soortenbeleid <strong>Provincie</strong> <strong>Utrecht</strong><br />

Dini van Egmond, sector RER (voorzitter)<br />

Berry van Arkel, sector RNL<br />

Ron Beenen, sector RER<br />

Emma van den Dool, sector RER<br />

Wilma Timmers, sector RER<br />

58

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!