Direct naar artikelinhoud
Reportage

Akkerbouwers boos over maatregelen om waterkwaliteit te verbeteren: ‘De natuur laat zich niet leiden’

Akkerbouwers zijn in rep en roer over het plan om sperziebonen en andere gewassen voortaan al vóór 1 oktober te oogsten. Dat is beter voor de kwaliteit van bodem en water, aldus het ministerie. Maar door de toenemende droogte zijn gewassen steeds later afgerijpt.

Jolanda Nooijen op een akker met venkel Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Moeten akkerbouwers op de zandgronden in het zuiden en oosten van het land vanaf volgend jaar hun sperziebonen, spinazie, doperwten, ijsbergsla of paksoi al vóór 1 oktober van het land halen om plaats te maken voor ‘vanggewassen’ ofwel stikstofbindende groenbemesters? Het is één van de maatregelen die het ministerie van Landbouw wil stimuleren om te voorkomen dat te veel nitraat (een meststof en vorm van stikstof) in het oppervlakte- en grondwater terechtkomt.

Boerenorganisaties en groenteverwerkende bedrijven hebben alarm geslagen over deze wat zij noemen ‘kalenderlandbouw’ met verplichte oogstdeadlines. Want de groei van gewassen is vooral afhankelijk van Moeder Natuur, zoals temperatuur en vochtbalans – door langdurige droogte rijpen gewassen bijvoorbeeld minder snel af.

‘De natuur laat zich niet leiden. Het is van de gekke dat het ministerie eist dat de meeste gewassen vóór 1 oktober geoogst moeten zijn’, zegt Mark de Jong, woordvoerder van de zuidelijke landbouworganisatie ZLTO. ‘Boeren willen pas oogsten als de boontjes afgerijpt zijn. Dat kan dus ook zomaar medio oktober worden.’

Gefaseerd afbouwen

Groenteverwerkende bedrijven hebben al langs informele weg gedreigd hun producten voor de zekerheid van buitenlandse telers te gaan betrekken. ‘Dan krijgen we dus de groeten en groenten van HAK vanaf een akker in Frankrijk of Duitsland’, aldus De Jong, verwijzend naar de bekende reclameslogan van het bedrijf.

De 1 oktober-regel maakt deel uit van het zogenaamde ‘zevende actieprogramma’ in het kader van de Europese Nitraatrichtlijn, dat een reeks van maatregelen voorschrijft om de waterkwaliteit in Nederland te verbeteren. Die kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater is al jaren slecht. Mede daarom wil de Europese Commissie de Nederlandse uitzonderingspositie voor het uitrijden van mest – 230 of 250 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar in plaats van 170 kilo, de ‘derogatie’ – gefaseerd afbouwen.

Met het verplichte inzaaien van een vanggewas, zoals bladrammenas of een andere groenbemester, na de teelt van een hoofdgewas wil het ministerie de uitspoeling van nitraat tegengaan. Het vanggewas moet minstens tot 1 februari blijven staan, waarna het in de grond wordt ondergeploegd. Daardoor wordt stikstof gebonden en verbetert de bodemkwaliteit.

Het ministerie van Landbouw zegt dat de maatregel hard nodig is om de kwaliteit van bodem en water te verbeteren. ‘De vanggewassen moeten de tijd krijgen om stikstof uit de bodem op te nemen en daarmee uitspoeling naar het water te voorkomen’, aldus een woordvoerder.

Welke groenten zijn vanggewassen

Aanvankelijk had het ministerie voorgesteld om de inzaai van een vanggewas op uiterlijk 1 oktober verplicht te stellen. Maar na een eerste consultatieronde werd dat enigszins aangepast: telers mogen hun hoofdgewassen wel later oogsten wanneer ze willen, maar dat moeten ze dan compenseren met een korting op de stikstofgebruiksnorm voor het volgende jaar. ‘Dan zit je dus een jaar later met de gebakken peren, wanneer je minder stikstof uit mest mag gebruiken. Daar hebben we dus helemaal niks aan’, zegt Jolanda Nooijen, eigenaar van tuinbouwbedrijf Compliment, dat 450 hectare grond in Brabant en Limburg heeft.

