Direct naar artikelinhoud
InterviewTol van de roem

Helmut Lotti over de tol van roem: ‘Kinderen die zeggen: ‘Ik wil later beroemd worden’, daar is mijn verstand te klein voor’

Helmut Lotti over de tol van roem: ‘Kinderen die zeggen: ‘Ik wil later beroemd worden’, daar is mijn verstand te klein voor’
Beeld Johan Jacobs

Helmut Lotti (52), de man van de golden oldies, doet in nieuw tegenwoordig: hij heeft met Italian Songbook een nieuwe plaat uit, in het najaar wacht een nieuwe concertreeks en zowel in zijn persoonlijk als professioneel leven heeft hij een nieuw elan gevonden. Te bedenken dat hij ooit nog jong en onbezonnen was.

Jij werd bekend op je 19de, na je deelname aan de Soundmixshow. Dat is relatief jong.

Helmut Lotti: “Goh, ik weet niet of leeftijd belangrijk is. Ik denk dat bekendheid een vreemde ervaring is voor iederéén, omdat het – zeker in het begin – toch wel ingrijpend is.”

Waarom? Heb je een inloopperiode nodig?

Lotti: “Toch wel. Je bent gewend om op straat te lopen zonder dat iemand naar je kijkt, maar plots staart iedereen naar je en krijg je de gekste reacties. Het vreemdste aan roem is dat je je helemaal niet anders vóélt dan daarvoor, maar dat iedereen zich wel anders gaat gedragen tegenover jou. Je weet niet meer goed welke houding je moet aannemen, waardoor andere mensen, die raar tegen je doen, vinden dat jíj je raar gedraagt (lacht).”

Tom Cruise omschreef nagekeken worden als het gevoel dat je elk moment overvallen kunt worden, of dat je broek voortdurend openstaat. Is dat herkenbaar?

Lotti: “Ik heb vaker het gevoel dat mensen kijken alsof ik van een andere planeet kom, of alsof ze plots een loslopende tijger zien (lacht).”

Is het de plotse herkenning die veel mensen van hun stuk brengt? Daarnet zagen ze je nog op televisie en nu plots in levenden lijve.

Lotti: “Ja, en dan weten ze vaak niet goed welke houding ze moeten aannemen, waardoor ze maar iets uitkramen dat geen steek houdt. In plaats van gewoon ‘hallo’ te zeggen, dat is nog altijd het makkelijkste. Maar kijk, ik ben de laatste om zulk gedrag te veroordelen, want één: ik vind het vaak grappig. En twee: de dag dat ze mij niet meer herkennen, is het pas echt erg met mij gesteld, want dat zou betekenen dat ik commercieel gezien niks meer voorstel.

“Ik kan zelf trouwens ook star struck zijn, maar dan met wielrenners. Ik ben een groot Steven Rooks-fan, de man was ooit tweede in de Tour. Op een dag zag ik hem over straat wandelen, waarop ik meteen op mijn rem trapte, de autodeur openzwaaide en gilde: ‘Steven Rooks!’ (lacht) Ik zie hem nog schrikken. Toen besefte ik: dit is dus mijn reactie op iemand die beroemd is. Sindsdien vind ik het niet meer zo vreemd hoe mensen op mij reageren.

“Eén van de grappigste dingen op dat vlak maakte ik mee met een vrouw die mij op straat voorbijwandelde. Ik merkte dat ze mij herkend had, en meteen daarna stak ze me achteruitlopend opnieuw voorbij, terwijl ze me bleef aangapen (lacht).”

Hoe ga je daarmee om? Ik neem aan dat je je na een tijd een houding gaat zoeken?

