Direct naar artikelinhoud
Mei '68

"We zijn het generatieconflict onderweg kwijtgeraakt": de politieke erfenis van Mei '68

Actie voor Leuven Vlaams in Leuven op 8 maart 1968.Beeld BELGAIMAGE

Mei '68 wordt verketterd en de hemel in geprezen. Maar de politieke erfenis blijft ook in ons land overeind. En anders dan de nationalisten willen doen geloven, reikt ze verder dan Leuven Vlaams.

Op 7 februari 1968 struikelde de regering-Vanden Boeynants over Leuven Vlaams. De val van het kabinet zette een punt achter een studentenrevolte die in 1966 begonnen was en die de doodsteek gaf aan wat restte van het unitaire Belgique à papa.

De splitsing van de katholieke universiteit in een Nederlandstalige en Franstalige entiteit – met de verhuizing van die laatste naar Wallonië – zette niet alleen het starre, autoritaire episcopaat een fatale hak, ze maakte ook korte metten met het tweederangsgevoel dat Vlaamse studenten al die jaren in de ban gehouden had.

Toegegeven, niet alles in '68 was vrijheid, blijheid en progressie, niet alles Sartre, Marcuse, seks en flower power

Een felle taalstrijd, met de triomf van het Vlaams-nationalisme als definitieve uitkomst: dat is wat de huidige belichamers ervan, de N-VA en Vlaams Belang, onthouden hebben van Leuven '68. Om die baatzuchtige lezing gaaf te houden hield de partij van Bart De Wever in februari – een halve eeuw na de neergang van 'Polle Pens' en diens ministers – al een herdenking.

Recuperatie

De N-VA claimde de Leuvense opstand voor zichzelf, verdoezelde of bekritiseerde de linkse, emancipatorische kracht van '68 en dwong de bekendste studentenleider van toen, Paul Goossens, in de tegenaanval. Goossens publiceerde 1968. Het jaar dat niet wil sterven (EPO), waarschuwt daarin voor een conservatieve restauratie en zette die boodschap kracht bij in de media, inbegrepen deze krant, waarvan hij dertien jaar de hoofdredacteur was.

“Rechts”, zegt Goossens, “gebruikt de grote middelen om de reputatie van 1968 definitief te slopen.”

Toegegeven, niet alles in '68 was vrijheid, blijheid en progressie, niet alles Sartre, Marcuse, seks en flower power. Ver van de strijdkreten en het gewoel was het leven ook in ons land zijn doordeweekse, soms lethargische gang blijven gaan. Tussen kerk en kruis, tussen man en macht, tussen stilte en taboe. Neen, en dát herhaalt rechts graag, de goegemeente was niet links.

Het Leuvense stof was al neergedwarreld toen in mei '68 Parijs in beeld kwam. De Belgen keken mee maar werden geen copycats. Wel kwam in de bewuste maand Hugo Claus voor de rechter wegens zedenschennis, nadat hij in zijn stuk Masscheroen een handvol naakte heren ten tonele had gebracht. Ook werden het Paleis voor Schone Kunsten en de Université Libre de Bruxelles bezet. In Gent was het wachten tot maart '69 voor ook daar groots protest losbrak.

Dat '68 weinigen onberoerd laat, spreekt voor de ideologische hoogspanning die achter het jaartal schuilgaat

Een rustige meimaand dus, maar ook bij ons wordt volop gememoreerd, georganiseerd en gereflecteerd. Dat '68 weinigen onberoerd laat, spreekt voor de ideologische hoogspanning die achter het jaartal schuilgaat. De soms mythische herinnering maakt de hoofdrolspelers van toen tot goden voor de enen, tot baarlijke duivels voor de anderen.

En die anderen – zie voornoemde charge door de N-VA – zijn talrijk.

“Dezelfde linkerzijde die bh’s in brand stak in mei ’68 omarmt vandaag de hoofddoek als een symbool van gelijkwaardigheid”, stelde Bart De Wever laatst in De Zondag. In Nederland meent de rechts-conservatieve stokebrand Thierry Baudet, de man die onlangs nog van leer trok tegen masturbatie, dat “in 1968 een begin gemaakt is met een (westerse en Europese, LD) zelfhaat die overal terug te vinden is. Daar moeten we mee stoppen.”

