De IVF-gids

Page 1

Dit is de praktische gids voor iedereen die een vruchtbaarheidsbehandeling overweegt of eraan begint, man of vrouw. Bij IVF en ICSI krijg je te maken met allerlei medische termen zoals androgenen, blastocyste, FSH-hormoon, azoöspermie en follikelaspiratie. Met deze gids kun je snel opzoeken waar die begrippen voor staan. Bovendien geeft het boek antwoord op alle vragen die bij IVF en ICSI in je op kunnen komen:

Dr. Jan Peter de Bruin Henk Hanssen

Wat zijn mijn kansen op een zwangerschap? Hoe bereid ik me het best voor? Welke factoren bepalen het succes van de behandeling? Wat zijn precies de kosten? Worden deze vergoed door mijn verzekering? • Beïnvloedt IVF of ICSI de relatie met mijn partner? • Wat zijn de emotionele gevolgen? • • • •

Behandelmethodes, de beste klinieken, de namen en werking van medicijnen: in de IVF-gids kun je alle informatie snel vinden. Vlot geschreven, geïllustreerd en gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten: met dit handzame boek op zak begrijp je direct waar je arts het over heeft.

Over de auteurs Dr. Jan Peter de Bruin is als gynaecoloog verbonden aan het Centrum Voortplantingsgeneeskunde van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch waar hij honderden paren met vruchtbaarheidsproblemen behandelde. Hij startte de Digitale Kinderwenspoli en is medeoprichter van Fertility Consult, een online adviesdienst voor paren met vruchtbaarheidsproblemen. Jan Peter is vader van Laurens, Carlijn en Diederik. Henk Hanssen is expert op het terrein van vaderschap. Hij is oprichter van IkVader.nl en auteur van diverse boeken over vaderschap, waaronder Zwangerschapsmanagement voor Mannen, Babymanagement voor Mannen en Peutermanagement voor Mannen. Henk is vader van Rosa en IJsbrand. ‘Dit handboek voor mensen met een onvervulde kinderwens legt in begrijpelijke taal alle medische begrippen uit. Van A tot Z kun je alle medische termen die je tegenkomt in het vruchtbaarheidstraject opzoeken en interessante achtergrondinformatie lezen. Zo krijg je meer begrip van en grip op je eigen medische traject. Geschreven in een vlotte stijl met hier en daar een vleugje humor.’

José Knijnenburg, directeur van Freya, de vereniging voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen.

• Voorbereiding • Voorbereiding • Stappenplan • Stappenplan • Succesfactoren • Succesfactoren

• De beste • Deklinieken beste klinieken

• Alle behandelmethodes • Alle behandelmethod

• De nieuwste • De nieuwste technieken techniek

AllesAlles wat je wat moet je moet weten weten om om je kans je kans van slagen van slagen te vergroten te vergrote


‘My words are like seeds and when they fall on fertile soil, a reflection of those seeds will grow into something greater.’ Steve Maraboli

De gids Alles wat je moet weten om je kans van slagen te vergroten Dr. Jan Peter de Bruin Henk Hanssen


Over de drempel

Verklaring pictogrammen:

Wanneer je voor het eerst de drempel van de spreekkamer van een vruchtbaarheidskliniek overgaat, neem je noodgedwongen afscheid van het romantische idee van zwanger worden. Het is een hele stap. De onbezorgdheid, de kans om blij verrast te worden door een spontane zwangerschap, moet je achter je laten. Je deelt je intieme details met een dokter die je bijna letterlijk het hemd van het lijf vraagt. Trouw vul je alle formulieren in, geef je antwoord op alle vragen en ondertussen hoop je maar dat je arts een manier vindt om je kinderwens in vervulling te laten gaan. 
In mijn jarenlange praktijk als vruchtbaarheidsarts probeer ik zoveel mogelijk om mensen tijdens die eerste gesprekken gerust te stellen, maar natuurlijk kan ik niet voorkomen dat zwangerschap een medische aangelegenheid wordt. Ik besef maar al te goed dat mijn dagelijkse omgeving voor mijn patiënten een vreemde wereld is, vol nieuwe en vaak moeilijke termen. De meeste dokters en verpleegkundigen doen hun best om het allemaal goed uit te leggen. Toch heb ik gemerkt dat mensen, als ze eenmaal weer thuis zijn, met vragen blijven zitten over hoe het nu ook alweer precies zat. En nee, Google weet ook niet alles. Daarom heb ik vaak bij mezelf gedacht: ‘Ik zou eens een boek over moeten schrijven waarin alles in begrijpelijke taal wordt verklaard.’ Lange tijd strandde mijn ambitie op voor de hand liggende excuses; nieuwe projecten, reorganisaties, gezinsverplichtingen. Dankzij Henk Hanssen, een schrijver in wie ik iemand vond die mijn ambitie deelde, is het toch gelukt. We hebben onze uiterste best gedaan om alle medische termen die je kunt tegenkomen te verklaren, kort en bondig en waar nodig voorzien van nuttige achtergrondinformatie. Ik ben ervan overtuigd dat deze gids je terzijde kan staan wanneer je met vragen achterblijft. En dat je goed voorbereid naar je volgende ziekenhuisafspraak kunt komen om samen met je dokter de beste aanpak van je vruchtbaarheidsprobleem te bespreken. Ik wens je veel leesplezier en uiteraard veel liefde en geluk. Jan Peter de Bruin

vrouw man behandeling arts medisch medicijnen vruchtbaarheid hormonen obstakel techniek chirurgie IVF-pionier beroemde (IVF)baby

© 2017 Uitgeverij IkVader Boeken, Hilversum ikvader.nl Ontwerp en illustraties: Erik Prinsen.nl Druk: Realconcepts.nl ISBN: 9789077393048 4

IVF-GIDS

IVF-GID S

5


Broodnodige ondertiteling

A

Elk jaar ondergaan in Nederland circa vijftienduizend mensen een IVF/ ICSI-behandeling. De medisch onderlegden uitgezonderd, belanden velen van hen in een wereld waar een taal wordt gesproken die zij niet kennen. Ik was, een aantal jaren geleden, een van hen. Toegegeven, voor een leek is geneeskundig vakjargon sowieso lastig te begrijpen maar in geval van IVF/ICSI begint het je helemaal te duizelen wanneer termen als blastocyste, GnRH-agonisten, de LH-piek onderdrukken en hyperstimulatie om je oren vliegen. Ik begreep er geen snars van. Steeds weer schoot mijn hand naar mijn binnenzak, vergeefs op zoek naar een gidsje dat in de gesprekken met artsen, laboranten en verpleegkundigen voor de broodnodige ondertiteling zou kunnen zorgen. Ik besloot het zelf te schrijven. Dankzij de intensieve samenwerking met Jan Peter de Bruin, een bevlogen en ervaren gynaecoloog die het ontbreken van een inzichtelijk handboek onderkende, is het gelukt: het gidsje dat ik miste, heb je nu in je hand. Ik hoop dat dit boek je met raad en daad terzijde mag staan. En uiteraard wens ik jullie heel veel succes en geluk op de IVF/ICSI-route.

