Lenntech Waterbehandeling en luchtbehandeling Lenntech Waterbehandeling en luchtbehandeling

Bacterie en virustest

Toets via onderstaande vragenlijst uw kennis van bacterien en virussen:

Gebruik van bacteriën
In een Nederlandse zinkfabriek past men zwavelminnende bacteriën toe om zink-ionen uit het afvalwater te verwijderen. Als men deze bacteriën alcohol als energiebron geeft, zetten ze opgeloste sulfaat-ionen (SO42-) uit het afvalwater om in sulfide-ionen (S2-). Sulfide-ionen vormen met de zink-ionen een onoplosbaar neerslag dat uit het water kan worden verwijderd. Uit het neerslag kan zink worden teruggewonnen.
Zie coagulatie/ flocculatie, water zuivering FAQ.

Zijn de zwavelminnende bacteriën bij de beschreven afvalverwerking autotroof of heterotroof of is dat uit de informatie niet op te maken?
A. autotroof
B. heterotroof
C. niet uit de informatie op te maken

Antwoord B

Biologische zuivering, legionella
Sulfapreparaten zijn geneesmiddelen die kunnen worden gebruikt bij een bacteriële infectie. Een sulfapreparaat bevat een stof die sterk lijkt op een stof die wordt gebruikt voor de synthese van foliumzuur. Deze stof uit het sulfapreparaat hecht zich in bacteriën aan enzymen die betrokken zijn bij de synthese van foliumzuur. Foliumzuur is onmisbaar voor de synthese van DNA.

Leg uit waardoor de vermeerdering van bacteriën kan worden geremd bij gebruik van een sulfapreparaat.

Antwoord:- Doordat er een kleinere hoeveelheid enzymen voor beschikbaar is/de enzymen minder goed werken, wordt de vorming van foliumzuur geremd (waardoor minder DNA-synthese mogelijk is)
- DNA-synthese is noodzakelijk voor de vermeerdering/deling van bacteriën

Zie desinfectie, water-gezondheid-FAQ.

Botulisme
Bepaalde bacteriën die leven in het bodemslib van sloten en plassen kunnen botulisme veroorzaken. Botulisme is een vergiftiging waar dieren dood aan kunnen gaan. Botulismebacteriën kunnen zich vermeerderen en verspreiden via vliegenlarven en eenden.
Botulisme kan zich als volgt verspreiden:
· Als eenden veel botulismebacteriën binnenkrijgen, gaan ze dood.
· In dode eenden kunnen de botulismebacteriën zich door deling vermeerderen.
· Vliegen die worden aangetrokken door dode eenden leggen daar eitjes.
· De vliegenlarven uit de eitjes worden besmet met de bacteriën.
· Sommige larven worden door levende eenden gegeten.

Welke van de volgende beweringen over de besmetting van eenden met botulismebacteriën is juist?
1 Eenden kunnen besmet worden via hun voedsel.
2 Nadat één besmette eend is gestorven, kunnen steeds meer eenden worden besmet.
A. geen van beide beweringen
B. alleen bewering 1
C. alleen bewering 2
D. zowel bewering 1 als bewering 2

Antwoord: D

Op grond van welke informatie uit de tekst kun je botulismebacteriën indelen bij de reducenten?
A. Zij leven van dode eenden.
B. Zij produceren gifstoffen.
C. Zij vermeerderen zich snel.
D. Zij veroorzaken de dood van eenden.

Antwoord: A

Mensen kunnen ook last van botulisme krijgen. Zij krijgen de botulismebacteriën bijna nooit rechtstreeks binnen uit bodemslib.
Noem twee manieren waarop mensen besmet kunnen worden met botulismebacteriën.

Antwoord: Voorbeelden: zwemmen in besmet water, zwemwater inslikken, eten van besmette eenden, eten van door vliegen besmet voedsel.

