Pater Damiaan: de Christelijke Held

Zes jaar terug stemde televisiekijkend Vlaanderen hem in het Canvasprogramma ‘De Grootste Belg’ naar de eerste plaats. Op 11 oktober 2009 verklaarde paus Benedictus XVI in Rome de Grootste Belg heilig. Pater Damiaan, de patroon van de lepra- en aidspatiënten, had een bewogen leven. Zijn weg naar de heiligenstatus liep allesbehalve over rozen.

De heiligverklaring van Damiaan was het orgelpunt van het  ‘Damiaanjaar’, waarmee hij een definitieve en formele plek in de geschiedenis van de katholieke heiligenverering verwierf. In datzelfde jaar werden tevens een postzegel en een zilveren herdenkingsmunt uitgegeven, werd een nieuw standbeeld onthuld en zagen toneelvoorstellingen en andere evocaties (opnieuw) het licht. Het Damiaanjaar concentreerde een rist feestelijke, religieuze, spirituele, sportieve en wetenschappelijke activiteiten. Damiaans heiligverklaring was een belangrijk momentum dat het leven en werk van een man, wiens uitzonderlijke betekenis in binnen- en buitenland uitgebreid is onderzocht en verwerkt in films, talloze televisiereportages, documentaires en zelfs stripverhalen, opnieuw wereldwijd onder de aandacht bracht. Damiaan was bij leven al een internationaal bekende figuur. 120 jaar na zijn overlijden ten gevolge van lepra in ‘zijn’ leprozenkolonie van Kalawao-Kalaupapa op het Hawaïaanse eiland Molokai, blijven zijn aantrekkingskracht en betekenis onmiskenbaar groeien – als de stortvloed van nieuwe publicaties in het Damiaanjaar een goede graadmeter is tenminste.


A Christian Hero

De heldenstatus had de heilige al bij leven. Toen Damiaan op 10 mei 1873 landde op Kalaupapa, het puntige schiereiland in het noorden van Molokai, in het gezelschap van zijn bisschop en vijftig patiënten, bleek dat groot nieuws: een blanke, gezonde priester die vrijwillig naar “de hel van Kalaupapa” kwam? De kranten in Honolulu – en van daaruit de rest van de westerse wereld – maakten er opgewonden gewag van: Damiaan “werd alleen op het strand achtergelaten, zonder een huis.” Het artikel suggereerde dat hem een enkeltje naar het martelaarschap te wachten stond: “We care not what this man’s theology may be, he is surely a Christian Hero.”


Damiaan en Kalaupapa na Damiaan

Damiaan maakte er op Molokai het beste van, de moeilijke werk- en levensomstandigheden in acht genomen. Zijn levensverhaal speelde zich ook af tegenover de wedloop van de verschillende religies die op de Hawai-archipel zieltjes probeerden te winnen. Daarbij kwam voor- en tegenstanders van de figuur Damiaan ook geregeld aan bod in de binnen- en buitenlandse kranten. En dat is een verhaal op zich. Onmiddellijk na zijn overlijden in 1889 gingen stemmen op dat ‘de martelaar van Molokai’ heilig moest verklaard worden. Edward Clifford,  de schilder van het bekende portret van Damiaan-met-strohoed, schreef: “Toen pater Damiaan zijn leven aan Christus toewijdde en zichzelf begroef in de melaatsenkolonie te Kalawao, had hij er geen idee van dat de echo’s van zijn zelfopoffering niet alleen het hoornsignaal zouden betekenen dat het goddelijk leven zou aanvuren in duizenden zielen […] maar dat ze een heel imperium zouden opwekken. […] Niemand kan de gevolgen meten van de eenvoudigste daad, volbracht met een oprechte blik van liefde op God en de medemens.”

Ook de Britse Times spaarde de superlatieven niet. Al even gezwind stak de kritiek op, ook vanuit de eigen rangen. Heel wat biografen (en de pers) focusten naderhand op de ietwat moeizame relatie die Damiaan met zijn directe oversten onderhield. Bisschop Hermann Koeckemann, bisschop van Honolulu, schreef naar aanleiding van het eerste onderzoek naar leven en werk van Damiaan: “I know already that it will contain anything remarkable in favor of our hero. […] We think there is nothing to be gained by pushing the inquiry any further. When Father Damien has been proclaimed hero and martyr of charity, everything has been said; the rest only complicates matters.”

De presbyteriaanse dominee Charles McEwen Hyde had het in een lezersbrief aan de Sydney Presbyterian van 26 oktober 1889 over “de extravagante lofuitingen in de kranten … […] De simpele waarheid is dat hij [Damiaan] een lompe, vieze, koppige en fanatieke man was. […] De man was niet zuiver op de graat in zijn relatie met vrouwen, en de lepra waaraan hij stierf moet worden toegeschreven aan zijn slechte gewoonten en achteloosheid. Anderen hebben veel gedaan voor de lepralijders, onze eigen predikanten, de artsen in dienst van de overheid, enzovoort, maar wel nooit vanuit de katholieke idee om het eeuwige leven te verdienen …”

Uiteindelijk duurde het 120 jaar vooraleer Damiaan heilig werd verklaard. Zijn feestdag wordt op 10 mei gevierd.

Vertel jij op Erfgoeddag het verhaal van (de heiligverklaring van) de patroonheilige van jouw gemeente, stad of parochie? Welk erfgoed getuigt daarvan? Waren er voor- en tegenstanders? Welke mirakels heeft deze heilige(n) verricht?

Leestips:
DAENEN (Roel), "H. Damiaan, bid voor ons. De nalatenschap van de Grootste Belg", in: faro. Tijdschrift over cultureel erfgoed, 2, 3 juli - september 2009, pp. 70-78. Je kan dit artikel hieronder ophalen.

Afbeelding:
Bovenaan: Damiaans graf in Kalawao, Molokai (c) Sylvie De Weze.
Onderaan: De overbrenging van het stoffelijk overschot van Damiaan naar België, in 1936, gaf aanleiding tot het vervaardigen van een monumentaal wandtapijt over diens leven, naar een ontwerp van kunstenaar Marcel Forêt. (c) Damiaanmuseum, Tremelo. Zie ook ons eerder blogbericht op deze website.

Bekijk hieronder een filmpje van de aankomst van Damiaans stoffelijk overschot in de haven van Antwerpen. Je kan dit filmpje ook bekijken via de toegankelijke YouTube-player.

Vrije tags
Helden
herinneringscultus
monumenten
heilige
martelaar