Henk Hanssen

Hoe werkt dit boek? Deze gids is opgezet als de hedendaagse versie van een zakencyclopedie. Een zakencyclopedie omdat het een allesverklarend gidsje is dat in je binnenzak past, hedendaags omdat de teksten à la Wikipedia zijn voorzien van ‘links’ die verwijzen naar andere stukjes in dit boek. We hebben ook een zeer uitgebreide alfabetische index samengesteld waar je alle relevante begrippen kunt terugvinden met de verwijzende paginanummers erbij. Bij een aantal veelvuldig voorkomende termen hebben we de verwijzing achterwege gelaten en volstaan we met de uitleg. Dit zijn: eierstokken, eileiders, eisprong, embryo, follikel, FSH, genen, hormonen, ICSI, indicatie, innesteling, inseminatie, IVFbehandeling, kinderwens, kosten, leeftijd, menstruatie, menstruatiecyclus, miskraam, onvruchtbaarheid, overgang, punctie, sperma en zaad. Verder: om niet steeds ‘hij/zij’ en ‘hem/haar’ te hoeven schrijven, doen we alsof alle artsen van het mannelijk geslacht zijn. Geheel bezijden de werkelijkheid natuurlijk, we hanteren deze stijl louter ter wille van de leesbaarheid. Neem er geen aanstoot aan. PS: Heb je suggesties of opmerkingen over dit boek? Laat het ons weten via info@ikvader.nl.

anmelden

De weg naar vruchtbaarheidsonderzoek en -behandeling begint met een gesprek bij de huisarts. Schroom niet: jaarlijks voeren ongeveer vijftigduizend paren een dergelijk gesprek. Ben je (als vrouw) jonger dan 35 en ontstaat er na één jaar onbeschermd vrijen geen zwangerschap, dan kun je een afspraak maken om over je vruchtbaarheid te praten. Ouder dan 35? Dan kun je al na een half jaar terecht. Ga samen naar de huisarts. Mannen hebben soms het idee dat het uitblijven van een zwangerschap niet aan hen ligt maar dit is allesbehalve juist. De oorzaak ligt voor ongeveer 35 procent bij de vrouw, voor 25 procent bij de man en voor vijftien procent bij een combinatie van beiden. In 25 procent van de gevallen zal de oorzaak niet duidelijk worden.

i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i

De inhoud van dit boek is met uiterste zorgvuldigheid samengesteld. Niettemin sluiten auteurs en uitgever iedere aansprakelijkheid uit voor de eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie of adviezen die de lezer in dit boek aantreft.

Seksuele geschiedenis
 De huisarts zal vragen stellen over de seksuele relatie, over de menstruatiecyclus en over je leefgewoonten. Verder neemt hij de medische geschiedenis door en gaat hij na of er een kans is op erfelijke aandoeningen binnen de familie. Aan de hand van dit gesprek kan de huisarts besluiten jullie door te verwijzen naar de gynaecoloog. Ook bij deze arts staat een stevig gesprek op de agenda (anamnese). Verder zal de gynaecoloog grondig onderzoek doen naar de oorzaken van het uitblijven van een zwangerschap via het oriënterend fertiliteitsonderzoek. Als er iets wordt gevonden wat

6

IVF-GID S

Uitsluiting aansprakelijkheid

IVF-GIDS

• AANM ELD EN •

7


dat deze claim juist is. Toch trekt Philtjens niet aan het langste eind. Na jarenlang juridisch getouwtrek bepaalt een Nederlandse rechter in 2008 dat Donna bij haar pleegouders moet blijven. De rechtbank baseert zich op een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming dat stelt dat een verhuizing naar België niet in het belang is van Donna die rust en stabiliteit nodig heeft. Daarmee is de kous nog niet af. In 2012 krijgen zowel de Nederlandse ouders van Donna als de Vlaamse draagmoeder en haar partner-in-crime een boete vanwege de mensonwaardige manier waarop zij de baby hebben behandeld. De Belgische biologische vader en zijn vrouw gaan vrijuit.

stane Basale Temperatuurcurve (BTC) met je arts de vruchtbare dagen in je cycluspatronen vast te stellen. Nadeel van het ‘temperaturen’ is dat je bij het begin van elke nieuwe dag wordt geconfronteerd met je onvervulde kinderwens. Bovendien is het idee met een grafiek in je hand ‘verplicht’ te moeten vrijen niet bepaald opwindend: maak er dus geen halszaak van en duik alleen het bed in als je ook echt zin hebt. Bedenk dat de temperatuurcurve niet precies aangeeft wanneer de eisprong heeft plaatsgevonden. Een arts heeft methodes voor eisprongdetectie die nauwkeuriger zijn.

Basale lichaamstemperatuur

Er bestaan verschillende vruchtbaarheidsbehandelingen. Ze worden in deze gids besproken onder de kopjes:

De lichaamstemperatuur die je hebt als je ’s ochtends wakker wordt. Artsen spreken ook over BBT, Basal Body Temperature. Deze temperatuur is van belang voor het bepalen van het moment van de eisprong. Normaal gesproken varieert de basale lichaamstemperatuur van een vrouw van 36,1 tot 36,7 graden Celsius tijdens de menstruatiecyclus. Na de eisprong veroorzaken hormonale veranderingen een gemiddelde stijging van 0,3 graden. Artsen noemen dit piekje het thermogene effect van het vrouwelijk geslachtshormoon progesteron. Vrouwen zijn het meest vruchtbaar in de twee dagen die voorafgaan aan deze stijging. Door je basale temperatuur dagelijks bij te houden, kun je na verloop van tijd vrij nauwkeurig het moment voorspellen waarop gemeenschap de hoogste kans op bevruchting biedt. Er zijn hiervoor speciale ‘basale’ thermometers verkrijgbaar maar ook een gewone thermometer voldoet prima. Je moet je temperatuur dagelijks op hetzelfde tijdstip en op dezelfde plek (oraal, vaginaal of rectaal) opmeten, anders heeft het geen zin. En: ga niet eerst douchen of rondlopen maar meet direct nadat je wakker bent geworden. Noteer de cijfers op een cycluskaart die je op internet kunt vinden. Wanneer je een regelmatige cyclus hebt, beschik je na een maand of drie over voldoende gegevens om aan de hand van de ont-

w tureluurs grafiek curve i i i i

• bas ale l i c h aam s tempe ratu u r • 22 IVF-GIDS

Behandeling

• Assisted Hatching • Eiceldonatie • ICSI • IVF • In vitro maturatie • KID

• KIE • IUI • MESA • PESA • Ovulatie-inductie • TESE

Behandelingscyclus Alle fasen van een IVF-behandeling tezamen. Er is sprake van een gestarte cyclus zodra de eerste medicatie ter stimulatie van de follikelgroei (bijvoorbeeld hMG) is toegediend. Vooraf gebruik van GnRH-agonisten wordt beschouwd als een voorbereiding op de behandelingscyclus.

