Project Save Nazca / Irrigation Channel Lines

Nazcalijnen zaten vol water

2000 jaar oude tekeningen van kolibries, honden en walvissen in de woestijn van Peru waren lang een raadsel. Nu denken Spaanse onderzoekers dit te hebben opgelost: de lijnen waren van belang voor de landbouw van de Nazca.

Acht jaar lang onderzocht een Spaans team de Nazcalijnen in Peru, en volgens hen waren de groeven in het droge woestijnzand kanalen voor irrigatie.

Onderzoeksleider Carlos Enrique Hermida García spreekt van een van de grootste ontdekkingen uit de wereldgeschiedenis en zegt:

‘We hebben het raadsel niet alleen opgelost aan de hand van vele bewijzen, maar ook een bevloeiingsstelsel gevonden dat wereldwijd miljoenen levens kan redden.’

Volgens de onderzoekers maakten de Nazca een groene oase van de dorre woestijn.

© Project Save Nazca / Irrigation Channel Lines

Kolibries en walvissen in de woestijn

De Nazcacultuur floreerde vanaf circa 100 v.Chr. zo’n 800 jaar in de woestijn van het zuiden van Peru. De Nazca maakten samen grote tekeningen op de grond, geogliefen genoemd, nu bekend als de Nazcalijnen.

Uit proeven is gebleken dat het meestal 2 of 3 dagen duurde om een geoglief te maken die bijvoorbeeld een condor, kolibrie of walvis voorstelde.

De Nazca schraapten de bovenste paar centimeter zand en gruis weg, waardoor de kalkgrond eronder zichtbaar werd.

Er zijn tot nu toe 800 rechte lijnen, 300 geometrische patronen en 70 planten en dieren ontdekt, maar er is nog meer.

Tussen 100 v.Chr. en 750 n.Chr. floreerde de Nazcacultuur in de droge Nazcawoestijn in Peru, 20 kilometer van de Stille Oceaan.

© Shutterstock

Bewijzen gepresenteerd op conferentie

Carlos Enrique Hermida García is bouwkundige en zijn team gebruikte methoden uit de bouwkunde om het raadsel van de Nazcalijnen op te lossen.

Eerder zijn onderaardse aquaducten blootgelegd in de Nazcawoestijn, maar nu denken de onderzoekers dat het irrigatiesysteem veel geavanceerder was dan gedacht en dat de Nazcalijnen een grote rol speelden.

Met zijn collega’s presenteert Carlos Enrique Hermida García zijn bewijzen op een internationale onlineconferentie op 21 februari.