Direct naar artikelinhoud
AchtergrondMeteorologie

‘Geen weermodel had dit zien aankomen’: hoe Otis uitgroeide van een gewone storm tot een zware orkaan

Otis liet eind vorige maand een spoor van vernieling achter in de Mexicaanse badstad Acapulco.Beeld REUTERS

Meteorologen zijn verbijsterd over orkaan Otis, die onlangs over Acapulco (Mexico) raasde. De snelheid waarmee Otis van een storm uitgroeide tot orkaan van de zwaarste categorie: zoiets zie je bijna nooit. Toch kunnen we van een trend spreken.

Ineens was het er, een kolkende tumult van geraas en striemende regen, midden in de nacht. De inwoners en toeristen in Acapulco wisten dat er zwaar weer op komst was. Maar dat dít geweld zou losbarsten, had niemand verwacht.

Ramen sneuvelden, palmbomen werden gestript van hun bladeren, panelen van gebouwen vlogen in het rond. Stroom en telefonie vielen uit. De straten overstroomden, door slagregens en opgestuwd zeewater. En wie zich ’s ochtends weer buiten waagde, trof een puinhoop aan in wat eens de ‘Parel van de Pacific’ heette. Het was eigenlijk een wonder dat er in Acapulco slechts 48 ­doden waren gevallen, zeiden experts, al zijn er nog tientallen vermisten.

Was getekend: Otis de orkaan. “Als orkaanwetenschappers stonden we versteld”, zegt Nadia Bloemendaal (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, Vrije Universiteit Amsterdam), die onderzoek doet naar orkaanrisico’s. “Geen weermodel had dit zien aankomen. Deze situatie was er gewoon ineens. Wat hier is gebeurd, wordt voor ons, onderzoekers, een enorm leermoment.”

Normaal gesproken zien meteorologen orkanen – en tyfoons, de Aziatische variant – dagen van tevoren aankomen. Ze ontwikkelen zich, zuigen energie op uit het warme zeewater, krijgen steeds duidelijker een ‘oog’ en nemen toe in kracht, de een sneller en meer dan de ander. Maar Otis was ‘het ultieme nachtmerriescenario’, in de woorden van de Amerikaanse meteoroloog Judson Jones.

Op zondag 22 oktober, twee dagen voor de ramp, was er van een orkaan nog geen sprake. Gewoon een storm, net windkracht 8, die wat rondhing op de Stille Oceaan, zo’n 500 kilometer voor de kust. De storm kwam wel dichterbij, maar werd nauwelijks intenser. Kracht 9 had hij op maandagavond, een etmaal voor de ramp. Net genoeg om te spreken van een tropische storm.

Het pad van Otis

Hoe de orkaan in kracht toenam

63-117 km/u

>118 km/u

MEXIC O

Mexico-Stad

Orkaancategorie

2

Acapulco

5

Woensdag 25 okt

01.00 s nachts

4

Dinsdag 24 okt

namiddag

3

1

Dinsdag 24 okt

± 12.00

Maandag 23 okt

Stille Oceaan

200 km

0

Het pad van Otis

Hoe de orkaan in kracht toenam

63-117 km/u

>118 km/u

MEXIC O

Mexico-Stad

2

Orkaancategorie

Acapulco

5

Woensdag 25 okt

01.00 s nachts

4

Dinsdag 24 okt

namiddag

3

1

Dinsdag 24 okt

± 12.00

Maandag 23 okt

Stille Oceaan

200 km

0

En toen, op dinsdag, gebeurde het. Aan het begin van de middag bleek de storm zich te hebben ontwikkeld tot een orkaan van de eerste van vijf categorieën, met een windsnelheid van ongeveer 130 kilometer per uur. Satellieten zagen hoe Otis begon te draaien en in het midden een oog kreeg.

De grootste verrassing kwam enkele uren later, toen stormjagers in een vliegtuigje door de orkaan vlogen. In zeer korte tijd was de orkaan gegroeid tot een van de vierde categorie, ontdekten die: 210 tot 250 kilometer per uur. De uren daarop trok de orkaan verder aan en bereikte hij windsnelheden tot 260 kilometer per uur: het meest verwoestende type, en meteen de sterkste geregistreerde orkaan die ooit vanuit het westen Mexico trof.

Superbrandstof

“Dit ging idioot snel. Idióót snel”, zegt Bloemendaal. “Bij Otis was het ineens: dit wordt een categorie 5, en over twaalf uur komt hij aan land. Dan kun je dus niks meer. Als je overgaat tot evacuatie en in je auto stapt om weg te gaan, kom je midden in de ­orkaan terecht.”

Dat orkanen snel in kracht kunnen toenemen, is bekend: de definitie voor ‘snelle intensivering’ is een stijging in windsnelheid van 30 knopen (zo’n 60 kilometer per uur) per etmaal. “Maar de intensivering van Otis was 95 knopen in 24 uur. Dat is dus drie keer zo snel”, onderstreept Bloemendaal. “Hij spróng omhoog in kracht”, in de woorden van Jones. “Dit zit ver buiten de definitie van snelle toename.”

Achteraf denkt Bloemendaal wel te begrijpen wat er gebeurde. In aanloop naar de Mexicaanse kust belandde Otis “in een bak zeewater van 30 graden Celsius”, zoals ze zegt. “En dat is een soort superbrandstof voor orkanen.” Tropische orkanen zuigen hun energie uit warm zeewater, door stijgende lucht in het oog, die verderop afkoelt en weer neerdaalt, en vervolgens weer langs de lauwe zee naar het oog trekt, in een kringloop die natuurkundigen een ‘carnotcyclus’ noemen.