Behandelingen in het buitenland

In Nederland wonen heeft voor- 
 en nadelen als het om IVF gaat. Het grootste voordeel is dat, in relatieve zin, nergens ter wereld meer vrouwen zwanger raken via IVF dan in Nederland. Er is in ons land dus veel kennis en ervaring opgebouwd, er zijn twaalf IVF-klinieken met uitstekende artsen. Een nadeel is dat je niet ‘zomaar’ voor IVF in aanmerking komt, ook niet als je een zak geld op het bureau van de arts neerlegt. In Nederland moet IVF ‘medisch noodzakelijk’ zijn. Strikt genomen is dit natuurlijk niet het geval: IVF is geen ingreep die levens redt zoals een hartoperatie of een behandeling tegen kanker. Maar, is IVF daarmee ‘wensgeneeskunde’, zoals sommigen het afkeurend betitelen, te vergelijken met borstvergroting en haartransplantatie? Nee, er is weinig dat dieper ingrijpt op een mensenleven dan ongewenst kinderloos blijven. De Wereldgezondheidsraad WHO vindt daarom dat ongewenste kinderloosheid als een ziekte moet worden beschouwd én behandeld. De WHO stelt wel dat IVF de laatste optie moet zijn. De oorzaken van kinderloosheid moeten eerst grondig worden onderzocht. Nederlandse artsen volgen deze zienswijze: je kunt niet IVF-GID S

• b e h andel i ngscyc l us • b uit enland •

23


Paringsdans
 Een dikke dag later wordt met behulp van de microscoop gecontroleerd of er een bevruchting heeft plaatsgevonden. Als dit het geval is, zijn er twee grote ronde structuren in de eicel zichtbaar, de voorkernen ofwel de pronucleï. Een kern, een pronucleus, bevat het erfelijk materiaal van de man, de andere dat van de vrouw. Als je de kans krijgt, werp een blik op dit plaatje: het is een paringsdans in miniatuur. De rondjes, die maar een paar uur te zien zijn, vertegenwoordigen het voorportaal van de versmelting. De meeste kernen, ongeveer zeventig procent, laten elkaar niet meer los: ze versmelten samen tot een bevruchte eicel die zich op de tweede dag ontwikkelt tot een twee- of viercellig embryo en op dag drie tot een vijf- of achtcellig embryo. Uit deze embryo’s worden in het laboratorium de beste embryo’s geselecteerd (embryoselectie) voor terugplaatsing in de baarmoeder (embryoterugplaatsing).

Biopt Weefsel dat voor onderzoek uit het lichaam wordt genomen.

Biologische leeftijd

Je ‘ware’ leeftijd, de leeftijd van je lichaam. In IVF-verband is dit begrip van belang omdat je biologische leeftijd bepaalt hoe vruchtbaar je bent, meer specifiek: hoe het met je voorraad eicellen is gesteld. Gemiddeld genomen neemt deze voorraad na je 37-ste kalenderjaar scherp af, rond je 52-ste is de collectie vrijwel op en ga je in de menopauze. De kwantitatieve afname loopt gelijk op met de kwalitatieve vermindering: minder eicellen betekent dus meer eicellen van lagere kwaliteit. Hierdoor neemt de kans op chromosoomafwijkingen toe. Bij de meeste IVF-klinieken komen vrouwen van 42 jaar of ouder daarom in beginsel niet meer in aanmerking voor een behandeling. Unfair? Feitelijk wel: een vrouw van 44 jaar kan over lichaam beschikken dat veel jonger is dan de kalender aangeeft. Enigszins begrijpelijk is deze redenatie echter wel, simpelweg omdat men ergens een grens moet stellen. Bovendien zijn er andere risicofactoren die een rol gaan spelen zodra je als veertigplusser aan een zwangerschap begint.

gesproken de beschikbare middelen zo doelmatig mogelijk in te zetten. Omdat je kansen op een doorgaande zwangerschap boven de 42 jaar beperkt zijn, moet je de kosten van het vruchtbaarheidsonderzoek en de eventuele behandeling zelf betalen dan wel je er aanvullend voor verzekeren. Het toelatingsbeleid wisselt per IVF-kliniek. In 2016 is de maximumleeftijd voor het terugplaatsen van embryo’s verhoogd tot 49 jaar. Voorwaarde is wel dat de embryo’s zijn ontstaan uit een vruchtbaarheidsbehandeling die je voor je 43-ste jaar onderging (zie verder vergoedingen). Voor mannen geldt geen leeftijdsgrens. De zaadkwaliteit neemt weliswaar af met het stijgen van de leeftijd maar het zaad is nog steeds geschikt om er een zwangerschap mee tot stand te brengen.

Bijbal

De bijbal (de medische term luidt epididymis) is een ingenieus orgaantje dat als een lepeltje tegen de grotere zaadbal aan ligt. De zaad- of teelbal tekent voor de productie van het sperma, de bijbal voor het laten rijpen van een zaadcel die tot bevruchting in staat is. Dit proces voltrekt zich in een strak opgewonden buisje dat, wanneer je het uit zou rollen, maar liefst zes meter lang is. Zodra het zaad gereed is voor gebruik wordt het via de zaadleider richting prostaat getransporteerd.

Blastocyste i i i i i i

Hormoontesten
 Soms besluit de arts je biologische leeftijd te achterhalen aan de hand van hormoontesten: de FSH-waarde aan het begin van je cyclus, geeft een indicatie hoe je bij een IVF-behandeling zult reageren op hyperstimulatie. De laatste jaren wordt ook steeds meer gebruikt gemaakt van het bepalen van het anti-Müller hormoon, de zogenaamde AMH-bepaling. Als uit de onderzoeken blijkt dat er voldoende kans is op een redelijke reactie van je eierstokken, kun je ook als 44-jarige nog starten met IVF, zij het dat de basisverzekering de kosten niet meer vergoed. Om de kosten van de fertiliteitszorg in de hand te houden, hebben verzekeraars, artsen en het ministerie van VWS in 2012 af-

De blastocyste, een woord dat is samengesteld uit het Oudgriekse blastos (wat staat voor kiem of spruit) en cyme (een zakje), is een hol balletje dat wordt gevormd tijdens de embryonale ontwikkeling. Het zit zo: alles begint met één nieuwe cel die in de reageerbuis is ontstaan door versmelting van de zaad- en eicel: de zygote. Deze nieuwe cel begint zich direct na de bevruchting te delen in meerdere cellen. Het interessante is trouwens dat uit elk van deze cellen een compleet mens kan ontstaan, vandaar dat deze cellen omnipotent worden genoemd. Ongeveer vier dagen na de bevruchting en na meerdere rondes van celdeling, beginnen deze omnipotente cellen zich te specialiseren, waarbij ze een soort holte vormen, de blastocyste. In deze holte ontstaat de dooierzak waarin het embryo zich zal ontwikkelen.

