Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Leeuwen in Artis krijgen verblijf van zo’n 1800 vierkante meter: ‘Ze gaan er zó op vooruit’

Dreigden de drie leeuwen van Artis vorig jaar nog te moeten verkassen, binnenkort krijgen ze aanzienlijk meer ruimte in ‘hun’ dierentuin. Volgend jaar zitten ze in een verblijf dat wel tien keer groter is dan hun huidige stulpje.

Impressie van het nieuwe leeuwenverblijf, gezien vanaf de Plantage Doklaan.Beeld Artis

De lap grond vlak achter de olifanten en de savanne in Artis is nog een behoorlijke puinhoop. De aarde is omgeploegd en bezaaid met stenen en staalkabels, bulldozers rijden driftig heen en weer, overal staan bouwmaterialen en wandelen mannen in oranje hesjes.

Begin volgend jaar al moet hier een waanzinnig leeuwenverblijf verrijzen, compleet met een tunnel, grot, watervallen en vooral heel, héél veel ruimte. In totaal zal het nieuwe verblijf zo’n 1800 vierkante meter beslaan. Daarbij vergeleken is de huidige woning van het leeuwendrietal, het Kerbertterras uit 1928, met iets meer dan 180 vierkante meter met recht een tiny house te noemen.

“Ze gaan er zó op vooruit,” vertelt een opgetogen Tjerk ter Meulen, die als manager Dier en Plant hoofdverantwoordelijk is voor alle planten en dieren in Artis. Het verblijf is ontworpen door landschapsarchitect Thijs de Zeeuw, die ook de nieuwe ruimte van de olifanten bedacht, en het heeft daar ook wel iets van weg. “Ze krijgen gras, zand, water waar ze in kunnen klooien, hoge uitkijkplekken, rotspartijen en allerlei bomen waarin we kadavers gaan hangen. Eens kijken of ze daarmee gaan spelen.”

Impressie van het nieuwe leeuwenverblijf, gezien vanuit de bezoekerspassage.Beeld Artis

Vier lockdowns

Nog voor het hoogseizoen van volgend jaar moeten ze verhuisd zijn. “Dat wordt heel spannend, ik heb geen idee hoe ze gaan reageren. De poezen zijn tien en elf jaar oud, het mannetje een jaar of zes. Ik hoop niet dat ze al te erg schrikken van plotseling zoveel ruimte om zich heen.” Er komen vooralsnog geen soortgenoten bij. “Eerst maar eens kijken hoe zij het hier vinden.”

Vorig jaar zag de toekomst van de leeuwen er nog heel wat minder rooskleurig uit, toen er een enkeltje Frankrijk voor ze was geboekt. Artis zat in enorme financiële problemen door de coronacrisis – de dierentuin moest vier keer de deuren sluiten door een lockdown en liep een miljoenentekort op – waardoor er geen geld meer was voor het hoognodige nieuwe verblijf.

Er werd besloten dat ze beter af zouden zijn in een Frans dierenpark. Toen die deal op het laatste moment afketste besloten twee anonieme weldoeners, een fonds en een particulier, de complete verbouwing te sponsoren, waardoor de leeuwen tóch voorgoed in Amsterdam mochten blijven. In de stad klonk een zucht van verlichting. Artis zou Artis niet zijn zonder een stel grote katten.

Palmen met staalkabels

De dieren die het veld moesten ruimen voor het nieuwe leeuwenverblijf zijn intussen verwend met een zeer prominente nieuwe plek, direct voor de ingang. Waar bezoekers de afgelopen tachtig jaar bij binnenkomst stuitten op het kamelenveld, staan nu algazellen, een in het wild uitgestorven antilopesoort uit Noord-Afrika.

Ze resideren onder twee knoeperds van Chileense honingpalmen (gezekerd met staalkabels, mocht het gaan stormen). “De kamelen waren gestorven, de runderen zijn verplaatst naar de savanne, de ezels en rendieren zijn naar andere dierentuinen gegaan. Dat zijn gedomesticeerde dieren die je ook op bijvoorbeeld kinderboerderijen vindt, dus die vinden we minder belangrijk om te laten zien.” Later komen er stokstaartjes bij, die net als de leeuwen nu wat krap behuisd zijn.

Lek aquarium

Intussen vindt de meest ingrijpende verbouwing van Artis plaats aan de zuidkant van de dierentuin: bij het aquarium, dat begin vorig jaar per direct dicht moest. In 138 jaar heeft optrekkend zout water de constructies en gevels compleet aangetast, waardoor het pand niet meer veilig te betreden was. En het aquarium was ook nog eens lek.

“We vonden elke ochtend een plas water op de begane grond,” zegt Eline Danker, Manager Programmering & Development van Artis. “Het was echt in dramatische staat, het aquarium stond nog net niet op instorten.”

De vissen zijn naar andere dierentuinen en aquaria gebracht, zodat het gebouw nu volledig gerenoveerd kan worden. Maar waar de leeuwen dankzij hun filantropen uit de brand zijn geholpen (sterker nog: de weldoeners trokken ook de portemonnee voor het algazellenverblijf én de nieuwe invulling van het Kerbertterras), zitten de vissen nog financieel in de knel.

“Omdat het een rijksmonument is moeten we alles in eerste plaats in ere herstellen – we vinden bijvoorbeeld voortdurend ornamenten achter systeemplafonds, die allemaal gerestaureerd moeten worden. Dat gaat allemaal niet alleen ontzettend veel tijd, maar ook heel veel geld kosten.” In totaal houdt Artis rekening met een kostenplaatje van 46 miljoen. “En we hebben nu pas de helft binnen. Dus dat bedrag overschrijden, dat mag écht niet.”