Direct naar artikelinhoud
José Rozenbroek: “Dan pas dringt tot me door hoe armoedig mijn eerste seksuele ervaring was”
Column

José: “Dan pas dringt tot me door hoe armoedig mijn eerste seksuele ervaring was”

Hoe zinnig lessen in seksuele weerbaarheid voor vrouwen zijn, ontdekt José Rozenbroek als ze terugkijkt op haar eigen ervaringen.

Begin maart is het weer tijd voor Lentekriebels. Eerlijk gezegd had ik nog nooit gehoord van dit jaarlijkse project, georganiseerd door Rutgers en de GGD. Basisscholen die meedoen, geven een week lang les over relaties, seksualiteit en weerbaarheid. Totdat vorig jaar groot tumult losbrak over het thema: ‘Wat vind ik fijn?’ Enkele oerconservatieve opiniemakers en moeders verspreidden op verontwaardigde toon en in rap tempo halve en hele onwaarheden. Kinderen zouden in die lessen worden aangemoedigd tot seks en seksuele handelingen.

Thierry Baudet ging zelfs zo ver dat hij in de Tweede Kamer verkondigde dat vierjarige kleuters in de Lentekriebels-lessen geleerd werd hoe te pijpen. Klinkklare nonsens natuurlijk, maar de toon was gezet voor weer een gruwelijk polariserende discussie.

Hoe zinnig lessen in seksuele weerbaarheid zijn, en dat je er niet vroeg genoeg mee kan beginnen, werd me van de week weer duidelijk toen ik How to have sex in de bioscoop zag. Tara, een vrolijke zeventienjarige Engelse, gaat na haar eindexamen op zuip- en feestvakantie met haar vriendinnen die het hoog tijd vinden dat ze haar maagdelijkheid verliest. We zien de meiden losgaan tijdens het indrinken op de hotelkamer, in clubs en op woeste feesten. Tijdens zo’n wilde nacht heeft Tara voor het eerst seks. Op een Grieks strand met een knappe knul, maar er is niets moois of romantisch te bespeuren aan deze dronken neukpartij. Een nacht later vergrijpt dezelfde jongen zich aan haar terwijl ze slaapt. De vakantie is verpest, van Tara’s bravoure en plezier is niks meer over.

De aangrijpende film maakt op een treurige manier duidelijk dat jongens nog steeds meisjes mogen nemen na een weifelend dronken ‘ja’. Dat meisjes geen nee durven te zeggen, want dan verpest je zíj́n feestje. Ik moest aan mijn eigen eerste keer denken, toen mijn skileraar me na de disco meenam naar zijn huis. Terwijl hij me ontmaagde legde hij zijn hand over mijn mond: “Ruhe, meine Grossmutter schlaft.” Ik heb het altijd opgedist als een hilarisch verhaal, pas nu, 45 jaar later, na het kijken van How to have sex, dringt tot me door hoe verdrietig en armoedig mijn eerste seksuele ervaring was.

Dat is precies wat de regisseur Molly Manning Walker – ze baseerde het verhaal van Tara op eigen ervaringen – beoogde met deze film: bewustzijn creëren. Tijdens een persconferentie stelde ze de vraag: “Hoe kunnen we ervoor zorgen dat jonge vrouwen betere seks hebben?” In één adem door gaf ze zelf het antwoord: “Seksuele voorlichting op scholen véél meer inrichten op vrouwelijk genot.”

Ik ben het hartgrondig met haar eens, we kunnen daar niet vroeg genoeg mee beginnen. In bijvoorbeeld Lentekriebels-lesjes moeten we kinderen van jongs af aan leren wat consent wérkelijk betekent. In de woorden van Molly: “Voor mij gaat consent over twee mensen die zich op hun gemak voelen bij elkaar, die het fijn hebben samen. Als iemand ‘ja’ zegt en er ondertussen ongemakkelijk bij kijkt, heeft dat niets te maken met consent. Seks is niet per se eenduidig: wat prettig begint, kan een onprettige wending nemen. Het is wat mij betreft eenvoudig: zorg ervoor dat je op elkaars golflengte zit. Luister naar elkaar. Beweeg met elkaar mee.”

Bladenmaker en journalist José Rozenbroek is een nieuwsjunk. Elke week schrijft ze voor Libelle een column over wat haar opvalt en waarover ze zich opwindt.