Lotti: “Wel, eigenlijk heb je niet eens de neiging om zo’n houding te zoeken, tot je verhalen hoort dat je arrogant zou zijn, omdat je geen ‘goeiedag’ zegt of zo. Op een bepaald moment was het zo erg met mij gesteld dat ik, als ik een café binnenging en zag dat de mensen keken, niet meer wist of ik nu naar iedereen zou beginnen te wuiven of gewoon met mijn blik op de grond gericht naar een tafeltje zou lopen. Ik heb dan maar beslist om voortaan altijd eens naar links en rechts te kijken en te knikken naar iedereen en niemand tegelijk (lacht).”

Wat vind je fijn aan bekend zijn?

Lotti: “Soms raak je ergens makkelijker binnen. Dat is wel fijn.

“Het is mij ook al overkomen dat ze mij op restaurant een fles champagne komen aanbieden, gewoon omdát ik Helmut Lotti ben. Dat vind ik dan weer gênant, zeker die keer dat er een koppel naast ons zijn verloving zat te vieren en zij niets kregen. Ik heb hen dan maar van onze fles laten meedrinken (lacht).

“Het moeilijkste aan beroemd zijn, vind ik dan weer: wanneer zeg ik nee? Soms ben ik gehaast of past het niet om iets te signeren of een selfie te maken. Zoals die keer in het zwembad van Center Parcs. Ik was één van die nerds die nog een spannende speedo droeg in plaats van een zwemshort. Op een bepaald moment komt er een vrouw naar mij en ze vraagt me om een handtekening. Stond ik daar: ‘Euh, waarmee zal ik schrijven (lacht)?’

“Daarnaast is het raar hoe vaak je als beroemde persoon benaderd wordt om te fungeren als geschenk. ‘Zou jij op mijn moeders jubileum willen langskomen met een bos bloemen?’ Ik weet niet waar dat soort ideeën vandaan komt. Is het omdat mensen dat op televisie zien? Of heeft het te maken met het feit dat roem de laatste jaren een ander soort lading heeft gekregen?”

Wat is er veranderd?

Lotti: “Vroeger bestonden al die realityprogramma’s, zoals Big Brother of Komen eten, nog niet. Je was beroemd vanwege een talent of prestatie. Maar op een bepaald moment ontstond er een hele cultuur van mensen die op televisie kwamen, omdat ze hun kleren uittrokken of een maand in één huis op elkaars lip zaten. Daarnaast had je de opkomst van de realitysoaps, zoals die van de Pfaffs en de Planckaerts. Plots kon je binnenkijken bij beroemdheden, wat ervoor zorgde dat je op één hoop gegooid werd met allerlei andere mensen die gemakkelijkheidshalve BV’s genoemd worden. Het had als gevolg dat ook de pers zich veel meer ging permitteren. Vroeger was er nog enigszins respect voor mensen die op televisie kwamen, omdat ze iets presteerden. Dat is nu weg.”

Helmut Lotti: 'Ik kan mezelf bekijken als een talentloze gelukzak, maar het kan gevaarlijk zijn jezelf zo kapot te relativeren.'Beeld Johan Jacobs

Dat is de democratisering van de roem, zou je kunnen zeggen. Maar da’s een kwalijke evolutie volgens jou?

Lottii: “Ik word niet graag bestempeld als ‘BV’, ik vind het zelfs een scheldwoord. Ik ben een zanger en ik ben bekend geworden voor wat ik doe. Ik heb die bekendheid nooit gezocht, die is mij overkomen.”

Je hebt in het verleden altijd ruiterlijk toegegeven dat je manager Piet Roelen, de bedenker van de ‘Helmut Lotti goes…’-reeks, een belangrijke rol heeft gespeeld in je succes. Is bekend worden ook een kwestie van slim zijn?

Lotti: “Bekend worden was het gevolg van een prestatie. Vervolgens heeft mijn manager ervoor gezorgd dat die aandacht bleef duren. Maar tegenwoordig is bekend zijn een business op zich. Je hebt mensen die meedoen aan realityshows met als enige ambitie bekend worden. Bij mij was bekend worden de collateral damage van het timmeren aan een carrière als zanger. Ik moest wel op televisie komen, want anders had ik geen optredens. Maar verder zit je daar allemaal niet op te wachten, hoor, op die bekendheid. Kinderen die zeggen: ‘Ik wil later beroemd worden’, daar is mijn verstand te klein voor.”

