Dus was de ontlading groot na het laatste fluitsignaal van scheidsrechter Arjan Haarsma uit Menaam. Terwijl de speler van de thuisclub zich als een dief bij de invallende duisternis uit de voeten maakten, daar vielen de ‘stadjers’ elkaar in de armen en kraaiden van pret. ,,Het is lekker dat je hier de drie punten mag ophalen”, vond matchwinner Sander Prins, al gaf verdediger Pieter Schievink in een poging om redding te brengen het laatste zetje over de doellijn.

,,Hij schiet ‘m er nog wel in, maar ik vind dat ie wel op mij naam mag komen”, zei Prins, die de koning te rijk was met de tweede Franeker seizoenzege, nadat eind oktober op eigen veld met dezelfde cijfers was afgerekend met Opende. ,,Het is een zware derde klasse en het gaat nog niet zoals we voor ogen hadden. We kunnen veel beter, maar het komt er nog niet uit.”

Stabiele derdeklasser

Het vlaggenschip van Rijperkerk mag zich de laatste zeven jaar met klasseringen in het zogenaamde linker rijtje een stabiele derdeklasser noemen. Dit seizoen was de formatie van trainer Klaas de Boer in de eerste helft van de competitie qua gespeelde wedstrijden wat achterop geraakt. Onder andere door het overlijden van voormalig-speler en bestuurslid Roelof ‘Ab’ Abbring (46), eind oktober, en dat hakte er bij de club over de hele linie flink in.

Voorafgaande aan het duel met Franeker stond Rijperkerk daar zaterdag op gepaste wijze bij stil. Om vervolgens de op jacht te gaan naar de punten, want de club had er vrijdag en zaterdag alles aan gedaan om de wedstrijd te kunnen laten doorgaan. Met sneeuwschuivers en bladblazers waren de vrijwilligers de sneeuw te lijf gegaan, waardoor er een mooie groene grasmat beschikbaar was. Zonder een spoortje van de winterse neerslag van eerder die week.

Wisselvalligheid

Maar alle inspanningen ten spijt slaagde de thuisclub er tegen Franeker eigenlijk niet in daar iets tegenover te stellen. ,,We leveren niet genoeg strijd en winnen de tweede ballen niet”, noemde spits Robert van der Laan als reden voor de offday. Hij was vorig seizoen negentien keer trefzeker en vleugelspeler Lammert van Alhuis scoorde zelfs eentje meer. ,,Eigenlijk is de klad er vorig seizoen aan het einde al een beetje ingekomen.”

Daarbij doelde de spits, die tegen Franeker met de gelijkmaker zijn derde seizoentreffer aantekende, op de wisselvalligheid. ,,Zo nu en dan springen we er bovenuit, zoals vorige week tegen ONT. Maar ik kan er geen vinger opleggen. We moeten in ieder geval meer gas geven.” Daar was trainer De Boer het volmondig mee eens. ,,It wie te passyf en wy ferlieze de duels. Fan de tsien duels geane we by fjouwer de striid net oan, ferlieze der fiif en winne der ien, mar dêr winne je gjin wedstriid mei.”

‘Ynset en striid’

En dat nam De Boer zijn manschappen kwalijk. De thuisclub kon zich niet onderscheiden in het duel met de promovendus, die wel bereid was de mouwen op te stropen. En, geholpen door de snelle openingstreffer van Gerlof Dijkstra, de strijd aan te gaan. ,,Wy meie net ferlieze op ynset en striid en moatte minimaal itselde bringe as de tsjinstanner. Mar wy leveren mar 40 prosint fan wat sy leverden en dan wurdt it hiel dreech om in wedstriid te winnen.”

De voordelige Franeker marge duurde exact vijf minuten, alvorens Van der Laan de gelijkmaker achter doelman Jeroen Bergsma van onder-19 deponeerde. Trainer Patrick de Jong moest een beroep op hem doen, omdat eerste doelman Ramon de Jong ziek was en de tweede doelman Randy de Vries een weekendje weg was. Na de treffer complimenteerde Robert van der Laan de grensrechter van Franeker, dat hij hem – geheel terecht – niet had afgevlagd.

Oude fouten

Want eerlijkheid duurt het langst. En het leverde de gasten misschien ook wel de winst op, nadat de thuisclub ook na rust weer in de oude fouten verviel. ,,As je sjogge hoe ‘t de klup it de ôfrûne twa dagen oppakt hat, dan is dat fantastysk. Dêr ‘t in lytse klup grut yn wêze kin. Dat is miskien wol wichtiger as de trije punten, mar as trainer wolle je ek graach trije punten”, bekende De Boer.

En bij Franeker groeide door de zege de hoop op handhaving, volgens Prins. ,,Directe degradatie kunnen we sowieso ontlopen. Hier kunnen we mee vooruit.”