Eind vorig jaar ging bioloog Colin Donihue naar de Turks- en Caicoseilanden om onderzoek te doen naar een bedreigde ringstaartleguaan.Toen hij en zijn collega's klaar waren met hun onderzoek op de eilandjes Pine Cay en Water Cay, keerden ze weer terug naar het noorden.

Nog geen week later sloeg het noodlot toe. De eilanden werden direct na elkaar getroffen door twee orkanen.

“Vier dagen na ons vertrek kwam orkaan Irma over,” vertelt Donihue, een postdoctoral fellow die verbonden is aan de Amerikaanse Harvard University en aan het Muséum national d'Histoire naturelle in Parijs. Orkaan Maria kwam daar vlak achteraan.

Een groot deel van het eiland werd verwoest, maar in die tragedie zagen Donihue en zijn team ook een kans om iets te weten te komen over de veerkracht van de natuur. Zes weken later gingen ze naar de eilanden terug om te onderzoeken hoe bepaalde anolissen de stormen wisten te overleven.

“Toen we bedachten dat we deze kans hadden, gingen we terug met maar enkele hypothesen in ons hoofd,” vertelt Donihue. “Als iets een hagedis helpt om een orkaan te overleven, dan heeft dat waarschijnlijk te maken met de manier waarop het dier zich vasthoudt aan oppervlaktes.”

Wat langer blijven hangen

De onderzoekers stelden eerst vast dat hagedissen een storm overleven door zich aan bomen vast te houden. Vanwege stormvloeden zou het voor de dieren te riskant zijn om zich tussen boomwortels te verstoppen, stelden ze.

Voor het experiment vingen de onderzoekers 47 hagedissen van de soort Anolis scriptus en namen ze mee naar een laboratorium. Vervolgens zetten ze de hagedissen een voor een op een houten stokje, dat als vervanging moest dienen voor een boomtak, en richtten ze een bladblazer op de dieren. De onderzoekers voerden de windsnelheid van de machine geleidelijk op tot orkaankracht, en richtten net zo lang op de hagedissen tot die zich niet meer aan het stokje konden vasthouden.

Achter de dieren waren een zacht scherm en netten opgesteld, zodat ze ongedeerd bleven tijdens het experiment. Nadat er met elk dier één proef was gedaan, werden ze weer in hun oorspronkelijke leefgebied teruggezet.

“Heel creatief en slim om een bladblazer te gebruiken om orkaankracht na te bootsen,” vindt Amber Wright, die als ecologe verbonden is aan de Amerikaanse University of Hawaii in Mānoa.Wright was niet betrokken bij het onderzoek.

“Wat ik interessant vind aan de studie, is dat die bepaalde eigenschappen koppelt aan overleving via een specifiek mechanisme: het vermogen van een dier om zich vast te houden aan een stokje en om zich klein te maken,” vervolgt ze. Daardoor kunnen biologen voorspellen welke eigenschappen gunstig zijn voor het overleven van een storm, en zo kunnen ze uiteindelijk ook voorspellen welke eigenschappen de grootste kans maken om via natuurlijke selectie te worden doorgegeven.

Donihue en zijn collega's vermoedden dat bredere hechtlamellen (de kussentjes op de tenen van hagedissen) en langere ledematen gunstig zouden zijn voor de grip van de hagedis op het stokje. Dat bleek deels te kloppen. De hagedissen die het volhielden hadden bredere hechtlamellen en langere voorpoten, maar hun achterpoten waren korter dan hun voorpoten.

“We hadden van tevoren niets bedacht over de betekenis van kortere achterpoten,” vertelt Donihue.

Bij de analyse van de video's van het experiment zagen de onderzoekers dat de hagedissen eerst met hun achterpoten de greep op het stokje verloren voordat ook hun voorpoten het niet meer hielden.

Maar zouden hagedissen met zowel langere voor- als achterpoten zich niet nog beter vast kunnen houden? Volgens Donihue is dat niet duidelijk, maar zou het ook nadelen kunnen hebben om in het geheel groter te worden. “Grotere hagedissen zijn sterker, maar ze lopen ook het risico dat ze meer wind vangen,” zegt hij.

Stormen doorstaan

Ingrijpende gebeurtenissen, zoals stormen of de komst van een nieuw soort roofdier, kunnen leiden tot een grote hoeveelheid sterfgevallen bij bepaalde dieren. Daardoor wordt het normale proces van natuurlijke selectie, waarbij de overgebleven dieren hun genen doorgeven, versneld. Van die snelle selectie was bijvoorbeeld sprake bij bepaalde mossels, die een dikkere schelp kregen ter bescherming tegen roofkrabben, schrijft Tracy Langkilde, een biologe aan de Amerikaanse Penn State University, in een e-mail.Een ander voorbeeld is dat de omvang van de kop van bepaalde slangen in de loop van enkele generaties snel afnam, als bescherming tegen invasieve giftige reuzenpadden.

“Het onderzoek van Donihue is een van de eerste waaruit blijkt dat er bij diersoorten snelle selectie plaatsvindt vanwege extreme weersomstandigheden,” schrijft Langkilde. “Dit is een stimulans voor andere onderzoekers om te kijken of dit ook voor andere soorten geldt.”

Wright voegt daaraan toe dat de specifieke details van de studie mogelijk niet voor andere soorten gelden, maar dat de toegepaste methodologie van groot belang is. Als wetenschappers ook andere soorten gaan bestuderen in het kader van bepaalde veranderende omgevingsfactoren, dan zou dat kunnen bijdragen aan de kennis over hoe dieren reageren op natuurrampen.

“Gezien de verwachte toename van extreem weer door de klimaatverandering, is het van belang om dit soort voorspellingen te kunnen doen. Zo kunnen we populaties beheren en methoden ontwikkelen die leiden tot meer veerkracht,” schrijft ze in een e-mail.

Bekijk ook: ‘Exclusieve foto’s van verwoesting door orkaan Irma’

Dit verhaal werd oorspronkelijk gepubliceerd in het Engels op NationalGeographic.com