Narcisme, neerwaartse nivellering, slachtoffer- en minderhedencultus: het is allemaal '68, stelt rechts, en het moet er met tak en wortel uit.

Schietschijf

Mei '68 is zowel een sfeer, een wolk van uiteenlopende politieke waarden als een bestudeerd historisch feit. Mei '68 is echter geen persoon, geen partij en geen programma, laat staan een uitgevoerd programma. Toch blijven de ideeën van toen hardnekkig controverse oproepen. Ze worden tot zondebok verklaard voor moeilijkheden in onze superdiverse samenleving, voor massaconsumptie en individualisering, voor migratie en ontworteling, issues die destijds amper aan de orde waren.

Mei als gratuite schietschijf, dus? Ja, al moet links eerst in eigen hart kijken.

“Het probleem is níet dat de generatie van '68 zich niet kan verweren tegen de groteske aanvallen van nieuw rechts”, zegt historica Gita Deneckere (UGent). “Het probleem is veel meer dat het links vandaag ontbreekt aan politieke macht en zeggingskracht. Daardoor kan links geen overtuigend progressief antwoord geven op de actuele problemen waar het onterecht van beschuldigd wordt. De populistische backlash krijgt zo vrij spel.”

“Het conservatisme is zo rabiaat omdat de sociaaldemocratie zich zo zwak toont”, vreest ook Liesbet Walckiers, in de prille jaren 70 een van de eerste vrouwelijke buitenlandjournalisten op de toenmalige BRT. “Het is begonnen na de val van de Muur, in 1989, en het is doorgegaan na de bankencrisis, tien jaar geleden. Links heeft de taal van rechts overgenomen, veeleer dan een eigen coherent verhaal te brengen. Daar slaat rechts munt uit.”

'Links heeft de taal van rechts overgenomen, veeleer dan een eigen coherent verhaal te brengen. Daar slaat rechts munt uit'
Liesbet Walckiers, ex-buitenlandjournaliste VRT

“Door Mei '68 gelijk te stellen aan anti-autoritaire kretologie of een opstand van de linkse intellectuele elite tegen elke vorm van gezag en traditie, maken nieuwe rechtse stemmen een karikatuur van de geschiedenis, om er vandaag politiek garen uit te spinnen”, stelt Deneckere.

Nochtans, en nogmaals: de jaren 60 waren in geen geval het monopolie van de nieuw-linkse emancipatie. Meer nog: het conservatieve establishment ging van meet af keihard in de tegenaanval.

(lees verder onder de foto)

De toenmalige premier Paul Vanden Boeynants in februari 1968 net voor de val van zijn regering over Leuven Vlaams.Beeld BELGAIMAGE

Walckiers herinnert het zich goed: “Ik voelde me niet eens zo'n Mei '68'er, maar door de verkrampte hiërarchie van toen werden we wel op die manier gedoodverfd. Gewoon omdat we kritische journalistiek brachten, bijvoorbeeld over de oorlog in Vietnam. Paul Vandenbussche, onze toenmalige administrateur-generaal, zag overal het rode gevaar, terwijl wij gewoon onafhankelijk wilden zijn. In de berichtgeving werd Noord-Vietnam tot dan toe stelselmatig als de vijand omschreven. Toen wij een andere toon wilden brengen, werd ons pathologisch anti-amerikanisme verweten.”

Geitenwollensokkers

“Rechtse populisten hebben de neiging om van het verleden een fictie te maken”, oppert de Pools-Belgische filosofe, auteur en televisiemaakster Alicja Gescinska. “Dat doen ze door het grootser voor te stellen dan het was en de terugkeer van de oude glorie te beloven.”

Maar populisten op links mogen dezelfde fout niet begaan door Mei '68 te verheerlijken. “Er is verbeelding nodig als je de macht beoefent, uiteraard, maar er gaat maar weinig verbeeldingskracht van uit om met een slogan en ideeën van 50 jaar geleden de uitdagingen van de toekomst aan te gaan.”