Omdat bekend zijn meer een last is dan een lust?

Lotti: “Het beschadigt een mens zelfs, psychologisch gezien. Net zoals mensen nooit normaal zullen hebben gedaan tegen Lodewijk de 14de, zijn er ook heel wat mensen die artiesten of sporters alleen maar stroop aan de baard smeren. Terwijl wij natuurlijk even feilbaar zijn als iedereen.”

STOEFERKE

Bekend zijn kan ook op je privéleven wegen. Toen je dochter 13 was, gingen jullie samen naar een concert. Zij wilde toen 30 seconden voor jou binnengaan, om niet door iedereen nagekeken te worden. Hoe confronterend is zoiets?

Lotti: “Da’s heel vervelend, natuurlijk. Ik herinner me ook nog hoe ik eens met haar naar de Efteling ging, toen ze een jaar of 4 was. Dat was vreselijk: we raakten geen meter vooruit, omdat we voortdurend werden aangeklampt.

“Als er in één of ander blad weer iets raars over mij verschenen was, durfde mijn dochter bijna niet meer naar school te gaan. Ik kon daar à la limite zelf nog om lachen, maar voor mijn omgeving was dat pijnlijk.”

Helmut Lotti: ‘Roem heeft de laatste jaren een ander soort lading gekregen. Vroeger was je beroemd vanwege een talent of prestatie, nu omdat je je kleren uittrekt in een tv-programma.’Beeld Johan Jacobs

In het begin van je carrière stond je er nog op om frank en vrij met de pers te praten...

Lotti (onderbreekt): “Ik stond er niet op, ik wás gewoon zo. Een onbevangen straatjongen uit Sint-Amandsberg, die niet doorhad wat de draagwijdte was van wat hij zei. Het is nooit mijn bedoeling geweest om mensen te schofferen, maar ik kom nu eenmaal uit Gent, waar mensen een ruwer soort humor hebben. Dat komt soms verkeerd over. Ik moet zeggen dat ik die humor privé nog altijd bezig, maar dat ik daar in het openbaar mee oplet. Op Facebook is het mij al een paar keer overkomen dat er een rel ontstond door een grappig bedoelde opmerking. Mensen denken dan: ‘Zie je wel, hij heeft een dikke nek gekregen en hij gaat wat mensen schofferen’, maar dat is gewoon mijn aard. Ik bén een sarcast.”

Hoeveel moeite kost het je om je tong twee keer om te draaien?

Lotti: “Dat hangt ervan af hoe goed de grap is die ik in mijn hoofd heb. Soms denk ik: is it worth the trouble? Heel vaak gevolgd door: hell yes (lacht)!”

De roddelbladen kunnen soms meedogenloos zijn. Wat vind je ervan als mensen zeggen: ‘BV’s moeten het er maar bij nemen. Ze hebben ervoor gekozen.’

Lotti: “Als je 19 bent en je staat met je lief op de cover van Dag Allemaal, omdat die journalist maar blíjft aandringen, dan heb je echt niet door dat dat niet de beste keuze is die je op dat moment kunt maken.”

Of neem bijvoorbeeld toupet-gate. Als iemand van haarstijl verandert, passeert dat doorgaans geruisloos. Bij jou stond het land op zijn kop. Hoe vervelend is dat?

Lotti: “Ik zal dat maar bekijken als een verminkt compliment, zeker? (lacht hard)

Je hebt ooit een persboycot ingelast tegen Dag Allemaal, Story en Het Laatste Nieuws. De concrete aanleiding was de berichtgeving na de dood van zangeres Yasmine, maar je verdroeg ook het graafwerk in je eigen privéleven niet meer goed.