• b io p t • b iol o gis c h e lee ft ijd • 28 IVF-GIDS

IVF-GID S

• b ijb al • b la sto cyst e •

29


Het geel lichaam blijft groeien en tegen het eind van de derde zwangerschapsmaand kan het al zo groot zijn dat het een derde tot de helft van de eierstok in beslag neemt. De cellen blijven progesteron produceren, tot ongeveer het eind van de vierde maand. Daarna vermindert de afgifte, de placenta levert al vanaf de tweede zwangerschapsmaand voldoende progesteron om de zwangerschap in stand te houden.

Cryo

In het Grieks betekent kruos ijskoud, bij IVF krijg je met dit woord te maken als je voor de keuze komt te staan zaad-, eicellen of embryo’s in te laten vriezen (cryopreservatie).

Cryocyclus Het geheel van handelingen dat wordt afgelegd bij het terugplaatsen van ingevroren embryo’s.

Cryo-embryo
 Ingevroren embryo.

Cryopreservatie Over Walt Disney, die op 1966 aan longkanker stierf, wordt gezegd dat hij zijn lichaam heeft laten invriezen. Wanneer de medische weten-schap eenmaal zo ver is, zo wil het hardnekkige gerucht, hoopt Disney ontdooid te worden om de wereld te verrassen met een sprankelend vervolg op The Sound of Music of Mary Poppins. Helaas moeten verstokte Disney-fans nog even wachten op dit staaltje magie: de techniek is nog niet zo ver. Invriezen is het probleem niet, een lichaam kan in vloeibaar stikstof (–196 graden Celsius) oneindig lang worden geconserveerd. Het grote probleem is het ontdooien tot lichaamstemperatuur. Op dit moment raken de met water gevulde lichaamscellen nog dusdanig beschadigd dat cryonisten, mensen die geloven in leven na de diepvrieskist, als romantische fantasten worden afgedaan. Volgens sceptici is het menselijk lichaam te vergelijken met een tomaat, het zijn bommetjes met water. Vraag een boer wat er met zijn tomaten gebeurt na één nacht matige vorst en hij zal antwoorden dat er niet veel meer van overblijft dan een zielig lekkend zakje. De vorst zet het water om in ijskristallen die funest zijn voor de cellen. Met het menselijk lichaam zou hetzelfde gebeuren.

een normale IVF-procedure verwekt, twee maanden lang ingevroren, ontdooid en weer teruggeplaatst in de baarmoeder. Sindsdien is cryopreservatie verder verfijnd en geleidelijk uitgegroeid tot een betrouwbare techniek waar je mee te maken krijgt zodra er levensvatbare embryo’s zijn ontstaan. Als er bij de eerste terugplaatsing geen zwangerschap is ontstaan, kunnen veel kosten en moeite worden bespaard door de ingevroren embryo’s een kans te geven.

Eerste ontdooide embryo Toch is cryonisme meer dan het product van ijdele geesten behept met een overspannen verbeelding. Medici zijn er al wel in geslaagd de cellen van embryo’s, eicellen en zaadcellen (eveneens in stikstof) te bevriezen. Op 28 maart 1984 werd in Melbourne de eerste baby uit een ingevroren embryo geboren, Zoë Leyland. Het embryo was via

IJskristallen
 Als je kiest voor cryopreservatie worden de sterkste embryo’s geselecteerd. Zij hebben immers de hoogste kans de invries- en ontdooiprocedure te overleven. Ongeveer de helft van de ontstane embryo’s valt bij de selectie af. Net als bij het invriezen van volwassen lichamen is het grootste probleem dat zich in het water van de cellen ijskristallen vormen. Omdat het bij embryo’s slechts om een paar cellen gaat, is dit probleem beter behapbaar: voordat ijskristalvorming kan optreden, wordt het water zo veel mogelijk onttrokken aan de cellen. Het embryo krijgt daarbij hulp van een cryoprotectant. Deze stof, een uitgekiend mengel van glycerol (een lichaamseigen vet), dimethylsulfoxide of suiker, vervangt het resterende inwendige water en beperkt zo de schade die vorst aan het kwetsbare weefsel kan toebrengen. Deze cryoprotectoren beschikken over een groot waterbindend vermogen zodat wordt voorkomen dat de cellen tijdens het invriezen uitdrogen.

• c ry o • 42 IVF-GIDS

IVF-GID S

• cryo pr e se rvatie •

43


Zo werd bijvoorbeeld jarenlang aspirine voorgeschreven ter bevordering van de doorbloeding van de baarmoederwand, totdat onderzoek uitwees dat het middel geen effect sorteerde. Zeker is dat het corpus luteum (het gele lichaam) een essentiële rol speelt. Deze follikelresten moeten het hormoon progesteron afscheiden dat in het baarmoederslijmvlies een gastvrij klimaat schept. Om het corpus luteum bij zijn taak te ondersteunen, krijg je bij IVF vrijwel altijd hormoonpreparaten zoals Pregnyl of Utrogestan voorgeschreven. Gemiddeld genomen heb je een kans van dertig procent op een succesvolle innesteling. Verwacht wordt dat dit percentage de komende jaren gaat stijgen naarmate er meer bekend wordt over factoren die de doorslag geven.

Innestelingsbloeding De meeste vrouwen merken er niets van wanneer het embryo zich aan de baarmoederwand probeert vast te hechten. Anderen voelen kleine krampjes, de zogeheten innestelingspijn. Soms leidt de innesteling tot een bloedinkje, vergelijkbaar met het begin van de menstruatie. Bloedverlies is altijd even schrikken maar een innestelingsbloeding kan juist een goed teken zijn. Het gaat vaak om oud bloed, ontsprongen tijdens de hechting met het embryo, dat wordt afgedreven. Het innestelingsbloed is meestal bruin of donkerrood van kleur. Het bloedinkje is niets om je zorgen over te maken.

follikel stimulerend hormoon FSH meer dan één eicel te laten rijpen. Wanneer dit proces, dat via echoscopisch onderzoek wordt gevolgd, goed verloopt, geeft de arts je een exact tijdstip op voor de start van de laatste hormoonetappe: een injectie met hCG die je jezelf onderhuids kunt geven. Dit humaan choriongonadotrofine zorgt voor de finale uitrijping van de eicellen. 36 tot 40 uur na de prik volgt de eisprong. Om een precieze timing te waarborgen, wordt hCG ook voorgeschreven wanneer je geen FSH hebt gebruikt. Of de IUI-behandeling slaagt, hangt samen met allerlei factoren waar de gynaecoloog niet altijd precies een vinger op kan leggen. Per behandeling heb je een kans van tien procent op een zwangerschap. Wanneer het de eerste keer niet lukt, zal het traject drie tot zes keer worden herhaald. Ontstaat er nog altijd geen zwangerschap, dan kun je samen met je arts besluiten om over te stappen op IVF.