Ook over andere maatregelen die het ministerie wil doorvoeren in het zevende actieprogramma nitraat zijn boeren niet te spreken. Zoals de verplichting om eens per vier jaar – en later zelfs een keer per drie jaar – ‘een rustgewas’ (zoals granen of peulvruchten) te telen. Of het instellen van metersbrede teeltvrije zones langs sloten of beken om directe uitspoeling van nitraat in het water te beperken. Ook bestaat er nog veel onduidelijkheid over welke groenten onder de wintergewassen gaan vallen.

Veel akkerbouwers zaaien al vanggewassen in ter verbetering van de bodem. Maar ze lopen nu vooral te hoop tegen de opgelegde datum van 1 oktober, waardoor de teelt van hoofdgewassen in gevaar komt of zelfs onmogelijk wordt. ‘Oogsten laten zich niet plannen, dat is de natuur’, zegt Jean-Paul Tacken, bestuurslid van stichting TOG (Teelt Overleg Groenten), waarin telers en verwerkers van groenten samenwerken. ‘Als het extreem droog is of als je bonenvlieg krijgt, moet je opnieuw zaaien en kun je ook pas later oogsten.’

Tacken is eigenaar van Taco Bedrijven in Meterik, gespecialiseerd in prei, bosui, aardappelen en industriegroenten. ‘We halen onze sperziebonen en doperwten onder meer uit de zuidelijke zandgebieden’, zegt hij. ‘Maar als daar na 1 oktober niet meer kan worden geoogst, moeten we ze wel uit Duitsland of Frankrijk halen. Want daar hebben de telers niet zulke beperkingen. Dat betekent meer rijden en een veel grotere ecologische voetafdruk.’

Geen twee teelten per seizoen

Natuurorganisaties daarentegen vinden het verscherpte mestbeleid niet ver genoeg gaan. ‘De waterkwaliteit is bedroevend slecht: op Europese kaarten kleurt Nederland rood’, zegt een woordvoerder van Natuurmonumenten. ‘Zelfs deze verscherpte maatregelen, met meer verplichtingen, zullen er waarschijnlijk niet toe leiden dat Nederland in 2027 aan de Europese waterdoelen zal voldoen. Net als met het stikstofbeleid heeft de overheid moeilijke beslissingen veel te lang voor zich uit geschoven.’

Daarmee hangt de boerensector, die nog midden in de stikstofcrisis zit, een nieuwe crisis boven het hoofd: een nitraat- of watercrisis. Stomen dan ook de akkerbouwers straks met trekkers op naar Den Haag? ‘Ik ga daar niet heen om te demonstreren’, antwoordt Jolanda Nooijen van tuinbouwbedrijf Compliment laconiek. ‘Laten de politici en ambtenaren uit Den Haag maar eens naar ons toe komen. Dan laten we die malloten zien met hoeveel passie we hier juist samenwerken met de natuur.’

In de buurt van vliegbasis Volkel staat Nooijen bij een perceel vol jonge ijsbergslaplantjes. ‘Ze zijn pas net geplant – hiervoor stond er Chinese kool’, zegt ze. ‘Deze ijsbergsla wordt pas eind oktober geoogst. Volgend jaar mag dat dus niet meer van het ministerie, en daar snap ik echt niets van.’ Volgens haar kan dat ook leiden tot veel hogere prijzen voor de consument. ‘We kunnen op sommige percelen geen twee teelten per seizoen meer draaien’, zegt Nooijen. ‘Ons seizoen wordt korter, waardoor we ook onze Oost-Europese werknemers veel eerder naar huis moeten sturen. Dit plan heeft zoveel nadelen.’