Direct naar artikelinhoud
Ook neutrale kijkers zullen er een hele kluif aan hebben om zonder Remco-indigestie de hele Tour tot Nice uit te zitten
ColumnHans Vandeweghe

Ook neutrale kijkers zullen er een hele kluif aan hebben om zonder Remco-indigestie de hele Tour tot Nice uit te zitten

Hans Vandeweghe is sportjournalist bij De Morgen.

Als u de voorbije week op Sporza naar Parijs-Nice heeft gekeken of geluisterd, weet dan dat de renner die drie keer meer over de tong ging dan de tweede meest vernoemde en steevast met ‘Remco’ werd aangeduid, wel degelijk een familienaam heeft. Hij heet Evenepoel, geboren en woonachtig te Schepdaal.

Van zolang ik een televisie thuis heb en er koers op te zien is/was, is het iets van het wielrennen, die voornamen. Voor Fred (De Bruyne) was Eddy Eddy Merckx. Later was Tommeke Tom Boonen, Wout is Wout van Aert, Remco is Remco Evenepoel. Althans in België, waar we deze Franse gewoonte al te makkelijk hebben overgenomen.

Gelukkig blijft het hier ten lande beperkt tot voornamen. Het kan erger, zoals de debiele afkortingen die de Fransen zich in de loop van de jaren eigen hebben gemaakt: Poupou voor Poulidor, Nanard voor Bernard Thévenet, Jaja voor Jalabert, Titi voor Thierry Henry (maar dat was een voetballer) et on en oublie.

Je hoort het de laatste jaren ook wel eens op de Nederlandse televisie, dit weekend nog een schaatser. En Max uiteraard, maar dat is op de commerciële tv en die zijn altijd iets coulanter. Tot voor kort werd in Nederland alleen Johan Cruijff gereduceerd tot een voornaam. Bijvoorbeeld de wielrenner Joop Zoetemelk is dat - voor zover het geheugen dat goed heeft opgeslagen - nooit overkomen. Zelfs Marco van Basten was altijd meer Van Basten dan Marco, ook na die fenomenale volley die in 1988 de Europese titel opleverde.

Het is na deze Parijs-Nice overduidelijk dat Sporza zich niet langer geneert en gewoon kleur bekent: het is toegetreden tot R.EV-fanclub. Dat wordt nog een dingetje straks met de Tour de France, in de eerste plaats voor Remco-haters. Al zullen ook neutrale kijkers er een hele kluif aan hebben om zonder Remco-indigestie de hele rittenreeks tot Nice uit te zitten.

Je zou bijna gaan hopen op een snelle exit of een snelle niet te overbruggen achterstand, maar zoals we geleerd hebben uit de Vuelta vorig jaar, zullen zelfs dan de commentatoren alles relateren aan de prestatie van het godenkind uit Brabant.

In deze Parijs-Nice moest dat godenkind zijn meerdere erkennen in de Amerikaan Matteo Jorgenson, een half jaar ouder en tweede garnituur bij Visma-Lease a Bike. Evenepoel kreeg Jorgenson er niet af in de laatste rit, maar werd met de Promenade des Anglais in zicht zomaar ongegeneerd de beste man in koers genoemd.

Nochtans was het masterplan van Soudal-QuickStep wel degelijk in Nice op één eindigen. Dat is niet helemaal gelukt. Evenepoel eindigt met een de groene trui, de bergtrui en hij was gisteren combatif du jour. Bij de start van Parijs-Nice heette het nog dat hij in Frankrijk ervaring ging opdoen als wielrenner op de Franse wegen.

Het is toch een beetje een raadsel wat precies zo bijzonder en vooral apart is aan fietsen in Frankrijk. Ze rijden er ook rechts, er ligt asfalt, soms met steentjes (die verdomde routes goudronnées), ze trekken er ook gladde strepen op de weg en het regent er af en toe (zoals gisteren).

Er liggen bergen, de ene al steiler dan de andere, dus gaat het de ene keer naar beneden en dan weer naar boven, maar verder zijn de wegen inwisselbaar met andere Europese landen. Zoals ze gisteren aan de Côte d’Azur reden, dat leek op de Italiaanse kust en in Spanje vind je die topografie ook.

Als ze bedoelen dat het gejaagder koersen is in Frankrijk, dan heeft de rustige nervositeit van Parijs-Nice helemaal niks vandoen met de gekke hectiek van de Tour de France. De hoogsensitieve, op alles reagerende en af en toe de omgeving stijfvloekende Remco Evenepoel - precies dat maakt hem zo boeiend - weet echt niet wat hem straks te wachten staat.

Wat hebben we dan geleerd van deze Parijs-Nice en wat heeft ‘Remco’ geleerd? Dat hij nog wat te leren heeft, maar toch niet al te veel meer. En dat nog andere mannen in het bezit van een koersfiets een aardig stukje kunnen rijden. En toch. Matteo Jorgensen is geen Pogacar en ook geen Vingegaard, in normale omstandigheden moet hij die aankunnen.

In alle rittenwedstrijden waarin hij aan de start komt, was Remco Evenepoel kandidaat-winnaar en dat blijft zo na deze tweede plaats. In alle wedstrijden - ritten of gewone wedstrijden - is Remco Evenepoel kandidaat-aanvaller en dus kandidaat-winnaar en dat maakt hem een van de exponenten van het moderne wielrennen.

Volgende test wordt het Ardennen-drieluik na een hoogtestage. In de Amstel komt hij Mathieu van der Poel tegen en in Luik-Bastenaken-Luik Van der Poel en Tadej Pogacar. Benieuwd.