Intraveneus 
 In de ader.

Intramusculair Letterlijk: ‘in de spier’. De term wordt gebruikt bij injecties die in de spier moeten worden gedaan.

Intra-uteriene inseminatie (IUI)

Hoewel IUI veel minder bekend is 
 dan het haast spreekwoordelijke IVF, is het een van de meest toegepaste vruchtbaarheidsbehandelingen. Bij deze vorm van kunstmatige inseminatie wordt het opgewerkte zaad van de partner direct in de baarmoederholte gebracht (intra-uterien). De behandeling komt voor een groot deel overeen met KIE. Het grootste verschil is dat het zaad verder op weg wordt geholpen: omdat het slijm van de baarmoedermond mogelijk antistoffen tegen de zaadcellen aanmaakt, wordt deze hindernis omzeild door een dun soepel slangetje door de baarmoedermond te steken. Dat klinkt bepaald onprettig maar de ingreep verloopt doorgaans pijnloos. 

 Precieze timing
 Om de kans op een vruchtbaar contact tussen zaad- en eicel zo groot mogelijk te maken, wordt aan de hand van echo-, bloed- en/ of urineonderzoek het moment van de eisprong uitgerekend. Vaak worden de trefkansen verder verhoogd door via toediening van het

In vitro

• i nnes t eli n g s bl o eding • iu i • 90 IVF-GIDS

IVF-GID S

In letterlijk Latijn: ‘in glas’. Methode van onderzoek of behandeling die buiten het lichaam, in het glas van een lab, plaatsvindt. Medici gebruiken de term doorgaans voor gekweekte cellen. • i n tr aveneus • in vitro •

91


IVF-behandeling

Het tegenovergestelde van in vitro fertilisatie (IVF) is in vivo fertilisatie. Bij in vitro vindt de bevruchting ‘in glas’ (vitro) plaats, bij in vivo (in letterlijk Latijn: ‘ik leef’) in het lichaam van de vrouw, zoals bij kunstmatige inseminatie. Welbeschouwd zou men de term IVF moeten wijzigen in IPF, in plastica fertilisatie. In het lab wordt tegenwoordig geen gebruik meer gemaakt van glazen reageerbuizen maar van schaaltjes kunststof. Het principe van de behandeling zelf is niet veranderd: het komt erop neer dat je de controle over je cyclus uit handen geeft. Met behulp van hoogstaande technieken neemt de medische staf de productie en selectie van follikels in jouw lichaam over. Om de kans van slagen zo groot mogelijk te maken, krijg je hormonen die je lichaam stimuleren meerdere follikels te laten rijpen want, niet elke follikel levert een eicel op en niet elke eicel is te bevruchten. Een IVF-behandeling verloopt in alle klinieken en ziekenhuizen volgens een min of meer identiek patroon. Toch is elke behandeling een persoonlijke ervaring, niet alleen omdat de methoden van de artsen kunnen verschillen maar vooral omdat jouw lichaam op haar eigen wijze (en soms eigenwijs) reageert. De behandeling bestaat uit vier fasen. Afhankelijk van het schema en de gebruikte hormonen, neemt de behandeling ongeveer vier weken in beslag.

• Fase 1. De stimulatie Meestal begin je op de dag dat je ongesteld bent geworden. Bij sommige klinieken moet je even bellen met een arts voor groen licht, bij andere spreek je vooraf af dat je na de menstruatie kunt starten met de toediening van hormonen via injecties. Gedurende gemiddeld tien tot veertien dagen krijg je het follikelstimulerend hormoon (FSH) ter bevordering van de follikelgroei en eicelrijping. Twee dagen voor de eicelpunctie – wanneer de rijpe eicellen worden geoogst – stopt de toediening van FSH en krijg je een ander hormoon, humaan choriongonadotrofine (hCG). Dit hormoon zorgt er voor dat er na circa 36 tot 40 uur een eisprong plaatsvindt. Jij of je partner kunnen de injecties zelf geven maar als je hier tegenop ziet, kun je de prikken ook laten toedienen door je huisarts, een wijkverpleegkundige of in het ziekenhuis. Maak hierover vooraf goede afspraken. Je geeft de injecties volgens het schema dat op basis van jouw cycluskalender is samengesteld. Daarop staat precies aangegeven welke hoeveelheid van welk hormoon je wanneer moet toedienen. NB: vergeet niet ‘af te vinken’ nadat je een hormoon hebt geïnjecteerd. Om het moment van de eisprong nog nauwkeuriger te kunnen bepalen, wordt meestal nog een ander middel voorgeschreven, een GnRH-agonist (of antagonist). Hiermee wordt de LH-piek onderdrukt zodat de rijpe follikels zich niet aan een voortijdige eisprong wagen. Of jouw lichaam met een reeks bijwerkingen zal reageren op de • i vf - be h andel ing • 92 IVF-GIDS

hormonen die het te verwerken krijgt, is niet te voorspellen. Er zijn vrouwen die nergens last van hebben, tegelijkertijd rapporteren tal van vrouwen klachten die variëren van stemmingswisselingen en spontane huilbuien tot hoofd- en buikpijn en een opgezet gevoel in de buik. Ook het zelf injecteren wordt vaak als zwaar ervaren. Al met al is de stimulatiefase voor de meeste vrouwen een kwestie van kiezen op elkaar en de blik op de toekomst gericht houden.

Controles

De medische staf houdt het reactiepatroon van je lijf uiteraard scherp in het oog. Zet je dus schrap voor de nodige onderzoeken. Na een dag of zes, zeven wordt de eerste inwendige echo gemaakt. Hierbij wordt, met behulp van glijmiddel, een dunne langwerpige staaf in de vagina in gebracht; deze transducer zendt geluidsgolven uit die door je organen worden teruggekaatst en in beelden worden omgezet. Ga vóór het onderzoek nog even naar het toilet: een lege blaas bevordert de beeldkwaliteit. De arts analyseert de grootte en de ligging van de baarmoeder en meet de dikte van het slijmvlies van de baarmoederholte: daar moeten de embryo’s straks kunnen innestelen. Bij de eierstokken gaat alle aandacht uit naar de follikels. Hoeveel zijn het er? Hoe groot zijn ze? Verder controleert de arts of er in de eierstokken geen cysten aanwezig zijn. Artsen zijn niet dol op deze met vocht gevulde holtes die geen eicel bevatten maar wel kunnen meegroeien tijdens de stimulatie. Het is mogelijk een cyste via een punctie leeg te zuigen maar het is vaak beter de behandeling (tijdelijk) op te schorten. Soms worden de verschillende hormoonniveaus in je bloed gemeten, zo nodig wordt de dosering aangepast. Een paar dagen later mag je opnieuw komen opdraven in de kliniek, wederom voor echo- en eventueel voor bloedonderzoek. Soms word je zelfs dagelijks gecontroleerd. Veel gedoe ja, maar alleen op deze manier kan het medisch team bijhouden hoe de follikels groeien. Naarmate het eind van de stimulatiefase dichterbij komt, dienen de controles ook om het juiste moment voor de punctie te bepalen. De eicellen moeten namelijk worden ‘geoogst’ net vóórdat de eisprong plaatsvindt: na de eisprong verdwijnen de eicellen in de buikholte waar ze niet meer te vinden zijn.