Bij Otis speelde nog iets bijzonders, schetst de orkaanexpert: de storm kwam in een gebied met in hoogte variërende windsnelheid, oftewel windschering. En dat is ongunstig voor een orkaan: “Wat zo’n orkaan graag wil, is dat hij aan de onderkant net zo hard wordt geduwd als hoog in de atmosfeer, zodat hij mooi recht blijft. En dat was hier niet het geval. De weermodellen zeggen dan: dit wordt geen orkaan, het systeem wordt kapot geblazen.”

Maar dat gebeurde niet. “Otis trok zoveel energie uit het warme zeewater dat het genoeg was om het effect van windschering teniet te doen.” Dat zagen meteorologen niet aankomen: ten westen van Mexico ­hebben weerkundigen weinig ‘ogen’ op de grond, in de vorm van boeien en meet­stations. “Het was pas toen dat vliegtuigje met orkaanjagers erdoorheen ging dat ze erachter kwamen: dit is een categorie vier, en hij wordt vijf.”

Satellietbeeld van orkaan Otis die op 25 oktober bij Acapulco aan land komt.Beeld AP

Noem orkanen zoals Otis gerust een soort apart, de ‘sprinters’ onder de orkanen, heel anders dan de ‘marathonlopers’, schrijft een onderzoeksgroep onder leiding van ­orkaanwetenschapper Falko Judt van het Amerikaanse centrum voor atmosfeeronderzoek NCAR in een toevallig net verschenen onderzoek. Judt bootste het ontstaan van honderden orkanen na in de computer. En zag tot zijn verbazing hoe een van zijn orkanen in wording, storm nummer 00057, ‘explosief’ in kracht toenam.

In slechts een halve dag tijd schoot de windsnelheid in storm 00057 omhoog van windkracht 7 naar orkaankracht. En net als bij Otis deed de orkaan dat in omstandigheden die eigenlijk ‘ongunstig zijn voor orkanen, met veel windschering’, schrijft Judt in een vakblad voor weerkundigen. Net als de hardloper die zich lostrekt uit iets wat hem tegenhoudt, schiet de storm daarna extra hard uit de startblokken.

Otis mag dan van de buitencategorie zijn, het uiterste van het uiterste; snel ontwikkelende orkanen zijn er de laatste jaren vaker. “Ik kan zo een aantal namen uit mijn mouw schudden”, zegt Bloemendaal. Waarop ze de daad bij het woord voegt: orkaan Lee ging in september van categorie 1 naar 5 in slechts anderhalf etmaal, orkaan Ian zwol vorig jaar september in 36 uur aan van een storm tot een zware orkaan, en in Mexico kwam in oktober 2015 orkaan Patricia aan land, nadat die er in 24 uur liefst 193 kilometer per uur aan windsnelheid bij had vergaard.

In vakblad Scientific Reports zette klimaatwetenschapper Andra Garner van de Amerikaanse Rowan University onlangs de cijfers op een rij. Haar conclusie: tussen 2001 en 2020 is het al zestig keer gebeurd dat een orkaan binnen een etmaal opklom van tropische storm of orkaan uit de lichtste categorie tot een orkaan van zwaarte drie of hoger. Zesmaal gebeurde het zelfs dat een gewone tropische storm het schopte tot een orkaan van het allerzwaarste type.

En doordat de aarde opwarmt, neemt het aantal snel intensiverende orkanen razendsnel toe. Gebeurde het in de jaren 70 en 80 maar negen keer dat een orkaan binnen twaalf uur sprongsgewijs in intensiteit steeg, dan kwam dat de afgelopen twintig jaar twee keer zo vaak voor, zo blijkt uit de cijfers van Garner.

Dat gebeurt vooral in kustgebieden, bleek vorige maand uit een Chinees-Canadese analyse. Daar is het zeewater vaak immers ondieper, waardoor het makkelijker opwarmt. Het gevolg: het aantal snel intensiverende orkanen is er sinds 1980 zelfs verdrievoudigd, aldus de groep, in Nature Communications.

Opwarming aarde

Dat worden vervelende tijden, waarin naderende zomerstormpjes zich kunnen opblazen tot briesende monsters die ineens bij je op de stoep staan. Want het is ‘evident’ dat orkanen intenser worden, zegt Bloemendaal. “Daarover is eigenlijk geen discussie meer. En snelle intensivering van orkanen speelt daarbij een rol. Je zult steeds vaker orkanen zien die ineens een paar categorieën omhoogspringen.”

Minder orkanen, maar wel zwaardere en onverwachtere exemplaren, en waarschijnlijker ook meer orkanen die wat noordelijker en zuidelijker komen dan we gewend zijn. Dat is wat de klimaatprognoses voor een opwarmende wereld aangeven. Zelfs wij, ver buiten orkaangebied, kunnen daarmee te maken krijgen. Niet ondenkbaar is dat we door een afzwaaier geraakt worden, zoals in 2017 gebeurde toen storm Ophelia langs Ierland schampte.

“Uiteindelijk is de oplossing: stoppen met broeikasgassen uitstoten”, zegt Bloemendaal. “En voor de korte termijn hebben we meer observaties op de grond of op zee ­nodig, zodat je dit soort gebeurtenissen ­hopelijk iets eerder kunt voorspellen.”

Al zal dat met een verrassingsorkaan als Otis nooit helemaal op tijd lukken, denkt ze. “Dit zijn gewoon extreem moeilijke situaties om te voorspellen.”