Het wetenschappelijke decor waartegen wereldleiders op de klimaattop deze weken in Dubai de neuzen dezelfde kant op proberen te krijgen, is weinig rooskleurig: op dit koerst de aarde af op een opwarming van 2,7 graden Celsius tegen 2100, ten opzichte van het pre-industriële tijdperk.

En inderdaad, dat is fors hoger dan hetgeen 196 landen in het historische klimaatakkoord van Parijs in 2015 met elkaar overeenkwamen. De afspraak: de gemiddelde mondiale temperatuurstijging moet behoorlijk onder (‘well below’) twee graden Celsius blijven, met inspanningen om de stijging verder te beperken tot anderhalve graden.

Met een huidige wereldwijde opwarming van 1,2 graden lijkt Parijs verder weg dan ooit. Maar wat staat ons dan te wachten? Waar komen die doelstellingen überhaupt vandaan? En hoe zinvol zijn ze? We vroegen het klimaatexperts.

Waar komt het tweegradendoel vandaan?

Volgens Daniel Swain, klimaatwetenschapper aan de University of California – Los Angeles, kent het tweegradendoel een zowel wetenschappelijke als politieke grondslag.

‘Vanuit geofysisch oogpunt is er niks heiligs aan een maximale stijging van anderhalve graad, twee graden, drie graden of welk specifiek getal dan ook,’ stelt Swain. Volgens hem is het veel belangrijker te erkennen dat met het overschrijden van ieder deze doelstellingen, de kans op zogeheten kantelpunten toeneemt: grote veranderingen in het klimaat die niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden – met alle desastreuze gevolgen van dien voor mens, dier en natuur.

De gestelde limiet van twee graden dateert nog van ver vóór het Parijsakkoord uit 2015, zegt Maria Ivanova, directeur aan de School of Public Policy aan Northeastern University: ‘Die komt uit de koker van William Nordhaus. Deze econoom van Yale University betoogde in de jaren zeventig in een aantal papers dat een temperatuurstijging van twee graden een voor de mensheid onleefbare planeet op zou leveren. Achterhaalde berekeningen, weten we nu.’

Maar zomaar uit de lucht gegrepen is de tweegradenlimiet zeker niet, waarschuwt Michael Mann, paleoklimatoloog aan de University of Pennsylvania. ‘Een absolute drempel is lastig vast te stellen, het gaat meer om een wetenschappelijk onderbouwde, objectieve definitie van waar we van ‘slecht’ naar ‘heel slecht’ gaan. Twee graden extra, is in die zin de scheidslijn waarin alle aandachtsgebieden op ‘rood’ komen te staan.’

Dus zelfs twee graden opwarming is eigenlijk al te veel?

‘Sterker nog: de 1,2 graden extra waar we nu mee te maken hebben, is al te veel,’ stelt Mann. ‘Overal op aarde zijn de desastreuze gevolgen daarvan al zichtbaar: smeltende polen, droogte, overstromingen.’ De grote vraag volgens Mann is dus: hoever willen we het laten komen? ‘Anderhalve graad is slecht, twee graden dramatisch en drie graden mogelijk het einde van onze beschaving.’

Om zijn punt kracht bij te zetten, wijst Mann op het IPCC-rapport uit 2018, waarin wetenschappers het verschil tussen anderhalve graad en twee graden voor onze planeet al desastreus noemen.

‘Die halve graad extra betekent het verdwijnen van al het Noordpoolijs, drie keer zo veel hittegolven, een nog grotere mate van uitsterving en mogelijk het verlies van koraalriffen wereldwijd. Plus: het brengt ons nog dichter bij bepaalde kantelpunten, zoals het volledig smelten van de ijskappen van Groenland en West-Antarctica – inclusief de zeespiegelstijging die daarmee gepaard gaat. Ronduit angstaanjagend,’ aldus Mann.

Effectieve gedragsverandering

Als 1,2 graden Celsius opwarming al te veel is en twee graden zelfs potentieel catastrofaal, moeten we onze doelen dan niet naar beneden bijstellen? En zijn zulke temperatuursdoelstellingen überhaupt wel dé manier om de mensheid in beweging te krijgen?

‘Een gemeenschappelijk, concreet doel formuleren is absoluut noodzakelijk,’ betoogt Ivanova. ‘Zie het als een snelheidslimiet in het verkeer. Dat kun je communiceren met statische verkeersborden. Maar veel beter werkt het als daarvóór nog een bord staat waarop je actuele snelheid wordt aangegeven. Je trapt dan eerder op de rem, omdat je rechtstreeks te zien krijgt de limiet te overschrijden. Zo’n aanpak leidt tot effectieve gedragsverandering.’ Maar die rem wordt vooralsnog niet genoeg ingetrapt, aldus Swain.

En voor wat betreft die twee graden dan? Swain: ‘Zelfs die doelstelling is zeer ambitieus gekeken naar de huidige wereldwijde klimaatinspanningen. Ja, er zijn grote successen geboekt de afgelopen decennia: een explosie aan schone energie, een zowel publiek als politiek gevoel van urgentie en historische internationale afspraken. Maar er zal veel, héél veel meer moeten gebeuren. Hopelijk kan de klimaattop in Dubai daarin een positief kantelpunt zijn.’