• Fase 2. De punctie Ongeveer 34 tot 36 uur nadat je de laatste hormooninjectie hebt gekregen wordt het spannend. Is de stimulatiefase echt geslaagd? Wat is de kwaliteit van de eicellen? Het antwoord op deze vragen wordt verkregen via de punctie, in vakjargon ook follikelaspiratie genoemd. Hierbij prikt de arts met een naald door de wand van de schede richting eierstok zodat hij de eicellen uit de blaasjes (follikels) kan leegzuigen. IVF-GID S

• ivf-b e h andel i n g •

93


testes of testikels) volgens een ingenieus proces, de spermatogenese. Tijdens de zaadlozing worden de in het vocht zwemmende zaadcellen met miljoenen tegelijk via de plasbuis naar buiten geduwd. Vervolgens staan de zaadcellen voor de bijna onmogelijke opgave om de eicel te bereiken: de afstand bedraagt slechts twaalf tot zeventien centimeter maar dit is duizend keer de lengte van een spermacel. Uit onderzoek blijkt dat de cellen niet ieder voor zich vechten om vooruit te komen maar juist samenwerken door treintjes te maken. Met een zwemsnelheid van een tot drie millimeter per minuut, doen de cellen er vijf tot vijftien uur over om op de plaats van bestemming te arriveren. Ongeveer honderdduizend doorzetters slagen daarin, enkele tientallen lukt het om door het beschermende omhulsel van de eicel heen te breken en, als het meezit, slaagt één zaadcel erin om een bevruchting tot stand te brengen. Kwaliteit
 Voor de vruchtbaarheid van de man is de spermakwaliteit natuurlijk van groot belang. Deze wordt onderzocht tijdens een sperma-analyse. De kwaliteit van het zaad blijft overigens tot het 35-ste jaar redelijk stabiel. Pas daarna nemen het zaadvolume, de concentratie en het aantal cellen met een ideale vorm geleidelijk af.

binnen de geneeskunde berucht om zijn ‘beperkte validatie’. Dat wil zeggen dat analyses van hetzelfde spermamonster door verschillende laboratoria geheel verschillende uitslagen liet zien. Inmiddels zijn er afspraken gemaakt over standaardisering van de onderzoeksmethoden waardoor de gemeten verschillen aanzienlijk kleiner zijn geworden. Niettemin kan de arts, wanneer er afwijkingen worden gevonden, besluiten het onderzoek te herhalen.

Sperma-aspiratie

Het met behulp van een naald opzuigen van sperma of weefsel uit de zaadballen voor nader onderzoek. Zie MESA, PESA en TESA.

Spermabank Opslagplaats waar gedoneerd sperma in diepgevroren toestand wordt bewaard om op een later tijdstip te worden gebruikt voor kunstmatige inseminatie met donorsperma (KID) of ICSI met donorsemen (ICSI-D). Rond 1970 werden in Nederland de eerste spermabanken geopend. Zie verder zaaddonor.

Spermacel Mannelijke voortplantingscel.

Spermakwaliteit

De kwaliteit van sperma wordt bepaald door tijdens een spermaanalyse de hoeveelheid, de beweeglijkheid en concentratie van de zaadcellen te meten. Aantal cellen Een zaadlozing heeft normaal een volume van minstens 1,5 milliliter. Elke milliliter bevat tussen de twintig en honderd miljoen zaadcellen, het gemiddelde ligt rond de zestig miljoen. Bij minder dan vijftien miljoen zaadcellen per milliliter is er sprake van oligozoöspermie. Zitten er helemaal geen zaadcellen in het sperma, dan wordt de diagnose azoöspermie gesteld. Beweeglijkheid Spermacellen moeten energiek genoeg zijn om zich door het slijm van de baarmoedermond, de baarmoeder en de eileiders naar de eicel te kunnen bewegen. In de motiliteit (de beweeglijkheid van de zaadcellen) wordt er onderscheid gemaakt tussen:

Sperma-analyse

Onderzoek dat tijdens het oriënterend fertiliteitsonderzoek wordt verricht naar de spermakwaliteit. Tot vrij recent was dit onderzoek • s pe r ma- analys e • 14 4 IVF-GIDS

Type A (snelle voorwaartse beweeglijkheid) Type B (langzame voorwaartse beweeglijkheid) Type C (ter plaatse beweeglijk) Type D (onbeweeglijk)

IVF-GID S

• sp e r makwal ite it •

145


Aantekeningen

Index

17 Asherman-syndroom Aspiratie 17, 120, 133, 145

A

Aanmelden 7 Aantal 8 Abortus 8, 17, 46, 56, 79, 120, 142

Aspirine

Acces device Acné Acrosoomreactie Adenine

Assisted Reproductive Technology 16 Auto-immuunziekte 18, 72, 114 38 Autosomen 49 Avery, Oswald Azoöspermie 18-19, 120, 145

151 135 113 46 Adhesie 9, 153 Adoptie 9, 52-53, 64, 105, 133, 148 Afstandsprocedure 53 Afscheiding 14, 20, 35, 85, 95, 134, 152 Afwijkingen bij geboorte 10 Agglutinatie 10 Agonist 11, 14 Alberda, Bert 11, 113, 158, 159

105 76 12, 58, 97, 110 84 67 57, 58, 99, 150 Amenorroe 11-12, 125, 128, 135 78 Analogen 7, 12, 130, 146 Anamnese 65 Anaximander Albright, Fuller Albuminemethode Alcohol Allergische reactie Alzheimer AMC Amsterdam

Androgenen 12-13, 113, 114, 134, 147 Andrologische factor 13 Anejaculatie 13, 142

65

Animalculus Anovulatie Anovulatoire bloeding

13-14 15

Ascheim, Selmar Antagonist

162 11

Antigeen 15 Antihormoon 15 Anti-Müller hormoon 15, 28 Antistof 10, 15, 35, 85, 90, 141, 162

