Direct naar artikelinhoud
Commentaar

Het optimisme van mei ’68 is gesleten

De studentenprotesten in 1968 in Parijs.Beeld Hollandse Hoogte / Roger Viollet Agence Photographique

In de vijftig jaar sinds studenten in de Parijse voorstad Nanterre in opstand kwamen en een verbond sloten met stakende Franse arbeiders is de moderne, post-industriële westerse samenleving onherkenbaar veranderd.

Veel heeft daaraan bijgedragen. Niet in de laatste plaats de ontwikkeling, de afgelopen twintig jaar, van internet en moderne communicatiemiddelen. Toch is mei 1968 te beschouwen als een belangrijk en fundamenteel omslagpunt, te markeren als het moment dat traditioneel gezag en de poging vooroorlogse verhoudingen wereldwijd in stand te houden hun Waterloo bereikten.

De verzuiling en vastgeroeste verhoudingen in samenleving en kerk stonden al op wankelen

Het ging er heftig aan toe, die maand in Parijs. Autoriteiten wisten niet hoe te reageren op de acties van, in eerste instantie, groepen studenten. Het antwoord, bruut geweld, werkte als de spreekwoordelijke rode lap op een stier en zorgde voor solidarisering tussen de studenten en stakende arbeiders. Daarmee ontstond een potentieel revolutionaire situatie.

Algemeen wordt gesteld dat in Nederland de reactie op de ontwikkelingen in Parijs laat kwam: pas een jaar later bezetten studenten het Maagdenhuis in de hoop meer inspraak te krijgen in het universitair bestuur.

Misvatting

Maar dat is toch een misvatting. In mei ’68 was Provo, de actiegroep die met ludiek protest de gevestigde orde uitdaagde, alweer exact een jaar opgeheven. Ook in Nederland broeide en rommelde het met andere woorden al langer. De verzuiling en de vastgeroeste verhoudingen in samenleving en kerk stonden op wankelen. Terwijl de beweging van vooral studenten nog eens extra brandstof kreeg door de escalerende oorlog in Vietnam.

Het aantal handelende mensen in die turbulente dagen was niet groot. Het was, kan men zeggen, een elite, maar het diepere levensgevoel werd breder gedragen. Er heerste in het tweede deel van de jaren zestig van de vorige eeuw een toenemend optimisme, gedragen - hoezeer ook tegen het materialisme werd geageerd - door een toenemende welvaart. Bestuur en democratie hielden daarmee geen gelijke tred. Dat optimisme werd gevoed door de overtuiging dat de mens in wezen geneigd was tot het goede en dat de samenleving heel wel naar een ideaalbeeld maakbaar was.

Vergelijk dat eens met vijftig jaren later. Het zou overdreven zijn om te stellen dat er een nieuw soort einde-der-tijden-gevoel overheerst, maar het optimisme van toen is voor een groot deel door pessimisme vervangen. Hoeveel democratischer en welvarender de westerse wereld sindsdien ook is geworden. Grote milieuproblemen, dreigende klimaatverandering, de confrontatie tussen wereldgodsdiensten en twijfel aan de werking van de democratie zijn daar debet aan. Mei ’68 heeft de wereld danig beïnvloed, maar niet beslissend veranderd.

De mening van de krant, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.

Lees ook: Het is mei 1968: Op naar Parijs, waar het allemaal gebeurde

Waarom in Leiden de brave student uithangen als in Parijs de opstand van mei 1968 om zich heen grijpt? Een aantal jonge Nederlanders wilde de revolutie van nabij meemaken. Roel Janssen, Koos Plantenga en Jaap Morel blikken terug op die roerige meidagen in de Franse hoofdstad.