Direct naar artikelinhoud
CommentaarAsielkosten

Korten op ontwikkelingshulp is ondoordacht en armoedig

Korten op ontwikkelingshulp is ondoordacht en armoedig

Het kabinet wil de komende jaren in totaal 3,4 miljard euro ontwikkelingsgeld gebruiken om de opvang van asielzoekers in eigen land te bekostigen. Volgens internationale afspraken is dit toegestaan, maar dat wil niet zeggen dat het deugt.

Nederland is een buitengewoon rijk en welvarend land met een verantwoordelijkheid naar landen en gebieden die getroffen zijn door oorlog of natuurgeweld. Het kabinet laat die verantwoordelijkheid ook zien, in de vorm van noodhulp en allerlei humanitaire projecten. Uitgerekend die steun, vaak bedoeld voor de allerarmsten op deze wereld, wordt onder Rutte IV uitgekleed.

Het kabinet worstelt met een toenemend aantal asielzoekers dat in Nederland aanklopt. Meer aanvragen betekent meer opvangplekken en dus hogere kosten. Het probleem voor de rijksbegroting is niet gering. Daarom verschuift er al in 2023 een half miljard euro uit de pot voor ontwikkelingshulp naar opvang van asielzoekers in Nederland. De komende jaren loopt dat bedrag verder op.

Met grote spoed op zoek naar locaties voor asielzoekers

Geld op deze manier overhevelen is toegestaan; Rutte IV houdt zich aan de regels voor het gebruik van het ontwikkelingsbudget die met andere landen en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) zijn afgesproken. Wat wringt is dat sinds begin deze eeuw de bedragen die van de begroting voor ontwikkelingssamenwerking worden gehaald om de asielkosten te financieren, steeds verder zijn gegroeid. De Algemene Rekenkamer waarschuwde hier eerder dit jaar nog voor. Hulpprojecten in ontwikkelingslanden zijn er in toenemende mate de dupe van.

De Rekenkamer concludeerde nog iets opvallends: de kosten voor de opvang van asielzoekers zijn de afgelopen 23 jaar structureel te laag ingeschat. Kabinetten reserveren een bedrag op de begroting dat in de praktijk zo goed als altijd ontoereikend blijkt. Niet de behoefte aan opvangplekken is leidend, maar het geld dat de staatssecretaris van vreemdelingenzaken op dat moment beschikbaar heeft.

Het gevolg is dat er met grote spoed locaties voor asielzoekers moeten worden gezocht. Noodopvang is in de regel duurder dan reguliere opvang. Dat leidt tot hogere rekeningen voor de overheid, die dus ook moeten worden betaald door de minister voor ontwikkelingssamenwerking. Daardoor is er minder geld voor noodhulp in arme landen, wat de kans vergroot dat de mensen daar vluchten voor armoede. Wat Nederland nu doet met het overhevelen van zoveel miljarden is een klassiek geval van het paard achter de wagen spannen.

Binnen de coalitie zijn D66 en ChristenUnie ongelukkig met de situatie. Van deze partijen mag worden verwacht dat zij zich verzetten tegen dit meer dan armoedige kabinetsbesluit.

Het commentaar is de mening van Trouw, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.