B

Baarmoeder Baarmoederhals Baarmoederhalsslijm Baarmoedermond

Baarmoedermelk

17, 146 17-18, 23

19-21 20 20 20

30

Baarmoederslijmvlies 20 Baby D. 21-22, 53

35, 120, 143, 152, 153 Balzak 89 Bartoov, Benjamin Basale lichaamstemperatuur 22, 33, 63, 130, 149

81

Bayliss, William

Behandeling 23 Behandelingscyclus 23 Behandeling buitenland 23-24

België 8, 18, 22, 24, 48, 60, 64, 85, 100, 157 131 Benauwdheid 19, 154 Bestraling Bèta-hCG-test Betrouwbaarheid

Bevalling

24 24-26

17, 19, 100, 139, 163

Bevruchting

26-28

Bewaargevers

45

21, 28 Biopt Biologische leeftijd 15, 28, 60, 111 Bijbal 19, 29, 35, 71, 120, 133, 140,

Antinori, Severino

15

Aristoteles Armstrong, Lance

65 12

147, 149, 158 19, 71, 120 Bijbalontsteking Bijbel 77, 117 Bijnieren 13, 83 Bijwerkingen 40, 84, 92, 97 Blaasontsteking 71, 140 Blastocyste 17, 18, 29-31, 89, 118

16

Blastomeer

Anticonceptie(middel) 12, 40, 111, 112, 124, 147

ART 16 4 IVF-GIDS

90

Asthenozoöspermie Assisted Hatching

Asch, Ricardo I VF - G I DS

25-26

Bloeding

31

15, 33, 41, 90, 94, 97, > 165


Bloeding 109, 117-119, 123, 140 Bloeddruk 10, 14, 163 Bloedonderzoek 11, 14, 39, 41, 63, 70, 93, 130, 135 76, 80, 121 Bloedstolling 35, 54, 84, 90, 94, Bloedverlies 96, 117, 118, 119, 123, 134 150 Bloedziekte 15 Blokziel, Anita 21 Blomme, An 138 Body Mass Index 126 Borstkanker 126 Bourn Hall Clinic 27, 44, 51, 86 Broedstoof 50 Bromocriptine 40 Bronchiëctasieën Brown, Louise 8, 16, 31-33, 54, 147, 158-159

Brussel, universitair ziekenhuis 48, 56, 60, 86 101 Bruin de, Jan Peter 23, 33, 40 BTC 46, 95, 131 Buik, opgezette 35, 85, 93, 94, Buikpijn 95, 119, 123, 131 Buitenbaarmoederlijke 33, zwangerschap 35, 63, 72, 110

C

Cafeïne Capacitatie

110 33-34, 113

88 63

Carmen Bousada de Lara Cavum Douglasi Cavum uteri Cervical hostility Cel

34 34 34 19, 20, 34

Cervix Cetrorelix 151 Cetrotide 79 Chemotherapie 15, 55, 61, 72, 154 Chlamydia 19, 33, 34-35, 71, 142 Chirurgische behandeling Chocoladecyste

36 36

Choriongonadotrofine alfa 131 Chromatine 37 Chromosomen 27, 37-39, 49, 55, 71, 75, 76, 101, 105, 106, 115, 147 Chromosoomafwijking 19, 28, 38, 166

> 39, 71, 104, 105, 121, 151 Chromosomenonderzoek 39, 101 Cilium 39-40

Clomid Clomifeen

Cocaïne Codeïne COH-behandeling

40 14, 40-41 139 94 41

Cohort

51 12, 41 Complicaties 94, 97, 109, 115, 163 84 Contrastfoto 84, 109 Contrastvloeistof 59 Coöperatieve wederkerigheid 62 Corneale zijde Coïtus

Corpus luteum 40, 41-42, 80, 90, 119, 139, 140

Corpus uteri Cortex

19 56

Cryo Cryocyclus

42 42

Cryo-ET Cryonisme

44 42 Cryopreservatie 42-46, 120, 155 44 Cryoterugplaatsing 27 Cumulus 17, 46 Curettage Cybriden 68 Cyclus Cyclusanalyse

46 46

Disney, Walt 42 Distale zijde 62 DNA 27, 35, 37, 47, 48-50, 65-66, 68, 74, 75, 76, 105, 106, 115, 140, 150, 157, 158 DNA-test 21 14, 50 Dopamine Dominante follikel 50-52, 55, 73, 114, 118 Donorgegevens, Stichting 59, 156 Donorsemen 52, 145 9, 38 Down-syndroom Draagmoeder 21-22, 25, 52-54, 82, 148 Dreigende miskraam

Driel van, Theo Drugs Duchenne, ziekte van Ductus deferens

54

Ductus ejaculatorius Dumoulin, J.

158 109

Dysmenorroe Dyspareunie

54 54

E

54 54

E2 Echo

Ectoderm 30 Ectopische zwangerschap 33 Edwards, Robert 31-32, 38, 54, 147 38 Edwards, syndroom van 136, 137, 143 Eendenbek Eiblaasje Eicel Eicelbank

D

Eicelpunctie 60, 73-74, 93-95, 149

Cyste

Darwin, Charles 65, 66, 108, 159 Decapeptyl 79 Deletie 38 Della Cortes, Rosana 15-16 Democritus 65 Depressief 127 Designer baby 48, 124, 143 48 Desoxyribonucleïnezuur 13, 18, 67, 89, 135, 142 Diabetes 56 DiGeorge-syndroom 43 Dimethylsulfoxide IVF -G IDS

55 55-57 57-58, 60

Eiceldonatie

58

Eiceldonor

58-60

64 64 64-66

28, 48, 66-67, 96, 98, 124, Embryonale stamcellen 67-68 Embryoscoop

67

Embryoterugplaatsing 28, 68-69, 86, 96, 105

Embryotransfer

68, 96 48, 68-69 69-70, 97, 118 8, 36, 70-71, 72, 109, 110, 126, 151

Embryowet Emoties Endometriose

54

127 12, 110, 139 76

47, 76 36, 46, 70, 93, 109, 134 46, 148-149 Cystic fibrosis Cytosine 49 Cytoplasmabehandeling 47, 57

Cyprus

Embryo Embryodonatie Embryologie Embryoselectie

Endometritis

71

Endometrioom Endometrium

36

20-21, 36, 71, Endometriumbiopsie 71

Entoderm Enzmann, Ernst Epididymis

30 100 29, 71, 120 19, 71, 120, 140, Epididymitis 89 Epitheel 103, 121 Erasmus Universiteit 7, 39, 47, Erfelijke aandoening 50, 68, 71-72, 75, 76, 148, 157 76 Ericsson, Ronald 62 Essure-methode E.T. 68, 96 EUG 33 Extra-uteriene graviditeit 33

F

Fallopian Sperm Perfusion

Fanconi-anemie Fermentatie Ferticalc

72

124-125 30 122

Eicelreserve 60-62, 82, 111, 131, 154 Eierstokken 62 Eileiders 62 Eileideroperatie 62-63, 83, 142, 151 Eisprong 63 Eisprongdetectie 63-64