Lotti: “Weet je, ik haal liever geen oude koeien uit de sloot. Iedereen is nu rustig (lacht). Maar op dat moment had ik het gevoel dat het niet meer over mijn muziek ging. Mijn privéleven kende op dat moment wat turbulentie, dus ik begreep ook wel dat ze op zoek waren naar smeuïge details. Maar toen er geschreven werd dat ik mijn dochter had gekidnapt, ging dat voor mij een paar bruggen te ver.”

Je hebt ooit eens gezegd: ‘Het jammere aan roem is dat je je in een soort egelstelling gaat terugtrekken, in een hoekje met al je stekels op en dan gaan ze nog zeggen dat je veranderd bent.’

Lotti: “Dat klopt, maar dat ligt nu gelukkig achter mij. Ik heb in mijn privéleven de totale rust gevonden. Ik heb een partner die zich totaal niet met mijn job bezighoudt. Ik hou haar daar bewust van weg en dat werkt fantastisch. Het helpt om je privéleven volkomen privé te houden, en naar buiten toe een beeld uit te dragen dat je de mensen wilt laten zien. Als ik op een podium stap, transformeer ik in Helmut Lotti. Dan heb ik een pak met een stoeferke in. Op het moment dat dat stoeferke erin gaat, wórd ik Helmut, de performer, de muzikant, de zanger.”

Het moet bij momenten wel schizofreen zijn: twee mensen tegelijk te moeten zijn.

Lotti: “Ik heb dat onlangs letterlijk gezegd, maar toen kreeg ik een mail van mensen die met schizofrenen werken dat ik dat soort woorden niet meer mocht gebruiken (lacht). Je moet wreed opletten met wat je zegt. Je staat er niet bij stil dat mensen wat jij zegt belangrijker vinden dan wat iemand anders zegt. Terwijl mijn mening over Kosovo echt niet relevant is.”

Je hebt je imago van ideale schoonzoon op een bepaald moment van je willen afgooien met de plaat Mijn hart & mijn lijf, waarin je een andere kant van jezelf liet zien. Alleen, het publiek wilde niet helemaal mee. Wat vind jij ervan dat het publiek eerder het personage, het beeld dat ze van je hebben, omarmen dan wie je echt bent?

Lotti: “Ik begrijp het wel. Er zijn artiesten die er een sport van maken om zo vaak mogelijk te vervellen, zoals David Bowie of Madonna, maar ook dat is een imago. Bij mij verlangen de mensen dat ik níét verander.”

Je bent altijd de eerste geweest om jezelf en je succes te relativeren. Helpt nuchterheid om je overeind te houden?

Lotti: “Ja, maar soms ga ik daar te ver in. Ik ben in staat om mezelf te bekijken als een talentloze gelukzak. Als ik dan naar andere zangers kijk, zie ik alleen wat zij kunnen en ik niet. Het kan gevaarlijk zijn om jezelf zo kapot te relativeren, omdat je nog wel in jezelf moet blijven geloven op het podium. 

“Daarom vind ik het leuk als mensen me zeggen: ‘voor ons beteken je iets’ of ‘je hebt dat goed gedaan’. Paul Marchal zei bijvoorbeeld dat ‘Don’t Cry Little Child’ hem moed had gegeven na de verdwijning van zijn dochter. Ook als ambassadeur van Unicef en peter van de Stichting tegen Kanker voel ik me núttig. Dat maakt dat ik me met mijn succes kan verzoenen. Iemand heeft ooit gezegd: ‘Een artiest is iemand wiens ego nog net iets groter is dan zijn onzekerheid (lacht)’. Ik heb eigenlijk geen overdreven groot ego voor een artiest. Als ik op het podium sta, wil ik wel dat de mensen applaudisseren, maar als ze dat morgen niet meer doen, stap ik gewoon niet meer op een podium. Punt.”

© Humo