'Er is geen enkele partij die Mei '68 zuiver belichaamt'
Gita Deneckere, historica

Dat de conservatieven het niet op Mei ’68 begrepen hebben: het is de aard van het politieke beestje. Veel meer noemt journalist Karel Michiels zich “ontgoocheld” over progressieven die 1968 afvielen en zich cynisch begonnen uit te laten over de zogenaamde geitenwollensokkendragers.

“De voorbije decennia hebben al te veel linkse intellectuelen de foute vijand gekozen door daar zo smalend over te doen”, vindt Michiels, die zopas het fraai gedocumenteerde boek 1968. Biografie van een mythisch jaar (Lannoo) schreef.

Ook linkse politici zijn een eind met rechts meegegaan, heet het. “Veel van wat Theo Francken doet, zou ik ook doen”, zei de Leuvense burgemeester Louis Tobback (sp.a) begin dit jaar in deze krant. Twitter deed er goede zaken mee.

Dat de N-VA haar deel van de erfenis claimt, zoveel is duidelijk. Maar wat met de linkse partijen?

“Er is geen enkele partij die Mei '68 zuiver belichaamt”, zegt Gita Deneckere. “Dwepen met Mao's Rode boekje in de Studenten Vakbeweging van Ludo Martens betekende niet per se dat je je in de jaren 70 aansloot bij Amada (Alle Macht Aan De Arbeiders, de voorloper van de PVDA, LD). Méér dan de PVDA zelf zijn de groepspraktijken van Geneeskunde voor het Volk in de arbeiderswijken van Zelzate en Hoboken de erfgenamen van '68. De voorloper van Groen, Agalev (Anders Gaan Leven, LD), werd in 1979 opgericht. Die partij drukte ongetwijfeld het scherpst de postmaterialistische idealen van '68 uit.”

Nieuwe middenveld

“Een aantal fundamentele thema's is toen doorgebroken”, bevestigt Walckiers. “Vrouwen en gender, de bevrijding van de seksualiteit, het pacifisme, het leefmilieu vooral. Mei '68 gaf de aanzet voor de one issue-bewegingen, zeker op het vlak van ecologie, al stonden thema's als de biodiversiteit niet op de agenda. Het ging om anders gaan leven in de zin van naar de wijde wereld leren kijken, veeleer dan te gehoorzamen aan kerk, bonden en partijen.”

Toen ook is het grote wantrouwen tegen de instellingen ontstaan, werd de ontzuiling ingezet, brak het nieuwe middenveld door.

“Oxfam-wereldwinkels, Greenpeace, Bond Beter Leefmilieu, enzovoort”, zegt Walckiers. “Ook het humanitaire en humanistische wereldbeeld heeft na 1968 vaart gekregen. Dat zie je vandaag nog in het engagement van veel jongeren in bijvoorbeeld het vluchtelingenwerk.”

Toch merkt de oud-journaliste bij een deel van de jeugd ook een behoudsgezinde reflex op. “Jongeren lijken wel de beste vrienden van hun ouders geworden. Ik zou door de grond gezakt zijn als mijn vader en moeder naar mijn deliberatie gekomen waren aan de universiteit. Ik zie het generatieconflict niet meer. Dat zijn we onderweg toch ergens kwijtgeraakt. (lacht)"

Los van de nieuwe vormen van conservatisme die vandaag overal oprukken, en die politiek verzilverd worden, is de Vlaamse beweging onmiskenbaar een winnaar van '68, beklemtoont Karel Michiels.

“De nationalisten hebben toen het juk van de collaboratie afgeworpen. Na Vanden Boeynants' val beleefde de Volksunie van Hugo Schiltz een heuse triomf. Ook links zal niet ontkennen dat Leuven-Vlaams als weinig andere politieke fenomenen zijn stempel op ons land gedrukt heeft.”

'Ik zie het generatieconflict niet meer. Dat zijn we onderweg toch ergens kwijtgeraakt'
Liesbet Walckiers, oud-journaliste

Omgekeerd moeten zelfs virulente criticasters van '68 toegeven dat de klok terugdraaien geen wens is en nog minder een optie; en dat hun eigen leven heel wat onvrijer zou zijn geweest zonder het elan van de sixties en de seventies. 

Zo blijft het jaar '68 dus schipperen: tussen heimwee naar toen en de objectieve vaststelling dat het duchtig op ons ingewerkt heeft. Is de politieke erfenis veilig voor belagers? Moeten enkele misvattingen eruit, zodat '68 tot correcte proporties teruggebracht wordt, en minder gemakkelijk in het vizier komt?