Bacterien en virussen , HIV
Mensen die besmet zijn met het aids-virus (HIV) maar nog geen verschijnselen van aids vertonen, noemt men HIV-seropositief. Men kan met een test onderzoeken of iemand HIV-seropositief is. Er wordt dan wat bloedserum van de te testen persoon bij delen van het aids-virus gebracht. Als de persoon HIV-seropositief is, vindt er een reactie plaats.
Tussen welke delen van het aids-virus en welke delen van het bloedserum vindt dan een reactie plaats?
A. tussen antigenen en de buitenkant van het aids-virus
B. tussen antigenen en het erfelijke materiaal van het aids-virus
C. tussen antistoffen en de buitenkant van het aids-virus
D. tussen antistoffen en het erfelijke materiaal van het aids-virus

Antwoord C

Mensen met aids zijn zeer gevoelig voor infecties met bacteriën. Zowel deze bacteriën als het aids-virus vermeerderen zich in het lichaam van de patiënt. Hierbij wordt erfelijk materiaal verdubbeld.
Vindt de verdubbeling van erfelijk materiaal van de bacterie plaats in de bacterie zelf? En vindt verdubbeling van erfelijk materiaal van het virus plaats in het virus zelf?
A. zowel in de bacterie als in het virus
B. alleen in de bacterie, niet in het virus
C. alleen in het virus, niet in de bacterie
D. niet in de bacterie en ook niet in het virus

Antwoord B

Infectieziekten
Bepaalde ziekten worden veroorzaakt door bacteriën, andere door virussen.
Ter bestrijding van welke van de ziekten griep, hepatitis, tetanus en tuberculose heeft het zin antibiotica te gebruiken?
A. alleen bij griep
B. alleen bij hepatitis a
C. lleen bij tetanus
D. alleen bij tuberculose
E. bij griep en bij tetanus
F. bij tetanus en bij tuberculose

Antwoord: F

Tegen welke van de ziekten griep, tetanus en tuberculose zullen in ons lichaam aanwezige lymfocyten na besmetting antistoffen produceren?
A. alleen tegen griep
B. alleen tegen griep en tetanus
C. alleen tegen tuberculose en tetanus
D. tegen griep, tetanus en tuberculose

Antwoord D

Een arts wil laten onderzoeken of er antistoffen tegen hepatitis in het bloedserum van een patiënt aanwezig zijn. Een laborant gebruikt bij dit onderzoek een petrischaal met een agar-bodem (zie afbeelding 6, links). Hij brengt bloedserum van die patiënt in een kuiltje (Q) in de agar-bodem. In een ander kuiltje (P) in deze agar-bodem zijn al bepaalde stoffen aanwezig. De stoffen in de kuiltjes P en Q verspreiden zich door de agar en reageren met elkaar. Op de plaats van de reactie ontstaat een neerslag (zie afbeelding 6, rechts).

Afbeelding 6

Welke stoffen bevonden zich in kuiltje P?
A. antigenen van het virus
B. antigenen van een mens
C. antistoffen van het virus
D. antistoffen van een mens

Antwoord A

In het lichaam van de mens zijn onder andere drie typen vocht te onderscheiden: bloedplasma, lymfe en weefselvocht. In welk of welke van deze drie typen vocht kunnen antistoffen voorkomen?
A. alleen in bloedplasma
B. alleen in lymfe
C. alleen in weefselvocht
D. alleen in bloedplasma en lymfe
E. alleen in bloedplasma en weefselvocht
F. in bloedplasma, lymfe en weefselvocht

Antwoord F

Een probleem bij het gebruik van antibiotica is dat de ziekteverwekkers hiertegen resistentie kunnen ontwikkelen.

Noem een behandeling waarmee soms een patiënt kan worden genezen die is geïnfecteerd met een ziekteverwekker die tegen alle antibiotica resistent is.

Antwoord: Passieve Immunisatie

Test ook uw kennis van het milieu, water en stoffen

Bron: Examenbundels MAVO, HAVO

Lenntech (European Head Office)

Distributieweg 3
2645 EG Delfgauw
Nederland
Phone: +31 152 755 703
fax: +31 152 616 289
e-mail: info@lenntech.com


Lenntech USA LLC (Americas)

5975 Sunset Drive
South Miami, FL 33143
USA
Phone: +1 877 453 8095
e-mail: info@lenntech.com


Lenntech DMCC (Midden-Oosten)

Level 6 - OFFICE #101-One JLT Tower
Jumeirah Lake Towers
Dubai - U.A.E.
Phone: +971 4 429 5853
e-mail: info@lenntech.com


Copyright © 1998-2024 Lenntech B.V. All rights reserved