Rechters geloven er niets van, en hebben de vrouw veroordeeld tot terugbetaling. Dat blijkt uit een gisteren openbaar geworden uitspraak van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.

Tonnen foetsie

De vrouw kwam in 2001 op achttienjarige leeftijd werken als administratief medewerkster bij kartonfabriek AMC in het Brabantse Oudenbosch. Daar groeide zij door tot boekhoudster, verantwoordelijk voor de hele financiële administratie.

In 2016 ontdekte het familiebedrijf dat er sinds 2009 op onverklaarbare wijze ruim 843.000 euro was overgemaakt naar drie bankrekeningen van de vrouw.

Na een onderzoek naar de raadselachtige betalingen ontsloeg het bedrijf de boekhoudster, en stapte naar de rechter om het geld terug te eisen.

Volgens het kartonbedrijf maakte de vrouw bedragen op bestaande facturen met vrijwel dezelfde factuurnummers over aan zowel de leverancier als aan zichzelf. Ook maakte zij gebruik van zogenoemde spookfacturen van niet bestaande leveranciers.

Nooit opgevallen

"Wekelijks controleerde één van de eigenaren het bankafschrift van die week. Echter, aangezien zowel het bedrag als het factuurnummer in de betalingsomschrijving exact overeenkwamen met de originele factuur is nooit opgevallen dat het geld niet naar de leverancier maar naar de boekhoudster zelf ging", aldus het bedrijf.

Omdat destijds nog geen naam-rekeningnummer controle bestond, maakte ook de bank nooit melding van het feit dat het rekeningnummer niet overeen kwam met de naam van de begunstigde. "Hierdoor heeft de fraude jaren voort kunnen duren", laat AMC weten.

In maart 2018 oordeelde de rechtbank dat de boekhoudster het geld moest terugbetalen. In maart 2019 werd de vrouw strafrechtelijk veroordeeld wegens verduistering in dienstverband. Tegen beide uitspraken ging zij in hoger beroep.

Zwart geld

Uit de gisteren openbaar geworden uitspraak van het gerechtshof in de terugvorderingszaak blijkt dat de vrouw erkent de tonnen te hebben opgestreken, maar ook dat zij blijft volhouden dat die betalingen terecht waren.

Volgens de boekhoudster betaalde het bedrijf haar op deze manier onder meer extra 'zwart' salaris wegens buitengewone inzet voor het bedrijf, en ook overuren en reiskosten. Verder stelde de vrouw dat zij door de eigenaren van het bedrijf werd gebruikt om zo zwart geld voor hen uit het bedrijf te sluizen.

Bewijs

Als bewijs wist zij slechts een kopie van een brief uit 2013 te overleggen die geschreven zou zijn door een in 2014 overleden zoon van de oprichter van het familiebedrijf. Evenals de rechtbank in 2018 gelooft het gerechtshof helemaal niets van het verhaal.

Dat een bedrijf een boekhoudster omgerekend 12.800 euro netto per maand zou laten verdienen, ofwel een nettosalaris van ruim 150.000 euro per jaar achtten zij 'buitengewoon onwaarschijnlijk'. Dat geldt eveneens voor de gedachte dat de vrouw gemiddeld week-in week-uit 68 overuren per week maakte.

Niet onderbouwd

Ook voor de verklaring dat de eigenaren via de vrouw zwart geld uit het familiebedrijf sluisden, is volgens zowel de rechtbank als het hof geen onderbouwing. Omdat de vrouw niet kan bewijzen dat de brief daadwerkelijk door de overleden zoon is ondertekend, hecht het hof daar geen belang aan.

Daarom bekrachtigde het gerechtshof de uitspraak van de rechtbank uit 2018, wat betekent dat de vrouw de 843.000 euro met rente moet terugbetalen.

Bedrijf hard geraakt

"De impact van deze zaak is op het kleine familiebedrijf zeer groot geweest", laat de onderneming via haar advocaat Isabel Wetzels weten.

"Zelfs in 2010 en 2011, tijdens de financiële crisis waarin AMC noodgedwongen personeel heeft moeten ontslaan, is de boekhoudster met haar handelwijze doorgegaan en heeft zij bedragen van meer dan 100.000 euro per jaar aan zichzelf overgemaakt. Dit heeft AMC extra hard geraakt."

Het kartonbedrijf zegt blij te zijn met de uitspraak van het Gerechtshof. "Of AMC het geld ooit nog terug zal krijgen, is echter zeer de vraag", zegt het tegen RTL Z. Volgens het bedrijf heeft het maar beperkt beslag bij de ex-boekhoudster weten te leggen.

Volgens AMC werd de vrouw in de strafrechtelijke procedure in 2019 veroordeeld tot 12 maanden cel, waarvan drie voorwaardelijk. Haar hoger beroep tegen die uitspraak zou zij inmiddels hebben ingetrokken. Advocate Babette van Vugt van de werkneemster kon vanochtend nog geen toelichting op de zaak geven.