Vietato vietare: De Munt haalt Verdi door de hakmolen van mei ‘68

Vietato vietare: De Munt haalt Verdi door de hakmolen van mei ‘68

De Munt, ‘Rivoluzione e Nostalgia’ (deel 1) 4 out of 5 stars

Wat is liefde voor opera anno 2024? Dogmatische devotie? Het tot in den treure opvoeren van een voltooid verleden tijd, vanuit het idee dat elke partituur heilig is, als vrucht van een volmaakt artistiek proces? Hoewel dat principe nog steeds hevig verdedigd wordt door enkele veteranen, is het in wezen voorbijgestreefd. Nieuwe gehelen boetseren uit de overlevering, om haar op die manier uit te diepen, te verlevendigen en te laten resoneren met het huidige tijdsgewricht: het is een legitieme manier om het genre niet te laten verworden tot een oubollig relikwie dat louter nog herinnert aan voorbije eeuwen.

Vorig seizoen illustreerde ‘Bastarda’, een gewaagde diptiek waarin Peter de Caluwe als afscheidnemend intendant van De Munt vier Donizetti-opera’s met elkaar liet verknopen, dat het verlaten van de traditionele opvoeringscultus tot intellectueel diepzinniger en gevoelsmatig meer intense resultaten kan leiden. Radicale moderniteit die gestalte krijgt vanuit een diep respect voor de traditie: het is een leidraad die ook toepasbaar is op ‘Rivoluzione e Nostalgia’. Deze keer is Giuseppe Verdi aan de beurt, wiens vroegste opera’s nog maar zelden worden opgevoerd. Daar zijn voldoende argumenten voor, want kwalitatief steken enkele latere titels met kop en schouders boven de meeste jeugdige creaties uit, en ook inhoudelijk-thematisch is er sprake van meer maturiteit in de composities van latere datum.

Niettemin is het zonde deze titels helemaal links te laten liggen. De blauwdruk van Verdi’s metier ligt immers reeds in zijn vroegste partituren besloten. Waarom dus niet fragmenten uit diverse opera’s knippen, en ze onderling tot een nieuwe puzzel omvormen? Het lijkt onbegonnen werk, maar librettist en regisseur Krystian Lada zette zich vol overgave aan het werk. Hij schreef daarvoor een plot die zich in de 20ste eeuw afspeelt, op de breuklijn tussen oude en nieuwe idealen. Nimmer was de strijd tussen de status quo en de hoop op een alternatieve toekomst heviger dan in mei ’68. Op dit bewogen tijdperk de strijdlustige aria’s en koorpassages projecteren waarin Verdi blijk geeft van een verlangen naar een rechtvaardiger wereldorde, is verdomd goed gezien.

‘Rivoluzione e Nostalgia’ is een tweeluik, waarbij ‘Rivoluzione’ geschoeid is op klassieke leest: een drieakter met min of meer klassiek dramaturgisch verloop, daar waar ‘Nostalgia’ eerder een postmoderne meditatie is, een retrospectieve op een inmiddels ongrijpbaar geworden collectief verleden. Het narratief, waarin idealen onherroepelijk in conflict komen met de natuurlijke bronstigheid van jonge mensen bevangen door lust en liefde, draagt Verdi’s signatuur, zij het dat Lada de archetypes vanuit een 20ste-eeuws coloriet invult. Fragmentarische videoprojecties lijmen de plot vakkundig aan elkaar, waarbij de regisseur niet nalaat te refereren naar het morele clair-obscur van de cinema uit de jaren ’60 en ’70. Goed en kwaad, collectief en individueel, abstract en concreet: de botsing is fundamenteel en in wezen tijdloos, ondanks de inbedding in een particuliere context.

Inmiddels is mei ’68 ook alweer verworden tot een historisch artefact, en ook dat laat Lada zien. Waar solisten en koor zich conform de overlevering manifesteren, worden video en dans ingezet als manifest hedendaagse elementen. Lada kleeft bijvoorbeeld eigen filmmateriaal in oude archiefbeelden, als metafoor voor de historische fictie waarmee Verdi evengoed reflecteerde over de politieke spanningen uit zijn eigen era. Het idioom van de urban dance, dat haaks op de geësthetiseerde vormtaal van de opera lijkt te staan, is dan weer een manier om de protesten van inmiddels ruim een halve eeuw terug naar de wereld vandaag te verplaatsen. Dit spelenderwijs sleutelen aan de verteltijd geldt als een vindingrijke geste waarmee onderstreept wordt dat Verdi nimmer veroudert: toen niet, nu niet, nooit niet.

Het bij elkaar bricoleren van uiteenlopend materiaal leidt weliswaar niet tot een naadloos geheel. Van het publiek vraagt Lada de bereidheid om in zijn tijdscapsule te stappen, en wie dat doet krijgt een bijzonder intrigerende mix te zien van verleden en heden. De gefragmenteerde opbouw laat bovendien toe om Verdi’s muzikale vernuft maximaal te savoureren. Er is weinig passagewerk en er wordt nauwelijks motivisch materiaal herkauwd, met als gevolg dat de uitgelezen resem solisten zowel als het koor kunnen schitteren in prachtige uittreksels. Ook het orkest toont zich in optima forma, met een glansrol voor de feilloze houtblazerssectie.

Lada ensceneert zijn erudiete bloemlezing ten slotte met zin voor zowel het aangrijpende pathos van het individu als de monumentaliteit van een onstuitbare burgerbeweging. De zaal komt bijgevolg niet alleen oren maar ook ogen tekort. In de geest van elke revolutie die naam waardig breekt ‘Rivoluzione’ principieel met de wetmatigheden van weleer, om de weg te effenen richting een nieuwe orde. Lada voelt Verdi zo goed aan dat hij er perfect in slaagt ballast weg te knippen, om de essentie nog beter te kunnen uitlichten. Minder is meer in deze productie, waarvoor het predicaat ‘revolutionair’ niet ten onrechte van stal gehaald mag worden.

Gezien in De Munt op 26/03/2024.
Copyright foto: Karl Forster

Related Images: