Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Tropische cyclonen worden trager en natter

Meteorologie Het tempo waarmee cyclonen over de aarde bewegen, is in 70 jaar fors afgenomen. Dat komt door de opwarming van de aarde.

Cycloon Chapala, 2015.
Cycloon Chapala, 2015. Foto Scott Kelly/EPA

In de Verenigde Staten heten ze hurricanes (orkanen), in Azië heten ze tyfoons, en in de meteorologie heten ze tropische cyclonen: verwoestende wervelstormen die windsnelheden tot zo’n 300 kilometer per uur kunnen bereiken en gepaard gaan met hevige regenval.

Het verplaatsingstempo waarmee die tropische cyclonen over de aarde bewegen, is in zeventig jaar tijd (tussen 1946 en 2016) met 10 procent afgenomen, van gemiddeld bijna 20 kilometer per uur naar bijna 18 kilometer per uur. Dat schrijft meteoroloog James Kossin van de Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration deze week in Nature. Let wel: daarbij gaat het om de verplaatssingssnelheid, niet om de windsnelheid – díe wordt gevormd door een combinatie van de verplaatsings- en de draaisnelheid.

Cyclonen worden trager door veranderingen in de atmosferische circulatie, en die worden op hun beurt weer veroorzaakt door de opwarming van de aarde, schrijft Kossin. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat het broeikaseffect in de zomer zorgt voor een verzwakte atmosferische circulatie rond de evenaar, juist het seizoen en het gebied waarin de meeste cyclonen voorkomen. De stormen liften als het ware mee op al aanwezige winden, dus als die vertragen, doen de cyclonen dat ook.

Cyclonen van de Atlantische Oceaan vertragen wel 20 procent

Tragere tropische stormen zijn niet per se minder verwoestend – een lagere verplaatssingssnelheid heeft vaak nauwelijks effect op de intensiteit. Terwijl de waterschade juist veel omvangrijker kan worden: een tempovermindering van 10 procent kan leiden tot 10 procent meer regenval in de gebieden waar de cycloon doorheentrekt. Daarnaast kan ook opwarming voor meer neerslag zorgen: eveneens tot 10 procent extra voor elke graad temperatuurstijging.

Verreweg het grootste deel van de door Kossin bestudeerde data betreft cyclonen boven zee, waar ze ook ontstaan; boven land (waar ze uiteraard het meeste invloed hebben) is de gemiddeld waargenomen vertraging niet significant. Maar, zo benadrukt hij, er zijn grote verschillen tussen regio’s: cyclonen die afkomstig zijn van de Atlantische Oceaan bijvoorbeeld kunnen eenmaal boven land tot wel 20 procent vertragen.

Een warmer klimaat kan er ook toe leiden dat cyclonen andere routes afleggen. Zo lijkt het erop dat de tropische stormen geleidelijk steeds meer noordwaarts trekken. Als die trend doorzet, kan dat gevolgen hebben voor dichtbevolkte gebieden. Een opvallende afwijking in verplaatsingsrichting was ook zichtbaar bij orkaan Harvey, die afgelopen jaar over Texas trok en samen met Katrina de duurste cycloon ooit was. Harvey was niet alleen traag, maar maakte bovendien een slinger boven het gebied, waardoor de regio extra lang wateroverlast had. Of zulke veranderingen in verplaatsingsrichting eveneens samenhangen met klimaatverandering, moet nog beter worden onderzocht.