Schildpad wilde rijk worden

Wist je dat je als je een persoonlijk ervaring in de vorm van een verhaal verteld deze meer effect heeft? In deze komende reeks laat STERKplaats Nijmegen de verhalen zien. Meerdere collega’s hebben een situatie uit hun eigen leven gekozen waar ze hulp van een ander hebben ontvangen wat hun verder heeft geholpen. Deze keer een verhaal van Sjoerd.

Schildpad wilde rijk worden, zo rijk dat hij nooit meer vroeg uit zijn schild hoefde komen. Hij vond het zo fijn in zijn schild dat hij er het liefst nooit meer uit hoefde te komen. En rijk zijn helpt daarbij, dacht Schildpad.

Uil had een tip. “Varens uit Verweggistan gaan heel veel waard worden,” fluisterde Uil in het gaatje aan de zijkant van Schildpads kop. ‘Varens uit Verweggistan?’ vroeg Schildpad; ‘weet je het zeker?’ “Oehoe, ik weet het bijna zeker.”

Na Uil bedankt te hebben snelde Schildpad zich weg, zo traag als hij kon.

Schildpad ging van alles verzamelen om Varens uit Verweggistan te kopen bij Uil. Uil zou ze dan gaan halen, want al vliegend ben je sneller in Verweggistan dan een schildpad er kruipend kan komen. En de waarde van Varens uit Verweggistan steeg iedere dag!

 “Varens uit Verweggistan kun je bij mij kopen met lekkere hapjes,” had uil gezegd. Schildpad zocht dus naar muizen, vogeltjes en sprinkhanen en ving die in het lege schild van zijn overleden opa. Dat was nog niet makkelijk, want muizen, vogeltjes en sprinkhanen zijn sneller dan schildpadden. Toch lukte het Schildpad. Hij besteedde er al zijn tijd en energie aan. Vergat te eten. Bezocht zijn vrienden niet meer. Behalve als die muis, vogel of sprinkhaan waren.

Broodmager leverde Schildpad het schild van zijn overleden opa in bij uil. Het schild vol muizen, vogels en sprinkhanen. Een groot deel ervan was ooit bevriend geweest met Schildpad. Uil liet zijn tong langs zijn snavel glijden; “oehoe!”

Toen Uil weggevlogen was met de buit bleef Schildpad uitgeput achter. Hij had geen energie meer om terug in zijn schild te kruipen. Hij was zo vermagerd dat de wind door het schild blies. Was het ‘t fluiten van de wind dat hij hoorde of was het de uil in de verte? “Hie hie, hie, ha ha, hoe hoeoeoe…”

Uil kwam nooit meer terug. Schildpad likte zijn wonden, en huilde en huilde.

Zijn neef Waterschildpad hoorde de volgende dag een vreemd verhaal van Woelratje. Woelratje had een oud schildpaddenschild uit de hemel zien vallen. Hij had hij een stem uit de hemel gehoord: “oe-oeps! Oe-oeps!” Uit ’t schild kropen allemaal diertjes. Ook hoorde Waterschildpad dat zijn neef Schildpad heel verdrietig was.

Hij zwom naar de oever waar Schildpad zijn tranen de rivier in liet lopen. Hij hoorde het droeve verhaal van Schildpad. Waterschildpad kuste de wangen van Schildpad droog en vertelde hem dat zijn vriendjes ongedeerd waren. Hij zei: “droog je tranen. Je hoeft niet veel te hebben, je hebt genoeg. En je kunt altijd meer verzamelen, als je daar behoefte aan hebt. Lekker op je eigen trage tempo.” Schildpad omhelsde Waterschildpad. ‘Wat is het ontzettend fijn,’ zei Schildpad opgelucht; ‘om geen slachtoffer meer te zijn!’