De beide metalen kunnen niet van oudsher in de aardmantel zitten.
Direct na haar ontstaan was de aarde immers vloeibaar en zouden deze zware elementen samen met ijzer naar haar kern zijn gezakt. Dat er toch goud en platina in de mantel van de aarde zit, wijst er dus op dat deze metalen later zijn toegevoegd.
Computermodellen laten zien dat een reeks inslagen van forse planetoïden, tientallen miljoenen jaren na het ontstaan van de aarde, de gemeten hoeveelheden goud en platina in de aardkorst goed kunnen verklaren.
Bouwmateriaal
De grootste objecten die onze planeet troffen hadden waarschijnlijk een middellijn van 2400 tot 3200 kilometer. Alles bij elkaar zou ongeveer een half procent van de massa van de aarde aan deze inslagen kunnen worden toegeschreven.
Deze theorie is in goede overeenstemming met de bestaande inzichten over het ontstaan van de planeten. Na de vorming van aarde, maan, Mars en de overige planeten wemelde het zonnestelsel van het overgebleven bouwmateriaal.
De grootste van deze 'planetesimalen' zouden hun kleinere soortgenoten hebben opgeslokt, waardoor een populatie van grote planetoïden ontstond.