“Juist niet”, vindt Deneckere. “Het is veel belangrijker dat het grote verhaal van de emancipatie weer verteld wordt, in het juiste historische perspectief. Alleen zo kunnen we mythes en misbruik van de geschiedenis ontkrachten.”

“Jammer genoeg werkt zoiets minder goed op sociale media dan de oorlogsverklaringen van nieuw rechts, dat een terugkeer belooft naar de goede oude tijd maar intussen cruciale verworvenheden wil terugschroeven.”

Mei '68 in het buitenland

Leider van de Franse studentenrevolte Daniel Cohn Bendit (midden, met opgeheven vuist) tijdens een actie in Parijs op 7 mei 1968.Beeld BELGA

Het West-Europese brandpunt van 1968 bevond zich in Parijs, in mei. Studenten bezetten er de Sorbonne-universiteit, waarna er wekenlange rellen volgden. Vijftig jaar later zijn vriend en vijand het minstens op dít punt eens: dat Mei '68 het uithangbord is van een evolutie die veel eerder begonnen was en zich in de hele wereld voltrok, maar die bij ons altijd om die ene maand is blijven cirkelen, nu al vijf decennia lang.

Feiten en data zijn eindeloos. Een beetje babyboomer somt zo de internationale piekmomenten op, en neen, Leuven Vlaams hoort daar niet bij. Begin april werd in Memphis Martin Luther King doodgeschoten, een leider van de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Twee maanden later bezweek de Amerikaanse Democratische politicus Robert Kennedy, broer van, eveneens aan een moordaanslag.

In diezelfde VS was het protest tegen de oorlog in Vietnam sinds 1962 alleen maar crescendo gegaan en had in 1967 de Summer of Love plaatsgevonden. In de Volksrepubliek China had Mao een jaar eerder de Culturele Revolutie verordend om zijn tegenstanders uit te schakelen; in Indonesië waren de communisten bij honderdduizenden vermoord en was het Soeharto-tijdperk aangebroken.

In januari 1968 werd de hervormingsgezinde Alexander Dubček tot eerste secretaris van de Communistische Partij van Tsjecho-Slowakije verkozen; de Praagse lente brak uit maar werd in de zomer zonder pardon de kop ingedrukt door de legers van het Warschau-pact. In West-Berlijn had studentenleider Rudi Dutschke inmiddels een aanslag overleefd.

Het kolkte op alle continenten, miljoenen jongeren roerden zich in een spiraal van wilskracht en wanhoop.

In oktober, tien dagen voor de opening van de Olympische Spelen, werden in Mexico-Stad tussen drie- en vierhonderd betogende jongeren neergeschoten als deel van de vuile oorlog tegen politieke opposanten. In het revolutionaire Cuba viel 1968 samen met een stop op de laatste brok experimentele chaos en het begin van een bureaucratisering Morgen in deel 2: Mei '68 en de seksuele revolutie.op zijn sovjets.

In Polen stond maart '68 in het teken van de onderdrukking van de studentenbeweging, maar vooral, zoals de Pools-Belgische filosofe, auteur en tv-maakster Alicja Gescinska vertelt, “van een van de zwartste bladzijden uit de naoorlogse geschiedenis van Polen en bij uitbreiding Europa”. Het sluimerende antisemitisme onder de Poolse communisten mondde uit in de massale uitzetting van Joden en intellectuelen, onder wie de beroemde socioloog Zygmunt Bauman.

Gescinska trad onlangs aan op het Leuvense Feest van de Filosofie, dat helemaal in het teken stond van de slogan 'verbeelding aan de macht' – L'imagination au pouvoir, zoals hij in Parijs op de muren stond. “Het is in elk geval verontrustend te weten dat je in een van de grootste landen van Europa, in het hart van het oude continent, een grootschalige antisemitische actie kunt opzetten en dat zoiets 50 jaar later de wereld zo goed als koud laat. Amper iemand buiten Polen kent deze gebeurtenissen, laat staan dat erom getreurd zou worden. Ook dát was 1968.” 

Morgen: de seksuele revolutie.