Aantal ‘plaasmoorde’ stijgt schrikbarend
Pretoria
Na de brute moord, begin vorige week, op vier leden van een boerengezin in Balfour, in de provincie Mpumalanga, is de maat vol. Louis Smuts, zijn vrouw Belinda en zijn bejaarde ouders waren door het hoofd geschoten. Vier verdachten, uit Moçambique en Nigeria, zijn aangehouden.
Een grote groep boeren trok donderdag naar de rechtbank in Balfour om te voorkomen dat een verdachte op borgtocht vrijgelaten zou worden. Het was de achttiende boerderijaanval in februari. Volgens onofficiële statistieken zijn sinds 1991 vierduizend boeren door ‘plaasmoorde’ om het leven gekomen.
Afgelopen zondag werd in Dullstroom een boerenechtpaar overvallen en zwaar mishandeld. De vrouw ligt in coma in het ziekenhuis van Middelburg (Mpumalanga), haar man liep ernstige steekwonden op. De Heritage Protection Group, een beveiligingsbedrijf met oud-politieagenten in dienst, zegt drie daders op het spoor te zijn. HPG-woordvoerder Sakkie Louwrens zei tegen het dagblad Beeld dat het aantal plaasmoorde ‘explosief toeneemt’.
Dinsdagavond is een landelijke gebedswake gehouden, uit bezorgdheid over de toename van de, soms gruwelijke, moorden. Via sociale media circuleert een verzoek ‘aan alle burgers in Zuid-Afrika’ om voor de boeren te bidden en te smeken om een einde aan het bloedvergieten. Op de websites van Afrikaanstalige media klinkt de roep om de krachten te bundelen, omdat ‘de president niets doet en demonstraties toch niet helpen’.
buurtwacht
De geweldsgolf is ongekend, bevestigt Afriforum, die opkomt voor de blanke Afrikanergemeenschap in Zuid-Afrika. ‘Veel mensen vragen ons wat we kunnen doen om ons land weer veilig te maken’, reageert Ian Cameron op de website van Afriforum. ‘Eerst moeten we onszelf beschermen binnen het raamwerk van de wet. Buurt- en boerderijwachten zijn een beproefd concept om samen met de politie de beveiliging te verbeteren.’
Maar juist op de lakse houding van de autoriteiten hebben de Zuid-Afrikaanse boeren scherpe kritiek. ‘We zijn geschokt en moedeloos na de zoveelste aanval’, klaagt Jan van Niekerk van de kleine conservatief-blanke partij Vryheidsfront Plus (VF+) in de onlinekrant Maroela Media. ‘De uitwerking van een overval is veel erger dan gedacht. Niet alleen lijdt de voedselvoorziening schade, ook zijn de sociale en psychologische gevolgen voor boeren, arbeiders en hun gezinnen onherroepelijk.’
Bovendien verdenken de boeren de politie en de media van wegkijken en politiek correct gedrag. Critici ontwaren een discriminerende ondertoon in de Engelstalige kranten die door veel zwarte Zuid-Afrikanen gelezen worden. ‘Gewelddaden van zwarte daders tegen blanke slachtoffers worden in de meeste gevallen als misdrijf afgedaan’, verklaarde Afriforumlid Ernst Roets eerder deze maand tegenover de Zuid-Afrikaanse mensenrechtencommissie. ‘Als een zwarte persoon slachtoffer is van geweld door een blanke, wordt meteen gesproken van een racistische daad, zelfs als er geen bewijs van racisme is.’
Toch zijn lang niet alle Afrikaners ervan overtuigd dat plaasmoorde gepleegd worden uit politieke of racistische motieven. Die vooronderstelling won in de jaren negentig terrein, na de afschaffing van de apartheid, onder blanke Zuid-Afrikanen. Maar Johan Burger van het Instituut voor Veiligheidsstudies (ISS) toonde in 2013 aan, dat politieke drijfveren nauwelijks meespelen. Uit de ruim 3500 politiedossiers over boerderijmoorden die Burger onderzocht, bleek dat bij slechts 2 procent sprake was van een politiek of racistisch motief.
In de meeste gevallen (89 procent) ging het om ordinaire roof, om intimidatie (7 procent) van het slachtoffer of om wraak (2 procent). De overeenkomst van het gebruikte geweld in vergelijking met inbraken bij stadswoningen is groot, aldus Burger. ‘Het grote verschil is dat boerderij-aanvallers meer tijd hebben voor hun misdrijf en een veel kleinere kans lopen te worden betrapt of gevangen.’
Veiligheidspecialist Rudolph Zinn van de Universiteit van Zuid-Afrika (Unisa) meent dat boerderijen een relatief gemakkelijk doelwit vormen. Om die reden zijn ze aanlokkelijk voor rovers, die niet bang hoeven te zijn voor onverwachte wendingen en die weten dat de politie ver weg is. Dat maakt de kans op bruut geweld groter, voegt Zinn eraan toe. ‘Een stadsinbraak kost ongeveer tien minuten. Op een boerderij hebben ze veel meer tijd, waardoor het risico op marteling of verkrachting groter wordt.’
buitenlanders
Boerderijen worden vaak door acht tot dertien criminelen overvallen. Verontrustend is, zeggen veel boeren, dat deze bendes logistiek en technisch zeer modern uitgerust zijn. Ze beschikken over apparatuur om mobiele telefoons en alarminstallaties uit te schakelen. Niet zelden hebben zij informatie van binnenuit dat op een boerderij geld of waardevolle spullen te halen zijn. Ook zijn ze vaak op de hoogte van de beveilingsroutine en de locatie van kostbaarheden.
Veel overvallers gebruiken drugs of alcohol, waarmee ze zich oppeppen voor een misdaad, zegt Afriforumwoordvoerder Cameron in Maroela Media. Dat kan een verklaring zijn voor het buitengewoon grove geweld dat bij een overval wordt gebruikt. Zo overleed Trevor Rees in KwaZulu-Natal na drie dagen te zijn gefolterd. Pieter Pieterse uit Lephalale werd met een steeksleutel de hersens ingeslagen, waarna zijn oren werden afgesneden. De 44-jarige Tanya Wiers uit Limpopo werd doodgemarteld.
Cameron voegt eraan toe dat veel overvallers uit buurlanden afkomstig zijn. ‘Dat ligt zeer gevoelig, maar het laat zien dat politiek vaak geen drijfveer is. Wat voor reden heeft iemand uit Zimbabwe of Mozambique om gruweldaden te plegen? Ze hebben niks te verliezen, ze zijn hier illegaal en weten dat ze niet snel gepakt zullen worden. We zullen dan ook beter moeten letten op bewaking langs de grenzen.’ <