Direct naar artikelinhoud
AchtergrondFraude

Na twintig jaar valt straks definitief het doek over het Lernout & Hauspie-proces. Hoe zat dat ook alweer?

Paul Hauspie (l.) en Jo Lernout (r.) tijdens het proces. Vrijdag volgt de uitspraak.Beeld Filip claus

Het hof van beroep in Gent doet vandaag uitspraak over mogelijke schadevergoedingen in de fraudezaak rond Lernout & Hauspie, dat in 2001 failliet ging. Een eerder symbolische zitting voor de gedupeerde beleggers, die een tijdperk afsluit.

Wat is Lernout & Hauspie ook alweer?

Twintig jaar geleden werd Lernout & Hauspie (L&H) failliet verklaard. Het spraaktechnologiebedrijf was ooit een van de Vlaamse techparels. Opgericht in 1987 door Jo Lernout en Pol Hauspie trok het Vlaamse bedrijf in 1995 naar de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq. Lernout was een wandelende ideeënmachine, Hauspie een eerder timide boekhouder. 

Het Ieperse bedrijf focuste vooral op spraakherkenning en spraaksynthese via hoogtechnologische toepassingen. Mensen die communiceren met computers is vandaag gemeengoed, maar in 1987 was dat pure sciencefiction. L&H bleek visionair en slaagde er in het begin maar moeizaam in om de nodige financiering te vinden. Maar het tij keerde en met de beursintroductie leek het hek helemaal van de dam. Grote en kleine beleggers hapten toe en de geloofwaardigheid van het bedrijf kreeg een immense boost na een bezoek van Microsoft-topman Bill Gates. 

In 1997 sloot L&H een alliantie met softwaregigant Microsoft. Tal van politici en notabelen lieten zich in die periode graag opmerken in de schaduw van de twee Ieperse wonderboys. Lernout en Hauspie openden in 1999 Flanders Language Valley (een knipoog naar Silicon Valley) in Ieper. Het park was eind 1999 maar liefst 25 hectare groot, telde 15 bedrijven en bijna 500 werknemers. Het aandeel boomde: op zijn hoogtepunt was L&H bijna 10 miljard dollar waard.

Waar liep het fout?

Vanuit de Verenigde Staten werd de Vlaamse technologieparel argwanend bekeken. In 1999 werden almaar vaker hardop vraagtekens geplaatst bij de bijzonder goede cijfers van L&H in Azië. The Wall Street Journal beet zich vast in het dossier. Het bedrijf zou zijn winstmarges en cijfers veel mooier voorstellen dan ze zijn en zo de beleggers misleiden, was de teneur van de verhalenreeks. Jo Lernout en Pol Hauspie deden de aantijgingen af als onterechte roddels. Volgens hen waren het pogingen om hun bedrijf goedkoop te kunnen overnemen. 

In de lente van 2000 slaagde L&H er nog in om het Amerikaanse bedrijf Dictaphone over te nemen voor bijna 1 miljard dollar. Het zou meteen het laatste wapenfeit blijken. De Amerikaanse beurswaakhond begon een onderzoek om de boekhouding van L&H te bekijken. Na dat nieuws kreeg de aandelenkoers een dreun en steeds meer beleggers begonnen massaal hun aandelen te dumpen. Wanneer een rapport verscheen over opgeblazen winsten in Korea en boekhoudkundige trucjes werd het aandeel op de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq geschorst. De beurswaarde was dan al helemaal verschrompeld. In november 2001 werd het bedrijf failliet verklaard. Een rechtszaak werd gestart.

Lernout en Hauspie in 1996, toen hun bedrijf een pionier was op het vlak van spraaktechnologie.Beeld Photo News

Wat was de uitkomst van die rechtszaak?

Het duo Jo Lernout en Pol Hauspie werd in 2010 schuldig bevonden aan valsheid in jaarrekening, gebruik van valse stukken, valsheid in geschrifte en koersmanipulatie. Ze werden veroordeeld tot vijf jaar cel, waarvan twee met uitstel, en een boete van 24.789 euro. Samen met hen werden directieleden Nico Willaert en Gaston Bastiaens veroordeeld. Ook Carl Dammekens, de voormalige financieel directeur van Lernout & Hauspie, en bestuurder Tony Snauwaert kregen straffen opgelegd, net als KPMG-medewerker William Van Aerde en adviseur Thomas Denys. 

In de beklaagdenbank zaten ook Dexia, erfgenaam van gewezen L&H-huisbank Artesia, en bankier Geert Dauwe, maar zij gingen vrijuit. Ook voor KPMG, dat als revisor de boeken van het bedrijf controleerde, was er geen rechtsvervolging. Dit laatste is niet onbelangrijk in het licht van de zitting van vrijdag.

Wat staat er vandaag op de agenda?

Het hof van beroep kon pas in 2014, na procedures voor het Hof van Cassatie, overgaan tot de afhandeling van de burgerlijke vorderingen in de zaak. Meer dan 15.000 burgerlijke partijen maakten toen nog aanspraak op een schadevergoeding. Ooit waren het er bijna 20.000. Vandaag blijven er daar zo’n 8.000 à 9.000 van over. Door de aanslepende juridische procedures gooiden verschillende gedupeerden de handdoek in de ring of zijn ze inmiddels overleden.  

De gedupeerde beleggers hoopten vooral op een veroordeling van bedrijfsrevisor KPMG of van Dexia. Zij zouden - anders dan de veroordeelde individuen - over voldoende financiële middelen beschikken om schadevergoeding te betalen. Maar zowel Dexia als KPMG ontsprong de dans. 

“In principe zijn het diegenen die eerder strafrechtelijk werden veroordeeld die nu burgerlijk veroordeeld kunnen worden”, zegt advocaat Geert Lenssens, die namens burgerlijke partijen optreedt. “De kans dat er effectief een schadevergoeding bekomen wordt is bijzonder klein, vanwege het gebrek aan middelen van de veroordeelden”, vult Erik Bomans van Deminor aan, het Belgische advieskantoor voor gedupeerde beleggers. 

“Dat de moedermaatschappij van Lernout & Hauspie failliet werd verklaard, was van in het begin een zware hypotheek op de zaak en de recuperatiekansen”, zegt Lenssens. Hij verwacht daarom ook geen cassatieberoepen meer. Dat betekent dat met dit vonnis wellicht definitief het doek valt over een van de grootste beursschandalen uit de Belgische geschiedenis. Een schandaal dat hele generaties opzadelde met een blijvend beurs- en beleggerstrauma.