Fertiliteit 72 Fertiliteitspreservatie 8, 72 Fimbriae 62, 63, 72-73 Flagel 39, 73 Foamecho 73 Foetus 31, 73

120 Eisprongpijn Ejaculatie 13, 64, 139, 142, 147, 158 13 Elektro-ejaculatie 153 Embolisatie

Folliculaire fase 46, 51, 73, 118 Follikel 73 Follikelaspiratie 73 Follikelpunctie 26, 51, 60, 73-74,>

I VF - G I DS

Foliumzuur

69,

167


UMCG Groningen

98, 99, 137

WHO

Urethra Uterus

151 19, 34, 151

Wigexcisie

Utrecht, universiteit van 21, 56, 126 Utrogestan 70, 90, 96, 97, 140, 152

V

Vaginale afscheiding 35, 85, 95, 134, 152 102, 152 Vaginisme Valium 94 Varicocèle

152-153

Vas deferens Vasectomie

158 147

Vasogram

153

Vaso-vasostomie Vaticaan VCM-formule Veenhoven, Ruut

141 65 146 103-104

Vergoedingen

85, 123-124, 134, 154 Verklevingen 9, 17, 33, 35, 62, 70, 85, 109, 110, 142, 143, 153-154, 155 Verminderde vruchtbaarheid 8, 82, 83, 87, 128-129, 130, 138, Vervroegde overgang

Verzekering

29, 107, 148, 154 28, 57, 98, 107, 154

Vitale zwangerschap 155 Vitrificatie 45, 57, 155 Vleesboom 143, 153-154, 155

Vlokkentest Vochtophoping Voorkernen Voorstanderklier Vrije radicalen Vrije Universiteit

137 163 28 139 30, 31 99, 115 115, 155

Vroeggeboorte Vruchtbaarheidsonderzoek

7, 29, 54, 104, 128, 141-142, 155 Vruchtwater 19, 155 Vruchtwaterpunctie 25, 32, 137 Vruchtzak 155

W

Weeën

18, 19

Wensouders

9, 52, 53, 54, 57, 58-60, 64, 77, 155 1 74

23, 87, 146 155

Wilhelmina, koningin Woo-suk, Hwang

X

X-chromosoom Xenopus laevis Xtc

Y

Y-chromosoom

108 67, 143 38, 55, 105, 151 162 139

19, 38, 76, 105, 128

Z

Zaad Zaadballen

155

12, 19, 79, 82, 83, 104, 105, 128, 143, 145, 147, 152, 155-156, 158 Zaadblaasjes 156, 158 Zaaddonor

52, 59, 75, 102, 145, 156-158, 159 149 Zaadextractie Zaadleider 15, 19, 29, 36, 54, 141, 147-149, 153, 158 10 Zaadonderzoek Zaadstreng Zaadvloeistof

Zwangerschapsmanagement voor mannen Zwangerschapsmanagement voor mannen is hét boek voor aanstaande vaders. Nesteldrang, emotionele opvliegers en kosten die uit de klauwen gieren: zodra je vrouw zwanger is, worden jouw managementkwaliteiten pas echt op de proef gesteld. Met dit boek krijg je alle methoden in handen om jullie fusie optimaal te managen. Humoristisch, rijk geïllustreerd én gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten. Zwangerschapsmanagement voor mannen loodst je stap voor stap naar het moment van de geboorte. ‘Leuk, eerlijk en schematisch boek, •ISBN 9789077393062 ontdaan van de roze wolk’ – Trouw •376 pagina’s •€ 14,95

158

18, 143, 146, 156, 158 Zaadvocht 71, 158 Zavos, Panayiotis 16, 107 Zeilmaker, Gerard

11, 113, 158-159 102, 159 Ziektekostenverzekering 57, 142 Zelfinseminatie ZIFT Zoladex Zona pellucida

Ook bij IkVader Boeken:

159 159

18, 34, 159 162 Zondek, Bernard Zwangerschapshormoon 41, 70, 80, 161 Zwangerschapskans

16, 45, 62, 63, 70, 72, 84, 101, 111, 121, 154, 159-161 Zwangerschapstest

24, 70, 80, 97, 98, 105, 161-163 Zwangerschapsvergiftiging 31, 89, 115, 160, 163 29, 31, 66, 115, 159, 163 Zygote Zygote intra-fallopian transfer 159 IVF -G IDS

Babymanagement voor mannen Met meer dan 35.000 verkochte exemplaren is Babymanagement het meest verkochte vaderhandboek van Nederland. In 240 rijk geïllustreerde pagina’s worden de basics van babyverzorging uiteengezet in managementtaal. In Babymanagement is de vader manager van een onderneming. De baby is het ‘product’ waar alles om draait. Wat is zijn input? (Borst of fles). Wat is zijn output? (Volle luiers). Wat is jouw investering? (Tijd, aandacht en geld). En: wat levert het op? Brengen kinderen geluk? Babymanagement wordt ‘Henk Hanssen wijst vaders de weg zelfs aanbevolen door mannen die in luierland’ – De Volkskrant niet aan lezen toekomen. •ISBN 9789077393024 •240 pagina’s •€ 17,95


Peutermanagement voor mannen

‘Praktisch handboek voor vaders, en ook voor moeders, over de opvoeding van peuters, met tal van handreikingen en overdenkingsvragen die een bijdrage kunnen leveren aan de opvoeding’ – NBD Biblion

•Hoe maak je je huis peuterproof? •Waarom peuters geen spruitjes lusten (en wat je hen wél kunt voorzetten). •No-nonsense zindelijkheidstraining met de BASTA-methode. Op dezelfde wijze die van Babymanagement een bestseller maakte, beschrijft Henk Hanssen de praktische methoden om je peuter te begeleiden tijdens wat soms een permanente crisis lijkt. Peuters zijn geen baby’s maar het zijn ook geen kinderen, nóg niet. Ze hangen ergens daar tussenin, terug verlangend naar het comfortabele babyleventje en tegelijkertijd knokkend om daar aan te ontsnappen door op te groeien. Nuchter, actueel en met humor legt Peutermanagement je de kneepjes van het vadervak uit tijdens die cruciale peuterjaren. •ISBN: 9789077393079 •376 pagina’s • € 19,95

Meer weten? Surf naar IkVader! • Games • Praktische info • Het laatste vadernieuws • T-shirts • Dadgets: gadgets 4 dads • Vaderboeken Verantwoording
 De inhoud van dit boek mede samengesteld op basis van honderden bronnen, boeken, artikelen en met name publicaties uit de medisch-wetenschappelijke wereld. We hebben gemeend dat het voor het bestek van dit boek te ver voert om alle geraadpleegde bronnen hier te vermelden. Je kunt de bronnen wel online inzien via ikvader.nl/ivfgids/bronnen.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.